COP-portfolio SGM JAAR 3 Ronald Paans - 304825 Hanzehogeschool Groningen
1. Self-assessment Aan het begin van de stageperiode heeft de student een Persoonlijk Ontwikkelplan(POP) ontwikkeld. Hierbij is door de student gekeken naar de kerntaken en competenties binnen het SGM-profiel en hoe deze in de toekomst verbeterd/ontwikkeld kunnen worden. Binnen deze POP heeft de student gekeken naar alle 6 de kerntaken en hierbij horend de 18 competenties. In deze paragraaf richt de student op de kerntaken en competenties die tijdens of op stage of tijdens COP-sessies en de twee Capita Selecta s aan bod zijn gekomen. Hieronder wordt per kerntaak en competentie aangeven op welke manier deze binnen en in jaar 3 zijn ontwikkeld KT1: Verandert het gedrag duurzaam binnen het domein van Sport, Bewegen en Gezonde leefstijl. SGM 1: Testen, adviseren, begeleiden in het streven naar gezondheidswinst d.m.v. sport- en bewegingsprogramma s Voorafgaand aan semester 6 dacht de student een keuze te maken uit één van de capita selecta s. Tijdens semester 6 zijn er aantal gesprekken geweest tussen de student en begeleiders vanuit de Hanze. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat je altijd moet streven naar hetgeen wat je interesseert en waar je in de toekomst iets aan kan hebben. Daarom is er niet voor een van de capita selecta s gekozen om dit aan te vullen. Het behalen van het vak BOK: gedragsverandering uit jaar 2, heeft er ook voor gezorgd dat de student zich heeft ontwikkeld in deze competentie. Als ik kijk naar deze competentie denk ik dat ik op niveau B zit. Dit omdat ik bewegingsinterventies kan ontwikkelen en implementeren. Dit is gedaan tijdens stage. Dit is gebeurd bij een complexe doelgroep, namelijk de chauffeurs tijdens het project: De 'Groenste chauffeur van FC Groningen. Wil ik niveau C behalen dan zou ik bijvoorbeeld zelfstandig meerdere doelgroepen moeten begeleiden. Bewijslast behorend bij deze competentie: Lees meer: http://ronald-paans-sportverhaal.webnode.nl/blok-2-4- a/competentiescan/
SGM2: Duurzaam veranderen van gedrag Voor deze competentie geldt exact hetzelfde als beschreven staat bij SGM1 KT2: Ontwikkelt en adviseert over strategie en beleid in sport en bewegen. SGM3: Planmatig ontwikkelen en implementeren van de strategie en beleid Tijdens mijn stageperiode was mijn opdracht tweedelig, namelijk het behouden en het genereren van de Vrienden. Door voornamelijk te werken aan de organisatie rondom beroepsproducten die specifiek gericht waren op het behouden van de huidige Vrienden. Daarnaast heeft de student zich beziggehouden met het genereren van nieuwe Vrienden. Ook andere opgeleverde beroepsproducten hebben bijgedragen aan het genereren van nieuwe Vrienden, zoals de flyer en de relatiebijeenkomst. Deze opdrachten waren deels beleid gericht en deels marketing specifiek. Op dit moment bezit ik over niveau C, maar ga hier ook nog zeker in de toekomst mee bezig in wil mezelf hierin ontwikkelen. Volgend jaar ga ik stagelopen bij Lycurgus en daar staat beleid van de club centraal. Daarnaast ga ik het eerste halfjaar in jaar 4 de specialisatie beleid volgen. SGM 4: Hanteren van strategie en beleidscyclus Voor deze competentie geldt in principe hetzelfde als voor SGM 3. Toevoegend hieraan is hetgeen dat tijdens de COP-sessies dit meerdere malen in verschillende vormen naar voren is gekomen. Dit door bepaalde onderwerpen gericht op beleid terug te laten komen of zoals de leercyclus van Kolb. Op dit moment bezit ik over niveau B, maar tik ik niveau C aan. Daarnaast ga ik zoals hierboven beschreven hier ook nog zeker mee aan de gang in de toekomst. SGM5: Bewaken van kwaliteit Tijdens mijn stage was dit van groots belang en daarom ben ik hier zeer op gefocust geweest. Door goed bij te houden wat er gedaan is, maar voornamelijk het goed bijhouden wat er nog gedaan moet worden. Dit is gedaan door middel van een gerichte planning en strokenplanning. Daarnaast ben ik van mening dat dit altijd terug komt tijdens de stage. Desalniettemin moet je hier toch telkens op gefocust blijven, omdat je soms weleens afdwaalt. Dit was een periode zo tijdens de COP-sessies, maar dit hebben we samen goed opgelost. Ook tijdens de Capita selecta s was het soms lastig om de kwaliteit te bewaken dit komt ook deels omdat het of online werd gegeven of dat er geen momenten waren waarin we daadwerkelijk actief bezig waren. Op dit moment ben ik van mening dat ik wel over niveau C beschik, maar dit moet telkens belangrijk blijven en dit moet ook een doel zijn in alles wat je doet.
