KARTOGRAFISCHE OVERWEGINGEN BIJ DE STADSMONITOR AMSTERDAM

Vergelijkbare documenten
Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, (procenten)

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Concentratie allochtonen toegenomen

Stads- en Regiomonitor Amsterdam

Citation for published version (APA): Deurloo, R., & Dignum, K. (2002). Stadsmonitor Amsterdam en ruimtelijke plannen. Rooilijn, 35(10),

Etnische segregatie op buurtniveau

Bijlage I Methode Staat van de Stad enquête

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Samenvatting en conclusie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

Participatie in arbeid

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Quick Reference Guide Basiskaart Curaçao

Segregatie in het onderwijs

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1},

Langdurige werkloosheid in Nederland

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Numerieke Analyse - Week 03

Hoofdstuk 5 : Afgeleiden van veeltermfuncties

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

Voorwoord. Augustus 2012 Veenendaal, Ds. P. den Butter

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 De website bij het boek 9 Hoe werkt u met dit boek?

Uit huis gaan van jongeren

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:

Swing Quickstep - Help

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Gebruikershandleiding NAPinfo Datum 11 april 2013 Status Definitief versie 1.3

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

BENCHMARK WOZ-KOSTEN

T e c h n i s c h e g e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g W o o n Z o r g w i j z e r

CentERpanel, representativiteit en weging. Dirk Sikkel

Getallen en breuken. /1 Schrijf de helen als breuken, of haal de helen uit de breuk. 2 Verdeel de breuken. 3 Verdeel de breuken.

huiswaarts.nu alle woonwensen onder één dak Wageningen - Ede - Rhenen - Veenendaal

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

BAG plug-in. Versie 14.01

Mailing/Selecties maken

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 19 september 2017

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Leefbaarheid. Een buurtonderzoek

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

12. Vaak een uitkering

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

4.4.3 Uw energieverbruik vergelijken

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Sociale omgeving, integratie en maatschappelijke cohesie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Instructie inzageversie voor medewerkers

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

Beroepsbevolking Amsterdam, 2011

Handmatig Onderzoekmelding invoeren Archis III

Werkloosheid Amsterdam

Handleiding Tercera-viewer Tercera BV Tercera BV

Homoseksuelen in Amsterdam

Maatschappelijke participatie

Instructie aanmaken Vrije overzichten

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Johan Bonekamp, Lans Bovenberg, Theo Nijman, Bas Werker

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Rapport. Monitor Marokkaanse risicojongeren 2009

Studenten aan lerarenopleidingen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Meest Gastvrije Stad 2010

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

Pensioenaanspraken in beeld

Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Stevige blowers in en rond Amsterdam

Hartstikke goed werk!

Voorbereidingsopdrachten_Advisering

Transcriptie:

KARTOGRAFISCHE OVERWEGINGEN BIJ DE STADSMONITOR AMSTERDAM Rinus Deurloo Dr. M.C. Deurloo is universitair oofddocent en coördinator van et GIS-centrum van de Faculteit Maatscappij- en Gedragswetenscappen van de Universiteit van Amsterdam, Nieuwe Prinsengract 130, 1018 VZ Amsterdam, [e] m.c.deurloo@uva.nl. INLEIDING U ebt er waarscijnlijk nog nooit van geoord, maar et gaat goed met de Stadsmonitor Amsterdam. De monitor oudt nauwkeuriger dan ooit (op et niveau van de circa 18000 zespositie postcodes) bij oe et in sociaal-ruimtelijk opzict op uiteenlopende terreinen, zoals werk, onderwijs, cultuur gesteld is met de participatie van Amsterdammers in un stad. Van de ruimtelijke spreiding van die verscijnselen kunnen eel preciese kaartbeelden op et computerscerm worden opgevraagd. Op termijn moet de monitor een probleemsignalerende functie krijgen. Nu al wordt ze ingezet voor diverse gemeentelijke rapportages, waaronder die in et kader van et Sociaal Structuurplan Amsterdam. In dit artikel wordt vooral ingegaan op kartografisce overwegingen en daarmee verbonden - op GIS-aspecten die bij de ontwikkeling van et systeem een rol gespeeld ebben. Het spreekt namelijk allerminst vanzelf oe van gegevens op zespositie postcodeniveau relevante kaartbeelden gemaakt kunnen worden. Trefwoorden Vakgebied: Onderwerp: Soort: gebruik van geografisce informatie;kaartproductie;visualisatie digitale kartografie;gis/lis;infograpics;kartografisce communicatie;stadskartografie;tematisce kartografie onderzoek WAAR WOONT EEN BEPAALDE BEVOLKINGSGROEP IN AMSTERDAM VOORAL? Het gaat goed met de Stadsmonitor Amsterdam. U ebt er waarscijnlijk nog nooit van geoord, maar dat kan komen omdat de naam nog maar kortgeleden bedact is. Het systeem is al sinds een jaar of twee in opbouw en een eerdere versie van de monitor eeft al gefunctioneerd op de fraaie tentoonstelling Strijd om de Ruimte in Kaart, die van 2 november 2000 tot 23 januari 2001 in de Biblioteek van de Universiteit van Amsterdam te bewonderen was (Werner en Borger, 2000). In een vitrine van die tentoonstelling werd figuur 1 getoond. Deze kaart geeft een beeld van de gebieden in Amsterdam waar op 1 januari 1994 (geel) of op 1 januari 2000 (groen omrand) veel Marokkanen woonden (meer dan 500 en meer dan 20% Marokkanen). De kaart ad, passend bij et tema van de tentoonstelling, tot doel iets te laten zien van de woonsegregatie van deze bevolkingsgroep in de stad en de veranderingen daarin over de afgelopen 6 jaren. 1

Figuur 1. Amsterdam: grotere gebieden waar op 1-1-1994 (geel) of op 1-1-2000 (groen omrand) veel Marokkanen woonden In de tentoonstellingsruimte stond ook een computer klaar waarmee bezoekers zelf zulk soort kaarten op et scerm konden oproepen (en op papier konden laten afdrukken). Om dat te doen moest men eerst uit elk van 4 rolmenu s - aangeduid als Tema, Jaar, Groep en Basis - een optie kiezen. Daarmee activeerde men één van de vele in die computer opgeslagen kaartlagen. Voor figuur 1 bijvoorbeeld zou men uit de rolmenu s als tema etniciteit, als jaar 1994 (en later 2000), als groep Marokkanen en als basis de geele bevolking ingesteld ebben. De bijbeorende kaartlaag, zoals die in de computer lag opgeslagen, ziet er dan voor 1 januari 1994 uit als figuur 2, en voor 1 januari 2000 als figuur 3. Dit zijn twee van de in totaal 275 voorgebakken kaartlagen waarmee de tentoonstellingsbezoeker aan de gang kon. 2

Figuur 2. Alle Marokkaanse concentratiegebieden op 1-1-1994 Figuur 3. Alle Marokkaanse concentratiegebieden op 1-1-2000 In elke kaart van dat computerarcief van de tentoonstelling zaten alle ruimtelijke concentraties van et betreffende onderwerp opgeslagen, van minuscule onbetekenende snippertjes tot omvangrijke gebieden, zoals ook geïllustreerd wordt in de figuren 2 en 3. 3

