DEMOCRATIE onder DRUK

Vergelijkbare documenten
Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland

Samenvatting Filosofie Mensbeelden

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5,6. Opdracht door een scholier 1949 woorden 24 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Initiatiefvoorstel experiment loting

Voorwoord 9. Inleiding 11

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Democratie in tijden van populisme en technocratie. Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017

Democratie, monarchie en aristocratie een inleiding in de Burgerschapskunde voor groep 8 (klas 6)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Maatschappijleer par. 1!

GESCHIEDENIS SO3 TV

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5 & 6

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

HUSEYIN UCAR 4B Mr. Muilder Maatschappij

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Eindexamen filosofie vwo I

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Instructie: Landenspel light

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

De Verlichting. De Verlichting

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

1Nederland als democratie

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

filosofie havo 2016-II

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Verslag Geschiedenis De Grieken

filosofie havo 2015-II

Tijd van pruiken en revoluties

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2017

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

2.1 Omcirkel het juiste antwoord.

1ste bach rechten. Politicologie. samenvatting. uickprinter Koningstraat Antwerpen. R12 5,50

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17

Het standbeeld in Den Haag was het laatste standbeeld op rij, na Amsterdam en Zwolle die er al lang één hadden.

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Geschiedenis van China

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

Posterserie over Plato s meesterwerk De Republiek (Politeia)

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Een Europese democratie: utopie of noodzaak?

keer beoordeeld 25 juni 2016

Lokale Democratie, Vertrouwen en Burgerparticipatie. Prof. dr. Monique Leyenaar Drechtstedendinsdag, 7 februari 2012

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam

1 Belangrijk in deze periode

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 t/m 4: Over normaal gesproken

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Transcriptie:

DEMOCRATIE onder DRUK http://democratieonderdruk.wordpress.com/ Edward van der Tuuk mirrormundo@yahoo.com 1

1] democratie onder druk? polarisering en democratisch deficit de afgelopen 15 jaar zijn politiek roerige en ook verwarrende tijden; voor burgers, maar ook voor politici het vertrouwde onderscheid links-progressief / rechts-conservatief is volledig op de helling nieuwe media (internet) hebben burgers assertiever gemaakt, en minder voorspelbaar kiezers stemmen vaker strategisch, en zweven meer tussen partijen (van bijv. de SP naar de PVV) politieke partijen proberen steeds meer deze zwevende kiezer naar de mond te praten daarbij is een nieuw slag politici opgestaan, die menen dat er niet naar 'het volk' geluisterd wordt zij schuwen de controverse niet en zoeken (in naam van de democratie) de grenzen van het toelaatbare op tegenstanders van het populisme roepen op tot respect voor democratische instituties en omgangsvormen er zou sprake zijn van een nieuwe polarisatie, aangejaagd door nieuwe media en populistische politiek dit speelt niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa en de V.S. ten tijde van de koude oorlog was het relatief duidelijk waar partijen en hun achterban voor stonden belangen en wereldbeschouwing waren de twee voornaamste dimensies van politieke verschillen links/progressief en rechts/conservatief was de voornaamste as waarlangs politieke posities lagen men was het fundamenteel met elkaar oneens, maar kon het standpunt van de ander plaatsen / duiden dat standpunt lag namelijk in het verlengde van een politieke ideologie en een visie op de maatschappij anno 2017 lijkt de wereld een stuk onoverzichtelijker, en politieke verschillen zijn moeilijker te duiden wel is duidelijk dat er een aantal thema's prominenter op de agenda zijn komen te staan deze thema's zijn voor een groot deel terug te herleiden tot zeggenschap / inspraak / invloed hoewel de meeste Nederlanders hechten aan de democratie, is het vertrouwen in de huidige politiek tanende staat de democratie onder duk? en zo ja: waarvan? een kleine inventarisatie uit het maatschappelijk debat: immigratie en islamitisch extremisme vormen een bedreiging voor onze waarden en cultuur populisten zaaien verdeelheid onder de bevolking en keren democratische instituties de rug toe de gevestigde politieke elite van hoog-opgeleiden neemt de wil van het volk niet serieus neo-liberale politiek laat haar oren hangen naar economistische technocraten, niet naar de burger technocratische bestuurders baseren hun beleid op cijfers en rapporten van experts, niet op waarden supra-nationale instanties als de E.U. ondermijnen de soevereiniteit van democratische rechtstaten wetenschap & techniek krijgen ongemerkt een steeds grotere greep op ons leven door de (social) media regeert de waan van de dag; we leven in een emocratie of mediacratie een rode lijn door deze thema's is het idee dat onze waarden, cultuur en identiteit in zwaar weer verkeren twee belangrijke oorzaken: globalisering (open grenzen, vrije markt, immigratie) zorgt voor ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen deze toenemende ongelijkheid drijft bevolkingsgroepen uiteen en leidt tot polarisatie; maar tussen wie? de kennis-kloof (hoog- en laag-opgeleid) zorgt voor wederzijds onbegrip en polarisatie; maar tussen wie? een hoog-opgeleide links-intellectuele politiek-correcte elite & een laag-opgeleide blanke boze burger? 2

