BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2016. R.C.S Luxembourg B

Vergelijkbare documenten
BNP PARIBAS L1 SICAV. HALFJAARVERSLAG per 30/06/2014. R.C.S Luxembourg B

BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2014. R.C.S Luxembourg B

BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2013. R.C.S Luxembourg B

De vermogensbeheerder voor een wereld in verandering PARVEST SICAV HALFJAARVERSLAG. op 31/08/2014. R.C.S. Luxembourg B

de ICBE/het Fonds: de BEVEK naar Luxemburgs recht, genaamd BNP PARIBAS L1. Dit Fonds wordt beheerd door BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS LUXEMBOURG.

I. Algemene voorwaarden van de grensoverschrijdende fusie

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

NN First Class Balanced Return Fund

BNP Paribas L1 Equity USA Small Cap afgekort tot BNPP L1 Equity USA Small Cap

PARVEST SICAV. Verslag over de periode. van 01/03/2014 tot en met 31/12/2014. De vermogensbeheerder voor een wereld in verandering

Allianz Global Investors Fund

NN First Class Return Fund

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

september MARKTCOMMENTAAR

NATIXIS AM FUNDS OPROEPING

ABN AMRO Multi-Manager Funds

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

NN First Class Return Fund

TreeTop Portfolio SICAV

BNP Paribas COMFORT FCP

OPROEPING. 27 april 2018 om uur

OPROEPING. 16 mei 2014 om uur

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Evolutie van uw belegging. Smart Fund Plan Private AG Life Quam Bonds. Kerncijfers 31 december 2016 Trimestrieel

PARVEST SICAV. JAARVERSLAG per 28/02/2013. R.C.S. Luxembourg B

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Aanwezig: - Wilgenhaege Fondsen Management B.V. vertegenwoordigd door de heer R.G.A. Steenvoorden en de heer R.L. Voskamp.

BNP Paribas L1 Bond World Emerging Corporate afgekort tot BNPP L1 Bond World Emerging Corporate

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

OPROEPING AGENDA JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

de ICBE/het Fonds: de BEVEK naar Luxemburgs recht, genaamd PARVEST. Dit Fonds wordt beheerd door BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS LUXEMBOURG.

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

Belfius Pension Fund Maandelijkse Reporting Juni 2015

NN First Class Return Fund

Hogere inflatie als redder van de bedrijfswinsten in de eurozone

ASSET ALLOCATION FLASH 16 januari 2018

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

OPROEPING. 20 mei 2016 om uur

TG Fund Management B.V. Amsterdam

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

NATIXIS AM FUNDS OPROEPING

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

VERKORT PROSPECTUS DECEMBER 2008 ALGEMENE INLICHTINGEN. Juridische vorm:

Belangrijk nieuws van de Raad van Bestuur van uw Fonds

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

TREETOP PORTFOLIO SICAV

Asia Pacific Performance

Essentiële beleggersinformatie

BNP PARIBAS OBAM N.V.

KWARTAALRAPPORT ASSETALLOCATIE K4 2017

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

10, rue Edward Steichen, L-2540 Luxembourg Beheerder BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT

ENERBEL. Beheerscommentaren voor 2017

10, rue Edward Steichen, L-2540 Luxembourg Beheerder. Berichten m.b.t. ontbinding ICB of compartiment Communicatiedatum 25 september 2017

NATIXIS AM FUNDS OPROEPING

TreeTop Portfolio SICAV

Beleggen in Maar hoe moet de gemiddelde belegger daar nou mee omgaan?

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Niet Gecontroleerd Halfjaarverslag. JPMorgan Investment Funds Société d Investissement à Capital Variable, Luxembourg

Ruilverhouding fondsen

Marktomstandigheden In het tweede kwartaal van 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone verder gedaald. In het algemeen gold hoe langer

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

MAART Samenvoeging van subfondsen. BNP Paribas L1 en Parvest

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2012

Positieve flow voor leningen opkomende landen

Essentiële Beleggersinformatie 1 oktober 2013

D R I E M A A N D E L I J K S E V E R S L A G

Presentatie beleggingsresultaten over het jaar 2016 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg Lex Solleveld 1

I. Algemene voorwaarden van de grensoverschrijdende fusie

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2011

BNP Paribas Fund I N.V. Jaarverslag december 2016

BEHEERSVERSLAG Active Multi Allocation Fund september 2015

Kennisgeving aan de Participatiehouders van CS Investment Funds 13

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke

april MARKTCOMMENTAAR

BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund juli 2015

ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS

Transcriptie:

BNP Paribas L1 SICAV JAARVERSLAG per 31/12/2016 R.C.S Luxembourg B 32 327

BNP Paribas L1 Inhoud Pagina Organisatie 3 Informatie 5 Verslag van de beheerder 6 Auditverslag 11 Financiële staten per 31/12/2016 14 Kerncijfers over de laatste 3 jaren 26 Bond Euro Corporate 37 Bond Euro High Yield 43 Bond Euro Premium 44 Bond Europe Plus 45 Bond World Emerging Local 49 Bond World Plus 50 Convertible Bond Best Selection Europe 55 Convertible Bond World 56 Diversified World Balanced 57 Diversified World Growth 58 Diversified World Stability 59 Equity Belgium 60 Equity Euro 61 Equity Europe 62 Equity Europe DEFI 63 Equity Europe Low Volatility 65 Equity Italy 66 Equity Netherlands 67 Equity USA Core 68 Equity World Aqua 69 Equity World Emerging 70 Equity World Guru 71 Equity World Quality Focus 72 Japan 73 Multi-Asset Income 74 Patrimoine 91 Safe Aggressive W1 92 Safe Aggressive W4 93 Safe Aggressive W7 94 Safe Aggressive W10 95 Safe Conservative W1 96 Pagina 1

BNP Paribas L1 Inhoud Pagina Safe Conservative W4 97 Safe Conservative W7 98 Safe Conservative W10 99 Safe Defensive W1 100 Safe Defensive W4 101 Safe Defensive W7 102 Safe Defensive W10 103 Safe Dynamic W1 104 Safe Dynamic W4 105 Safe Dynamic W7 106 Safe Dynamic W10 107 Safe Neutral W1 108 Safe Neutral W4 109 Safe Neutral W7 110 Safe Neutral W10 111 SMaRT Food 112 Sustainable Active Allocation 113 Toelichtingen bij de financiële staten 116 Niet-gecontroleerde bijlage 150 Inschrijvingen mogen niet alleen op de financiële staten worden gebaseerd. Inschrijvingen kunnen alleen worden aanvaard indien zij worden gedaan nadat het huidige volledige prospectus ontvangen is, samen met het laatste jaarverslag en het laatste halfjaarverslag indien dat recenter is dan het laatste jaarverslag. Pagina 2

