Aan: de Gemeenteraad. rm-bow/ RIS H. Lamers. Onderwijs, Cultuur en Welzijn. 19 april 2017

Vergelijkbare documenten
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Opvoeden in andere culturen

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

FACTSHEET SAMENWERKING COA

Specialistische Gedragscoach

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

In het Delen Achter de Duinen rapport wordt benadrukt dat een aanzienlijke groep kinderen uit veelal arme gezinnen zonder ontbijt naar school gaat.

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

COACH JE KIND. ouders worden zelfredzame opvoeders

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM. Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf

Gemeente Den Haag BOW/ RIS DOORONTWIKKELING CENTRA JEUGD EN GEZIN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard september 2015

Medisch specialist ziekenhuis

Geachte voorzitter, BOW/ RIS Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving. Erik de Jong en Maaike Heijnen

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Triple P. Triple P Divers Kenniswerkplaats Tienplus Amsterdam. Marjolijn Distelbrink & Cecile Winkelman 14 juni 2012

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

1. Bereik financiële hulpverlening. Typ teksttyp teksttyp tekst. Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag. Aan de Commissie Samenleving

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

SUBSIDIEREGELING JEUGD DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Netwerkcafé 17 november 2014 Centrum Jeugd en Gezin gemeente De Bilt

CJG Delft in transitie

Kenniswerkplaats Tienplus

Armoede Manifest. Armoede onder kinderen is dubbel triest. Realiseer maatwerk voor kwetsbare groepen. Signaleer vroegtijdig

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

De kracht van pedagogisch adviseren

Het geheel moet meer worden dan de som der delen

De Onmisbare Schakel. Verslag werkconferentie. Zuidoost Voorwoord, Muriël Dalgliesh Portefeuillehouder Diversiteit

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Voorbeeldadvies Cijfers

Geachte leden, In die zin voegt de vondelingenkamer niets toe. BOW/ RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. R.

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Maximale impact voor een gezonde jeugd Visiedocument Jeugdgezondheidszorg Zaanstreek-Waterland

Projecten CJG = structureel aanbod = pilot/tijdelijk aanbod

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Geachte voorzitter, RIS Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving. Ton Benning. Onderwijs, Cultuur en Welzijn.

CJG Veenendaal. algemeen toegankelijk aanbod voor zorg voor jeugd

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Jeugdhulp. Transitie Jeugdzorg Zuid-Holland Zuid

Centrum voor Jeugd en Gezin

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008

Levensbeschouwelijke organisaties en de Wmo in Den Haag

Bijdrage aan Gewoon Opvoeden vanuit de JGZ. 18 maart

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

2010D Lijst van vragen totaal

De Limburgse Jeugdmonitor

Wie is er niet mee grootgebracht? Opvoeding(sondersteuning) en diversiteit Voorbeelden uit Amsterdam

Het CJG anno 2018: uitkomsten van het regionaal communicatie-onderzoek

Informatiebijeenkomst

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Onderwerp Beleidskader Jeugd Datum 6 november 2018

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

De digitale drempel. *Effectieve benadering van jongeren tussen de 12 en 23 jaar door het CJG* Versie 0.2. Jasper Bosch

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / K. Fiselier BP OA. Intensivering project 'Eigen Kracht in het CJG' Zorg voor de mens

Welkom. Stelling 1. Project Opvoedmix. online opvoedingsondersteuning voor Marokkaans-Nederlandse ouders

Multi cultureel samenleven. Themamanager Natascha Mooij

Project dichter bij de mens. Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg)

Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere

Integrale wijkaanpak voor kwetsbare ouderen

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO)

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Feiten en cijfers: Wat feiten en cijfers: Vrijwilligers: 342 Stagiaires: 43 Beroepskrachten: 78 Medewerkers: 463. Omzet: 4,3 miljoen

Inhoud. Colofon. NMI Jaarverslag

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

De gemeenteraad heeft op 9 juni 2016 de motie Laaggeletterdheid en Taalonderwijs aangenomen. Deze motie luidt als volgt:

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017

=> ook/vooral onder niet-westerse migranten ouderen. => we worden steeds ouder, => maar leven ook meer jaren in minder goede gezondheid

Samenwerking formele en informele opvoedondersteuning. Een vruchtbare bodem voor samenwerking

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Transcriptie:

Typ teksttyp teksttyp tekst 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan: de Gemeenteraad Datum 19 april 2017 Onderwerp Afdoening motie Vergroten bereik preventieve jeugdhulp rm- RIS290329 Contactpersoon H. Lamers Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Productgroep Jeugd Telefoonnummer 14070 E-mailadres hilde.lamers@denhaag.nl Bijlage 1 Tijdens de bespreking van de nota Met de jeugd. Voor de jeugd. (RIS 288911_151208) heeft de raad een motie aangenomen over het vergroten van het bereik van de jeugdhulp. De motie luidt als volgt: Constaterende dat: de jeugdhulp er onvoldoende in slaagt om allochtone en lage inkomensgroepen tijdig te bereiken; het college hier oog voor heeft, maar de preventieve inzet (capaciteit en methoden) afhankelijk maakt van de beoogde daling van de zwaardere vormen van jeugdhulp. Van mening dat: het hoe eerder hoe beter-adagium leidend moet zijn in de jeugdhulp en professionals in staat moeten zijn om dat daadwerkelijk in de praktijk te brengen; het past binnen de nieuwe werkwijze van de jeugdteams en het uitgangspunt van het college om meer outreachend te werken, om nog meer in te zetten op preventie en nieuwe methoden om het bereik van de vroegtijdige jeugdhulp te vergroten; het cruciaal is dat juist in gezinnen waar angst of schroom bestaat voor het vragen van hulp bij de opvoeding / het gedrag van kinderen, onvoldoende kennis en vaardigheid aanwezig is om jeugdhulp te vinden of waar het sociale netwerk ontbreekt, te ondersteunen bij het vinden van de weg naar jeugdhulp. Verzoekt het college: voor de zomer van 2016 met de resultaten te komen van een analyse van methoden die elders in binnenland en buitenland worden toegepast om het bereik van de jeugdhulp te vergroten juist voor bovengenoemde moeilijk te bereiken groepen; met voorstellen te komen om deze methoden samen met het veld in Haags beleid te vertalen, zodat de preventie en vroegsignalering daadwerkelijk gestalte krijgen. Gemeente Den Haag Postbus 12600 T 14070 Spui 70 2500 DJ Den Haag www.denhaag.nl Den Haag

