Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2004"

Transcriptie

1 Toelichting voor de gemeenten De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2004 Samenstelling van het restafval en gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht in

2 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 6 Deel 1: Beschikbare informatie over huishoudelijk afval 7 1. Gegevens bij AVU over de ingezamelde hoeveelheden 7 2. Aanvullende gegevens bij de gemeenten en het CBS 8 3. Onderzoek naar de samenstelling van het restafval met sorteeranalyses 9 4. Aanpak van de sorteeranalyses in 2004 en vervolg in Experiment met grotere steekproefmonsters 10 Spreiding en nauwkeurigheid 11 Meer gegevens over wit- en bruingoed en klein chemisch afval 11 Aanbevelingen voor de sorteeranalyses in Deel 2: Handreiking voor de afvalmonitoring door de gemeenten Presenteren en beoordelen van de afvalcijfers per gemeente Landelijke doelstellingen voor gescheiden inzamelen 13 Doelstellingen voor de gescheiden ingezamelde hoeveelheden 13 Doelstellingen voor het percentage hergebruik Beoordelen van de samenstelling van het huishoudelijk restafval in Utrecht 15 Beoordelen van de samenstelling van het restafval in procenten 15 Beoordelen van de samenstelling van het restafval in kilogrammen per inwoner Beoordelen van het gescheiden inzamelen in een gemeente 17 Deel 3: Gescheiden inzamelen en samenstelling restafval in Utrecht Ontwikkeling van de samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht 19 Samenstelling in procenten 19 Hoeveelheden per component in het restafval in kilogrammen per inwoner Gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht Uitwerkingen per component 22 De hoeveelheid restafval per inwoner en per gemeente 23 De samenstelling van het huishoudelijk restafval in hoofdlijnen 24 Gft-afval en grof tuinafval 26 Papier en karton 31 Glas 31 Textiel 33 Wit- en bruingoed 34 Klein chemisch afval 36 Kunststoffen en verpakkingen 38 Metalen, hout, steenachtig materiaal 39 3

4 Bijlagen 42 Bijlage 1: Ingezamelde hoeveelheden per component volgens AVU-gegevens (in kilogrammen en kilogrammen/inwoner) 42 Bijlage 2: Uitkomsten per sorteeranalyse in procenten van het restafval in Bijlage 3: Uitkomsten van de sorteeranalyses in 2004 omgerekend naar kilogrammen per inwoner in het restafval 46 Bijlage 4: Bij de sorteeranalyses in 2002, 2003 en 2004 gevonden wit- en bruingoed 48 4

5 5

6 Inleiding Afvalverwijdering Utrecht (AVU) verzorgt de ver werking van het merendeel van de afvalstoffen, die door de Utrechtse gemeenten worden ingezameld. AVU heeft daardoor veel cijfermateriaal over het afvalaanbod. Daarnaast laat AVU, met financiële steun van de provincie Utrecht, elk jaar in alle Utrechtse gemeenten sorteeranalyses van het huishoudelijk restafval uitvoeren. De via AVU verwerkte hoeveelheden afval worden jaarlijks gepubliceerd in de Jaarrekening. Daarnaast worden de gemeenten afzonderlijk geïnformeerd over deze cijfers als onderdeel van de financiële afhandeling. De gegevens van AVU over het afvalaanbod bij de gemeenten in de provincie Utrecht zijn in dit rapport verder uitgewerkt. Er is bovendien afgestemd met het CBS en gebruik gemaakt van aanvullende gegevens over andere afvalstromen. Het rapport is een voortzetting van de in de voorgaande jaren uitgebrachte toelichtingen op de uitkomsten van de sorteeranalyses. De opzet van het rapport is dit jaar breder gericht op de monitoring van huishoudelijke afvalstoffen in de provincie Utrecht en de samenhang met het beleid. Het is bedoeld als hulpmiddel voor de gemeenten bij de monitoring en als rapportage over het gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht. Het rapport bestaat uit drie delen: Deel 1: Beschikbare informatie over huishoudelijk afval Naast de gegevens bij AVU over bepaalde afvalstromen zijn er bij de gemeenten gegevens over andere afvalstromen. De gemeenten moe ten jaarlijks de cijfers over afval doorgeven aan het CBS 1. De samenstelling van het restafval wordt jaarlijks met sorteeranalyses onderzocht. Deel 2: Handreiking afvalmonitoring per gemeente Dit deel behandelt het presenteren van de gegevens per gemeente en het vergelijken met de doelstellingen voor gescheiden inzamelen. Op de website van AVU wordt hiervoor een dummy geplaatst. Deel 3: Gescheiden inzamelen en samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht De hoeveelheden ingezameld afval en de ontwikkeling van de samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht zijn hier beschreven. Per component is de ontwikkeling vergeleken met de doelstellingen voor gescheiden inzamelen. In de bijlagen zijn overzichten gegeven van: 1. Ingezamelde hoeveelheden per component en per inwoner volgens gegevens van AVU 2. De uitkomsten per sorteeranalyse in procenten van het restafval 3. De samenstelling van het restafval per gemeente in kg per inwoner 4. Het bij de sorteeranalyses in 2002, 2003 en 2004 aangetroffen wit- en bruingoed Het opstellen van het rapport is begeleid door de ambtelijke Werkgroep Sorteeranalyses, waar in de AVU, de provincie en vijf gemeenten zijn vertegenwoordigd. Het is geschreven door Rense Milieu Advies. 1 Dit gebeurt via de enquête Van gemeentewege ingezameld afval. De verplichting komt voort uit de provinciale milieuverordening (artikel eerste lid). De bij het CBS beschikbare gegevens over 2004 van 32 gemeenten zijn in dit rapport gebruikt; van 1 gemeente ontbraken de gegevens nog. De gegevens van het CBS worden eind 2005 gepubliceerd. 6