BNP Paribas L1 Organisatie Statutaire zetel Tot 24 april 2016: 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Sinds 25 april 2016: 10 Rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Raad van bestuur Voorzitter Leden De heer Philippe MARCHESSAUX, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Marnix ARICKX, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners Belgium, Brussel De heer Christian DARGNAT, "Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs (tot 15 april 2016) Mevrouw Marianne DEMARCHI, "Head of Group Networks", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Anthony FINAN, "Deputy-Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer François HULLO, "Head of External Distribution", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Christian VOLLE, "Independent Director", Parijs Managing Director De heer Anthony FINAN, "Deputy-Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs Secretaris van de Vennootschap (geen lid van de raad) De heer Stéphane BRUNET, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Luxemburg Beheermaatschappij BNP Paribas Investment Partners Luxembourg Tot 24 april 2016: 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Sinds 25 april 2016: 10 Rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg BNP Paribas Investment Partners Luxembourg is een Beheermaatschappij als gedefinieerd in hoofdstuk 15 van de Luxemburgse Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging, zoals gewijzigd. In deze hoedanigheid is de Beheermaatschappij verantwoordelijk voor de administratie, het portefeuillebeheer en de marketing. De berekening van de intrinsieke waarde en de taken van transferagent en registerhouder zijn uitbesteed aan: BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 60 Avenue J.F. Kennedy, L-1855 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Pagina 3

Organisatie BNP Paribas L1 Het portefeuillebeheer is uitbesteed aan: Huidige beleggingsbeheerders Beheervennootschappen van de BNP Paribas-groep (in het algemeen BNP Paribas Investment Partners genoemd) BNP Paribas Asset Management S.A.S., 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk BNP Paribas Investment Partners Asia Ltd., 30/F Three Exchange Square, 8 Connaught Place, Central Hong-Kong BNP Paribas Investment Partners Belgium, 55 Vooruitgangstraat, B-1210 Brussel, België. BNP Paribas Investment Partners Nederland N.V., Herengracht 595, Postbus 71770, NL-1008 DG Amsterdam, Nederland BNP Paribas Investment Partners UK Ltd., 5 Aldermanbury Square, Londen EC2V 7BP, Verenigd Koninkrijk Fischer Francis Trees & Watts, Inc., 200 Park Avenue, 11 th floor, New York, NY 10166, VS (tot 17 mei 2016) THEAM S.A.S., 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk Beheervennootschappen die geen deel uitmaken van de groep Impax Asset Management Limited, Norfolk House, 31 St James s Square, Londen, SW1Y 4JR, Verenigd Koninkrijk Fondsbeheerder van de subfondsen "Equity World Aqua" en "SMaRT Food" River Road Asset Management, LLC, 462 South Fourth Street, Suite 1600 Louisville, Kentucky 40202-3466 Fondsbeheerder voor het "US High Dividend equities" in het "Multi-Asset Income" subfonds De vennootschap kan ook advies inwinnen bij de volgende beleggingsadviseur FundQuest Advisor, 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk Adviseur voor de geselecteerde externe beleggingsbeheerders Depotbank/betaalkantoor BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 60 Avenue J.F. Kennedy, L-1855 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Externe Accountant PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 Rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Pagina 4

Informatie BNP Paribas L1 BNP Paribas L1 is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal (Société d Investissement à Capital Variable afgekort "SICAV") die op 29 november 1989 overeenkomstig de bepalingen in Deel I van de Luxemburgse wet van 30 maart 1988 betreffende instellingen voor collectieve belegging voor onbeperkte duur werd opgericht onder de naam "INTERSELEX WORLD". De naam werd gewijzigd in "INTERSELEX EQUITY" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 4 november 1996, en daarna in "INTERSELEX" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 4 mei 1998 en in "FORTIS L FUND" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 30 september 1999. Door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 14 mei 2010 werd de naam van de vennootschap met ingang van 1 augustus 2010 gewijzigd in "BNP Paribas L1" (afgekort BNPP L1). De vennootschap valt momenteel onder deel I van de gewijzigde Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging en onder de Europese Richtlijn 2009/65/EG (UCITS IV), zoals gewijzigd door Richtlijn 2014/91 (UCITS V). De statuten van de vennootschap zijn geregistreerd bij de griffie van de arrondissementsrechtbank van Luxemburg, waar belangstellenden ze kunnen raadplegen en er een exemplaar van kunnen krijgen. Ze werden laatstelijk gewijzigd op 25 april 2016 en gepubliceerd in het Luxemburgse publicatieblad Mémorial op 29 april 2016. De vennootschap is ingeschreven in het Registre de Commerce et des Sociétés (handelsregister) van Luxemburg onder het nummer B 32 327. De intrinsieke waarde wordt berekend op elke Luxemburgse bankwerkdag. Ten aanzien van de intrinsieke waarde en dividenden publiceert de vennootschap de wettelijk vereiste informatie in het Groothertogdom Luxemburg en in alle andere landen waar de aandelen aan het publiek worden aangeboden. U vindt deze informatie ook op de website: www.bnpparibas-ip.com. De statuten, het prospectus, de KIID en periodieke verslagen kunnen worden geraadpleegd in de statutaire zetel van de Vennootschap en bij de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de financiële dienstverlening van de Vennootschap. De statuten, het jaarverslag en de tussentijdse verslagen zijn op verzoek te verkrijgen. Naast de wettelijk vereiste publicaties in de krant is de website www.bnpparibas-ip.com het officiële medium waarop u kennisgevingen aan aandeelhouders kunt raadplegen. U vindt deze documenten en informatie ook op de website www.bnpparibas-ip.com. Pagina 5