Het college heeft het Verwey Jonker Instituut aangetrokken om onderzoek te doen naar de aanleiding van de motie en antwoord te geven op de volgende vragen: 1. In welke mate is er in Den Haag sprake van onvoldoende bereik van maatschappelijk kwetsbare doelgroepen? 2. Wat zijn de belangrijkste werkzame elementen om maatschappelijk kwetsbare doelgroepen effectiever te bereiken? 3. Met welke van deze werkzame elementen wordt in de Haagse jeugdhulp gewerkt en hoe kan het bereik worden geoptimaliseerd? Voor dit onderzoek heeft een uitvoerige literatuurstudie plaatsgevonden, is er een analyse gemaakt van de Haagse cijfers van het CBS voor 2012/2013 en 2015, zijn gesprekken gevoerd met professionals uit het werkveld en is er een werkbijeenkomst georganiseerd. Het college geeft met deze raadsmededeling een korte weergave van de belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport. Daarbij gaan we in op het bereik van kwetsbare gezinnen in Den Haag, wat de werkzame elementen zijn vanuit de internationale literatuur gezien, hoe daar invulling aan wordt gegeven in Den Haag en welke aanvullende maatregelen het college inzet om preventie en toeleiding naar vrijwillige jeugdhulp te verbeteren. In welke mate bereiken we kwetsbare gezinnen in Den Haag? Uit de nationale en internationale literatuur blijkt dat de zorg- en hulpverlening minder toegankelijk is voor gezinnen met een migratieachtergrond en gezinnen die in armoede leven. Daarbovenop komt dat gezinnen met een migratieachtergrond relatief vaker arm zijn (SCP & CBS, 2014). Het Verwey Jonker Instituut heeft onderzocht in welke mate dit terug is te zien in de Haagse cijfers en welke groepen prevaleren. Hiervoor zijn de CBS gegevens gebruikt over het gebruik van de jeugdhulp in 2015. Daarnaast zijn ook de cijfers van 2012/2013 geanalyseerd om te bepalen in hoeverre het beeld uit 2015 afwijkt van 2012/2013. Ook heeft Verwey Jonker, voor zover dat mogelijk is, een vergelijking gemaakt tussen de vier grote steden. Voor de analyse van de cijfers van de jeugdhulp was het mogelijk om onderscheid te maken in de volgende groepen naar herkomst: autochtoon, Marokkaans, Turks, Surinaams, Antilliaans, overig niet-westers en westers allochtoon. Helaas kon geen analyse gemaakt worden van andere groepen zoals EU-arbeidsmigranten of van gezinnen in armoede. Jeugdteams - In 2015 maakte 6% van de Haagse jeugdigen gebruik van het jeugdteam. In Den Haag kregen jeugdigen van Antilliaanse herkomst relatief veel meer hulp van een jeugdteam dan gemiddeld, respectievelijk 15% maakte hiervan gebruik. Dit is 9% meer dan het gemiddelde. Ook de Marokkaanse, Surinaamse en overige niet-westerse groep maakte relatief meer gebruik van een jeugdteam. Het verschil is hier echter minder groot, circa 1 à 2% meer dan gemiddeld. De Turkse groep maakte met 2% opvallend minder gebruik van het jeugdteam. Jeugdbescherming - In 2015 had 1,2 % van de Haagse jeugd een kinderbeschermingsmaatregel (m.u.v. reclassering). Ook hier blijkt dat de Antilliaanse groep met 4% oververtegenwoordigd is. Hetzelfde geldt voor de Surinaamse jeugdigen die met 2% boven het Haagse gemiddelde uitkomen. De Marokkaanse groep wijkt niet noemenswaardig af van het gemiddelde en de Turkse groep maakt met 0.5% wederom relatief minder gebruik van deze maatregel. Jeugdreclassering - Van de Haagse jeugd werd in 2015 0,5 % begeleid door de jeugdreclassering. De Antilliaanse jeugd is opnieuw sterk oververtegenwoordigd met 1,4 % ten opzichte van het gemiddelde, net als de Marokkaanse jeugd met 0,6%. De Turkse en Surinaamse jeugdigen zitten met 0,2 % onder 2/6