7 Deel 1: Beschikbare informatie over huishoudelijk afval 1 Gegevens bij AVU over de ingezamelde hoeveelheden De verwerking van veel gemeentelijke afvalstromen gebeurt in de provincie Utrecht via de gemeenschappelijke regeling AVU. De administratie van deze taken leidt tot veel gegevens over ingezamelde en verwerkte hoeveelheden. Als onderdeel van de financiële afhandeling en de operationele afstemming wisselt AVU deze gegevens met iedere gemeente uit. In de Jaarrekening van AVU zijn deze gegevens verwerkt en voor een deel weergegeven. De gegevens per gemeente zijn samengevat in bijlage 1 van dit rapport. AVU heeft de volgende informatie: Restafval voor verbranden en voorscheiden Het restafval wordt verbrand bij AVR. De gegevens over het restafval zijn uitgesplitst naar: - Huishoudelijk restafval Dit is het in minicontainers, verzamelcontainers of vuilniszakken ingezamelde restafval van huishoudens. Het wordt rechtstreeks afgevoerd naar AVR en daar verbrand. - Grof huishoudelijk restafval Grof huishoudelijk restafval is het restafval dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als het huishoudelijk restafval te worden aangeboden. Het wordt bij AVR eerst verwerkt in een scheidingsinstallatie en daarna voor een groot deel nuttig toegepast als brandstof of grondstof. Het resterende deel wordt verbrand als restafval. In enkele gemeenten is een correctie toegepast, bijvoorbeeld omdat het grof huishoudelijk restafval samen met het huishoudelijk restafval is ingezameld en niet apart is aangeboden. In bijlage 1 is dit toegelicht. - Via een Kringloopcentrum ingezameld grof huishoudelijk restafval In de gemeenten Baarn en Eemnes wordt een klein deel van het grof huishoudelijk restafval aangeboden via het kringloopcentrum. Dit is meegeteld bij het grof huishoudelijk restafval. - Veegvuil en marktafval De gemeente Utrecht voert veegvuil en marktafval apart af via AVU. - Bedrijfsafval (KWD-afval of HDO-afval) 2 Verschillende gemeenten kennen de mogelijkheid om tegen betaling restafval van kleine bedrijven en dergelijke te laten inzamelen. Dit afval wordt ook wel niet legaal aangeboden. Dit levert een potentiële foutenbron voor de hoeveelheid huishoudelijk restafval. De omvang daarvan is moeilijk te achterhalen. Voor Nieuwegein, Utrecht, Veenendaal en Vianen is het bedrijfsafval geregistreerd via AVU. In Amersfoort is het apart geregistreerd. Gft-afval Het gescheiden ingezamelde gft-afval wordt via AVU verwerkt. De gemeente Vianen heeft echter nog een apart contract elders uit de periode voor de overgang van deze gemeente van Zuid-Holland naar Utrecht. Papier en karton Steeds meer gemeenten maken gebruik van de regeling van AVU met het bedrijf Sita voor het inzamelen van oud papier en karton. In 2004 maakten 14 gemeenten hiervan gebruik voor de gehele papierinzameling. Acht gemeenten maakten gebruik van de regeling voor een deel van de inzameling. De overige 11 gemeenten maakten geen gebruik van de regeling. De gegevens van AVU over oud papier en karton geven daardoor maar voor een deel van de provincie inzicht in het gescheiden inzamelen van papier en karton. De cijfers over papier en karton kunnen worden beïnvloed door: - Soms wordt er ook papier ingezameld buiten de gemeentelijke regeling om. Dit deel wordt dan niet geregistreerd. - Samen met het papier van huishoudens wordt soms ook papier van bedrijven aangeboden. 2 KWD-afval is afval van kantoren, winkels, diensten. In het Landelijk afvalbeheerplan wordt de term HDO-afval gebruikt: handel, diensten, ondernemingen. Het gaat hierbij om afval waarvan de samenstelling vergelijkbaar is met huishoudelijk restafval. 7

8 Glas In alle gemeenten, behalve Oudewater, wordt verpakkingsglas ingezameld en verwerkt via AVU. De cijfers hierover kunnen vertekend zijn door: - Verkeerd aangeboden glas van de horeca en andere bedrijven - Invoer of uitvoer van omliggende gemeenten Dit speelt bijvoorbeeld in de gemeente Woudenberg. Hier is in 2004 per inwoner het meeste glas van Nederland ingezameld. De gemeente heeft als beloning daarvoor in 2005 de gouden glasbak gekregen van de Stichting Kringloop Glas. De achterliggende oorzaak is echter een grote regionale supermarkt (Hoogvliet). - Extra aanvoer door (verblijfs)recreanten Dit is bekend van de gemeenten langs de kust. Vlak glas kan in de meeste gemeenten gescheiden worden aangeboden op het gemeentelijke afvalaanbiedstation. Het wordt ook verwerkt via AVU. Wit- en bruingoed Het door de gemeenten ingezamelde witen bruingoed wordt in containers afgevoerd naar twee regionale overslagstations in de provincie Utrecht en daarna verder verwerkt door de branche-organisaties. Deze structuur wordt beheerd door AVU. De kosten worden omgeslagen per inwoner. Er is geen aparte registratie van de ingezamelde apparaten of hoeveelheden per gemeente. Een deel van het wit- en bruingoed (circa 10%) wordt ingeleverd bij de detailhandel en dus ook niet per gemeente geregistreerd. De detailhandel kan het aanbieden in de provincie Utrecht, maar kan ook via landelijke ketens voor verwerking elders kiezen. Een deel van het afgedankte wit- en bruingoed komt niet in het officiële hergebruikcircuit. Zware apparaten worden soms verkocht als schroot (ook door gemeenten). Daarnaast is er de tweedehands handel, waarbij ook illegale export plaatsvindt. Er zijn door deze oorzaken geen precieze cijfers over de ingezamelde hoeveelheden per gemeente. Er is alleen een cijfer van AVU voor de provincie als geheel. Het CBS verdeelt deze hoeveelheid over de gemeenten op basis van het aantal inwoners. Injectienaalden en oude medicijnen Injectienaalden en oude medicijnen worden on der regie van AVU ingezameld door apotheken en dan verder verwerkt. Er zijn alleen cijfers over de totale hoeveelheid ingezamelde injectienaalden en medicijnen. 2 Aanvullende gegevens bij de gemeenten en het CBS In aanvulling op de gegevens van AVU registreren veel gemeenten: - Opgehaalde hoeveelheden bij aparte inzamelacties (bijvoorbeeld voor grof tuinafval) - Ingeleverde hoeveelheden bij het afvalaanbiedstation - Gegevens van ondersteunende organisaties: kringloopcentrum, charitatieve inzamelaars van textiel en papier - Het afval van eigen diensten. De registratie van de hoeveelheden afval verschilt per gemeente, maar er zijn uiteraard veel overeenkomsten. Een belangrijke structuur wordt geboden door het vragenformulier van het CBS voor de jaarlijkse enquête Van gemeentewege ingezameld afval. De ge meenten zijn op grond van de provinciale milieuverordening (artikel eerste lid) in principe verplicht om aan deze enquête mee te werken. In de provincie Utrecht is er (vrijwel) geen non respons. Het CBS-vragenformulier is ingedeeld naar: 1. Afval van huishoudens: Haalsysteem 2. Afval van huishoudens: Brengsysteem 3. Reinigingsdiensten- en overig afval (niet van huishoudens afkomstig) Voor het afval wordt een indeling gehanteerd in componenten, die in een toelichting zijn omschreven 3. AVU is in overleg met het CBS over het verza- 3 In deze rapportage zijn dezelfde omschrijvingen voor afvalstoffen van het CBS aangehouden. 8