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Marco-economische beleggingsomgeving Een groot deel van het jaar stond in het teken van een nog steeds bescheiden wereldwijde groei (2,9% volgens de verwachtingen van de OESO, na 3,1% in 2015). Daardoor werd de onzekerheid over het duurzame karakter van de groei in stand gehouden en is het nog maar de vraag of ze bestand is tegen externe schokken. De sterke daling van de aardolieprijzen aan het begin van het jaar werd geïnterpreteerd als een teken van een zwakke wereldwijde activiteit. De aardolieprijs, die begin 2016 bijna 25 dollar per vat bedroeg, is vrij snel gestegen naar 50. De OPEC-landen hadden zich immers bereid getoond tot gesprekken en hadden een akkoord bereikt om de productie te beperken, dat eind november tijdens de top van Wenen werd bevestigd. Het vat WTI sluit het jaar af op 54 dollar, een stijging van 45%. De politiek heeft het grootste deel van de aandacht opgeëist. Toen Britse kiezers in juni voor een brexit kozen, leek dat de status quo op losse schroeven te zetten, en ook de verrassende verkiezingsoverwinning van Donald Trump op 8 november in de Verenigde Staten had onverwachte gevolgen. Al heel snel ontstond er een beeld van een president die stimulerende begrotingsmaatregelen zou invoeren om de binnenlandse vraag te ondersteunen en die enkele controversiëlere beleidspunten (immigratie, buitenlandse handel) 'pragmatisch' zou aanpakken. Het vertrouwen van de beleggers en de economische actoren verbeterde. Verenigde Staten Na een teleurstellend eerste halfjaar voor de bbp-groei (0,8% en 1,4% in respectievelijk het 1e en 2e kwartaal voor de wijzigingen op jaarbasis ten opzichte van het voorgaande kwartaal), heeft de Amerikaanse economie weer een hoger tempo ingezet (3,5% in het 3e kwartaal). Op de arbeidsmarkt heerste er bijna volledige werkgelegenheid (de werkloosheid bedroeg 4,7% in december) en de gezinsconsumptie lijkt inmiddels op 3% te zijn verankerd, een stevig, maar houdbaar tempo voor de Amerikaanse economie. De zomer werd gekenmerkt door een industrieel dipje. De ISMindex (peiling bij de inkoopdirecteuren) voor de industrie zakte in augustus namelijk onder de 50. Hij wist zich vervolgens snel te herstellen en sloot december af op 54,7, het hoogste niveau sinds eind 2014. De vooruitzichten van stimulerende begrotingsmaatregelen na de verkiezing van Donald Trump laten hopen dat de binnenlandse vraag opnieuw aantrekt, en dat heeft zich vertaald in een spectaculaire stijging van het vertrouwen van de gezinnen en het MKB, dat aan het einde van het jaar zijn hoogste niveau bereikte van respectievelijk de laatste 15 en 12 jaar. Voor de industriële productie, en vooral de productieve investeringen, zijn dergelijke resultaten nog lang niet aan de orde, maar er zijn inmiddels wel een aantal bemoedigende elementen. De inflatie trekt aan, maar blijft beheerst (1,7% in november op jaarbasis). Eurozone De bbp-groei, die in het 1e kwartaal van 2016 uitkwam op 0,5%, bereikte in het 2e en het 3e kwartaal 0,3%, en volgens de beschikbare voorlopende indicatoren kunnen we voor het 4e kwartaal nog een iets hogere groei verwachten. Een groei van 1,6% is haalbaar, iets lager dan in 2015 (+2%), maar nog steeds een behoorlijk tempo. De Europese economieën hielden onverwacht goed stand in een jaar dat gekenmerkt werd door de beslissing van de Britse kiezers om de Europese Unie te verlaten, de bijzonder moeilijke regeringsvorming in Spanje en het Italiaanse 'nee' in het referendum over de grondwetshervorming. Net als in de Verenigde Staten lieten de conjunctuurpeilingen na de zomer betere resultaten optekenen, vooral aan het einde van het jaar. De samengestelde PMI-index, een graadmeter voor het vertrouwen van de inkoopdirecteuren in de industrie en de dienstensector, bereikte in december zijn hoogste niveau sinds mei 2011. Op basis daarvan bestaat de hoop dat de gezinsconsumptie goed standhoudt (met een werkloosheid op het laagste niveau in zeven jaar tijd) en de investeringsuitgaven sterker toenemen. Het monetaire beleid blijft inschikkelijk, ondanks de voorziene verlaging van het maandelijkse bedrag van de effectenaankopen, en het gehandhaafde lage niveau van de rente is gunstig voor de kredietverlening aan bedrijven. Het vertrouwen van de economische actoren zal in 2017 een cruciale factor blijven. Door de politieke onzekerheid zouden zij aankoopbeslissingen, en vooral investeringsuitgaven, immers kunnen uitstellen. De inflatie, in de lente nog negatief, bereikte in december haar hoogste niveau sinds september 2013 van 1,1% op jaarbasis (voorlopige schatting). Dat resultaat kan worden verklaard door basiseffecten in verband met schommelingen van de aardolieprijs en betekent niet dat de onderliggende inflatie (zonder voeding en energie) aantrekt. Die bedroeg in december 0,9%. Pagina 6

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Japan De economie ontwikkelde in 2016 vrij teleurstellend. Daardoor blijft de gemiddelde groei wellicht achter bij het resultaat van 2015 (1,2%). Aan het einde van de periode werd de dynamiek enigszins gunstiger toen de conjunctuurpeiling van de Japanse centrale bank (Tankan) in het 4e kwartaal een verbetering liet optekenen. Niettemin boeken de indices slechts een bescheiden vooruitgang en lijken bedrijven vooralsnog terughoudend over de vooruitzichten voor hun activiteiten in de komende maanden. Hoewel de zwakkere yen gunstig is voor de export, zorgt deze door de geïmporteerde inflatie wel voor een daling van de koopkracht van de gezinnen en oefent ze druk uit op de binnenlandse vraag die reeds in het 3e kwartaal en in het begin van het 4e kwartaal tekenen van uitputting vertoont. De inflatie was negatief tussen april en september (toen ze op jaarbasis terugviel tot -0,5%) maar herstelde aan het einde van de periode (0,5% in november), voornamelijk door een stijging van de verse producten in verband met de extreme weersomstandigheden. De onderliggende inflatie is tussen het begin en het einde van het jaar aanzienlijk vertraagd. Hoewel de Japanse centrale bank haar monetair beleid meermaals versoepelde (negatieve rente, invoering van sturing van de rentecurve, aanpassing van het effecteninkoopprogramma), kwam ze niet in de buurt van haar streefdoel voor de inflatie (2%) en was ze genoodzaakt om de streefdatum daarvoor uit te stellen tot maart 2019. Opkomende markten Nadat ze in 2015 de laagste groei sinds de Grote Recessie van 2008-2009 lieten zien (4% volgens het Internationaal Monetair Fonds), boekten de opkomende landen nog bescheiden resultaten die wellicht uitmonden in 4,2% bbp-groei. Volgens de conjunctuurpeilingen bij de inkoopdirecteuren is de dynamiek aan het einde van de periode echter verbeterd. Samengeteld zijn de PMI-indices voor zowel de industrie als de diensten weer boven de 50 uitgekomen, wat wijst op economische expansie. De groei in China ligt in de lijn van de doelstellingen van de regering (6,7% in het 3e kwartaal), maar berust in grote mate op een sterke groei van de kredietverlening en op uitzonderlijke maatregelen om de activiteit te ondersteunen. De autoriteiten hebben meermaals verklaard bereid te zijn om de economische stabiliteit veilig te stellen en de overcapaciteit te beperken. Nadat het bbp in 2015 met 3,8% was gedaald, is er in Brazilië voorlopig een einde gekomen aan die daling. Wel is de verbetering nog steeds fragiel en bestaat de kans dat ze helemaal op het einde van het jaar uitdooft. Dit zijn twee voorbeelden die een vrij getrouw beeld schetsen van de aarzelende conjunctuur in opkomende markten die in bepaalde gevallen getroffen wordt door specifieke elementen. Uit de peiling bij de inkoopdirecteuren in Mexico blijkt reeds een negatief 'Trump-effect', in verband met de bezorgdheid over het migratiebeleid en eventuele protectionistische maatregelen. De Indiase economie, die gekenmerkt wordt door een groei van ruim 7%, werd ontregeld toen de regering de bankbiljetten met de hoogste waarde begin november ongeldig verklaarde. Dit verlamde de economie en leidde tot een uitgesproken daling van de vertrouwensindices. Hoewel de tekenen die wijzen op een verbetering van de wereldwijde handel nog heel subtiel zijn, doen deze gebeurtenissen twijfels rijzen over een versnelling van de opkomende markten. Renteontwikkeling/Geldmarkten Al in het begin van het jaar heersten er sterke verwachtingen dat de Europese Centrale Bank haar monetair beleid verder zou versoepelen. In maart 2016 kondigde Mario Draghi immers aan dat de maandelijkse aankopen zouden worden opgetrokken van 60 naar 80 miljard euro en dat kwantitatieve versoepeling (QE) nu ook zou gelden voor bedrijfsobligaties uitgegeven door in de eurozone 'gevestigde' niet-banken van goede kwaliteit. De basisrente werd verlaagd (het rentetarief voor de basisherfinancieringstransacties tot 0%, de marginale beleningsrente tot 0,25% en de depositorente tot -0,40%). De ECB verkoos in juli (kort na het Britse referendum) en september een afwachtende houding, aangezien de economie van de eurozone vrij goed stand bleek te houden. Mario Draghi verklaarde tijdens zijn persconferentie van september dat een eventuele uitbreiding van QE "niet werd besproken". In oktober herhaalde hij zijn woorden, ditmaal over een afbouw van het tempo van de aankopen (of 'tapering' om het met de woorden van de Amerikaanse Fed te zeggen toen die haar aankopen vanaf januari 2014 geleidelijk afbouwde). Dit gerucht zorgde voor bezorgdheid onder waarnemers, die vaststelden dat de economische activiteit goed stand hield en de inflatie nog steeds gering was. Dit was de context waarin de ECB op 8 december tot ieders verrassing besloot om de periode van de aankopen te verlengen ("tot eind december 2017 of later, indien nodig") en om het maandelijkse bedrag vanaf april 2017 te verlagen van 80 tot 60 miljard euro. Overigens zal het bedrag van terugbetaalde vervallen effecten worden herbelegd en worden er vanaf januari technische aanpassingen voorzien die meer flexibiliteit bieden: aankopen van effecten met een kortere looptijd of met een lager rendement dan de depositorente, indien nodig. Mario Draghi benadrukte dat de ECB door de uitbreiding van de aankopen op de markt een duurzamere rol kan spelen, dat de steunmaatregelen daardoor duurzamer kunnen inwerken op de reële economie, en dat de genomen beslissingen geen 'tapering' inhouden. Hij verduidelijkte dat het vooruitzicht van een inflatie van 1,7% in 2019 'niet echt' kon worden gelijkgesteld met een terugkeer naar het streefdoel van 2%. Een belangrijke verklaring, aangezien het volume van de Pagina 7