KT3: Managet de bedrijfsvoering van een sportorganisatie. SGM6: Managen van financiën Dit is deels teruggekomen tijdens de afgelopen stageperiode. Door de facturering deels bij te houden en dit goed af te stemmen met Peter Post. Daarnaast zijn voor de relatiebijeenkomst een aantal gesprekken geweest met betrekking tot het verhuur van zalen en catering etc. Deze taak heeft student ook op zich genomen. Ook in de COP-sessies hebben wij met de ingebrachte casus ons hierover ontfermt. Op dit moment beschik ik nog steeds over niveau C. Dit omdat ik denk ik meer en vaker met het financiële vlak in aanmerking ben gekomen in vergelijking met andere studenten. Doordat ik hiervoor een jaar bedrijfseconomie heb gevolgd en daarnaast zo nu en dan nog weleens voor mijn moeder werk (accountskantoor). SGM7: Sportaccommodatie en facilitair management Tijdens mijn stage is dit tijdens en rondom de organisatie van de relatiebijeenkomst teruggekomen. Namelijk de aankleding en organisatie tijdens de avond zelf. Ook zijn er stage weleens operationele werkzaamheden door de student verricht op het sportpark. De COP-sessies en de capita selecta modules hebben hier ook niet aan bij gedragen. Op dit moment ben ik van mening dat ik nog over niveau B beschik, maar dat ik door middel van mijn stage volgend jaar bij Lycurgus deze competentie wel ga ontwikkelen en uiteindelijk naar niveau C breng. SGM8: Leidinggeven en managen Dit is tijdens mijn stage veelal en dagelijks aan de orde geweest. De student was verantwoordelijk voor het totale concept: de Vrienden van de Jeugdopleiding. Belangrijk hierbij was dus het leiding geven en/of managen van alle voorkomende werkzaamheden. Daarnaast heb ik de capita selecta: Leidinggeven in de sport gevolgd. Tijdens deze capita selecta stond bovenstaande competentie en het managen centraal. Ook tijdens de COP-sessies heb ik vaak de leiding genomen en zelfs een les verzorgd. Hierbij stond het leidinggeven en het managen dus ook centraal. Ook uit de peer-assessments komt dit naar voren. Wat betreft deze competentie beschik ik over niveau C.
KT4: Ontwikkelt, positioneert en begeleidt sport- en bewegingsprogramma's SGM9: Ontwerpen, organiseren en begeleiden van sport- en bewegingsactiviteiten Tijdens de stageperiode is het een aantal keren voorgekomen dat de student geholpen helpt bij de Voetbalschool. Dit als trainer maar ook als scheidsrechter. Dit betreft dus het ontwikkelen en begeleiden van sport en bewegingsprogramma s. De student beschikt, aangaande deze competentie, nog niet over niveau C, maar over niveau B. Tijdens jaar 3 is de student hier weinig mee aanraking gekomen. Toch gaat de student ervoor zorgen, door middel van zijn stage in jaar 4, dat hij aan het eind van de rit over niveau C beschik. Eén van de zaken die tijdens zijn stage in jaar 4 centraal staan is het zorg dragen voor het wedstrijdentertainment of de maatschappelijke kant van de sport, zoals het organiseren van clinics e.d. KT5: Creëert kansen en genereert middelen voor sport en bewegen SGM10: Ondernemen, ontwikkelen en innoveren Tijdens mijn stage was zoals gezegd de opdracht tweedelig. Van belang voor de student hierbij was om zichzelf op te stellen als ondernemer. Hierbij was de Rapid review deels belangrijk met betrekking tot het aantrekken van nieuwe Vrienden. Door de student is geprobeerd om dit op een innovatie manier te doen en een bepaald plan/aanpak voor de Vrienden te ontwikkelen. Naast het stagelopen stond tijdens de COP en de Capita Selecta s deze competentie ook centraal. Bij de COP was het namelijk de bedoeling om dingen te gaan ondernemen, met elkaar samen wat neer te zetten (ontwikkelen) en het liefst op een innovatieve manier. Op dit moment beschik ik nog over niveau B, maar hier gaat wel verandering in aangebracht worden. In jaar 4 gaat de student namelijk zich specialiseren in sportbeleid en het gehele jaar zich ontfermen over de sportorganisatie Lycurgus. SGM11: Toepassen van sportmarketing & PR Tijdens mijn stage is de opdracht tweedelig, namelijk het genereren van nieuwe Vrienden en het behouden van de huidige Vrienden. Het toepassen van sportmarketing en Pr komt hierbij kijken. Daarnaast vind ik het interessant om dit toe te passen en wil ik op dit gebied mezelf profileren en dus niveau C behalen. Dit zal ook in jaar 4 voornamelijk tijdens terugkomen en op deze manier kan niveau C uiteindelijk behaald worden. SGM12: Inspelen op ontwikkelingen (omgevingsbewustzijn) Door de keuze te hebben gemaakt voor de capita selecta: netwerken in de sport, heb ik er bewust voor gekozen om in te spelen op ontwikkelingen. Op het gebied van netwerken en dit voornamelijk door middel van Social Media speel je op ontwikkelingen. Op dit moment bezit ik nog over niveau B. Om op niveau C te komen aan de eind van mijn studie, zal dit nog wel aangevuld moeten worden. Hoe dit precies ingevuld gaat worden is op dit moment nog vrij lastig te zeggen.
