Plan van aanpak. ~ projectopdracht ~ Buurtpreventie

Vergelijkbare documenten
Convenant Buurtpreventie Blaricum

Opzetten van een. Dorpslijst Horssen Gérard de Wildt Maart 2016

3 december december Aanvang 19:30 uur

Plan van aanpak. Project Onze Wijk 2010

Het Buurt Informatie Netwerk (BIN) biedt kaders om deze afstemming en samenwerking vorm te geven.

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek

Buurtpreventie Gemeente Schinnen

Handreiking WhatsApp Buurtpreventie

De handreiking voor inwoners WhatsApp buurtpreventie

Convenant Wijk en Buurtgericht Werken in de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Memo. aan. de leden van de Gemeenteraad Voortgang BuurtWhatsApp. van. Veiligheid en wijken. 5 januari 2017

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Communicatieplan Meedoen in Valkenburg aan de Geul

BUURTPREVENTIE TEAM EFFEN - LIESBOS

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Buurtpreventie gemeente Bladel

Notitie koppeling hoofdproces en rollen partners t.b.v. gebiedsgericht werken.

Wijkplan Veenendaal-West. Arnout Bakker Willemieke Koudijs Simone de Vreede

Plan van aanpak buurtpreventie

Wijkplan 2016 Veenendaal Noordoost

Veiligheidscijfers Soest 2015 samenwerking loont

Terugkoppeling enquête Velp Noordoost

Projectvoorstel. Integraal onderhoud Zeewolde-Noord (1) Inhoudsopgave. Projectleider : Anne Damstra Datum : 05 april 2016 Versie : definitief

SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017

Het Participatiebudget

WhatsApp- Buurtpreventie Het vergroten van de (sociale) veiligheid en lee9aarheid in de buurt. Muiderberg

STARTNOTITIE Maatschappelijke Structuurvisie Nieuwkoop Kenmerk : Onderwerp Maatschappelijke Structuurvisie Nieuwkoop 2020

Plan van Aanpak. Zaterdag 19 juni 2021

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014

Communicatieaanpak herziening subsidiebeleid

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

Verbindt de crisis? Conjunctuurgevoeligheid van participatie

1. Aanleiding Op 16 juli heeft de gemeenteraad van Oss unaniem ingestemd met de motie van het CDA:

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

01 Wat is buurtpreventie? 5 Wat is buurtpreventie niet? 04 De taakverdeling 10 Taak straatcontactpersonen Taak buurtcoördinator

Werkplan. Opstarten Whatsapp groep

Een bewonerscommissie opzetten, iets voor u?

Bijlage 3. Voorbeeld gezamenlijk communicatieplan gemeente & COA bij vestiging van een nieuw azc. 1 van 8

BIJLAGE BIJ STAP 8: UITVOERINGSPROTOCOL FACILITERENDE REGIEROL

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Margret van Wijk, Frank Pleket. Advies: In te stemmen met de beantwoording in bijgaande RIB en deze aan de raad te sturen.

Projectplan Het Nieuwe Wonen

Resultaten Enquête Dorpsraad Meterik 2014

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt.

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie

Conclusies bewonersenquête buurtpreventie 2013.

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Kinderen Anders Naar School KANS. Handleiding

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Doel en functioneren van wijkraden

Evaluatie buurttoezicht. november 2011 april 2012

Werkbeschrijving werkgroep WhatsApp buurtpreventie. het Witte Dorp de Witte Burgh

Dorpsvisie Middelstum

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

Inhoud Resultaten enquête... 3

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Wijkplan 2015 Veenendaal-Oost

Projectopdracht. Herziening subsidiestelsel voor de vrijwilligersorganisaties + tarieven sportaccommodaties. Opgesteld door: M. van de Ven.