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 effectenaankopen kan worden verhoogd "als het financiële klimaat niet toestaat dat er verdere vooruitgang wordt geboekt naar een duurzame aanpassing van de inflatietrend". Op 16 december 2015 kondigde Janet Yellen het einde aan van het nulrentebeleid dat sinds eind 2008 van kracht was. De tweede renteverhoging had een jaar op zich laten wachten. Het streefcijfer voor de Amerikaanse fed-fundsrente ligt sindsdien tussen 0,50% en 0,75%. De verwachtingen schommelden verschillende maanden volgens de economische indicatoren en de politieke gebeurtenissen. In juni liet Janet Yellen uitdrukkelijk verstaan dat de risico's van het brexitreferendum op 23 juni in de beslissing om de status quo te handhaven hadden meegespeeld. Toen de uitslag bekend was, bleek die terughoudendheid gerechtvaardigd. In de loop van de zomer ontstond er een steeds grotere kloof tussen de voorstanders van een verhoging van de basisrente, die benadrukten dat de arbeidsmarkt de volledige werkgelegenheid nadert en de inflatie langzaam opklimt naar het streefdoel, en de pleitbezorgers van een voorzichtigere aanpak. De eerste groep lijkt gestaag te groeien en eind augustus kon er een duidelijke lijn worden vastgesteld: "de argumenten die pleiten voor een verhoging van de basisrente zijn toegenomen". Deze diagnose werd gesteund door solide economische indicatoren, en leidde op 14 december logischerwijs tot een verhoging van de basisrente met 25 bp. Toen de voorzitter van de Fed op 17 november door het Congres werd ondervraagd, liet ze verstaan dat ze van plan was om haar mandaat tot het einde in februari 2018 te blijven uitoefenen. Sommigen rekenden op haar ontslag nadat Donald Trump zich tijdens zijn campagne kritisch over haar had uitgelaten. Hoewel het officiële persbericht en de vooruitzichten voor de groei en de inflatie in december nauwelijks waren veranderd, was er vooral aandacht voor de vooruitzichten over het 'gepaste niveau' van de basisrente. Inmiddels werd er gesproken van drie renteverhogingen in 2017. Aanvankelijk ging het over twee. Janet Yellen heeft het belang van dit element geminimaliseerd en verklaarde dat een inflatie van 2% een 'streefdoel' was en geen 'limiet'. Zo liet ze verstaan dat de Fed tijdelijk een hoger niveau zou aanvaarden. Valuta s De volatiliteit op de valutamarkten liep in verschillende maanden in 2016 op tot een peil dat sinds 2011 niet meer was bereikt. De EUR/USD-koers schommelde binnen een zeer ruime bandbreedte (1,04 1,16). De koers zette een chaotische herstelbeweging in en noteerde begin mei weer boven de 1,16, ondanks de aangekondigde versoepeling van het monetaire beleid in maart, dat bepaalde waarnemers maar al te graag wilden interpreteren als de laatste rentedaling van de ECB. Tussen mei en oktober kunnen de koersschommelingen voornamelijk worden verklaard door de verwachtingen over de maatregelen van de Fed. Na de brexitbeslissing nam de volatiliteit weer af, maar tekenden er zich geen uitgesproken trends af. Een uitzondering was het Britse pond, dat op jaarbasis 13,9% daalde ten opzichte van de euro en 16,3% ten opzichte van de dollar. De EUR/USD-koers bleef tussen juni en september richtingloos schommelen rond de 1,12. De USD/JPY-koers schommelde tussen 100 en 106. De Japanse centrale bank is er niet in geslaagd om de yen te verzwakken, ondanks de invoering van negatieve rentevoeten en ongeziene maatregelen om de rentecurve te sturen. De koers dook niet duurzaam onder de drempel van 100 door verklaringen van de overheid dat ze kon ingrijpen op de valutamarkt als de yen te snel duurder werd. De verkiezing van Donald Trump heeft verandering in de situatie gebracht. Toen de uitslag bekend werd gemaakt vertoonde de dollar aanvankelijk bijzonder onregelmatige schommelingen, maar vervolgens liet de munt een duidelijke stijging optekenen ten opzichte van de meeste belangrijke valuta's van zowel ontwikkelde als opkomende markten. Volgens gegevens van de Bank of England bereikte de dollar zijn hoogste niveau sinds de lente van 2003 tegenover een mandje van valuta's. De sterkere dollar weerspiegelt de hogere verwachtingen ten aanzien van de groei van de Amerikaanse economie, waardoor de Fed zou kunnen besluiten om haar monetair beleid sneller te normaliseren De valuta's van opkomende markten gingen gebukt onder de vrees dat de toekomstige president protectionistische maatregelen invoert. Overigens oefent een stijging van de Amerikaanse rente doorgaans druk uit op activa uit opkomende markten. In december is de EUR/USD-koers voor het eerst sinds begin 2003 even onder de 1,04 gedaald. Ze sluit het jaar af op 1,0557, -2,8% lager in twaalf maanden tijd. De USD/JPY-koers is gestegen tot boven de 118 (bijna het hoogste niveau van het jaar), toen de Fed op haar monetairebeleidsvergadering in december een einde maakte aan de buitensporig lage rente in de Verenigde Staten. Na enkele winstnemingen sloot de koers af op 116,72, een stijging van de yen ten opzichte van de dollar van 3,0%. Pagina 8