KT 6 Verricht praktijkgericht onderzoek en vervult zijn rol als kenniswerker in de sportwereld SGM13: Onderzoeken en adviseren Voor het vak Rapid Review heeft de student vanuit het HIS een onderzoek gedaan. Dit onderzoek heeft de student gelinkt aan zijn stage. Door namelijk de volgende vraag te formuleren: "Is een social media aanpak een effectieve manier om sponsoren te genereren? Door dit onderzoek te hebben uitgevoerd, kon de student uiteindelijk een advies geven aan de Vrienden van de Jeugdopleiding. Daarnaast heeft de student in het klein een onderzoek gedaan naar: hoe nu vrienden aangetrokken kunnen worden. Wat betreft deze competentie denk ik dat ik op dit moment wel over niveau C beschik en eigenlijk moet dat ook wel. Door in jaar 1,2 en 3 veelal in aanmerking te komen met het doen naar onderzoek beschik ik nu over niveau C. In jaar 4 komt de student hier ook nog wel mee in aanrekening, namelijk tijdens het afstuderen.. SGM15: Samenwerken en samenwerkend leren In elk jaar binnen de opleiding SGM en in het specifiek dit jaar, was het samenwerken en samenwerkend leren zeer belangrijk, want zonder hulp van anderen is het erg lastig om deze opleiding een kwalitatief goede invulling te geven. De student heeft veel zelfstandig ondernomen, maar vaak over door middel van overleg sommige zaken weten in te vullen en dus samenwerkend te leren. De student beschikt al over niveau C, omdat hij anders nu niet stond waar hij nu staat. Bij elk vak staat dit namelijk centraal. Bij sommige vakken in mindere mate, maar dat neemt niet weg dat het zeer belangrijk is. SGM16: Communicatie Tijdens de stageperiode in jaar 3 verliep veel communicatie via verschillende kanalen. Er zijn veel gesprekken gevoerd waarbij de communicatie vrij direct was. Daarnaast is er ook veel gemaild en veel gebeld. De student is van mening dat dit het snelst resultaat oplevert in plaats van te appen of een andere manier van communiceren. Door de jaren heen leer je als student wel beter, sneller of efficiënter te communiceren. Dit scheelt namelijk tijd en werk en als student wordt je er alleen maar beter van. Hiervoor geldt dat de student over niveau C beschikt. Toch moet het altijd zo zijn dat de communicatie goed moet verlopen en dit blijft dus ook nog wel de komende jaren van belang.
