LESFICHE 1 OEFENINGEN: Klimmen in een turnzaal DOELEN LEERINHOUDEN ORGANISATIE Het is voor veel leerkrachten niet evident om klimmen aan te bieden tijdens de lessen lichamelijke opvoeding. In deze lesfiche kan je zelf kiezen wat je met de oefeningen doet. Mogelijkheden Een omloop met allemaal verschillende oefeningen om kennis te maken met het sportklimmen met als bedoeling erna naar een klimzaal te gaan. Zelf een lessenreeks opstellen met de oefeningen die je hier vindt. Let dan wel op voor opbouw. Oefeningen staan hieronder volgens de juiste opbouw. 1 cardiovasculaire prikkeling 1 springtouw per leerling De leerlingen worden opgedeeld in twee groepen tegenover elkaar. Ze hebben allemaal een springtouw vast. Telkens na dat ze 20 gesprongen hebben voeren ze een opdracht uit. L 1
Voorbeeld Ø 20 touw springen v rustig naar de overkant lopen en terug Ø 20 touw springen v Bijtrekpassen + armen zwaaien naar de overkant en terug Ø 20 touw springen v handen en voeten naar de overkant Ø 20 touw springen v krabbenpas terug Ø 20 touw springen v alle muren van de zaal tikken = looplijn = leerling L = leerkracht Afspraak: Laat de leerlingen elkaar altijd langs RECHTS passeren! 2 cardiovasculaire prikkeling tennisballen (1 per leerling) fluitje Bij elk fluitsignaal wordt een opdracht uitgevoerd. Wanneer er geen fluitsignaal wordt gegeven blijven de leerlingen skippings doen. Terwijl ze skippings doen, knijpen ze in tennisballen. Op het einde wordt er nog een korte tijd een stevige en snelle skipping uitgevoerd. De leerkracht bepaalt hiervan de tijd. Het werkt steeds motiverend wanneer de leerkracht zelf meedoet. L Voorbeeld Ø 1 fluitsignaal = buiklig Ø 2 fluitsignalen = grond tikken + een hoge streksprong uitvoeren Ø 3 fluitsignalen = ruglig Ø 4 fluitsignalen = = leerling L = leerkracht 2
DOELEN ORGANISATIE 3 cardiovasculaire prikkeling LEERINHOUDEN psychomotorisch: kracht: statisch Zo snel mogelijk alle muren van de ruimte tikken. De laatste moet 10 keer pompen. 1) core stability a. De leerlingen gaan allemaal in plankhouding staan. b. Elke leerling telt op zijn beurt tot 10. Wanneer alle leerling tot 10 hebben geteld mogen ze stoppen (dit kan aangepast worden aan de leeftijd van de doelgroep). L = leerling 2) pompen a. De leerkracht bepaalt zelf hoeveel hij/zij de leerlingen laat pompen (dit zal sterk samenhangen met de kwaliteiten van de doelgroep). psychomotorisch: kracht: dynamisch L = leerkracht Je kan deze oefeningen ook organiseren in een omloop. 3
psychomotorisch: kracht: dynamisch psychomotorisch: kracht: dynamisch DOELEN lichaamsperceptie: evenwicht LEERINHOUDEN ORGANISATIE 3) situps a. De leerkracht bepaalt zelf hoeveel hij/zij de leerlingen laat pompen (dit zal sterk samenhangen met de kwaliteiten van de doelgroep). 5) Quadricepsoefening (balans) 6) burpees psychomotorisch: kracht: dynamisch 4
1 KLIMGORDEL AANDOEN CONTROLE! (indien dit aangekocht is of de mogelijkheid om aan te kopen) 1 klimgordel per leerling (als dat beschikbaar is) Leerkracht doet voor hoe je een gordel op de juiste manier aandoet (stappenplan zie bijlage: kijkwijzer klimgordel aandoen). L 2 KNOPEN LEGGEN = leerling klimtouw eventueel klimgordel/stok L = leerkracht spelvreugde De leerkracht geeft een demo aan de leerlingen hoe de verschillende achtknopen gemaakt moeten worden (zie stappenplan in bijlage: knopen leggen). De leerkracht laat de leerlingen oefenen in groepjes. Op die manier kunnen ze elkaar helpen en feedback geven. De leerkracht loopt rond om de leerlingen te controleren en eventueel bij te sturen. Variatie: levende achtknoop o Iedereen neemt met beide handen een lang touw vast. o Zorg dat ze allemaal op gelijke o o o afstand staan van elkaar. Nu proberen ze in het midden van het touw een achtknoop te leggen zonder dat ze het touw loslaten. Te moeilijk? minder leerlingen Te makkelijk? meer leerlingen L = leerling L = leerkracht 5
