Inleiding Voortgang Kwaliteitsplan Rekenen In dit kwaliteitsplan rekenen worden de volgende aspecten meegenomen: Het pedagogisch handelen Het leerstofaanbod De leerlingenzorg De leeropbrengsten De condities voor onderwijs en schoolontwikkeling Op basis van de analyse van het onderzoek naar het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkracht is dit rekenplan gemaakt. Het verbeterplan richt zich op vijf deelgebieden: 1. Systematisch volgen van vorderingen en afstemming 2. Pedagogisch handelen, activerende directe instructie en actieve betrokkenheid 3. Benutten van tijd, taakgerichte werksfeer en verantwoordelijkheid eigen leerprestaties 4. Strategieën voor denken en leren ( gericht op rekenen en wiskunde) 5. Vakinhoud en didactiek Deze vijf deelgebieden zijn uitgewerkt in deelplannen. Alvorens in te gaan op deze deelplannen is er beschreven hoe en met wie er gecommuniceerd wordt over het gehele verbeterplan en hoe het leren in teamverband een rol zal spelen.
Communicatie De voortgang van de ontwikkelingen wordt naar ouders en overige participanten via onze maandelijkse nieuwsbrieven gecommuniceerd. Hoofdstuk 1. Lerende organisatie Kwaliteit van onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkracht voor de klas. Het handelen van de leerkracht staat centraal in het gehele verbeterplan. Het handelen van de leerkracht doet er toe. Om een kwaliteitsslag te maken met de school is het nodig dat leerkrachten zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken. Het gaat in beginsel niet om meer maar om anders. De principes van en lerende organisatie zullen hierbij expliciet een plaats krijgen. Het opbouwen van een gezamenlijke visie Een geheel van principes en richtinggevende aanwijzingen die de koers van de organisatie bepalen De visie vorm het fundament onder de lerende organisatie. Een echte gezamenlijke visie is volgens Senge alleen mogelijk, als ieder zijn eigen persoonlijke visie heeft en als deze persoonlijke visies dienen als bouwstenen voor de gezamenlijke visie. Persoonlijk meesterschap Deze discipline houdt in, dat mensen zich erin bekwamen om op een consistente wijze die resultaten te realiseren die van fundamentele betekenis voor hen zijn. Ze zijn constant bezig met de ontwikkeling van vaardigheden om te groeien en te scheppen. Mentale modellen Ook wel subjectieve concepten genoemd: onze overtuigingen over hoe de wereld in elkaar zit. Het zijn veelal onbewuste, diep ingesleten opvattingen, generalisaties, aannames, beelden en voorstellingen ten aanzien van de wereld en de dingen die daarin gebeuren. Ze sturen
Het handelen en het denken, ook in werksituaties. Team-leren Het fundamentele leren in organisaties vindt plaats in teams. Leren van en met elkaar onder andere door goede communicatie, openheid, dialoog, goede feedback geven en ontvangen. Een stroom van menselijke gedachten die inzichten breng voor het hele team. Systeem denken Een conceptueel raamwerk, een geheel van kennis en hulpmiddelen, dat het mogelijk maakt om grote samenhangen duidelijk te leren zien en om ze vervolgens effectief te kunnen veranderen. We zullen moeten leren zien, dat we niet gescheiden zijn van de wereld om ons heen, maar dat we er juist mee verbonden zijn. Een cruciaal element in het geheel is reflectie. Zonder te reflecteren, zonder terug te blikken op zijn/haar handelen(ervaringen, activiteiten), gedachten (kennis, inzichten) of houding (emoties, gevoelens) krijgt iemand niet gemakkelijk inzicht in zijn kunnen, en zonder dat iemand zijn competenties niet gemakkelijk verder ontwikkelen.(vos en Vlas 2002) Cultuur is voor een lerende organisatie van wezenlijk belang. Bouwen aan een lerende organisatie betekent onder meer het ontwikkelen van een leercultuur. Zo n cultuur kenmerkt zich door onder andere ontvankelijkheid voor nieuwe ideeën, bereidheid om dingen af te leren, open uitwisseling van kennis en ideeën, reflexieve en vragende houding, open communicatie, teamgericht werken, innerlijke betrokkenheid, visie van de organisatie als bindmiddel, ontplooiing van eigen talenten, ervaringen en kennis delen met elkaar, invloed op het eigen werk, in staat zijn hulp te vragen en te bieden.