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Vastrentende waarden Gezien de onrust op de aandelenmarkten in het begin van 2016 is de rente op Amerikaanse tienjarige T-notes, die eind 2015 2,27% bedroeg, fors gedaald en dook hij in februari onder de 1,70%. Door de opleving van de olieprijzen keerde de rust enigszins terug en de Amerikaanse langetermijnrente schommelde daarna tot begin juni tussen 1,60% en circa 2% naargelang van de sterk wisselende marktverwachtingen inzake het monetaire beleid. Vanaf 3 juni daalde de tienjaarsrente aanzienlijk, vanwege het Britse referendum, maar ook vanwege de afgenomen verwachtingen dat de Fed de basisrente op korte termijn zou verhogen. Door de onrust na de brexitbeslissing viel de rente op tienjarige T-notes begin juli terug tot minder dan 1,40%. Daarna reageerde het koersverloop van staatsobligaties op de economische indicatoren en de uitlatingen van leden van het FOMC uiteindelijk konden die beleggers ervan overtuigen dat de basisrente vóór eind 2016 zou worden opgetrokken. De tienjaarsrente schommelde in september tussen 1,55% en 1,65% alvorens flink te stijgen, eerst vanwege de druk op de Europese rente en vervolgens vooral na de verrassende verkiezingsoverwinning van Donald Trump. Op de dag na de vergadering van de Fed van 14 december waarop de basisrente uiteindelijk met 25 bp werd verhoogd, klom de rente op de 10-jarige T-Note heel even boven de 2,60%, het hoogste niveau sinds september 2014. Door de veronderstelling dat er snel een programma van stimulerende begrotingsmaatregelen wordt ingevoerd, verwachten bepaalde waarnemers agressievere maatregelen van de Fed, terwijl de inflatie versnelt en de leden van het FOMC het niveau van de rente dat voor eind 2018 'gepast' wordt geacht, hebben verhoogd. De 10-jaarsrente sluit af op 2,44%, een daling van 17 bp op twaalf maanden tijd. Door de andere verwachtingen ten aanzien van het monetaire beleid is de tweejaarsrente gestegen. Die bereikte op 15 december bijna 1,30%, zijn hoogste niveau sinds augustus 2009. Sinds het begin van het jaar heeft de rente op tienjarige Duitse Bunds (0,63% eind 2015) een dalende trend ingezet onder invloed van het monetaire beleid van de ECB (verwachtingen en aankondigingen) en de vlucht naar veiligheid door de moeilijkheden op de aandelenmarkten. De Duitse tienjaarsrente daalde op 29 februari tot 0,11%, op dat moment een dieptepunt. Van maart tot mei verliep de evolutie grilliger, door winstnemingen wanneer de rente onder deze drempel dook en door de schommelingen van de Amerikaanse markten. In juni drukte het Britse referendum zijn stempel op de overheidsobligaties, en daalde de rente op de 10-jarige Bund tot onder de 0%. Hij zakte begin juli tot - 0,20%. In de verwarring van de eerste dagen na het brexitreferendum gold de Bund meer dan ooit als veilige haven en nam de verwachting toe dat de ECB uitzonderlijke maatregelen zou treffen. Tot september schommelde de Duitse tienjaarsrente zonder duidelijke trend rond de -0,10%. Het laatste kwartaal werd gekenmerkt door de achteruitgang op de obligatiemarkt. Het startschot daarvoor werd op 4 oktober gegeven door een artikel in de pers over gesprekken binnen de ECB over een komende afbouw van de effectenaankopen ('tapering'). Hoewel de ECB de uitspraken weerlegde, wisten de rentevoeten het bereik waarbinnen ze sinds het brexitreferendum hadden geschommeld te doorbreken, en zetten ze hun stijging in november voort, ditmaal in het kielzog van hun Amerikaanse evenknieën. In december hebben de aankondigingen over het monetaire beleid (verlaging van het maandelijkse bedrag van de effectenaankopen vanaf april 2017) de rente op de 10-jarige Duitse Bund op zijn hoogste niveau sinds eind januari gebracht (0,40% op 12 december). De terugval helemaal aan het einde van het jaar, ondanks solide economische gegevens, weerspiegelt waarschijnlijk dat beleggers zich herpositioneren op niveaus die gunstiger worden geacht. De rente van de Duitse Bund sluit af op 0,21%, een daling van 42 bp op twaalf maanden. Aandelenmarkten Het jaar is slecht begonnen: de bezorgdheid over de wereldwijde groei en de Chinese economie (met aanpassingen van de yuan) en de daling van de olieprijs zorgden in januari meteen voor een opmerkelijke daling van de aandelenmarkten. De eerste gesprekken tussen Saoedi-Arabië en andere olieproducerende landen die weinig opleverden maar getuigden van enige bereidheid tot onderhandelen leidden tot een snelle opleving van de olieprijs (naar 50 dollar), waardoor de beurzen in februari en maart herleefden. Deze stijging werd in april en mei voortgezet, maar vertoonde niettemin tekenen van vertraging, ondanks een veeleer gunstig economisch klimaat. In juni ging alle aandacht naar het referendum in het Verenigd Koninkrijk, waardoor de volatiliteit op de Europese markten opliep tot het hoogste niveau van het jaar. De uiteindelijke keuze van de Britse kiezers voor een brexit, in de nacht van 23 op 24 juni, kwam als een schok. De voornaamste indices liepen op 24 juni sterk terug, maar wisten zich vervolgens te herstellen. De snelle aanstelling van Theresa May als premier heeft de politieke situatie wat duidelijker gemaakt (ook al zijn er nog steeds veel vragen over het verloop van de komende onderhandelingen) en zorgde ervoor dat aandelen in juli opleefden en vervolgens in zekere zin stabiliseerden. In de herfst is de volatiliteit opnieuw gestegen, een uiting van een zekere nervositeit omdat de stijging van de aandelenmarkten niet in verband kon worden gebracht met de fundamentals. Vanaf oktober nam de zenuwachtigheid toe door de Amerikaanse presidentsverkiezingen die steeds dichterbij kwamen. En toen was er Donald Trump! Al heel snel na de verkiezingen ontstond de veronderstelling dat er zoals al aangekondigd tijdens de verkiezingscampagne een groeibevorderend begrotingsbeleid zou worden gevoerd. Pagina 9

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Dat zorgde voor een duidelijke stijging van de aandelenmarkten, de dollar en de langetermijnrente. Die dynamiek hield aan, hoewel de meeste beleggers de verkiezing van Donald Trump vóór 8 november nog als een risico voor de financiële markten hadden beschouwd. De trends zijn enigszins afgezwakt en uitgemond in lagere transactievolumes, maar de stijging van de aandelenmarkten werd in december voortgezet, mede dankzij de stijging van de olieprijs na het akkoord over de productiebeperking. In 2016 wonnen aandelen wereldwijd 5,6% (MSCI AC World-index in dollar) en de opkomende markten 8,6% (MSCI Emerging in dollar). Desondanks was het voor activa uit opkomende markten een moeilijk jaar. Zij werden geconfronteerd met een stijging van de dollar, een hogere rente op Amerikaanse staatsobligaties en de vrees voor protectionistische maatregelen. De Amerikaanse beurzen presteerden duidelijk beter dan de overige ontwikkelde markten (+9,5% voor de S&P 500): omdat ze in mindere mate zijn blootgesteld aan de gevolgen van de brexit, hebben ze natuurlijk geprofiteerd van de vooruitzichten van stimuleringsmaatregelen en deregulering na de verkiezingen. Japanse aandelen, in november en december gesteund door de yen die na een chaotisch parcours was verzwakt, slagen erin om het jaar bijna in evenwicht af te sluiten(+0,4% voor de Nikkei 225). In Europa is de Eurostoxx 50 er 0,7% op vooruitgegaan. De bovenvermelde cijfers betreffen de indexkoersen in lokale valuta's zonder herbelegging van dividenden. De Raad van Bestuur Luxemburg, 31 januari 2017 Opmerking: De informatie in dit verslag heeft betrekking op het verleden en vormt niet noodzakelijk een aanwijzing voor toekomstige resultaten. Pagina 10

