Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer 2007INT208845 Referentie I. Ensink Uw brief van - Doorkiesnummer 030-258 3745 Uw nummer - Faxnummer 030-258 2990 Bijlage Gewijzigde voorschriften Onderwerp Wet milieubeheer; beschikking te Soest I Beslissing Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer, de Algemene wet bestuursrecht, het Provinciaal Milieubeleidsplan 2004 2008 en op hetgeen onder hoofdstuk II en volgende wordt overwogen, besluiten wij tot wijziging van de voorschriften 2.4.2.1, 2.4.2.5, 2.4.2.6, 2.4.2.7 en 3.3.1.1 (zie bijlage bij dit besluit) behorende bij de Wet milieuvergunning van 10 december 2002. II Het verzoek II.A Beschrijving van het verzoek Op 2 juli 2007 hebben wij een verzoek van RMN ontvangen voor het wijzigen van voorschriften verbonden aan de Wet milieubeheer (Wm) vergunning (Wm art. 8.24). De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387. De inrichting is bestemd voor het ontvangen en opslaan van afvalstoffen afkomstig van huishoudens en bedrijven in de gemeente Soest. Naast voorzieningen voor de opslag van deze afvalstoffen zijn binnen de inrichting ook een zoutloods, een kantoorgebouw, een bestrijdingsmiddelenopslag, een stallingruimte voor voertuigen en een opslagruimte voor gereedschappen aanwezig. Het verzoek betreft het wijzigen van voorschriften zodanig dat voor de zoutloods volstaan kan worden met een vloeistofkerende vloer en dat de visuele inspecties van deze vloer plaats kunnen vinden op een door de vergunninghouder te bepalen moment. Op grond van categorie 28, lid 4 sub a en b van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn wij bevoegd gezag voor de inrichting. II.B Aanleiding voor het indienen van het verzoek Ingevolge de voorschriften verbonden aan de vigerende Wm-vergunning moet in de zoutloods een vloeistofdichte vloer aanwezig zijn. De vloer moet overeenkomstig de bepalingen van de CURaanbeveling 44 geïnspecteerd worden. Om de verklaring (PBV-verklaring) die naar aanleiding van de uitgevoerde inspectie wordt afgegeven te behouden moet vergunninghoudster de vloer jaarlijks voor Afdeling Vergunningverlening/Team milieubeheer 1 beschikking d.d. 16 oktober 2007
een, in de verklaring genoemde datum, visueel inspecteren. Omdat als gevolg van warme winters de zoutloods niet altijd op het moment dat de visuele inspectie moet plaatsvinden leeg is, wil vergunninghouder graag zelf bepalen op welk moment zij de visuele inspectie uitvoert. De verplichting om een geldige PBV-verklaring aanwezig te hebben staat dit in de weg. Voor kerende vloeren hoeft geen keuring overeenkomstig de CUR-aanbeveling 44 plaats te vinden. Wel moeten visuele inspecties plaatsvinden maar vergunninghouder kan zelf bepalen wanneer deze inspecties worden uitgevoerd. Dit is nl. niet meer gekoppeld aan een afgegeven verklaring. Vergunninghouder verzoekt daarom voor de zoutloods te kunnen volstaan met een kerende vloer. II.C Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn de volgende Wm-vergunningen verleend en hebben wij de volgende meldingen van de aanvrager geaccepteerd: Soort datum Nummer Bevoegd gezag Revisie vergunning 10 december 2002 2002WEM004281i Gedeputeerde Staten Ambtshalve wijziging 25 januari 2005 2005WEM000168i Gedeputeerde Staten Melding 12 april 2005 2005WEM001370i Gedeputeerde Staten III Procedure van het verzoek III.A Ontvangst van het verzoek Met betrekking tot het verzoek is de procedure ingevolge de paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De aanvraag is door ons op 2 juli 2007 ontvangen en is door ons ter informatie op 13 juli 2007 (rectificatie dd. 27 juli 2007) toegezonden aan betrokken bestuursorganen, te weten: a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest; b. de Regionaal inspecteur VROM-inspectie Regio Noord-West te Haarlem; c. het dagelijks bestuur van het Waterschap Vallei & Eem; d. brandweer Soest. III.B Coördinatie Wm-vergunning en Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)- vergunning De inrichting is Wvo-vergunningverplichtig. Door het Waterschap Vallei en Eem is voor de activiteiten een Wvo-vergunning verleend. Uit informatie van het waterschap blijkt dat dit verzoek voor wijziging van voorschriften geen invloed heeft op de bestaande Wvo-vergunning. Wijziging van deze vergunning is dan ook niet nodig. Coördinatie van de Wm-vergunning met de Wvo-vergunning is in dit geval dus niet aan de orde. III.C Terinzagelegging De kennisgeving over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken is gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend regionaal dagblad op 15 augustus 2007. Vervolgens heeft het verzoek, ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken gedurende zes weken terinzage gelegen namelijk van 15 augustus 2007 tot 26 september 2007. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op het verzoek zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen zienswijzen of adviezen ingekomen. IV Beoordeling van het verzoek IV.A Artikel 8.8 tot en met 8.11 Wet milieubeheer De artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wet milieubeheer omvatten het toetsingskader voor de beslissing op een verzoek om de beperkingen die zijn verbonden aan vergunning te wijzigingen, aan te vullen of in te trekken. Afdeling Vergunningverlening/Team milieubeheer 2 beschikking d.d. 16 oktober 2007
