Wie denk jij wel dat je bent?! Over het gezag van leraren Lezing NIVOZ, 15 juni 2016 Joop Berding & Wouter Pols
De kwalificatie van de leraar bestaat erin dat hij de wereld kent en anderen daarover kan onderrichten, maar zijn gezag berust op het feit dat hij verantwoordelijkheid voor die wereld opneemt. Het is alsof hij tegenover het kind alle volwassen bewoners van de wereld vertegenwoordigt; hij legt de dingen uit en zegt tot het kind: dit is onze wereld. Hannah Arendt, De crisis in de opvoeding (1954/1994)
Gezag geseghen zich (iets) laten gezeggen zich laten onderwijzen Een scène uit Are our kids tough enough? : science les op de Bohunt School in Hampshire
Natuurlijk en politiek gezag In de intimiteit van de privéwereld: seminatuurlijk (opgeroepen vanuit de hulpeloosheid van het kind), relationeel en dialogisch gezag. In de publieke, politieke wereld: artificieel (cultureel), relationeel, dialogisch, ingebed in een symbolische orde.
Leraren kunnen niet anders dan proberen hun redenen voor hun keuzes in hun handelen zo goed mogelijk te expliciteren en te beargumenteren, maar ze kunnen daarbij niet terugvallen op een gezaghebbend instituut of kennisbasis die hun het daarvoor benodigde gezag verleent. Zelfs wanneer er onderzoeksresultaten over een onderwerp beschikbaar zijn, moeten leraren nog steeds zelf een keuze maken hoe ze daar in hun specifieke praktijksituatie mee omgaan. Deze onzekerheid en betwistbaarheid van hun handelen is inherent aan de onderwijspraktijk van leraren. Het is een vorm van kwetsbaarheid in de professionaliteit van leraren die niet zozeer een probleem is, maar een kenmerk van het leraarschap. Het hoort bij het beroep en maakt de relatie en het gesprek met anderen mogelijk en noodzakelijk. Onderwijsraad, Leraar zijn, 2013, 36
Gezagscrisis, cultuurcrisis, opvoedingscrisis? Historisch kunnen we zeggen dat het verlies van gezag slechts het laatste, zij het beslissende stadium is van een ontwikkeling die gedurende eeuwen hoofdzakelijk de religie en de traditie ondermijnde. Van deze drie traditie, religie en gezag, die [ ] wezenlijk samenhangen, bleek gezag het meest stabiele element te zijn. Pas wanneer het gezag verloren gaat, vreet de algemene twijfel van de Moderne Tijd ook het politieke domein aan. Hannah Arendt, Wat is gezag? (1958/1994)
Gezag: ruimte en tijd Grieks denken: de polis als publieke en politieke ruimte (de wet als omheining). Romeins denken: de stichtingsact (Rome als nieuw begin). Christelijk denken (bouwt voort op Romeins denken): met Christus is een nieuw begin gemaakt (Arendt: de blijde boodschap: Een kind is ons geboren ).
Beginnen met doorgaan, doorgaan met beginnen (Revault d Allonnes) Voormodern: grond van het gezag ligt in het verleden (traditie). Modern: grond van het gezag ligt in de toekomst (vooruitgangsgeloof). Postmodern: grond van het gezag ligt in het heden (gezag moet steeds opnieuw worden waargemaakt ).
Autoriseren Leraren kunnen hun werk alleen maar doen als zij door hun collega s, door ouders en de samenleving worden geautoriseerd. De taak van de leraar is als lid van de oudere generatie het handelen van de leden van de jongere generatie te autoriseren.
Dialogisch gezag Samen een (nieuwe) symbolische orde stichten = het institueren van nieuwe praktijken. Constitutie, instituties, ruimte en tijd: republikeins denken in opvoeding en onderwijs.
Gezag en de weerstand bij het kind Dus moet alles worden toegestaan? Nooit ofte nimmer: anders maken we van een zich vervelende slaaf een tiran die zich verveelt. Door iets te verbieden maken we tenslotte de wil van het kind krachtiger, althans, hij zal beter in staat zijn zich te beheersen of ergens van af te zien... Janusz Korczak, Hoe houd je van een kind (1919-1920/2010)
Praktische wijsheid en gezag als teamproces Aristoteles: praktische wijsheid (verstandigheid). Verstandigheid [ ] is gericht op het handelen, en het handelen heeft te maken met het specifieke. Samen ergens voor staan, samen praktische wijsheid ontwikkelen. Met het ontwikkelen van praktische wijsheid ontwikkelt een team een dragende steeds weer te vernieuwen symbolische orde. Die orde stut het gezag van de leraar.
De logica van de professie Zijn leraren in staat en wordt het hen gegund worden zij door de maatschappij en door hun leerlingen geautoriseerd op gezaghebbende manier hun werk te doen? Welke logica is daarvoor nodig? Niet de logica van de bureaucratie of van de markt, maar de logica van de professie, oftewel: de derde logica (vgl. Freidson, 2001).
Verder lezen? Contact: w.pols@hr.nl jwa.berding@ziggo.nl www.joopberding.nl @joopberding
Kernpunten 1) dialogisch gezag binnen een triadische structuur; 2) symbolische orde binnen een gemeenschappelijke wereld ( a common sense, a common world ); 3) autoriseren wordt mogelijk gemaakt door een symbolische orde, gedragen door een constitutie en instituties; 4) stichten: beginnen met doorgaan, doorgaan met beginnen; 5) praktische wijsheid.