november 2009 JEUGDZORG Verlofbudget en vitaliteitbudget CAO Jeugdzorg 2008-2010 / Informatie voor werknemers



Vergelijkbare documenten
Verlofbudget CAO Kinderopvang. Informatie voor werknemers

Vier vernieuwingen van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015.

Hoofdstuk 3 CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven.

Elke dag een uur voor uzelf

CAO Jeugdzorg

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN UNIVERSITEIT MAASTRICHT

AKKOORD CAO WELZIJN & MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

Uw werknemer kan vanaf zijn of haar 60 e jaar 80% gaan werken. Hij/zij behoudt 90% van het salaris en 100% van de pensioenopbouw

CAO Jeugdzorg

LEVENSLOOPREGLEMENT Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld ( SVO Wolvega/Steenwijk)

De reiskostenregeling voor de sociale werkvoorziening. Dit zijn de belangrijkste punten

Ouderschapsverlof. 1 Officieel is de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof voor de werkgever per 1 januari

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

IKB. Het Individueel Keuzebudget in de Drechtsteden

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

Levensloopregeling. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals:

Over de regeling. Nu deelnemen of later? salaris en 100% van uw pensioenopbouw

Levensloopreglement Stichting OSG Hengelo

MARZ/CVA/U Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

Principe-akkoord CAO Jeugdzorg

Samenvattende informatie IKB november 2016

Levensloopregeling HBO

Eindbod CAO GGZ juli 2009

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

De Levensloopregeling

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

Individueel Keuze Budget

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering

CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Primair Onderwijs (PO)

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Schoorl, september Secundaire arbeidsvoorwaarden-bro.alg-versie 3 d.d Pagina 1 van 13

Formulier 4: Melding opnemen levenslooptegoed (artikel 6a:9 CAR/UWO)

ouderschapsverlof, zorgverlof, studieverlof, sabbatical, incidenteel verlof

Fiscaal vriendelijk geld opzij zetten. voor even of eerder stoppen met werken

CAO à la carte. voor personeel in dienst van architectenbureaus

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

Loyalis Levensloop. Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken

Toelichting op de jaarurensystematiek

Individueel Keuzebudget (IKB)

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

Sinds 1 januari 2013 mag uw werknemer bij een levenslooptegoed van of meer het levenslooptegoed ook opnemen voor andere doeleinden dan verlof.

Mijn Budget, Mijn Keuze. Stel een deel van je arbeidsvoorwaarden

Levensloopverzekering

Minimumloon, jeugdloon januari juni 2016 plus Uurloon

ARBEIDSDUUR. Keuzemogelijkheden voor militairen BURGERS PAGINA 6. T wee uren langer of korter werken

Principe akkoord CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening

Reglement Vakantiefonds

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Informatiebijeenkomst. Inzetbaarheidsbudget, Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget en Employability Budget

Levensloopregeling zoals opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling t/m 30 september 2015

Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! over de levensloopregeling. Informatiebijeenkomst

Vervoersbeleid woon- werkverkeer Erasmus MC

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Levensloopreglement TiU

Levensfasebewust personeelsbeleid. > Uitwerking van hoofdstuk 7 CAO VO

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst Voorzitter/Lid College van Bestuur

Individueel Keuzebudget

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

Regeling cafetariamodel gemeente Steenwijkerland 2015

Artikel 1 Definities 1. Bronnen: door werkgever geselecteerde arbeidsvoorwaarden die de Deelnemer ten behoeve van het Levenslooptegoed kan inzetten.

In deze brochure vindt u een uitleg van de belangrijkste bepalingen van de cao Groothandel in Bloemen en Planten.

Generatiepact voor de branche Woondiensten

REKENREGELS EN REKENVOORBEELD IKB

CAO. collectieve arbeidsovereenkomst voor de bereide verf- en drukinktindustrie 1 oktober 2018 t/m 30 september 2019

Jaarurensystematiek CAO-Sport

Ouder worden, minder werken. Extra verlof voor werknemers vanaf 55 jaar in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Overgangsafspraken KPN-KPN Contact ( CM Channel/ customerservicemanagement en Kennismanagement d.d

Bijlage III. Flex Benefits. Individualisering arbeidsvoorwaarden

OVERGANGSAFSPRAKEN KPN CONTACT KPN herzien concept d.d

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER HET ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe cao is?