Raamwerk Omgevingsbeheer Enschede

Procedure overlast: burenoverlast bij zelfstandig wonen

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

Buurtpreventie. Buurtpreventie is actief werken aan veiligheid in uw eigen buurt

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk

AANHANGSEL TOT DE HANDELINGEN VAN DE GEMEENTERAAD (vragen van de fractie CDA) No. 14/34 Rijswijk, 28 oktober 2014

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Hein Roethofprijs veiligheid door samenwerking

Datum: L.Bongarts J.Wauben, JP Spelthan, S.Niekamp Mariena van der Slot, Ineke van der Laan, Alf Schösser

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

WHATSAPP ALS BUURTPREVENTIE Plan van aanpak

Projectplannen Wijkplatform Voorburg Noord

Werkplan Sociaal Wijkteam Zuidoost 2015

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.5/220606

Handreiking bewonersparticipatie in de wijkplancyclus

BETROKKEN BIJ BUUR EN BUURT JOY VAN DE BRUINHORST

Communicatieplan gemeentelijke herindeling. Bij Hoog en Laag

Van : L. de Ridder DMS nr: Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. :

Communicatieplan Wmo-raad Hellendoorn

Portefeuillehouder: H. Blok Behandelend ambtenaar K. Schuurman, (t.a.v. K. Schuurman)

Ridderkerk dragen we samen!

Concept: Plan van aanpak wijkgericht werken Versie 2007

Veiligheid en burgerparticipatie

Leidraad omgevingsbeheer huisvesting arbeidsmigranten voormalige grafische school in Blaarthem

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

PROGRAMMA 2: VEILIGHEID EN REGELS Visieblad

In deze raadsinformatie brief informeren wij u over de stand van zaken van het project en de te nemen stappen en besluiten.

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 19 november Onderwerp Uitvoering van Het gesprek in de WMO Besluitvormend

Verslag en afspraken overleg Klankbordgroep Grevenstraat e.o.

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

O O *

Handleiding voor bewonerscommissies

Buurttoezicht Lansingerland : 7 jaar ervaring met burgerparticipatie in het veiligheidsdomein

/ Een bewonerscommissie opzetten Iets voor u?

Raadsinformatiebrief GEMEENTEBESTUUR. 21 juli Zorg en Welzijn. Informatie voor de raad (voor kennisgeving)

Samen voor een sociale stad

Transcriptie:

Plan van aanpak ~ projectopdracht ~ Buurtpreventie

1 AANLEIDING Veiligheid en leefbaarheid in buurten en wijken staan hoog op de politieke agenda. Het is belangrijk dat inwoners in een veilige en prettige omgeving wonen en sociale contacten hebben met buurtgenoten. Uit de enquête Leefbaarheid en Veiligheid (oktober 2012) blijkt dat de inwoners zich erg veilig voelen in de gemeenten. Om met elkaar deze veilige, leefbare en prettige woonomgeving te behouden willen de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem het project Buurtpreventie inzetten om dit samen met de inwoners, politie en andere partners te bewerkstelligen. De gemeenten hebben in de veiligheidsplannen van 2012 en 2013 beschreven dat er in 2013 in iedere gemeente twee buurtpreventieteams actief zijn. De woningbouwcorporaties hebben in hun prestatieafspraken met de gemeenten een belangrijke verantwoordelijkheid in het vergroten van de leefbaarheid in de wijken. Ook de politie is groot voorstander voor het verhogen van de veiligheid en leefbaarheid in wijken en dat er meer initiatief bij burgers weggelegd wordt. Hierdoor neemt de zelfredzaamheid toe. 2 PROBLEEMSTELLING/ UITDAGING De uitdaging is om met elkaar, inwoners, gemeenten, politie en andere betrokken partners het project uit te dragen in de buurten en hiervoor commitment te vinden. Het is uiteindelijk aan de buurt en de bewoners om met elkaar de sociale cohesie en de leefbaarheid in de buurt te verhogen en buurtpreventie zelfstandig uit te dragen. Het is een uitdaging dat mensen elkaar (leren) aanspreken op niet wenselijk gedrag en bij elkaar aankloppen voor ondersteuning bij problemen en/of conflicten. Daarnaast is het een uitdaging voor de partners om gezamenlijk een project als deze op te pakken en te ondersteunen. 3 DOEL Het doel is om door de inzet van buurtpreventie het gevoel van veiligheid, saamhorigheid en sociale betrokkenheid te bevorderen en de criminaliteit en overlast terug te dringen. Uitgangspunt hierbij is de gezamenlijke aanpak: bewoners, politie, gemeenten en andere partners, zoals: woningbouwcorporaties en sociaal cultureel werk. Dit doel is te realiseren door middel van de inzet van twee buurtpreventieteams per gemeente, zoals opgenomen in het Uitvoeringsplan Veiligheid 2013. 4 RESULTAAT - Een veiligere en leefbare buurt: zowel objectief (cijfermatig) als subjectief (gevoel/beleving); - De criminaliteit neemt af en de sociale cohesie en betrokkenheid van de buurt is verhoogd; - De meldingsbereidheid richting de gemeenten en de politie is vergroot; - Actieve buurtbewoners, die alert en zelfredzaam zijn. - 2 -

