LES 6. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, springen, tikspelen.

Transcriptie

1 LES 6. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Glijden: - De leerling glijdt met billen en voeten op een matje/handdoek op de dubbele bank. Touwtjespringen: - De leerling draait het springtouw zelf en springt met 2 voeten eroverheen. Smokkelspel: - Tikker: Richt zich op alle lopers - Loper: Loopt op het moment dat de tikker zich richt op een andere loper. Groep 5/6 Glijden: - De leerling glijdt op de hurken naar beneden waarbij er aan het einde een afsprong is. Hoogte 1 kastkop. Touwtjespringen: - De leerling draait het springtouw vooruit en springt eroverheen met 2 voeten, eventueel met trucjes. Smokkelspel: - Tikker: Bedreigt verschillende lopers tegelijkertijd. - Loper: Gaat terug als de tikker te bedreigend is. Groep 7/8 Glijden: - De leerling glijdt in surfhouding naar beneden met afsprong. Touwtjespringen: - De leerling springt met 2 voeten over een eigen gedraaid touw. De leerling maakt truckjes over een achteruit en vooruit gedraaid touw. Smokkelspel: - Tikker: Verbergt de intentie om een loper te tikken. - Loper: Werkt samen met andere lopers.

2 LES 6. GROEP: 3 t/m 8 HET MATERIAAL: Groep 3/4 Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - 2 wandrekken - 3 turnmatten - 5 banken - Glijmatjes of handdoeken. Zelf meenemen De banken zitten allemaal op verschillende hoogtes in het wandrek. Afsluiting: Geen Groep 5/6 Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - 2 wandrekken - 3 turnmatten - 5 banken - 1 kastkop - Glijmatjes of handdoeken. Zelf meenemen De banken zitten allemaal op verschillende hoogtes in het wandrek. Banken tegen elkaar in het wandrek? 1 met de wieltjes omhoog, andere met de wieltjes beneden, daaronder blokjes leggen, zodat de banken gelijk komen te liggen. Afsluiting: Geen Groep 7/8 Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - 2 wandrekken - 3 turnmatten - 5 banken - 1 kastkop - Glijmatjes of handdoeken. Zelf meenemen De banken zitten allemaal op verschillende hoogtes in het wandrek. Banken tegen elkaar in het wandrek? 1 met de wieltjes omhoog, anders met de wieltjes beneden, daaronder blokjes leggen, zodat de banken gelijk komen te liggen Afsluiting: Geen Vak 2: - 10 touwtjes - Mediakaarten; Touwspringen - Zelf uitprinten op Vak 2: - 10 touwtjes - Mediakaarten; Touwspringen - Zelf uitprinten op Vak 2: - 10 touwtjes - 1 lang touw - Mediakaarten; Touwspringen - Zelf uitprinten op Vak 3: - 1 bank - 4 pionnen - Smokkelmateriaal (pittenzakjes) Vak 3: - 1 bank - 4 pionnen - Smokkelmateriaal (pittenzakjes) Vak 3: - 1 bank - 4 pionnen - Smokkelmateriaal (pittenzakjes)

3 LES 6. GROEP: 3 t/m 8 OPSTELLING VAN HET MATERIAAL: Groep 3/4: GLIJDEN TOUW SPRINGEN SMOKKELSPEL Groep 5 t/m 8 GLIJDEN TOUW SPRINGEN SMOKKELSPEL

