LES 36. GROEP: 3/4 Over de kop gaan, Klauteren, Tikspelen.

Transcriptie

1 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Klauteren en glijden: - De leerling kan zelfstandig omhoog klimmen in het wandrek. Duikelen: - De leerling kan steunen op de brug en maakt daarna een koprol voorover. Boer mag ik over het erf? - De leerling loopt over op het moment dat hij niet door de tikker in de gaten gehouden wordt. Groep 5/6: Wandrek tikkertje: - De leerling beweegt zich als tikker vlot op het wandrek. Duikelen: - De leerling maakt met hulp een borstwaartsom over de lage ligger. Iemand is hem, niemand is hem - De leerling neemt initiatief om de bal te pakken en iemand af te gooien. Groep 7/8: Wandrek tikkertje: - De leerling beweegt zich als tikker vlot op het wandrek. Duikelen: - De leerling maakt een borstwaartsom over de lage ligger. Iemand is hem, niemand is hem? - De leerling speelt samen met de speler van zijn tweetal.

2 HET MATERIAAL: Groep 3/4: Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - Wandrek (schuin) - 2 banken - Dikke mat - 2 matjes Vak 2: - Trapezoïde - Brug - 4 matjes Vak 3: - 4 pionnen Afsluiting: - 2 stokken Groep 5 t/m 8: Inleiding: - 2 lintjes Vak 1: - Wandrek (schuin) - Banken - Blinddoek zelf meenemen Vak 2: - Trapezoïde - Brug - 4 matjes Vak 3: - Zachte bal Afsluiting: - 2 stokken

3 OPSTELLING VAN HET MATERIAAL: Groep 3/4: Klauteren/Glijden Duikelen Boer mag ik over het erf? Groep 5 t/m 8: Tikspelen Iemand is hem, niemand is hem Duikelen

4 INLEIDING. Standbeeldtikkertje - Er worden 2 tikkers en 2 verlossers aangewezen. - Als je getikt wordt blijf je stilstaan als een standbeeld. - Je kunt allerlei opdrachten geven voor de standbeelden bijvoorbeeld: heel blij, verdrietig, beeld een sport uit. - Als je door de verlossers wordt aangetikt dan mag je weer meedoen. - De verlossers kunnen niet getik worden. VAK 1. Klauteren en glijden - Klim omhoog via het wandrek. Nu zijn er twee mogelijkheden: o De leerling klimt door het wandrek heen, wacht tot hij stil hangt en laat dan los en landt op de mat. o De leerling glijdt via de glijbaan naar beneden. Hang een lintje op tot hoe hoog de leerlingen mogen klimmen. Houd rekening met elkaar; kijk of er niemand onder je op de mat staat, voordat je loslaat. VAK 2. Duikelen. - De leerling duikelt aan of om de ligger van de brug of de trapezoïde. Aan: de leerling duikelt onder de stok. - Houd met je handen de legger vast (duimen om de stok). - Steek je benen tussen het gat van je armen door. - Duikel achterover. Handen vasthouden tot je voeten bijna de grond raken. Om: de leerling duikelt om de stok. - De leerling steunt op de ligger (duimen om de stok). Deze is op heuphoogte. - De leerling maakt zich klein en duikelt voorzichtig voorover om de stok heen. - De landing van de voeten op de mat is zo zacht mogelijk. Als de leerlingen moeilijk bij de stok komen dan kan je de springplank als opstapje gebruiken. VAK 3. Boer, mag ik over het erf? - In het midden staat de boer op zijn erf. - De andere leerlingen staan bij elkaar achter de lijn/pionnen. Ze vragen: boer, mag ik over het erf? - Antwoordt de boer: JA. Dan mag iedereen naar de overkant lopen. - Antwoordt de boer: NEE : Dan gaat de boer je tikken! - Iedereen aan de overkant? Dan kan de vraag opnieuw gesteld worden. - Na 3 keer boer te zijn geweest, wordt er gewisseld. - Als je getikt bent dan ben je niet af. Speel met de regel dat de boer niet 2 keer tegelijk dezelfde loper mag tikken. AFSLUITING: Stoktikkertje. - Er zijn 4 tikkers in 2 tweetallen. Deze tikkers hebben allebei het einde van de stok vast. - De leerlingen gaan zo iedereen proberen te tikken. - Ben je getikt? Dan moet je naar de bank. - Daar moet je goed opletten, want als de tikkers loslaten, dan mag je er weer in. - Maar Iedereen moet zelf goed opletten, als het niet gezien is door de leerlingen op de bank, dan komen ze ook niet vrij! - Speel naast deze loslaatregel ook met 3 is te veel.

5 LES 36. GROEP: 5/6 INLEIDING. Standbeeldtikkertje - Er worden 2 tikkers aangewezen. De tikkers gaan even weg. - Dan worden er 2 verlossers aangewezen. - Als je getikt wordt blijf je stilstaan als een standbeeld en beeld je een sport uit. - Als je door de verlossers wordt aangetikt dan mag je weer meedoen. - Als de verlossers getikt zijn worden ze ook een standbeeld. Als beide verlossers getikt zijn dan is het spel afgelopen. VAK 1. Tikkertje in het wandrek - Speel met 2 groepen. 1 groep speelt het spel en de andere zit op de bank en coacht. - Van de groep die speelt wordt 1 tikker aangewezen. Deze tikker heeft een blinddoek om. - De andere spelers verspreiden zich over het wandrek. - De tikker moet proberen de andere leerlingen te tikken. - Als je getikt bent klim je naar beneden en begin je opnieuw. - Wissel van groep wanneer de tikker 3 spelers getikt heeft of wanneer er 1,5 minuut voorbij is. Leerlingen aan de kant mogen de tikker coachen. Maak het makkelijker voor de tikker en speel allemaal met een blinddoek. VAK 2. Duikelen borstwaartsom - De leerling maakt een borstwaartsom aan de ligger van de brug of de trapezoïde. - Hulpverlenen kan door het ondersteunen bij de onderrug en bij de benen. Het lichaam moet dicht bij de stok blijven. Makkelijker Duikelen om de rekstok. Moeilijker Maak de buikdraai. Laat de leerlingen tussendoor uitrusten. VAK 3. Iemand is hem, niemand is hem. - Iedereen mag de bal pakken. - Probeer de andere spelers af te gooien. Je mag niet lopen met de bal. - Als je wordt afgegooid ga je op de bank zitten. - Je mag weer vrijkomen als er iemand anders wordt afgegooid. Hoofd telt niet mee Bij een vangbal is degene die gegooid heeft af. Speel met meer ballen AFSLUITING: Stoktikkertje. - Er zijn 4 tikkers in 2 tweetallen. Deze tikkers hebben allebei het einde van de stok vast. - De leerlingen gaan alle leerlingen proberen te tikken. - Ben je getikt? Dan ga je naar de bank. - Daar moet je goed opletten, want als de tikkers loslaten, dan mag je er weer in. - Maar Iedereen moet zelf goed opletten, als het niet gezien is door de leerlingen op de bank, dan komen ze ook niet vrij! - Speel naast deze loslaatregel ook met 3 is te veel.

6 LES 36. GROEP: 7/8 INLEIDING. Standbeeldtikkertje - Er worden 2 tikkers aangewezen. De tikkers gaan even weg. - Dan worden er 2 verlossers aangewezen. - Als je getikt wordt blijf je stilstaan als een standbeeld en beeld je een sport uit. - Als je door de verlossers wordt aangetikt dan mag je weer meedoen. - Als de verlossers getikt zijn worden ze ook een standbeeld. Als beide verlossers getikt zijn dan is het spel afgelopen. VAK 1. Tikkertje in het wandrek - Speel met 2 groepen. 1 groep speelt het spel en de andere zit op de bank en coacht. - Van de groep die speelt wordt 1 tikker aangewezen. Deze tikker heeft een blinddoek om. - De andere spelers verspreiden zich over het wandrek. - De tikker moet proberen de andere tikkers te tikken. - Als je getikt bent klim je naar beneden en begin je opnieuw. - Wissel van groep wanneer de tikker 3 spelers getikt heeft of wanneer er 1,5 minuut voorbij zijn. Leerlingen aan de kant mogen de tikker coachen. Maak het makkelijker voor de tikker en speel allemaal met een blinddoek. VAK 2. Duikelen borstwaartsom - De leerling maakt een borstwaartsom om de ligger van de brug of de trapezoïde. - Hulpverlenen kan door het ondersteunen bij de onderrug en bij de benen. Het lichaam moet dicht bij de stok blijven. Makkelijker Duikelen om de rekstok. Moeilijker Maak de buikdraai. Laat de leerlingen tussendoor uitrusten. VAK 3. Iemand is hem, niemand is hem in tweetallen. - Maak tweetallen. Je mag samenwerken met je tweetal. - Probeer de andere spelers af te gooien. Je mag niet lopen met de bal. - Als je wordt afgegooid ga je op de bank zitten. - Je mag weer vrijkomen als iemand van jouw tweetal iemand anders afgooit. Hoofd telt niet mee Bij een vangbal is degene die gegooid heeft af. Als er 1 tweetal af is duurt het spel nog 1 minuut. Daarna weer een nieuw spel beginnen. AFSLUITING: Stoktikkertje. - Er zijn 4 tikkers in 2 tweetallen. Deze tikkers hebben allebei het einde van de stok vast. - De leerlingen gaan alle proberen te tikken. - Ben je getikt? Dan ga je naar de bank. - Daar moet je goed opletten, want als de tikkers loslaten, dan mag je er weer in. - Maar Iedereen moet zelf goed opletten, als het niet gezien is door de leerlingen op de bank, dan komen ze ook niet vrij! - Speel naast deze loslaatregel ook met 3 is te veel.