Maatschappelijke participatie
|
|
- Leopold Nathan Pieters
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 7 Maatschappelijke participatie Amsterdammers kunnen op vele manieren maatschappelijk actief zijn. Zij kunnen actief zijn in een vereniging door daar bijvoorbeeld een cursus te volgen, zij kunnen zich inzetten als vrijwilliger, of hun buren helpen met boodschappen of klusjes (informele hulp). Deze vormen van actieve deelname aan de samenleving gaan vaak samen met maatschappelijke betrokkenheid en leveren sociale contacten. Mensen die niet of nauwelijks betrokken zijn bij dit soort activiteiten lopen het risico op sociaal isolement. Een nieuw thema in dit hoofdstuk is de maatschappelijke integratie van allochtonen. Hoe staat het bijvoorbeeld met de kennis van het Nederlands? Hebben allochtonen veel contact met Nederlanders, en hoe zien zij hun positie in Nederland?
2 88 De Staat van de Stad Amsterdam III Kernpunten Drie van de tien Amsterdammers nemen minstens één keer in de maand deel aan activiteiten van een vereniging. Dit is minder dan landelijk (44%). Eén derde van de Amsterdammers (35%) zet zich als vrijwilliger in voor een organisatie. Het gaat hierbij vooral om sportverenigingen en maatschappelijke organisaties. Vier van de tien Amsterdammers verlenen soms tot vaak informele hulp (42%). Dit is meer dan in de jaren daarvoor ( %, %). Ongeveer vier van de tien Amsterdammers voelen zich verwant aan een geloof. Eén achtste van hen doet ook vrijwilligerswerk voor hun geloofsgemeenschap. Amsterdammers zien hun vrienden en hun familie even vaak. Ongeveer driekwart ziet ze minimaal één keer per week. Het aantal inwoners dat zich sociaal geïsoleerd voelt, is de laatste twee jaar gedaald van 15% naar 13%. Het gaat vaker om ouderen en werklozen. Studenten zijn het meest actief in de maatschappij. Alleen bieden zij wel minder vaak informele hulp aan dan gemiddeld. De maatschappelijke participatie is op veel gebieden het laagst onder werklozen. Mensen die actief zijn in het verenigingsleven hebben een beduidend hogere score op de leefsituatie-index. Veel Amsterdammers van Turkse en Surinaamse afkomst zijn van mening dat de positie van de eigen bevolkingsgroep verbetert, terwijl Amsterdammers van Marokkaanse afkomst en Antillianen juist vaak van mening zijn dat de positie van hun groep verslechtert. Het aantal contacten in de vrije tijd tussen allochtonen en autochtonen neemt toe. Dit hoofdstuk bespreekt het verloop van de maatschappelijke participatie van verschillende groepen Amsterdammers. De belangrijkste thema s die in dit hoofdstuk aan de orde komen zijn de deelname aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk, de mate waarin Amsterdammers zich verbonden voelen met religie, sociaal isolement en de maatschappelijke integratie van etnische groepen. Voor al deze onderwerpen wordt ook gekeken hoe deze zich verhouden tot de leefsituatie-index. Drie van de tien Amsterdammers actief in vereniging Nederland staat bekend als een land van verenigingen. Vaak gaat het om het gezamenlijk uitoefenen van een hobby, zoals een sport of toneel, terwijl andere verenigingen zoals politieke partijen of de Dierenbescherming, een maatschappelijk doel dienen. Net als in eerdere jaren blijkt dat 54% van de Amsterdammers lid is van één of meerdere verenigingen. In hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op het lidmaatschap van verenigingen, in dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op het actieve lidmaatschap. In Amsterdam neemt, net als twee jaar geleden, drie van de tien inwoners minstens één keer in de maand deel aan activiteiten van een vereniging. Het kan hierbij zowel om bestuurlijke activiteiten gaan als om bijvoorbeeld de deelname aan een cursus. Amsterdammers zijn hierin minder vaak actief dan overige Nederlanders: in Nederland als geheel neemt 44% van de bevolking minstens één keer per maand actief deel aan de activiteiten van een vereniging. De deelname aan het verenigingsleven verschilt sterk per groep. Onder jongeren van 18 tot 25 jaar is de deelname het hoogst (53%), terwijl werklozen juist minder vaak actief zijn in een vereniging (20%). Van de autochtone Amsterdammers neemt ruim een derde (36%) minstens één keer per maand deel aan een verenigingsactiviteit, terwijl dit voor ruim een kwart (26%) van de allochtonen geldt. Uit landelijk onderzoek blijkt dat eerste generatie allochtonen minder vaak actief in verenigingen zijn dan tweede generatie allochtonen en autochtonen. Zij die geboren zijn in een niet-westers land zijn het minst vaak op deze wijze actief: een vijfde deel tegenover bijna de helft van de autochtonen. 