4 LES 6. GROEP: 3/4 INLEIDING. Vriendentikkertje. - Er zijn twee tikkers. - De andere leerlingen rennen door de zaal. - Gaan de lopers met zijn tweeën met de armen bij elkaar over de schouders als vrienden staan, dan kunnen ze niet getikt worden. Word je wel getikt? Naar de bank. 3 is te veel. - Je mag tijdens 1 spelletje maar 1 keer met dezelfde leerling een tweetal vormen. - Je mag maar 10 seconden blijven staan. VAK 1. Glijden. - Iedere glijbaan heeft zijn eigen hoogte. - Er kunnen verschillende opdrachten worden uitgevoerd. o Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij zijwaarts naar beneden. o Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij met je voeten aan beide o kanten van de bank naar beneden. Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij met je voeten op het matje, naar beneden en land op je voeten op de mat. - Banken verhogen of smaller maken. - Op de hurken glijden, met afsprong. VAK 2. Touwspringen. - Iedere leerling heeft een eigen touw om mee te springen. - Langs de rand liggen verschillende mediakaarten. - Iedereen kan zelf een mediakaart uitkiezen op zijn of haar eigen niveau. - Zorg ervoor dat iedereen voldoende ruimte heeft om te springen. - Lengte van het touw: Op het touw gaan staan, dan komt het touw tot onder de oksels. - Een moeilijkere mediakaart uitvoeren. - Achteruit draaien. - 1 groot touw laten ronddraaien, met zijn allen springen. VAK 3. Smokkelspel. - 1 leerling (de boswachter) staat midden in het bos. - Aan de rand van het bos staan de smokkelaars. - Iedere smokkelaar heeft 1 pittenzakje en probeert naar de overkant van het bos te komen, zonder dat de boswachter de smokkelaar kan tikken. - Ben je getikt? Dan leg je je pittenzakje in de rode hoepel. - Niet getikt? Dan leg je je zakje in de groene hoepel. - Als de zakjes op zijn wordt er gewisseld van boswachter. - Laat de leerlingen zelf kiezen, ze moeten iemand kiezen die nog niet geweest is. - Veld groter of kleiner maken. - Meer tikkers. AFSLUITING. Slaaptikkertje - Alle leerlingen gaan in de zaal verspreid liggen slapen. - Iedereen is stil en heeft zijn ogen dicht. - De leerkracht tikt 2 leerlingen aan, dit zijn de tikkers. - Als de leerkracht het sein geeft, wordt iedereen wakker en gaan de tikkers snel tikken. - Getikt is op de bank, 3 is te veel. - Spreek af met elkaar waar de leerlingen wel of niet mogen slapen.

5 LES 6. GROEP: 5/6 INLEIDING. Vriendentikkertje. - Er zijn twee tikkers. - De andere leerlingen rennen door de zaal. - Gaan de lopers met zijn tweeën met de armen bij elkaar over de schouders als vrienden staan, dan kunnen ze niet getikt worden. Word je wel getikt? Naar de bank. 3 is te veel. - Je mag tijdens 1 spelletje maar 1 keer met dezelfde leerling een tweetal vormen. - Je mag maar 10 seconden blijven staan. VAK 1. Glijden. - Iedere glijbaan heeft zijn eigen hoogte. - Er kunnen verschillende opdrachten worden uitgevoerd. o Ga op het glijmatje staan op je hurken. Je blijft laag op je hurken zitten. Op het laatst spring je van het matje af en land je staand op de turnmat. o Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij met je voeten aan beide o kanten van de bank naar beneden. Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij met je voeten op het matje naar beneden en land op je voeten op de mat. Hulpverlenen: - Twee leerling houden beide aan een andere kant een stok vast en houden deze voor de leerling op het glijmatje. Wel actief meelopen. - Een hand geven en actief meelopen. VAK 2. Touwspringen. - Iedere leerling heeft een eigen touw om mee te springen. - Langs de rand liggen verschillende mediakaarten. - Iedereen kan zelf een mediakaart uitkiezen op zijn of haar eigen niveau. - Zorg ervoor dat iedereen voldoende ruimte heeft om te springen. - Lengte van het touw: Op het touw gaan staan, dan komt het touw tot onder de oksels. - Een moeilijkere mediakaart uitvoeren. - 1 groot touw laten ronddraaien, met z n allen springen. VAK 3. Smokkelspel. - 2 leerlingen (de boswachters) staan midden in het bos. - Aan de rand van het bos staan de smokkelaars. - Iedere smokkelaar heeft 1 pittenzakje en probeert naar de overkant van het bos te komen, zonder dat de boswachters de smokkelaar tikken. - Ben je getikt? Dan leg je je pittenzakje op de bank. - Niet getikt? Dan mag je je smokkelzakje houden. - Bij 3 getikte smokkelaars is het wisselen van boswachters. - Laat de leerlingen zelf kiezen, ze moeten iemand kiezen die nog niet geweest is. - Veld groter of kleiner maken. - Meer of minder tikkers AFSLUITING. Slaaptikkertje - Alle leerlingen gaan in de zaal verspreid liggen slapen. - Iedereen is stil en heeft zijn ogen dicht. - De leerkracht tikt 2 leerlingen aan, dit zijn de tikkers. - Als de leerkracht het sein geeft, wordt iedereen wakker en gaan de tikkers snel tikken. - Getikt is op de bank, 3 is te veel. - Spreek af met elkaar waar de leerlingen wel of niet mogen slapen.