9 melen van de afvalgegevens in Utrecht. Indien nodig wordt wederzijds ondersteuning geboden. Het CBS publiceert de gegevens per provincie en gemeente. De samenwerking leidt uiteindelijk tot een monitoring-rapportage over alle huishoudelijke afvalstoffen voor de provincie als geheel, zonder extra inspanningen voor de gemeenten. De door het CBS verzamelde gegevens van de gemeenten over de huishoudelijke afvalstoffen worden eind 2005 gepubliceerd. De gegevens van de Utrechtse gemeenten zullen dan in aan aanvullende tabel op deze rapportage door AVU worden nagestuurd. De (voor een klein deel) voorlopige CBS-gegevens wijken voor huishoudelijk restafval en grof huishoudelijk restafval soms af van de AVU-gegevens. Voor de verschillen is meestal een verklaring gevonden. Met enkele gemeenten zal AVU hierover nog overleggen. Voor gft-afval, papier en glas is er een goede overeenstemming in de cijfers. Over de registratie door gemeenten is nog het volgende op te merken: - Meestal worden niet alle door het CBS genoemde componenten door een gemeente ook gescheiden ingezameld. Er zijn ook verschillen in het accepteren van afvalstromen, bijvoorbeeld voor bouw- en sloopafval. - Er zijn ook grote verschillen in de componenten die op afvalaanbiedstations apart kunnen worden aangeboden en apart worden geregistreerd. Op afvalaanbiedstations kan ook afval door bedrijven of door particulieren uit andere gemeenten worden aangeboden. Het toezicht daarop verschilt van gemeente tot gemeente. Daarnaast hebben veel gemeenten samen met andere gemeenten een afvalaanbiedstation. De gemeenten verdelen het afvalaanbod dan meestal volgens het aantal inwoners. - De registratie van ingezameld textiel is meestal gebrekkig. De charitatieve instellingen moeten formeel wel de hoeveelheden opgeven, maar in de praktijk gebeurt dat weinig en is er niet echt behoefte aan deze gegevens. 3 Onderzoek naar de samenstelling van het restafval met sorteeranalyses Afvalverwijdering Utrecht (AVU) heeft in het najaar van 2004 in alle Utrechtse gemeentes sorteeranalyses van huishoudelijk restafval laten uitvoeren door Eureco BV. Deze analyses worden de komende twee jaar herhaald. In het najaar van 2003, 2002 en eind 2000/begin 2001 zijn al eerder sorteeranalyses uitgevoerd. Er worden ieder jaar 55 sorteeranalyses uitgevoerd: in de kleine gemeenten één en in de grote gemeenten maximaal 4 (zie bijlage 2, waarin ook de uitkomsten van de sorteeranalyses zijn vermeld). In 2004 en 2003 zijn meer componenten bepaald dan in voorgaande jaren 4. Dat is gedaan in navolging van een aanpassing van de landelijke richtlijn voor sorteeranalyses van het Afval Overleg Orgaan 5. In 2004 is het bij de sorteeranalyses gevonden wit- en bruingoed en het klein chemisch afval verder onderzocht. Het is opgedeeld in categorieën, die apart zijn gewogen. Daarnaast is onderzocht of de nauwkeurigheid kan worden verbeterd door het nemen van grotere steekproefmonsters, waarvan na mengen een deel wordt uitgesorteerd. In paragraaf 4 is daar verder op ingegaan. Er zijn verder geen veranderingen in de sorteeranalyses. De resultaten van de sorteeranalyses in 2004 zijn door Eureco beschreven in het rapport Sorteeranalyses huishoudelijk restafval in de provincie Utrecht. - Najaarsmeting Dit rapport is door de directeur van AVU aan de gemeenten gezonden. De uitkomsten van de sorteeranalyses zijn per gemeente als losse bijlage aan het rapport toegevoegd. Voor iedere sorteeranalyse wordt een monster verzameld bij circa 40 huishoudens en wordt vervolgens circa 750 kilogram restafval gesorteerd. De samenstelling van dit monster wordt onderzocht door het afval uit te sorteren in een groot aantal componenten. In het rap- 4 De nieuwe componenten zijn: tuinafval als onderdeel van het gft-afval; schoenen als onderdeel van textiel; kunststoffen, hout, metalen en steenachtig materiaal. 5 Sorteeranalyses: handreiking voor gemeenten. Afval Overleg Orgaan, Utrecht 2003, AOO

10 port over de sorteeranalyse geeft Eureco per component de hoeveelheid en het gevonden percentage aan, maar ook de waargenomen bijzonderheden. Bovendien geeft Eureco een beoordeling (zeer hoog, hoog, normaal, laag, zeer laag) van de gevonden percentages door te vergelijken met gegevens uit andere gemeenten (zie paragraaf 8). De uitkomsten van alle sorteeranalyses in 2004 zijn vermeld in bijlage 2. Voor iedere sorteeranalyse zijn de gevonden percentages per component vermeld. De toelichtingen van Eureco per component zijn niet opgenomen. Per component is ook het gemiddelde voor de provincie van alle uitkomsten van de sorteeranalyses vermeld en de standaardafwijking (de maat voor de spreiding in de uitkomsten). De nauwkeurigheid van de uitkomsten in 2004 is statistisch onderzocht. De resultaten komen redelijk overeen met die in voorgaande jaren. Voor een uiteenzetting hierover wordt daarom verwezen naar de toelichting op de sorteeranalyses voor Voor het gebruik van de uitkomsten is het belangrijk om de betrouwbaarheidsmarges in het oog te houden. Voor individuele sorteeranalyses is bij de grote componenten zoals gft-afval (circa 20% van het restafval) en papier (circa 15% van het restafval) alleen het eerste cijfer van de uitkomst betrouwbaar. Voor de kleine fracties is de betrouwbaarheid relatief nog iets minder 7. Dit betekent dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van de cijfers. De betrouwbaarheid verbetert wanneer de uitkomsten in achtereenvolgende jaren gezamenlijk in een tijdreeks worden bezien, of wanneer het gemiddelde van verschillende sorteeranalyses wordt beschouwd. AVU heeft gegevens over de hoeveelheden restafval per gemeente en per jaar. Daarmee kan de hoeveelheid restafval per inwoner worden berekend. De percentages van de sorteeranalyses zijn vervolgens per component omgerekend naar hoeveelheden per inwoner. Bij het omrekenen is voor gemeenten waar verschillende sorteeranalyses zijn uitgevoerd het gemiddelde genomen 8. De resultaten zijn weergegeven in bijlage 3. Voor iedere gemeente is de berekende samenstelling van het restafval in kilogram per inwoner en per jaar vermeld. Er is ook het gemiddelde voor de provincie vermeld, waarbij is gewogen naar het aantal inwoners per gemeente. 4 Aanpak van de sorteeranalyses in 2004 en vervolg in 2005 Experiment met grotere steekproefmonsters In 2004 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om tegen geringe extra kosten de nauwkeurigheid van de sorteeranalyses te verbeteren. Dit kan in principe door een grotere steekproef te nemen op meer adressen. Als het verzamelde monster daarna zo gelijkmatig wordt opgedeeld naar een deelmonster, is elk huishouden daarin in principe - redelijk vertegenwoordigd. Het sorteren van dit kleinere deelmonster is goedkoper dan het sorteren van het volledige monster. Met deze methode bestaat positieve ervaring 9. Deze mogelijkheid is langs twee wegen onderzocht: - Voor 15 sorteeranalyses is een groot monster van circa kg ingezameld. Het monster is bij ROVA in Amersfoort met een kraan gemengd, waarna een deelmonster van circa 750 kg (standaard hoeveelheid). is afgescheiden en bij Eureco is uitgesorteerd. - De bij Eureco aangevoerde basismonsters zijn vaak aanzienlijk groter dan 750 kg Zie paragraaf 2 en bijlage 1 van de Toelichting voor de gemeenten op het Eureco-rapport Sorteeranalyses in de provincie Utrecht Najaarsmeting Bij een uitkomst van 20% is de betrouwbaarheidsmarge plus en min 5 procentpunten, dus van 15% tot 25%. Bij een uitkomst van 10% is de marge 3 procentpunten, dus van 7% tot 13 %. Bij een uitkomst van 4% is de marge 1 procentpunt, dus van 3% tot 5%. 8 Er is afgezien van een weging naar bebouwingstype, omdat dan ook rekening zou moeten worden gehouden met het - onbekende verschil in de hoeveelheden restafval per bebouwingstype en omdat de uitwerking dan statistisch minder nauwkeurig en ingewikkelder wordt. 9 Door bijvoorbeeld Bureau Milieu en Werk wordt het standaardmonster van circa 750 kg van 40 huishoudens in drieën opgedeeld. Het sorteren van het deelmonster van 250 kg geeft dan voor de grote fracties vrijwel dezelfde spreiding in de uitkomsten als bij het sorteren van monsters van 750 kg. 10 Gemiddeld is er per analyse 1054 kg aangevoerd bij Eureco en 734 kg gesorteerd. Voor drie van de analyses is minder dan 600 kg aangevoerd en gesorteerd. Voor 21 analyses is meer dan 1000 kg aangevoerd. 10