1 Een relatief nieuw type vereniging is de allochtone zelforganisatie. Bijna 3% van de Amsterdammers is hier lid van. Het aantal leden is het hoogst onder de niet-geïndustrialiseerde bevolkingsgroepen (9%). Van de Surinamers is 5% lid van een zelforganisatie en onder de Turken en Marokkanen ligt dit percentage op 4%. Bijna de helft van de leden zet zich ook in als vrijwilliger voor deze organisaties. Het wel of niet deelnemen aan activiteiten in verenigingsverband blijkt sterk samen te hangen met iemands welzijnsniveau, uitgedrukt in de leefsituatieindex (voor een uitleg zie hoofdstuk 1). Personen die minimaal één keer per maand aan verenigingsactiviteiten meedoen, verkeren in een gunstige leefsituatie, ver boven het gemiddelde. Zij hebben een gemiddelde score op de leefsituatie-index van 109, terwijl niet-participanten gemiddeld 96 punten scoren. Ruim een derde actief in vrijwilligerswerk Veel organisaties zijn afhankelijk van de inzet van onbetaalde krachten, de vrijwilligers. Voorbeelden hiervan zijn vrijwilligers bij sportverenigingen, bij wetswinkels en buurtcentra, maar ook ouders die meehelpen op school, of vrijwilligers bij een hulporganisaties als het Rode Kruis. Vrijwilliger zijn voor een organisatie is minder vrijblijvend dan een lidmaatschap en vergt de bereidheid om tijd in te ruimen en je persoonlijk in te zetten voor anderen of een
3 7 Maatschappelijke participatie 89 maatschappelijk doel. Het aantal Amsterdammers dat zich als vrijwilliger inzet voor of via een organisatie schommelt de afgelopen jaren rond de dertig procent en is in 2004 iets gestegen naar 35%. Dit is vergelijkbaar met het landelijke percentage vrijwilligers dat, afhankelijk van de gebruikte vraagstelling, wordt geraamd op 30% tot 45%. 2 In Den Haag ligt het aantal vrijwilligers met 16% een stuk lager en laat bovendien een dalende trend zien. 3 Jongeren en ouderen (gemiddeld 32%) doen minder vaak vrijwilligerswerk dan mensen tussen de 35 en 54 jaar (40%). Ook gaat het relatief vaak om hoger opgeleiden (46%), studenten (51%) en huishoudens met kinderen (41%). Van de autochtonen zegt 39% vrijwilligerswerk te verrichten en van de allochtonen 31%. Amsterdammers zetten zich het vaakst als vrijwilliger in voor hun sportvereniging (7%). Daarna besteedt 6% tijd aan organisaties met een maatschappelijk doel zoals Amnesty International en is 5% actief binnen een geloofsorganisatie. Voor hobbyverenigingen is 3% van de Amsterdammers actief als vrijwilliger. Mensen die vrijwilligerswerk verrichten hebben met een leefsituatie-index van 105, een bovengemiddeld welzijnsniveau. Niet-vrijwilligers hebben een leefsituatie-index van 97, iets onder het Amsterdams gemiddelde. Toenemende informele hulp Een andere vorm van maatschappelijke participatie is de niet-georganiseerde vorm van vrijwilligerswerk, de informele hulp. Onder informele hulp wordt onbetaalde hulp in ongeorganiseerd verband, dus niet voor of via een organisatie, verstaan. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het helpen van een zieke buurvrouw door het doen van boodschappen of het geven van taallessen aan een kennis. Vier van de tien Amsterdammers verlenen soms tot vaak informele hulp (42%). Dit is meer dan in 2000 (36%) en 2002 (33%). Vooral het aantal mensen dat soms hulp biedt, is omhoog gegaan (van 21% in 2002 naar 28% in 2004). De top 4 van de meest geboden Afb. 7.1 Organisaties waarvoor Amsterdammers vrijwilligerswerk verrichten, 2000, 2002 en 2004 (procenten) hulp is hetzelfde gebleven en bestaat uit het doen van boodschappen (24%), oppassen (14%), klusjes uitvoeren (8%) en het verrichten van huishoudelijke taken (7%). Vrijwilligerswerk, informele hulp en verenigingsactiviteit per stadsdeel De mate waarin Amsterdammers betrokken zijn bij georganiseerde activiteiten of elkaar op individuele basis te hulp schieten, verschilt per stadsdeel. Zo doen mensen die in het centrum van de stad wonen veel vaker (49%) mee aan de geboden verenigings- Afb. 7.2 Regelmaat waarmee Amsterdammers informele hulp bieden, 2000, 2002 en 2004 (procenten) vaak soms zelden nooit weet niet, geen antwoord Afb. 7.3 Deelname aan vrijwilligerswerk, informele hulp en verenigingsleven per stadsdeel, 2004 (procenten)
4 90 De Staat van de Stad Amsterdam III activiteiten dan de rest van de stad, terwijl het aandeel vrijwilligers voor de organisaties hier maar net boven het stedelijk gemiddelde ligt. In Bos en Lommer is het verenigingsleven het minst ontwikkeld: zowel het aantal deelnemers als het aantal vrijwilligers is in dit stadsdeel het laagst. In Zuideramstel biedt men opvallend vaker informele hulp aan en in Zeeburg gebeurt dit het minst. Religie: 41% is gelovig De verwantschap met religie van de Amsterdammers lijkt op het eerste gezicht nauwelijks te zijn veranderd. Net als in de voorgaande jaren voelt ongeveer vier op de tien zich verbonden met een geloof (2004: 41%, 2002: 37%, 2000: 42%). 