SGM17: Reflecteren en leren De student heeft geprobeerd om één keer in de 2 weken om tafel te gaan met zijn stagebegeleider of in ieder geval contact te hebben. Daarnaast zijn tijdens de COPsessies ook veel contacturen geweest met de COP-begeleider en andere studenten waarin ook veel werd gereflecteerd en van elkaar werd geleerd. Daarnaast heeft de student een logboek bijgehouden tijdens zijn stageperiode waarin de werkzaamheden en leermomenten beschreven staan. Tijdens de COP-sessie is door middel van peer-assessments ook gereflecteerd en uiteindelijk wordt hier ook weer van geleerd. Wat betreft de capita selecta s geldt eigenlijk hetzelfde. Bij beide modules moest een vragenlijst worden ingevuld door de student (dit betreft de modules zelf, maar ook of de student er zelf van heeft geleerd). Niveau: C SGM18: Zelfsturing en zelfwerkzaamheid Voor de gehele opleiding geldt dat er de mogelijkheid moet zijn dat ik me als student/stagiair kan blijven ontwikkelen en ontplooien. Dit betekent zowel in de praktijk als vanuit de theorie. Het nemen van eigen initiatieven staat hierbij centraal om uiteindelijk stappen te kunnen nemen in zijn persoonlijke ontwikkelingen. ` Niveau: C
2. Peer-assessments (COP) 2.1 Peer-assessment (1) Peerassessment 07/04/2016 Ytske Top: alles goed voor elkaar, altijd aanwezig zo ongeveer. Tip: inbreng wanneer bij elkaar zitten. Eigen inbreng: ze is het eens met de tip, ze wil zelf ook meer inbreng hebben in de groep. Vindt het lastig om dit snel te veranderen. Marlies Top: vaak aanwezig, geeft snel aan wanneer je iets lastig vindt. Tip: mee persoonlijke hulp vragen aan anderen/ kan nog overtuigender overkomen in vervolg. Wietse Top: leuk dat hij de rondleiding deed als eerste. Tip: iets meer inbreng, tijdens de rol v.d. voorzitter meer de rol op je nemen. Olaf Top: Doet goed zijn werk op de stageplek, nam de rol als voorzitter goed aan deze week. Tip: Nog iets sterker naar voren komen op de stageplek. Tom Top: kan aandachtig luisteren Tip: heeft waarschijnlijk goede kwaliteiten die hij nog meer naar buiten mag brengen. Jeroen Top: wil veel kennis op doen dat is te zien, eerlijk ten opzichte van anderen, valt in het werkveld op omdat hij sociaal is, prettig persoon om mee samen te werken. Tip: snel uit zijn element als hij ergens mee zit. Maar meer op de achtergrond blijven in sommige situaties Ronald Top: Sociaal persoon, kan goed praten. Komt makkelijk in contact met anderen en dat is zeer positief voor zijn stagewerkplek. Tip: Mag zichzelf soms meer op de achtergrond houden in sommige situaties. Rob Top: Rob heeft veel kennis Tip: Mag zijn kennis meer gaan delen met de groep. Jildert: Top: Soms een soort voorzitter van de groep, maar dat is goed in evenwicht. Tip: Jildert weet genoeg maar hij mag soms meer zijn kennis delen met de COP-groep.
Algemene tips: - Beter voorbereiden: agenda voorbereiden, lokaal al regelen een week van tevoren. - Matthijs ook meer betrekken bij de groep en hij op de hoogte is wanneer de vergaderingen plaats vinden. Persoonlijke inbreng: wat kan ik bieden? Waar heb ik hulp bij nodig? Ronald: Ronald zou weleens een brainstromsessie willen op zijn stage wat betreft het genereren van nieuwe sponsoren. Rob: Rob zou een brainstormsessie willen op welke gebieden de social media op elk platform zich beter kan ontwikkelen. Ronald is benieuwd hoe nieuwe partners binnen gehaald worden? Jildert: Jildert kan veel vertellen over de fysieke leerlijnen bij Blauwwit, wat betrekking heeft op een Canadees model. Ytske: Kan iets leren over de transitie in de sport kaatsen. Kan de groep laten ervaren wat kaatsen is en vervolgens brainstormen wat er zou kunnen veranderen binnen het kaatsen. Marlies: Zou meer willen over de scouting bij andere club en zou willen brainstormen over de gang van zaken bij andere voetbalscholen Wietse: Wietse en Jildert kunnen binnenkort een presentatie geven over het LTAD model waar zij allebeide zich mee bezig houden tijdens de stage. Olaf: Hij weet veel over de scouting en talentherkenning bij de club Groningen. Hij zou meer willen weten over het betrekken van andere mensen bij het vormen van beleid. Thom Verschillende punten waar hij meer over kan vertellen. Hoe kom je tot een centrum. Welke stappen vinden plaats. Talentonwikkeling, hoe gaan ze dit aanpakken? Waarom heeft Nederland maar twee banen en toch zoveel Europees kampioenen? Benieuwd naar vragen vanuit de groep. Alles vanuit de gemeente betaald, interessant om te kijken hoe dit gaat. Er gaat veel mis. Mogelijkheid tot een clinic op de nieuwe baan in Assen. Jeroen Uitgenodigd voor volgende week donderdag. Talentherkenning, MVO, talentidentificatie, beleid Implementeren etc. staat centraal. Aanmeldingsformulier op Dropbox invullen voor degene die mee gaan. Scoutingsdagen worden georganiseerd, hier zijn echter scouts voor nodig. Locaties, netwerken etc. moeten worden geregeld. Begin juni kan verteld worden hoe het proces gaat.