Die arciefkaarten dienden als basis van waaruit een relevant beeld opgebouwd kon worden. Daarover kon iedere bezoeker, met een betrekkelijk grote mate van vrijeid, zelf beslissen door in een invulscermpje criteria in te stellen. Daarmee konden uit de kleinere en grotere vlekken van een basiskaart diegene gekozen worden die aan bepaalde eisen van aantal en/of percentage en/of oppervlakte en/of dicteid voldeden. Op die manier kon iedereen zelf bepalen welke snippertjes men uit et kaartbeeld wilde weglaten. Figuur 1, bijvoorbeeld, is gemaakt door te eisen dat et minimale aantal Marokkanen van een concentratiegebiedje 500 moest zijn en et minimale percentage Marokkanen (ten opzicte van de totale bevolking) 20. Het was ook mogelijk om kaarten van twee tijdstippen over elkaar een af te beelden, zoals in figuur 1 is gedaan: de vorige kaart kon (in een ander kleurtje) onder de uidige (die dan transparant getekend werd) worden opgeroepen. POSTCODES Waar komen die 275 voorgebakken kaartlagen nu vandaan en oe zijn de gebieden op die kaartlagen afgebakend? Dat is een eel veraal. Aan de basis van et systeem staan gegevens op et niveau van zespositie (vier cijfers en twee letters) postcodes. Amsterdam telt (in 2000) bijna 18000 bewoonde postcodes en via verscillende registraties en tellingen bescikt de gemeente over allerlei bevolkingskenmerken voor die postcodes. Dat geeft zeer gedetailleerde informatie, want gemiddeld wonen er in de oofdstad in een postcodegebiedje maar net iets meer dan een luttele 40 mensen. O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek, werkt intensief samen met de afdeling Geografie en Planologie van de Universiteit van Amsterdam om een standaardarcief van gegevens aan te leggen op dit zeer gedetailleerde postcodeniveau. Naast de drie tema s die op de tentoonstellingscomputer bescikbaar waren, etniciteit, leeftijd en werklooseid, gaat et om andere demografisce gegevens en werkgelegeneidsindicatoren, en verder nog om een welgekozen gegevensverzameling op et gebied van leefbaareid (voorzieningen/criminaliteit), onderwijs en opleiding, politiek (gemeenteraad) en cultuurparticipatie. Kortom, een scala aan gegevens om de mate van sociale integratie en maatscappelijke participatie van allerlei bevolkingsgroepen in de stad en de dynamiek daarin door de tijd een gedetailleerd in kaart te brengen. Men beoogt met deze informatiebron een probleemsignalerende monitor voor de stad te ontwikkelen, en langzamerand begint et daar op te lijken. Intussen is et projekt bekend onder de naam Stadsmonitor Amsterdam en is et totaal aantal basiskaartlagen opgelopen tot boven de vijfonderd. De toepassing op de tentoonstellingscomputer was een voorloper van de tans vigerende versie. HET KAARTVLAK VULLEN Het is niet vanzelfsprekend oe een relevant kaartbeeld van een verscijnsel gemaakt moet worden vanuit gegevens op een zo gedetailleerd niveau als zespositie postcodes. Dat eeft twee oorzaken, een kartografisce en een inoudelijk-statistisce. In de eerste plaats zijn postcodes in geografisc opzict wonderlijke eeneden. De geografie van postcodes is commercie. Er zijn in Nederland bedrijven die digitale zespositie postcode bestanden verkopen. Men krijgt dan per postcode een coördinatenpaar dat de locatie van et centrumpunt van de postcode aanduidt. Er zijn verscillende nauwkeurigeden leverbaar, waar uiteraard verscillende prijskaartjes aanangen. Laten we voor Amsterdam een dergelijk postcodebestand van centrumpunten eens rectstreeks proberen te gebruiken om een beeld te sceppen van de segregatie van Marokkanen op 1 januari 2000. Het ligt dan et meest voor de and om een tematisce puntenkaart te maken van et percentage Marokkanen per postcode. Figuur 4 laat een voorbeeld van zo n kaart zien. Er is een indeling in 4 categorieën gekozen: 0-0,5%; 0,5-10%; 10-20%; en 20-100%. Om een beoorlijke weergave (vlakvulling) te krijgen is die indeling met zorg weergegeven in symbooltype WingDings 7 in oplopende intensiteit rood. 4