5 REIKWIJDTE EN AFBAKENING In de veiligheidsplannen 2012 en 2013 is bepaald dat er twee buurtpreventieteams actief zijn in 2013 in elke gemeente. Dit betekent dat per gemeente twee buurten in aanmerking komen voor uitvoering van dit project in hun buurt. De selectie van een buurt vindt plaats doordat er onder de inwoners van die buurt een behoefte ontstaat aan ondersteuning bij overlast en/of criminaliteit. Deze behoefte wordt bijvoorbeeld duidelijk als inwoners dit aangeven bij de gemeente, tijdens een dorpsraad of bij toename van het aantal woninginbraken. Essentieel is dat de inwoners van een wijk bereid zijn een bijdrage te leveren en deel te nemen aan het project. De omvang van een buurtpreventieproject hoeft niet te groot te zijn. De deelnemende straten hebben een logische onderlinge samenhang (o.a. zodanig dat sociale controle mogelijk is en er gevoel van saamhorigheid is). Er wordt één buurtcoördinator aangewezen en, afhankelijk van de grootte van de buurt, worden meerdere straatcontactpersonen aangewezen. Als er meer animo blijkt te zijn in kernen/ wijken dan wordt hier in principe geen gehoor aan gegeven, we richten ons op de twee teams in iedere gemeente. 6 RANDVOORWAARDEN EN EISEN De randvoorwaarden voor het slagen van dit project zijn: Voldoende draagvlak (deelname en betrokkenheid) van de inwoners in een buurt om buurtpreventie op te starten; Interne procedures (registratie) bij gemeente, politie en andere partners zijn goed op orde; Capaciteit en betrokkenheid van externe partners en intern bij de gemeenten; Gemeenten, politie en andere partners pakken hun rol en ondernemen daar waar nodig actie; Beschikbaarheid van financiële middelen. Buurtpreventie start op projectbasis en met financiële middelen van de gemeenten. Voor de lange termijn (na 2015) wordt gezocht naar continuering van dit project; Wil men goede resultaten boeken dan is een gedegen voorbereiding (projectplan) door het buurtpreventieteam van belang. Buurtpreventie kost veel tijd en energie, zeker in de opstartfase is het goed ondersteunen en faciliteren van buurtpreventie van belang. 7 PROJECTORGANISATIE De verschillende rollen binnen het project zijn als volgt ingedeeld: - Bestuurlijk opdrachtgever: drs. C.G.J. (Carla) Breuer (burgemeester) - Ambtelijk opdrachtgever: J. (Jolanda) Heiden, afdelingshoofd bedrijfsvoering gemeente Woudrichem - Ambtelijk opdrachtnemer: M. (Mirjam) van Milligen, beleidsmedewerker Veiligheid, gemeente Woudrichem - Projectleider: F.M. (Fiona) Spit - 3 -