Maak een nieuw dienstverband aan vanaf 1 maart. Dat doet u via Werknemers, Nieuw, en dan de middelste optie Maak een nieuw dienstverband voor :

Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

HEINEKEN à la Carte. Inhoudsopgave HEINEKEN à la Carte: B(r)ouw uw eigen arbeidsvoorwaarden

Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken. Loyalis Levensloop

Individueel Keuzebudget (IKB)

Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

Onderhandelingsakkoord CAO CAOP (looptijd: t/m )

Werkkostenregeling/Ruilen van Arbeidsvoorwaarden

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Bijlage B van de aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden

Optare Wageningen Research

provinciaal blad maken bekend dat in hun vergadering van 3 juni 2008, nr. B.4, is vastgesteld hetgeen volgt:

Transcriptie:

november 2009 JEUGDZORG Verlofbudget en vitaliteitbudget CAO Jeugdzorg 2008-2010 / Informatie voor werknemers

2

Inhoud Inleiding 4 Vakantieverlof 5 Verlofbudget 5 Vitaliteitbudget 6 Keuzes 7 Overgangs- en garantieregeling 7 Bijzondere omstandigheden 8 Tips voor werknemers 8 Tips voor OR en PVT 8 Relevante CAO-bepalingen 9 Meer informatie 10 FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken 3

Inleiding Vanaf 1 januari 2010 geldt een nieuwe verlofregeling voor werknemers in de jeugdzorg. Deze regeling is vastgelegd in de CAO. Tot 1 januari 2010 is de oude verlofregeling, zoals afgesproken in de CAO 2007-2008, nog van kracht. De CAO-partijen hebben voor deze nieuwe regeling gekozen zodat u meer keuzemogelijkheden hebt om de verlofuren te besteden. U hebt jaarlijks recht op 200 uur verlof. Hiervan kunt u 56 uur omzetten in verlof in tijd en/of in geld. Dit noemen we het verlofbudget. U kunt hiermee keuzes maken die passen bij uw levensfase en bij uw wensen. Zo krijgt u meer invloed op uw werktijden en uw verlof. Het precieze aantal uren verlof waar u recht op heeft is afhankelijk van het aantal uren dat u werkt. Daarnaast speelt uw leeftijd een rol. Als u 55 jaar wordt, krijgt u bovenop het verlofbudget een zogenoemd vitaliteitbudget van 158 uurlonen. Voor uw werkgever is het verlofbudget een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Hiermee kan hij maatwerkafspraken met u maken. Dat verhoogt de tevredenheid van u en uw collega s. Ten slotte vinden CAO-partijen het verlofbudget en vitaliteitbudget aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. De nieuwe regeling biedt meer flexibiliteit en een hoger aantal verlofuren. Door de invoering van de nieuwe verlofregeling krijgen oudere werknemers minder verlof dan in de vroegere regeling. Voor hen zijn er garantie- en overgangsregelingen. Daarom is ook de datum van indiensttreden van belang. Deze brochure geeft een toelichting op de afspraken in de CAO, maar vervangt deze niet. De CAO-tekst is te vinden in het CAO-boekje en op de websites van CAO-partijen en van FCB. Achter in deze brochure zijn de relevante CAObepalingen opgenomen en staan de belangrijke websites vermeld. 4

