3e jaar Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Nucleaire Technologie, focus Nucleaire Wetenschappen. Code doo. Verantw. Coörd.



Vergelijkbare documenten
KATHOLIEKE HOGESCHOOL LIMBURG. Automatisering. Regeltechniek. Deel I. Basis Regeltechniek. Dr ir J. Baeten. cursus gedoceerd aan

Studiegids 3 aba - EA-ICT

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Semester 1 Studietijd (uren) Lestijden (60')

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Competentie-invullingsmatrix

Bachelor in de elektromechanica. Competentiematrix

ECTS-fiche. Elektro-mechanica HBO5. toegepaste mechanica

Opleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar Semester.

Academiejaar Programmagids. Sociaal werk (PBA) 2eBa sociaal werk

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Academiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

ECTS-fiche. 1. Identificatie HBO5. Code 7368 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100% Ingeschatte totale 160 studiebelasting

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 160

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Geslaagd zijn voor de module Da2 of basiskennis PLC aantonen met afleggen van competentietest bij titularis

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

PROJECT BESTEMMING REISLEIDER EUROPA

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Programma van toetsing

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

ECTS- FICHE. Hoofdvestiging centrum CVO Horito Via secretariaat en/of website

Competentie-invullingsmatrix

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Van groepswerk tot individuele proef op MTM P&O Materiaalkunde in de Bachelor Ingenieurswetenschappen

Studiegids Industriële Wetenschappen. Deel2 SCH-CE. Schakelprogramma Industriële Wetenschappen Chemie. Vakfiches met o.m. inhouden en doelstellingen

ECTS-fiche. HBO5 Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. 100 %

Academiejaar Programmagids. Sociaal werk (PBA) 1eBa sociaal werk

DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

Fase 2-formulier voor ECTS-fiche opleidingsonderdeel

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

Professionele bachelor elektromechanica

Opleiding. Elektromechanica. Code + officiële benaming van de module. Db4 Klimatisatie 2. Academiejaar Semester: 5 avondtraject

Opleiding. Elektromechanica. Code. Da2 PLC. Academiejaar Semester: - 5&6 avondtraject. Studieomvang. 6 studiepunten.

Didactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck

Actief in de digitale leeromgeving

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Academiejaar Programmagids. Ergotherapie (PBA) 3eBa ergotherapie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

ECTS-fiche HBO5 100 %

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Aanbevolen: kennis van of in hetzelfde semester met de modules A1(toegepaste wiskunde 1) en A6 (basis theoretische mechanica)

Opleiding Stralingsdeskundige SCK CEN/ XIOS-HL. Programma 2012

Onderwijsevaluaties UHasselt

automatisering elektrotechniek biomedische technologie (elektromechanica) automatisatie biomedische technologie (elektromechanica) o elektrotechniek

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

HBO5 Boekhouden/Accountancy (90 studiepunten) Bij Organisatie:

Overzicht en doelstellingen van de cursus

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Forumdag taalbeleid Leuven, 30 mei Ilse Mestdagh & Anneleen Cottyn

TOETSMATRIJS: Ethiek voor Makelaars en Taxateurs

ECTS- FICHE. Werken in en met groepen Academiejaar: Via secretariaat en/of website

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Evalueren aan de hand van papers

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Leerlijnen BA Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

14:45-15:30 Liesbeth Huybrechts; inleiding performatieve participatieve methoden & korte introductie Saul Albert

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Postgraduaat Stralingsdeskundige

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Competentie-invullingsmatrix. Master of Science in de industriële wetenschappen: informatica. Academiejaar

Curriculum mapping als wegwijzer voor docent en opleiding

Academiejaar Programmagids. Voorbereiding. VP ABA HW+TEW+Rechten+Humane of positieve wetenschappen naar MaJ

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Profiel Academische Taalvaardigheid

Programma van toetsing

Studiewijzer BACHELOR PSYCHOBIOLOGY VAK: BEHAVIOR-BASED ROBOTICS STUDIEJAAR: 3 E JAAR

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Home. Een verhaal uit de praktijk. Ludo Vandael KdG visie en beleid:

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

Transcriptie:

Studiegids 3 aba-nu

3e jaar Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen in Nucleaire Technologie, focus Nucleaire Wetenschappen 3ABA-NU Semester 1 Stpt d O.O. Naam O.O./ Vak Ex Stpt KO/BKV Lab Ex Stpt KO/BKV Lab Coörd. Verantw. Semester 2 Contract OD Stpt/d Punten/d Punten/ FINGM2A Ingenieur & Maatschappij 2A (*) 3 FINGM2A LeSy P 3 2 24 c 3 30 30 FINGM2B Ingenieur & Maatschappij 2B (*) 3 FINGM2B VaSt P 3 14 12 c 3 30 30 FSBP Small Business Project 3 FSBP GeEl 1 13 P 2 28 c 3 30 30 FITC1 Internationale Toeg. Communicatie 1 3 FITC1 DiHa P 2 24 P 1 c 3 30 30 FREG1 Analoge Regeltechniek 3 FREG1 BaJo S/M/P 3 18 2 12 c 3 30 30 FDITE Digitale technieken 9 LiLu c 90 Partim 1 Digitale technieken FDITE1 S/M/P 5 14 32 J 5 50 Partim 2 Digitale technieken FDITE2 S/M/P 4 14 30 J 4 40 FELT Elektrotechniek 3 FELT DaMi S/P 3 24 12 c 3 30 30 FRAST Radiobiologie & Stralingsbescherming 3 FRAST JaHe S/M 3 30 e 3 30 30 FNUME Nucleaire meettechniek 4 FNUME X S/M/P 4 15 22 c 4 40 40 FRADIO Radiochemie 4 FRADIO PeVe S/M/P 4 30 7 e 4 40 40 FKERN_NU Kernfysica & Stralingsfysica 6 FKERN_NU JaHe c 60 Partim 1 Kernfysica & Stralingsfysica FKERN1 S/M/P 3 13 14 J 3 30 Partim 2 Kernfysica & Stralingsfysica FKERN2_NU S/M/P 3 13 16 J 3 30 FMENU Medisch-nucleaire apparatuur 5 FMENU X S/M 5 40 5 e 5 50 50 FMEDI Medische & digitale beeldverwerking 4 FMEDI X S/M/P 4 12 24 e 4 40 40 FBITU Biologie & Tumorbiologie 3 FBITU BuMi S/M/P 3 20 10 c 3 30 30 FBPNUMI Bachelorproef - optie 1 & 2 7 FBPNUMI 2 6 P 5 57 c 7 70 70 Bachelorproef optie 1 FBPNUMI1 LiLu Bachelorproef optie 2 FBPNUMI2 VaKe Totaal 60 102 76 80 155 112 58 60 600 600 Aantal Opleid.Ond. -- Aantal examens 14 6 6 Totaal aantal contacturen 143 227 Gemidd. aantal contacturen / week 11,0 17,5 ECTS-punten / semester 28 32 Aantal creditattesten KO: Kennisoverdracht ; BKV: Begeleide kennisverwerking; L : Lab(o) Contract: e: examencontract is mogelijk; c: geen examencontract mogelijk (*) keuze uit FINGM2A of FINGM2B Ex: P: permanente evaluatie ; L: lab(o)-examen ; S: schriftelijk examen ; M: mondeling examen : Opleidingsonderdeel --- OD: indien J: overdracht punten deelvak mogelijk