4 In totaal voelt 21% zich verwant met het christelijk geloof (2002: 18%), waarvan 11% rooms-katholiek (2002: 10%). Eveneens 11% voelt zich verwant met de islam (2003: 11%). Afb. 7.4 Amsterdammers die zich verwant voelen met een bepaalde religie, 2002 en 2004 (procenten) Amsterdammers die zich verwant voelen met een religie gaat wel eens naar een godsdienstige bijeenkomst. Onder moslims ligt dit percentage met 62% hoger. Bovendien gaan moslims ook vaker: 36% gaat minimaal één keer per week naar de moskee, terwijl van de christenen 21% wekelijks naar de kerk zegt te gaan. Er zijn ook verschillen tussen de bevolkingsgroepen te zien. Hoewel meer Marokkaanse moslims wekelijks naar de moskee gaan (36%) dan Turkse (30%), bevinden zich onder de Turken weer veel minder gelovigen die zelden of nooit naar de moskee gaan (21% tegenover 46% bij de Marokkanen). Nederlandse gelovigen gaan het minst vaak ter kerke: 58% gaat zelden of nooit. Mensen die zich niet verwant voelen met een godsdienst hebben gemiddeld een gunstiger welzijnsniveau, in de vorm van een hogere leefsituatie-index, dan mensen die dit wel doen (102 versus 97). Wanneer gekeken wordt naar de twee grootste religies in de stad dan blijken Rooms-katholieken met een index van 100 het gemiddelde welzijnsniveau in de stad te hebben, terwijl islamieten hier met 91 punten ver onder zitten. Ongeschoolden geloven vaker (51%) dan hoogopgeleiden (32%) en Nederlanders minder vaak (28%) dan allochtonen (56%). Onder allochtonen voelt de tweede generatie zich minder vaak verwant met een godsdienst (38%) dan de eerste generatie (62%). Bovendien voelen allochtonen die zich sterker verbonden voelen met hun oorspronkelijke vaderland dan met Nederland zich vaker verwant met een religie. Even vaak contact met vrienden als met familie Naast activiteiten in een vereniging geven contacten met vrienden en familie een beeld van de mate van maatschappelijke participatie. Ruim driekwart van de Amsterdammers ziet hun vrienden en/of familie minimaal één keer per week. Men heeft ongeveer even vaak contact met familie als met vrienden en de frequentie van contacten is vrijwel gelijk over de jaren van deze monitor heen. De contacten zijn het intensiefst tot het 35e levensjaar en worden daarna vaak minder regelmatig. Met name onder 55-plussers bevinden zich relatief veel mensen die minder dan 1 keer per maand hun vrienden (13%) of familie (9%) zien. Amsterdammers hebben iets minder vaak wekelijks contact met hun familie (77%) dan de gemiddelde Nederlander (86% wekelijks, cijfer over 2002). De contacten met vrienden zijn echter even intensief. 5 In Amsterdam gaat 22% wel eens naar een godsdienstige bijeenkomst, bijvoorbeeld in een kerk of moskee. Voor Nederland als geheel geldt dat voor een kwart van de bevolking. Ruim de helft van de Afb. 7.5 Mate van contact met familie en vrienden, 2004 (procenten) familie vrienden minstens één keer per week twee keer per maand één keer per maand 5 5 minder dan één keer per maand 3 3 zelden of nooit 3 4 weet niet, geen antwoord 2 1 Amsterdammers van niet-nederlandse afkomst en van Nederlandse afkomst hebben even vaak contact met hun vrienden, maar dit zegt nog niets over in welke mate de verschillende etnische groepen met elkaar omgaan. Dit komt verderop in dit hoofdstuk onder het thema integratie etnische groepen (interetnische contacten) aan de orde. Uit landelijk onderzoek in 2004 blijkt dat allochtonen die zelf in het buitenland geboren zijn, minder frequent contact hebben met familie en vrienden dan de tweede generatie allochtonen en de autochtone bevolking. De tweede generatie niet-westerse allochtonen hebben daarentegen juist veel contacten met vrienden: bijna al deze jongeren (92%) hebben minstens 1x per week contact met vrienden. 6 Ook in Amsterdam heeft de
5 7 Maatschappelijke participatie 91 eerste generatie iets minder vaak contacten met vrienden dan de tweede generatie. Het gaat om respectievelijk 74% en 84% die hun vrienden minimaal een keer per week zien. Dit verschil wordt echter voornamelijk verklaard doordat de tweede generatie nog jong is. Iets minder sociaal isolement Niet alle Amsterdammers hebben een sterke band met hun familie of hebben vrienden met wie ze alles kunnen delen. Aan de hand van een aantal vragen over sociale contacten is een schaal gemaakt waarop Amsterdammers ingedeeld kunnen worden naar de mate waarin zij zich sociaal geïsoleerd voelen. Hoe hoger de score op deze schaal, des te lager de mate van sociaal isolement. Het aantal mensen dat de hoogste score (18 punten) haalt en zich dus totaal niet geïsoleerd voelt, is de laatste twee jaar afgenomen van 44% tot 37%. Tegelijkertijd is ook het aantal mensen dat een (zeer) lage score haalt (tot en met 13 punten) verder afgenomen van 16% in 2000 tot 15% in 2002 naar 13% in Er is dus sprake van een licht afnemend aandeel Amsterdammers die in een sociaal isolement verkeren. Mensen met een baan of studie voelen zich minder vaak geïsoleerd. Dit geldt ook voor mensen die vrijwilligerswerk verrichten. Echter, onder de groep waarvoor vrijwilligerswerk de voornaamste bezigheid is en niet een nevenactiviteit, bevinden zich ook relatief veel mensen in een sociaal isolement. Naarmate men ouder wordt neemt de kans op