3 LEREN ZEKEREN concentratie (ook naarmate ze dit meer doen). De meeste fouten gebeuren door vergissingen bij gewoontes. vertrouwen communicatie (tussen klimmer en zekeraar) luisteren per klimstand o 1 sling o 1 klimtouw o 2 gordels o 2 musketons o 1 zekerapparaat (liefst een acht of een tuber) De leerkracht geeft een demo aan de leerlingen hoe je op de juiste manier moet zekeren (stappenplan zie bijlage: kijkwijzer zekeren). Leerlingen oefenen stappen in (zonder dat er een klimmer gezekerd wordt!!!). Controleer als leerkracht alles zeer goed. Als iedereen dit goed beheerst, laat je ze duo s vormen. 1 leerling klimt 3 meter omhoog op het sportraam (zie kijkwijzer voor de juiste installatie). De andere leerling zekert. Wanneer de klimmer op 3 meter hoogte is roept deze: Bloc! Dan zet de zekeraar het touw zeer strak. Zo kan de klimmer zich klaarzetten om zich te laten zakken (bijlage: kijkwijzer dalen bij klimmen). Daarna wisselen ze af van functie. De leerlingen voeren dit elk 3 keer uit. 4 TRAVERSEREN OP HET WANDREK gekleurde stickers (kies zelf hoeveel en hoeveel verschillende kleuren) lintjes touwtjes matjes/landingsmat (hangt er vanaf hoe hoog je ze laat klimmen) Zie voorbeelden in bijlage Met de gekleurde stickers: De leerkracht heeft op voorhand op het wandrek allemaal verschillende traverseerroutes gemaakt met de stickers. 6
lichaamsperceptie: houdingsbewustzijn De leerkracht geeft een demo hoe er moet getraverseerd worden (zie stappenplan bijlage: traverseren). Daarna gaan de leerlingen dit zelf ook proberen. Laat ze per twee werken dat ze elkaar wat kunnen helpen en ondersteunen. Wanneer ze alle routes gedaan hebben mogen ze stoppen. Met lintjes Nu doen ze het zelfde, maar in plaats van dat ze met hun handen op de stickers nemen, nemen ze nu de lintjes vast. Met touwtjes In plaats van stickers op het sportraam, zijn er nu touwtjes vastgemaakt. Deze touwtjes vormen lussen. Nu moeten de leerlingen de verschillende routes traverseren in de lussen. Gebruik eventueel verschillende kleuren van touwtjes om verschillende routes te maken. Geef als leerkracht ondersteuning aan de heupen als een leerling bang is. 5 WRIJVINGSKLIMMEN lichaamsperceptie: houdingsbewustzijn psychomotorisch: kracht wandrek 1 landingsmat 4 springtouwen (om de landingsmat vast te zetten) 2 matjes op de grond De leerlingen proberen om via de landingsmat (dat vasthangt tegen het wandrek) met een dik touw omhoog te klimmen. Dit doen ze ook weer naar beneden. Als ze voelen dat ze moe worden moeten ze sneller naar beneden komen (niet springen). De leerkracht geeft een demo aan de leerlingen hoe de oefening werkt. De leerlingen proberen dit dan zelf. Gaat dit goed, schakel dan snel over naar de variatie. 7
6 VARIATIE WRIJVINGSKLIMMEN Kast met segmenten 2 zelfgemaakte touwen met handvaten 4 matjes psychomotorisch: kracht veiligheid Zie voorbeeld in bijlage. De leerlingen moeten proberen om per 2 op een plint te klimmen. Dit doen ze door samen te werken. De ene houd tegen en de andere klimt erop. De oefening is gelukt als de leerling op de plint staat. Dan wisselen ze van functie. De leerkracht toont dit voor met een leerling van de klas van ongeveer hetzelfde gewicht. De leerkracht laat dit de leerlingen uitproberen. Zorg voor helpers die dienen voor de veiligheid. psychomotorisch: kracht 7 OP EEN REKSTOK KLIMMEN Rekstok/1 legger van een herenbrug 2 matjes zie voorbeeld in bijlage. De leerlingen moeten proberen om vanuit hangpositie boven op de rekstok te geraken. De leerkracht geeft de uitleg van de oefening en indien mogelijk ook een demo. De leerkracht laat nu de leerlingen de oefening proberen. Laat ze eventueel per 2 werken (1 klimmer en 1 helper). Te moeilijk? palen gebruiken Te makkelijk? 10 seconden hangen en dan pas klimmen 8
8 OVER DE LEGGERS VAN EEN HERENBRUG KLIMMEN Herenbrug 2 matjes psychomotorisch: kracht Zie voorbeeld bijlage. Probeer 8 tjes rond de leggers van de herenbrug te klimmen. Doe dit zonder de grond te raken. Te moeilijk? rondjes rond de leggers klimmen + leggers dichter bij elkaar zetten Te makkelijk? wedstrijd: wie kan in een bepaalde tijd de meeste 8 jes klimmen? + leggers zo ver mogelijk uit elkaar zetten De leerkracht legt de oefening uit en geeft eventueel een demo. Leerkracht verdeelt de leerlingen in groepjes en laat ze dit proberen. Eerst met helper en daarna zonder. 9 ROUTES KLIMMEN cognitief prikkelen lichaamsperceptie: houdingsbewust gekleurde stickers (kies zelf hoeveel en hoeveel verschillende kleuren) wandrek landingsmat(ten) zie bijlage voor voorbeeld De leerkracht heeft op voorhand routes gemaakt op het wandrek. De leerkracht geeft de uitleg. De leerlingen mogen proberen om verschillende routes te doen. Ze werken altijd per 2 of per 3. 9