FINGM2A_1213_LeSy Ingenieur & Maatschappij 2A FINGM2A (ethiek) Coördinator Sylvain Leysen (LeSy) Lesgever(s) Sylvain Leysen (LeSy) Opleidingsfase 3ABA-BK, 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-EA-ICT, 3ABA-NT, 3ABA-VT ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 2u BKV: 24u ZS: 58u Niveau Uitdiepend Competenties in deel 1 van de studiegids Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3 3. communicatievaardigheden 3.4 4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.4, 4.7, 4.9 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.3, 6.4, 6.6, 6.7 - kan een eigen mensvisie uitbouwen, argumenteren en verdedigen. AC3/AWC1 - kan ethische vragen stellen in verband met het eigen vakgebied.ac3/awc1/awc2/awc3 - kan, aan de hand van een ethische casus uit het eigen vakterrein, aantonen en verdedigen dat de eigen mensvisie en de ethische vraagstelling geïntegreerd zijn om zo het kritische denken te stimuleren. Het formuleren en onderbouwen van een standpunt inzake een ethisch probleem maakt deel uit van de toetsing via de paper. AWC1/AWC3/AC10 Inhoud Mensvisies 1. De existentieel-fenomenologische mensopvatting. 2. Levinas: een meervoudig persoonsbegrip 3. De omschrijving van onszelf (Bart Pattyn) 4. Het mensbeeld in de nieuwe natuurkunde (Willy Wielemans) Toegepaste ethiek I. Toegepaste ethiek 1. Inleiding 2. Waarom moraal? 3. Normen, waarden, deugden 4. Morele vraagstukken. II. Enkele begrippen uit de toegepaste ethiek 1. Rechtvaardigheid 2. Vrijheid 3. Verantwoordelijkheid 4. Macht Toepassingen Werkvorm Studiemateriaal Zelfstudie, groepsgesprekken en werkcolleges. De docent treedt in dit proces eerder als coach en supporter op en zet voortdurend aan tot reflectie. Cursus: Antropologie en ethiek S. Leysen en Ethische sites op www. Filosofische en ethische tijdschriften in de mediatheek van KHLim en UH Examenvorm 1 ste examenkans Permanente evaluatie. In de permanente evaluatie wordt eerder het groeiproces van de student in ogenschouw genomen. De student schrijft een paper per doelstelling. 2 de examenkans Mondeling open boek examen

FINGM2A_1213_LeSy Ingenieur & Maatschappij 2A FINGM2A (ethiek) Algemene visie De ingenieurscompetentie is een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die een sterke persoonlijkheid in staat stelt in een bedrijf en in de wereld op een professionele wijze als ingenieur te functioneren. Om die sterke persoonlijkheid te vormen heeft de ingenieur een stevig persoonlijk waardepatroon nodig op basis waarvan hij/zij ethisch kan reflecteren en handelen. Begincompetenties Zelf kritisch durven denken. Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info Omdat ethiek een mensvisie veronderstelt,wordt gebruik gemaakt van de in het tweede jaar ontwikkelde mensvisie in de cursus wijsbegeerte.(fingm1a) Het is nodig geslaagd te zijn voor FINGM1. In het vak ethiek wordt uitdrukkelijk de vraag naar de ethische aspecten van onderzoek gesteld. De student raadpleegt daarvoor primaire bronnen. Omdat er wordt gewerkt met ethische casussen die de studenten zelf aanbrengen vanuit hun ervaringen met het bedrijfsleven is de relatie met het werkveld duidelijk aanwezig. Het formuleren en onderbouwen van een standpunt inzake een ethisch probleem maakt deel uit van de toetsing via de paper. Het zelfstandig ethisch reflecteren (zien, oordelen) en handelen is de competentie waarover elke ingenieur moet beschikken. De docent treedt in dit proces eerder als coach en supporter op en zet voortdurend aan tot reflectie. In de permanente evaluatie wordt eerder het groeiproces van de student in ogenschouw genomen. Omdat de student binnen het geschetste kader zijn casus vrij mag kiezen wordt de inhoud van de gesprekken mee door de student gestuurd en wordt de zelfstandigheid en het kritische denken gestimuleerd.

FINGM2B_1213_VaSt Ingenieur & Maatschappij 2B FINGM2B Coördinator Stijn Valkeneers (VaSt) Lesgever(s) Stijn Valkeneers (VaSt) & Gastsprekers Opleidingsfase 3ABA-BK, 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-EA-ICT, 3ABA-NT, 3ABA-VT ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: 14u BKV: 12u ZS: 58u Niveau Uitdiepend Competenties De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.5, 1.7 3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.4 4. algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.6, 4.8, 4.9 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) - kan aantonen en verklaren waarom de ingenieur multidisciplinair te werk moet gaan omdat een probleemstelling verschillende disciplines omvat 1.5, AC1 - illustreert aan de hand van nieuwe ontwikkelingen binnen wetenschapen techniek samenhorende nieuwe ethische problematieken 1.7, AC1 - kan a.d.h.v. een verslag beschrijven en reflecteren welke inzichten de lessen en gastcolleges hem/haar hebben bijgebracht 3.1, AC1 - kan een wetenschapsfilosofisch probleem mondeling toelichten 3.2, AC6 - ontwikkelt eigen standpunten binnen het discussiedomein vanuit verschillende achtergronden als ingenieur 3.4, AC1 - geeft blijk van zelfstandig verwerken van wetenschapsfilosofische vragen vanuit een open en kritische houding 4.1, AC3/AWC1 - kan een eigen visie op een wetenschapsfilosofisch onderwerp overtuigend beargumenteren 4.2, AC6 - geeft blijk van het opnemen van verantwoordelijkheid bij het werken in teamverband 4.6, AC1 - geeft aan doordrongen te zijn van de grote verantwoordelijkheid die de ingenieur heeft t.a.v. het ontwikkelen van duurzame technologie 4.8, AC7 - kan concluderen dat de ingenieur en de maatschappij onlosmakend verbonden zijn 4.9, AWC3 - toont aan selectief te zijn met bronnenmateriaal 6.3, AC2 - verklaart waarom het goed is vraagtekens te zetten bij het benaderen van wetenschapsfilosofische stellingen 6.4, AC1 - maakt zich een kritisch-onderzoekende houding eigen 6.5, AC1 - vergelijkt verschillende manieren van aanpak en denkt dieper na over consequenties 6.6, AC3/AWC1 - toont een kritische-constructieve benadering van het eigen denken en kunnen en dat van de peergroup 6.7, AC3/AWC1 - geeft blijk van een benadering van de problematieken, de eigen standpunt en deze van de peergroup vanuit een open geest met kritische houding AC1 - onderzoekt en gebruikt correct bronnenmateriaal in overleg met peergroup bij het tot stand komen van paper en presentatie AC2 - stelt zichzelf als ingenieur in vraag en benadert problematieken op een gefundeerde manier vanuit verschillende invalshoeken AC3/AWC1 - verdedigt eigen visie en beargumenteert standpunten zowel schriftelijk (paper, verslag) als mondeling (presentatie en klasgebeuren) en komt tot consensus tijdens discussies (groepstaak en klasgebeuren) AC6 - geeft blijk van het overtuigd zijn van de noodzaak van een open geest waarin nieuwsgierigheid en levenslang leren een essentieel onderdeel van zijn AC7 - kan aantonen en verdedigen waarom wetenschapsfilosofische vragen eigen zijn aan het beroep van ingenieur en dat ze steeds verbonden zijn met de maatschappelijke realiteit AWC3 Inhoud Wetenschapsfilosofie (confer 1B) Verschillende ethische kaders bij de benadering van de problematiek Bio-ethiek Duurzame technologie Verantwoordelijkheid van de ingenieur van/voor morgen Werkvorm Studiemateriaal Aanbod van diverse gastcolleges door sprekers met expertise op vlak van wetenschapsfilosofie. De studenten kiezen min. 3 gastcolleges waarover ze achteraf een verslag uitschrijven. De coördinator zal 2 sessies geven voor de volledige groep: inleiding 2B en info over wat er verwacht wordt. Het groepswerk wordt voorgesteld en de studenten zorgen voor evaluatie en zelfevaluatie. Tussen de verschillende gastcolleges zal de coördinator op een vast tijdstip beschikbaar zijn voor de studenten: begeleiding bij het uitvoeren van de opdracht. Hand-outs presentaties gastsprekers + presentatie groepstaken, Artikels, Documentaires/fragmenten