Matthijs Is moeilijk om een scoutingsplan op te stellen omdat het land gewoon heel erg achterloopt. Het is zijn doel om dit toch op te stellen. Hoe werkt dit in Brazilië en hoe doe je dit. Het reilen en zeilen van het trainen in Brazilië kan worden verteld. Dit kan misschien in een filmpje. Dit kan gecombineerd worden met Marlies en Olaf. Nieuwe planning wordt gemaakt. Volgende week gaan de meesten naar Hilversum en kunnen daar een eigen thema kiezen waar meer over geleerd kan worden. De week daarna gaan we met de COP-groep naar Assen. Hier zal Thom meer vertellen over talentherkenning, en de opzet van het wielercomplex. Week 17 zal de bijeenkomst op vrijdag 29 april plaatsvinden. Matthijs zal een filmpje maken waar vragen over kunnen worden gesteld. Week 18 is het thema sponsoring. Hier kan Ronald meer over vertellen Week 19 vindt de COP-bijeenkomst plaats in Franeker en gaat kennis worden gemaakt met het kaatsen. Samenvattend berichtje naar Bake Volgende week geen COP i.v.m. LOOT bijeenkomst. Planning voor de komende weken staat op Dropbox. Voorzitter gaat voortaan meer regelen. Voor dinsdag moet locatie en agenda af zijn. Thema s van tevoren bepaald zijn. Voor de locatie is het belangrijk om te kijken of er een beamer of scherm is. Peerassessment is gedaan, is nuttig geweest omdat er dingen naar voren zijn gekomen voor de komende weken waaraan gewerkt kan worden of welke thema s nog behandeld kunnen worden. 2.2 Peer-assessment (2) Peerassessment 9 juni 16 Van wie vind je dat diegene het aandachtigst luistert en/of zich daarin ontwikkelt? Ronald geeft aan dat hij dit vindt van Thom, Ytske en Olaf. Meerdere mensen geven aan dat ze dit wel van Thom vinden. Ook vinden Wietse en Rob dat Ytske ook best wel goed luistert. Wie stelt het meest kritische vragen? Olaf geeft aan dat hij dit vindt van Jildert. Eigenlijk iedereen in de groep geeft aan dat ze dit van Jildert vinden. Daarnaast komen ook Marlies en Jeroen naar voren als dit soort mensen. Wie van de groep vinden jullie dat het meest voorbereid is geweest tijdens de activiteiten die we hebben gehad? Amarins geeft aan dat ze dit van Ronald vindt. Doordat hij goed weet waar het over gaat is ook de inbreng op voldoende niveau. Ook Olaf en Wietze vinden dit van Ronald. Olaf geeft ook aan dat hij dit vindt van Jeroen. Thom heeft Ytske aangegeven als deze persoon. Zij is vaak bij de les en weet wat er besproken wordt. Ytske is niet heel aanwezig in bijvoorbeeld opmerkingen of vragen maar laat ondanks dat toch merken dat ze zeker wel bij de les is door bijvoorbeeld scherpe antwoorden. Wie vinden jullie communicatief het sterkst naar bijvoorbeeld Bake toe? Jeroen geeft aan dat iedereen dit wel heeft moeten doen maar dat Ronald dit wel het sterkst heeft gedaan doordat hij bijvoorbeeld heel duidelijk is in de groep. Jildert zegt dat eigenlijk iedereen in de groep dit wel heel sterk doet. Enkele anders groepsleden vinden dat Jeroen er wel in uitblinkt omdat hij bemiddelt op momenten dat dat nodig is.