Auditverslag Aan de aandeelhouders van BNP Paribas L1 Wij hebben de bijgevoegde financiële staten van BNP Paribas L1 en elk van zijn subfondsen gecontroleerd. Deze bestaat uit het overzicht van de netto-activa en de effectenportefeuille per 31 december 2016 en de winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen over het boekjaar dat op die datum eindigde, en een overzicht van de grondslagen van de financiële verslaglegging en andere toelichtingen op de financiële staten. Verantwoordelijkheid van de Raad van bestuur van de SICAV voor de financiële staten De Raad van bestuur van de SICAV is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van deze financiële staten overeenkomstig de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende het opstellen van financiële staten en voor de interne controlemaatregelen die de Raad van bestuur van de SICAV noodzakelijk acht om het opmaken van de financiële staten mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de réviseur d entreprises agréé (registeraccountant) Wij hebben tot taak om op basis van onze controle (audit) een verklaring over de financiële staten af te geven. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de internationale controlenormen zoals voor Luxemburg aanvaard door de "Commission de Surveillance du Secteur Financier". Deze normen vereisen dat wij voldoen aan ethische voorschriften en dat wij onze controle (audit) zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële staten geen afwijkingen van materieel belang bevatten. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van bewijsstukken over de bedragen en de toelichtingen in de financiële staten. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van het oordeel van de "Réviseur d'entreprises agréé", met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de financiële staten een afwijking van materieel belang bevatten als gevolg van fraude of fouten. Bij het verrichten van deze risico-analyses onderzoekt de accountant de interne controleprocedures voor de opstelling van en de getrouwe weergave van de jaarrekening, om zijn auditprocedures te kunnen afstemmen op de omstandigheden. Deze risico-analyses dienen echter niet als grondslag voor een verklaring over de doeltreffendheid van de interne controle. Een accountantscontrole omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de door de raad van bestuur van de SICAV gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële staten. PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg Tel: +352 494848 1, Fax:+352 494848 2900, www.pwc.lu Cabinet de révision agréé. Expert-comptable (autorisation gouvernementale n 10028256) H.R. Luxemburg B 65 477 - TVA LU25482518 Pagina 11

Wij achten de controle-informatie toereikend en geschikt ter onderbouwing van onze auditverklaring. Verklaring Naar ons oordeel geven de financiële staten een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van BNP Paribas L1 en elk van zijn subfondsen per 31 december 2016, en van de resultaten van hun activiteiten en de mutaties van hun nettovermogen over het op die datum afgesloten boekjaar, overeenkomstig de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende de opstelling van de financiële staten. Overige informatie De Raad van bestuur van de SICAV is verantwoordelijk voor de overige informatie. De overige informatie omvat de informatie die is opgenomen in het jaarverslag, maar de financiële staten en ons auditverslag ervan zijn hierin niet opgenomen. Ons oordeel over de financiële staten betreft niet de overige informatie en we geven hierover op geen enkele wijze een verklaring af. In verband met onze audit van de financiële staten bestaat onze verantwoordelijkheid uit het lezen van de overige informatie en om hierbij na te gaan of de overige informatie verenigbaar is met de financiële staten of met de door ons gedurende de audit verkregen kennis of die anderszins wezenlijk verkeerd lijkt te zijn weergegeven. Indien wij op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden tot de slotsom komen dat er sprake is van wezenlijk verkeerde informatie, zijn wij verplicht hiervan melding te maken. In dit verband hebben wij niets te melden. PricewaterhouseCoopers, Société coopérative Luxemburg, 11 april 2017 Vertegenwoordigd door Sébastien Sadzot Pagina 12

Pagina 13

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2016 Bond Euro Corporate Bond Euro High Yield Bond Euro Premium Bond Europe Plus Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 125 008 414 186 179 501 124 450 474 453 077 410 Effectenportefeuille tegen kostprijs 119 217 514 160 619 620 124 010 204 423 902 341 Latente winst/(verlies) op de portefeuille 587 489 25 323 229 440 211 (12 299 442) Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 119 805 003 185 942 849 124 450 415 411 602 899 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 0 Contanten op rekening en termijndeposito's 3 763 189 5 228 59 29 039 612 Overige activa 1 440 222 231 424 0 12 434 899 Passiva 685 916 559 514 259 391 16 511 450 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 107 393 Bankkredieten 0 0 0 25 246 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,10,11,12 403 121 0 44 260 6 250 520 Overige passiva 282 795 559 514 215 131 10 128 291 Intrinsieke waarde 124 322 498 185 619 987 124 191 083 436 565 960 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 2 2 190 334 479 13 765 20 306 969 Beheerloon en adviesvergoedingen 3 723 260 2 241 227 938 385 3 300 599 Rente 1 961 55 4 395 82 851 Interesten op swaps 107 777 0 0 1 765 773 Overige vergoedingen 5 285 797 226 013 440 376 1 446 076 Taksen 6 87 343 68 186 123 119 401 989 Transactiekosten 18 1 278 0 0 73 170 Distributiekosten 4 48 272 4 086 4 225 136 957 Totaal kosten 1 255 688 2 539 567 1 510 500 7 207 415 Nettoresultaat uit beleggingen 934 646 (2 539 088) (1 496 735) 13 099 554 Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 1 194 439 2 469 832 (3 919 890) 5 946 884 Financiële instrumenten 212 429 0 (1 523 923) (14 350 576) Gerealiseerd nettoresultaat 2 341 514 (69 256) (6 940 548) 4 695 862 Variatie latente nettowinst/(verlies) op: Effectenportefeuille 373 858 10 018 284 8 152 902 (23 223 778) Financiële instrumenten (403 121) 0 (689 173) 1 898 849 Resultaat van de verrichtingen 2 312 251 9 949 028 523 181 (16 629 067) Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 58 829 555 (9 185 708) (32 744 668) (116 775 481) Uitgekeerde dividenden 7 (352 249) (9 016 899) 0 (250) Toename/(afname) van het nettovermogen over het 60 789 557 (8 253 579) (32 221 487) (133 404 798) boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 63 532 941 193 873 566 156 412 570 569 970 758 Herberekening van de geconsolideerde IW 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 124 322 498 185 619 987 124 191 083 436 565 960 Pagina 14