volgens deze typering staat de democratie onder druk, maar om geheel verschillende redenen: criticasters van de 'gevestigde politieke elite' ('het pluche') eisen meer erkenning van hun problemen volgens zogenoemde populisten worden we bestuurd door een links-intellectuele politiek-correcte elite een van de aangedragen remedies zou zijn: meer directe democratie, zoals bijv. het referendum er is dus sprake van een democratisch deficit: de politiek schiet tekort in het respecteren van de democratie tegenstanders van het 'populisme' vrezen juist voor ondermijning van de democratie het populisme zou een aanval zijn op de waarden en instituties van onze democratische rechtsstaat referenda zouden alleen maar verongelijkte 'nee'-stemmers mobiliseren, en het populisme aanwakkeren interessant hierbij is dat meer burger-inspraak en referenda voorheen het stokpaardje was van o.a. D66 40 jaar na de oprichting van die partij is het juist het 'andere kamp' dat voor meer directe democratie pleit beide 'kampen' beschuldigen elkaar van anti-democratische trekjes (denk aan vervolging van Wilders) democratie als essentially contested concept dat roept de vraag op: wat is democratie? en wat is het niet? die vraag houdt filosofen al meer dan 2500 jaar bezig het antwoord is dat er niet één antwoord is: net als bijv. vrijheid is het een begrip waar immer over gestreden wordt democratie is vooral een systeem dat moet voorkomen dat de macht zich concentreert rond één groep voor een functionerende democratie vinden we in de moderne politieke theorie de volgende elementen: representatie door verkiezing (of loting), eventueel aangevuld door directe inspraak (bijv. via referenda) een systeem van checks & balances, o.a. de trias politica (voorwaarden voor elke rechtsstaat) een grondwet, met daarin verankerd o.a. de mogelijkheid om de regering af te zetten (zonder revolutie) politieke vrijheid (burgerlijke vrijheid, burgerrechten, vrije pers, vrijheid van meningsuiting) petitierecht (recht van burgers om bij officiële instanties een verzoek in te dienen) gelijkheid voor de wet / recht op een eerlijk proces een maatschappelijk middenveld / NGO's (non-gouvernementele organisaties) verkiezingen zijn slechts een onderdeel, en niet eens essentieel voor een democratie; loting kan ook in het oude Griekenland bijv. betekende democratie iets geheel anders dan wat wij eronder verstaan de Atheense democratie (508-322 v.chr.) democratie als formeel bestuurssysteem is ontstaan in het oude Athene (vanaf 508 v.chr.) voor die tijd werden Griekse stadssteden geregeerd door een archon (heerser) Cleisthenes (kleinzoon van een tiran) stichtte de eerste Atheense democratie (508-507 v.chr.) de door hem doorgevoerde hervormingen noemde hij isonomia: gelijkheid voor de wet pas later volgde de term democratie: demos = volk, burger, gewone man / kratos = macht, bestuur de laatste term is vrij eenduidig, maar de eerste is hoogst ambigu: wie of wat is het volk / de burger? in de Atheense democratie bestond de demos uit 'vrije mannen' (met militaire verplichtingen) vrouwen, slaven, landlozen, buitenlanders en minderjarigen (<20) waren uitgesloten (atimia) maar van de 250.000 tot 300.000 inwoners waren er dan toch 30.000 tot 50.000 erkende burgers zij konden zitting nemen in de ekklèsia (volksvergadering), de boulè (raad van 500), en heliaea (volksrechtbank) sommige posities waren openbaar, andere op basis van loting, enkele op basis van verkiezing 3