6 LES 6. GROEP: 7/8 INLEIDING. Vriendentikkertje. - Er zijn twee tikkers. - De andere leerlingen rennen door de zaal. - Gaan ze met z n tweeën met de armen bij elkaar over de schouders als vrienden staan, dan kunnen ze niet getikt worden. - Word je wel getikt? Naar de bank. - 3 is te veel. - Gaan leerlingen klagen over het te lang bij elkaar staan van andere leerlingen? Vertel dan bijvoorbeeld dat diegene die dat niet doen geen waaghalzen zijn. VAK 1. Glijden. - Iedere glijbaan heeft zijn eigen hoogte. - Er kunnen verschillende opdrachten worden uitgevoerd. o Ga op het glijmatje staan op je hurken. Je blijft laag op je hurken zitten. Op het laatst spring je van het matje af en land je staand op de turnmat. o Ga op het glijmatje staan, voeten zijwaarts op de bank, alsof je gaat skateboarden, glij naar beneden en spring op het laatste moment van de bank af. (laag en met hulp beginnen, daarna hoger en hulp afbouwen. o Ga op het glijmatje zitten op de glijbaan, glij met je voeten op het matje naar beneden en land op je voeten op de mat. Hulpverlenen: - Een stok die door twee leerlingen aan beide kanten wordt vastgehouden, wel actief meelopen. - Een hand geven (polsgreep bij staand glijden) en actief meelopen. VAK 2. Touwspringen. - Iedere leerling heeft een eigen touw om mee te springen. - Langs de rand liggen verschillende mediakaarten. - Iedereen kan zelf een mediakaart uitkiezen op zijn of haar eigen niveau. - Zorg ervoor dat iedereen voldoende ruimte heeft om te springen. - Een moeilijkere mediakaart uitvoeren. - 1 groot touw laten ronddraaien, met z n allen springen. - Met de hele groep springen in het grote touw. VAK 3. Smokkelspel. - 2 leerlingen (de boswachters) staan midden in het bos. - Aan de rand van het bos staan de smokkelaars. - Iedere smokkelaar heeft 1 pittenzakje en probeert naar de overkant van het bos te komen, zonder dat de boswachters de smokkelaar tikken. - Ben je getikt? Dan leg je je pittenzakje op de bank. - Niet getikt? Dan mag je je smokkelzakje houden. - Bij 3 getikte smokkelaars is het wisselen van boswachters. - Laat de leerlingen zelf kiezen, ze moeten iemand kiezen die nog niet geweest is. - Veld groter of kleiner maken. - Meer of minder tikkers AFSLUITING. Slaaptikkertje - Alle leerlingen gaan in de zaal verspreid liggen slapen. - Iedereen is stil en heeft zijn ogen dicht. - De leerkracht tikt 2 leerlingen aan, dit zijn de tikkers. - Als de leerkracht roept: wakker worden!, wordt iedereen wakker en gaan de tikkers snel tikken. - Getikt is op de bank, 3 is te veel. - Spreek af met elkaar waar de leerlingen wel of niet mogen slapen.