het Haagse gemiddelde, maar komen in vergelijking met autochtone jongeren (-0,3%) nog steeds vaker in aanraking met jeugdreclassering. Algemene conclusie Uit de cijfers kan worden geconcludeerd dat de Antilliaanse groep over de hele linie oververtegenwoordigd is, maar ook veelvuldig gebruik maakt van vrijwillige jeugdhulp. Turkse jongeren en Marokkaanse jeugd doen dat minder, maar komen wel relatief vaker in contact met de jeugdreclassering. Dit Haagse beeld komt in grote lijnen overeen met de andere G4-steden. Ook wijkt dit beeld in 2015 niet af van de gegevens uit 2012/2013. Het Verwey Jonker Instituut heeft ook gesprekken gevoerd met medewerkers van de Centra Jeugd en Gezin (Jeugdgezondheidszorg, jeugdteams en welzijn), gespecialiseerde jeugdhulp, welzijns- en migrantenorganisaties en een huisarts. Deze professionals herkennen het beeld dat de Turkse groep en in mindere mate de Marokkaanse groep minder goed bereikt wordt met de vrijwillige jeugdhulpverlening. Daarnaast geven zij aan zich specifiek ook zorgen te maken over de Poolse en Bulgaarse gezinnen. Professionals geven aan dat de groepen die minder goed bereikt worden vaak laagtaalvaardig zijn, maatschappelijk kwetsbaar en een afstand ervaren naar Nederlandse instanties. Gezinnen die in armoede leven ervaren vaak drempels door schaamte en wantrouwen. Bij migranten gelden nog factoren als cultuur, gebrekkige netwerken en een (ervaren) achterstandspositie. Hoewel problemen bij kinderen wel gesignaleerd worden op plekken als de kinderopvang, school, of bij de huisarts, blijft het lastig om gezinnen ook te motiveren voor hulp. Wat zijn werkzame elementen om deze gezinnen te bereiken? Het Verwey Jonker instituut heeft op basis van internationale en nationale literatuur vijf werkzame elementen beschreven die het bereik van hulpverlening vergroten. Tevens heeft zij op basis van de interviews en een werkconferentie geanalyseerd in hoeverre de werkzame elementen in Den Haag reeds worden toegepast en waar verbetering mogelijk is. Dit heeft in het rapport geleidt tot 24 aanbevelingen en 9 prioriteiten. Deze vindt u terug in bijlage II. We lichten kort de vijf werkzame elementen toe met de belangrijkste conclusies van de onderzoekers. 1. Fysieke bereik en toegankelijkheid jeugdhulp Goede fysieke bereikbaarheid en nabijheid van de jeugdhulp in de wijken is cruciaal voor het vergroten van het bereik van de jeugdhulp. Hierbij moet niet alleen aan de reguliere locaties gedacht worden, maar ook aan plekken waar ouders gewend zijn om samen te komen. Denk aan buurthuizen, scholen, migrantenorganisaties, maar ook levensbeschouwelijke instellingen. Het Centrum Jeugd en Gezin investeert in de netwerkfunctie met de wijk. Het advies van de onderzoekers is om dit te versterken en gerichte maatregelen voor specifieke kwetsbare groepen uit te werken en dit goed te monitoren. 2. Toeleiding naar jeugdhulp door het actief benaderen van doelgroep en vindplaatsen Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn vaak minder goed in staat zelfstandig hulp te zoeken. Ook het negatief imago van jeugdhulp maakt de stap naar professionele hulp moeilijker. In het verlengde van bovengenoemd ligt dus het actief benaderen van de doelgroep op plekken waar ze samenkomen. Door het Centrum Jeugd en Gezin is flink geïnvesteerd in samenwerking met het onderwijs, politie en huisartsen. Het advies van de onderzoekers is om dit voort te zetten en te intensiveren en vooral aandacht te besteden aan een gezamenlijke visie van de samenwerkingspartners op het bereiken van kwetsbare groepen. 3. Effectiviteit van het aanbod door maatwerk en interculturele competenties Het aanbod is alleen effectief als er een aansluiting is met de belevingswereld van het gezin en het kind of de jongere. Door gezinnen met een migratie-achtergrond en/of gezinnen levende in armoede zelf 3/6