5 Figuur 4. Percentage Marokkanen per postcode op 1-1-2000 Op et eerste gezict geeft figuur 4 wel een globale indruk van de spreiding, maar bij nadere bescouwing blijkt et beeld toc maar weinig informatief te zijn. Vrij goed is te zien dat postcodes met oge percentages Marokkanen vooral in et westen, oosten en noorden van de stad te vinden zijn, maar veel verder komen we eigenlijk niet met et doen van uitspraken aan de and van deze kaart. Als je op de kaart gaat inzoomen, zoals in figuur 5, waar met circa een factor 3 is ingezoomd, ontstaat ook meteen een ongewenst bijeffect, want dan vallen er als et ware gaten in de kaart en wordt et beeld vertroebeld door witte ruimten tussen de puntsymbolen. Dat is alleen enigszins op te lossen door de puntsymbolen voor elke scaalfactor steeds opnieuw eel zorgvuldig te kiezen. Dat zal niet meevallen, want in de meer recent gebouwde stadsdelen, zoals west en zuidoost, liggen de centrumpunten van de postcodes een stuk verder uit elkaar dan in, bijvoorbeeld, et centrum van Amsterdam.

6 Figuur 5. Ingezoomd op een deel van figuur 4 VAN PUNTENKAART NAAR GEBIEDENKAART Het gesignaleerde probleem van tematisce puntenkaarten kan natuurlijk wel op een elegante manier opgelost worden door de basiskaart van postcodepunten om te zetten in een basiskaart van gebieden en dan, in plaats van tematisce puntenkaarten, tematisc gebiedenkaarten te maken. GIS-systemen bevatten verscillende voorzieningen om zo n omzetting tot stand te brengen. Een voor de and liggende metode is et vormen van zogenoemde Tiessen-polygonen, ook wel Voronoi-polygonen genoemd. Een Tiessen-polygonenkaart ontstaat door de punten et omringende land eerlijk te laten veroveren. Figuur 6 laat voor een deel van de stad zien oe de uit de postcodepunten geconstrueerde Tiessenkaart er uit ziet.

Figuur 6. Uit postcodepunten geconstrueerde Tiessen polygonen Met de Tiessengebieden komt de voorstelling van figuur 4 er dan uit te zien als figuur 7. Vanwege et zeer grote aantal zijn in figuur 7 de grenzen tussen de afzonderlijke gebiedjes weggelaten. Figuur 7. Tematisce gebiedenkaart van et percentage Marokkanen per postcode op 1-1-2000 7