in haar prille jeugd stond democratie tegenover recente voorgangers, zoals tyrannie en oligarchie daarin telden alleen de belangen van machtige individuen en families, en was het volk slechts 'onderdaan' in de democratie ging het volgens Aristoteles om 'afwisselend te regeren, en geregeerd te worden' het instrument om dit op democratische wijze te bewerkstelligen was loting, niet verkiezing verkiezingen waren een geschikt instrument voor oligarchen, omdat daarbij macht de uitkomst bepaalt om de werking van de macht (cliëntelisme) te breken moest het lot (Tyche / Fortuna) een centrale rol spelen zonder de rol van het lot (loting / toeval) zou de democratie vervallen in een repressieve vorm van bestuur bestuursvormen (sommige benoemd door Grieken, sommige van latere datum): (* cratie = macht, bestuur / arche = heerschappij, beginsel, oorsprong, bron) autocratie = bestuur door alleenheerser tyrannie = bestuur door tiran monarchie = heerschappij door alleenheerser (via erf-opvolging) timocratie = bestuur door landeigenaren (betalen opbrengst van het land als belasting) stratocratie = militair bewind / junta oligarchie = heerschappij door een elite (van machtige families) plutocratie = bestuur door de rijken (censuskiesrecht = stemrecht voor belastbare vermogenden) theocratie = bestuur door een geestelijke (religieuze) klasse kritarchie = bestuur / rechtspraak door rechters / wijzen / ouderen aristocratie = bestuur door de 'besten', meest gekwalificeerd om te regeren democratie = bestuur door het volk (varianten: representatieve, directe, en deliberatieve democratie) demarchie / lottocracy / aleatocratie = bestuur door gelote (niet gekozen) representanten ochlocratie = bestuur door de meute (populisme); pejoratief voor democratie minarchie = bestuur door een minimale staat die alleen waakt over de openbare orde en rechts-orde anarchie = zelf-bestuur, met regels maar zonder heerser(s) anocratie = deels democratie, deels autocratie (vaak gezien als hoogst instabiel) neologismen van de afgelopen decennia: particratie = bestuur door een aantal gevestigde politieke partijen die het volk (al dan niet) representeren mediacratie / emocratie = pejoratieve neologismen en varianten op ochlocratie (populisme) technocratie / expertocratie = pejoratieve aanduiding voor bestuur door experts / wetenschappers kleptocratie = pejoratief neologisme voor plutocratie, of juist een sociaal (nivellerend) beleid politieke stabiliteit en democratische instituties werden verdedigd tegen misbruik door politici uit op macht een instrument om gevaarlijke personen te weren was het ostracisme (schervengericht) uit 6000 scherven met namen van staatsgevaarlijke personen werd de meest genoemde tijdelijk verbannen (zoals tegenwoordig in TV-programma's deelnemers 'weggestemd' kunnen worden door het publiek) Socrates (469-399 v.chr.) Socrates heeft zelf nooit geschreven, en we kennen zijn ideeën alleen indirect: via zij leerling Plato in Plato's dialoog De Staat verwerpt Socrates de democratie als legitieme en stabiele bestuursvorm tijdens Socrates latere leven was de Atheense democratie onderhevig aan politieke strijd uiteindelijk werd de democratie vervangen door een oligarchie / stratocratie: de Dertig Tirannen 1 na een jaar werd het democratisch bestel in ere hersteld, met amnesty voor de recente onlusten Socrates verheerlijkte het systeem van aardsrivaal Sparta, en hekelde de 30 tirannen, maar ook de democratie 4