BNP Paribas L1 Bond USA High Yield Bond USD Bond World Emerging Bond World Emerging Local Bond World Plus Convertible Bond Best Selection Europe USD USD USD USD EUR EUR 0 0 0 69 828 389 599 909 575 149 685 941 0 0 0 94 706 158 556 366 310 144 590 610 0 0 0 (24 942 275) (6 851 563) 2 854 647 0 0 0 69 763 883 549 514 747 147 445 257 0 0 0 0 93 308 0 0 0 0 0 1 046 840 0 0 0 0 1 929 39 932 619 201 032 0 0 0 62 577 9 322 061 2 039 652 0 0 0 174 855 58 376 370 5 826 484 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 644 0 0 0 0 0 0 16 675 0 0 0 174 855 58 375 726 5 809 809 0 0 0 69 653 534 541 533 205 143 859 457 0 0 0 198 35 919 278 1 463 972 39 926 34 640 13 397 1 165 859 3 656 067 1 659 709 1 1 1 46 85 306 6 448 0 0 0 0 2 032 049 0 8 610 12 106 1 084 94 057 1 536 759 505 913 1 836 2 562 423 28 247 406 305 121 859 0 0 0 0 204 891 1 732 518 1 282 280 197 104 204 131 533 50 891 50 591 15 185 1 288 406 8 025 581 2 427 194 (50 891) (50 591) (15 185) (1 288 208) 27 893 697 (963 222) (59 459) 141 279 134 773 (7 214 775) 1 221 446 (4 772 165) 2 3 0 0 (25 752 499) (241 473) (110 348) 90 691 119 588 (8 502 983) 3 362 644 (5 976 860) 424 713 10 476 40 405 12 592 494 (22 044 029) (429 169) 0 0 0 0 8 733 881 408 617 314 365 101 167 159 993 4 089 511 (9 947 504) (5 997 412) (6 935 762) (9 710 493) (1 394 504) (14 625 187) (108 859 174) (17 370 438) (234 112) (119 007) (32 307) (4 703 404) (4 667 981) (32 692) (6 855 509) (9 728 333) (1 266 818) (15 239 080) (123 474 659) (23 400 542) 6 855 509 9 728 333 1 266 818 84 892 614 665 007 864 167 259 999 0 0 0 0 0 0 0 0 0 69 653 534 541 533 205 143 859 457 Pagina 15

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2016 Convertible Bond World Diversified Active Click Balanced Diversified Active Click Stability Diversified World Balanced Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 202 818 975 0 0 243 570 091 Effectenportefeuille tegen kostprijs 176 940 987 0 0 216 845 444 Latente winst/(verlies) op de portefeuille 18 359 043 0 0 15 897 507 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 195 300 030 0 0 232 742 951 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,10,11,12 2 172 632 0 0 622 544 Contanten op rekening en termijndeposito's 5 188 106 0 0 10 157 659 Overige activa 158 207 0 0 46 937 Passiva 351 969 0 0 1 126 702 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 0 Overige passiva 351 969 0 0 1 126 702 Intrinsieke waarde 202 467 006 0 0 242 443 389 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 2 3 932 594 359 444 422 556 058 Beheerloon en adviesvergoedingen 3 2 420 363 182 437 139 534 3 482 912 Rente 9 421 4 027 2 960 7 839 Interesten op swaps 0 0 0 0 Overige vergoedingen 5 284 463 50 879 38 681 960 123 Taksen 6 76 158 9 206 6 790 120 180 Transactiekosten 18 0 7 118 4 598 159 015 Distributiekosten 4 17 433 0 29 25 387 Totaal kosten 2 807 838 253 667 192 592 4 755 456 Nettoresultaat uit beleggingen (2 803 906) 340 692 251 830 (4 199 398) Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 4 667 315 (243 662) (168 620) 6 766 874 Financiële instrumenten (11 936 606) 1 187 046 959 667 (1 099 384) Gerealiseerd nettoresultaat (10 073 197) 1 284 076 1 042 877 1 468 092 Variatie latente nettowinst/(verlies) op: Effectenportefeuille 5 655 528 (2 073 922) (1 575 875) 5 506 556 Financiële instrumenten 2 858 292 370 107 345 850 360 944 Resultaat van de verrichtingen (1 559 377) (419 739) (187 148) 7 335 592 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 2 448 284 (25 785 331) (20 038 106) (68 787 149) Uitgekeerde dividenden 7 (1 727 322) 0 0 (2 171 048) Toename/(afname) van het nettovermogen over het (838 415) (26 205 070) (20 225 254) (63 622 605) boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 203 305 421 26 205 070 20 225 254 306 065 994 Herberekening van de geconsolideerde IW 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 202 467 006 0 0 242 443 389 Pagina 16

BNP Paribas L1 Diversified World Growth Diversified World Stability Equity Belgium Equity Euro Equity Europe Equity Europe DEFI EUR EUR EUR EUR EUR EUR 110 911 493 85 369 369 324 402 101 397 047 361 1 117 289 269 8 060 920 98 206 106 76 814 899 308 507 722 337 441 633 982 948 510 7 631 142 8 386 363 3 196 510 11 270 935 59 411 183 133 383 831 290 004 106 592 469 80 011 409 319 778 657 396 852 816 1 116 332 341 7 921 146 0 0 0 0 0 0 110 126 126 636 0 0 0 6 000 4 206 969 5 224 312 4 423 536 1 0 124 530 1 929 7 012 199 908 194 544 956 928 9 244 1 007 150 5 330 654 1 087 975 397 304 2 176 132 5 639 0 0 0 0 0 0 0 10 192 0 0 19 0 0 0 0 0 0 0 1 007 150 5 320 462 1 087 975 397 304 2 176 113 5 639 109 904 343 80 038 715 323 314 126 396 650 057 1 115 113 137 8 055 281 272 129 140 644 242 885 10 728 712 23 059 573 50 750 1 702 060 1 133 627 321 995 1 553 360 4 359 903 20 955 4 201 2 300 773 839 2 035 106 0 0 0 0 0 0 476 223 299 551 101 557 1 003 386 2 243 088 6 985 54 340 36 297 34 029 104 136 326 690 392 63 386 39 744 52 783 444 359 1 061 022 22 501 13 507 36 174 0 51 126 44 274 0 2 313 717 1 547 693 511 137 3 157 206 8 037 012 50 939 (2 041 588) (1 407 049) (268 252) 7 571 506 15 022 561 (189) (500 929) 2 562 344 (181 159) 1 465 760 4 235 377 25 479 (395 244) (556 440) 0 (252) (171 352) 27 165 (2 937 761) 598 855 (449 411) 9 037 014 19 086 586 52 455 5 890 538 786 226 11 270 935 (2 901 593) (6 971 568) 290 004 34 495 130 424 0 0 0 6 000 2 987 272 1 515 505 10 821 524 6 135 421 12 115 018 348 459 (52 017 984) (19 144 605) 312 492 602 (32 432 248) 197 063 446 7 706 822 (202 125) (211 296) 0 (457 378) (3 691 324) 0 (49 232 837) (17 840 396) 323 314 126 (26 754 205) 205 487 140 8 055 281 159 137 180 97 879 111 0 423 404 262 909 625 997 0 0 0 0 0 0 0 109 904 343 80 038 715 323 314 126 396 650 057 1 115 113 137 8 055 281 Pagina 17