Vakantieverlof en verlofbudget Vakantieverlof (144 uur bij een fulltime dienstverband) neemt u zoveel mogelijk op in het lopende kalenderjaar, maar dat is niet verplicht. De werkgever stelt in overleg met u het verlof vast. Uw werkgever kan toegekend verlof niet meer intrekken als u dit tijdig (drie maanden voor aanvang) heeft aangevraagd. In één jaar moet u een vakantie van minstens drie aaneengesloten weken opnemen. Verlofbudget Het verlofbudget van 56 uur kunt u flexibel en op verschillende manieren besteden: 1. Opnemen in doorbetaalde vrije tijd in het lopende jaar. 2. Gebruiken als (extra) storting voor het pensioen. 3. Het verlofbudget op een levenslooprekening storten. 4. De uren omzetten in geld en ze uit laten betalen. 5. Opnemen in het volgende jaar op basis van gemaakte afspraken tussen u en de werkgever. U kunt in één jaar voor verschillende bestedingen kiezen en de 56 uur hierover verdelen. 1. Opnemen in doorbetaalde vrije tijd in het lopende jaar U kunt de uren in tijd opnemen tijdens het lopende kalenderjaar. Daarmee heeft u een langere vakantie of meer verlof. Voordelen: langer of meer verlof Nadelen: geen mogelijkheid het verlof te sparen voor een later moment voor bijvoorbeeld ouderschapsverlof, zorgverlof, studieverlof. 2. Gebruiken als (extra) storting voor het pensioen Het verlofbudget kunt u gebruiken om een onvolledig pensioen aan te vullen, een hogere pensioenuitkering te krijgen of eerder te stoppen met werken. Dit is echter aan een maximum gebonden (de zogenaamde fiscale jaarruimte). Hierover kunt u verder informatie krijgen bij PFZW, zie www.pfzw.nl. Voordelen: Over de inleg betaalt u geen loonheffing. Over de uitkering betaalt u wel loonheffing, maar mogelijk is dat dan lager omdat u op het moment van uitkeren in een lager belastingtarief valt. Nadelen: met deze regeling spaart u in geld, maar u kunt dat tussentijds niet opnemen. 3. Sparen voor verlof later met de levenslooprekening Het verlofbudget kunt u ook gebruiken om in geld te sparen op een levenslooprekening. Het gespaarde bedrag kunt u dan later gebruiken, bijvoorbeeld voor onbetaald of gedeeltelijk betaald verlof of eerder stoppen met werken. De maximale inleg per jaar bedraagt 12% van uw jaarloon. Voor de totale inleg geldt een fiscaal maximum van 210% van uw jaarloon. Vanaf dat punt mag u niet meer inleggen. Uw werkgever draagt maandelijks 0,5% van het maandloon (extra) bij aan uw levenslooprekening. Zonder levenslooprekening krijgt u dit percentage maandelijks bij uw salaris uitgekeerd. Bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar wordt het tegoed uitgekeerd. Een levenslooprekening kunt u bij iedere bank, verzekeringsmaatschappij of bij PGGM afsluiten. Voordelen: Over het gespaarde bedrag betaalt u geen loonbelasting. Als werknemer bent u over het bedrag wel premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Op de levenslooprekening krijgt u een hogere rente dan gemiddeld bij spaarrekeningen. >> FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken 5

in overleg met uw werkgever kunt u het tegoed altijd opnemen. Bij verandering van baan neemt u het tegoed mee. Nadelen: Als u deelneemt aan levensloop kunt u niet deelnemen aan een spaarloonregeling. 4. In geld uit laten betalen U kunt uw verlofbudget ook uit laten betalen. Uw werkgever kan nooit van u eisen dat het verlofbudget wordt uitbetaald. Voordelen: Op korte termijn over meer geld beschikken. Nadelen: u draagt belasting en premies af over het bedrag. mogelijk betaalt u meer belasting, maar dat kan vaak in de belastingaangifte weer worden gecompenseerd. 5. Meenemen naar het volgende jaar U mag met toestemming van uw werkgever - het verlofbudget uit het lopende jaar geheel of gedeeltelijk doorschuiven naar het volgende jaar, bijvoorbeeld om te gebruiken voor een lange reis, studieverlof of een verhuizing. Voor de werkgever mag het doel niet uitmaken. Een voorwaarde is wel dat u vooraf afspraken maakt met uw werkgever over de duur en de periode van afwezigheid. Voordelen: nu al duidelijkheid over verlofopname in de nabije toekomst. Nadelen: u kunt het tegoed niet meenemen als u voor de opname van baan verandert. Bij einde dienstverband wordt het tegoed uitbetaald. De nadelen van keuze 4 zijn dan van toepassing. Vitaliteitbudget Tot 1 januari 2010 hebben oudere werknemers recht op arbeidsduurverkorting. In de nieuwe CAO wordt dit vervangen door een vitaliteitbudget. Dit budget bestaat uit uurlonen en niet uit verlofuren en wordt op een wat andere manier ingezet dan het verlofbudget. Het vitaliteitbudget geeft oudere werknemers meer ruimte om langer op een prettige manier te kunnen blijven werken. Werkgevers kunnen langer gebruik maken van ervaren werkkrachten. Vanaf de maand dat u 55 jaar wordt, heeft u recht op een vitaliteitbudget van 158 maal het uurloon per jaar. U kunt dit budget inzetten in tijd: voor verlof, persoonlijke studie, verkorting van de arbeidsduur per week of voor een sabbatical. U kunt het vitaliteitbudget ook omzetten in geld: extra storting in het pensioen, aanvulling van salaris bij demotie (teruggaan naar een lager betaalde functie) of voor vergoeding van een persoonlijke studie. Jaarlijks moet u met uw werkgever afspraken maken over de inzet van het vitaliteitbudget. Uw werkgever nodigt u uit voor een gesprek. U beslist zelf hoe u het budget wilt besteden, waarbij u ook kunt kiezen uit een combinatie van de verschillende mogelijkheden. 6