11 In dat geval wordt het monster bij Eureco gemengd en opgesplitst, waarna uiteindelijk een monster van circa 750 kg wordt gesorteerd. Bij het uitwerken van deze sorteeranalyses is gebleken dat: - De spreiding in de uitkomsten bij de grotere monsters maar weinig verschilt van die voor de gewone monsters. De beoogde verbetering is maar voor een deel bereikt. Het vermoeden bestaat dat het mengen met een kraan te grof is geweest. - Bij vergelijken van de spreiding voor grote basismonsters bij Eureco (> kg) met kleine monsters (< kg) is wel een verbetering in de spreiding waargenomen. De verbetering is zelfs bijna significant. Conclusie: De conclusie uit het experiment met grote steekproefmonsters en het opsplitsen daarvan met een kraan naar een deelmonster van 750 kg is dat dit niet de beoogde verbetering in de nauwkeurigheid heeft opgeleverd. Het aanvoeren van grote basismonsters bij Eureco en opsplitsen daarvan naar een deelmonster van 750 kg blijkt wel te leiden tot een iets betere nauwkeurigheid. Spreiding en nauwkeurigheid De uitkomsten van de sorteeranalyses zijn weer statistisch onderzocht op onderlinge spreiding en nauwkeurigheid bij herhalen 11. De onderlinge spreiding is de variatie in de uit komsten voor een component van alle sorteeranalyses. Per component wordt de zogenaamde standaardafwijking berekend. De uitkomsten zijn goed vergelijkbaar met die in voorgaande jaren. Voor de grote componenten is de spreiding iets kleiner en de nauwkeurigheid iets beter dan in de voorgaande jaren. De sorteeranalyses worden elk jaar zoveel mogelijk in dezelfde wijk genomen. De verschillen in de uitkomsten van jaar tot jaar kan men zien als de nauwkeurigheid bij herhalen van de sorteeranalyse op dezelfde plaats. Doordat nu drie jaar achtereen sorteeranalyses zijn uitgevoerd is het mogelijk om deze nauwkeurigheid statistisch te bepalen. De verwachting was dat de variatie in de uitkomsten bij herhalen op dezelfde plaats minder zou zijn dan de onderlinge spreiding in de uitkomsten van alle sorteeranalyses. Dat blijkt niet het geval te zijn. De nauwkeurigheid van de sorteeranalyses lijkt daardoor wat minder dan eerder bepaald. Vooralsnog kan echter worden uitgegaan van de opmerkingen over de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van de cijfers van de sorteeranalyses zoals die aan het eind van paragraaf 3 zijn gemaakt. Naar mate er meer cijfers beschikbaar komen kan verder worden onderzocht in hoeverre de aannames over de nauwkeurigheid juist zijn. Een tweede conclusie is dat er blijkbaar geen grote verschillen zijn in de samenstelling van het restafval op de verschillende locaties 12. De sorteeranalyses zijn nu een aantal keren herhaald, waardoor een tijdreeks van waarnemingen ontstaat. Het gemiddelde van de tijdreeks geeft een goed beeld van de ontwikkeling. Meer gegevens over wit- en bruingoed en klein chemisch afval Doordat wit- en bruingoed en klein chemisch afval maar in kleine hoeveelheden in het restafval voorkomen bieden de afzonderlijke sorteeranalyses weinig nauwkeurige informatie. Wanneer de sorteeranalyses gezamenlijk worden beschouwd is de informatie echter wel bruikbaar. Er ontstaat zo een goed beeld voor de provincie als geheel. Doordat de inzamelmethodes per gemeente weinig verschillen is dit beeld ook voor de afzonderlijke gemeenten bruikbaar. In 2004 is het bij de sorteeranalyses gevonden wit- en bruingoed en het klein chemisch afval 11 De onderlinge spreiding is de variatie in de uitkomsten voor een component bij de sorteeranalyses op verschillende plaatsen. De nauwkeurigheid bij herhalen is de variatie in de uitkomsten voor een component bij het (jaarlijks) herhalen van de sorteeranalyse op dezelfde plaats. De variatie wordt weergegeven door de standaardafwijking (een statistische maat). 12 De onderlinge verschillen zijn niet groter dan de verschillen in de uitkomsten bij herhalen op dezelfde plaats. 11

12 verder onderzocht. Het wit- en bruingoed is opgedeeld in 20 categorieën. Per categorie is het aantal apparaten geteld en het totale gewicht. Hierdoor ontstaat inzicht in het afdankgedrag, waarvan bij voorlichting gebruik kan worden gemaakt. Het klein chemisch afval is ingedeeld in de voor het beleid gebruikte categorieën. Hierdoor ontstaat ook een beeld van het afdankgedrag voor batterijen en oude medicijnen. Aanbevelingen voor de sorteeranalyses in 2005 De sorteeranalyses zullen volgens het contract met Eureco in 2005 en 2006 in principe op dezelfde wijze worden herhaald. Aanbevelingen: Voor de uitvoering van de sorteeranalyses in 2005 worden de volgende aanbevelingen in overweging gegeven: a. Wederom de samenstelling van het gevonden wit- en bruingoed en klein chemisch afval laten bepalen. De uitkomsten daarvan zijn beleidsmatig goed bruikbaar. b. Het is te overwegen om bij de sorteeranalyses in 2005 ook de hoeveelheid verpakkingen te laten bepalen. De gegevens daar over kunnen worden gebruikt bij de discussie over het invoeren van producentenverantwoordelijkheid en de afstemming op de gemeenten. De extra kosten hiervoor zijn aanzienlijk. Een alternatief is om de hoeveelheid verpakkingen in Utrecht te bepalen door te vergelijken met verhoudingen in de landelijke samenstelling van restafval volgens landelijke sorteeranalyses. Op die manier is ook voor 2004 de hoeveelheid verpakkingen bepaald (zie paragraaf 11). c. Het experiment met grote steekproefmonsters heeft niet het beoogde resultaat opgeleverd. Het onderzoek hiernaar heeft echter wel geleid tot meer inzicht in de monstername en enkele aanbevelingen voor de monstername: 1. Het is zinvol om te werken met gro te basismonsters (tot kg) die bij Eureco worden opgesplitst en waarvan uiteindelijk 750 kg wordt uitgesorteerd. 2. De monstername moet gericht zijn op het verzamelen van afval van zo veel mogelijk verschillende adressen en huishoudens. Dit kan door: - bij het ophalen van minicontainers liefst niet meer dan één minicontainer per adres op te halen en steeds één of meer adressen over te slaan. - minimaal 40 minicontainers op te halen en minimaal een monster van 750 kg te sorteren. - bij het ophalen van huisvuilzakken ook niet meer dan één zak per adres mee te nemen en eventueel steeds een adres over te slaan. Het gesorteerde monster moet minimaal 750 kg zijn (het was in 2004 soms aanzienlijk kleiner). - bij verzamelcontainers de inhoud van de verzamelcontainer niet volledig mee te nemen, maar bijvoorbeeld 100 kg en door een groot basismonster (tot kg) bij Eureco aan te leveren. Geadviseerd wordt om deze aanbevelingen te betrekken bij het voorbereiden van een volgende meetserie sorteeranalyses. 12