IV.A.1 Inhoudelijk Het verzoek heeft betrekking op de bodembeschermende voorziening ter plaatse van de zoutloods. Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten en vormt het toetsingskader voor de bescherming van de bodem. Binnen de inrichting wordt, in een speciaal daarvoor bestemde overkapte opslagplaats (zoutloods), wegenzout opgeslagen. In de loods is een aaneengesloten vloeistofkerende vloer aanwezig. Wegenzout wordt in de NRB als bodembelastend aangemerkt. Indien een overkapping aanwezig is en geen hemelwater in de opslag kan komen en/of bodembelastende vloeistoffen uit het opgeslagen materiaal kunnen komen, kan ingevolge de NRB volstaan worden met een kerende voorziening (opslag droog stortgoed). Deze voorziening is binnen de inrichting aanwezig. Om een verwaarloosbaar risico te realiseren moet de voorziening wel regelmatig visueel gecontroleerd worden. De NRB geeft niet aan wanneer deze inspecties moeten plaatsvinden. Vergunninghoudster geeft aan inspecties van vloer te zullen uitvoeren op momenten die daar het meest geschikt voor zijn (m.n. als er geen of weinig zout is opgeslagen). Hiermee wordt voldaan aan het in de NRB gestelde. Vergunninghoudster verzoekt de voorschriften van de vigerende vergunning in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie binnen de inrichting. Gezien het bovenstaande kan hiermee ingestemd worden. Dit betekent dat de voorschriften 2.4.2.1, 2.4.2.5, 2.4.2.6, 2.4.2.7 en 3.3.1.1 behorende bij de vigerende Wet milieuvergunning van 10 december 2002 aangepast moeten worden. Zie voor de aangepaste voorschriften de bijlage bij dit besluit. V Reacties op de ontwerp-beschikking V.A Zienswijze Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking op het verzoek zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen zienswijze(n) ingekomen. V.B Gedachtewisseling Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking is geen verzoek om een gedachtewisseling bij ons ingediend. V.C Adviezen Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking op het verzoek zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen adviezen ingekomen. V.D Wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-beschikking Ten opzichte van de ontwerp-beschikking zijn geen wijzigingen aangebracht. VI Conclusie Gelet op bovenstaande overwegingen bestaat er voor ons geen aanleiding om het verzoek in het belang van het milieu te weigeren. Wij hebben derhalve besloten als weergegeven onder I. VII Afschriften Het origineel van deze beschikking te zenden aan en een afschrift te zenden aan: burgemeester en wethouders van de gemeente Soest; VROM-Inspectie Regio Noord-West (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland), Kennemerplein 6-8, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; het dagelijks bestuur van het Waterschap Vallei & Eem, Fokkerstraat 16, 3833 LD Leusden; de brandweer Soest,, Lange Brinkweg 71, 3764 AB Soest. Afdeling Vergunningverlening/Team milieubeheer 3 beschikking d.d. 16 oktober 2007
Tevens hebben wij deze beschikking openbaar gemaakt op het internetdomein van de provincie Utrecht: http://www.provincie-utrecht.nl. Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink Afdelingsmanager Vergunningverlening Afdeling Vergunningverlening/Team milieubeheer 4 beschikking d.d. 16 oktober 2007
Beroepsmogelijkheid Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep kan overeenkomstig het bepaalde in Awb art 8:1 jo art 7:1 worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of door belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet kan worden verweten of door belanghebbenden die zich niet kunnen vinden in de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. Het beroep staat open voor belanghebbenden. Het beroepschrift moet worden ondertekend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: 1. de naam en het adres van de indiener; 2. de dagtekening; 3. een omschrijving van de beschikking waartegen het beroep is gericht; 4. de gronden van het beroep. Bij het beroepschrift moet zo mogelijk een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft, worden overgelegd. Het beroepschrift moet in tweevoud worden gezonden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. Voor indiening van een beroepschrift is 143,- griffierecht verschuldigd voor een natuurlijke persoon en 285,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld tegen deze beschikking kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd indien onverwijlde spoed dat vereist. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd. Afdeling Vergunningverlening/Team milieubeheer 5 beschikking d.d. 16 oktober 2007