Wanneer wij iets samendeden, wie was dan degene die het meest kwaliteit nastreefde? Wietse, Ytske en Olaf geven aan dat zij dit vinden van Jildert. Wietse geeft aan dat hij vindt dat Jildert in alles kwaliteit na probeert te streven. Jeroen vraagt zich af of dezelfde personen naar voren zouden komen wanneer het hier specifiek ging om het tot stand komen van de COP-bijeenkomsten. Ronald heeft dat bij Wietse. Hij is altijd wel op de hoogte van wat er moet gebeuren en kan dat ook duidelijk aangeven op de momenten dat er om wordt gevraagd. Wie in deze groep vinden jullie het meeste teamplayer? Rob vindt dat Ytske dit best goed doet maar dat hij eigenlijk wel 4 of 5 mensen uit de groep aan zou kunnen geven die dit goed beheersen. Jildert geeft aan dat hij dit bij Rob wel heeft. Hij vindt dat Rob een bepaalde natuurlijke uitstraling heeft waardoor hij als teamplayer goed functioneert. Wie heeft het meest een leidende rol? Jeroen heeft hierbij zichzelf opgeschreven. Hij geeft aan dat hij stiltes wil opvullen en daarom het voortouw neemt op dat soort momenten. Dit komt voor hem echter ook voort uit het fijn voelen in de groep. Wie bracht het meest sfeer in de groep? Olaf geeft aan dat hij dit bij Rob heeft. Hij is erg rustig en benaderbaar en je kan met hem over alles wel praten. Ook vindt hij dat Ronald een positieve sfeer heeft omdat hij wel regelmatig lolletjes brengt in de groep en spanning kan breken. Ook Rob en Wietse denken daar zo over. Ook vindt Wietse dat Rob ontspannen is. Thom vindt het fijn wanneer Ronald de spanning een beetje weet te breken en stiltes kan opvullen. Ook Amarins denkt daar zo over. Ronald heeft dit bij Amarins omdat hij haar erg positief over vindt komen, dit brengt een bepaalde rust met zich mee. Wie brengt het meest enthousiasme in de groep? Olaf heeft dit persoonlijk met Jildert. Wanneer Jildert over zijn trainerschap praat dan ziet Olaf heel veel enthousiasme en passie. Marlies heeft dit bij Wietse, zij vindt dat hij overal het positieve van in kan zien. Jeroen geeft aan dat hij vindt dat hij zich het meest heeft verbeterd op het gebied van enthousiasme. Wanneer hij terugkijkt op het laatste half jaar vindt hij bijvoorbeeld het organiseren van een CoP-bijeenkomst en initiatief nemen in de groep de sterke punten van Thom. Wie heeft zichzelf in de groep het meest ontwikkelt aan de hand van de COP-bijeenkomsten? Marlies geeft aan dat zij dit vindt bij Rob. Dit heeft te maken met dat hij in de laatste weken steeds meer initiatief toonde binnen de COP-groep. Olaf kan zich vinden in alles wat er wordt gezegd maar vind het lastig om ook zijn oordeel te geven over iets wat hij slechts één uurtje per week ziet. Rob heeft gekozen voor Jildert en Thom. Hij merkt bij Jildert de enthousiasme en passie die hij heeft voor het werk dat hij doet. Wietse heeft Thom opgeschreven omdat hij zich op sociaal vlak heeft verbeterd. Daarnaast Jeroen omdat hij zich tijdens zijn stage heel veel heeft moeten inspannen. Jildert geeft aan dat hij het erg moeilijk vindt om dit aan te geven, de vraag is daarbij of hij vindt dat de context waarin de COP-bijeenkomsten plaats vinden er uiteindelijk toe zal leiden dat er een enorme ontwikkeling plaats gaat vinden of dat deze eigenlijk tot stand komt door allerlei andere omgevingsfactoren. Thom geeft aan dat hij dit vindt van Mathijs omdat Thom denkt dat een ervaring als die van Mathijs een grote bijdrage heeft aan je ontwikkeling.
3. Meting Value creation COP Naam: Ronald Paans Typische cycli 1. Activiteit Beschrijf een betekenisvolle activiteit in je netwerk (bijv. Conversatie, workshop, COP bijeenkomst,) 2. Bron Beschrijf een specifieke meerwaarde/ bron die deze activiteit jou heeft opgeleverd (bijv. een idee, een artikel etc.) 3. Toepassing Leg uit hoe je deze bron hebt gebruikt hebt in de praktijk en wat het heeft toegevoegd dat anders niet was gebeurd. 4. Uitkomst Persoonlijk: Leg uit hoe deze bron succesvol was voor jou (betere SGM-er, complimenten, tevredenheid). Organisatie: Leg uit hoe jouw participatie ook meerwaarde gehad voor het succes van de organisatie. 