FINGM2B_1213_VaSt Ingenieur & Maatschappij 2B FINGM2B Examenvorm 1 ste examenkans De studenten maken een verslag van de lezingen, reflecteren over het thema en geven hun eigen mening. De coördinator/evaluator zal na afloop van elk gastcollege 3 vragen meegeven, die te maken hebben met de lezing. De studenten verwerken deze vragen in hun verslag (ze geven hun mening, kritiek, eventuele knelpunten, valkuilen, mogelijkheden, toekomstvisie, ).( 40% van de punten) De studenten worden opgedeeld in groepjes van max. 5 personen: schrijven van paper over wetenschapsfilosofisch onderwerp. De studenten verdelen het takenpakket en zijn verantwoordelijk voor een deel van het geheel. De groepstaak wordt voorgesteld aan de medestudenten en de coördinator van het vak. Naast de evaluatie door de coördinator is er ruimte voor zelfevaluatie en evaluatie door de peergroup. De paper, de presentatie en de evaluatie van de peergroup staan telkens op 1/3 van het totaalcijfer voor deze deelopdracht. De evaluatie richt zich op de inhoud, de presentatie en de samenwerking. De groepstaak en presentatie telt mee voor 60% van het totale cijfer voor dit opleidingsonderdeel. 2 de examenkans De studenten herwerken hun paper in groep, rekening houdend met de opmerkingen die werden gegevens tijdens de 1ste examenkans (50%) + mondelinge verdediging (50%) Algemene visie Begincompetenties We vormen een kandidaat industrieel ingenieur die voldoende inzichten en vaardigheden verwerft om mensgericht en taakgericht te reflecteren (filosofie) over zichzelf (mensvisie) en zijn omgeving (sociale filosofie). We willen daarbij mensen vormen die vanuit een humanistische inspiratie in concrete situaties aan het maatschappelijke en menselijke welzijn meewerken. Zij kunnen een bijdrage leveren tot de integratie van ethische beschouwingen bij economisch-wetenschappelijk onderzoek. Er wordt de nodige aandacht besteed aan wijsgerige reflectie gericht op persoonlijkheidsontwikkeling, zelfkennis en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ingenieur. Het samenwerken in groep en de presentatie van het gekozen wetenschapsfilosofisch onderwerp versterkt vaardigheden die binnen de opleiding tot ingenieur nodig zijn. Ook het reflecteren en de evaluatie van vakgenoten en de zelfevaluatie scherpen de geest. Zelf kritisch durven denken. Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info De plaats van de toekomstige ingenieur in een snel evoluerende maatschappij komt tijdens de gastcolleges aan bod. De studenten krijgen de gelegenheid om via reflectie, vraagstelling en gesprekken dieper in te gaan in het thema wetenschap en maatschappij. In op opleidingsonderdeel 2B wordt dieper ingegaan op conflicterende rollen die een ingenieur kan opnemen. Naast de colleges wordt er in kleine groepjes gewerkt aan de uitdieping van wetenschapsfilosofische thema s. Vanuit evaluatie en zelfevaluatie wordt de betrokkenheid en het inzicht versterkt. De studenten leren kritisch omgaan met onderzoek en hun verantwoordelijkheid op te nemen wanneer uiteenlopende belangen meespelen. De studenten zijn ervan bewust dat bedrijven en instellingen, door de toenemende specialisaties meer verweven raken met moraal en techniek. - Onderwijstaal: Nederlands

FSBP_1213_GeEl Small Business Project FSBP Coördinator Elke Geyskens (GeEl) Lesgever(s) Elke Geyskens (GeEl) Opleidingsfase 3ABA-BK, 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-EA-ICT, 3ABA-NT, 3ABA-VT ECTS-punten 3 Tot. 84u KO: 0u BKV: 41u (13+28) Labo: 0u ZS: 43u Niveau Uitdiepend Competenties 1. beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 2. beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 3. beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 5. kan functioneren in een bedrijfscontext 5.1, 5.2, 5.3 6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) - kan inzichten uit verschillende disciplines aan elkaar relateren, d.w.z. heeft niet alleen oog voor technische details, maar ook voor het "grotere geheel" en is bereid om groepsbelang voor te laten gaan op eigenbelang (individueel standpunt). AC2, AC7, AWC4, BC8, AC5, BC1, BC9, BC7, AWC3, BC10, BC5, BC11 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 - kan op eigen initiatief handelen: de eigen zaken afhandelen, zonder onnodig te verwijzen naar anderen en gaat op een kritische manier om met informatie. AC2, AC7, AWC4, BC8, AC5, BC1, BC9, BC7, AWC3, BC10, BC5, BC11, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 - toont een grote inzet en werkkracht, respecteert deadlines en past de principes van efficiënt time management toe. AC2, AC7, AWC4, BC8, AC5, BC1, BC9, BC7, AWC3, BC10, BC5, BC11, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 - kan op een creatieve manier ideeën ontwikkelen en uitwerken. AC1, AWC4, AC2, AWC1, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 - voert een marktstudie uit. WC1, AC1, AWC4, AC2, AWC1, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 - kan een businessplan opmaken, d.w.z.: zoekt actief naar aandeelhouders, houdt een portfolio bij, voert een kostprijsberekening uit van een gekozen product/dienst, stelt een rendabiliteitsanalyse op. WC1, BC6, AC1, AWC4, AC2, AWC1, 5.1, 5.2, 5.3, 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7 - heeft commerciële vaardigheden, d.w.z.: kan een loonadministratie uitvoeren., opent en beheert een bankrekening, houdt boekhoudkundige documenten bij zoals een bankboek, kasboek, inventarisboek, aankoopboek en verkoopboek en kan bestellingen noteren, stelt correcte facturen op. AC2, AC6, AC7, AWC4, BC8, AC5, BC1, BC9, BC7, AWC3, BC10, BC5, BC11, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 - geeft via netwerking aan inzicht te hebben in de werking van het bedrijfsleven, kan een algemene vergadering organiseren en kan mondeling op efficiënte, heldere wijze rapporteren, informeren en/of instrueren. AC2, AC6, AC7, AWC4, BC8, AC5, BC1, BC9, BC7, AWC3, BC10, BC5, BC11, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13 - kan op een heldere, verzorgde manier een PowerPointpresentatie geven, rekening houdend met algemene presentatierichtlijnen. AWC4, AC6, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6 - kan de commerciële vaardigheden van een verkoper toepassen in verkoopsituaties AC6, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6 - kan een heldere, goed gestructureerde zakelijke brief of tekst schrijven (van informatieve, persuasieve, evaluerende of om informatie verzoekende aard) en kan bij de opmaak van een rapport of schrijfstuk van enige lengte een goede basisstructuur opbouwen. AWC4, AC6, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal Studenten starten een eigen onderneming op en worden hiervoor ingedeeld in groepjes van 4 à 5. Ze kiezen een product of dienst die ze willen aanbieden op de markt. Daarna doen ze alles wat een écht bedrijf ook doet: kapitaal verzamelen, functies verdelen, ontwerpen en productie opstarten, kwaliteit product/dienst waarborgen, contacten leggen met klanten, boekhouding bijhouden, vergaderen, presentaties geven enz. Studenten worden hierbij nauw begeleid door de docenten en door Vlajo. Projectonderwijs met intensieve begeleiding volgens het "just-in-time"-principe: hulp en feedback in diverse stadia van het ondernemersproject. Elektronisch leerplatform: cursus "Small Business Project". Cursus: Start Up Kit Small Business Projects. Afstuderen in eigen bedrijf door Vlajo. Portfolio: draaiboek van het SBP. Het is een belangrijk instrument bij de evaluatie omdat alle relevante informatie hierin wordt verzameld. Examenvorm 1 ste examenkans 100% Permanente evaluatie. Het belangrijkste evaluatiecriterium is de mate waarin de studenten erin slagen de diverse vereiste vaardigheden en inzichten te integreren in hun concrete projectwerkzaamheden. 2 de examenkans Voor PE is er geen tweede examenkans: punten van 1ste examenkans blijven behouden.