- Budgethouders: Ambtenaren veiligheid van de drie gemeenten Aalburg, F.M. (Fiona) Spit, Werkendam, E. (Ester) de Ridder, Woudrichem, M. (Mirjam) van Milligen. Er is vanaf de start van het project een projectgroep. De projectgroep bewaakt de voortgang van het proces en stuurt het project op hoofdlijnen. Leden van de projectgroep (vooralsnog): - Fiona Spit (projectleider en medewerker Veiligheid, gemeente Aalburg); - Ester de Ridder (medewerker Veiligheid, gemeente Werkendam); - Mirjam van Milligen (medewerker Veiligheid, gemeente Woudrichem); - Dennis Roepan (politieteam Dongemond); - Communicatie. Optioneel: - Wijkagenten; - Contactpersoon woningbouwcorporaties; - Contactpersoon welzijnorganisaties; - Overige partners en interne afdelingen gemeenten. Vergaderfrequentie Afhankelijk van de voortgang van het proces. De verwachting is in de opstartfase 1x in de 2 tot 3 weken en vervolgens 1x in de 4 weken. Voor de uitvoering van buurtpreventie staat in bijlage 1 een eerste aanzet beschreven hoe dit vorm kan krijgen. 8 AANPAK EN FASERING Buurtpreventie speelt in op de behoefte van de woonomgeving. In de aanpak wordt een aanzet gegeven hoe buurtpreventie eruit kan zien. Dit is een richtlijn, er blijft ruimte voor lokale problematiek en invulling vanuit het buurtpreventieteam of de behoefte van een buurt. Aanpak Tijdens een bijeenkomst in de buurt wordt uitleg gegeven over wat Buurtpreventie precies is. Er wordt gestart met het bespreken en registreren van de overlastsituaties en de problematiek. Wat leeft er in de buurt? Dit kan tijdens een bijeenkomst van de Dorpsraad besproken worden, maar bijvoorbeeld ook via brieven die onder de inwoners verspreid worden waarin verzocht wordt om overlast/ problematiek in de straat te melden bij de aangewezen buurtcoördinator en/of de straatcontactpersonen. Bij deze contactpersonen kunnen alle bewoners overlast/ probleemsituaties doorgeven. De buurtcoördinator verzamelt de meldingen en geeft deze wekelijks door aan de projectleider en de wijkagent (bijvoorbeeld via e-mail). Na een maand komen buurtcoördinator, straatcontactpersonen, projectleider, wijkagent en eventueel contactpersoon van de gemeente bij elkaar om de problematiek te inventariseren. Vervolgens wordt bekeken wat de aandachtspunten zijn op het gebied van leefbaarheid, criminaliteit en/of overlast in de buurt en wordt met elkaar besproken welke aanpak hierbij past. Belangrijk is dat hieruit de buurtpreventiewensen van de buurt naar voren gekomen. - 4 -

Om te beoordelen of er voldoende inwoners van een wijk bereid zijn een bijdrage te leveren kan onderzoek gedaan worden naar het draagvlak. Dit kan door middel van een enquête en een analyse. De richtlijn is dat 60% van de buurtbewoners bereid is actief mee te werken aan het project. Uiteindelijk beslist de projectgroep. Een andere voorwaarde is dat er zich één buurtcoördinator en meerdere straatcontactpersonen aanmelden, zodat een buurtpreventieteam kan worden gevormd. Inventariseren problematiek In de enquête wordt ook naar de aandachtsgebieden gekeken, waar liggen de leefbaarheidproblemen van een wijk. Leefbaarheidproblemen kunnen zijn: woninginbraken, voertuigcriminaliteit, fietsendiefstal, parkeeroverlast, jeugdoverlast, gevaarlijke verkeerssituaties en overlast van hondenpoep. Buurtpreventie is bedoeld om in te gaan op de leefbaarheidproblemen van een wijk. Middels de enquête wordt ook wordt onderzocht waar men behoefte aan heeft, is dat bijvoorbeeld aan adviezen over preventiemogelijkheden of voorlichtingsavonden over inbraakpreventie en brandpreventie of aan een fietsverlichtingscontrole. Projectplan Zodra de problematiek is geïnventariseerd, de inwoners van een wijk bereid zijn een bijdrage te leveren, een buurtcoördinator en meerdere straatcontactpersonen zijn aangesteld wordt in overleg met projectleider, gemeente, politie en andere partners een projectplan per buurt opgesteld. Het projectplan start met de aanleiding (bijvoorbeeld: grote toename van het aantal woninginbraken in de buurt of toename van diefstal en vernielingen), gevolgd door de probleem- en doelstelling, wat is het gewenste resultaat en hoe wil men dat bereiken. Ook de randvoorwaarden en risico s dienen in beeld gebracht te worden. Afbakening wijk De omvang van een buurtpreventieproject dient niet te groot te zijn. De deelnemende straten hebben een logische onderlinge samenhang (o.a. zodanig dat sociale controle mogelijk is en er gevoel van saamhorigheid is). Er wordt één buurtcoördinator aangewezen en, afhankelijk van de grootte van de buurt, worden meerdere straatcontactpersonen aangewezen. Voorbereidingsfase 1. Plan van aanpak (projectopdracht) wordt geformuleerd en besproken in het lokaal driehoeksoverleg (burgemeester, politie en OM). 2. Plan van aanpak wordt daar waar nodig aangepast en besproken met de interne en externe partners (politie, woningbouwcorporaties en welzijnsinstellingen). 3. De mogelijkheden onderzoeken voor het inzetten van een projectleider voor buurtpreventie. 4. Plan van aanpak wordt besproken met de burgemeesters en vastgesteld door de colleges en ter informatie aan de raad aangeboden (middels raadsinformatiebrief). 5. Projectgroep wordt samengesteld. 6. Interne voorlichting en afstemming werkprocedures bij gemeenten en politie en andere partners. Uitvoeringsfase 7. Zoektocht naar een potentiële buurt om buurtpreventie uit te voeren. - 5 -

