Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag de gemeenteraad Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Rm 2009.280 - DSB/2009.1011 RIS 168021 Doorkiesnummer 070-353 5000 E-mailadres Aantal bijlagen Onderwerp Preadvies Initiatiefvoorstel Meeuwenbestrijding Den Haag Datum 10 november 2009 Inleiding Op 8 september 2009 is het initiatiefvoorstel "Meeuwenbestrijding Den Haag " van raadslid de heer B.A. Revis van de VVD-fractie aan de voorzitter van de gemeenteraad aangeboden. Het voorstel bestaat uit een achtpuntenplan om de overlast door te meeuwen in de stad te bestrijden. Hierbij biedt het college de raad het advies van het college over het initiatiefvoorstel aan. Preadvies Alvorens in te gaan op de in het initiatiefvoorstel opgenomen acht actiepunten willen wij in zijn algemeenheid ingaan op de meeuwenproblematiek. Het is een gegeven dat de ligging van Den Haag aan zee inhoudt dat er meeuwen zijn. Meeuwen veroorzaken een zekere overlast. Het gaat om geluidsoverlast en overlast van zwerfvuil (het open maken van huisvuilzakken) en uitwerpselen. Met name in het seizoen dat ze nestelen, broeden en jongen hebben (april juli ) is er sprake van een toename van overlast. Meeuwenoverlast is niet uniek voor Nederlandse kuststeden maar komt in de wereld in veel kuststeden voor. Al gedurende lange tijd heeft genoemde problematiek de aandacht van het Haagse gemeentebestuur. In 2006 is een samenwerking aangegaan met gemeenten Leiden, Alkmaar en Katwijk om te komen tot duurzame maatregelen. Met name de gemeente Leiden heeft in samenwerking met de Rijksuniversiteit Leiden sinds 2006 een groot aantal maatregelen uitgeprobeerd. Het ging onder meer om het wegnemen van eieren, het verjagen van meeuwen door de inzet van een valkenier, het spannen van draden om nestelen te voorkomen en het verwisselen van eieren door nepeieren. Meer recent is een proef gedaan met de inzet van steviger (gele)vuilniszakken. Inlichtingen bij Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 070-353 5000 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2782 Internetadres: www.denhaag.nl
DSB/2009.1011 2 Al deze ontwikkelingen hebben wij op de voet gevolgd. Niet alleen de ervaringen uit Leiden maar ook de ervaringen elders leren dat er tot op heden nog geen remedie is gevonden die blijvend werkt. Dit wil niet zeggen dat de moed wordt opgegeven. Ook maatregelen die tijdelijk effect hebben kunnen een verlichting geven van de ervaren overlast. Het bestrijden van overlast is één. Het voorkomen ervan is minstens zo belangrijk. Dit is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente, maar ook van de Haagse inwoners. De Haagse burger kan zelf maatregelen nemen om nestelen te voorkomen. Huisvuilzakken mogen s avonds na 22.00 uur buiten worden gezet, maar dat mag natuurlijk ook s morgens. Hoe korter de zakken op straat staan hoe minder kans er is op het openscheuren van de zakken door meeuwen (en andere dieren waaronder katten). Ondergrondse huisvuilcontainers bieden een oplossing. Ook een reden waarom hiertoe wordt overgegaan. Overigens trekt het (grootschalig) voederen (brood e.d.) ook dieren, waaronder meeuwen, aan. In de communicatie naar de Haagse burger zullen wij extra aandacht besteden aan wat de Haagse burger zelf kan doen om de overlast te beperken. Het optreden tegen het grootschalig voederen zal in de prioritering van de handhavingsactiviteiten worden meegenomen. Hieronder wordt per onderdeel van het initiatiefvoorstel ons preadvies gegeven. 