13 Deel 2: Handreiking voor de afvalmonitoring door de gemeenten 5 Presenteren en beoordelen van de afvalcijfers per gemeente Om het gescheiden inzamelen van afvalstoffen per gemeente te beoordelen kunnen in de provincie Utrecht zowel gegevens over de ingezamelde hoeveelheden als over de hoeveelheden in het restafval worden gebruikt. De cijfers over deze hoeveelheden kunnen worden vergeleken met de doelstellingen volgens het landelijke beleid. In dit deel is een handreiking gegeven voor de jaarlijkse afvalmonitoring door de gemeenten. De basis voor de monitoring wordt gevormd door: - de bij de gemeente en AVU beschikbare gegevens over het ingezamelde afval in het jaarlijkse enquêteformulier voor het CBS - de gegevens over de samenstelling van het restafval uit de sorteeranalyses in de bijlagen van dit rapport - de (landelijke) doelstellingen voor gescheiden inzamelen (toegelicht in paragraaf 6 en 7). De methode is betrekkelijk eenvoudig en leidt tot een kort verslag. Op de website van AVU wordt hiervoor een dummy geplaatst. Desgewenst kan AVU adviseren bij het uitwerken van de afvalmonitoring. Deze afvalmonitoring is beperkt tot de cijfers over de hoeveelheden afval. Om een breder inzicht te krijgen in de stand van het afvalbeleid kan een gemeente deelname overwegen aan de landelijke benchmark van het Afval Overleg Orgaan (AOO, nu Uitvoering Afvalbeheer bij SenterNovem). Bij deze gemeentelijke benchmark afvalscheiding wordt ook gekeken naar de kosten en het serviceniveau van de afvalinzameling. De deelname kan grotendeels via internet. Via is de nodige informatie te vinden. 6 Landelijke doelstellingen voor gescheiden inzamelen Doelstellingen voor de gescheiden ingezamelde hoeveelheden In het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) is vastgelegd welke afvalcomponenten door de gemeenten gescheiden moeten worden ingezameld. Voor deze componenten zijn landelijk scheidingspercentages vastgesteld. De percentages zijn weergegeven in Tabel 1. Tabel 1: Gescheiden inzameling huishoudelijk afval in 2000 en doelstellingen voor 2006 volgens het LAP Gescheiden Door consumenten te Aanbod ingezameld Doelstelling scheiden afvalstoffen (2000, kton) (2000, %) (2006, %) Opmerking Gft-afval Papier en karton = 85% van 85% inzamelbaar Glas (eenmalig) Textiel Wit- en bruingoed Klein chemisch afval

14 Het AOO heeft dit uitgewerkt in richtlijnen voor de gescheiden ingezamelde hoeveelheid per afvalstof. De richtlijnen zijn verschillend per stedelijkheidsklasse. De richtlijnen van het AOO zijn geen harde maatstaf, maar streefniveaus voor het jaar In Tabel 2 zijn de richtlijnen van het AOO weergegeven. Tabel 2 AOO-richtlijnen voor de gescheiden in te zamelen hoeveelheden in kg per inwoner Sted.klasse Gft-afval Papier Glas Textiel Kca Totaal in kg/inw De gescheiden ingezamelde hoeveelheden in een gemeente kunnen met deze richtlijnen wor den vergeleken. Hierbij is het aan te bevelen om met een tijdreeks van enkele jaren te vergelijken. Dat geeft een betrouwbaarder beeld en toont mogelijk een ontwikkeling. Verder moet worden bedacht dat voor papier, glas en textiel de cijfers over de gescheiden ingezamelde hoeveelheden niet altijd betrouwbaar zijn. Bij papier wordt soms niet al het papier door de gemeente geregistreerd en kan er vermenging zijn met papier van bedrijven. Voor glas is er soms aanvoer uit andere gemeenten of van horeca. Voor textiel worden de ingezamelde hoeveelheden vaak niet doorgegeven aan de gemeente. In dergelijke situaties zijn de uitkomsten van de sorteeranalyses extra waardevol. Uit de sorteeranalyses blijkt immers welke hoeveelheden niet gescheiden worden ingezameld; beoordelen van het gescheiden inzamelen is dan anders nauwelijks mogelijk. Doelstellingen voor het percentage hergebruik De doelstellingen voor gescheiden inzamelen volgens het Landelijk afvalbeheerplan zijn door de drie overheden in het Afval Overleg Orgaan nog verder uitgewerkt: begin december 2002 zijn namelijk percentages voor het gescheiden inzamelen door gemeenten vastgesteld 13 : Er moet landelijk gemiddeld een percentage bronscheiding worden bereikt van 55%. Dit betreft het totaal van de huis houdelijke afvalstoffen. Het percentage varieert per stedelijkheidsklasse: - Zeer sterk stedelijk 1 43% - Zeer stedelijk 2 53% - Matig stedelijk 3 56% - Weinig stedelijk 4 60% - Niet stedelijk 5 60% - Landelijk gemiddeld - 55% Er vanuit gaande dat gemiddeld ook nog 5% van het huishoudelijk afval wordt nagescheiden komt het totaalpercentage nuttige toepassing op 60%. Dit is de algemene landelijke doelstelling voor Er is een algemene doelstelling voor alle gemeenten van 75% voor het bronscheiden van grof huishoudelijk afval. De gemeenten kunnen hun inzamelresultaten vergelijken met deze percentages. Aan het eind van dit deel is hiervan een voorbeeld gegeven. Het blijkt onhandig dat er wel scheidings-percentages zijn vastgesteld voor het totaal aan huishoudelijke afvalstoffen en voor het grof huishoudelijk afval, maar niet afzonderlijk voor het gewone huishoudelijk afval 14. Er zijn van gemeente tot gemeente flinke verschillen in de benadering van het grof huishoudelijk afval. Het maakt bijvoorbeeld veel verschil of een gemeente bouw- en sloopafval van particulieren wel of niet accepteert op het afvalaanbiedstation. Dat kan het percentage 13 Zie Afval Informatief, december 2002, pagina 3, Informatiebulletin van het Informatie Punt Afval van het Afval Overleg Orgaan. 14 Hiermee is bedoeld het huishoudelijk restafval (ingezamelde via minicontainers,verzamelcontainers of vuilniszakken), papier en karton, verpakkingsglas, textiel, klein chemisch afval. 14