8. Afbakenen buurt en indien mogelijk aanwijzen van projectleider, buurtcoördinator en straatcontactpersonen. 9. Participatiemeting onder bewoners (is de behoefte aanwezig om mee te doen? Zo ja, waar liggen aandachtsgebieden en leefbaarheidsproblemen van de buurt? Aanmeldingsmogelijkheid straatcontactpersonen). 10.Indien bij punt 6 nog geen voldoende straatcontactpersonen aangemeld zijn wederom werven. Vervolgens aanwijzen en trainen van buurtcoördinator en straatcontactpersonen. 11.Opstellen projectplan door buurtpreventieteam. 12.Het projectplan en de te organiseren activiteiten worden gepresenteerd en vervolgens wordt hier uitvoering aan gegeven. Evaluatiefase De evaluatiefase wordt in hoofdstuk 13 nader uitgewerkt. Stap 1 t/m 4 vindt plaats in december 2012 en januari 2013. Voor stap 4 wordt heel 2013 gebruikt. Buurtpreventie start in één gemeente. Vervolgens start er gemiddeld om de twee maanden een nieuw project afgewisseld in de drie gemeenten. Dit is mede afhankelijk van de behoefte van een buurt, de tijdsbesteding van de buurtcoördinator en straatcontactpersonen en de inzet van de projectleider. Belangrijke randvoorwaarden bij de aanpak zijn: De buurtcoördinator en straatcontactpersonen zijn goed (telefonisch) bereikbaar zijn; De buurtcoördinator en straatcontactpersonen worden goed geïnstrueerd over en begeleid bij het reageren op meldingen. Ook met betrekking tot vertrouwelijkheid. Ze weten wat doorgebeld wordt naar welke instantie. Daarbij worden vooraf duidelijke afspraken gemaakt over hetgeen zij mogen verwachten van de instantie die zij bellen. De procedure voor het doen van meldingen van de buurtcoördinator aan de relevante instanties (gemeentelijke diensten, woningbouwverenigingen en politie) zijn afgestemd met de contactpersonen van de relevante instanties. Op die manier kunnen de meldingen ook worden opgepakt. Bovenstaande punten worden ook nader uitgewerkt in het projectplan van het buurtpreventieteam. Werving en selectie van de buurtcoördinator en buurtcontactpersonen De werving en selectie van de buurtcoördinator en buurtcontactpersonen kan op verschillende manieren geschieden, bijvoorbeeld op een eerste bewonersavond (voor de start van het project), door middel van inschakeling van een buurtorganisatie (dorpsraad of buurtvereniging) of via een voormeting (enquête) onder bewoners. Men dient te zoeken naar een buurtcoördinator en straatcontactpersonen die aan de volgende eigenschappen voldoen: - wordt als vertegenwoordiging van de buurt gezien en zal dan ook als zodanig geaccepteerd en gerespecteerd worden door de buurtbewoners en de andere participanten; - is enthousiast en bezit een stevige persoonlijkheid om actief andere buurtbewoners te werven en enthousiast te krijgen/houden; - heeft organisatietalent voor het organiseren van acties en bijeenkomsten; - 6 -