sociaal isolement toe. Vooral onder 75-plussers voelt een grote groep zich eenzaam (27%). Het hebben van kinderen draagt niet veel bij tot het gevoel erbij te Afb. 7.6 Mate van sociaal isolement (hoe hoger de score, des te minder het sociaal isolement), 2004 horen, maar het hebben van een partner wel. Ouders zonder partner voelen zich net wat vaker geïsoleerd dan alleenstaanden en mensen met een partner juist veel minder vaak. Etniciteit heeft niet veel invloed op het sociaal isolement. De eerste generatie allochtonen hoort wel minder vaak tot de groep die totaal niet geïsoleerd is en valt wat vaker dan Nederlanders onder de middengroep. Zij zijn echter niet vaker sociaal geïsoleerd. Onder de tweede generatie komt sociaal isolement net zo vaak voor als gemiddeld in de stad. In Geuzenveld-Slotermeer wonen de meeste mensen die zich sociaal geïsoleerd voelen (20%) en in Amsterdam-Centrum de minsten (6%). In Amsterdam Oud-Zuid is de meerderheid van de inwoners (53%) totaal niet geïsoleerd. Na Zuideramstel (48%) valt Bos en Lommer op als stadsdeel waar veel mensen zich niet geïsoleerd voelen (41%). Afb. 7.7 Maatschappelijke participatie naar achtergrondkenmerken, 2004 deelname vaak verenigings- vrijwilligers- informele familie vrienden verwant sociaal activiteiten werk hulp wekelijks wekelijks met religie geïsoleerd tot 35 jaar tot 55 jaar / +/ 55-plussers +/ + +/ + ++ man + +/ +/ +/ vrouw +/ + + +/ + +/ werkloos + ++ werkzaam +/ +/ +/ +/ + student pensioen + +/ + + Nederlander / +/ allochtoon +/ +/ ++ + laag geschoold +/ +/ + ++ midden geschoold ++ +/ hoog geschoold / +
6 92 De Staat van de Stad Amsterdam III Maatschappelijke participatie naar bevolkingsgroepen De mate waarin men deel uitmaakt van één van de sociale netwerken in Amsterdam hangt vaak samen met de sociaal economische positie van de bewoner. In afbeelding 7.7 staat weergegeven welke groepen in meer of mindere mate deelnemen aan verschillende sociale activiteiten. Het al dan niet hebben van werk blijkt een bepalende factor te zijn. Onder de werkenden bevinden zich relatief weinig mensen in een sociaal isolement en men draait gemiddeld mee in het sociale circuit. Hiermee samenhangend participeren laag- en ongeschoolden veel minder dan mensen met een middelbare of hogere opleiding. Verder zijn Nederlanders actiever in het verenigingsen vrijwilligerswerk, terwijl allochtonen vaker deel uitmaken van een geloofsgemeenschap. Afb. 7.8 Minstens één keer per maand verenigingswerk per woonmilieu, 2004 (procenten) Maatschappelijke participatie naar woonmilieus Maatschappelijke participatie hangt samen met het type van de woonomgeving. In centrumgebieden, waar de meeste voorzieningen zijn gevestigd voor ontmoeting, cultuur en vermaak, is de deelname aan verenigingsactiviteiten het hoogst. Het woonmilieu dat vervolgens de meeste actieve bewoners kent op dit gebied is juist de dorpse omgeving in bijvoorbeeld delen van Amsterdam-Noord langs de oude Waterlandse Zeedijk of in Durgerdam. Mogelijk dat hier het tekort aan overige faciliteiten wordt opgevuld door het verenigingsleven. Zowel op het gebied van verenigingsactiviteiten als van sociale participatie scoort het transitiemilieu het slechtst. Voorbeelden van dergelijke buurten zijn grote delen van de Bijlmer en de Kolenkitbuurt. In deze gebieden waar de mensen vaak kort wonen en de werkloosheid bovengemiddeld is, heeft men minder contacten. Ook in het onpersoonlijke drukke centrum van de stad wonen relatief weinig mensen die totaal niet-geïsoleerd zijn. Het woonmilieu met de meeste sociale binding is het welgesteld stedelijk gebied zoals de Vondelparkbuurt en het Museumkwartier. Alle signalen voor een hoge maatschappelijke participatie staan hier op groen. Er is sprake van hoge inkomens, veel hoogopgeleiden en relatief veel autochtonen. Maatschappelijke integratie etnische groepen Afb. 7.9 Gemiddelde sociaal-isolementsscores per woonmilieu, 2004 (procenten) Integratie heeft betrekking op diverse terreinen, zoals contacten tussen bevolkingsgroepen, deelname aan werk, opleiding en maatschappelijke participatie. Integratie is een wederzijds proces tussen allochtonen en autochtonen in Amsterdam. De beschikbare gegevens hebben echter vooral betrekking op allochtonen en niet op deze wisselwerking. Deze paragraaf gaat dan ook nader in op een paar aspecten die met de integratie van allochtonen te maken hebben: kennis van de Nederlandse taal, contacten van allochtonen met oorspronkelijke Nederlanders en de wens om terug te keren naar het land van herkomst. De gegevens uit de Staat van de Stad worden vergeleken met de resultaten van een onderzoek van het SCP en het CBS naar de positie van etnische minderheden in Amsterdam. 7 Hoewel de gegevens niet altijd goed te vergelijken zijn, geven de cijfers wel een goede indruk van de ontwikkeling in de afgelopen jaren. Taal Een aanzienlijk deel van de geënquêteerde allochtone Amsterdammers is de Nederlandse taal niet goed machtig. Schrijven levert volgens allochtone Amsterdammers de meeste problemen op. Vooral Amsterdammers van Turkse afkomst en mensen uit niet-geïndustrialiseerde landen geven aan dat zij moeite met de Nederlandse taal hebben: ongeveer de helft van de mensen in deze groepen ondervindt zowel problemen met spreken als met lezen en schrijven. Ook mensen van Marokkaanse afkomst geven