1. De gemeente gaat meeuwen en meeuwennesten in de stad tellen om zo inzicht te krijgen in groei of krimp van de populatie. De effectiviteit van bestrijdingsbeleid wordt hiermee inzichtelijk. Het college onderschrijft de noodzaak van deze maatregel. Het college heeft op basis van eerder onderzoek dit jaar inzicht in de plekken waar meeuwenoverlast zich concentreert. Over het aantal en de verspreiding van meeuwen als broedvogels in de stad is echter nog onvoldoende bekend. Inzicht in de aantallen vogels en plekken waar ze voorkomen is gewenst om hier 1) maatregelen in te zetten (waar, welke en hoeveel middelen zijn nodig) en 2) de effectiviteit van de maatregelen te monitoren en zonodig bij te stellen. De kosten voor een dergelijke monitoring worden geschat op ca. 25.000,00-50.000,00. Deze monitoring zou jaarlijks herhaald moeten worden. 2. Hagenaars mogen meeuwennesten het gehele jaar verwijderen, ongeacht de broedfase. Als Hagenaars er moeilijk bij kunnen, slecht ter been zijn of anderszins hulp nodig hebben, komt de gemeentelijke dienst langs om het nest te verwijderen. De gemeente zorgt voor een ontheffing bij LNV. Het college acht deze maatregel niet effectief. Onderzoek in Leiden heeft uitgewezen dat bij het verwijderen van nesten en eieren meeuwen veelal (op een andere plaats in de buurt) direct een nieuw nest maken en eieren leggen. Het vervangen van meeuweneieren door nepeieren is een meer voor de handliggende maatregel. Uit het onderzoek in Leiden blijkt dat het vervangen van meeuweneieren door nepeieren effectiever is dan verwijderen. De gemeente Leiden vervangt als experiment sinds drie jaar eieren. De meeste meeuwen accepteren deze nepeieren. Ze blijven hier doorgaans lang op broeden en een zogenaamd vervolg (of tweede) legsel blijft dan achterwege. Aangezien de meeste geluidsoverlast en agressiviteit zich voordoet als er jongen zijn, betekent het wisselen van eieren naast een krimp van de populatie tevens een (lokale) beperking van de overlast.
DSB/2009.1011 3 Voor het verwisselen van eieren is een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Voorwaarde voor ontheffingverlening is dat de gunstige staat van instandhouding van meeuwen niet in gevaar komt. Dit vergt een strikte regie vanuit de gemeente. Voor het lokaliseren van nesten is de gemeente afhankelijk van meldingen van burgers. De ervaring in Leiden leert dat: Slechts een deel van de nestlocaties ontdekt of gemeld wordt. Niet alle meldingen resulteren in de vondst van een nest. Vaak is er geen nest, maar maken de meeuwen alleen gebruik van het dak als uitzicht- of rustpunt. Soms zit een nest zo verscholen dat het zelfs vanuit de hoogwerker van de brandweer niet ontdekt wordt. Een aantal meldingen pas plaatsvindt als de eieren op het punt van uitkomen staan of er al jongen zijn (en er dus niet meer gewisseld wordt). Sommige eigenaars of gebruikers van panden geen toestemming aan derden geven om op hun dak te komen. Het feit dat de gemeente een ontheffing heeft om maatregelen te nemen die overlast kunnen beperken, geeft juridisch onvoldoende grond om daken zonder toestemming te mogen betreden. Een eerste inschatting van de kosten voor het vervangen van eieren leidt tot een raming van ca. 100.000,00 op jaarbasis. Hierbij is uitgegaan van vijf fte voor het afhandelen van meldingen tijdens het broedseizoen en kosten voor materieel (hoogwerkers) en administratie / rapportage. 