Democratie (de macht van de meerderheid) betekende voor Socrates nog geen rechtvaardigheid hij meende dat abstracte ideeën (als rechtvaardigheid) alleen gevat konden worden door de wijze alleen zij die inzicht hebben in het hogere (het Ware, het Goede en het Schone) zouden moeten regeren zijn sociale en morele kritiek op de Atheense politiek stak de Horzel niet onder stoelen of banken vanwege zijn kritische politieke en publieke optreden werd hij gezien als een gevaar voor de democratie het ostracisme was (door de vele staatgrepen?) reeds in onbruik geraakt, en dus werd hij niet verbannen in 399 v.chr. werd hij door de democratische senaat ter dood veroordeeld (middels de gifbeker) Plato (428-347 v.chr.) Plato beschrijft (deels fictieve?) gesprekken in dialoog-vorm en gebruikt Socrates als hoofd-persoon hij was een leerling van Socrates, die hen die zijn meester ter dood brachtten niet heeft vergeven hij zag de democratie van zijn tijd als ochlocratie: geen rechtvaardige staat maar bestuur door de meute de meute heeft geen inzicht het Ware, het Goede en het Schone, en kan dus geen juist oordeel vellen het juiste oordeel komt voort uit wijsheid: d.w.z. inzicht, ervaring en een stabiele morele grondhouding een stabiele morele grondhouding kan alleen gefundeerd worden op ware kennis, oftewel kennis van het ware in de Wetten beschrijft Plato hoe de bevolking van jongs af aan opgevoed moet worden met ware inzichten In de Phaedo vergelijkt hij de ziel met een gevleugeld span van twee paarden met een menner de menner verbeeldt wijsheid: het redelijke deel van de ziel, waarmee de mens denkt, wikt, weegt en oordeelt één van de paarden staat voor het vitale gedeelte van de ziel waarin emoties als eer, toorn en moed zetelen in dit vitale deel huist de dapperheid / moed die de rede helpt bij het bewaken van de begeerten het andere paard verwijst naar lagere emoties en begeertes / genot, zoals naar voedsel, drank, seks de menner moet de 2 paarden zo mennen dat het span niet naar links of naar rechts vliegt gematigdheid is de juiste ondergeschiktheid van de twee lagere delen en waarborgt de harmonie rechtvaardigheid (recht varen, niet afwijken) betekent dat elk deel van de ziel zijn eigen functie heeft, en verwijst dus naar een toestand van orde en evenwicht in de ziel politieke ideeën: de Staat, boek I-V: de utopische staat en de ideale samenleving 2 in de Politeia (de Staat) verdeelt Socrates/Plato de inwoners van de staat in drie klassen, met bijbehorende deugden (wijsheid, dapperheid, gematigdheid, rechtvaardigheid) op grond van de 3 zielsdelen (staat en mens verhouden zich als een macro-kosmos tot een micro-kosmos) wachters (politieke elitie, geleid door filosofen) ordenen en besturen de staat gebaseerd op het kennende zielsdeel (wijsgerig, beschouwend, reflexief) deugd = wijsheid helpers (middenklasse: militaire macht en de politie) zorgen voor verdediging & bescherming gebaseerd op het strevende zielsdeel (ambitie, discipline) deugd = moed (juist oordeel over wat te vrezen) werkende klasse (economie: boeren, handelaren, handwerklieden) materiële grondslag; productie van goederen gebaseerd op het begerende zielsdeel (verlangens, pleziertjes en genot) deugd = gematigdheid gematigdheid en zelfbeheersing is de deugd die de 3 klassen samen delen (maar betreft vooral de laagste klasse) iedere klasse in de staat heeft zijn eigen functie / taak en er zullen dus geen interne conflicten zijn elke klasse draagt bij aan het het geheel, en de staat vormt zo een harmonisch geheel, in al haar onderdelen goed rechtvaardigheid betekent het zijne doen, d.w.z. dat iedereen doet waar hij het best geschikt voor is onrechtvaardigheid is het zich bemoeien met elkaars taken: dat leidt tot wanorde en instabiliteit rechtvaardigheid is een toestand van orde en evenwicht die ontstaat doordat alle delen goed samenwerken 5