15 sterk beïnvloeden. Een ander probleem is het effect van preventie. Als het aanbod van bijvoorbeeld gft-afval wordt geremd (door thuiscomposteren of als gevolg van tariefdifferentiatie) wordt minder afval gescheiden ingezameld en daalt het schei dingspercentage. Het lijkt dan ten onrechte of de gemeente de scheidingsdoelstelling niet haalt. Dit betekent dat de toetsing aan de scheidingsdoelstelling weloverwogen moet plaatsvinden. Voor de gemeenten in de provincie Utrecht moet rekening worden gehouden met de nuttige toepassing van een deel van het grof huishoudelijk restafval. Dit wordt niet direct verbrand, maar verwerkt in een scheidingsinstallatie. Hierdoor wordt 80% van het grof huishoudelijk restafval alsnog nuttig toegepast als brandstof of als materiaal hergebruikt. Daarnaast is in AVU verband voor de Utrechtse gemeenten uit de landelijke doelstellingen afgeleid, welke hoeveelheden gewoon huishoudelijk restafval (< 210 kg/inwoner) en grof huishoudelijk restafval (< 40 kg/inwoner) zijn te verwachten indien aan de landelijke doelstellingen voor gescheiden inzamelen wordt voldaan. Deze aanvaardbare niveaus kunnen ook worden gebruikt voor het beoordelen van het gescheiden inzamelen. In de volgende paragraaf is dit toegelicht. 7 Beoordelen van de samenstelling van het huishoudelijk restafval in Utrecht Beoordelen van de samenstelling van het restafval in procenten De uitkomsten van de sorteeranalyses zijn door Eureco weergegeven in procenten van het gesorteerde restafval. Deze percentages zijn belangrijk voor het beoordelen van de samenstelling van het restafval. Het is mogelijk om de percentages te vergelijken met: 1. De gegevens van de andere door Eureco in Nederland uitgevoerde sorteeranalyses 2. Uitkomsten van eerdere sorteeranalyses in de gemeente 3. De gemiddelden van de sorteeranalyses in de provincie Utrecht 4. Landelijke cijfers van het AOO over de samenstelling van het restafval Ad 1. Eureco heeft in samenspraak met Rense Milieu Advies een beoordelingssysteem opgesteld, waarmee direct een beoordeling kan worden gegeven van de uitkomsten van de sorteeranalyse. Eureco heeft daarvoor de uitkomsten van alle eerder uitgevoerde sorteeranalyses per stedelijkheidsklasse geordend. De uitkomsten zijn ingedeeld in vijf zogenaamde 20%-groepen. De 20% hoogste waarden krijgen de beoordeling zeer hoog. De volgende 20% vormt de groep hoog enzovoort. Per stedelijkheidsklasse en per component zijn er zo de vijf groepen: Zeer hoog Hoog Normaal Laag Zeer laag Eureco heeft per sorteeranalyse bij iedere uitkomst deze beoordeling aangegeven. Ad 2. Voor het beoordelen van het gevonden percentage is het zinvol om te vergelijken met de uitkomsten in voorgaande jaren. Als bijvoorbeeld driemaal achter elkaar zeer hoog wordt gescoord, is dat een duidelijk signaal. Als de score steeds varieert is er blijkbaar een grote variatie en ligt een eenduidige conclusie niet voor de hand. Het gebruik van tijdreeksen is daarom sterk aan te bevelen. Doordat in de provincie Utrecht nu vier achtereenvolgende sorteeranalyses zijn uitgevoerd is het beoordelen op basis van een tijdreeks goed mogelijk. Ad 3 en 4. Men kan de uitkomsten ook vergelijken met het gemiddelde percentage in de provincie Utrecht (zie deel 3) of met landelijke cijfers van het AOO over de samenstelling van het huishoudelijk restafval (nu Uitvoering Afvalbeheer bij SenterNovem) 15. Bij het vergelijken moet men steeds de betrouwbaarheidsmarges in het oog houden. (zie paragraaf 3 en de eerdere toelichting van AVU op de sorteeranalyses in Samenstelling van het huishoudelijk restafval: resultaten sorteeranalyses SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer, Te vinden op bij publicaties. 15

16 Beoordelen van de samenstelling van het restafval in kilogrammen per inwoner De samenstelling van het restafval in procenten kan per component worden omgerekend naar de samenstelling in kilogrammen per inwoner. Hiervoor wordt de jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner vermenigvuldigd met het bij de sorteeranalyse gemeten percentage. Tabel 3 AVU-aanvaardbare niveaus voor de samenstelling van het restafval Afvalfractie AVU-aanvaardbaar niveau in kg per inwoner Gemeenten in de Gemeenten in de stedelijkheidsklassen stedelijkheidsklassen Gewogen 3, 4 en 5 1 en 2 gemiddelde voor (minder stedelijk) (zeer stedelijk) provincie Utrecht Gft-afval < 50 < 75 < 61,25 Papier < 20 < 40 < 29 Glas < 5 < 5 < 5 Textiel < 5 < 5 < 5 Wit- en bruingoed < 1 < 1 < 1 Klein chemisch afval < 0,25 < 0,25 < 0,25 Huishoudelijk restafval < 210 < 210 < 210 Grof huishoudelijk restafval < 40 < 40 < 40 De hoeveelheid van een component in het restafval kan ook worden gezien als de hoeveelheid die niet is gescheiden. Om deze hoeveelheden te kunnen beoordelen zijn in AVU verband zogenaamde aanvaardbare niveaus bepaald. Deze niveaus zijn afgeleid van de landelijke richtlijnen voor gescheiden inzamelen per component en de beoogde scheidingspercentages. Er zijn dus geen nieuwe AVU -normen ontwikkeld. De landelijke richtlijnen voor gescheiden inzamelen zijn omgerekend naar acceptabele hoeveelheden in het restafval. In de toelichting van AVU op de sorteeranalyses voor 2002 is dit uitgebreid toegelicht 16. In Tabel 3 zijn de AVU aanvaardbare niveaus vermeld. De via de sorteeranalyses bepaalde hoeveelheden in het restafval kunnen direct worden vergeleken met deze aanvaardbare niveaus. In het ideale geval is de hoeveelheid in het restafval minder dan het aanvaardbare niveau. Ook hierbij geldt weer dat vergelijken vooral zin heeft voor de uitkomsten in achtereenvolgende jaren; een tijdreeks geeft een betrouwbaarder beeld dan een enkele waarneming. Een voordeel van het gebruiken van aanvaardbare niveaus is dat dit een beeld geeft van het gescheiden inzamelen in een gemeente, los van de cijfers over de gescheiden ingezamelde hoeveelheden. Voor verschillende afvalstromen blijkt het namelijk (zoals eerder gezegd) moeilijk om de gescheiden ingezamelde hoeveelheden goed te bepalen. Bijvoorbeeld doordat andere organisaties dan de gemeente ook inzamelen en de gegevens niet worden doorgegeven (textiel) of doordat de gegevens niet per gemeente worden geregistreerd (witen bruingoed). Daarnaast is er soms vermenging met afval uit andere gemeenten of van bedrijven (papier, glas). Als er wel goede cijfers zijn over de gescheiden ingezamelde hoeveelheden heeft het gezien de nauwkeurigheid de voorkeur om die te vergelijken met de richtlijnen voor gescheiden inzamelen (zie de volgende paragraaf). In 2003 en 2004 zijn bij de sorteeranalyses een aantal nieuwe componenten gemeten: kunststoffen, hout, metalen en steenachtig materiaal. Voor deze componenten bestaan geen 16 In bijlage 4 van de toelichting voor 2002 is ingegaan op het landelijke beleid voor gescheiden inzamelen volgens het Landelijk afvalbeheerplan, de landelijke doelstellingen en richtlijnen. Er is ook een onderbouwing gegeven van de aanvaardbare niveaus. 16