5. Nieuwe definitie van succes Heb jij met je actie ook iets fundamenteels veranderd in je eigen denken en doen of dat van anderen? Jouw verhaal Presentatie tijdens één van de COP-sessies met betrekking tot de sponsoring binnen de Vrienden. Een aantal ideeën/producten die tijdens stage gebruikt konden worden. Specifiek wordt waarschijnlijk in de toekomst de flyer aangepast voor de Vrienden. Door een presentatie te geven waarin ik vragen stel aan mijn medestudenten. Deze vragen waren gelinkt aan mijn stage en door deze te beantwoorden, hielp dit mij aan de invulling aan mijn stage Persoonlijk was ik gewoon erg tevreden over de presentatie, de input, maar ook voornamelijk de output. Daarnaast kreeg ik ook complimenten en dit heeft bijgedragen tot hetgeen dat je er zelf ook meer plezier in krijgt. Organisatorisch had het invloed op de stageorganisatie, omdat de presentatie gericht was op een onderdeel van de organisatie namelijk de Vrienden. Niet per se. Uiteindelijk heb ik binnen de stage wel dingen gebruikt en hierover vragen gesteld (acties)
4. Uitgewerkte leercyclus + casus 4.1 Ingebrachte casus Lotto wordt overgenomen door staatsloterij. Het is niet meer logisch dat lotto nog de grootste financier is van de sport. Er moet een nieuw verdienmodel/ financieringsmodel ontwikkeld worden om de sport te kunnen blijven financieren. Op het moment is Lotto de grootste financier en gaat driekwart naar de sport, het gaat echter niet goed met de Lotto en daarom gaan ze samen met de Staatsloterij. De toekomst is erg onzeker omdat het steeds slechter gaat. Ook is het plan om deze bedrijven te verkopen aan een buitenlands bedrijf. Dan zou het niet meer in bezit zijn van de staat. Dus hoe zou de financiering dan kunnen worden geregeld? Lotto Opbrengst sport vanuit loterij Inkomstenbronnen sport Huidige situatie Toekomst Zelfstandige kansspelorganisatie Fusie met Staatsloterij en daarmee ondergebracht bij ministerie van Financiën 50 miljoen 50 miljoen -Contributie -Sponsoren -Gemeenten -Loterijen/kansspelen -Contributie -Sponsoren -Gemeenten -Overheid Vanuit de groep komt het idee om nog meer te vragen van de ouders, omdat zij hier vaak wel meer voor over hebben. Zo kan dat geld in ieder geval opgevangen worden. Olaf vraagt zich af of de markt niet open gegooid kan worden voor andere sponsoren. Dit mag echter niet en zou niet genoeg opleveren. Er zitten een aantal factoren aan: sporters, sponsoren en overheden. Onderwijs en cultuur wordt wel voor een groot deel gesubsidieerd door de overheid, waarom sport dan niet? Je kunt de overheid de vraag stellen wat de waarde van sport voor hen is. Zij leggen de verantwoordelijkheid bij NOC*NSF. Bond krijgt bedrag voor meerjarenplan. Bonden die topsporters opleveren voor Olympische Spelen krijgen meer geld. Dus sporters die op dit moment talentvol zijn krijgen veel geld, maar toekomstige talenten krijgen nog geen geld. Daarom zal er meer geld besteed worden aan talentonwikkeling. De vraag is hoe krijg je als bond zijnde geld? Dus hoe belangrijk is de bond? Wat is de toegevoegde waarde? Als men hier inzicht in heeft kan een bond dit uitstralen. Ook gemeentes kunnen meer investeren in verenigingen. Lotto is opgericht om een weddenschap in de sport mogelijk te maken. Maar waarom sponsort lotto eigenlijk de sport? De partners (Rabobank, Volkswagen, Zilverenkruis, UW, Lotto, Randstad) van sport dragen in totaal maar 50,5 miljoen euro af aan de sport.
Hoe maak je team NL interessant? Als je lid bent van team NL (naar de olympische spelen gaat) kan je een bepaald gedeelte afstaan van je sponsorinkomsten daarop afstaan. Het is niet alleen het vermarkten van je naam maar ook het vermarkten van je kwaliteiten. Is ook een soort verdienmodel. 4.2 Leercyclus Aan de hand van de leercyclus van Kolb is de casus zo goed mogelijk behandeld. Hieronder is de leercasus van Kolb af te lezen Iedereen gaat nadenken over hoe zijn of haar stagebedrijf meer geld binnen zou kunnen krijgen? Zie volgende pagina voor de uitwerking hiervan
Jeugdopleiding FC Groningen - Talentenwand Iedere speler moet een X-bedrag opleveren voor de Jeugdopleiding binnen zijn omgeving (particulier/bedrijven). Aanbrengen op het sportcomplex, voor in de toekomst in het TopsportZorgCentrum (dit kan ook op een beeldscherm en daarbij statistieken aanbrengen, zoals Topscorers/ Standen Jeugdteams). - Reclameborden complex. Voor een x bedrag krijgt een particulier een reclamebord welke aangebracht worden op de trainingsvelden (evt. in combinatie met Vrienden Jeugdopleiding). - Vrienden Jeugdopleiding Digitale veiling (middels website gesponsord door de Vrienden) waar één x per jaar diverse items worden aangeboden (exclusieve items tijdens relatiebijeenkomst). Opbrengst t.b.v. Opleiding. - Commerciële voetbalscholen De commerciële voetbalscholen in eigen beheer nemen en de verdiensten van daaruit