mee te laten denken over hoe de hulpverlening beter kan aansluiten op wat zij nodig (denken te) hebben, kunnen we beter inspelen op de veranderende behoeften onder Haagse inwoners. Cruciale componenten zijn hierbij de interculturele communicatie en een open, sensitieve, respectvolle houding vanuit professionals. Ook zouden organisaties bemenst moeten worden door medewerkers uit verschillende migrantengroepen om (h)erkenning te creëren bij cliënten en makkelijker tot vertrouwensrelaties te komen. De adviezen van de onderzoekers richten zich op het borgen van interculturele competenties en het flexibel kunnen werken in de organisatie. 4. Communicatie vaardigheden, tolken en omgaan met lage taalvaardigheid Goede communicatie is essentieel om hulp te kunnen verlenen. Dit lukt niet altijd door gebrek aan taalkennis en/of een lage taalvaardigheid. Professionals herkennen dit niet altijd en kunnen daarom moeite hebben met het effectief inzetten van interventies. Hoewel er expliciet in de werkinstructie van het CJG staat dat tolken kunnen worden ingezet waar nodig, is dit in de praktijk niet altijd effectief gebleken, gaven professionals aan tijdens de werkconferentie. Het sec vertalen van woorden brengt niet altijd de boodschap over zoals die bedoeld is. Meer inzet van vrijwilligers en professionals die meertalig zijn kan hiervoor een oplossing bieden. 5. Samenwerking met migrantenorganisaties en sleutelfiguren De informele hulp zou een brugfunctie kunnen vervullen tussen moeilijk bereikbare groepen en de geïnstitutionaliseerde hulpverlening. Volgens een recent onderzoek van het Kennisplatform Integratie & Samenleving ontstaan in toenemende mate eigen voorzieningen vanuit de migrantengemeenschappen op het gebied van jeugdzorg en opvoedondersteuning. De onderzoekers adviseren aan de hand van dit onderzoek om van beleidswege meer in de verbinding en samenwerking tussen eigen en reguliere voorzieningen voor jeugd en gezin te investeren. Wat is onze ambitie? Met het Centrum Jeugd en Gezin willen we alle gezinnen bereiken met vragen over het opvoeden en opgroeien van hun kinderen. We willen vroegtijdig risico s signaleren en passende hulp en ondersteuning kunnen bieden wanneer dat nodig is. Het gezin, de ouder(s), verzorgers en het kind moeten kunnen rekenen op professionals die als partner naast hen gaan staan en samen met hen er maximaal voor gaan om het kind tot bloei te laten komen. Een kwetsbare positie door armoede, gebrekkige beheersing van de taal of een lage taalvaardigheid mag geen drempel zijn om hulp te zoeken of te vinden. Daarbij leven we in een samenleving die steeds diverser wordt en sneller verandert. Het Centrum Jeugd en Gezin is daarom ingericht als een netwerkorganisatie en biedt een preventief basisaanbod waarmee alle jeugdigen bereikt worden. Daarnaast willen we met onze dienstverlening kunnen differentiëren zodat we rekening houden met de verschillen in de stad. Om de kwetsbare groepen goed te kunnen bereiken is het nodig dat: het Centrum Jeugd en Gezin bekend is bij alle ouders als een vertrouwde plek voor vragen over opvoeden en opgroeien; de medewerkers van het Centrum Jeugd en Gezin voldoende vaardigheden hebben om in te kunnen spelen op de veranderende samenstelling van Haagse inwoners; taal en lage taalvaardigheid geen drempel mogen vormen voor het zoeken en vinden van hulp en onze communicatie-middelen daarop zijn afgestemd; het preventieve aanbod van het Centrum Jeugd en Gezin wordt versterkt en wordt afgestemd op de (hulp)vragen van de Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse gezinnen en gezinnen uit Midden- en Oost Europa door intensieve samenwerking met de netwerken in de wijk. 4/6