7 7 Maatschappelijke participatie 93 relatief vaak aan dat zij taalproblemen ondervinden, maar zowel in 1998 als in 2004 is dit aandeel minder hoog dan onder Turken. Volgens het SCP hebben Marokkaanse kleuters, de kinderen van de tweede generatie, minder taalachterstand dan Turkse leeftijdsgenoten. Marokkanen blijken hun moedertaal ook veel sneller te verliezen, terwijl de meeste Turken van de tweede generatie nog goed Turks spreken. 8 Vrouwen geven in 2004 iets vaker aan dan mannen dat zij moeite met de Nederlandse taal hebben. Dit geldt zowel voor de eerste als voor de tweede generatie vrouwen van allochtone afkomst. De tweede generatie allochtonen ondervindt over het algemeen echter veel minder taalproblemen dan de eerste generatie. De mate waarin allochtonen moeite hebben met de Nederlandse taal hangt sterk samen met het algemene welzijnsniveau gemeten met de leefsituatie-index. Hoe meer taalproblemen met spreken, lezen en schrijven men ondervindt, hoe lager de index is. De leefsituatie-index van mensen die veel moeite met de Nederlandse taal hebben, is ongeveer 89, terwijl de score van mensen die geen taalproblemen ondervinden rond de 99 ligt. Positie van eigen bevolkingsgroep in Nederland De positie van verschillende bevolkingsgroepen in Nederland heeft te maken met hun situatie op de arbeidsmarkt en het onderwijs, maar ook met beeldvorming. In de afgelopen periode is veelvuldig gediscussieerd over diverse bevolkingsgroepen. Vooral de positie van Marokkanen heeft veel aandacht gekregen in discussies in Amsterdam en Nederland. De diverse groepen allochtonen hebben in de enquête aangegeven of zij vinden dat hun positie in het algemeen is veranderd in het afgelopen jaar. Ongeveer een kwart van de Amsterdamse allochtonen (26%) vindt dat deze positie (sterk) verbeterd is, terwijl een iets kleiner aandeel aangeeft dat de positie van zijn bevolkingsgroep juist (sterk) verslechterd is (20%). Tussen de verschillende generaties allochtonen bestaat in dit opzicht geen significant verschil. Marokkanen zijn veruit het vaakst van mening dat hun positie verslechterd is in het afgelopen jaar: ruim vier op de tien Amsterdammers van Marokkaanse afkomst (42%) geven dit aan. Vooral Surinamers en Turken zijn positief over de ontwikkeling van de positie van hun bevolkingsgroep. Marokkanen zijn in 2004 net als in 1998 het meest negatief over hun positie, hoewel de groep die vindt dat er een (sterke) verbetering is geweest wel is gestegen. Ook Antillianen zijn in verhouding negatief over de ontwikkeling van de positie van hun bevolkingsgroep. 10 Jongeren vinden vaker dat de positie van hun eigen bevolkingsgroep is verbeterd dan ouderen. Opvallend is dat de leefsituatie-index van mensen die vinden dat de positie van hun bevolkingsgroep gelijk is gebleven, het hoogst is (98). De score van degenen die de positie verbeterd vinden is 95 en de index van mensen die de ontwikkeling negatief beoordelen is 94. Afb Aandeel dat een beetje/veel moeite heeft met Nederlands, 2004 (procenten) Interetnische contacten Antillianen, mensen afkomstig uit geïndustrialiseerde landen en Zuid-Europa gaan het vaakst met (blanke) Nederlanders om, zoals te zien is in afbeelding Turken zeggen het minst vaak contact met mensen te hebben die oorspronkelijk uit Nederland komen. Dit geldt in mindere mate ook voor Marokkanen en mensen uit niet-geïndustrialiseerde landen. Dit komt overeen met bevindingen van het Sociaal en Cultureel Planbureau: Marokkanen gaan in hun vrije tijd meer om met autochtonen dan Turken of Chinezen, die veel meer op hun eigen groep gericht zijn. 11 Oudere allochtonen hebben relatief weinig contacten met autochtonen in hun vrije tijd. Dit hangt samen met het verschil tussen de verschillende generaties allochtonen. Van de eerste generatie allochtonen gaat 46% in zijn vrije tijd vaak met oorspronkelijke Nederlanders om, terwijl dit percentage onder de tweede generatie 67% is. Allochtonen die zich Nederlander voelen, gaan vaker met Nederlanders om dan allochtonen die zich meer identificeren met hun land van herkomst. De mensen die veel contact hebben met (blanke) Nederlanders hebben een veel hogere leefsituatieindex dan mensen bij wie dit niet het geval is. De score van allochtonen die vaak contact hebben met (blanke) Nederlanders is 101 en die van mensen bij spreken lezen schrijven Surinamers Antillianen Turken Marokkanen Zuid-Europeanen niet-geïndustrialiseerde landen geïndustrialiseerde landen totaal Afb Oordeel over ontwikkeling positie eigen bevolkingsgroep in Nederland in afgelopen jaar, 1998 en 2004 (procenten) (sterk) (sterk) (sterk) (sterk) verbeterd verslechterd verbeterd verslechterd Surinamers Antillianen Turken Marokkanen Zuid-Europeanen niet-geïndustrialiseerde landen geïndustrialiseerde landen totaal bron: SPVA1998 en Staat van de Stad Amsterdam III