Keuzes, bijzondere situaties en tips Hoe kunt u een goede keuze maken over de besteding van uw verlofbudget en het eventuele vitaliteitbudget? De keuze ligt in de eerste plaats bij u en zal onder meer afhankelijk zijn van uw levensfase, uw wensen, het moment waarop u over tijd of geld wilt beschikken en van de fiscale voordelen. Een werkgever kan in de loop van het jaar het beste met alle werknemers afspraken maken (en vastleggen) over het te besteden doel van het verlofbudget. Die afspraken moeten steeds met alle individuele werknemers worden gemaakt, maar het is daarbij ook wenselijk dat de werkgever en de OR of PVT (Personeelsvertegenwoordiging) beleidsafspraken maakt, zoals een vakantieregeling, vitaliteitbeleid en verlofbeleid. PGGM heeft in opdracht van CAO-partijen in de Jeugdzorg de handige Keuzehulp verlofbudget ontwikkeld waarmee u gemakkelijk kunt zien waar het verlofbudget voor gebruikt kan worden en wat een keuze voor u betekent. De Keuzehulp is te vinden op de websites van CAO-partijen en van FCB. Overgangs- en garantieregeling Voor werknemers geboren voor 1961 die al van voor 1 januari 2006 in dienst zijn is in de CAO een overgangs- en garantieregeling opgenomen. 1. Werknemers die voor 1 januari 2006 in dienst zijn gekomen en in 2010 55 jaar of ouder zijn, hebben recht op een gelijk aantal uren als voor 1 januari 2010. Het verschil tussen hun oude rechten en de nieuwe verlofregelingen krijgen ze in de vorm van garantie-uren. Deze garantieuren worden toegevoegd aan het verlofbudget. 2. Werknemers die voor 1 januari 2006 in dienst zijn gekomen en in 2010 tussen de 50 en 55 jaar zijn, krijgen vanaf >> FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken 7

de maand waarin ze 55 jaar worden jaarlijks een aantal garantie-uren ter compensatie van het verschil in rechten tussen de oude regelingen en de nieuwe regelingen. Bijzondere omstandigheden Reeds opgespaard verlof tot en met 2009 U behoudt recht op eventueel opgespaard verlof tot en met 2009. Dit is conform de CAO-bepalingen of de afspraken die u met uw werkgever daarover hebt gemaakt. Verjaren verlofdagen Uw werkgever mag u geen verlofdagen afnemen. Na vijf jaar kan uw werkgever verlofdagen wel laten verjaren als er geen afspraken over zijn gemaakt. U loopt dan het risico uren kwijt te raken, echter alleen nadat dit is aangekondigd door de werkgever. Berekeningsgrondslag toeslagen en uitkeringen Ongeacht welke keuze u maakt, de grondslag voor berekening van de vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, pensioenpremies, levensloopbijdrage, vergoedingen en tegemoetkomingen wijzigt niet. Tips voor werknemers gebruik de keuzehulp verlofbudget, te vinden op websites van CAO-partijen en FCB. Denk na over besteding van het verlofbudget in de toekomst: spaar in geld, bij voorkeur via de levensloopregeling voor: aanvulling op het ouderschapsverlof, ter compensatie van minder werken, voor een lange vakantie of voor studie. kies bewust uit de opties voor de inzet van vitaliteitbudget: naast een kortere werkweek of extra verlof zijn er ook mogelijkheden deze uurlonen in te zetten met het oog op de toekomst. laat afspraken over het verlofbudget en/of het vitaliteitbudget door uw werkgever schriftelijk vastleggen. Tips voor OR of PVT neem als OR of PVT het initiatief om afspraken te maken over verlofbeleid, over vitaliteitbeleid en een vakantieregeling. Dring er bij de werkgever op aan dat er afspraken worden vastgelegd over het opnemen van verlof. let er op dat de werkgever de werknemers geen keuze mag opdringen. Duidelijkheid moet er zijn over het moment in het jaar waarop de werknemer kan kiezen en dit kenbaar moet maken. Zorg dat er een hardheidsclausule is, zodat werknemers op hun gemaakte keuze terug kunnen komen als zij daar een reden voor hebben. evalueer de afspraken regelmatig. let er op dat er een goede balans is tussen het werknemersbelang (gewenste flexibiliteit en keuzevrijheid) en het organisatiebelang (bezetting en formatiebeheer). Wees alert op data in het jaar dat de afspraken gemaakt moeten zijn. Vraag om goede procedures met bijvoorbeeld formulieren rond het maken van afspraken. raadpleeg websites van CAO-partijen en FCB voor de Keuzehulp verlofbudget. Wees alert op overgangsregelingen en zorg zonodig voor maatwerkafspraken tussen P&O of leidinggevende en betrokken medewerkers. Communiceer met de achterban over de afspraken met de werkgever. 8

