AVU (Afval Verwijdering Utrecht) Sorteeranalyses Huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht

Vergelijkbare documenten
AVU (Afval Verwijdering Utrecht) Sorteeranalyses Huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2012

AVU (Afval Verwijdering Utrecht) Sorteeranalyses Huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2013

AVU (Afval Verwijdering Utrecht) Sorteeranalyses huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2014

Afval Verwijdering Utrecht AVU. Sorteeranalyse huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2015

Afval Verwijdering Utrecht AVU. Sorteeranalyse huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2016

Afval Verwijdering Utrecht AVU. Sorteeranalyse huishoudelijk restafval In de provincie Utrecht. Uitvoering najaar 2017

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval. Gemeente BOXTEL

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005

Gemeente Tholen. Doss. no. 16AA557. Tilburg, 1 november Verslag sorteeranalyses 2016

EU REM* Gemeente KRIMPEN A/D IJSSEL. Rapportage hoeveelheid, samenstelling en scheiding van fijn huishoudelijk afval 2017

AVU afvalmonitoring

Gemeente Houten. Sorteeranalyses Huishoudelijk restafval. Proefwijk De Akker en Bermen

Gemeente Heemstede. Verslag nulmeting

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2004

ROVA. Sorteeranalyse fijn huishoudelijk restafval. Gemeente DINKELLAND

ROVA. Sorteeranalyse fijn huishoudelijk restafval. Gemeente OLST-WIJHE

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Sorteeranalyse huishoudelijk afval 2009, Gemeente Doetinchem

-C 0 N CEPT- AFVALVERWIJDERING UTRECHT

Afvalmonitor / effectmeting Gemeente Purmerend

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Eindrapportage Sorteeranalyses huishoudelijk afval GEVULEI 2011

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011

: Commissie SOB : P.L. van Meekeren : 19 maart 2019 : Afvalmonitor / Effectmeting 2018 : rapportage Afvalmonitor 2018

Provincie Utrecht

Deelsessie 1 Inzameling voor recycling

Gemeente Waterland. Doss. no. 18AA554. Tilburg, 3 oktober Verslag sorteeranalyses 2018

Wijk ID Plaats + Wijk Aantal

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

in opdracht van Nedvang rapport

16R RAADSINFORMATIEBRIEF 16R.00045

Notitie Startersfonds provincie Utrecht 2009

EVALUATIE PILOT HET NIEUWE INZAMELEN IN LUNETTEN

Afvalmonitor / effectmeting Brielle

Meer waarde uit afval. Oriëntatie commissie Papendrecht 10 februari 2016, Dion van Steensel

CONCEPT. Afvalmonitor / effectmeting Wormerland. Doss. no Tilburg, 8 juni Afvalmonitor / effectmeting Wormerland 2006

SAMENSTELLING VAN HET HUISHOUDELIJK RESTAFVAL. Resultaten sorteeranalyses 2007 UITVOERING AFVALBEHEER

Valkenburg aan de Geul: Analyse Huishoudelijk Restafval, Amsterdam, maart 2017 Rapport 1610

gemeentebestuur Aan de gemeenteraad datum 28 februari 2017 uw kenmerk betreft Afvalmonitor 2016

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum februari 2011

Advies: in te stemmen met bijgaande RIB en deze naar de raad te sturen

ABCOUDE ABCOUDE NIGTEVECHT NIGTEVECHT BAAMBRUGGE BAAMBRUGGE DE HOEF DE HOEF AMSTELHOEK AMSTELHOEK

SOESTDUINEN/DE BIRKT Soest SOESTERBERG Soesterberg POSTCODE 3440 Woerden

Notitie inzameling huishoudelijk afval 2010

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING

Afvalmonitor Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum februari 2012

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum 15 maart 2010

Provinciaal blad 2010, 73

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses Datum Mei 2013

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend

afvalinzameling Benchmarkanalyse Peiljaar 2012 Status: definitief 1,5 Grondstoffen Restafval

GEBOORTEREGISTERS ( ) Abcoude- Baambrugge

93% papier en karton 86% flessen /glas 85% gft (groente/fruit/tuinafval) klein chemisch afval / elektrische apparaten 68% 66% textiel / kleding 55%

Toelichting BenW-adviesnota

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Winkelfunctie met gesloten. Onderwijsfunctie. constructie. Celfunctie

Economische betekenis recreatie en toerisme monitor

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Woningmarktmonitor provincie Utrecht; de staat van de woningmarkt medio 2018

Quickscan Intergemeentelijke Samenwerking

Vergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Monitor Gemeente Amersfoort

Aanbod bedrijventerreinen

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Actualisatie cijfers plancapaciteit, koopen huurmarkt

Provinciaal blad 2013, 14

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Routeformulier college en raad

Informatieve raadsbijeenkomst

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 471 Zaaknummer:

in de Regio West-Brabant 6 juni 2017

Gemeente Brielle Afvalsorteeranalyses Verslag meting

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, maart 2019

Agentschap NL & VHT. Kwaliteit van textiel in het huishoudelijk restafval. O80_2010_AgentschapNl_01 Versie 3 12 aug Pag.

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Materieel slagkracht en specialismen. Materieel bedrijfsvoering. 1x TS 6 bedrijfsvoering in werkplaats. 1x TS bedrijfsvoering.

Sorteeranalyse 2016 Inhoudsopgave

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie

Memo. de leden van de gemeenteraad. het college. Datum: 5 mei scenario s het nieuwe inzamelen. Geachte leden van de raad,

Voorstel voor de Raad

AGENDAPUNT /10

Bezoek cultuurinstellingen

O_2011_AVRI_02. Avri. Regionale Sorteerresultaten Benchmark Inzamelpotentieel. Definitieve versie. November 2012 O_2012_AVRI_01

Stadsenquête Leiden 2001

Jaarrapportage. Afvalstoffenrapportage 2013 gemeente Brummen - INT

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners

in de Regio West-Brabant 26 juni 2015

Verbetering afvalscheiding in. Oegstgeest. Waar staan we nu, en hoe verder? Beeldvormende raad gemeente. Oegstgeest.

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses Gemiddelde driejaarlijkse samenstelling Datum mei 2017

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Enschede zonder afval

Transcriptie:

AVU (Afval Verwijdering Utrecht) Sorteeranalyses Huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht Najaar 2010 Eindversie, april 2011

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. UITGANGSPUNTEN BIJ HET ONDERZOEK... 4 2.1 Aantal analyses per gemeente... 4 2.2 Monstergrootte... 4 2.3 Sorteerindeling... 4 2.4 Nauwkeurigheid van sorteerresultaten... 5 2.5 Beoordeling van sorteerresultaten... 5 3. UITVOERING IN 2010... 6 3.1 Steekproefselectie en bemonsteren... 6 3.2 Monstergrootte... 6 3.3 Periode van uitvoering... 6 4. RESULTATEN... 7 4.1 Samenstelling provinciaal huishoudelijk restafval... 7 4.2 Invloed van woningtype op de samenstelling van restafval...10 4.3 Invloed van inzamelmiddel op de samenstelling van restafval...11 4.4 Invloed van stedelijkheidsklasse op de samenstelling van restafval...12 4.5 Sorteerresultaten per gemeente in 2010...14 5. SAMENVATTING...16 Bijlage 1. Sorteerresultaten per fractie...18 Bijlage 2. Sorteermonsters, data en kenmerken...29 Bijlage 3. Individuele sorteerresultaten per gemeente...31 2

1. INLEIDING Sinds 2002 wordt door de AVU (Afval Verwijdering Utrecht) jaarlijks de samenstelling van het huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht onderzocht. Bij aanvang is het onderzoek middels een aanbestedingsprocedure gegund aan Eureco bv voor de periode 2002-2008. In 2009 is het onderzoek opnieuw aanbesteed en gegund aan Eureco bv, voor de sorteerjaren 2009, 2010, 2011. De formele looptijd van het contract is van 27 augustus 2009 t/m 30 april 2012. AVU kan de opdracht tweemaal met een jaar verlengen. In deze tweede gunningsperiode is de opzet van het sorteeronderzoek in grote lijnen onveranderd gebleven, met dien verstande dat de manier waarop gegevens worden gepresenteerd en beoordeeld is gewijzigd. Ook de wijze van bemonsteren is meer in detail omschreven en in procedures vastgelegd. De opzet van de jaarrapportage is ongewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. De jaarrapportage beschrijft de uitvoeringsaspecten en de sorteerresultaten over het jaar 2010. Het onderzoek van AVU kenmerkt zich door een grootschalige aanpak. Jaarlijks worden op systematische wijze 57 sorteeranalyses uitgevoerd, verspreid over de gehele provincie Utrecht. Met deze aanpak worden de volgende resultaten verkregen: Inzicht in de samenstelling van het restafval in de gehele provincie, en de trendmatige ontwikkelingen hierin over een langere periode. Inzicht in de invloed van verschillende factoren op de samenstelling van het restafval. In deze rapportage wordt gekeken naar de invloed van laagbouw (grondgebonden, tuin) versus hoogbouw (niet-grondgebonden, geen tuin), de invloed van verschillende inzamelmiddelen (minicontainers, zakken, wijkcontainers en ondergrondse containers), en de invloed van verstedelijking. Inzicht in de samenstelling per gemeente en delen van gemeenten, en de trendmatige ontwikkelingen hierin over een aantal jaren. Ook het effect van de genomen beleidsmaatregelen wordt in deze analyses zichtbaar. In de jaarrapportage worden de uitvoeringsaspecten van dat jaar nader toegelicht. Verder wordt de gemiddelde samenstelling van het restafval op provinciaal niveau gepresenteerd, en wordt de samenstelling voor de volgende dwarsdoorsneden toegelicht: samenstelling naar woningtype, naar inzamelmiddel en naar stedelijkheidsklasse. Een nadere analyse van de sorteerresultaten wordt jaarlijks door AVU uitgevoerd, met als doel het opstellen van algemene en gemeentelijke adviezen ter ondersteuning van de optimalisatie van afvalscheiding. 3

2. UITGANGSPUNTEN BIJ HET ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten beschreven voor het sorteeronderzoek in de provincie Utrecht. De wijze van bemonsteren en sorteren is conform de voorwaarden in het bestek. 2.1 Aantal analyses per gemeente Het aantal sorteeranalyses dat per gemeente wordt uitgevoerd is afhankelijk van het inwoneraantal. Zie hieronder. GEMEENTEN Aantal sorteerproeven tot 20.000 inwoners 20.000 50.000 inw 50.000 100.000 inw 100.000 200.000 inw 200.000 + inwoners. 1 2 3 5 6 Uitzondering hierop is de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waar in elke kern een analyse is uitgevoerd. Hierdoor zijn 5 analyses genomen in plaats van 2. In 2010 zijn in totaal 57 analyses uitgevoerd. De monsters zijn zodanig genomen, dat alle analyses binnen één gemeente tezamen een goede afspiegeling vormen van de totale gemeente. En zodanig dat het totale aantal van 57 analyses een nauwkeurig beeld van de samenstelling van het restafval oplevert voor de gehele provincie. Met deze indeling kunnen op diverse niveaus doorsneden gemaakt worden, op basis waarvan algemene adviezen opgesteld kunnen worden ten aanzien van de afvalscheiding. 2.2 Monstergrootte In het bestek is aangegeven dat de monsters minimaal dienen te bestaan uit: 200 huisvuilzakken, 50 minicontainers (140 of 240 l), 10 verzamelcontainers bovengronds of 5 verzamelcontainers ondergronds. Hiermee wordt gekomen tot een monstergrootte van meer dan 750 kg, waaruit minimaal 750 kg wordt gesorteerd. 2.3 Sorteerindeling De steekproefmonsters worden gesorteerd op fracties waarvoor in Nederland een scheidingsplicht geldt, plus een aantal toegevoegde fracties (totaal 19 fracties): GFT (groente, fruit- en tuinafval), met het onderscheid keukenafval - tuinafval; Oud papier en karton, met het onderscheid verpakking niet verpakking; Kunststoffen, met het onderscheid verpakking niet verpakking; Verpakkingsglas; Textiel/schoeisel, met het onderscheid textiel schoeisel; Metaal, met het onderscheid ferro non ferro; Hout Steen (puin) Apparaten, met het onderscheid klein groot; Klein chemisch afval, met het onderscheid batterij overig kca; Zeeffractie (fractie kleiner dan 20 mm) Overig (n.e.g.) 4

2.4 Nauwkeurigheid van sorteerresultaten De nauwkeurigheid van sorteeranalyses wordt uitgedrukt in de reikwijdte tussen minimum en maximum gevonden waarde. De statistische maat hiervoor is spreiding of standaardafwijking, en deze geeft een indicatie voor het interval waarbinnen het resultaat zich met een bepaalde zekerheid zal bewegen. Er geldt: hoe kleiner de spreiding, hoe smaller het interval en hoe hoger de nauwkeurigheid van de resultaten. De spreiding bij sorteeranalyses wordt veroorzaakt door factoren als: Toevalligheden en variërende omstandigheden tijdens monsterneming. Structurele verschillen tussen gemeenten en in wijken. Denk hierbij aan verschillen in de mate van verstedelijking, inzamelmiddel, wel of geen minicontainer voor papier, wel of geen GFT-scheiding, en de bouwwijze. Methodiek en uitvoering van sorteeronderzoek (steekproefselectie, monstergrootte, kwaliteit van het sorteerproces). De variatie in het sorteeronderzoek is zo klein mogelijk gehouden, door jaarlijks op dezelfde wijze, in dezelfde periode en met hetzelfde personeel te sorteren. Toevalligheden in het afvalaanbod kunnen echter niet worden voorkomen; zo kan een sterk afwijkend scheidingsgedrag van één huishouden een verstorend effect hebben op de samenstelling van het totale monster. Kennis van de nauwkeurigheid van cijfers is belangrijk. Als gemeenten beleid baseren op sorteeranalyses, dan is het van belang dat zij kunnen uitgaan van voldoende nauwkeurige gegevens. In het algemeen is een éénmalige meting niet voldoende. Voldoende nauwkeurigheid verkrijgt men wel door uit te gaan van een tijdreeks, zoals die ook in het AVU-onderzoek wordt opgebouwd, of door het opnemen van meerdere herhalingen binnen één jaar. De spreiding in de uitkomsten geeft een indruk van de nauwkeurigheid. 2.5 Beoordeling van sorteerresultaten De sorteerresultaten binnen het AVU-onderzoek worden allen voorzien van een (indicatieve) beleidsmatige betekenis van de uitkomsten. Dit gebeurt door te vergelijken met de gemiddelde uitkomsten van de AVU-sorteeranalyses van dat jaar. Vanaf 2009 wordt een vergelijking gemaakt met alleen de analyseresultaten binnen het AVU-onderzoek van dat jaar, ongeacht de stedelijkheidsklasse. Per uitkomst wordt aangegeven binnen welke percentielklasse de uitkomst valt. Er worden 5 percentielklassen onderscheiden; zeer laag (0-20 percentiel), laag (20-40 percentiel), normaal (40-60 percentiel), hoog (60-80 percentiel), zeer hoog (80-100 percentiel). In de periode 2002-2008 werden de sorteerresultaten vergeleken met analyseresultaten binnen dezelfde stedelijkheidklasse van Eureco voor heel Nederland. 5

3. UITVOERING IN 2010 In het bestek is in detail omschreven in welke wijken, straten, inzamelmiddelen en op welke dagen de 57 monsters dienen te worden ingezameld. In 2010 is daar, in overleg met de opdrachtgever, een aantal keren van afgeweken. De uitgangspunten en wijzigingen ten aanzien van het bestek worden hieronder per onderwerp beschreven. 3.1 Steekproefselectie en bemonsteren Het oorspronkelijke bestek ten aanzien van steekproefselectie wordt jaarlijks door AVU geactualiseerd. Het hebben van de juiste informatie is van groot belang voor de planning, in verband met de inzet van de juiste voertuigen en het beschikbaar maken van deze voertuigen op de juiste dagen. In de steekproefselectie en bemonstering zijn in 2010 de volgende wijzigingen aangebracht ten opzicht van 2009: Structurele wijzigingen: Leusden clusterplaats is vervangen door Leusden Noord Bij 5 steekproefmonsters moest de verstrekte informatie alsnog worden aangepast: Amersfoort Nieuwland straatselectie volledig aangepast Maarssen kern inzameldag/week aangepast Maarsen, Maarsenbroek inzameldag/week aangepast Utrechtse Heuvelrug, Driebergen, inzamelweek aangepast Woudenberg straatselectie volledig aangepast Bij 3 steekproefmonsters traden problemen op tijdens de monsterneming: De Bilt Hoogbouw Vanwege markt konden niet alle opgegeven rolcontainers geleegd worden en was het monster kleiner dan 750 kg. Utrecht Overvecht voorheen werden rolcontainers door de huismeesters buiten gezet. Sinds echter 2010 niet meer, wat er toe heeft geleid dat deze rit opnieuw moest worden uitgevoerd. Amersfoort Cocons Door problemen met het inzamelvoertuig waren de rolcontainers al geleegd binnen de reguliere route op het moment dat de bemonstering kon aanvangen. 3.2 Monstergrootte In 2010 is in totaal 84.801 kg restafval geleverd. Dit is 1.488 kilo per steekproefmonster. Hieruit is 44.758 kilo gesorteerd; gemiddeld 785 kilo per analyse. Eén monster was kleiner dan de beoogde 750 kilo (De Bilt hoogbouw, zie 3.1). 3.3 Periode van uitvoering In het bestek is de volgende planning opgenomen: geactualiseerde draaiboeken worden steeds voor 1 juli aangeleverd door AVU, de conceptplanning is gereed voor 1 september en de feitelijke uitvoering van de sorteeranalyses vindt plaats binnen de periode 01 september 22 december. Doordat meerdere draaiboeken in een laat stadium alsnog moesten worden gewijzigd, moesten 4 monsters doorgeschoven worden naar januari 2011 (Amersfoort Nieuwland en - Cocons, Maarssen Kern en - Maarssenbroek). 6

4. RESULTATEN In dit hoofdstuk worden de sorteerresultaten provinciebreed weergegeven. De resultaten voor uw gemeente zijn achter in deze rapportage los opgenomen. Een vergelijkend overzicht van de sorteerresultaten in alle 57 analyses is opgenomen als bijlage 1 (vergelijking per fractie). In dit hoofdstuk is eerst de provinciebrede samenstelling van het restafval weergegeven. De samenstelling van het huishoudelijk restafval wordt beïnvloed door een aantal factoren. De belangrijkste zijn: gemeentelijk beleid o inzamelmiddel voor restafval o serviceniveau voor bronscheiding (papier, glas, gft, etc) o tariefstelling / diftar (tariefdifferentiatie) woningtype (bebouwing) stedelijkheidsklasse attitude en mentaliteit (menstype) In de paragrafen 4.2, 4.3 en 4.4 wordt de invloed van drie factoren, namelijk woningtype, inzamelmiddel en stedelijkheidsklasse, op de samenstelling van het restafval inzichtelijk gemaakt. In paragraaf 4.5 wordt een toelichting gegeven op de sorteerresultaten per gemeente. De gemeentelijke resultaten treft u aan achter in dit rapport, als insteekrapport. 4.1 Samenstelling provinciaal huishoudelijk restafval Op basis van de 57 sorteeranalyses die in de provincie Utrecht zijn uitgevoerd is de gemiddelde samenstelling voor 2010 berekend. De samenstelling wordt op de volgende pagina s gepresenteerd en vergeleken met voorgaande jaren. Uit figuur 1 is af te leiden dat over een periode van acht jaar het totaal van het aandeel te scheiden fracties nauwelijks is gestegen (onderste rij). Er zijn geen aanwijzingen die duiden op een structurele verbetering of verslechtering van afvalscheiding in de provincie Utrecht. Uitspraken op gemeentelijk niveau vallen buiten het doel van deze rapportage. Dergelijke uitspraken worden bij voorkeur gebaseerd op de absolute hoeveelheden die nog in het restafval worden aangetroffen. Een omrekening van sorteerpercentages naar kilogram per inwoner wordt jaarlijks opgenomen in de jaarrekening van AVU. We merken op dat sinds 2010 ook op kunststofverpakkingen een scheidingsplicht rust. Dit verklaard de toename van Fracties met een scheidingsplicht in figuur 1. 7

GFT (incl tuinafval) Figuur 1. Provinciaal gemiddelde samenstelling restafval 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 22% 24% 24% 24% 22% 24% 22% 20% 22% Oud papier/ karton 14% 16% 16% 16% 16% 16% 16% 15% 16% Kunststof totaal Nb 17% 17% 17% 18% 18% 22% 27% 21% (verpakking) (23%) (16%) Verpakkingsglas 3% 4% 4% 4% 5% 5% 5% 4% 5% Textiel (excl schoeisel) 3% 3% 3% 3% 4% 3% 4% 3% 4% Apparaten 0% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% KCA 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0,1% 0,0% 0,1% Hout Nb 2% 2% 3% 2% 2% 2% 2% 3% Steen Nb 3% 3% 2% 3% 2% 2% 2% 2% Metalen Nb 4% 3% 4% 4% 4% 4% 3% 4% Fractie 0-20 mm 8% 8% 9% 7% 8% 8% 7% 6% 7% Overigen n.e.g. 50% 18% 18% 19% 16% 17% 15% 17% 17% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 43% 48% 48% 48% 49% 49% 48% 43% 65% (44%+21%kunststof Fracties met scheidingsplicht (gft t/m kca) De sorteerpercentages per fractie van de 57 individuele analyses zijn opgenomen in bijlage 1. Per fractie is een overzicht opgenomen, waarin de waarden gerangschikt zijn van laag naar hoog, met vermelding van gemeentenaam en kenmerk. Naast inzicht in de eigen prestaties per gemeente, geven deze grafieken ook inzicht in de spreiding van resultaten binnen de provincie. Percentage in restafval 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Figuur 2. Ontwikkeling in tijd van de 4 belangrijkste fracties in het restafval (2003-2010) 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Meest opvallend in figuur 2, het provinciale gemiddelde, is de piek in 2009 voor kunststof en de dip voor gft. Beide waarden blijken een eenmalig gegeven te zijn geweest. Tegen de verwachting in is de lange termijn trend voor kunststof ook in 2010 stijgend. Voor 2010 werd een lager percentage kunststof verwacht als gevolg van de invoering van de scheidingsplicht voor kunststofverpakkingen. GFT Papier Kunststof Glas 8

In figuur 3 is de gemiddelde samenstelling van het restafval in 2010 grafisch weergegeven. Figuur 3. Gemiddelde samenstelling huishoudelijk restafval, provincie Utrecht 2010 Textiel /schoeisel; 4% Apparaten; 1% Hout; 3% Steen; 2% KCA; 0% overig rest; 29% Metaal; 4% Glas.verpakking; 5% Kunst.verpakking ; 16% Oudpapier; 16% GFT; 22% Het is belangrijk zich te realiseren dat de samenstelling in percentages niet de enige graadmeter mag zijn. Voor een juist beeld is ook de absolute hoeveelheid restafval en het omliggende inzamelbeleid van belang. Alleen in samenhang met die kennis kunnen zinvolle uitspraken worden gedaan over het scheidingsgedrag, de succes- en faalfactoren van afvalscheiding en trends en ontwikkelingen in afvalscheiding. 9

4.2 Invloed van woningtype op de samenstelling van restafval In het onderzoeksgebied komen verschillende bebouwingstypen voor, zoals laagbouw (variërend van ruim opgezette tot compacte bouw), stapelbouw (waaronder middenhoogbouw, boven-benedenwoningen en portiekwoningen), hoogbouw (galerijflats en appartementcomplexen) en gemengde bouw (zoals de stadscentra). We gaan voor elk monster uit van de typering volgens de door AVU verstrekte gegevens. Voor deze rapportage zijn de analyses ingedeeld in laagbouw en hoogbouw, waarbij onder hoogbouw ook valt: stapelbouw en gemengde bouw. In deze woningtypen komen zowel wijken voor met GFT-scheiding en zonder GFT-scheiding. In 2010 wordt voor de laagbouw een zichtbaar lager aandeel papier/karton in het restafval aangetroffen dan in de hoogbouw. Ook het percentage GFT is iets lager in de laagbouw, maar het percentage kunststof is juist hoger in vergelijking tot de hoogbouw (figuur 4). De bevindingen zijn gebaseerd op 11 monsters afkomstig van de hoogbouw en 46 monsters afkomstig uit de laagbouw. (Bijlage 2: sorteermonsters, data en kenmerken). In 2009 zijn vergelijkbare verschillen gevonden. Figuur 4. Samenstelling restafval per woningtype; laagbouw en (midden)hoogbouw Overig rest 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 23% 24% 5% 4% 18% 22% 21% 15% 24% 22% hoogbouw (n=11) laagbouw (n=46) KCA Steen/puin Hout Apparaten Metaal Textiel incl schoeisel Glas Kunststof Papier en karton GFT 10

4.3 Invloed van inzamelmiddel op de samenstelling van restafval De resultaten zijn ingedeeld naar type inzamelmiddel, en per inzamelmiddel is de gemiddelde samenstelling van het restafval bepaald (figuur 5). We onderscheiden de volgende 4 inzamelmiddelen: 1. minicontainers (40 metingen), 2. huisvuilzakken (5 metingen), 3. wijkcontainers bovengronds (6 metingen) 4. wijkcontainers ondergronds (6 metingen). Bij deze indeling plaatsen we de volgende opmerkingen: alleen de groepen minicontainers en bovengrondse wijkcontainers zijn relatief homogene groepen zijn: de eerste betreft uitsluitend laagbouwwoningen (doorgaans met tuin), de tweede groep betreft middenhoogbouw & hoogbouwwoningen (doorgaans geen tot weinig tuin). De groep huisvuilzakken is relatief heterogeen en bestaat uit 3 metingen in kleinere gemeenten en 2 metingen in zeer sterk stedelijk gebied, waarvan 1x laagbouw en 1x hoogbouw. Ook de groep ondergrondse wijkcontainers is heterogeen en bestaat uit zowel OC s bij laagbouwwoningen (2x) als uit OC s bij de hoogbouw en middenhoogbouw (4x). De classificaties laagbouw middenhoogbouw hoogbouw zijn overgenomen uit de omschrijvingen en geactualiseerde draaiboeken die zijn opgenomen in het bestek. De voornaamste verschillen tussen de 4 inzamelmiddelen zijn de volgende: Het percentage GFT is het hoogst bij de zakkeninzameling en OC s. Het percentage papier/ karton is het laagst bij zakkeninzameling en het hoogst bij de bovengrondse wijkcontainers. Het percentage kunststof is het hoogst bij minicontainers en huisvuilzakken Het percentage verpakkingsglas is overal nagenoeg gelijk. Huisvuilzakken bevatten procentueel gezien het meeste textiel. In 2009 zijn dezelfde verschillen gevonden. 11

Figuur 5. Samenstelling van restafval per inzamelmiddel 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 25% 25% 24% 20% 5% 5% 4% 4% 17% 17% 21% 22% 11% 20% 25% 14% 27% 21% 25% 22% Overig rest KCA Steen/puin Hout Apparaten Metaal Textiel incl. schoeisel Glas Kunststof Papier en karton GFT 4.4 Invloed van stedelijkheidsklasse op de samenstelling van restafval Alle gemeenten zijn volgens een CBS-systematiek ingedeeld in een bepaalde stedelijkheidsklasse. De klasse 1 staat voor zeer sterk stedelijk gebied, klasse 5 staat voor een niet verstedelijkt gebied ofwel plattelandsgemeenten. De stedelijkheidsklasse per gemeente is vermeld in bijlage 2. Vervolgens is per klasse het gemiddelde sorteerresultaat bepaald en zijn de klassen onderling vergeleken. Uit de resultaten blijkt het volgende (figuur 6): Het percentage GFT in restafval is voor vrijwel alle klassen gelijk. Alleen klasse 3 heeft een iets hoger percentage. Het aandeel oud papier / karton in restafval neemt toe naarmate een gemeente meer verstedelijkt is. Het percentage kunststof in restafval is het laagst in de meest verstedelijkte gemeente (Utrecht). In de minst verstedelijkte gemeenten is het percentage kunststof het hoogst. Het percentage verpakkingsglas is in vrijwel alle stedelijkheidsklassen gelijk. Behalve voor gft-afval komen deze conclusies overeen met die in 2009. 12

Figuur 6. Samenstelling restafval per stedelijkheidsklasse 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 24% 26% 23% 25% 24% 4% 17% 21% 22% 21% 24% 21% 21% klasse 1 (n=6) 5% 20% 17% 16% klasse 2 (n=10) 5% 21% klasse 3 (n=22) 4% 4% 22% 23% 13% 13% klasse 4 (n=15) klasse 5 (n=4) Overig rest KCA Steen/puin Hout Apparaten Metaal Textiel incl schoeisel Glas Kunststof Papier en karton GFT Van de 29 AVU-gemeenten valt 1 gemeente in klasse 1 (6 metingen), 5 gemeenten vallen in klasse 2 (in totaal 10 metingen verricht), 7 gemeenten in klasse 3 (22 metingen), 13 gemeenten in klasse 4 (15 metingen) en 3 gemeenten in klasse 5 (4 metingen). 13

4.5 Sorteerresultaten per gemeente in 2010 In deze paragraaf wordt aangegeven hoe de gemeentelijke sorteerresultaten geïnterpreteerd en ingezet kunnen worden. De sorteerresultaten voor uw gemeente vindt u achterin in deze rapportage als losse bijlage (bijlage 3). Toelichting op de samenstelling van het restafval in een gemeente Achterin dit rapport vindt u als losse bijlage 3 één of meer overzichten. Het betreft de sorteerresultaten per analyse in uw gemeente. De resultaten geven de volgende informatie: Samenstelling van het restafval, uitgedrukt in procenten Beoordeling van de resultaten, aan de hand van een vergelijking met de uitkomsten in andere gemeenten. Toelichting op de gesorteerde fracties en eventuele bijzonderheden bij hetgeen we hebben aangetroffen. Deze toelichting ondersteunt een juiste interpretatie van de sorteerresultaten. Voor gemeenten met meer dan één sorteeranalyses is de gemiddelde afvalsamenstelling in de Jaarrekening van AVU berekend als het rekenkundige gemiddelde van de afzonderlijke analyses. Er is gekozen voor een rekenkundig gemiddelde omdat wegingsfactoren niet of niet nauwkeurig aanwezig zijn. Formeel, conform de Handreiking Sorteeranalyses (AOO 03-15) zou uitgegaan moeten worden van het gewogen gemiddelde, met het aantal aansluitingen per onderzoeksgebied als weegfactor. Toelichting op de absolute samenstelling van restafval Net zo belangrijk als de procentuele samenstelling, is de samenstelling in absolute cijfers, uitgedrukt in ton per jaar (ton/jr), kilo per woonaansluiting (kg/aansl) of kilo per inwoner (kg/inw). Hiermee wordt namelijk ook het effect van de totale hoeveelheid restafval op jaarbasis meegenomen. Immers: een gemeente met relatief weinig restafval per jaar - maar met een hoog percentage papier hierin - zou wel eens betere scheidingsresultaten kunnen hebben voor papier, dan een gemeente waar veel restafval wordt aangeboden. Onderstaand wordt dit met een voorbeeld duidelijk gemaakt. Voorbeeld Papier/karton in restafval (percentage) Papier/karton in restafval; kilogram per inwoner Beoordeling scheidingsgedrag: Laag aanbod restafval: 100 kg/inw Hoog: 20% in restafval Hoog aanbod restafval: 300 kg/inw Laag: 10% in restafval 20 kg/inw/jaar in restafval 30 kg/inw/jaar in restafval Hoog percentage OPK, maar weinig kilogrammen per inwoner: GOED Laag percentage OPK, maar veel kilogrammen per inwoner: NIET GOED. De absolute hoeveelheid van een component (ton/jaar) wordt berekend door de totale hoeveelheid restafval uit de betreffende wijk of gemeente te vermenigvuldigen met het sorteerpercentage (per component). Wanneer dit cijfer (ton/jaar) wordt gedeeld door het aantal inwoners per onderzoeksgebied, resulteert dit in de hoeveelheid van de afvalcomponent per inwoner (kg/inw). 14

Toelichting op de landelijke afvalscheidingsdoelstellingen In het vorige Landelijk Afvalbeheerplan (LAP 2002-2012) waren ten aanzien het huishoudelijk afval, waarvoor gemeenten de zorgplicht hebben, scheidingsdoelstellingen per fractie opgenomen, de zogenaamde responsdoelstelling (%). De doelstellingen zijn in het Afval Overleg Orgaan verder uitgewerkt naar richtlijnen voor de gescheiden in te zamelen hoeveelheden. De richtlijnen waren verschillend per stedelijkheidklasse. Deze doelstellingen zijn in het nieuwe LAP2 vervallen. Gemeenten worden in het nieuwe LAP2 aangespoord om een algemeen scheidingspercentage van 60% te realiseren. Het verder uitwerken daarvan wordt overgelaten aan de gemeenten. Om toch een referentiekader te hebben voor het beoordelen van de inzamelresultaten voor de fracties GFT, papier/karton etcetera, stelt AVU voor de oude doelstellingen en richtlijnen nog te gebruiken. Die waren immers ook gericht op het realiseren van een landelijk scheidingspercentage van 60%. Deze oude doelstellingen zijn voor AVUgemeenten vertaald naar aanvaardbare niveaus per fractie welke zijn uitgedrukt in kg/inwoner-in-restafval. Het geeft per fractie de hoeveelheid aan, die redelijkerwijs nog in het restafval mag voorkomen. Aanvaardbare niveaus, ontwikkeld voor AVU In opdracht van de AVU zijn voor de provincie Utrecht aanvaardbare niveaus ontwikkeld, voor de verschillende fracties in het huishoudelijk restafval. Deze aanvaarbare niveaus zijn opgesteld op basis van de landelijke doelstellingen die in het vorige LAP werden aangehouden, en de reële hoeveelheid restafval (kg/inw) die in de provincie Utrecht wordt aangeboden. De aanvaardbare niveaus zijn opgesteld door Rense Milieu Advies en zijn een maat voor de hoeveelheid per fractie (kg/inw), die nog in het restafval mag worden aangetroffen. 15

5. SAMENVATTING Algemeen In opdracht van de AVU wordt in het jaar 2009, 2010 en 2011 de samenstelling van het huishoudelijk restafval in alle gemeenten binnen de provincie Utrecht geanalyseerd. Jaarlijks worden 57 steekproefmonsters restafval geanalyseerd op hun samenstelling. De monsters worden verspreid over de gehele provincie genomen, met een of meerdere monsternemingen per gemeente. Het aantal analyses per gemeente is afhankelijk van het inwoneraantal. De monsterneming is zodanig opgezet, dat de analyses per gemeente een goede afspiegeling vormen voor de gemeente in totaal. Resultaten 2010 Het percentage GFT in restafval laat de laatste jaren een wisselend beeld zien, maar over het algemeen is de trend sinds 2005 dalend. De percentages oud papier en verpakkingsglas zijn stabiel. Kunststof laat sinds 2007 een sterk stijgende trend zien. De verwachte lange termijn trendbreuk na de invoering van kunststofinzameling in alle Utrechtse gemeenten is in 2010 nog uitgebleven (figuur 2). Figuur 2. Ontwikkeling in tijd van de 4 belangrijkste fracties in het restafval (2003-2010) Percentage in restafval 30% 20% 10% 0% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 GFT Papier Kunststof Glas De gemiddelde samenstelling van restafval in 2010 is weergegeven in figuur 3. In theorie komt hiervan nog 65% in aanmerking voor scheiding en recycling binnen de huidige inzamelsystemen. Figuur 3. Gemiddelde samenstelling huishoudelijk restafval, provincie Utrecht 2010 Hout; 3% Steen; 2% KCA; 0% Apparaten; 1% overig rest; 29% Metaal; 4% Textiel /schoeisel; 4% Glas.verpakking; 5% Kunst.verpakking ; 16% Oudpapier; 16% GFT; 22% 16

Dwarsdoorsneden Provinciebreed zijn drie dwarsdoorsneden gemaakt, om bepaalde aspecten van de afvalscheiding nader te onderzoeken. De eerste doorsnede is die naar type bebouwing. We onderscheiden hoogbouw en laagbouw. De resultaten geven een indicatie dat de afvalscheiding in de laagbouw beter verloopt dan in de (midden)hoogbouw. Definitieve uitspraken kunnen worden gedaan als de hoeveelheid restafval in de hoogbouw en laagbouw erbij worden betrokken (kg/inw). Tot op heden heeft de laagbouw de meeste aandacht gehad. De (midden)hoogbouw vraagt blijkbaar om een geheel eigen aanpak om afvalscheiding te stimuleren. De tweede dwarsdoorsnede is die naar inzamelmiddel. We onderscheiden 4 inzamelmiddelen in provincie Utrecht, waarvan 2 groepen met redelijk homogene wijkkenmerken, en 2 groepen met heterogene wijkkenmerken. Ook in deze dwarsdoorsnede is de hoeveelheid restafval die wordt aangeboden niet meegenomen. Het is bekend dat deze sterk kan verschillen per inzamelmiddel. Huisvuilzakken (laagbouw en middenhoogbouw): het restafval bevat een relatief hoog percentage GFT en kunststof, weinig papier. Minicontainers (laagbouw): de percentages GFT en papier zijn relatief laag, het percentage kunststof is relatief hoog. Ondergrondse wijkcontainers (laagbouw en (midden)hoogbouw): de percentages gft, papier en glas zijn hoog, het percentage kunststoffen laag. Bovengrondse wijkcontainers (midden- & hoogbouw): het percentage papier en glas is hoog, het percentage kunststoffen laag. De derde doorsnede is die naar stedelijkheidsklasse. In het algemeen kunnen we stellen dat verstedelijking een negatief effect heeft op afvalscheiding: de ruimte in en om het huis om afvalscheiding te realiseren vormt in toenemende mate een beperking. 17

Bijlage 1. Sorteerresultaten per fractie In deze bijlage is per afvalfractie een grafiek opgenomen, waarin alle 57 sorteerresultaten zijn opgenomen, geordend van laag naar hoog onder vermelding van gemeente en kenmerk. Uiterst rechts in de tabel treft u het provinciaal gemiddelde aan. - In de grafiek voor het percentage GFT in restafval is tevens het percentage van tuinafval aangegeven met donkergroen. Het betreft het percentage ten opzichte van het totale restafval, en dus niet ten opzichte van het GFT. GFT (lichtgroen) betreft het totaal van tuinafval en overig GFT. - In de grafiek voor het percentage papier/karton in restafval is tevens het percentage verpakkingen aangegeven met donkerblauw. Het betreft het percentage verpakkingen ten opzichte van het totale restafval, en dus niet ten opzichte van het herbruikbaar papier/karton. - In de grafiek voor het percentage kunststof in restafval is tevens het percentage verpakkingen aangegeven met donkeroranje. Het betreft het percentage verpakkingen ten opzichte van het totale restafval, en dus niet ten opzichte van de totale kunststof fractie. 18

Percentage GFT (incl tuinafval) in restafval tuinafval in gft Gft totaal 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% gemiddeld Leersum Leusden Zuid De Bilt midden/hoogbouw Utrecht Staatlieden en tuindorp Amerongen Woerden hoogbouw Veenendaal hoogbouw Houten laagbouw De Gaarden Ijsselstein Zuid Baarn wijk 8 Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Soest hoogbouw OC Ijsselstein midden/hoogbouw Woerden laagbouw Wijk bij Duurstede -Wijk Houten Ondergrondse Containers Abcoude Utrecht Transwijk Nieuwegein Galecop Amersfoort Nieuwland Zeist Bosch en Duin Oudewater Utrecht Kanaleneiland Vianen Zeist midden/hoogbouw Maarn Loenen De Bilt laagbouw Nieuwegein Vreeswijk Veenendaal Petenbos Leusden Noord Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Maarssen kern Maarssen Nieuwegein midden/hoogbouw Woudenberg Rhenen Bunschoten Lopik Amersfoort Binnenstad Montfoort Amersfoort Cocons Baarn wijk 4 Renswoude Amersfoort Soesterkwartier Maarssen Maarssenbroek Bunnik Veenendaal Franse Gat Soest laagbouw Overhees Zuid Doorn Driebergen Zeist Verzetswijk De Ronde Venen buitengebied Utrecht Overvecht Utrecht Leidse Rijn Terwijde Eemnes De Ronde Venen binnengebied Breukelen

Percentage papier (OPK) in restafval verpakking Papier en karton totaal 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% gemiddeld Zeist midden/hoogbouw Amersfoort Binnenstad Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Overvecht Nieuwegein midden/hoogbouw De Bilt midden/hoogbouw Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Houten Ondergrondse Containers Nieuwegein Vreeswijk De Ronde Venen binnengebied Ijsselstein Zuid Utrecht Transwijk Maarssen Maarssenbroek Eemnes Abcoude Baarn wijk 4 Amersfoort Cocons Ijsselstein midden/hoogbouw Woerden hoogbouw Maarssen kern Maarssen Rhenen Breukelen Wijk bij Duurstede -Wijk Lopik Baarn wijk 8 De Bilt laagbouw Utrecht Kanaleneiland Zeist Verzetswijk Vianen Zeist Bosch en Duin Loenen Montfoort Veenendaal Petenbos Nieuwegein Galecop Veenendaal hoogbouw Renswoude Oudewater Soest hoogbouw OC Soest laagbouw Overhees Zuid De Ronde Venen buitengebied Woerden laagbouw Bunschoten Amersfoort Soesterkwartier Woudenberg Leusden Noord Houten laagbouw De Gaarden Veenendaal Franse Gat Utrecht Staatlieden en tuindorp Amerongen Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Driebergen Maarn Doorn Bunnik Amersfoort Nieuwland Leusden Zuid Leersum 20

35% Percentage kunststof in restafval verpakking Kunststof totaal 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% gemiddeld Zeist Bosch en Duin Driebergen Doorn Maarn Bunschoten Woudenberg Maarssen Maarssenbroek Amersfoort Soesterkwartier De Bilt laagbouw De Ronde Venen buitengebied Leusden Noord Veenendaal Petenbos Amersfoort Nieuwland Breukelen Soest hoogbouw OC Lopik Soest laagbouw Overhees Zuid Houten laagbouw De Gaarden De Ronde Venen binnengebied Abcoude Leusden Zuid Vianen Utrecht Kanaleneiland Zeist Verzetswijk Veenendaal Franse Gat Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Bunnik Woerden laagbouw Nieuwegein Vreeswijk Maarssen kern Maarssen Amersfoort Cocons Loenen Ijsselstein midden/hoogbouw Baarn wijk 8 Amerongen Leersum Rhenen Renswoude Nieuwegein midden/hoogbouw Eemnes Montfoort Ijsselstein Zuid Baarn wijk 4 Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Staatlieden en tuindorp Oudewater Veenendaal hoogbouw Nieuwegein Galecop Wijk bij Duurstede -Wijk Woerden hoogbouw Utrecht Transwijk Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide De Bilt midden/hoogbouw Zeist midden/hoogbouw Utrecht Overvecht Amersfoort Binnenstad Houten Ondergrondse Containers 21

Percentage glas (glasbak) in restafval 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% gemiddeld Loenen Maarssen Maarssenbroek Amersfoort Soesterkwartier Amersfoort Cocons Breukelen Montfoort Baarn wijk 4 Veenendaal Franse Gat Nieuwegein Vreeswijk Zeist midden/hoogbouw Wijk bij Duurstede -Wijk Utrecht Transwijk Soest hoogbouw OC Nieuwegein midden/hoogbouw De Bilt midden/hoogbouw De Bilt laagbouw Baarn wijk 8 Woerden hoogbouw De Ronde Venen binnengebied Bunschoten Veenendaal Petenbos Soest laagbouw Overhees Zuid Vianen Maarssen kern Maarssen Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Houten Ondergrondse Containers Renswoude Rhenen Leusden Noord Amersfoort Nieuwland Woudenberg Veenendaal hoogbouw Amersfoort Binnenstad Amerongen Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Staatlieden en tuindorp Houten laagbouw De Gaarden Ijsselstein Zuid Utrecht Overvecht Oudewater Ijsselstein midden/hoogbouw Eemnes Driebergen Nieuwegein Galecop De Ronde Venen buitengebied Zeist Bosch en Duin Woerden laagbouw Utrecht Kanaleneiland Lopik Leersum Doorn Zeist Verzetswijk Leusden Zuid Maarn Bunnik Abcoude 22

Percentage textiel (incl. schoeisel) in restafval 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% gemiddeld Houten Ondergrondse Containers Zeist Verzetswijk Renswoude Montfoort Baarn wijk 4 Soest laagbouw Overhees Zuid Utrecht Kanaleneiland Utrecht Staatlieden en tuindorp Maarn Loenen Amersfoort Cocons Bunschoten Leusden Noord Driebergen Vianen Houten laagbouw De Gaarden Nieuwegein Galecop Breukelen Doorn De Ronde Venen binnengebied Rhenen Leusden Zuid Nieuwegein Vreeswijk Eemnes Soest hoogbouw OC Maarssen Maarssenbroek Ijsselstein midden/hoogbouw Woudenberg Wijk bij Duurstede -Wijk Veenendaal hoogbouw Oudewater Amersfoort Soesterkwartier Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Maarssen kern Maarssen Nieuwegein midden/hoogbouw Leersum De Ronde Venen buitengebied Amersfoort Nieuwland Amersfoort Binnenstad Amerongen Abcoude Woerden laagbouw Utrecht Overvecht Lopik Baarn wijk 8 Ijsselstein Zuid Bunnik Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Zeist Bosch en Duin Zeist midden/hoogbouw Veenendaal Petenbos Woerden hoogbouw De Bilt laagbouw Veenendaal Franse Gat De Bilt midden/hoogbouw Utrecht Transwijk 23

Percentage metalen in restafval 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% gemiddeld Nieuwegein Galecop Vianen Renswoude Wijk bij Duurstede -Wijk Rhenen Zeist midden/hoogbouw Leusden Noord Ijsselstein midden/hoogbouw De Ronde Venen buitengebied Driebergen Bunschoten Maarssen kern Maarssen Soest laagbouw Overhees Zuid Doorn Woerden laagbouw Nieuwegein midden/hoogbouw Baarn wijk 8 De Bilt laagbouw Amersfoort Soesterkwartier Veenendaal Franse Gat Houten laagbouw De Gaarden Zeist Bosch en Duin Maarssen Maarssenbroek De Ronde Venen binnengebied Utrecht Staatlieden en tuindorp Oudewater Lopik Baarn wijk 4 Nieuwegein Vreeswijk Amersfoort Cocons Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Loenen Utrecht Transwijk Soest hoogbouw OC Breukelen Woerden hoogbouw Woudenberg Maarn Ijsselstein Zuid De Bilt midden/hoogbouw Amersfoort Binnenstad Zeist Verzetswijk Houten Ondergrondse Containers Utrecht Kanaleneiland Veenendaal Petenbos Abcoude Utrecht Overvecht Bunnik Amerongen Leersum Montfoort Eemnes Veenendaal hoogbouw Leusden Zuid Amersfoort Nieuwland Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide 24

Percentage apparaten in restafval 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% gemiddeld Maarssen kern Maarssen Driebergen Baarn wijk 8 De Ronde Venen buitengebied Eemnes Amerongen Loenen Soest hoogbouw OC Bunschoten Leersum Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Vianen Nieuwegein Galecop Montfoort Maarssen Maarssenbroek Veenendaal Franse Gat Renswoude Doorn Rhenen Breukelen Zeist Bosch en Duin Maarn De Ronde Venen binnengebied Zeist midden/hoogbouw Soest laagbouw Overhees Zuid Lopik Amersfoort Cocons Amersfoort Binnenstad Veenendaal hoogbouw Ijsselstein Zuid Ijsselstein midden/hoogbouw Houten Ondergrondse Containers Amersfoort Soesterkwartier Woudenberg Woerden laagbouw Wijk bij Duurstede -Wijk Leusden Noord De Bilt laagbouw Bunnik Utrecht Staatlieden en tuindorp Utrecht Overvecht Utrecht Kanaleneiland Houten laagbouw De Gaarden Baarn wijk 4 Amersfoort Nieuwland Zeist Verzetswijk Woerden hoogbouw Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Oudewater Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Transwijk Nieuwegein Vreeswijk Leusden Zuid De Bilt midden/hoogbouw Abcoude Veenendaal Petenbos Nieuwegein midden/hoogbouw 25

Percentage hout in restafval 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% gemiddeld Oudewater De Ronde Venen buitengebied Breukelen Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Rhenen Amersfoort Cocons Baarn wijk 4 Zeist Verzetswijk Loenen Utrecht Overvecht Soest laagbouw Overhees Zuid Amersfoort Binnenstad Leersum Maarn Driebergen Utrecht Transwijk Lopik Doorn Veenendaal Franse Gat Utrecht Staatlieden en tuindorp Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Amerongen Nieuwegein Galecop Soest hoogbouw OC Renswoude Baarn wijk 8 Utrecht Leidse Rijn Terwijde De Ronde Venen binnengebied Wijk bij Duurstede -Wijk Ijsselstein Zuid De Bilt laagbouw Woerden laagbouw Maarssen Maarssenbroek Ijsselstein midden/hoogbouw Woudenberg Leusden Zuid Eemnes Zeist Bosch en Duin Vianen Montfoort Zeist midden/hoogbouw Abcoude Nieuwegein midden/hoogbouw Leusden Noord Houten laagbouw De Gaarden Bunschoten Utrecht Kanaleneiland Veenendaal Petenbos De Bilt midden/hoogbouw Amersfoort Soesterkwartier Amersfoort Nieuwland Houten Ondergrondse Containers Bunnik Woerden hoogbouw Nieuwegein Vreeswijk Maarssen kern Maarssen Veenendaal hoogbouw 26

Percentage steen(achtig) materiaal in restafval 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% gemiddeld Veenendaal Petenbos De Ronde Venen binnengebied De Ronde Venen buitengebied Utrecht Leidse Rijn Terwijde Utrecht Staatlieden en tuindorp De Bilt midden/hoogbouw Renswoude Maarn Amerongen Oudewater Wijk bij Duurstede -Wijk Zeist Verzetswijk Soest laagbouw Overhees Zuid Lopik Eemnes Woudenberg Driebergen Amersfoort Binnenstad Woerden laagbouw Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Utrecht Transwijk Leusden Noord Baarn wijk 4 Leersum Loenen Ijsselstein Zuid Houten laagbouw De Gaarden Doorn Bunschoten Bunnik Soest hoogbouw OC Maarssen Maarssenbroek Baarn wijk 8 Amersfoort Soesterkwartier Zeist midden/hoogbouw Veenendaal Franse Gat Rhenen Montfoort Veenendaal hoogbouw Abcoude Nieuwegein Vreeswijk Amersfoort Nieuwland Amersfoort Cocons Utrecht Kanaleneiland Nieuwegein Galecop Zeist Bosch en Duin Vianen Utrecht Overvecht De Bilt laagbouw Breukelen Leusden Zuid Ijsselstein midden/hoogbouw Woerden hoogbouw Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Nieuwegein midden/hoogbouw Maarssen kern Maarssen Houten Ondergrondse Containers 27

Percentage KCA in restafval 1,6% 1,4% 1,2% 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% gemiddeld Woudenberg Montfoort Zeist Verzetswijk Rhenen Vianen Driebergen Nieuwegein Galecop Eemnes De Bilt laagbouw Zeist Bosch en Duin Utrecht Transwijk Veenendaal Petenbos Oudewater Leusden Noord Ijsselstein midden/hoogbouw Amersfoort Soesterkwartier Veenendaal hoogbouw Loenen Houten Ondergrondse Containers Bunnik Utrecht Overvecht Leusden Zuid Breukelen Amerongen Zeist midden/hoogbouw Wijk bij Duurstede -Wijk Veenendaal Franse Gat Utrecht Kanaleneiland Soest hoogbouw OC De Ronde Venen buitengebied Baarn wijk 8 Amersfoort Nieuwland Woerden hoogbouw Wijk bij Duurstede, Cothen & Langbroek Utrecht Vleuten-De Meern Vleuterweide Utrecht Staatlieden en tuindorp Nieuwegein midden/hoogbouw Maarssen Maarssenbroek Lopik Leersum Doorn De Bilt midden/hoogbouw Bunschoten Baarn wijk 4 Amersfoort Cocons Amersfoort Binnenstad Woerden laagbouw Utrecht Leidse Rijn Terwijde Soest laagbouw Overhees Zuid Nieuwegein Vreeswijk Maarssen kern Maarssen Maarn Ijsselstein Zuid De Ronde Venen binnengebied Abcoude Renswoude Houten laagbouw De Gaarden 28

Bijlage 2. Sorteermonsters, data en kenmerken Opgegeven kenmerken zijn overgenomen uit de geactualiseerde besteksgegevens. Stedelijkheidsklasse Gemeente / kenmerk Inzamelmiddel Bouwtype Uitvoering 2010 4 Abcoude minicontainer laagbouw 30-11-10 2 Amersfoort Binnenstad minicontainer laagbouw 29-10-10 2 Amersfoort Cocons Rolcontainer bovengr midden en hoogbouw 10-01-11 2 Amersfoort Nieuwland Minicontainer laagbouw 19-01-11 2 Amersfoort Soesterkwartier minicontainer laagbouw 3-11-10 3 Baarn wijk 4 minicontainer laagbouw 7-12-10 3 Baarn wijk 8 minicontainer laagbouw 11-11-10 4 Breukelen minicontainer laagbouw 13-11-10 4 Bunnik minicontainer laagbouw 9-12-10 4 Bunschoten minicontainer laagbouw 2-12-10 3 De Bilt laagbouw minicontainer laagbouw 30-11-10 De Bilt midden en 3 midden/hoogbouw Rolcontainer bovengr hoogbouw 26-11-10 De Ronde Venen 4 binnengebied Minicontainer laagbouw 14-12-10 4 De Ronde Venen buitengebied Minicontainer laagbouw 19-10-11 4 Eemnes Minicontainer laagbouw 8-12-10 3 Houten De Gaarden Minicontainer laagbouw 22-11-10 3 Houten Ondergronds Verzamelcontainer Ondergronds hoogbouw 10-11-10 IJsselstein midden en 2 midden/hoogbouw Rolcontainer bovengr hoogbouw 15-10-10 2 IJsselstein Zuid Minicontainer laagbouw 14-10-10 3 Leusden Zuid Zakken laagbouw 23-11-10 3 Leusden Noord Verzamelcontainer Ondergronds laagbouw 11-10-10 5 Loenen Minicontainer laagbouw 18-11-10 5 Lopik Minicontainer laagbouw 29-11-10 3 Maarssen Maarssenbroek minicontainer laagbouw 17-01-11 3 Maarssen kern Maarssen minicontainer laagbouw 19-01-11 4 Montfoort zakken laagbouw 13-12-10 Nieuwegein midden en 2 midden/hoogbouw rolcontainer hoogbouw 6-12-10 Nieuwegein 2 Galecop minicontainer laagbouw 24-11-10 2 Nieuwegein Vreeswijk minicontainer laagbouw 6-12-10 4 Oudewater minicontainer laagbouw 15-11-10

Stedelijkheidsklasse Gemeente / kenmerk Inzamelmiddel Bouwtype Uitvoering 2010 5 Renswoude minicontainer laagbouw 17-9-10 4 Rhenen minicontainer laagbouw 9-12-10 3 Soest hoogbouw Verzamelcontainer Ondergronds midden en hoogbouw 28-12-10 3 Soest laagbouw minicontainer laagbouw 10-9-10 1 Utrecht Kanaleneiland zakken midden en hoogbouw 10-9-10 1 Utrecht Overvecht rolcontainer hoogbouw 16-12-10 Utrecht 1 Staatsl. / Tuindorp zakken/minicontainer laagbouw 18-11-10 1 Utrecht Transwijk minicontainer laagbouw 10-12-10 1 Utrecht Leidse Rijn Verzamelcontainer Ondergronds laagbouw 16-11-10 1 Utrecht Vleuterweide Verzamelcontainer Ondergronds laagbouw 16-11-10 4 Utr. Heuvelrug Amerongen minicontainer laagbouw 20-10-10 4 Utr. Heuvelrug Doorn minicontainer laagbouw 8-12-10 4 Utr. Heuvelrug Driebergen minicontainer laagbouw 8-10-10 4 Utr. Heuvelrug Leersum minicontainer laagbouw 20-10-10 4 Utr. Heuvelrug Maarn minicontainer laagbouw 14-12-10 2 Veenendaal Franse Gat minicontainer laagbouw 21-12-10 2 Veenendaal hoogbouw Verzamelcontainer Ondergronds hoogbouw 25-11-10 2 Veenendaal Petenbos minicontainer laagbouw 20-12-10 4 Vianen minicontainer laagbouw 3-12-10 4 Wijk bij Duurstede -Wijk minicontainer laagbouw 7-10-10 Wijk bij Duurst., 4 Cothen/Langbroek minicontainer laagbouw 16-12-10 3 Woerden hoogbouw Verzamelcontainer Ondergronds Midden/hoogbouw 15-12-10 3 Woerden laagbouw minicontainer laagbouw 29-11-10 4 Woudenberg minicontainer laagbouw 11-10-10 Zeist 2 midden/hoogbouw rolcontainer hoogbouw 6-12-10 2 Zeist Verzetswijk minicontainer laagbouw 17-11-10 2 Zeist Bosch en Duin minicontainer laagbouw 1-12-10 In deze tabel is de naamgeving, inzamelmiddel en bouwtype overgenomen uit de geactualiseerde draaiboeken, onderdeel van het bestek, tenzij inzamelmiddel of steekproefwijk in overleg met de opdrachtgever is gewijzigd. Zie paragraaf 3.1. 30

Bijlage 3. Individuele sorteerresultaten per gemeente Per gemeente zijn de resultaten van de verschillende sorteeranalyses al eerder opgeleverd als losse pdf-bestanden. AVU draagt zorg voor deze verspreiding. De analyseresultaten maken onderdeel uit van deze jaarrapportage en zijn per gemeente achterin het rapport los bijgevoegd. Het overzicht is opgesteld conform de nieuwe procedure, zoals die in het aanbestedingsbestek is opgenomen: 1. Het overzicht begint met een foto en de kenmerken van het steekproefmonster. Het gemiddelde gewicht per container of zak is hierin tevens opgenomen. Van elk steekproefmonster is een visuele beschrijving gemaakt, waarbij met name is gelet op het voorkomen van tuinafval (gft), papier, kunststoffen, grote stukken karton, hout of grote voorwerpen. Bij steekproefmonsters die verpakt zijn in huisvuilniszakken is een visuele schouw minder informatief. 2. Op de tweede pagina van het overzicht zijn de sorteerpercentages opgenomen, voor de hoofd- en subfracties. Tevens is weergegeven hoe men scoort ten opzichte van de AVU-gemeenten. Er is een vergelijking gemaakt met de uitkomsten van de 57 sorteeranalyses die zijn uitgevoerd voor de AVU-gemeenten in het jaar 2010. Aangegeven is of men bijvoorbeeld tot de 20% laagste scores behoort, of juist tot de 20% hoogste scores. Er worden 5 score-klassen onderscheiden: zeer laag, laag, gemiddeld, hoog, zeer hoog. 3. Op de derde pagina is de verdeling van de hoofdfracties binnen het restafval grafisch weergegeven en zijn de afzonderlijke fracties toegelicht, voor zover er bijzonderheden waren. 4. Het laatste blad bevat informatie over de steekproefneming, steekproeflocaties en uitvoeringsaspecten. Bij de interpretatie van de sorteerresultaten geldt het volgende: Het steekproefmonster is zorgvuldig genomen, maar het blijft een momentopname, en dus een indicatie van de gemiddelde samenstelling van het restafval op jaarbasis. Bij het nemen van de steekproefmonsters zijn geen naastliggend (grof)vuil of KWD-containers meegenomen (mits KWD-containers visueel te onderscheiden zijn van particuliere minicontainers). Resultaten zijn representatief voor het bebouwingstype of wijktype dat is bemonsterd. De gemiddelde samenstelling van restafval kunt u bepalen op basis van het gemiddelde van alle analyses in uw gemeente. Bij voorkeur zou het gewogen gemiddelde moeten worden bepaald, waarbij bijv. de hoogbouw een zwaarte meekrijgt evenredig aan het percentage afval dat uit de hoogbouwwijken wordt ingezameld. Door het percentage te vermenigvuldigen met de hoeveelheid restafval in uw gemeente (uitgedrukt in ton per jaar of in kilo per inwoner) krijgt u inzicht in de absolute hoeveelheden per fractie, die met het restafval worden verwijderd. Zie hiervoor de jaarrekening van AVU. 31