FSBP_1213_GeEl Small Business Project FSBP Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info Via Small Business Projects (SBP s) worden proefondernemingen opgestart in de hogescholen van Vlaanderen. Een SBP stelt de jongeren al tijdens hun studie in de gelegenheid om zich een reëel beeld te vormen van tal van aspecten van het ondernemerschap en de opstart van een eigen zaak. Maar vooral de attitude tot ondernemerschap wordt ontwikkeld. De SBP s geven daarbij een extra dimensie aan de opleiding. Via de krachtige leerervaringsformule en het SBP-businessplan zijn de jongeren in staat om belangrijke ondernemersvaardigheden te ontwikkelen en te testen. De studenten hebben de eerste twee opleidingsjaren de nodige technische kennis en vaardigheden vergaard om een bepaald product te kunnen ontwerpen en produceren of een bepaalde dienst te kunnen leveren. geen geen Studenten gaan op zoek naar een droomcoach en verkopen hun product zowel aan particulieren als bedrijven. Deze bedrijven worden ook uitgenodigd op de stichtingsvergadering. - Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullend leermateriaal: elektronisch leerplatform en website VlaJo www.vlajo.org Na registratie kunnen studenten hier terecht om bijkomende informatie op te zoeken en elektronische documenten te downloaden. Elk SBP heeft een aparte webruimte en dient hierin onder andere de SBP-gegevens aan te vullen. - Aanvullende informatie over evaluatie en puntenverdeling: Het belangrijkste evaluatiecriterium is de mate waarin de studenten erin slagen de diverse vereiste vaardigheden en inzichten te integreren in hun concrete projectwerkzaamheden.

FELT_1213_DaMi Elektrotechniek FELT Coördinator Michaël Daenen (DaMi) Lesgever(s) Erik Geuens (GeEr), Geert Vandensande (VdsGe), Thijs Vandenryt (VaTh) Opleidingsfase 2ABA, 3ABA-EA-ICT ECTS-punten 3 Tot.: 84 KO: 18u BKV: 0u Labo: 12u ZS: 54u Niveau Inleidend Competenties in deel 1 van de studiegids Student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6 2. Beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 2.3 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) - Kan definities, formules en eenheden van elektrische grootheden exact formuleren en toepassen. WC1, AC1, 1.1, 1.3 - Kan de begrippen en afleiding van formules uit de eenfasige en driefasige wisselstroom exact formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring en werking van elektrische toestellen en schakelingen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan rekentechnieken, grafisch via fasoren en mathematisch via complexe getallen, voor het oplossen van elektrische kringen, aangesloten op eenfasige of driefasige wisselspanning, toepassen. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan schakelingen opbouwen, doormeten en de meetresultaten interpreteren van uit de aangeboden theorie. AC1, AWC1, AWC4, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal Deel 4: Wisselstroomtheorie / toepassingen op magnetisme Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen en impedanties. RLC-resonanties Vermogensoverdracht De transformator Deel 5: Driefasige wisselstroom Driefasige spanningen en stromen Driefasige generatoren Driefasige belastingen (draaiveld) Vermogen in driefasige systemen Cos-phi-verbetering in driefasige systemen Driefasige netten en beveiliging: TT, TN, IT Labo Metingen met oscilloscoop 1. Inleiding oscilloscoop 2. RC-, RL-, en RLC-kringen 3. Overgangsverschijnselen Vermogen metingen 4. 3-wattmetermethode >< Aron-schakeling 5. TL lampen en COS phi verbetering 6. Relaisschakelingen Mix van hoorcolleges en labo s. Eigen cursusteksten en powerpointpresentaties. Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen. Permanente evaluatie van het labo (20%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo s. Bij ongewettigde afwezigheid wordt er een factor aanwezigheid in rekening gebracht die per ongewettigde afwezigheid met 15% verminderd wordt. Tijdens de laatste labozitting wordt een praktisch examen afgenomen. 2 de examenkans Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen. Voor het labo is geen tweede examenkans mogelijk. De beoordeling over het labo uit de eerste examenkans wordt overgenomen.

FELT_1213_DaMi Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid Elektrotechniek FELT Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied elektrotechniek als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als voorbereiding op de master industriële ingenieurswetenschappen. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen (toepassen). Deze cursus steunt op de competenties verkregen in Elektriciteit1_1 en Elektriciteit1_2. Een basiskennis van elektrodynamica, elektrostatica en magnetisme is vereist. Voorts is de nodige basis wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must. Steunt op: Elektriciteit1_1 en Elektriciteit1_2 Is basis voor: Elektrische aandrijvingen, elektrische installaties en ontwerpen en vermogenselektronica onderzoek Het opleidingsonderdeel Elektrotechniek stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde opdrachten uit. werkveld Aanvullende info Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren. - Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Douglas C. Giancoli; Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: De evaluatie peilt voornamelijk naar inzicht het vermogen om nieuwe problemen op te lossen en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden. - Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.