- beschikt over een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid; - zal door de politie gecheckt worden op antecedenten. Activiteiten Collectieve bewonersactiviteiten hebben meerdere belangrijke functies voor een buurtpreventieproject: - de bewoners blijven op de hoogte van de stand van zaken; - het project wordt levend gehouden bij bewoners; - bewoners kunnen vragen, opmerkingen, grieven en dergelijke kwijt; - de organisatoren krijgen een indruk van wat er zoal leeft in de buurt; - bewoners kunnen op deze wijze gemakkelijk met elkaar in contact komen. Ook het uitgeven van informatie- en/of nieuwsbrieven kunnen van nut zijn voor de hierboven genoemde punten. 9 PLANNING Het plan van aanpak (projectopdracht) wordt in december 2012 en januari 2013 geschreven. In het eerste kwartaal van 2013 is de aftrap van het eerste buurtpreventieproject. Aan het eind van 2013 zijn er in iedere gemeente twee buurtpreventieteams actief en vindt een eerste algemene evaluatie plaats. 10 Kostenraming en financiering In elke gemeente is een bedrag van 5.000,- per jaar voor 2013 en 2014 vrij gemaakt voor het project. Van dit bedrag wordt de projectleider betaald, het overige deel wordt beschikbaar gesteld voor de buurtpreventieteams. Vanaf 2015 werken de buurtpreventieteams zelfstandig en zien zelf de meerwaarde van dit project. Bij behoefte aan meer buurtpreventieteams in de gemeenten is extra budget noodzakelijk. Inzet en capaciteit Vanuit verschillende partners wordt inzet verwacht. Allereerst van de inwoners die participeren bij buurtpreventie. Verder wordt inzet verwacht van de wijkagent en/of een coördinator buurtpreventie bij de politie. Mogelijke inzet overige externe partners: - Welzijnsorganisaties; - Woningbouwcorporaties. Intern bij de gemeente wordt capaciteit verwacht van: - Beleidsmedewerker Veiligheid; - Communicatieadviseur; - Centraal meldpunt; - Samenleving; - Openbare Werken; - Ruimte. - 7 -

Aantal in te zetten uren is afhankelijk van de verloop van het traject en de aandachtsgebieden. 11 RISICOMANAGEMENT (RANDVOORWAARDEN) Voldoende draagvlak (deelname en betrokkenheid) van de inwoners in een buurt om buurtpreventie op te starten; Voorbereiding, uitvoering capaciteit en betrokkenheid zijn sleutelwoorden om buurtpreventie te doen slagen; Interne procedures (registratie) bij gemeente en politie zijn goed op orde wil het project slagen; Beschikbaarheid van financiële middelen voor de korte termijn en lange termijn. Korte termijn: 5.000 per gemeente is een beperkt bedrag om in 3 gemeenten 6 buurtpreventieteams op touw te zetten. Lange termijn: na 2015 zal gezocht worden naar de continuering van dit project zonder financiële bijdrage van de gemeenten. Een mogelijkheid is dat de bewoners een buurtpreventievereniging oprichten, waarvan men tegen betaling van een geringe contributie lid kan worden. Hierdoor kan men kostendekkend werken; Wil men goede resultaten boeken dan is een gedegen voorbereiding (projectplan) door het buurtpreventieteam van belang. Buurtpreventie kost veel tijd en energie, zeker in de opstartfase is het goed ondersteunen en faciliteren van buurtpreventie van belang; Buurtpreventie kan (slechts) ingezet worden in twee buurten per gemeente. Bij behoefte aan meer buurtpreventieteams in de gemeenten zal extra capaciteit (budget en tijd) vrijgemaakt worden. Ook bij de partners. 12 COMMUNICATIE Het plan van aanpak (projectopdracht) wordt intern en extern gecommuniceerd. Om buurten te werven voor buurtpreventie is het belangrijk om initiatieven vanuit de bewoners zelf te laten komen. Zo kan buurtpreventie ter sprake worden gebracht op een dorpsraad of eventueel een publicatie in de kranten en op de website. Communicatie over buurtpreventie als project van de buurt verloopt via het buurtpreventieteam. 13 EVALUATIE Na een half jaar (indien nodig eerder) vindt een eerste beknopte evaluatie plaats. Is de manier van werken de juiste, is het project buurtpreventie wat men ervan verwacht, worden de doelen, zoals benoemd door het buurtpreventieteam bereikt? Dit wordt teruggekoppeld aan de burgemeesters en de projectgroep. Een jaar na de officiële start van het project vindt een evaluatie plaats in de vorm van een schriftelijke enquête. Tijdens deze evaluatie wordt gemeten of het buurtpreventieproject brengt wat men ervan verwacht en of het nog voldoende draagkracht bij de buurtbewoners heeft. Het is de bedoeling dat het buurtpreventieteam op termijn zelfstandig kan draaien en de projectleider zich terugtrekt. Dit wordt teruggekoppeld aan de burgemeesters en de projectgroep. - 8 -