In onderstaande tabel is opgenomen per werkzaam element wat we al doen in Den Haag en welke aanvullende maatregelen worden doorgevoerd. 1. Fysieke bereik en toegankelijkheid jeugdhulp. Gezamenlijke voorlichtingsactiviteiten en netwerkbijeenkomsten door het CJG met wijkorganisaties. Voorlichtingsmateriaal van het CJG is aangepast aan lage taalvaardigheid en in meerdere talen beschikbaar. Digitale prentenboeken beschikbaar in 10 talen over het consultatiebureau. Meer opvoedingsondersteuning en voorlichting bij buurthuizen, levensbeschouwelijke organisaties en zelforganisaties gericht op de Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse gemeenschappen en gezinnen uit Midden- en Oost Europa. Meer tijd tijdens consulten van het consultatiebureau voor uitleg en voorlichting. Meer medewerkers aantrekken met een biculturele achtergrond door: 1. Extra juniorfuncties in de jeugdteams, JGZ en opvoedsteunpunt. 2. Realiseren van een zij- instroom programma voor 25 MBO-ers en HBO-ers met een migratieachtergrond. 3. Aansturen op meer diversiteit op elk niveau binnen de organisatie. Er worden indicatoren opgesteld om per CJG te kunnen monitoren in hoeverre kwetsbare groepen bereikt worden. 2. Toeleiding naar jeugdhulp door het actief benaderen van doelgroep en vindplaatsen CJG medewerkers zijn gekoppeld aan scholen en politie. Pilot gezinscoaches op ontmoetingsplekken in de meest kwetsbare wijken. Pilot gestart JGZ in de voorschool. Afstemming met lokale partners zoals de voorschool, kinderopvang en het welzijnswerk. Verbeteren samenwerking met huisartsen in zes stadsdelen. Voorlichtingsbijeenkomsten voor welzijnspartners en huisartsen. Inzetten en opleiden vrijwilligers als ambassadeurs en vertrouwenspersoon voor gezinnen. Inzet van een stevige marketingcommunicatiestrategie met als doel dat alle ouders, hun kinderen en jongeren het CJG kennen en een positieve attitude ten opzicht van de organisatie hebben. 3. Effectiviteit van het aanbod door maatwerk en interculturele competenties. Interculturele sensitiviteit is onderwerp van gesprek in intervisie en ontwikkelgesprekken. Pilot Expex in het CJG en inzet van maatjes. Interculturele communicatie structureel inbedden in opleidings- en trainingsprogramma voor alle CJG medewerkers. Hiervoor maken we gebruik van expertise van I-psy, Movisie en Divers Den Haag. 5/6

Inzet van preventieve programma s zoals stevig ouderschap, voorlees- en spelexpres. CJG medewerkers werken flexibel en passend bij de behoefte van het gezin (tijd en locatie). Dienstverlening (aanbod, toegang en inrichting) van het CJG wordt afgestemd met de doelgroep. Het CJG gaat hierover met ouders in gesprek uit genoemde kwetsbare groepen. 4. Communicatie vaardigheden, tolken en omgaan met lage taalvaardigheid. Inzet van tolken Samen met Stichting Lezen en Schrijven worden Inzet van meertalige intermediairs zoals Moeders Informeren Moeders alle CJG-medewerkers getraind in het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden. Korte filmpjes ter ondersteuning aan consulten JGZ In 2017 alle communicatiemiddelen doorlichten op hoe zij bijdragen aan verbetering van de Voorleestafels in 5 CJG s. Samen met docent van ROC Mondriaan lezen ouders met hun kinderen. Er vindt doorverwijzing naar de VVE en regulier taalaanbod plaats. toegankelijkheid (taal(niveau)). In 2018 interculturele communicatie en noodzakelijke inzet van tolken opnemen in inkoop- en subsidie-afspraken. 5. Samenwerking met migrantenorganisaties en sleutelfiguren. Samenwerking tussen CJG en IDHEM (stichting die opkomt voor EU-migranten). Diverse wijkprojecten zoals Schilderswijkmoeders en opvoedoffensief Escamp. Pilot opvoedingsondersteuning jonge Turkse moeders. Eenduidige toegang tot het CJG voor migrantenen welzijnsorganisaties voor anoniem casusoverleg en doorverwijzen van gezinnen. Structurele samenwerking met migrantenorganisaties en wijkinitiatieven en zorgdragen dat initiatieven vanuit de wijkaanpak geborgd wordt in de werkwijze van het CJG. Om deze ambities te realiseren trekt het college samen op vanuit de portefeuilles Jeugd en Integratie. De afdeling integratie zet haar expertise en netwerken in om relevante (zelf)organisaties binnen de diverse gemeenschappen in kaart te brengen, te bereiken en te binden aan de Centra voor Jeugd en Gezin. Gezien bovenstaande toezeggingen, stellen wij u voor deze motie als afgedaan te beschouwen. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, Annet Bertram Pauline Krikke 6/6