3. Planning In dit kwaliteitsplan wordt rekening gehouden met een indeling van het schooljaar in een aantal blokken. Blok 1: de periode tussen 1 september en 1 november 2011 Blok 2: de periode tussen 1 november 2011en 1 februari 2012 Blok 3 de periode tussen 1 februari 2012 en 1 mei 2012 Blok 4 de periode tussen 1 mei 2012 en 1 augustus 2012 Blok 5 de periode tussen 1 september 2012 en 1 november 2012 Blok 6 de periode tussen 1 november 2012 en 1 februari 2013 Blok 7 de periode tussen 1 februari 2013 en 1 mei 2013 Blok 8 de periode tussen 1 mei 2013 en 1 augustus 2013
Deelplan Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6 Blok 7 Blok 8 Benutten van tijd x x x x x x x x Taakgerichte werksfeer Implementatie nieuwe rekenmethode Pedagogisch-didactisch handelen x x x x x Activerende directe instructie Actieve betrokkenheid Strategieën voor denken en leren x x x x x x x x Verantwoordelijk voor eigen leerprestaties Systematisch volgen van vorderingen en afstemming in relatie tot leerlingenzorg x x x x x x x x
Onderwerp(en): Kwaliteitsplan Rekenen Effectief benutten onderwijstijd Taakgerichte werksfeer Implementatie nieuwe rekenmethode Uitgangssituatie De uitkomsten van de lesobservaties laten zien, dat er nog onvoldoende aandacht wordt besteed aan het effectief benutten van de onderwijstijd en het creëren van een taakgericht werksfeer. EFFECTIEF BENUTTEN VAN ONDERWIJSTIJD Door ondoelmatige organisatie van materialen en lesovergangen gaat tijd verloren. Te lange instructies of werktijd voor onderwerpen die slechts een korte behandeling zouden moeten vergen. Regelmatig gaat tijd verloren doordat leerlingen wachten of nauwelijks met hun taak bezig zijn. De lessen beginnen te laat. TAAKGERICHTE WERKSFEER De doelmatigheid van het klassenmanagement behoeft verbetering, zowel voor wat betreft toegankelijkheid van materialen en de organisatie van lesovergangen. Een ordelijk verloop van de les onder druk kwam te staan doordat leerkrachten te weinig overzicht hielden over de groep en niet tijdig ingrepen wanneer leerlingen zich niet aan de afspraken hielden.
Kwaliteitsplan Doelstellingen De leerkrachten werken volgens het goedgekeurde lesrooster. rekenen 2011 2012 BS Onze Wereld Er is sprake van effectieve leertijd,taakgericht gedrag en effectieve instructie. (in gewenst lerarengedrag) De leerkrachten bieden instructie en verwerking aan op meerdere niveaus. De leerkrachten geven hun leerlingen opdrachten die samenwerken bevorderen. De leerkrachten gebruiken het stoplicht, de timetimer volgens geldende regels. De leerkrachten werken met dag/weektaken. Prestatie-indicator(en) De leerlingen tonen toenemende verantwoordelijkheid voor hun eigen werk/ontwikkeling Leerlingen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht de resultaten op de toetsen vertonen een stijgende lijn leerlingen zijn in staat om samen te werken Het leslokaal is zodanig ingericht dat alle materialen toegankelijk zijn voor alle leerlingen. De leerling leert om te gaan met de uitgestelde aandacht en zijn vaardig in het wisselen van taken en het vinden van de benodigde materialen. De leerkracht biedt instructie en verwerking op 3 niveaus. De leerkracht hanteert het model van de activerende directe instructie. De leerkracht stemt zijn benadering van de leerling af op de recente toetsgegevens en het diagnostisch gesprek. De leerkracht maakt groepsplannen op 3 niveaus en gebruikt deze als basis voor zijn pedagogisch didactisch handelen. planning voortgang en borging activiteiten Start Semester september 2011 - november 2011