Bijlage 1: Buurtpreventie speelt in op de behoefte van de woonomgeving. Hieronder wordt een aanzet gegeven hoe de organisatie van buurtpreventie eruit kan zien. Dit is een richtlijn, er blijft ruimte voor lokale invulling vanuit het buurtpreventieteam of de behoefte vanuit een buurt. De organisatie van een buurtpreventieproject bestaat uit een buurtpreventieteam. Het buurtpreventieteam is verantwoordelijk voor de voortgang van het project en het uitvoeren van hun projectplan. Het team bestaat uit: - Buurtcoördinator; - Straatcontactpersonen; - Evt. afvaardiging van de Dorpsraad/ buurtvereniging; - Projectleider buurtpreventie - Wijkagent en/of contactpersoon van de politie (agendalid); - contactpersoon van de gemeente (agendalid); - Contactpersoon van de betreffende woningbouwcorporatie (agendalid); - Afvaardiging van de betrokken welzijnsinstelling (agendalid). Het buurtpreventieteam komt in principe eens in de zes tot acht weken bijeen. De vergaderingen worden zo dicht mogelijk bij de buurt gehouden (bijvoorbeeld in het dorpshuis). Agendapunten zijn onder andere: verslag vorige vergadering, voortgang uitvoering projectplan, te organiseren activiteiten, etc. De voorzitter van het buurtpreventieteam en de te houden overleggen is de buurtcoördinator. De (wijze van) verslaglegging van de bijeenkomsten wordt bepaald door het buurtpreventieteam. Taken buurtcoördinator: - beleggen van bijeenkomsten van het buurtpreventieteam; - het opstellen van de agenda ten behoeve van deze bijeenkomsten; - het voorzitten van de bijeenkomsten met het buurtpreventieteam; - aanspreekpunt voor straatcontactpersonen; - aanspreekpunt voor projectleider, politie en gemeente; - terugkoppeling van ideeën, meldingen van onveiligheid etc. naar de projectleider en de politie; - werven en enthousiasmeren van straatcontactpersonen; - opstellen projectplan voor de buurt (doel en activiteiten), met ondersteuning van de projectleider. Taken straatcontactpersoon: - aanspreekpunt voor bewoners in de eigen straat; - aanspreekpunt vanuit de straat voor de buurtcoördinator; - terugkoppeling van ideeën, meldingen van onveiligheid etc. naar de bewoners van de straat en de buurtcoördinator; - contact leggen met nieuwe bewoners; - opzetten en voorbereiden activiteiten; - bewoners informeren over voortgang project; - ondersteunen in verspreiden folders, nieuwsbrieven, etc.; - 1 keer in de 6 à 8 weken vergadering met buurtpreventieteam. - 9 -

Taken projectleider (tevens contactpersoon gemeente): - aanspreekpunt voor de buurtcoördinator en contactpersoon politie en gemeente; - agendalid bijeenkomst buurtpreventieteam (op afroep deelnemen aan het overleg); - adviserend en ondersteunend bij te organiseren activiteiten; - meldingen oppakken en terugkoppelen; - voortgang project bewaken; - interne voorlichting over het project bij de gemeente realiseren; - participatiemeting onder bewoners (is de behoefte aanwezig om mee te doen? Zo ja, waar liggen aandachtsgebieden en leefbaarheidsproblemen van de buurt?); - werving en training van de buurtcoördinator en straatcontactpersonen; - het buurtpreventieteam ondersteunen bij het opstellen van het projectplan; - overzicht houden, het doel en de resultaten bewaken; - participatiemeting onder bewoners (t.b.v. evaluatie na één jaar); - plannen en voorbereiden projectgroep; - legt periodiek verantwoording af aan de ambtelijk opdrachtnemer en gever; - geeft een toelichting aan geïnteresseerden over het nut, noodzaak en het doel van buurtpreventie. Taken wijkagent (in combinatie met contactpersoon bij de politie): - aanspreekpunt voor de buurtcoördinator en projectleider; - agendalid bijeenkomst buurtpreventieteam (op afroep deelnemen aan het overleg); - buurtcoördinator en projectleider voorzien van actuele informatie/ meldingen (afstemmen met projectleider); - adviserend en ondersteunend bij te organiseren activiteiten; - meldingen oppakken en terugkoppelen; - voortgang project bewaken; - de veiligheid controleren en daar waar nodig optreden; - interne voorlichting over het project binnen de politieorganisatie realiseren. Schema Om een goed beeld te krijgen hoe de verhoudingen liggen is onderstaand schema opgesteld. Hierin is te zien dat de buurtcoördinator het gehele proces aanstuurt en richting geeft aan de straatcontactpersonen. Tussentijds is er overleg en afstemming met projectleider, gemeente, politie en indien nodig met andere partners. - 10 -