3. De gemeente neemt valkeniers in dienst die op plaatsen met veel overlast meeuwen verjagen. Niet eenmalig, maar consequent, zodat meeuwen op een gegeven moment niet meer terugkomen. Het college adviseert bij wijze van proef een valkenier in te zetten. Kanttekening hierbij is dat het verjagen van meeuwen op kleine schaal effect kan hebben, maar op grotere schaal (wijk- of stadsniveau) kan leiden tot verplaatsing van het probleem. Een pilot moet uitwijzen of de inzet van een valkenier toepasbaar is op grotere schaal en welke intensiteit van verjaging dan noodzakelijk is. Voor verjaging van meeuwen met een valkenier is een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk. De kosten worden geschat op ca. 50.000,00 per jaar. Hierbij is uitgegaan van de inzet van één valkenier gedurende de drie maanden voorafgaand aan het broedseizoen (februari, maart, april). 4. De gemeente voert actief beleid om de vuilniszak in Den Haag terug te dringen. Desnoods wordt de vuilniszak afgeschaft als middel om afval aan te bieden. Met ondergrondse containers in meeuwenrijke buurten, kliko s en minicontainers wordt de toegang tot afval voor meeuwen actief bestreden. De gemeente investeert meer in het schoon houden van straten en vooral afvalaanbiedplaatsen. Een ondergrondse container, bijvoorbeeld, moet altijd schoon zijn. Dat helpt niet alleen tegen meeuwen, maar komt ook de leefbaarheid en het naleven van de regels ten goede. Een stevigere vuilniszak (de gele zak ) kan eventueel als overgangsbeleid worden ingezet. Het is onze ambitie om alle huisvuilzakken van straat te krijgen. Afgesloten voorzieningen zoals minicontainers, inpandige voorzieningen of ondergrondse containers bieden hierbij uitkomst. De gemeenteraad heeft begin maart 2009 het voorstel vastgesteld om in de periode 2009-2011 ondergrondse containers te plaatsen voor de inzameling van huishoudelijk restafval in de krachtwijken; te beginnen in Den Haag Zuidwest en het herstructureringgebied van Transvaal. Het voornemen is om, nadat de containers in de krachtwijken zijn geplaatst, ook in andere delen van de stad met gestapelde bouw over te gaan op ondergrondse containers. Te zijner tijd zal hiertoe een raadsvoorstel worden opgesteld op basis van de evaluatie van de plaatsing in de krachtwijken.
DSB/2009.1011 4 Ook in het aankomende Beleidskader Afvalinzameling 2010-2021 zal de ambitie om alle zakken van straat te krijgen verder uitgewerkt worden. De communicatie en voorlichting aan bewoners over het schoonhouden van de stad worden gecontinueerd, waarbij ook expliciet aandacht wordt besteed aan meeuwenoverlast. Zoals aangegeven is in Leiden is onlangs een proef met steviger vuilniszakken uitgevoerd. Een evaluatie van deze proef moet nog plaatsvinden. Wij hebben intensief contact hierover met Leiden. Wanneer de evaluatie positief uitvalt zal worden onderzocht wat de financiële en daarmee samenhangende organisatorische consequenties zijn voor invoering in Den Haag en zal de raad hierover worden geïnformeerd. 5. De gemeente dringt er bij de provincie Zuid-Holland op aan om de jacht op vossen in de duinen rondom Den Haag en in het bijzonder rond Meijendel te verruimen. Meeuwen moeten als grondbroeders in hun natuurlijke habitat de gelegenheid krijgen tot broeden: in de duinen dus en niet in de stad! Het college raadt deze maatregel af. Bestrijding van vossen zal er niet toe leiden dat meeuwen weer in de duinen gaan broeden. Ten eerste omdat de vossenpopulatie niet zal afnemen door bejaging. Onderzoek naar vossen in de duinstreek leert dat vossen zich sneller voortplanten als ze bejaagd worden en dat natuurlijke sterfte die het gevolg is van onderlinge concurrentie direct vermindert. Hierdoor zal jacht niet of nauwelijks invloed hebben op het aantal vossen in de duinen. Ten tweede zullen meeuwen naar verwachting niet terugkeren naar de duinen. De duinen zijn sinds de jaren 80 minder geschikt geworden voor meeuwen. Momenteel ontbreekt het in de duinen aan de voor meeuwen noodzakelijke openheid en rust. Terreinbeherende organisaties delen deze mening. Ter toelichting hierop het volgende. Het gebruik van de duinen is in de loop der jaren intensiever geworden als gevolg van toenemende recreatie; wandelaars al dan niet met hond, fietsers en sporters. Daarnaast is in het duingebied sprake van een toenemende verruiging en vergrassing, waardoor het duingebied als broedgebied voor meeuwen minder geschikt is geworden. 