17 scheidingsdoelstellingen. Er kunnen daardoor ook geen aanvaardbare niveaus worden afgeleid. Het is daardoor niet mogelijk om deze componenten beleidsmatig te beoordelen. Toch is de informatie over deze componenten wel waardevol. Het geeft een vollediger beeld van de samenstelling van het restafval. Dat is bruikbaar bij onderzoek naar verdere scheidingsmogelijkheden (bouw- en sloopafval, verpakkingen, kunststoffen e.d.) en naar de eigenschappen van het huishoudelijk restafval bij verbranding of voor het toepassen van nascheidingstechnieken. Dit komt verder naar voren bij de uitwerkingen per component in deel 3. 8 Beoordelen van het gescheiden inzamelen in een gemeente Om het gescheiden inzamelen in een gemeente te beoordelen kunnen nu per afvalcomponent drie vergelijkingen en beoordelingen worden gemaakt: 1. Gescheiden ingezamelde hoeveelheid De gescheiden ingezamelde hoeveelheid vergelijken met de landelijke richtlijn. De vergelijking met de landelijke richtlijn voor gescheiden inzamelen maakt duidelijk of het gescheiden inzamelen voldoende resultaat oplevert. 2. Hoeveelheid in het restafval Het vergelijken van de hoeveelheid van een component in het restafval met het aanvaardbare niveau geeft een indruk van de hoeveelheid die redelijkerwijs nog extra gescheiden zou kunnen worden ingezameld. 3. Scheidingsresultaat voor het totaal Per component kunnen de gescheiden ingezamelde hoeveelheid en de hoeveelheid in het restafval gezamenlijk worden beoordeeld. Daaruit blijkt of door beter inzamelen de hoeveelheid in het restafval in principe zo kan verminderen dat de inzamelresultaten voldoen aan de doelstelling. Als de richtlijn voor gescheiden inzamelen niet wordt gehaald is het nog de vraag of de hoeveelheid in het restafval zo groot is dat redelijkerwijs de richtlijn voor gescheiden inzamelen wel kan worden gehaald. Vooral voor papier is het afvalaanbod in een gemeente soms zo weinig dat de richtlijn redelijkerwijs niet kan worden gehaald. Naast de resultaten per component moet ook worden gekeken naar de scheidingspercentages voor het totaal aan huishoudelijke afvalstoffen en voor het grof huishoudelijk afval. Die kunnen worden vergeleken met de scheidingsdoelstellingen volgens het AOO. Deze drie vergelijkingen geven een samenhangend beeld van het gescheiden inzamelen en de wenselijkheid en mogelijkheden om tot verbetering te komen. In de toelichting voor 2002 is deze benadering verder beschreven en voor een voorbeeldgemeente uitgewerkt in bijlage 5: Model voor het presenteren van de uitkomsten van de sorteeranalyses in een gemeente 17. Hier is volstaan met een voorbeeld voor het beoordelen van het inzamelen van gft-afval in een gemeente. Zie Tabel 4. Tabel 4 Voorbeeld van het beoordelen van het gescheiden inzamelen van gft-afval Ontwikkeling van het gescheiden inzamelen van gft-afval in een gemeente Gft-afval in kg per inwoner Doel volgens: - Gescheiden ingezameld >125 Richtlijn AOO voor In het restafval < 50 Aanvaardbaar niveau AVU Conclusies: 1. Uit deze tijdreeksen kan men direct zien dat de gescheiden ingezamelde hoeveelheid al meer is dan de beoogde hoeveelheid volgens de richtlijn van het AOO. 17 Dit model zal worden uitgewerkt tot een dummy op de website van AVU. Zie de aanbeveling. 17

18 2. De resterende hoeveelheid gft-afval in het restafval is laag: al minder dan het als maximum aanvaardbare niveau. 3. Het gescheiden inzamelen van gft-afval gaat dus uitstekend, er is geen verbetering nodig. Aanbeveling: Op de website van AVU kan een dummy worden geplaatst voor een afvalmonitoring rapport, dat kan worden gedownload. De gemeenten kunnen hierin de eigen cijfers invoeren en zo snel een monitoringrapport opstellen. 18

19 Deel 3 Gescheiden inzamelen en samenstelling restafval in Utrecht 9 Ontwikkeling van de samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht De uitkomsten van de sorteeranalyses geven niet alleen per gemeente een beeld van de samenstelling van het restafval, maar ook voor de provincie als geheel. Door het grote aantal sorteeranalyses is het gemiddelde voor de provincie veel nauwkeuriger dan de uitkomsten voor de afzonderlijke gemeenten. Samenstelling in procenten De gemiddelde uitkomsten van de sorteeranalyses in 2004 in procenten zijn vergeleken met de uitkomsten in de voorgaande jaren. De percentages voor 2004 zijn ontleend aan bijlage 2. De percentages zijn vermeld in Tabel 5 en weergegeven in Figuur 1. Tabel 5 De samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht volgens de sorteeranalyses Component Gemiddelde concentratie in 2000/ Gft-afval 15,6 % 21,8 % 23,5 % 24,3 % Papier en karton 13,6 % 13,5 % 16,1 % 15,9 % Glas 3,4 % 3,2 % 4,1 % 4,1 % Textiel 2,2 % 2,7 % 3,0 % 2,7 % Wit- en bruingoed 0,52% 0,4 % 0,7 % 0,5 % Klein chemisch afval 0,25% 0,14% 0,13% 0,11% Totaal te scheiden 36 % 42 % 47 % 48 % Restfractie, waarvan 64 % 58 % 53 % 52 % Zeeffractie 8,7% 7,7% 8,5% 9,1% Kunststoffen 17 % 17 % Hout 2 % 2 % Steen 3 % 3 % Metalen 4 % 3 % 19

20 Figuur 1 Ontwikkeling van de samenstelling van het restafval in de provincie Utrecht Per component is de ontwikkeling in de afgelopen jaren als volgt: - Het percentage gft-afval is aan het begin van de jaren 2000 toegenomen, maar lijkt nu redelijk constant. - De percentages herbruikbaar papier, glas en textiel zijn aanvankelijk toegenomen, maar lijken nu ook weer constant. - Er is geen verandering voor wit- en bruingoed. - Het percentage klein chemisch afval is de afgelopen drie jaar constant. - De samenstelling van de restfractie is weinig veranderd. Opvallend is wel het hoge percentage kunststoffen. Kunststoffen zijn circa 1/6 van het restafval. Het is na het gft-afval de grootste component. Samengevat is het beeld dat het aandeel te scheiden componenten aanvankelijk is toegenomen, maar in de afgelopen twee jaar weinig is veranderd. Hoeveelheden per component in het restafval in kilogrammen per inwoner Hetzelfde beeld komt naar voren wanneer wordt gekeken naar de hoeveelheden per component in het restafval in kilogrammen per in woner volgens bijlage 3. Doordat de hoeveelheid restafval iets is afgenomen, zijn de toenames iets minder dan bij de percentages. Voor de meeste componenten is er zelfs een kleine afname. De hoeveelheden zijn vermeld in Tabel 6 samen met de aanvaardbare niveaus. 20