Voorbeeld van activiteiten die een buurtpreventieteam kan organiseren: - plakken van de sticker 'Attentie Buurtpreventie '; - plaatsen van publicatieborden 'Attentie Buurtpreventie '; - bewoners kunnen verdachte situaties en personen melden aan buurtcoördinator en/of straatcontactpersoon en/of politie; - merken van kostbare goederen met behulp van een merkkoffer/ pennenset die bij de buurtcoördinator in beheer is; - bewoners worden gestimuleerd hun woning (beter) te beveiligen; - bewoners worden gestimuleerd afspraken te maken met hun buren bij (langdurige) afwezigheid; - bewoners kunnen vernielingen melden aan de buurtcontactpersonen; - misdaad bevorderende situaties (hoog opgeschoten groen, slechte openbare verlichting) worden in samenwerking met de gemeente verbeterd; - voorlichtingsbijeenkomsten voor bewoners; - graveeracties (onder andere voor fietsen); - schriftelijke informatie over (de voortgang van) het project in het wijkblad; - misdaadbevorderende situaties (zoals straatverlichting) te verbeteren. - 11 -

Bijlage 2: Onderzoek naar buurtparticipatie in relatie tot leefbaarheid Buurtparticipatie heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van leefbaarheid. Dit blijkt uit dit onderzoek van Rigo Research en Advies in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Probleemstelling Heeft buurtparticipatie een gunstige invloed heeft op de ontwikkeling van de leefbaarheid? Welke bewoners zijn in welke situaties geneigd zijn tot verschillende vormen van buurtparticipatie? Welke bewoners participeren niet en waarom? Beschrijving Om de invloed van buurtparticipatie te onderzoeken, is de ontwikkeling van buurten over een periode van ruim tien jaar gevolgd. Met buurtparticipatie wordt onder andere bedoeld: meedoen in de wijk, participeren aan buurtactiviteiten, het doen van vrijwilligerswerk in de buurt en bijdragen aan de leefbaarheid in de buurt. Conclusies Buurtparticipatie blijkt een positieve invloed te hebben op de ontwikkeling van leefbaarheid. Dit lijkt vooral samen te hangen met de sociaal stabiliserende invloed van participatie: er ontstaat een sociaal netwerk en sterkere binding met de buurt. Hierdoor is er minder sprake van doorstroming in een buurt. Participatie van bewoners in een wijk kan het verschil maken in de ontwikkeling van de leefbaarheid van een wijk en verdient het dus om te worden gestimuleerd. Dit is vooral het geval in buurten in het middengebied van leefbaarheid. Hiermee worden buurten bedoeld waar wel iets aan de hand is, maar waar de problemen niet zo groot zijn dat bewoners (naar hun eigen inschatting) er geen invloed op kunnen uitoefenen. Het is niet met zekerheid vast te stellen of de aandacht voor de aandachtswijken een positieve invloed heeft gehad op de buurtparticipatie. Er lijkt echter wel sprake te zijn van een positieve samenhang. Meer specifiek: bewoners van aandachtswijken die op de hoogte zijn van de plannen die voor hun wijk zijn gemaakt, zijn positiever over de toekomst van de wijk en participeren meer in de buurt dan bewoners in de wijken die niet op de hoogte zijn van de plannen. - 12 -