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2016 Equity Europe Low Volatility Equity Italy Equity Netherlands Equity USA Core Uitgedrukt in EUR EUR EUR USD Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 375 686 297 61 646 556 408 758 312 1 228 567 105 Effectenportefeuille tegen kostprijs 352 742 081 56 503 336 347 604 296 1 071 763 491 Latente winst/(verlies) op de portefeuille 21 953 198 4 985 808 55 458 774 151 304 962 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 374 695 279 61 489 144 403 063 070 1 223 068 453 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 30 738 Contanten op rekening en termijndeposito's 209 003 157 410 5 694 754 4 571 910 Overige activa 782 015 2 488 896 004 Passiva 1 035 279 7 782 1 448 953 608 696 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 0 Overige passiva 1 035 279 7 782 1 448 953 608 696 Intrinsieke waarde 374 651 018 61 638 774 407 309 359 1 227 958 409 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 2 10 325 007 1 414 831 11 008 852 19 664 295 Beheerloon en adviesvergoedingen 3 3 777 262 22 670 241 706 1 310 824 Rente 19 390 226 11 723 52 Interesten op swaps 0 0 0 0 Overige vergoedingen 5 1 197 356 48 676 907 744 2 986 319 Taksen 6 228 425 6 138 52 217 201 241 Transactiekosten 18 2 309 218 53 186 438 289 801 530 Distributiekosten 4 0 0 0 29 955 Totaal kosten 7 531 651 130 896 1 651 679 5 329 921 Nettoresultaat uit beleggingen 2 793 356 1 283 935 9 357 173 14 334 374 Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 (26 260 269) (3 817 947) 32 995 796 7 405 427 Financiële instrumenten (315 467) (1 961) (3 030) (377 492) Gerealiseerd nettoresultaat (23 782 380) (2 535 973) 42 349 939 21 362 309 Variatie latente nettowinst/(verlies) op: Effectenportefeuille 23 793 910 (72 753) (8 833 610) 79 160 365 Financiële instrumenten 0 0 0 95 589 Resultaat van de verrichtingen 11 530 (2 608 726) 33 516 329 100 618 263 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 245 803 616 (7 974 354) (37 831 986) (158 440 144) Uitgekeerde dividenden 7 0 0 (171 615) (631 024) Toename/(afname) van het nettovermogen over het 245 815 146 (10 583 080) (4 487 272) (58 452 905) boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 128 835 872 72 221 854 411 796 631 1 286 411 314 Herberekening van de geconsolideerde IW 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 374 651 018 61 638 774 407 309 359 1 227 958 409 Pagina 18

BNP Paribas L1 Equity World Aqua Equity World Emerging Equity World Guru Equity World Quality Focus Japan Lifecycle 2020 EUR USD USD EUR JPY EUR 388 805 165 36 646 824 173 754 061 161 814 409 3 806 167 716 0 293 522 049 39 269 893 184 503 799 162 999 864 3 363 688 674 0 91 620 042 (2 646 232) (11 114 888) (1 345 879) 162 925 436 0 385 142 091 36 623 661 173 388 911 161 653 985 3 526 614 110 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 177 000 0 1 773 621 1 621 19 599 4 205 41 696 826 0 1 889 453 21 542 345 551 156 219 228 679 780 0 2 177 596 101 843 547 574 413 950 235 909 516 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 177 596 101 843 547 574 413 950 235 909 516 0 386 627 569 36 544 981 173 206 487 161 400 459 3 570 258 200 0 0 109 153 032 26 964 44 704 534 2 017 4 650 186 653 447 2 078 754 2 309 140 4 768 666 15 697 182 26 195 68 17 864 3 0 0 0 0 0 0 1 072 692 15 308 145 501 143 855 1 201 292 5 033 272 052 14 201 49 565 58 256 250 066 1 616 0 0 0 0 860 321 0 3 046 913 2 699 7 900 0 0 5 998 158 683 895 2 276 714 2 519 219 7 098 209 22 349 (5 998 158) (683 786) (2 123 682) (2 492 255) 37 606 325 (20 332) 1 575 358 (477 187) (2 660 640) (2 469 351) 17 150 834 856 314 (2 705) 0 (86 581) (656) 24 959 048 0 (4 425 505) (1 160 973) (4 870 903) (4 962 262) 79 716 207 835 982 42 659 324 4 226 429 (627 557) 12 056 407 162 925 436 (725 701) 0 0 0 0 9 177 000 0 38 233 819 3 065 456 (5 498 460) 7 094 145 251 818 643 110 281 66 865 813 (1 446 033) (2 649 871) (8 944 828) 3 318 439 557 (9 694 722) (1 198 592) (783 454) (1 229 953) (1 191 125) 0 0 103 901 040 835 969 (9 378 284) (3 041 808) 3 570 258 200 (9 584 441) 282 726 529 35 709 012 182 584 771 164 442 267 0 9 584 441 0 0 0 0 0 0 386 627 569 36 544 981 173 206 487 161 400 459 3 570 258 200 0 Pagina 19

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2016 Lifecycle 2025 Lifecycle 2030 Lifecycle 2035 Multi-Asset Income Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 0 0 0 1 786 736 475 Effectenportefeuille tegen kostprijs 0 0 0 1 631 019 640 Latente winst/(verlies) op de portefeuille 0 0 0 57 970 900 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 0 0 0 1 688 990 540 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 11 258 Contanten op rekening en termijndeposito's 0 0 0 87 440 657 Overige activa 0 0 0 10 294 020 Passiva 0 0 0 60 988 211 Opties tegen marktwaarde 2,13 0 0 0 0 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,10,11,12 0 0 0 0 Overige passiva 0 0 0 60 988 211 Intrinsieke waarde 0 0 0 1 725 748 264 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 2 1 803 224 1 193 57 477 721 Beheerloon en adviesvergoedingen 3 13 277 11 720 11 524 17 376 692 Rente 3 0 23 97 273 Interesten op swaps 0 0 0 355 667 Overige vergoedingen 5 3 416 2 315 2 137 5 579 599 Taksen 6 1 098 166 692 1 415 936 Transactiekosten 18 0 0 0 1 359 569 Distributiekosten 4 0 0 0 559 421 Totaal kosten 17 794 14 201 14 376 26 744 157 Nettoresultaat uit beleggingen (15 991) (13 977) (13 183) 30 733 564 Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 674 759 658 026 586 061 (7 056 413) Financiële instrumenten (1 949) (1 850) (2 888) (67 543 476) Gerealiseerd nettoresultaat 656 819 642 199 569 990 (43 866 325) Variatie latente nettowinst/(verlies) op: Effectenportefeuille (682 216) (688 464) (616 023) 86 057 284 Financiële instrumenten 0 0 0 (3 355 278) Resultaat van de verrichtingen (25 397) (46 265) (46 033) 38 835 681 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) (6 833 876) (4 774 887) (4 264 850) 28 425 060 Uitgekeerde dividenden 7 0 0 0 (41 577 323) Toename/(afname) van het nettovermogen over het (6 859 273) (4 821 152) (4 310 883) 25 683 418 boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 6 859 273 4 821 152 4 310 883 1 700 064 846 Herberekening van de geconsolideerde IW 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 0 0 0 1 725 748 264 Pagina 20