Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

Transcriptie

1 Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x Beginsituatie Klein Pylon 8x Bal 24x Lintjes 18x(groen,geel,rood) Doelstelling Extra Kijkwijzers Alle leerlingen hebben in jaar één unihockey gespeeld/ervaren! Behandelde aspecten jaar 1: Voornamelijk stickhandeling en ballhandeling In les één is de totaal methode aan bod gekomen (3:3) Alle leerlingen kennen unihockey als Floorball Cognitief: Alle leerlingen kennen de spelregels van de kijkwijzer Sociaal: De leerlingen helpen elkaar bij het beter individueel leren spelen d.m.v. het geven van tips en aanwijzingen Motorisch: Kan dribbelen met split vision door de zaal waarbij de bal onder controle is.

2 Warming up 10 Balcontrole/inlopen: Loop met bal aan de stick rond door de zaal: drijven, voeren, slalom, zijwaarts lopen. Varianten: op teken: stoppen, omkeren, rondje draaien varianten voor een zijde: tegen de muur slaan, in doel, over bank wippen, om pion draaien Ondertussen klaarzetten van kern één Alle leerlingen een stick en een bal. Stick zo veel mogelijke met twee handen vast, bovenste hand is de stuurhand Iedere leerling bepaald het eigen niveau d.m.v. de snelheid en de varianten eventueel vaker dan op teken zelf toe te passen. Kern 1 Individuele balbehandeling 10 Loop met de bal aan de stick een bepaald parkoers, langs/over obstakels, probeer dit zo zuiver mogelijk te doen: slalom kriskras door de zaal, met of zonder diverse objecten(pilonnen, hoepels toevoegen) combinatie slalom, om matten heen, over banken heen, door poortje, in het doel in tweetallen: voorop doet voor, achtervolger moet zo precies mogelijk nadoen/volgen kriskras door de zaal, op teken rennen naar een hoek of schot op doel Starten tussen de pilonnen en eventueel schieten op een doeltje aan de overkant Groep in twee gelijke delen splitsen en verdeel Alle leerlingen een bal en een stick Materialen als matjes, pilonnen, kasten, banken etc. willekeurig plaatsen in het vierkant. Loop om je eigen vierkant heen weer terug naar de pilon Niveau: a. om de materialen heen b. bal over de matjes heen c. Bal over de bank heen

3 Kern 2 Passing 10 Passing en coordinatie: Alle spelers lopen met bal aan de stick door de zaal. Op teken van de docent zoek je oogcontact met iemand anders en wissel je de ballen met elkaar uit. Eindspel 15 Eindspel 4:4 Opstelling bedenken Half court 6 teams(3 per veld) Halve competitie 5 per wedstrijd Regels hanteren die in les één besproken zijn a.d.h.v. een kijkwijzer Team dat over is verzorgd puntentelling en is scheidsrechter.

4 Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Individueel en samenspelend scoren 3 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x Beginsituatie Klein Pylon 8x Bal 24x Lintjes(per team andere kleur) Doelstelling Extra Kijkwijzers Alle leerlingen kennen unihockey als Floorball Cognitief: Alle leerlingen kennen de spelregels van de kijkwijzer Sociaal: De leerlingen helpen elkaar bij het beter individueel leren spelen d.m.v. het geven van tips en aanwijzingen Motorisch: Kan dribbelen met split vision door de zaal waarbij de bal onder controle is. Cognitief: Alle leerlingen kennen de dominante handelingen/aspecten m.b.t. de pass en aanname Sociaal: De leerlingen houden rekening met elkaar in de beperkte ruimte. De leerlingen zorgen ervoor dat iedereen evenveel kan oefenen en helpen mekaar daarbij(tips en aanwijzingen geven m.b.t. de techniek) Motorisch: Kan 80% de bal correct passen d.m.v. de push Kan 80% de bal correct aannemen

5 Warming up 10 Balcontrole/inlopen: Loop met bal aan de stick rond door de zaal: drijven, voeren, slalom, zijwaarts lopen. Varianten: op teken: stoppen, omkeren, rondje draaien varianten voor een zijde: tegen de muur slaan, in doel, over bank wippen, om pion draaien Ondertussen klaarzetten van kern één Alle leerlingen een stick en een bal. Stick met twee handen vast(met uitzondering van drijven) Iedere leerling bepaald het eigen niveau d.m.v. de snelheid en de varianten eventueel vaker dan op teken zelf toe te passen. Kern 1 Passen en aannemen 15 Aanname met de voet/lichaam: In tweetallen tegenover elkaar. Pass de bal naar de ander. Deze probeert de bal met de voet te stoppen en voor de eigen stick klaar te leggen en terug te passen, etc. Let op: maximaal 1 keer voetcontact en dan weer met de stick. Aanname zonder voet/lichaam: Accent op - Afremmen snelheid bal door meebewegen - Blad gesloten - Uitstappen bij push/pass Scheiding maken met vier banken. Niveau: a. stoppen met voet b. stoppen met stick c. vloeiende beweging stoppen naar pushen