Uitgangssituatie IMPLEMENTATIE NIEUWE REKENMETHODE Kwaliteitsplan rekenen 2011 2012 BS Onze Wereld Op dit moment is de rekenwerkgroep bezig met de aanschaf van een nieuwe rekenmethode. Er wordt nu gebruik gemaakt van de methode Pluspunt. Het aanbod blijft diffuus. Zo is het niet helder hoe het aanbod voor de kleutergroepen is gestructureerd, in relatie tot verschillende ontwikkelingsgebieden en de tussendoelen op het gebied van geletterdheid, gecijferdheid en mondelinge taalvaardigheden. Ook is te zien dat er een investering nodig is om de methodes die we hebben en die komen gaan, goed te gaan gebruiken. Dat veronderstelt implementatietrajecten waarbij leraren goed geschoold worden in de betreffende vakdidactiek en de methodische leerlijnen. De leerkrachten zullen getraind worden in de didactische principes en in de organisatorische aspecten van de methodes. Voorts is borging nodig door middel van heldere leerstofafspraken en een transparante planning en registratie van het methodische aanbod. Organisatie en planning 1.Leerkrachtgedrag m.b.t. de rekenmethode Prestatie-indicatoren de leerkracht maakt een planning van de leerstof, zowel een jaar-, week-, en dagplanning de leerkracht noteert op hun dagplanning de kinderen die extra instructie krijgen. de leerkracht volgt exact de handleiding de leerkracht draagt zorg voor een rekenrijke omgeving de leerkracht registreert de vorderingen van de kinderen op de wijze die de methode voorschrijft De leerkracht draagt zorg ervoor dat de hulpmiddelen gemakkelijk bereikbaar zijn voor de leerlingen De leerkracht maakt duidelijke afspraken met de leerlingen over het gebruik van het materiaal
2. De leerkracht plant het leerstofaanbod, dit moet basale concepten en inhouden bevatten uit de volgende domeinen: - vaardigheden Tellen en ordenen Vergelijken ven hoeveelheden (meer, minder, evenveel) Samenvoegen en wegnemen van hoeveelheden Verhoudingen en procenten Breuken en decimale breuken Meten en meetkunde 3. Didactiek en differentiatie - de leerkracht geeft de methodelessen volgens het directe instructiemodel -de leerkracht geeft de les zoals voorgeschreven in de methode -De leerkracht zorgt voor interactieve instructie en werkvormen -De leerkracht ontwikkelt een helikopterview over de leerlijnen van het schooljaar -de leerkracht past systematisch het differentiatieprogramma toe dat bij de methode past - de leerkracht maakt in hun aanpak gebruik van contexten en modellen -de leerkracht stimuleert leerlingen controleactiviteiten uit te voeren 4. Zorg - de leerkracht stelt groepsplannen op conform de aanpak zoals is vastgelegd in het zorgplan Planning implementatie Semester oktober 2011- juli 2012
Prestatie- indicatoren Leerling-niveau Omdat Onze Wereld al een aantal jaren een wisselend beeld neerzet, willen we dat in ieder geval alle leerresultaten van alle groepen verbeterd zijn. % ABC scores groep Juni 2011 Januari 2012 Juni 2012 Januari 2013 Juni 2013 Januari 2014 2 75 80 85 85 3 75 80 80 80 4 75 75 80 5 75 75 80 6 75 75 80 80 7 75 75 80 80 8 80 80 80 Leerkrachtniveau Om de resultaten van de leerlingen te verbeteren moeten de vaardigheden van de leerkrachten verbeterd worden. Dit moet zichtbaar zijn tijdens de klassenbezoeken die door betrokkenen wordt uitgevoerd. Betrokkenen in deze zijn: Directie IB Externe organisatie
Kwaliteitsplan Rekenen onderwerp(en): Activerende directe instructie Actieve betrokkenheid inleiding In dit kwaliteitsplan rekenen staat het activerende directe instructiemodel centraal. Het plan richt zich op de onderwijsgedragingen van leerkrachten die te maken hebben met de instructie. Onder instructie verstaan we het geheel van lesgeven van de leerkrachten. Niet alleen de uitleg van nieuwe stof, maar ook het begeleiden van de leerlingen bij het inoefenen van nieuwe stof. en de leerlingen de gelegenheid geven zelfstandig aan de stof te werken vallen onder de instructie. Leerkrachten verschillen van elkaar in de wijze waarop zij de instructie geven. Er zijn vele aspecten aan te wijzen in het gedrag van leerkrachten die invloed hebben op de leerprestaties van de leerlingen Het activerende directe instructiemodel wordt gekenmerkt door het feit dat de leerkracht in de interactie met de leerlingen d leerinhouden en leerstrategieën, die van belang zijn onderwijst. Door de structuur van het stap voor stap voorbereiden en uitvoeren van de les biedt het activerende directe instructiemodel de gewenste houvast. Bovendien hebben met name de zwak presterende leerlingen baat bij een vaste lesstructuur. Zij weten wat zij kunnen verwachten en wat van hen verwacht wordt. Uitgangssituatie Het model Activerende Directe Instructiemodel is nog onvoldoende geïmplementeerd. Leerkrachten plaatsen de leerstof onvoldoende in een betekenisvolle context Leerkrachten blikken onvoldoende of niet terug op vorige lesdoelen leerkrachten besteden te weinig aandacht aan inoefenen en zelfstandige toepassingen leerkrachten vermelden niet of nauwelijks de leerdoelen van de les Er is nog onvoldoende feedback verbonden aan de doelen van de les Er is onvoldoende sprake van samenvatting van wat de les heeft opgeleverd