Relevante CAO-bepalingen Artikel 19 Vakantie 1. tot 1 januari 2010 is artikel 36 (Vakantieverlof) van de CAO Jeugdzorg 2007-2008 van toepassing. 2. Vanaf 1 januari 2010 heeft de werknemer met een volledig dienstverband per kalenderjaar recht op 144 uur vakantie met behoud van salaris. Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de gemiddelde arbeidsduur minder of meer bedraagt dan gemiddeld 36 uur per week wordt de vakantie vastgesteld naar rato van de omvang van het dienstverband. 3. De vakantie moet in de regel in het desbetreffende kalenderjaar worden opgenomen, tenzij werkgever en werknemer in overleg afspraken hebben gemaakt over opname van het verlof in het volgende kalenderjaar. 4. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie moeten door de werkgever tijdig in overleg met de werknemer worden bepaald, op voorwaarde dat de vakantie ten minste drie aaneengesloten weken bedraagt. Vakantieverlof dat drie maanden voor aanvang in overleg is vastgesteld wordt gegarandeerd toegekend. 5. Als de werknemer voorafgaand aan dan wel tijdens een vastgestelde vakantie arbeidsongeschikt wordt, geldt de verleende vakantie niet als vakantie indien de werknemer deze arbeidsongeschiktheid aan de werkgever voldoende aantoont. 6. De werknemer die een deel van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest) heeft een evenredige aanspraak op vakantie, waarbij afronding op hele uren ten gunste van de werknemer plaatsvindt. Artikel 20 Verlofbudget 1. Vanaf 1 januari 2010 heeft de werknemer met een volledig dienstverband per kalenderjaar recht op 56 extra uur verlof met behoud van salaris. Samen met de in artikel 19 vermelde vakantie, heeft de werknemer daarmee de beschikking over een totaal verlofbudget van 200 uur. Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de gemiddelde arbeidsduur minder of meer bedraagt dan gemiddeld 36 uur per week wordt het budget vastgesteld naar rato van de omvang van het dienstverband. Het budget wordt afgerond op hele uren ten gunste van de werknemer. 2. De werknemer die een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is, ontvangt dit budget naar rato. Het budget wordt afgerond op hele uren ten gunste van de werknemer. 3. a. rekening houdend met wettelijke en fiscale vereisten kan de werknemer de 56 extra verlofuren: opnemen in de vorm van doorbetaalde vrije tijd; aanwenden als storting in zijn pensioen; aanwenden als storting in zijn levensloopregeling; laten uitbetalen tegen het op dat moment geldende uursalaris; aanwenden voor een in overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld doel in het eerstvolgende kalenderjaar. b. Bij uitbetaling en storting van verlofuren wijzigt de grondslag voor de berekening van vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage, vergoedingen, en tegemoetkomingen niet. c. Werkgever en werknemer kunnen in overleg afwijkende afspraken maken ten gunste van de werknemer. Artikel 21 Vitaliteitbudget 1. tot 1 januari 2010 is artikel 34a (Arbeidsduurverkorting oudere werknemer) van de CAO Jeugdzorg 2007-2008 van toepassing. 2. Vanaf 1 januari 2010 heeft de werknemer vanaf de maand waarin de werknemer 55 jaar wordt recht op een vitaliteitbudget van 158 maal het uurloon. De werknemer die een gedeelte van het kalenderjaar 55 is of een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is, ontvangt dit budget naar rato. Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de gemiddelde arbeidsduur minder of meer bedraagt dan gemiddeld 36 uur per week wordt het budget vastgesteld naar rato van de omvang van het dienstverband. Het budget wordt afgerond op hele >> FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken 9