In tecnisc opzict is figuur 7 veel bevredigender dan de kaart van figuur 3. Figuur 7 ziet er niet alleen appetijtelijker uit, maar in- en uitzoomen en dat moet een computer-monitor toc kunnen - gaat nu ook zonder problemen. Inoudelijk valt er op et in figuur 7 bereikte resultaat ecter nog wel wat af te dingen, en daarmee stuiten we op et tweede probleem. Tussen postcodes bestaan grote verscillen in et aantal personen dat er woont; dat aantal varieert in Amsterdam van slects 1 tot niet minder dan 1274. Als et Tiessengebied van een postcode met eel weinig bewoners niet verwaarloosbaar klein is, komt dat gebiedje op tematisce kaarten zoals figuur 7 in verouding veel te geprononceerd te voorscijn. In figuur 8 is dat probleem min of meer opgelost door alleen die gebieden in te kleuren waar de bevolkingsdicteid op 1-1-2000 minstens 20 per ectare is. Dit beeld geeft mijns inziens een redelijk bevredigende voorstelling van de spreiding van Marokkanen over de stad. Figuur 8. Percentage Marokkanen per postcodegebied op 1-1-2000 rood: boven et gemiddelde; grijs: onder et gemiddelde; lictgrijs: onbewoond of te lage dicteid. STADSMONITOR AMSTERDAM: CONCENTRATIEGEBIEDEN Is de weergave volgens de metode van figuur 8 nu wel de beste manier om et in de inleiding gestelde doel - de woonsegregatie van Marokkanen in de stad en veranderingen daarin door de tijd in kaart te brengen? Aan de figuren 1, 2 en 3 (en aan alle andere basiskaartlagen van de Stadsmonitor Amsterdam) ligt een eel ander constructieprincipe ten grondslag. Dat principe komt voort uit et besef dat een zespositie postcode op ziczelf genomen een veel te kleine en daarom irrelevante eeneid is om er segregatieverscijnselen uit af te lezen. Voor de kaartlagen van de monitor zijn om die reden niet de postodes zelf als ruimtelijke eeneden gebruikt, maar zijn er nieuwe ruimtelijke eeneden ontworpen: relevante aggregaten van postcodes. Wat relevant is angt uiteraard af van de omstandigeden; dat betekent dat voor elke kaartlaag apart nieuwe ruimtelijke eeneden zijn gemaakt. Laten we als voorbeeld figuur 3 nemen. De gebieden op die kaart (Marokkaanse concentraties op 1-1-2000) zijn als volgt geconstrueerd. Als uitgangspunt is een geografisc basisbestand gebruikt waarin een postcode (bijna altijd) voorgesteld wordt als een lijnstukje dat et laagste en et oogste uisnummer verbindt. Als et aandeel Marokkanen in een postcode voldoende groot is (in dit geval geoperationaliseerd als tenminste 15,59%) werd et lijnstukje geselecteerd, anders niet. De redenering acter die 15,59% is dat et percentage Marokkanen op 1-1- 2000 in eel Amsterdam 7,53% bedroeg en dat 15,59% daar twee (binomiale) standaardafwijkingen (2 x 4,03%) boven ligt, dus flink meer is dan et gemiddelde aandeel in de stad. Vervolgens is elk geselecteerd lijnstukje omgebouwd tot een gebiedje door er een bufferzone van 25 meter omeen af te bakenen. Als de totale bevolkingsdicteid in zo n buffergebiedje erg laag is (minder dan 20 personen per ectare) werd et gebiedje 8

alsnog uit de selectie verwijderd. In de resterende kaart werden tenslotte alle buffergebiedjes die elkaar overlappen, samengevoegd tot één aggregaatgebied. Ook de gegevens die aan de afzonderlijke postcodes angen werden en dat is essentieel voor et bevragen van de monitor - erberekend voor de nieuwe aggregaatgebieden. In figuur 9 zijn de belangrijkste stappen van et constructieproces te zien voor een uitvergroot stukje van de stad. In figuur 9a is et lijnenbestand van de postcodes op 1-1-2000 in grijs weergegeven. In figuur 9b zijn de lijnstukjes met meer dan 15,59% Marokkanen op 1-1-2000 rood gemarkeerd. En in figuur 9c zijn, in geel, de concentratiegebieden te zien als aggregaties van 25 meter bufferzones om de rood gemarkeerde lijnstukken. Figuur 9c is dus de arciefkaartlaag in et systeem van Stadsmonitor Amsterdam. Wellict ten overvloede is in figuur 9d nogmaals et resultaat te zien van de keuze van een gebruiker van de monitor voor gebieden met meer dan 20% en meer dan 500 Marokkanen. 9