doelstelling(en) (in gewenst lerarengedrag) Alle medewerkers realiseren zich het belang van een gemeenschappelijke visie op leren en onderwijzen. Alle medewerkers hebben de ambitie zich in de richting van de gemeenschappelijke visie te ontwikkelen. Alle medewerkers realiseren zich dat de uitwerking van de gemeenschappelijke visie in de praktijk zichtbaar moet zijn. Doelen op het gebied van effectieve instructie de leerkrachten blikken terug op de vorige les(doelen) de leerkrachten vermelden de leerdoelen van de les op het bord de leerkrachten vermelden de structuur van de les. de leerkrachten en leerlingen maken gebruik van modelling (hard op denken) de leerkrachten geven in de uitleg veel voorbeelden de leerkrachten besteden naast uitleggen ook aandacht aan toepassen de leerkrachten hanteren werkvormen die leerlingen activeren, niet alleen als onderdeel van de verwerking maar ook van de instructie de leerkrachten zorgen voor een intensieve en open communicatie over en weer tussen leerkracht en leerlingen en tussen leerlingen onderling de leerkrachten vatten aan het einde van de les samen wat de les heeft opgeleverd Doelen op het gebied van afstemming de leerkrachten beginnen hun instructiefase met heterogene instructie de leerkrachten geven korte instructie aan leerlingen die te weinig instructie nodig hebben de leerkrachten geven verlengde instructie aan leerlingen die behoefte hebben aan extra uitleg de leerkrachten stemmen de instructie en de verwerking af op informatie over het niveau van de leerling de leerkrachten nemen de differentiatie op in het planningsdeel groepsadministratie de leerkrachten maken gebruik van een format lesvoorbereiding effectieve instructie
Kwaliteitsplan prestatie-indicatoren rekenen 2011 2012 leerkrachten BS Onze Wereld Alle leerkrachten hanteren het model Activerende directe instructie en passen dit model toe in de lessen rekenen, spellen, begrijpend lezen enz. leerlingen Aan het eind van dit traject zijn de gemiddelde vaardigheidscores per leerjaar per vakgebied op niveau. Zij komen dan overeen met de inspectienormen. opzet/werkwijze/activiteit en In dit traject is er sprake van een cumulatieve benadering. Per fase zal de werkwijze verder ingevuld worden en daarmee de mogelijkheden van de leerkracht uitgebreid. De gehanteerde checklist bestrijkt het hele gebied en biedt daarmee de mogelijkheid om de verschillen tussen leerkrachten goed in beeld te krijgen zodat de begeleiding op maat kan plaatsvinden. Onze Wereld neemt dit schooljaar deel aan de Pilot referentieniveaus. De referentieniveaus leggen uit wat basisschoolleerlingen aan het eind van groep 8 moeten beheersen, wat ze moeten kennen en kunnen, een opbrengstverplichting dus. De referentieniveaus zijn bovenal bedoeld om het opbrengstgericht werken op school vorm te geven en te versterken. KBA zet hierbij in op twee sporen: 1. het versterken van de kwaliteitszorg (PDCA)op scholen. 2. het stimuleren van professionalisering en deskundigheidsbevordering op scholen. De doelstellingen op schoolniveau zijn: - het vergroten van de kennis mbt de referentieniveaus. - het versterken van het opbrengstgericht werken en de PDCA-cyclus dmv het werken aan de referentieniveaus. - het versterken van het personeelsbeleid en het competentiemanagement. - het vergroten van de kennis van de schooldirecteur, intern begeleiders, taal- en rekencoördinatoren. - op langere termijn: het verhogen van de kennis en vaardigheden van leerkrachten en het verhogen van de leeropbrengsten van leerlingen.