6. De gemeente verspreidt voer met een anticonceptiemiddel in meeuwenrijke wijken, vooral vlak voor en tijdens het broedseizoen. Het college acht deze maatregel praktisch niet uitvoerbaar is. Hoewel theoretisch mogelijk, is deze methode praktisch (nog) onvoldoende ontwikkeld. Praktische knelpunt is onder andere het selectief aanbieden van anticonceptiemiddel aan meeuwen. Het toedienen van voer met anticonceptiemiddel houdt gezondheidsrisico s in voor andere soorten dan meeuwen, waaronder de mens maar ook zangvogels en huisdieren, die direct of indirect hiermee in aanraking kunnen komen. Ander praktisch knelpunt is het toedienen van anticonceptiemiddel in de juiste dosering. Meeuwen zijn gulzige eters. Overdosering kan leiden tot sterfte.
DSB/2009.1011 5 7. De gemeente neemt een voerverbod voor meeuwen op in de APV en handhaaft dit verbod. Mensen die meeuwen bewust voeren, vergroten het meeuwenprobleem in de stad. Het college is reeds voornemens om een algemeen voederverbod (tegen bovenmatig voederen) in te stellen dat ten doel heeft om overlast van meerdere dieren waaronder meeuwen terug te dringen en om de stad schoon te houden. Op dit moment wordt bezien of de Afvalstoffenverordening voldoende mogelijkheden biedt voor handhaving. Vóór het begin van het meeuwenbroedseizoen 2010 (medio april) zal u een voorstel ter zake worden voorgelegd. 8. Buurtbudgetten worden opengesteld voor de toepassing van meeuwenwerende maatregelen. De budgetten zijn er om de buurt leefbaarder te maken; de aanpak van meeuwenoverlast draagt daaraan bij. De bestaande wijkleefbaarheidsbudgetten zijn bedoeld om flexibel in te kunnen spelen op initiatieven vanuit de burger en worden op dit moment al volledig benut. Als die budgetten voor de aanpak van meeuwenoverlast bestemd zouden moeten worden, zullen er dus bestaande activiteiten moeten vervallen. De aanpak van de overlast door meeuwen is een probleem dat op stedelijk niveau moet worden aangepakt en niet op het niveau van de buurt. Gelet op de effectiviteit en de uitvoerbaarheid van de hierboven genoemde maatregelen adviseren wij om de volgende maatregelen in te zetten: - Monitoring van het aantal en de verspreiding van meeuwen in Den Haag. - Een pilot met het inzetten van een valkenier - Het vervangen van eieren door nepeieren Daarnaast zal de communicatie en voorlichting aan de bewoners over het schoonhouden van de stad worden gecontinueerd, waarbij ook expliciet aandacht zal worden besteed aan meeuwenoverlast. Het optreden tegen het grootschalig voederen zal in de prioritering van de handhavingsactiviteiten worden meegenomen. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van de proef met de steviger vuilniszakken in Leiden, zal worden onderzocht wat de financiële en daarmee samenhangende organisatorische consequenties zijn voor invoering in Den Haag. De kosten gemoeid met het monitoren van de meeuwen, de pilot met de valkenier en het vervangen van eieren door nepeieren zullen binnen de begrotingsposten van Stadsbeheer worden opgevangen. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen