Naam: Succes! 1 Geef bij elke berekening het antwoord met de juiste nauwkeurigheid en met de juiste. Antwoorden: Eenheid. 0,6 : 2 s s.



Vergelijkbare documenten
- 1 - E pot. 2 de graad 2 de jaar (1uur) oefeningen energie. Opgave 1:

Laat een schrift en een iets kleiner blad naast elkaar van gelijke hoogte valllen. Waarneming: Het blad papier valt langzamer dan het schrift

UITWERKINGEN selectie KeCo-opgaven mechanica (beweging) 1

Basisvaardigheden - Inhoud

Kromlijnige bewegingen. Verticale valbeweging. m s. Herhaling Vallen. Vrije val. Oefenopgave 1

= = = 6. methode-b: het oppervlak onder de snelheid-tijd-grafiek is een maat voor de afgelegde weg.

Natuurkunde LJ2P4 - Beweging Oefenmateriaal compleet

Hoofdstuk 4: Veranderingen. 4.1 Stijgen, dalen en intervallen

HET EXPERIMENT VAN GALILEI MET HET HELLEND VLAK

11 Bewegingsleer (kinematica)

Herhalingsvragen 4 WETa - fysica examen1 (Dec) - 1 -

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1

De eenparig veranderlijke beweging:

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT

2dejaar 2degraad (1uur) Hoofdstuk 2 : De eenparige beweging

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

4.1.3 Bepalen van de resulterende kracht Tweede wet van Newton Dynamische krachtwerking

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10

Kracht en versnelling. 59. Opwaartse kracht. 61. Beweging met wrijvingskracht. 62

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Woensdag 24 mei, uur

a) Het beginpunt heeft 2 ¼ trilling uitgevoerd omdat er 2 ¼ golflengte is gevormd. c) B gaat naar boven. (verschuif de golf een beetje naar rechts!

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Eerste graadsfuncties

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

NATUURKUNDE. Figuur 1

m = = ρ ρ V V V V R4 m in kg en V in m 3 hoort bij ( coherent) ρ in kg/m 3 m in g en V in ml hoort bij ( coherent) ρ in g/ml

Uitwerkingen opgaven Elektrische velden. DNA onderzoek met elektroforese

STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13

De eenparige rechtlijnige beweging

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Een eenparige cirkelbeweging is een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid niet verandert.

2.1 Nogmaals warmte en temperatuur

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

2. Vind een configuratie voor een lens-geleiding die aan de specificaties kan voldoen. Geef deze configuratie weer in voldoende schetsen.

QUARK_6-Thema-01-kracht_en_snelheidsverandering Blz. 1

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

N A T U U R K U N D E S A M E N V A T T I N G H 1 T / M H 4

Eerste graadsfuncties

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

Gedempt Massa-veersysteem

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

Onderzoeksinstrumenten

Pretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Krachten (4VWO)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

9 Stugheid en sterkte van materialen.

Examen HAVO. wiskunde B1,2

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B1,2

snelheid in m/s Fig. 2

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Nederland 1% 1% 20% 62% 11% 2% 3% Europa 1% 4% 44% 36% 12% 2% 1%

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s

3.1 Soorten hoeken [1]

Dynamische krachtwerking

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Je ziet een pagina uit een reclamefolder van een bank uit Hierin kun je zien welke waarde 25 euro had in verschillende situaties.

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

Naam:... Datum: =. 2 x 15 = =. 4 x 12 = =. 6 x 7 = =. 100 : 4 = =. 36 : 6 =.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Tentamen Mechanica ( )

Extra opdrachten Module: bewegen

wiskunde CSE GL en TL

Kracht en Energie Inhoud

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

STUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... PROEFEXAMEN VAN 10 NOVEMBER 2006

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

12 Beweging in de sport

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Een model voor een lift

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Langere vraag over de theorie

De eenparig veranderlijke beweging:

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Transcriptie:

Bij deze toet ag je gebruik aken van het foruleblad (bijgeleverd) en de rekenachine. Schrijf de antwoorden OP DIT BLAD en chrijf je naa op elk blad. Gebruik eventueel de achterkant. Schrijf duidelijk en geef bij de antwoorden daar waar zinvol een korte berekening of korte uitleg. Enkel bij opgave 1 i het van belang volgen de regel van het aantal ignificante cijfer te werken. Bij latere opgaven worden voor fouten daarin geen extra punten eer afgetrokken. Norering: Opgaven 1 en 3 elk 10 punten, opgaven, 4, 5 en 6 elk 0 punten Succe! 1 Geef bij elke berekening het antwoord et de juite nauwkeurigheid en et de juite eenheid Waarde Antwoorden: Eenheid 0,6 : 1,5kg 0,3kg,0 15 0V 0,1A kg 5,01 In deze opgave verwaarlozen we de luchtweertand en gebruiken we voor de valvernelling de waarde g 9,8. Van een hoogte van 5 laat en een teentje vallen van 0,05kg. Hoe lang duurt het voor dit teentje de grond bereikt? Al de hoogte niet 5 i, aar 50, hoe lang duurt het dan? Pagina 1 van 1

Al het teentje 0,1kg aa heeft, wat i dan de tijd die nodig i o 5 eter te vallen? Hoe groot i de zwaartekracht op het teentje bij de vorige (deel)opgave? Het teentje van 0,05 kg wordt nu horizontaal weggeworpen et een nelheid van 10 /. Hoe lang duurt het voordat het teentje nu op de grond kot? Op welke horizontale aftand van de tartpoitie kot het teentje nu neer? Hoe groot i de horizontale nelheid bij het neerkoen? Pagina van 1

Hoe groot i de vertikale nelheid bij het neerkoen? Hoe groot i de hoek waaronder het teentje neerkot (het i voldoende o de inu of coinu of tangen van deze hoek te geven, du terugrekenen naar graden i niet nodig). 3 Schet in de rechterkolo een v-t diagra bv de gegeven van de linkerkolo. Alle bewegingen zijn teed éénparig verneld of éénparig. Niet eenparige vernellingen koen du niet voor. Op tijdtip t=0 tart een auto in de poitie x=0 en et een nelheid v=0. Na 5 heeft de auto een nelheid van 10 /. Op dat oent wordt 3 (of totdat de auto tiltaat) gered et een vernelling van 3 / Vervolgen wordt direct daarna opgetrokken tot een nelheid van 30 /. Deze nelheid wordt bereikt precie 10 na het einde van het reen. Wat i de betekeni van de oppervlakte onder de grafiek? Wat i de betekeni van de helling van de grafiek? Pagina 3 van 1

4 Een auto heeft een aa van 1700 kg. Deze auto taat op een helling et een hellinghoek van 10 graden. We verwaarlozen de luchtweertand en rolweertanden e.d. Maak in de kolo hiernaat een chet van de ituatie en benoe alle relevante krachten Hoe groot oet de rekracht zijn o er voor te zorgen dat de auto niet door de zwaartekracht de helling af rijdt? Hoe groot oet het verogen van de otor van de auto zijn zodat de auto et een nelheid van 10 / de helling op kan rijden? Nogaal: we verwaarlozen allerlei zaken al lucht en rolweertand, aar ook het energieverlie door de warteproductie van de otor. Pagina 4 van 1

5 4 Oh Oh 5 Oh 1 Oh 3 Oh 6 Oh 4,5 V Wat i de waarde van de vervangingweertand van het groepje van de 4 weertanden van 1, 3, en 4 Oh? Wat i de trooterkte die door de weertand van 6 Oh loopt? Wat i de trooterkte die door de batterij loopt? Pagina 5 van 1

6 In een therofle et een wartecapaciteit van 50 J/ C wordt precie een kwart liter elk gedaan. De dichtheid van deze elk i precie 3 3 1,04 10 kg/ Bereken de aa van die hoeveelheid elk Bereken hoeveel warte de therofle et elk opneet bij een teperatuurtijging van 1,0 C De elk heeft een teperatuur van 10 C. Je lichaateperatuur i 37 C. Je drinkt de elk achter elkaar op. Bereken hoeveel energie je lichaa oet leveren o de elk op lichaateperatuur te brengen Pagina 6 van 1

Bij deze toet ag je gebruik aken van het foruleblad (bijgeleverd) en de rekenachine. Schrijf de antwoorden OP DIT BLAD en chrijf je naa op elk blad. Gebruik eventueel de achterkant. Schrijf duidelijk en geef bij de antwoorden daar waar zinvol een korte berekening of korte uitleg. Enkel bij opgave 1 i het van belang volgen de regel van het aantal ignificante cijfer te werken. Bij latere opgaven worden voor fouten daarin geen extra punten eer afgetrokken. Norering: Opgaven 1 en 3 elk 10 punten, opgaven, 4, 5 en 6 elk 0 punten Succe! 1 Geef bij elke berekening het antwoord et de juite nauwkeurigheid en et de juite eenheid Waarde Antwoorden: Eenheid 0,6 : 1,5kg 0,3kg,0 15 0V 0,1A kg 5,01 0,3 0,1 In deze opgave verwaarlozen we de luchtweertand en gebruiken we voor de valvernelling de waarde g 9,8. Van een hoogte van 5 laat en een teentje vallen van 0,05kg. Hoe lang duurt het voor dit teentje de grond bereikt? Du Al de hoogte niet 5 i, aar 50, hoe lang duurt het dan? Nu: Pagina 7 van 1

Al het teentje 0,1kg aa heeft, wat i dan de tijd die nodig i o 5 eter te vallen? De aa i niet van belang: Zonder luchtweertand vallen alle objecten et dezelfde valvernelling, du,3 Hoe groot i de zwaartekracht op het teentje bij de vorige (deel)opgave? Het teentje van 0,05 kg wordt nu horizontaal weggeworpen et een nelheid van 10 /. Hoe lang duurt het voordat het teentje nu op de grond kot? De horizontale nelheid i niet van belang. Du nog teed Op welke horizontale aftand van de tartpoitie kot het teentje nu neer? De horizontale beweging i eenparig, du: Hoe groot i de horizontale nelheid bij het neerkoen? Pagina 8 van 1

Hoe groot i de vertikale nelheid bij het neerkoen? Vertikaal geldt: Hoe groot i de hoek waaronder het teentje neerkot (het i voldoende o de inu of coinu of tangen van deze hoek te geven, du terugrekenen naar graden i niet nodig). Du 3 Schet in de rechterkolo een v-t diagra bv de gegeven van de linkerkolo. Alle bewegingen zijn teed éénparig verneld of éénparig. Niet eenparige vernellingen koen du niet voor. Op tijdtip t=0 tart een auto in de poitie x=0 en et een nelheid v=0. Na 5 heeft de auto een nelheid van 10 /. Op dat oent wordt 3 (of totdat de auto tiltaat) gered et een vernelling van 3 / Vervolgen wordt direct daarna opgetrokken tot een nelheid van 30 /. Deze nelheid wordt bereikt precie 10 na het einde van het reen. Wat i de betekeni van de oppervlakte onder de grafiek? De afgelegde weg Wat i de betekeni van de helling van de grafiek? De nelheid Pagina 9 van 1

4 Een auto heeft een aa van 1700 kg. Deze auto taat op een helling et een hellinghoek van 10 graden. We verwaarlozen de luchtweertand en rolweertanden e.d. Maak in de kolo hiernaat een Het gaat hier o de zwaartekracht en de noraalkracht. Eventueel chet van de ituatie en benoe bij de volgende deelopgave ook de rekracht alle relevante krachten Hoe groot oet de rekracht zijn o er voor te zorgen dat de auto niet door de zwaartekracht de helling af rijdt? Hoe groot oet het verogen van de otor van de auto zijn zodat de auto et een nelheid van 10 / de helling op kan rijden? Nogaal: we verwaarlozen allerlei zaken al lucht en rolweertand, aar ook het energieverlie door de warteproductie van de otor. Wat i de toenae van de potentiële energie in één econde? De hoogte die in 1 econde wordt overwonnen i: Du i de toenae van de potentiële energie: En du i het benodigde verogen (P): Pagina 10 van 1

5 4 Oh Oh 5 Oh 1 Oh 3 Oh 6 Oh 4,5 V Wat i de waarde van de vervangingweertand van het groepje van de 4 weertanden van 1, 3, en 4 Oh? Wat i de trooterkte die door de weertand van 6 Oh loopt? Wat i de trooterkte die door de batterij loopt? Beide takken van het circuit hebben dezelfde weertand en hetzelfde panningverchil, du dezelfde trooterkte. In totaal i de trooterkte door de batterij du 1,5A Pagina 11 van 1

6 In een therofle et een wartecapaciteit van 50 J/ C wordt precie een kwart liter elk gedaan. De dichtheid van deze elk i precie 3 3 1,04 10 kg/ Bereken de aa van die hoeveelheid elk Bereken hoeveel warte de therofle et elk opneet bij een teperatuurtijging van 1,0 C 50J De elk heeft een teperatuur van 10 C. Je lichaateperatuur i 37 C. Je drinkt de elk achter elkaar op. Bereken hoeveel energie je lichaa oet leveren o de elk op lichaateperatuur te brengen Pagina 1 van 1