8 94 De Staat van de Stad Amsterdam III Afb Aandeel dat in vrije tijd wel eens omgaat met (blanke) Nederlanders, 1998 en 2004 (procenten) bron: SPVA1998 en Staat van de Stad Amsterdam III wie dit nooit het geval is, is 87. Dit komt doordat factoren als het hebben van werk en het opleidingsniveau sterk samenhangen met het aantal interetnische contacten. Bij het hebben van werk en een hoge opleiding is niet alleen het aantal contacten met (blanke) Nederlanders hoger, ook stijgt de leefsituatie-index. Hoewel de cijfers in afbeelding 7.12 niet geheel vergelijkbaar zijn omdat ze op met verschillende onderzoeksmethoden zijn verkregen, lijkt het erop dat het aantal contacten van allochtonen met autochtonen over het algemeen is toegenomen in de afgelopen zes jaar. Het meest opvallend is echter het aantal contacten van Turken en Marokkanen met (blanke) Nederlanders. In 1998 gaf slechts een zeer klein deel van de Marokkanen aan vaak met mensen uit deze groep om te gaan in hun vrije tijd, terwijl het aantal contacten in 2004 veel groter is. Turken hadden in 1998 meer contact met (blanke) Nederlanders in hun vrije tijd dan Marokkanen, maar in 2004 is deze situatie omgekeerd. Wens tot terugkeer Het grootste deel van de immigranten die in de jaren zestig en zeventig naar Nederland kwamen om hier te werken was van plan om hier tijdelijk te blijven. Veel van hen hebben uiteindelijk hun wens om terug te keren naar het land van herkomst nooit gerealiseerd. De wens om terug te keren zegt wel iets over de band die zij met Nederland hebben. Als mensen de rest van hun leven in dit land willen blijven, doen zij mogelijk meer moeite om hier te integreren. Het is de vraag in hoeverre bij de huidige migranten in Amsterdam de wens bestaat om voorgoed terug te keren naar het land van herkomst. Vooral bij jongeren uit verschillende etnische groepen die hier geboren zijn is dit interessant. Antillianen en Surinamers geven in 2004 net als in 1998 het vaakst aan dat zij ooit zouden willen terugkeren naar hun land van herkomst. Mensen uit geïndustrialiseerde landen zijn het sterkst gebonden aan Nederland en willen het minst vaak terugkeren. Ook Amsterdammers van Marokkaanse afkomst en mensen uit Zuid-Europa zeggen vaak voorgoed in Nederland te willen blijven. Vrouwen zeggen vaker dan mannen dat zij niet weten of ze wel of niet terug zouden willen gaan (respectievelijk 36% en 26%). Opvallend genoeg heeft leeftijd nagenoeg geen effect op de vraag of mensen wel of niet voorgoed terugwillen naar hun oorspronkelijke land van herkomst. Het lijkt er zelfs op dat 55-plussers vaker voorgoed in Nederland willen blijven (47%) dan jongeren onder de 24 jaar (40%). De mensen die hier voor de rest van hun leven willen blijven, hebben gemiddeld een iets hogere leefsituatie-index (98) dan de mensen die willen terugkeren of het niet weten (95). Dit hangt onder meer samen met het opleidingsniveau: allochtonen die een hoge opleiding hebben afgerond, zijn er relatief het vaakst van overtuigd (58%) dat zij voor altijd in Nederland zullen blijven wonen. Afb Zou u zelf nog eens voorgoed naar het land waar u (of uw ouders vandaan) komt willen teruggaan?, 1998 en 2004 (procenten) ja nee weet niet ja nee weet niet Surinamers Antillianen Turken Marokkanen Zuid-Europeanen niet-geïndustrialiseerde landen geïndustrialiseerde landen totaal bron: SPVA1998 en Staat van de Stad Amsterdam III
9 7 Maatschappelijke participatie 95 Noten 1 Bron: CBS. Allochtonen in Nederland. Heerlen, Bron: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De sociale staat van Nederland. Den Haag, september Bron: (Den Haag in cijfers) 4 Deze cijfers zijn vergelijkbaar met die in de Amsterdamse Burgermonitor (O+S, 2004). Hoewel daar wel een lichte afname van religieuze betrokkenheid is gevonden: van 41% in 2000 naar 38% in Bron: SCP. Sociale uitsluiting in Nederland. Den Haag, Bron: CBS. Allochtonen in Nederland. Heerlen, Bron: SCP en CBS. Sociale Positie en Voorzieningengebruik Allochtonen (SPVA). Den Haag, De SPVA-enquête bevat alleen gegevens over de vier grootste etnische groepen. 8 Bron: Succesvol en Marokkaan. Een generatie in spagaat. Intermediair, 2 december Exclusief categorie weet niet. In 2004 gaat het hierbij in totaal om 23% van de ondervraagden. 10 Het aantal ondervraagden van Antilliaanse afkomst is maar klein (n=43), dus de resultaten over deze bevolkingsgroep moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. 11 Bronnen: Succesvol en Marokkaan. Een generatie in spagaat. Intermediair, 2 december SCP. Uit elkaars buurt. De invloed van etnische concentratie op integratie en beeldvorming. Den Haag, juni 2005.