het leven van de wachters en helpers verloopt in volledige gemeenschap; gelijkend een communistisch model 3 de mannen delen opvattingen, vrouwen, kinderen en goederen met elkaar; er is geen sprake van particulier bezit, geen gezin, geen geld, en er wordt altijd gemeenschappelijk gegeten ze krijgen kost & inwoning, maar bezitten geen eigendommen: dit om corruptie en aardse verlangens te weren hun geluk ligt in het uitoefenen van hun taak: het dienen van de gemeenschap (het geheel, het collectief) een grondwet is niet nodig, een gedegen vorming van de wachters des te meer ieder lid van de militie doorloopt dezelfde lichamelijke training, militaire vorming en theoretische opleiding wie naast militaire kwaliteiten ook blijk geeft van filosofische kwaliteiten wordt geselecteerd voor leidinggevende taken vanaf 30 jaar wordt een selecte groep ingewijd in filosofie & vanaf 50 jaar komt de top in aanmerking voor de regering deze regering, die wordt samengesteld uit de meest bekwamen, is dus letterlijk een aristocratie de Staat / Politeia, boek VIII-X: beschrijft de vijf verschillende bestuursvormen: aristocratie: bestuurd door de 'besten' (áristos: bekwaam); ieder heeft zijn plek, in dienst van het geheel timocratie: bestuurd doorlandeigenaren (vgl. ridderlijke adel) machtstrijd zal leiden tot oligarchie oligarchie: bestuurd door een rijke elite corruptie en cliëntelisme zal leiden tot revolutie democratie: bestuurd door populisten vrijheid zal leiden naar chaos en vervolgens naar tirannie tirannie: bestuurd door een tiran leidt tot uitbuiting en slavernij de laatste vier bestuursvormen zijn niet stabiel, en vatbaar voor machtsstrijd, corruptie, cliëntelisme en revolutie de aristocratie, geleid door filosofen, zou de meest stabiele, harmonieuze bestuursvorm zijn de filosoof-koningen zouden hun wijsheid en bekwaamheid inzetten voor het algemeen belang probleem was dat deze staat (politeia) alleen bestond als idee / ideaal Aristoteles (384-322 v.chr.) Aristoteles gaat een eind mee in Plato s analyse, maar deelt niet in diens afwijzing van de democratie in zijn Politika (= zaken betreffende de polis / stadsstaat ) vergeleek hij diverse bestuursvormen de meeste staatsvormen zijn niet stabiel: corruptie en revoluties maken een einde aan hun bestaan anacyclose is de theorie die de cyclische evolutie van politieke bestuursvormen beschrijft beschreven door Plato en Aristoteles, en later uitgewerkt door Polybius en Cicero (De re publica) Aristoteles onderscheidde drie hoofdvormen van bestuur: door de ene, de 'weinigen', en de 'velen' de goedaardige varianten (monarchie, aristocratie en democratie) dienen het algemeen belang ze zijn echter inherent zwak en instabiel, en zullen snel degenereren naar hun kwaadaardige tegenhangers: tyrannie, oligarchie en ochlocratie regeren in hun eigen belang, zonder oog voor het geheel, dus ook instabiel zes staatsvormen dient het algemeen belang in het belang van de heerser(s) één heerser monarchie tirannie heersende elite aristocratie oligarchie iedereen heerst politeia / republiek democratie 6

probleem bij al deze bestuursvormen is dat de macht geconcentreerd is bij één partij / groep burgers daardoor zal de macht hen in verleiding brengen hun deugden / morele karakter opzij te zetten voor belangen Plato s ideale staat / politeia (aristocratie van filosoof-koningen) is een utopie, en daarmee niet realistisch de door Aristoteles voorgestelde oplossing voor de instabiliteit van bestuursvormen is: een gemengde constitutie hij pleit voor een constitutioneel systeem van deels oligarchie, deels democratie, onder gezag van de wet deze gemengde constitutie is wat Aristoteles verstaat onder de meest ideale politeia politeia stamt van polis (stadsstaat) en politeuomai ("ik handel als actief burger van de polis") politeia = door regels geconstitueerde politieke eenheid van burgers / civil society / stadsbestuur / staat politeia = de wijze waarop de instituties van de polis (stadsstaat) georganiseerd zijn en de macht verdeeld is een constitutie is een verzameling regels en definities die de staat / politieke gemeenschap constitueert zo opgevat is de politeia vergelijkbaar met hoe onze grondwet (het functioneren van) de staat constitueert en daarmee de positie en rol van de burger definieert (met zowel rechten als plichten) in een oligarchie constitueert de politeia een heersende elite, in een democratie constitueert ze alle burgers in Aristoteles gemengde constitutie houden beide elkaar in evenwicht: een systeem van checks & balances elke inwoner (m.u.v. vrouwen en slaven) capabel om zich met bestuurlijke zaken bezig te houden is een burger anders dan Plato is hij van mening dat dit de meeste inwonders betreft; niet alleen een elite van wijze mannen de invloed van een aristocratische elite moet de politeia hoeden voor het afglijden naar een ochlocratie en als de politeia vervalt / degenereert tot een democratie is dat minder erg dan een oligarchie of tirannie politeia (staat / politieke gemeenschap / constitutie) verwijst dus enerzijds naar elke vorm van bestuur maar Aristoteles opvatting van de ware politieke gemeenschap impliceert een grote mate van burger-participatie ons gebruik van het woord democratie is verwarrend, omdat het iets anders betekent dan voor Aristoteles in onze democratie staan vrijheid en gelijkheid centraal, maar laten we ons representeren door beroeps-politici voor Aristoteles staat burgerschap voor participatie, eer, deugd en dienstbaarheid aan het algemeen belang de term republiek komt meer in de buurt (zij het dat destijds alleen vrije mannen burgers konden zijn) republiek is afgeleid van res publica = de publieke zaak, het algemeen belang, dat wat het individuele overstijgt Aristoteles ideale politeia houdt in dat de gehele burgerij bestuurt in naam van het algemeen belang in de praktijk betekent dat dat je als burger afwisselend regeert, en geregeerd wordt (vgl. jury-rechtspraak in de V.S.) hierbij speelt het principe van loting een belangrijke rol: het lot, niet je afkomst, bepaalt je maatschappelijke functie 7

de politieke filosofie van Aristoteles heeft veel invloed gehad op Romeinse en moderne theorieën over de republiek m.n. zijn theorie over anacyclose is uitgewerkt door Polybius, Cicero, en veel later Machiavelli Aristoteles analyse van diverse bestuursvormen 8

1 o.l.v. Critias, familie van Plato en voormalig leerling van Socrates 2 hoewel er eerdere voorbeelden zijn, wordt Plato's Politeia (de Staat) wel gezien als 1 e utopie Plato stelt daarin voor om na te denken over "van het begin af aan een maatschappij opbouwen" de ideale samenleving is dus om te beginnen een idee / verbeelding / denk-experiment en daarmee tevens een mogelijk illusoire, niet te realiseren ideaal; Plato schrijft zelf dat zijn Staat: "alleen in theorie bestaat, want ik kan me niet voorstellen dat hij ergens op aarde bestaat" het "van het begin af aan een maatschappij opbouwen" suggereert een geloof in maakbaarheid dit illustreert een overgang in het Griekse denken van de tragedie naar een geloof in het menselijk kunnen door gebruik te maken van zijn verstand kan de mens 'het lot naar zijn hand zetten' 3 Politeia / de Staat (samenvatting): - de mens heeft behoeften: voedsel, onderdak, kleding, bescherming, etc. - burgers kunnen niet in al hun eigen behoeften voorzien, en zijn aangewezen op andere beroepen - ieder heeft een talent en scholing in een specialisatie, en kan zich daar het best aan houden - het ruilen van grondstoffen, bewerkte materialen, en diensten leidt tot handel; lokaal en internationaal (deze simpele samenleving, waarin mensen in hun basale behoeften voorzien, is een sobere utopie) - maar aangezien mensen meer luxe willen (door lust), zal de maatschappij omvangrijker en complexer worden - er zullen kunstenaars, muzikanten, dansers, schrijvers ontstaan, en mensen zullen ongezonder leven - er zullen dus ook doktoren, kinderverzorgsters, kappers, etc. nodig zijn, en een boel meer vee - het onbeperkt streven naar luxe en bezit leidt zo tot schaarste, en aldus tot strijd (en oorlog met andere landen) - er moet dus een gespecialiseerd leger op de been gehouden worden; ter verdediging en voor kolonisering - militairen moeten bijzondere kwaliteiten hebben: moed, temperament, fysieke kracht, en een sterke wil, maar tegelijkertijd kritisch (alleen de vijand moet bestreden) en goedaardig naar de eigen bevolking - dit vraagt om een gedegen selectie en training van degenen die de gemeenschap moeten gaan beschermen - de leidende groep (aristocratische elite) moet in dezelfde kenmerken uitblinken - bezit van vrouw en kinderen mag de ontwikkeling / training van de leidende groep niet in de weg staan, en vrouwen moeten zelf ook deel uit kunnen maken van de leidende groep, net als bij andere beroepen, immers: mannen en vrouwen verschillen alleen qua baren / bevruchten, en fysieke kracht; verder niet - als man en vrouw in alle andere opzichten gelijk zijn, moeten zij dezelfde behandeling en training krijgen - mannen en vrouwen leven en delen dus in alles gezamenlijk, wat zal leiden tot nakomelingen - om de excellentie van de leidende groep te vergroten, moeten alleen de besten veel kinderen krijgen - de regering moet d.m.v. ceremonies en 'loting' de beste partners aan elkaar koppelen - deze geboorte-planning is staatgeheim, de betrokkenen moeten het ervaren als een speling van het lot - jonge mannen die zich hebben onderscheiden worden beloond met privileges aangaande sexualiteit - opvoeding zal gemeenschappelijk zijn, dus moeten ouders niet weten wie hun kinderen zijn, en vice versa - kinderen moeten meteen na de geboorte worden ondergebracht in creches, zodat moeder haar kind niet ziet - zo kan de leidende groep zich volledig wijden aan haar taak, zonder ouderlijke beslommeringen - kinderen van minder begaafden en/of met gebreken moeten worden verborgen, dit i.v.m. zuiverheid - alleen mannen en vrouwen op het hoogtepunt van hun excellentie mogen kinderen produceren - kinderen voortgebracht door een niet door de staat erkend koppel worden beschouwd als bastaard - daarbuiten is iedereen vrij om sex te hebben, zolang ze maar geen kinderen krijgen: geen bastaards dus - alle wettige kinderen zijn voor ieder lid van de groep zoon/dochter, en andersom: vader/moeder - verder moet het onderlinge gevoel van eenheid en verbondeheid bevorderd worden: 1 voor allen, allen voor 1 9