a b c d Figuur 9. Het constructieproces van concentratiegebieden 10

Het combineren van postcodes en de bewerking tot nieuwe gebiedseeneden, zoals dat op deze manier voor de stadsmonitor wordt gedaan, eeft veel voordelen. De nieuwe gebiedseeneden zijn altijd allemaal relevant voor et tema dat in kaart moet worden gebract. Wie in zo n gebied gaat rondlopen ziet gegarandeerd et betreffende verscijnsel om zic een. Het beeld is niet meer afankelijk van de scaal waarop de kaart wordt weergegeven. Afankelijk van et preciese doel waarvoor een kaart nodig is kunnen eenvoudig verdere selecties uit de nieuwe gebiedenkaartlaag worden gemaakt, zoals in et voorbeeld van figuur 9d. Vragen als waar liggen de grootste concentraties Marokkanen en oe groot is un gezamenlijke aandeel, kunnen met een druk op de knop beantwoord worden. Welke gebieden de tentoonstellingsbezoeker wilde zien kon, zoals eerder is opgemerkt, worden aangegeven door in een invulscerm één of meer criteria op te geven. Men kon opgeven welk aantal van de gekozen groep een gebiedje minstens moet alen, en/of welk percentage, welke oppervlakte, welke dicteid, en of de groep er dominant moet zijn. Een interessante optie in de monitor is ook de mogelijkeid om twee kaarten te combineren. Niet alleen kan men twee kaarten over elkaar een laten afbeelden (waarbij de gebieden van de bovenste kaartlaag tijdelijk transparant worden weergegeven, zodat men de onderste laag er dooreen kan zien, zoals in figuur 1). Men kan ook ect geografisc combineren door in et invulscerm op te geven dat men alleen gebieden wil ebben die overlappen of juist niet overlappen - met de gebieden van de vorige kaart. Dat biedt talloze nieuwe mogelijkeden, bijvoorbeeld om de mate waarin en de plekken waar zic confrontatie tussen twee bevolkingscategorieën voordoet, voor te stellen. Helaas biedt dit artikel geen ruimte om daar voorbeelden van te geven of om op deze specifieke GIS-toepassing verder in te gaan. Mijns inziens biedt de metodiek die voor de monitor wordt gebruikt goede mogelijkeden om segregatiegegevens op postcodeniveau naar bruikbare kaartbeelden om te werken. Om dat te illustreren wordt in de volgende paragraaf een aantal kaartbeelden getoond in de sfeer van et inoudelijke onderwerp van de tentoonstelling Strijd om de Ruimte in Kaart. Zulke beelden kon de bezoeker van de tentoonstelling gemakkelijk zelf snel maken. SEGREGATIE VAN ETNISCHE GROEPEN IN AMSTERDAM In allerlei overzicten, en met et oog op de bruikbaareid voor et beleid, deelt de gemeente Amsterdam aar inwoners in in act etnisce categorieën. De indeling is niet gebaseerd op nationaliteit maar op land van erkomst (van de betrokkene, of van de ouders). De act categorieën zijn Surinamers, Antillianen, Turken, Marokkanen, Zuideuropeanen, Overige buitenlanders uit niet-geïndustrialiseerde landen, Overige buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen, en Nederlanders. Tabel 1 geeft de aantalsverdeling over deze groepen. Tabel 1. Bevolking van Amsterdam naar etnisce groepen op 1-1-2000 (bron: O+S) Surinamers 71760 Antillianen 11623 Turken 33931 Marokkanen 55043 Zuideuropeanen 17066 Overige buitenlanders 141839 w.v. niet-geïndustr. landen 72188 geïndustr. landen 69651 Nederlanders 400027 Totaal 731289 In de figuren 10 t/m 14 wordt een beeld van de segregatie van vijf van deze etnisce groepen gegeven. De kaarten zijn gemaakt volgens de in de vorige paragraaf besproken metode, zoals die ook voor andere bevolkingskenmerken wordt toegepast in de Stadsmonitor Amsterdam. Voor de gebiedjes op de vijf kaarten zijn steeds dezelfde criteria gebruikt: a) et aandeel van de betreffende groep in een gebiedje moet minstens twee binomiale standaardfouten boven et stadsgemiddelde liggen en b) et aantal van de betreffende groep in een 11

gebiedje moet minstens een kwart procent zijn van de totale omvang van de groep in de stad. Tabel 2 laat zien oe deze eisen uitpakken voor de vijf groepen. Tabel 2 Minimale eisen waaraan de gebiedjes in de figuren 10 tot en met 14 voldoen Minimaal aantal minimaal percentage Figuur 10 Turken 85 11.1 Figuur 11 Ov. Industr. landen 174 18.5 Figuur 12 Surinamers 179 18.9 Figuur 13 Ov. Niet-industr. landen 180 19.0 Figuur 14 Nederlanders 1000 69.9 Figuur 10. Concentratiegebieden van Turken op 1-1-2000 Figuur 11. Concentratiegebieden van personen uit overige geïndustrialiseerde landen op 1-1-2000 12

Figuur 12. Concentratiegebieden van Surinamers op 1-1-2000 Figuur 13. Concentratiegebieden van personen uit overige niet-geïndustrialiseerde landen op 1-1-2000 13

Figuur 14. Concentratiegebieden van Nederlanders op 1-1-2000 Tabel 3. Totaal aandeel van de etnisce groep in de concentratiegebieden Aantal gebieden Aantal van de groep Percentage Aandeel van de groep (%) in de gebieden van de stad in de gebieden Figuur 10 Turken 43 17374 51.2 20.1 Figuur 11 Ov. Industr. landen 12 9994 14.3 24.8 Figuur 12 Surinamers 53 24559 34.2 35.4 Figuur 13 Ov. Niet-industr. landen 30 11140 15.4 32.6 Figuur 14 Nederlanders 25 79725 19.9 77.8 Tabel 3 geeft de kerngetallen voor de gezamenlijke concentratiegebieden van elke kaart. Het is duidelijk dat Turken relatief sterk gesegregeerd zijn in vergelijking tot de vier andere groepen. Overigens lijkt et beeld van de Marokkanen en un mate van segregatie (ier niet getoond, maar zie figuur 1) erg veel op et Turkse. Beide groepen zijn relatief sterk vertegenwoordigd in de oudere oostelijke stadsdelen en, in toenemende mate, in de naoorlogse westelijke tuinsteden. Surinamers en mensen uit overige niet-geïndustrialiseerde landen concentreren zic enigermate in Amsterdam Zuidoost. Mensen uit overige geïndustrialiseerde landen zijn wat meer te vinden in de centrale stad en op de zogeeten Zuidas. Nederlanders tenslotte zijn enigszins oververtegenwoordigd op plekken waar niet te veel Marokkanen, Turken, Surinamers en mensen uit overige niet-geïndustrialiseerde landen wonen. TOEPASSINGEN VAN STADSMONITOR AMSTERDAM Stadsmonitor Amsterdam is een computerapplicatie die wordt ontwikkeld om de stad in sociaal opzict breed te kunnen monitoren en ruimtelijke ontwikkelingen door de tijd een gedetailleerd te kunnen volgen. In et arcief van et systeem zitten op dit moment (medio 2001) ruim 500 basiskaarten van concentratiegebieden voor 15 verscillende tema s over de jaren 1994-2000. De kaartbeelden die met de monitor gemaakt kunnen worden zijn toepasbaar voor exploratie, om een ontwikkeling te bescrijven of om een veronderstelling te toetsen. Een voorbeeld van elk van deze drie verscillende toepassingsmogelijkeden moge dit toelicten. Het is met de monitor gemakkelijk te zien dat in bepaalde delen van Amsterdam Zuidoost langdurig werklozen en kortdurig werklozen in combinatie geconcentreerd voorkomen. Is ier misscien sprake van gettovorming? (voorbeeld van exploratie). 14