FREG1_1213_BaJo Analoge Regeltechniek FREG1 Coördinator Johan Baeten (BaJo) Lesgever(s) Johan Baeten (BaJo), Ronald Thoelen (ThRo ), Eelco Galestien (GaEe) Opleidingsfase 3ABA-EM, 3ABA-AE, 3ABA-EA-ICT, 3ABA-NT, 3ABA-VT ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO+BKV: 18u+2u Labo: 12u ZS: 52u Niveau Uitdiepend Competenties, codes verwijzen naar decretale competenties (zie deel 1 van de studiegids) De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6; 2. praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3; 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11; 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.3, 6.4, 6.5, 6.7. Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) De student kan - voortbouwend op de kennis uit signalen en systemen, de karakteristieke eigenschappen van eerste, tweede of hogere orde systemen en van systemen met dode tijd weergeven. AC1,AC2,WC1,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6 - de transfertfunctie van alle klassieke continue regelaars (P, PI, PD, PID) weergeven, doel en nut van de regelaar motiveren, de invloed van de regelaar op de regelkring uitrekenen om zo een gepaste regelaar te kiezen. AC1,AC2,WC1,AWC1,BC2,BC4,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11 - eenvoudige problemen (case studies), i.v.m. stabiliteit, demping, responstijd of frequentiegedrag van een systeem oplossen. AC1,AC2,AWC1,WC1,AWC2,BC2,BC4,4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11,6.3, 6.4, 6.5, 6.7 - de werking van verschillende speciale regelstructuren toelichten. - eenvoudige regelaars implementeren en afstellen, alsook basis systeemparameters identificeren uit metingen. AC1,AC2,AWC1,AWC2,WC1,BC2,BC4,2.1,2.2,2.3, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11,6.3, 6.4, 6.5, 6.7 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal 1. Analoge regeltechniek - Terugkoppeling Stabiliteit, Nauwkeurigheid en snelheid van een regelkring - Wortellijnendiagram - Continue regelaars: P, PI, PD, PID - Toepassingen, voorbeelden en oefeningen - Regelacties, systeemidentificatie en regelaarinstelling - Speciale regelstructuren 2. Lab regeltechniek - Stap- en frequentieweergave van eerste en tweede orde systemen - Regeling met P/ PI- regelaar - Introductie MATLAB/Simulink + Oefeningen - Volledige instelling van een PI-snelheidsregeling bij een DC-motor Hoorcollege met oefeningen tijdens hoorcollege (18u), facultatieve oefenzitting per oefengroep (2u) en labzittingen (4x3u). Eigen cursus Automatisering Regeltechniek: deel I - Basis Regeltechniek Regeltechniek - Oefeningenbundel - Labo Regeltechniek - Deel 1 Webpagina s, handleiding Matlab, Toledo Examenvorm 1 ste examenkans Schriftelijk examen / Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: Het examen bestaat uit twee delen. Het eerste deelt peilt in een schriftelijke proef binnen een beperkt tijdbestek naar de parate kennis en redeneervermogen over de eigenschappen van een regelkring en van regelaars aan de hand van een 11-tal korte vragen, hetzij meerkeuze, hetzij open vragen, zonder gebruik te maken van het formularium of een rekenmachine. Het tweede deel bestaat uit twee open oefeningen over het ontwerp van een regelkring waarbij formularium en rekenmachine gebruikt mogen worden. Het geheugen en bestandsysteem van het rekenapparaat dient volledig leeg te zijn. De student verdedigt de schriftelijk voorbereidde oplossingen mondeling bij de docent. De eindscore wordt voor 1/3 aangepast met een permanente evaluatie -factor op basis van aanwezigheid en inzet in het lab. 2 de examenkans Schriftelijk examen / Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Opgelet: de aanpassing van de eindscore voor 1/3 met een permanente evaluatie -factor op basis van aanwezigheid en inzet in het lab blijft behouden.

FREG1_1213_BaJo Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info Analoge Regeltechniek FREG1 Regeltechniek is een ingenieursvak met als voornaamste inhoud het ontwerp en de instelling van regelaars en regelkringen. Elk (continu) proces dat automatisch dient te verlopen dwingt het invoeren van een vorm van controle met behulp van een regelaar af. In eerste instantie zal dit een eenvoudige klassieke (P-, PI-, PD- of PID-) regelaar (of Aan/Uit regelaar) zijn. Het doel van regeltechniek is de ingenieur in wording in staat te stellen zelf regellussen en regelaars te ontwerpen, bestaande regelkringen te verbeteren of op adequate wijze regelparameters aan te passen. Essentiële voorkennis voor regeltechniek is kennis en vaardigheden rond de analyse van signalen en systemen. Regeltechniek bestaat uit een aantal opeenvolgende vakken. Analoge regeltechniek (REG1) start met de beschrijving van de eigenschappen van de analoge regelkring qua stabiliteit, nauwkeurigheid, snelheid en robuustheid met het Bode-diagram (AM en FM) en het wortellijnendiagram als belangrijkste analyse-tools. Verder komen speciale regelstructuren aan bod. Regeltechniek hoort thuis in het vakdomein automatisering. Het vormt één van de twee voornaamste peilers binnen automatisering. De andere peiler is stuurtechniek. Regeltechniek kent raakpunten met meetsystemen (gebruik van sensoren), ontwerpen en informatica. Aan de andere kant is regeltechnische basiskennis vereist in de vakken: robotica, hydraulica, vermogen sturingen (frequentieregelaars, elektrische aandrijvingen) en vermogenversterkers, elektronica en elektrische motoren. Het vak Regeltechniek 1 stelt resultaten van onderzoek voor met (gedeeltelijke) verwijzing naar de onderzoeker en de methodologische onderbouw. In het lab leren de studenten de basisprincipes om onderzoeksgegevens te verzamelen en te verwerken. Zij trainen zichzelf in het uitvoeren van onderzoek, in de analyse en de interpretatie van de gegevens en in het opstellen en valideren van modellen. Regeltechniek vormt in zijn finaliteit een onmisbare component bij elk mogelijk (continu) automatiseringsproces of ingenieursontwerp in een breed gamma aan technische domeinen: bijvoorbeeld in de procesindustrie (regelen van druk, temperatuur, niveau, debiet), bij het ontwerp of afstellen van motoren (snelheid, positie, stroom, kracht), in de robotica (positie en ondermeer ook voor toepassen van externe sensoren zoals visie, afstandsmeting of kracht). Ook bij het onderhoud van zulke systemen is een zekere regeltechnische basiskennis onontbeerlijk. Naast de evidente basiskennis rond het vak regeltechniek zelf, (AC1, AC2, WC1) vertegenwoordigt regeltechniek eveneens een ingenieursvak dat zich uitstekend leent om het ingenieursdenken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen (AC1, AWC1). Een regeltechnisch ontwerp omvat naast een afwegen tussen de verschillende gestelde eisen ook een afwegen in de keuze van de meest geschikte ontwerptechniek (AWC1, AWC2). De evaluatie toetst naar de parate theoretische basiskennis (WC1), naar beredeneerd inzicht (AC1) en naar toepassingsgericht oplossend vermogen om te komen tot het juiste resultaat (BC2, BC4) volgens een adequate werkwijze. (AWC1, AWC2).

FITC1_1213_EvKa Internationale toegepaste communicatie 1 FITC1 Coördinator Hannelore Dierickx (DiHa) Lesgever(s) Karine Evers (EvKa), Eric Caers (CaEr), Hannelore Dierickx (DiHa), Jeroen Lievens (LiJe), Ivy Verbeeck (VbIv) Opleidingsfase 3ABA ECTS-punten 3 Tot.: 84u KO: BKV: 24u ZS: 60u Niveau Competenties Beoordelingscriteria De student beschikt over: 2. praktische vaardigheden (2.2) 3. communicatievaardigheden (3.5, 3.6) 4. algemene beroepsattitudes (4.1, 4.13) Wat de verwachte eindcompetenties betreft, wordt er een onderscheid gemaakt tussen de verschillende talen. Met betrekking tot het Europees Referentiekader voor Talen (CEFR 2001) wordt voor Engels niveau B1 (halfgevorderden) en voor Frans niveau A2 (beginners+) als een minimum vooropgesteld en wordt er zo veel mogelijk gestreefd naar een niveau hoger (d.w.z. B2 (gevorderden) voor Engels, B1 (halfgevorderden) voor Frans). Voor Duits wordt uitgegaan van een goede A1 (beginners). Voor Duits krijgen "receptieve" vaardigheden (luisteren en vooral begrijpend lezen (teksten, handleidingen e.d.)) een belangrijker rol toebedeeld dan voor Engels en Frans, waar voornamelijk "productieve" vaardigheden (spreken en schrijven) aan bod komen. De volgende beoordelingscriteria worden gehanteerd: s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) - kan actief en begrijpend luisteren naar anderstalige tekstfragmenten, presentaties, interviews, uiteenzettingen e.d (E+F+D). 3.6, AC6 - kan zich mondeling helder en (syntactisch, lexicaal, fonologisch) verzorgd uitdrukken in een vreemde taal, al dan niet gebruikmakend van visuele hulpmiddelen (E+F, in mindere mate D). 3.6, AC6 - kan anderstalige teksten van algemene en/of technische aard binnen een aanvaardbaar tijdsbestek doorlezen en er leesstrategieën op toepassen met het oog op verdere inhoudelijke verwerking of bespreking (E+F+D). 3.5, 4.1, AC6, AC2, AC7 - kan zich schriftelijk helder en verzorgd uitdrukken in een vreemde taal, rekening houdend met algemeen geldende schrijfnormen en een correcte spelling (E+F, in mindere mate D). 3.6, AC6 - kan op een efficiënte manier gebruikmaken van courante multimediatoepassingen (E+F+D). 2.2, AWC4 - geeft blijk van een empathische, relatiegerichte attitude, met aandacht en begrip voor andere culturen en opinies (E+F+D). 4.13, BC11 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal In dit vak leert de student communiceren in een internationale context. In 3aba kiest de student uit het aanbod Engels, Frans of Duits één taal die hij of zij verder wenst uit te diepen. In het masterjaar (Internationale toegepaste communicatie 2) kiest de student een andere taal dan in 3aba. Tijdens de sessies begeleide kennisverwerving (semester 1) voert de student praktijkgerichte opdrachten uit waarin de vier essentiële communicatieve vaardigheden aan bod komen: luisteren, spreken, lezen en schrijven. De inhoud van de taallessen sluit zo veel mogelijk aan op de concrete leef- en leerwereld van de studenten en hun toekomstige beroepspraktijk. Er is een weloverwogen mix van algemene en meer technisch gerichte topics. Tegen het einde van semester 2 werkt de student een vakoverschrijdende opdracht uit in dezelfde taal. Daartoe formuleert hij of zij zélf een voorstel, in overleg met de betrokken taaldocent en (optioneel) met één of meerdere lectoren technische vakken. Enkele voorbeelden: een internationale stage in het buitenland; een gedeelte van de bachelorproef in een andere taal uitwerken; de uitwerking van een anderstalige blog of website die aansluit bij een technisch of economisch vak; de uitwerking van een anderstalig bedrijfsbezoek; een uitvoerige anderstalige presentatie aansluitend op de vakinhoud van een technisch vak; het opstellen en mondeling verdedigen van een anderstalige paper; actieve deelname aan en rapportering over een internationale week at home; enz. Tijdens de BKV-sessies (semester 1, 2 stp) voert de student praktijkgerichte opdrachten uit in de gekozen vreemde taal waarin de vier essentiële communicatieve vaardigheden aan bod komen: luisteren, spreken, lezen en schrijven. Tegen het einde van semester 2 werkt de student zelfstandig een vakoverschrijdende taak uit in dezelfde taal (1 stp). De docenten stellen eigen up-to-date en recent cursusmateriaal ter beschikking van de studenten. Examenvorm Dit vak wordt 100% beoordeeld via permanente evaluatie. Er geldt verplichte aanwezigheid op alle evaluatiemomenten (incl. vakov. opdr.). Er is geen mogelijkheid tot vervangend examen als 2e examenkans. 1 ste examenkans 100% permanente evaluatie 2 de examenkans Voor de PE is er geen tweede examenkans: de punten van de eerste examenkans blijven behouden.

FITC1_1213_EvKa / d Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Internationale toegepaste communicatie 1 FITC1 Internationale toegepaste communicatie 1 FITC1 De nadruk op internationalisering wordt almaar groter en de kans dat studenten in een internationale context zullen tewerkgesteld worden ook. Daarnaast verwacht en vereist het beroepenveld talenkennis. Ook de afgestudeerden geven aan dat vreemdetalenkennis belangrijk is. Heel wat studies tonen aan dat de talenkennis van studenten in het hoger onderwijs nog heel wat beter kan en daarnaast verwatert talenkennis ook zeer snel. Studenten uit deze opleiding hebben dus nood aan een vak zoals internationale toegepaste communicatie en krijgen de keuze tussen de drie talen Engels, Duits en Frans. In Internationale toegepaste communicatie 1 (3aba) selecteert de student uit dat aanbod één keuzetaal, in Internationale toegepaste communicatie 2 een andere taal. Wat de begincompetenties betreft, wordt voor Engels en Frans voortgebouwd op de kennis en vaardigheden vergaard tijdens Onderzoek en communicatie 1 (1aba) en Onderzoek en communicatie 2 (2aba). Voor Duits is er geen voorkennis vereist (begincompetentie A1 (beginners) in Europees Referentiekader voor Talen). Het opleidingsonderdeel internationale toegepaste communicatie 1 maakt deel uit van de leerlijn onderzoek en communicatie. De vaardigheden die in dit opleidingsonderdeel ontwikkeld worden, bouwen voor de talen Engels en Frans - voort op onderzoek en communicatie 1 (1aba, FOCO1) en onderzoek en communicatie 2 (2aba, FOCO2). Vreemde talen maken deel uit van de leerlijn onderzoek en communicatie en hebben vooral ondersteunende rol bij het onderzoek in het kader van bachelorproef (3aba) en masterproef (master). In het opleidingsonderdeel wordt gewerkt met wetenschappelijke teksten uit lopend onderzoek. Deze teksten worden dan begrijpend gelezen of er worden leesoefeningen, woordenschatoefeningen e.d. op toegepast. Ook in de vakoverschrijdende opdracht worden er onderwerpen behandeld die aansluiten bij het onderzoek van de opleiding. Kennis en beheersing van vreemde talen is heel belangrijk in de huidige geglobaliseerde industriële wereld. Dat blijkt ook uit de rapporten van de afgelopen visitatiecommissies en diverse enquêtes van het werkveld en de industrie. Aanvullende info - Onderwijstaal: Engels/Frans/Duits/Nederlands - Aanvullend leermateriaal: Oefeningen, teksten e.d. via elektronisch leerplatform en eigen up-to-date cursusmateriaal van docent. - Aanvullende informatie over evaluatie en puntenverdeling: Verplichte aanwezigheid op alle evaluatiemomenten

FRAST_1213_JaHe Radiobiologie en Stralingsbescherming FRAST Coördinator Herwig Janssens (JaHe) Lesgever(s) Herwig Janssens (JaHe) Opleidingsfase 3ABA NT ECTS-punten 3 Tot.: 84 u KO: 30 u BKV: ZS: 54 u Niveau Gespecialiseerd Competenties Nummers verwijzen naar de deel-competenties (zie competentie-matrix in deel 1 van de studiegids) De student 1. beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen: 1.1, 1.5, 1.7 3. beschikt over communicatievaardigheden: 3.1 4. beschikt over algemene beroepsattitudes: 4.1, 4.9 6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen: 6.4, 6.7 7. bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie: 7.4, 7.5 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deel-competenties (zie competentie-matrix in deel 1 van de studiegids) Met behulp van de volgende beoordelingscriteria worden de competenties 1.1 (WC1), 1.5 (AWC1), 1.7 (WC1/AWC13)3.1, 4.1 (AC2/AC7), 4.9 (AWC3/AC12), 6.4 (AC2/AWC1), 6.7 (AWC1/AC12), 7.4, 7.5 beoordeeld. - bezit een gespecialiseerde kennis van de radiobiologie en de stralingsbescherming, zowel wetenschappelijk als toegepast. De student heeft de cursusinhoud kritisch en zelfstandig verwerkt, met waar nodig enige zelfstudie, en kan hierover reflecteren, ook indien nodig over economische en ethische aspecten. Hij/zij bewijst in staat te zijn tot analytische en synthetische verwerking van de cursusinhoud. - heeft gebruikt gemaakt van de aanbevolen literatuur, eventueel aangevuld met eigen opzoekingswerk, en is in staat onzekerheden in de kennis of in de context te beheersen, of alleszins te kennen. - kan het toepassingsgebied van de stralingsbescherming uitleggen, en de begrippen stralingsbescherming en stralingshygiene en de functie van de stralingsdeskundige omschrijven. De student heeft inzicht in de historische ontwikkeling van de radiobiologie, kent de relevante radiofysische, radiobiochemische en radiobiologische processen, kan het verband tussen dosis en effect op een gespecialiseerd niveau bespreken, en heeft inzicht in de individuele stralingsbelasting van werknemers en leden van de bevolking. Inhoud Werkvorm Studiemateriaal Stralingsbescherming, stralingshygiëne en stralingsdeskundige Radiobiologie, radiotoxicologie, radiopathologie Historische ontwikkeling van de radiobiologie Radiofysische processen Radiobiochemische processen Verband tussen dosis en effect Individuele stralingsbelasting in België Stralingsbescherming in de praktijk: Relevante grootheden in de stralingsbescherming (ICRP103-08) Aanbevelingen van de ICRP (ICRP103-08) De cursus wordt gegeven in de vorm van hoorcollege, in actieve samenwerking met de studenten. Van de studenten wordt verwacht dat zij zelfstandig gebruik maken van de aanbevolen literatuur. Er is een syllabus ter beschikking. Geen enkele publicatie bevat de totaliteit van de onderwerpen die in deze cursus behandeld wordt. De cursus bevat een uitgebreide literatuurlijst die gezamenlijk besproken wordt. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van recente informatie verkregen op congressen en symposia. De Aanbevelingen van de ICRP (en andere ICRP Publicaties) zijn uiteraard standaardliteratuur. Examenvorm Het examen is mondeling. Inzicht in de problematiek van de stralingsbescherming mag geen probleem zijn, maar ook parate en cijfermatige kennis (risicofactoren, stralingsnormen,...) is een vereiste voor een 'stralingsdeskundige', waarnaar dus zal getoetst worden. Er wordt zowel naar wetenschappelijke achtergrond als naar praktisch inzicht en kennis getoetst. De student wordt ondervraagd over grotere gehelen van de cursus, en moet daarbij aantonen dat hij/zij de cursus afdoende verwerkt heeft. Daarnaast moet de student ook feitelijke detailkennis kunnen reproduceren, in zoverre die bijdraagt tot zowel het noodzakelijke inzicht als de parate bagage die van een industrieel ingenieur kan worden verwacht. 1 ste examenkans Hoorcollege: mondeling examen 2 de examenkans Hoorcollege: mondeling examen

FRAST_1213_JaHe Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info Radiobiologie en Stralingsbescherming FRAST Radiobiologie en Stralingsbescherming geeft naast de wetenschappelijke basisvakken en de meer technische specialisatievakken, een noodzakelijke basis voor ieder die zich 'stralingsdeskundig' wil noemen, met een speciale aandacht voor de bescherming van personeel en bevolking. De student moet de wetenschappelijke basisvakken uit de eerste twee bachelorjaren beheersen, in zoverre zij relevant zijn voor de radiobiologie en de stralingsbescherming, en speciaal uit het derde bachelorjaar de stralingsfysica en de nucleaire meettechniek. Voor de student industrieel ingenieur van de afdeling Nucleaire Technologie geeft radiobiologie en stralingsbescherming een cruciale wetenschappelijke en toegepaste basis voor de nucleaire en radiologische praktijk die in de werkzittingen in de specialisatievakken aan bod komen. De cursus wordt voorbereid in 2ABA-NT (FING-NU), in 3ABA-NT (FKERN en FNUME) en krijgt een vervolg in het masterjaar. Geen enkel onderzoek in de radiologische en nucleaire technologie mag uitgevoerd worden zonder de noodzakelijke basiskennis van de radiobiologie en de stralingsbescherming (werkzittingen, masterproef, ). Voor een gediplomeerde nucleair ingenieur is de kennis van de radiobiologie en de stralingsbescherming een cruciale wetenschappelijke en toegepaste basis voor de nucleaire en de radiologische praktijk. Hij/zij moet de wettelijk erkende functie van 'stralingsdeskundige' op zich/haar kunnen nemen. Onderwijstaal: Nederlands Als ondersteuning voor de zelfstudie is in de bibliotheek onder andere ter beschikking: - James Martin: Physics for Radiation Protection: A Handbook, 2006 - ICRP Publication 60: The 1990 Recommendations of the ICRP, Annals of the ICRP 21,1-3, Pergamon Press (1991) - ICRP Publication 103: The 2007 Recommendations of the ICRP, Annals of the ICRP 103, Elsevier (2008) Op het elektronische leerplatform staat extra informatie die de inhoud illustreert en verduidelijkt.

FNUME_1213_LeNa Nucleaire meettechniek FNUME Coördinator xx Lesgever(s) xx Opleidingsfase 3 ABA NU/MI ECTS-punten 4 Tot.: 112u KO: 15u BKV: L 22u ZS: 75u Niveau Uitdiepend Competenties 1. beschikt over een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij /zij gericht kan toepassen 1.1, 1.2,1.4,1.5,1.6,1.7 3. beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1,6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.7 7. bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie 7.1, 7.4 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) - kan kennis en inzicht demonstreren van de theoretische grondslagen van de interactie van ioniserende straling met materie, in functie van soort straling en soort materie WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,6.5 - weet welke basisinteracties plaatsgrijpen in het bestaande scala van meetproben en kan een overzicht geven van bestaande meetapparatuur samen met hun operationele kenmerken WC1,AC1,AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,7.5 - begrijpt de basisgrootheden die men hanteert in de dosimetrie en kan oplossingen formuleren voor eenvoudige meetproblemen uit de praktijk. WC1,AC1,AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6, 7.4 - kan een correct en volledig laboverslag schrijven WC1,AC1,AWC1,1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,3.1,3.2,6.1,6.3,6.4,6.6,6.7,7.4 - kan een werkzitting zelfstandig of in teamverband kunnen uitvoeren. WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6, 6.2, 6.4, 6.6, 6.7,7.1,7.4 - kan de theoretische beginselen van een proef uitleggen tijdens de uitvoering WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,3.2, 7.4 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal Examenvorm Het theoretische gedeelte omvat twee delen: De cursus nucleaire meettechniek bestudeerd de principiële werking van uiteenlopende soorten meetapparatuur en methoden zoals: gasgevulde detectoren, scintillatoren, themoluminescentie, halfgeleiderdetectoren. Hun operationele kenmerken worden behandeld in toepassingsgebieden za. fysische controle, stralingsbescherming, ruimte- en materiaalonderzoek en medische toepassingen in diagnostiek en therapie voor patiënten. Het praktische gedeelte bestaat uit een labo waar de studenten volgende zaken onderzoeken: eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen kunnen beïnvloeden; eigenschappen van veel gebruikte detectoren (GM-buis en NaI(Tl)-kristal); dosimetrische grootheden; correct afregelen van monokanaaltellers en -spectrometers; statistische verwerking van meetresultaten; de interactie van straling en materie; bepalen van kernfysische grootheden; operationele kenmerken van contaminatie monitors. De kennisoverdracht gebeurt met een hoorcollege. Kennisverwerking wordt bewerkstelligd door het maken van een beperkt aantal geleide theoretische oefeningen tijdens het hoorcollege, maar vooral door het labo nucleaire meettechniek waar de invloed van experimentele omstandigheden op het meetresultaat wordt onderzocht. De studenten beschikken over een grondig uitgewerkte cursus die voor elk onderwerp een synthese is van bestaande wetenschappelijke literatuur. Een uitgebreide literatuurlijst laat de student toe verdere verdieping na te streven indien hij dit (in de toekomst) wenst. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding voor KO. Voor het labo worden de studenten zowel beoordeeld op de ingeleverde laboverslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Verplichte aanwezigheid op alle labo s, uitgezonderd 1. Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Geen vervangend examen voor de permanente evaluatie. 1 ste examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (60%). Permanente evaluatie van het labo (40%). 2 de examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (60%).

FNUME_1213_LeNa Algemene visie Begincompetenties Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info Nucleaire meettechniek FNUME In het kader van de opleiding van een ingenieur in de nucleaire of milieuwetenschappen verwerft de student in het opleidingsonderdeel nucleaire meettechniek een breed inzicht in de fysische principes die aan de basis liggen van interactie van ioniserende straling met materie in brede zin: de fysische processen worden uitgelegd in functie van de aard van de straling, de energie en het soort materie. Deze inzichten laten toe de werking van uiteenlopende meetapparatuur (gasgevulde detectoren, scintillatoren, thermoluminescentie, diodedetectoren en chemische dosismeters) niet alleen te begrijpen, maar ook hun operationele kenmerken en toepassingsgebied te kunnen onderkennen. Men kan elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren. De student kan meetproeven uitvoeren met het oog op de evaluatie van een besmetting, als ook een elementaire dosimetrische analyse uitvoeren bij blootstelling van personen. De meetgegevens kunnen statistisch geanalyseerd worden en de corresponderende meetonzekerheden correct bepaald. De student geeft blijk van goed wetenschappelijk denken en handelen en bezit een goede basiskennis van algemene natuurkunde en wiskunde. FNUME geeft een essentiële voortzetting van de basiskennis bekomen uit het vak FING_NU in 2aba. Het opleidingsonderdeel FNUME stelt resultaten van recent onderzoek voor door referenties en insluiten van wetenschappelijke artikels uit vaktijdschriften. De technieken zoals besproken in het vak FNUME worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het kunnen werken met meer geavanceerde technieken. - Onderwijstaal: Nederlands - Achtergrondinformatie wordt ter beschikking gesteld via diverse middelen: doorverwijzing via Blackboard naar websteks van internationale onderzoeksinstellingen, een gedetailleerde literatuurlijst met wetenschappelijke vakliteratuur en handboeken waarvan de voornaamste ter beschikking staan in de bibliotheek.

FRADIO_1213_PeVe Radiochemie FRADIO Coördinator Veerle Pellens (PeVe) Lesgever(s) Veerle Pellens (PeVe) Opleidingsfase 3 ABA NT/MI ECTS-punten 4STP Tot.: 112u KO: 30u BKV: 7u ZS: 75u Niveau Inleidend Competenties 1. beschikt over een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij /zij gericht kan toepassen 1.1, 1.2,1.4,1.5,1.6,1.7 3. beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1,6.3, 6.4, 6.6, 6.7 7. bezit vakdisciplinaire basisvaardigheden in de nucleaire technologie 7.5 Beoordelingscriteria s verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) De student kan: - algemene wetten van radioactiviteit toepassen om de leeftijd van mineralen en organische resten te bepalen WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,6.5 - de aangeleerde principes toepassen in het oplossen van nieuwe radiochemische problemen onder de vorm van schriftelijke oefeningen WC1,AC1,AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,7.5 - verbanden leggen tussen verschillende opleidingsonderdelen om technieken diepgaander te kunnen uitleggen WC1,AC1,AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,7.5 - in teamverband een radiochemisch thema uitwerken volgend de drie grote pijlers bestaande uit informatiewerving, -verwerking en presentatie WC1,AC1,AWC1,1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,3.1,3.2,6.1,6.3,6.4,6.6,6.7,7.5 - Een basishouden ten aanzien van raionucliden verwerven die bestaat uit het in staat zijn tot afwegen van de nuttige toepassingen tegen de betrokken risico s, op basis van een grondig inzicht in de materie WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,6.5 - de aangeleerde technieken plaatsen in hun domein en op voldoende onderbouwde wijze een keuze kunnen maken uit de verschillende technieken WC1,AC1, AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,6.5 - het gebruik van radioactiviteit plaatsen in de context van een analytisch labo AWC1,AWC4,1.5,1.6 - toepassingsgebieden van radioactiviteit en radiochemische toepassingen bespreken en het plaatsen in de hedendaagse wereld AWC13,1.7 - algemene radiochemische technieken uitleggen en hun voor en nadelen kunnen situeren WC1,AC1,AWC1, 1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,7.5 Inhoud Werkvorm Studiemateriaal - Invloed van de chemische binding op de nucleaire eigenschappen - Radioanalyse - Analyse op basis van inherente radioactiviteit - Tracertechnieken - Neutronenactiveringsanalyse - Radiochemische analysemethodes - Invloed van straling op materiaalkarakteristieken - Radiologische problemen met natuurlijke radioactiviteit in niet-nucleaire industrie - Radonproblematiek Kennisoverdracht in de vorm van hoorcolleges. Begeleide kennisoverdracht in de vorm van oefensessies en het uitvoeren van een werkje over een radiochemische techniek met presentatie. Eigen cursusmateriaal in de vorm van een syllabus. Presentaties en slides kunnen op de digitale leeromgeving worden gepubliceerd in overleg met de studenten. Oefeningen worden tijdens de les aan de studenten uitgedeeld. Tijdens de les worden ook wetenschappelijke artikels uitgedeeld die betrekking hebben tot recente ontwikkelingen in het vakgebied en de analysemethodes. Examenvorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding voor de theorie (60%). Een schriftelijk examen voor de oefeningen (20%). 1 ste examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding voor KO (60%). Schriftelijk examen voor oefeningen (20%). Permanente evaluatie van het project (20%), 50% op het schriftelijke verslag, 50% op de presentatie. 2 de examenkans Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding voor KO (60%). Schriftelijk examen voor oefeningen (20%). Permanente evaluatie van een nieuw project (20%), 50% op het schriftelijke verslag, 50% op de presentatie.

FRADIO_1213_PeVe Algemene visie Begincompetenties Radiochemie FRADIO In het kader van de opleiding van een ingenieur in de nucleaire of milieuwetenschappen vormt het vak radiochemie een belangrijke schakel in het beheersen van de nucleaire kennis. De technieken die besproken worden tijdens de lessen zijn multidisciplinair en omvatten telkens aspecten uit de klassieke chemie, fysica en de nucleaire vakken zoals meettechnieken, stralingsbescherming en kernfysica. Door de student zelf een onderwerp te laten uitwerken via een project zal de student zich verder verdiepen in deze techniek en alzo zijn/haar kennis verbeteren van de algemene en meer specifieke principes die de basis vormen van radiochemie. FRADIO steunt vooral op kennis bekomen uit FING_NU Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid onderzoek werkveld Aanvullende info FRADIO geeft een essentiële voortzetting van de basiskennis bekomen uit het vak FING_NU in 2aba en biedt een ondersteuning van verder gezette vakken zoals kernfysica en radiochemie in het masterjaar. Het opleidingsonderdeel FRADIO stelt resultaten van recent onderzoek voor door referenties en insluiten van wetenschappelijke artikels uit vaktijdschriften. De technieken zoals besproken in het vak FRADIO worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het kunnen werken met meer geavanceerde technieken. Onderwijstaal: Nederlands Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: tijdens de presentaties van de opdrachten is er een verplichte aanwezigheid van alle studenten.