uren ten gunste van de werknemer. 3. De werkgever nodigt de werknemer jaarlijks uit voor een gesprek over inzet van het vitaliteitbudget. 4. De werknemer kan het vitaliteitbudget inzetten voor verlof, verkorting arbeidsduur per week, extra pensioen, verlof of vergoeding voor persoonlijke studie, aanvulling salaris bij demotie. 5. De werknemer beslist over de verdeling van het budget over de bestedingsmogelijkheden genoemd in lid 4. 6. Bij toepassing van dit artikel wijzigt de grondslag voor de berekening van vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage, vergoedingen en tegemoetkomingen niet. Bijlage VIII Overgangsregelingen Artikel 4. Verlof 1. De werknemer die in 2010 55 jaar of ouder is of in 2010 55 jaar wordt en die al voor 1 januari 2006 onder de verplichtstelling van deze CAO viel, behoudt zijn verlofrechten conform de verlofregeling in 2009 (vakantieverlof, leeftijdsverlof, arbeidsduurverkorting oudere werknemers). Het meerdere wordt toegevoegd aan het verlofbudget. Voor de werknemer die in 2010 50 jaar en ouder is, maar jonger dan 55 jaar, en die al voor 1 januari 2006 onder de verplichtstelling van deze CAO viel, geldt onderstaande garantieregeling. Geboortejaar Voor 1951 124 1951 t/m 1955 116,80 1956 105,12 1957 93,44 1958 81,76 1959 70,08 1960 58,40 2. Vervallen. Garantie in uren Meer informatie Voor vragen op het gebied van interpretatie en toepassing van de CAO Jeugdzorg kunnen georganiseerde werkgevers en werknemers zich wenden tot de volgende adressen: Werknemers (voor zover lid): ABVAKABO FNV Postbus 3010, 2700 KT Zoetermeer Tel: 0900-2282522 ( 0,10 per minuut) CNV Publieke Zaak Postbus 84500, 2508 AM Den Haag Tel: 070-4160600 FBZ Postbus 20058 3502 LB Utrecht Tel: 030-6702708 Werkgevers (voor zover lid): Maatschappelijk Ondernemers groep Postbus 3332, 3502 GH Utrecht Tel: 030-2983434 Het secretariaat van de CAO Jeugdzorg (OAJ) wordt verzorgd door FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken. Websites voor meer informatie CAO-partijen: www.abvakabofnv.nl www.cvnpubliekezaak.nl www.fbz.nu www.mogroep.nl OAJ en Keuzehulp verlofbudget: www.caojeugdzorg.fcbwjk.nl PFZW en PGGM: www.pfzw.nl www.pggm.nl 10

Colofon Deze brochure is gebaseerd op de CAO Jeugdzorg 2008-2010 en is een service aan werknemers en werkgevers in de Jeugdzorg. Aan de brochuretekst kunnen geen rechten worden ontleend. De tekst van de officiële CAO is altijd doorslaggevend. November 2009 Deze brochure is een uitgave van het Overleg Arbeidsvoorwaarden Jeugdzorg: MOgroep Jeugdzorg, ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ. Realisatie en tekst OAJ en FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken. Vormgeving RAAK Grafisch Ontwerp Utrecht Fotografie Humantouchphoto Oplage 2500 Publicatienummer 2009.0156 Deze brochure is te downloaden via www.caojeugdzorg.fcbwjk.nl Voor meer informatie FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht T 030 298 53 50 F 030 298 53 33 E post@fcbwjk.nl I www.fcbwjk.nl FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken 11

12 FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht T 030 298 53 50 F 030 298 53 33 E post@fcbwjk.nl I www.fcbwjk.nl