10 96 De Staat van de Stad Amsterdam III
Maatschappelijke participatie
8 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie staat voor actief zijn in de maatschappij, en dit kan op veel verschillende manieren. Veel Amsterdammers zijn actief lid van een maatschappe
Nadere informatieMaatschappelijke participatie
9 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de mate waarin mensen met elkaar omgaan en elkaar hulp verlenen binnen familie, vriendengroepen
Nadere informatieMaatschappelijke participatie
8 Maatschappelijke participatie Amsterdammers nemen op diverse manieren deel aan de maatschappij, bijvoorbeeld door werk of opleiding. Ook zijn Amsterdammers op veel manieren maatschappelijk actief: ze
Nadere informatieWeinig mensen sociaal aan de kant
Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien
Nadere informatiePolitieke participatie
11 Politieke participatie Interesse in de (gemeente)politiek, stemintentie, opkomst en partijkeuze komen in dit hoofdstuk aan de orde. De centrale vraag is: welke Amsterdammers zijn politiek betrokken,
Nadere informatieDe Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie
De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108
Nadere informatieNiet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald
7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van
Nadere informatie8. Werken en werkloos zijn
8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieThuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen
Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen
Nadere informatieMaatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie staat voor de mate waarin Amsterdammers contact hebben met elkaar en bereid zijn elkaar te helpen. Dit laatste kan zijn in de vorm van informele
Nadere informatieDe Amsterdamse Burgermonitor 2005
De Amsterdamse Burgermonitor 2005 november 2005 Samenvatting van de resultaten Een grotere maatschappelijke en politieke betrokkenheid, maar ook een toenemend gevoel van discriminatie op grond van etnische
Nadere informatieBIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos
Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieOntwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)
Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller
Nadere informatieFact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,
Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband
Nadere informatieParticipatie in arbeid
6 Participatie in arbeid Werken is één van de primaire vormen van participatie. Naast een inkomen, geeft een baan ook toegang tot sociale netwerken en opleidingsmogelijkheden. Nu de economie in zwaar weer
Nadere informatieFact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De
Nadere informatieDe Amsterdamse Leefsituatie-index
1 De Amsterdamse Leefsituatie-index De kwaliteit van leven, het welzijnsniveau, van Amsterdammers kan worden weergegeven in één getal, de Leefsituatie-index. Deze index is gebaseerd op tweejaarlijkse enquêtegegevens
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele
Nadere informatiePolitieke participatie
12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatieDe Amsterdamse leefsituatie
2 Bevolking, woningmarkt en woonmilieus 21 1 De Amsterdamse leefsituatie Voor de derde keer is de Amsterdamse leefsituatie-index berekend. Deze beschrijft aan de hand van een aantal participatieterreinen,
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam
Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen
Nadere informatieCohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen
Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatieArbeidsmarktontwikkelingen 2016
- Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna
Nadere informatieDe Amsterdamse leefsituatie
1 De Amsterdamse leefsituatie Sinds 2000 publiceert O+S de leefsituatie-index, een samengestelde index die een beeld geeft van het algehele welzijn van de Amsterdammers. De index laat zien hoe gunstig
Nadere informatieArbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15
Nadere informatieSociale samenhang in Groningen
Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen
Nadere informatieGebruik van kinderopvang
Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft
Nadere informatiePolitieke participatie
12 Politieke participatie In dit hoofdstuk komen de interesse en participatie van Amsterdammers in de politiek aan bod. 2014 was in dat opzicht een boeiend jaar, met drie verkiezingen en belangrijke verschuivingen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieTOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN
TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De
Nadere informatieSociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014
in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als
Nadere informatieDe Amsterdamse leefsituatie-index
1 De Amsterdamse leefsituatie-index Het algemene welzijnsniveau van de Amsterdammers is uit te drukken in één getal, de leefsituatie-index. Deze index is een samengestelde maat, gebaseerd op de kwaliteit
Nadere informatieSociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West
Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in
Nadere informatieEmpel. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern
Nadere informatieWIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?
WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieDe integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden
De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker
Nadere informatieDemografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan
Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie en religie
Jaarrapport integratie 2007 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 2007 Bijlage bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie en religie Jaco Dagevos, Roelof Schellingerhout
Nadere informatiePensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw
Nadere informatieZorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid
Nadere informatieMantelzorgers op de arbeidsmarkt
ers op de arbeidsmarkt Jannes de Vries en Francis van der Mooren Een op de tien 25- tot 65-jarigen verleent zorg aan hun partner, een kind of een ouder. Vrouwen en 45- tot 55-jarigen zorgen vaker voor
Nadere informatieVrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel
Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel De afgelopen jaren verschuiven steeds meer taken en verantwoordelijkheden in de samenleving van de overheid naar inwoners. Het idee achter deze participatiesamenleving
Nadere informatieBetrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015
Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus
Nadere informatieBekendheid Norm Gezond Bewegen
Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger
Nadere informatie77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren
Sociaal contact en ondersteuning Sociale contacten in de eigen omgeving zijn voor een ieder in de samenleving vaak een basis voor deelname aan de samenleving. Sociale contacten kunnen mensen ondersteunen
Nadere informatieEmpel. Wijk- en buurtmonitor 2018
Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern
Nadere informatie1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt
1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse
Nadere informatieFactsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland
Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière
Nadere informatieRosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren
Nadere informatieFries burgerpanel Fryslân inzicht
Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.
Nadere informatieSterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen
Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming
Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel
Nadere informatieRosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017
Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieGrafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%
26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde
Nadere informatiePersbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.
Sociaal en Cultureel Planbureau Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Centraal Bureau voor de Statistiek Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie 2005
Nadere informatieGemengd Amsterdam * in cijfers*
Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieGroningers positief over sociale contacten in de woonbuurt
Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten
Nadere informatieEngelen. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich
Nadere informatieBijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart
Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk
Nadere informatieSportparticipatie Volwassenen
Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.
Nadere informatie12. Vaak een uitkering
12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen
Nadere informatieOutcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK
Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK Colofon Gemeente Amsterdam Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht Ilona Steenkamer isteenkamer@ggd.amsterdam.nl Sanne Franssen sfranssen@ggd.amsterdam.nl
Nadere informatieTOOLKIT Bekend maakt Bemind
TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst
Nadere informatieGewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West
Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht juni 2017 Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw- Minder overgewicht Het percentage kinderen * met overgewicht (inclusief obesitas) in Nieuw- is tussen en significant
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieReligieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)
Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 4 Opleiding en taal
Jaarrapport integratie 7 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 7 Bijlage bij hoofdstuk 4 Opleiding en taal Monique Turkenburg en Mérove Gijsberts B4.1 Een vergelijking
Nadere informatieBijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding
Landelijk beeld: afname Steeds minder mensen in Nederland doen een beroep op de bijstand. Het aantal bijstandsontvangers van 15-64 jaar nam tussen en af van 489.170 tot 334.990, een afname van 31,5%. De
Nadere informatieHoofdstuk 24 Financiële situatie
Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend
Nadere informatieWijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.
WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke
Nadere informatieVeiligheid in Westerpark
Veiligheid in Westerpark Stadsdeel Westerpark wil meer inzicht in de veiligheidsgevoelens van de bewoners van Westerpark en heeft daarom in de derde meting aan de leden van het bewonerspanel een aantal
Nadere informatieParticipatie in arbeid
6 Participatie in arbeid Goede werkgelegenheid voor iedereen houdt een stad gezond, aldus het Amsterdamse Programakkoord 2006-2010. Het hebben van een baan bevordert immers de deelname aan andere maatschappelijke
Nadere informatieSociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011
Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een
Nadere informatieInwoners van Leiden Opleiding en inkomen
Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren
Nadere informatie2. Groei allochtone bevolking fors minder
2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats
Nadere informatieArtikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann
Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder
Nadere informatieHoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)
Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg) Samenvatting Ruim een kwart van de Leidenaren verricht op dit moment vrijwilligerswerk. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. De meeste vrijwilligers zijn
Nadere informatieZijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?
Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse
Nadere informatieWerkloosheid 50-plussers
Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200
Nadere informatieFact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007
Fact sheet nummer 2 maart 2007 Autochtonen in Amsterdam De samenstelling van de Amsterdamse bevolking is de laatste jaren sterk veranderd. Het percentage autochtonen neemt af; het percentage allochtonen
Nadere informatieSociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten
Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in
Nadere informatieHoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam?
Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam? Met een terugtrekkende overheid die niet meer alle zorg kan en wil dragen, doet men steeds meer een beroep op de verantwoordelijkheid van de burgers.
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen
Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende
Nadere informatieVervoer in het dagelijks leven
Vervoer in het dagelijks leven Doordat de afstanden tot voorzieningen vandaag de dag steeds groter worden neemt het belang van vervoer in het dagelijks leven toe. In april 2014 zijn de leden van het Groninger
Nadere informatie