De monitor maakt et gemakkelijk om te zien oe de concentratie van Marokkanen zic ontwikkelt. Er is een verscuiving gaande vanuit de gordel 20-40 naar de Westelijke Tuinsteden (voorbeeld van et bescrijven van een ontwikkeling). Met de monitor kan gemakkelijk geverifiëerd worden dat met de algemene verbetering van de economie in de laatste jaren et aantal concentraties van werklooseid en bijstandafankelijkeid afneemt (voorbeeld van toetsen van een veronderstelling). In et recent verscenen rapport De Staat van de Stad Amsterdam I, Sociaal Structuurplan (Scyns et. al, 2001) wordt ruim gebruik gemaakt van kaartbeelden die met de monitor zijn gemaakt. In et voorwoord scrijft de verantwoordelijke wetouder (pagina 4): De monitor biedt veel gebruiksmogelijkeden; als toetssteen voor et beleid, als vinger aan de pols voor ontwikkelingen en als onderbouwing voor uidig en nieuw beleid. BESCHIKBAARHEID In augustus 2001 is de eerste betrouwbaar werkende versie van de stadsmonitor Amsterdam gereed gekomen. Verspreiding vindt plaats via een CD-ROM. In verband met de privacygevoeligeid van et materiaal worden voorlopig alleen copieën verstrekt aan betrokkenen bij et samenwerkingsproject tussen O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek, en de Afdeling Geografie en Planologie van de Universiteit van Amsterdam. Laatstgenoemden moeten een verklaring tekenen waarin zij beloven de informatie alleen voor un eigen wetenscappelijke publicaties te zullen gebruiken. Met de registratiecommissie van de gemeente Amsterdam, die de gemeenteraad adviseert over privacygevoelige projecten, is overleg gaande om tot een ruimere bescikbaarstelling te komen. Sinds een paar maanden worden proeven genomen met een internetversie van et systeem. NOOT Door O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek, zijn enkele Factseets gepubliceerd op basis van de stadsmonitor Amsterdam. Deze publicaties, Deurloo et. al (2000) en Deurloo et. al (2001), kunnen online worden geraadpleegd via de website van et bureau: www.onstat.amsterdam.nl LITERATUUR Deurloo, M.C. & S. Musterd (1998) Etnic Clusters in Amsterdam 1994-96: a micro-area Analysis. Urban Studies, vol. 35, no. 3, pp. 385-396. Deurloo, M.C., S. Musterd, J. Van Antwerpen, J. Slot, T. Fonville, E.M. Velduizen (2000) Ruimtelijke dynamiek van immigranten in Amsterdam, 1994-1999. Factseet nummer 2, maart 2000 van O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek. Deurloo, M.C., S. Musterd, J. Slot, E.M. Velduizen (2001) Integratie van nieuwkomers en werklozen in Amsterdam. Factseet nummer 4, mei 2001 van O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek. Scyns. P., T. Boucier, K. Dignum, E. Lindeman, J. Slot (2001) De Staat van de Stad Amsterdam I, Sociaal Structuurplan. O+S, et Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek, ISBN 90 6274 125 8. Werner, J.W.H. en G.J. Borger, red. (2000) Strijd om de ruimte in kaart; catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Universiteitsbiblioteek Amsterdam, georganiseerd in et kader van et congres Geografie 2000, ISBN 90 6125 104 4. SAMENVATTING Stadsmonitor Amsterdam is een computertoepassing waarmee beleidsmakers en andere eindgebruikers snel en gemakkelijk gedetailleerde kaartbeelden kunnen maken van allerlei participatiekenmerken van de bevolking van de oofdstad. Aan de basis van et systeem ligt een uitgebreide gegevensverzameling op et ruimtelijke niveau van zespositie postcodes. Het artikel betoogt dat dit ruimtelijke niveau niet optimaal is om de gewenste tematisce kaarten te maken. Voor de monitor wordt dit probleem opgelost door nieuwe, flexibele, ruimtelijke eeneden te construeren als aggregaten van postcodes. Het constructieproces van deze eeneden wordt uiteengezet en er worden voorbeelden van de resulterende kaartbeelden gegeven, die met de monitor zijn gemaakt. 15