6 Kern 2 Afronden op de goal 15 Een aantal oefening die een combinatie vormen van het controleren van de bal, schieten op doel Leerlingen beginnen met stap A; docent observeert, wat is de beste vervolgstap? - kleinveld strafbal: vanaf strafbalstip stilstaand schieten op de doel - recht aanlopen vanaf andere speelhelft en vanaf strafbalstip schieten - schuin aanlopen vanaf zijkant en bij pion schieten op doel - recht of schuin aanlopen via slalomparkoers en vanaf laatste pion schieten, parkoers afwisselend linksom en rechtsom lopen met verdediger: een schot is pas mogelijk nadat een verdediger is gepasseerd of als de aanvaller voldoende vrije ruimte heeft A C B D Eindspel Pionbal: 25 per twee- of drietal een pion, Varianten; staan kriskras door de zaal, spelers verdedigen eigen pion en individueel, ieder eigen pion proberen pion van tegenstander te raken. Raak? Zet pion op eigen pion weg = aan de kant, wie blijft over? pion. Team zonder pion kan nu andere pionnen gaan veroveren. Bij raken verover je de hele Pion weg = sluit je aan bij de veroveraar, wie vormt grootste team? stapel. Wie bouwt de hoogste stapel? Pion geraak: rondje om de zaal rennen (5x opdrukken) en je mag weer meedoen, wie loopt minste rondjes?

7 Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Het als team uitspelen van de tegenstander en scoren 4 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x Klein Pylon 8x Bal 24x Extra Kijkwijzers Beginsituatie Alle leerlingen kennen unihockey als Floorball Cognitief: Alle leerlingen kennen de dominante handelingen/aspecten m.b.t. de pass en aanname Sociaal: De leerlingen houden rekening met elkaar in de beperkte ruimte. De leerlingen zorgen ervoor dat iedereen evenveel kan oefenen en helpen mekaar daarbij(tips en aanwijzingen geven m.b.t. de techniek) Leerlingen spelen en oefenen samen Motorisch: Kan 80% de bal correct passen d.m.v. de push Kan 80% de bal correct aannemen Doelstelling Cognitief: Weet hij of zij welke positie er ingenomen moet worden tijdens het spel. Het hanteren van de spelregels als scheidsrechter Sociaal: Idem aan eerdere lessen en het accepteren van de beslissingen van de scheidsrechter Samen een toernooi op gang houden Motorisch: Kan 80% de bal correct en gericht passen d.m.v. de push vanuit beweging Kan 80% de bal correct aannemen vanuit beweging Kan 80% gericht schieten vanuit beweging Kan 70% de passieve of actieve t.speler omspelen en komen tot scoren

8 Warming up 5 Balcontrole/inlopen: Loop met bal aan de stick rond door de zaal: drijven, voeren, slalom, zijwaarts lopen. Varianten: op teken: stoppen, omkeren, rondje draaien varianten voor een zijde: tegen de muur slaan, in doel, over bank wippen, om pion draaien Ondertussen klaarzetten van kern één Alle leerlingen een stick en een bal. Stick met twee handen vast(met uitzondering van drijven) Iedere leerling bepaald het eigen niveau d.m.v. de snelheid en de varianten eventueel vaker dan op teken zelf toe te passen. Kern 1 Afronden op de goal 15 Voorzet afronden op doel: Een aantal oefeningen waarbij een speler van een medespeler een pass krijgt, die hij vervolgens direct, of na een snelle aanname, op doel moet afronden - Speler loopt met boog op vanuit linkerhoek naast doel, krijgt pass van speler in rechterhoek, schiet en gaat naar rechterhoek, speler uit rechterhoek loopt op en krijgt pass van speler in linkerhoek, etc. - Met verdediger: bij het geven van de pass en afronden moet ook rekening worden gehouden met een verdediger De leerling mag zelf bepalen hoe de bal wordt gecontroleerd, bij voorkeur zonder hulp van de voet, en mag in een later stadis(door docent aangegeven)daarnaast bepalen of hij of zij een tegenstander(passief of actief) wil omspelen om te komen tot scoren.

9 Kern 2 Eindspel 30 Spelen 6:6 Spelregels a.d.h.v. de kijkwijzer Vier teams Ronde 1 : 1:2 & 3:4 Ronde 2: 1:3 & 2:4 Ronde 3: 4:1 & 3:2 5 per wedstrijd Het eerstgenoemde team speelt aan de linkerkant Scheidsrechter a.d.h.v. de kijkwijzer en wordt geregeld door het eerstgenoemde team van de volgende wedstrijd. Het laatst genoemde team houd de score bij en de houd noteert dit op het whiteboard Ieder team speelt vanuit de 2:1:2 opstelling ter bevordering van het (positie)spel

10 Terugblikken Oefenvormen sluiten perfect aan bij de beleving en de uitdaging hierbinnen is groot, bij het parcours met er voldoende(minimaal halve meter) ruimte zijn tussen de materialen. Anders is het te moeilijk voor de leerlingen. De bank is hierbij te hoog gevolg is dat er geen controle is over de bal. Daarnaast is het principe less is more zeker bij floorball van toepassing. 10 minuten tot een kwartier is aan de korte kant. Leerlingen hebben ruimte nodig bij het uitvoeren van de oefening. Essentiële aspecten Klas twee heeft behoefte aan oefentijd, techniek in les één beperkt, oefenvormen wel als uitdagend ervaren dus leerlingen blijven wel oefenen. Tweetallen in een kleine zaal is minder geschikt (de motivatie qua leerresultaat en succesbeleving zakt/gaat weg). Bij het parcours volgende keer kiezen voor ander materiaal ipv de huidige banken. Lopende vormen en drie of viertallen maken. Alternatieven Banken vervangen door kasten waar ze om heen moeten omdat ze kleiner zijn en daarnaast de bal onder controle houden. Voor de betere leerlingen pilonnen neerleggen. Alle bovenstaande aspecten! Uitproberen