rechtstreeks in de Regionale Voetbalscholen en wellicht de onderkant jeugdopleiding stoppen. - JFC Entree ( 2,00) bij wedstrijden JFC. Ambiance en sfeer creëren rondom de wedstrijd om deze aantrekkelijk te maken om te bezoeken. - Verhuur veld 7 sportpark (Jeroen de Jong) Amateurverenigingen tegen betaling gebruik laten maken van veld en optioneel meetapparatuur. - Wedstrijdentertainment Verloting bij thuiswedstrijden van JFC/A1 met leuke prijzen (shirt, vaantjes, kaartjes 1 e elftal/jfc etc.) - Stadion Flyers op de stoeltjes in het stadion van de Vrienden/reclame wedstrijden Opleiding - Clinics Inzet medewerkers Opleiding voor geven clinics aan particulieren tegen betaling
6. Algemene reflectie 6.1 Doelstellingen zoals opgenomen in de POP Aan het begin van jaar 3 heeft de student een POP samengesteld met daarin een aantal doelen. Hieronder staan de doelen, zowel op korte als op lange termijn. Doelen: - Ontwikkelen op financieel vlak - Bij de Jeugd FC actief te kunnen participeren en te leren (kerntaken en competenties ontwikkelen t/m niveau C) door in de praktijk mee te draaien binnen de Vrienden - Keuze maken uit 2-tal Capita Selecta modules - Keuze specialisatie semester 7 - Afstudeerstage vinden - Binnen anderhalf jaar dus in 2017 afstuderen - Master volgen Lees meer: http://ronald-paans-sportverhaal.webnode.nl/pop/ Eén voor worden de doelen besproken en gekeken of deze al reeds zijn verricht en/of opgeleverd. Doel 1 is het mezelf ontwikkelen op financieel vlak. Hierbij was aan het begin van jaar 3 mijn intentie om het juist bij te houden en eventueel hierin te ontwikkelen. Tot dusver is dit niet aan de orde gekomen. Dit komt ook omdat de stage van de student zich hier niet op richtte. Doel 2 was het actief participeren binnen de Jeugdopleiding van de FC en in het specifiek bij de Vrienden. Dit doel is zeker voldaan. Hier wil ik verder niet te diep op ingaan, zie hiervoor het stageverslag van jaar 3. Doel 3 is een keuze maken uit twee tal capita selecta s. Naast het feit dat dit verplicht was moest er toch nog een juiste keuze worden gemaakt. Uiteindelijk is er door mij gekozen voor: Leiderschap i.d. Sport en Netwerken i.d. Sport. Doel 4 is een keuze te maken in een specialisatie voor semester 7. Ook dit is al verricht en er is een bewuste keuze gemaakt voor: Sportbeleid. Dit omdat ik van mening ben dat dit erg handig is voor in de toekomst en beleid bijna in elk tak en vak terugkomt. Daarnaast gaat de student ook stagelopen bij Lycurgus. Eén van de voorwaarden was het volgen van de specialisatie beleid. Dit brengt ons direct bij doel 5 en is dus ook al reeds gelukt. Doel 6 is nog afwachten, maar hier wordt wel vanuit gegaan. Wat betreft doel 7 geldt dat de student zich hier nog verder in moet verdiepen. Voor meer informatie rondom mijn POP, zie de self-assessment van de student.
6.2 Reflectie peer-assessments Zie voor de twee peer assessments hoofdstuk 2. De feedback die ik vanuit beide assessments heb ik gekregen waren zeer positief en daar kan ik dan ook alleen maar positief over zijn. Wat heb ik eraan gehad? In het eerste peer-assessment werd aangegeven dat ik me soms nog weleens op de achtergrond mag begeven. Ook hier ben ik het mee eens, maar is voor mij soms erg lastig, voornamelijk als er stiltes vallen. Zie hieronder voor de feedback van de eerste peerassessment. - Ronald Top: Sociaal persoon, kan goed praten. Komt makkelijk in contact met anderen en dat is zeer positief voor zijn stagewerkplek. Tip: Mag zichzelf soms meer op de achtergrond houden in sommige situaties. Persoonlijke inbreng: wat kan ik bieden? Waar heb ik hulp bij nodig? -Ronald: Ronald zou weleens een brainstromsessie willen op zijn stage wat betreft het genereren van nieuwe sponsoren. 6.3 Vooruitblikken naar jaar 4 De student blikt vooruit naar zijn/haar leerproces in jaar 4; op welke wijze gaat de student er zorg voor dragen dat hij/zij eind jaar 4 op niveau C heeft gefunctioneerd op alle SGM-kerntaken en competenties Wat betreft het vooruitblikken in jaar 4 heb ik al veel verteld, maar op het nog eens goed duidelijk in beeld te brengen, zal ik dat hieronder doen. In jaar 4 ga ik het eerste halfjaar de specialisatie beleid doen en afstuderen gedurende het hele jaar bij Lycurgus. Binnen deze stage en binnen deze specialisatie probeert de student er zorg voor te dragen dat hij aan het eind van jaar 4 op niveau C zit en alle kerntaken en competenties heeft vervuld. Zie voor nog meer input hierover hoofdstuk 1.