Kwaliteitsplan Rekenen Onderwerp(en): Strategieën voor denken en leren m.b.t. rekenen Verantwoordelijkheid eigen leerprestaties Uitgangssituatie Ten aanzien van onderwijsstrategieën geldt dat leerkrachten zich zullen moeten verdiepen in vakdidactische principes die te grondslag liggen aan de rekenmethode. Er wordt nu les gegeven uit de methode Pluspunt, vanaf oktober met een andere methode. Alle leergangen waarover de school beschikt bieden mogelijkheden om strategische aanpakken te demonstreren, soms door modeling, op andere momenten door toepassen van analogie, oplossingsschema s of structurering van de denkstappen. Hierin zal een grotere verdiepingsslag gemaakt moeten worden. Een aspect dat daaraan toegevoegd zou moeten worden, is de reflectie door leerlingen op strategische aanpakken. Dat betekent dat leerlingen leren nadenken over problemen, zelfstandig zoeken naar oplossingen en uitwisseling daarover hebben en zich beraden over toepassingsmogelijkheden van bepaalde instrumentele vaardigheden Dit soort reflectie maakt geen deel uit van het dagelijkse didactische repertoire. Bovendien is er uit de observaties gebleken dat ondersteuning van materialen, voorbeelden of verwijzing naar betekenisvolle contexten die nodig waren om abstracte zaken aanschouwelijk te maken, ontbraken aan de les. Het team is vertrouwd met vormen van zelfstandig werken maar er wordt nog onvoldoende ingezet op de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen. Het is wel de vraag in hoeverre de principes van zelfstandig werken met daarbij een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid in het onderwijs is geïntegreerd. Nog onvoldoende duidelijk is de coachende houding van leerkrachten, waarbij leerlingen ruimte krijgen en tevens ondersteuning om hun eigen oplossingen te bedenken bij problemen op het gebied van leren, gedrag en organisatie. Functionele vormen van coöperatief leren, met onderlinge afhankelijkheid, een duidelijke taakverdeling en taken waarbij samenwerking betekenisvol is, zijn niet zichtbaar.
Doelstelling(en) Kwaliteitsplan rekenen 2011 2012 De leerkracht BS Onze Wereld leert kinderen strategieën voor denken en leren: - zorgt voor gerichte interactie tussen leraar en leerling(en). - zorgt voor gerichte interactie tussen leerlingen onderling. - activeert een of meer procedures(zo kun je dat doen) - activeert metacognitieve voorkennis (wat denk je) - activeert geschikte compensaties (en als het niet lukt) - stuurt de aanpak zonodig bij(je kunt ook) De leerkrachten zorgen dat reflectie op procedures plaatsvindt: - geeft procesgerichte feedback - lokt reflectie uit op eigen strategische keuzes - lokt reflectie uit op strategische keuzes van anderen - lokt reflectie uit op verbanden met andere kennis - lokt reflectie uit op een bredere toepassing - stimuleert de leerlingen hardop te denken en doet dit zelf ook. De leerkracht maakt in hun aanpak gebruik van contexten en modellen: - tijdens de les of activiteit wordt gebruik gemaakt van contexten uit de belevingswereld van de kinderen - tijdens de les of activiteit wordt gebruik gemaakt van een of meer modellen of ontwikkelingsmaterialen. - bij herhalingen grijpt de leerkracht terug op hetzelfde model of ontwikkelingsmaterialen - bij modelgebruik grijpt de leerkracht terug op herkenbare contexten - de context moet een relatie hebben met het rekenwiskunde probleem De leerkracht stimuleert leerlingen controleactiviteiten uit te voeren - de leerkracht stimuleert leerlingen gegevens en uitkomsten in verband te brengen met de context - de leerkracht stimuleert leerlingen de uitkomsten globaal te bepalen(te schatten) - de leerkracht stimuleert leerlingen werkwijzen te controleren - de leerkracht controleert de uitkomsten van de leerlingen en geeft hun daarover feedback - de leerkracht besteedt veel aandacht aan werkwijzen van leerlingen
prestatie-indicatoren 85% van de leerkrachten laat zien dat ze de bovengenoemde doelstellingen beheersen. In de Kijkwijzer die in de Pilot referentieniveaus worden genoemd staan deze doelstelling in observeerbaar gedrag kernachtig omschreven. In de klassenconsultaties zal deze Kijkwijzer worden gebruikt. De uitkomsten worden in samenspraak met de expert geëvalueerd. Implementatie De implementatie van de onderdelen in dit kwaliteitsplan rekenen loopt parallel aan de Pilot Referentieniveaus van KBA/DMO en de Pilot (H) erkennen van ontwikkeling en kwaliteit van Stichting Bijzonderwijs. Het doel van het project van Bijzonderwijs is het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Aan de hand van meetbare doelen worden schoolteams en directies gericht ondersteund in het verbeteren van de vaardigheden van de leerkrachten om de zo de leeropbrengsten naar een hoger plan te brengen