21 Tabel 6 De hoeveelheden per component in het restafval (gewogen naar inwoners) kg per inwoner in: Aanvaardbaar niveau AVU Gft-afval < 61,25 (gewogen gemiddelde van 75 en 40) Papier < 29 (gewogen gemiddelde van 40 en 20) Glas < 5 Textiel < 5 Web 0,9 1,8 1 < 1 Kca 0,4 0,3 0,3 < 0,25 Subtotaal te scheiden Som < 102 Huishoudelijk restafval < 210 Kunststoffen n.v.t. Hout n.v.t. Steen n.v.t. Metalen n.v.t. Het gemiddelde voor de provincie is bepaald uit de hoeveelheden per gemeente en gewogen naar het aantal inwoners. De hoeveelheden in 2002, 2003 en 2004 zijn vergeleken met de door AVU gehanteerde aanvaardbare niveaus 18 (zie Tabel 3 AVU-aanvaardbare niveaus voor de samenstelling van het restafval). 10 Gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht In aanvulling op de cijfers over de hoeveelheden in het restafval zijn cijfers van AVU en het CBS (AOO) verzameld over de gescheiden ingezamelde hoeveelheden in Utrecht. Deze cijfers kunnen worden vergeleken met de richtlijnen van het AOO voor gescheiden inzamelen. Om dit voor de provincie als geheel te kunnen doen zijn de richtlijnen per stedelijkheidsklasse omgerekend naar een gemiddelde voor de gehele provincie. De gescheiden ingezamelde hoeveelheden zijn vermeld in Tabel 7 samen met de omgerekende richtlijnen van het AOO. Tabel 7 Beoordeling gescheiden ingezamelde hoeveelheden in Utrecht Component Hoeveelheid gescheiden ingezameld per jaar in kg per inwoner CBS 2002 CBS 2003 AVU 2004 Gemiddelde richtlijn AOO 2006 Gft-afval > 89 Papier > 78 Glas > 22 Textiel 3,3 3,1 - > 5 Web 3,6 3,6 (AVU 4) 4,7 > (9) Kca 1,3 1,4 - > 2 Totaal gescheiden Huishoudelijk restafval AVU: < 210 Grof huishoudelijk restafval x AVU: < 40 Totaal restafval x AVU: < Voor gft-afval en papier is voor het aanvaardbare niveau voor de provincie een weging gemaakt naar het aantal inwoners in de gemeenten met stedelijkheidsklasse 1 en 2 (dit zijn de gemeenten Amersfoort, Nieuwegein, Utrecht en Veenendaal met 45% van de inwoners). 21

22 Tabel 7 Beoordeling gescheiden ingezamelde hoeveelheden in Utrecht en Tabel 6 De hoeveelheden per component in het restafval (ge wogen naar inwoners) geven de volgende indruk van het gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht: - Huishoudelijk restafval: De hoeveelheid restafval per inwoner ligt boven het aanvaardbare niveau. Meer scheiden en meer preventie blijven wenselijk. In totaal gaat het om circa 40 kilogram per inwoner meer scheiden en meer preventie. De afname van het restafval in 2004 is te danken aan veranderingen in Amersfoort: het gescheiden inzamelen is verbeterd door de overgang van duobakken naar aparte minicontainers voor huishoudelijk restafval en gft-afval en daarnaast is dit jaar gecorrigeerd voor bedrijfsafval. Het bedrijfsafval werd eerder meegeteld bij het huishoudelijk restafval. - Gft-afval: De hoeveelheid gft-afval in het restafval komt redelijk overeen met het aanvaardbaar niveau. De gescheiden ingezamelde hoeveelheid ligt provinciebreed nu bijna op de richtlijn. De verbetering in 2004 is vooral bereikt door beter gescheiden inzamelen in Amersfoort. - Papier en karton: De hoeveelheid papier en karton in het restafval is meer dan het aanvaardbaar niveau. Provinciebreed zou er 10 kg per inwoner meer papier moeten worden ingezameld. Vooral in de grote gemeenten is verbetering nodig. Dat blijkt ook uit de cijfers voor de gescheiden ingezamelde hoeveelheden: die zijn circa 20 kg/inwoner minder dan volgens de richtlijn van het AOO voor De ingezamelde hoeveelheid in 2004 is nog niet bekend. - Glas: De hoeveelheid glas in het restafval is aan de hoge kant. Er is maar in één gemeente minder dan het aanvaardbaar niveau van 5 kg per inwoner in het restafval gemeten. Er is een verbetering nodig van circa 5 kg per inwoner. Voor glas lijkt de (achterliggende) landelijke doelstelling van 90% gescheiden inzamelen niet reëel 19. Er wordt wel voldoende glas gescheiden ingezameld om aan de richtlijn van het AOO voor het inzamelen te voldoen. - Textiel: De hoeveelheid textiel in het restafval ligt met 7 kg/inwoner gemiddeld nog enkele kilo s boven het aanvaardbaar niveau van 5 kg/inwoner. De ingezamelde hoeveelheid is laag, maar in veel gemeenten wordt niet al het ingezamelde textiel geregistreerd. - Wit- en bruingoed: De gevonden hoeveelheid wit- en bruingoed in het restafval is in 2004 niet toegenomen en komt overeen met het aanvaardbaar niveau. De gescheiden ingezamelde hoeveelheid is wel flink toegenomen, maar toch nog minder dan volgens de landelijke doelstelling voor 90% gescheiden inzamelen. Omdat er weinig wit- en bruingoed in het restafval wordt aangetroffen is dit niet verontrustend. Wit- en bruingoed wordt ook langs andere wegen verwerkt: via de detaillisten en via de tweedehandshandel, en dan niet geregistreerd. - Klein chemisch afval: Voor klein chemisch afval is er voor de hoeveelheid in het restafval weinig verschil met het aanvaardbaar niveau. Het gescheiden inzamelen van deze component gaat blijkbaar naar wens, ook al ligt de ingezamelde hoeveelheid onder de richtlijn van het AOO. 11 Uitwerkingen per component In de volgende subparagrafen is eerst ingegaan op de hoeveelheden restafval en de samenstelling van het restafval in hoofdlijnen. Daarna zijn uitwerkingen per component gemaakt. Bij de uitwerkingen zijn beleidsaanbevelingen toegevoegd. Hierbij is dezelfde opzet gevolgd als in de toelichting op de sorteeranalyses van De uitwerkingen brengen de hoeveelheden per gemeente in beeld, de onderlinge verschillen, en voor enkele componenten de verschillen tussen 2003 en Er is dit jaar voor het eerst ook gebruik gemaakt van gegevens bij het CBS over de ingezamelde hoeveelheden per gemeente. Dit is gedaan voor afstemming met de cijfers van AVU en voor enkele componenten (o.a. grof tuinafval) voor aanvullende analyses. De CBS- 19 De beleidsdoelstelling van 90% is gebaseerd op de monitoring van het Convenant Verpakkingen. Daarbij wordt de op de markt gebrachte hoeveelheid glas bepaald en het hergebruik. Het verschil is - in theorie - de hoeveelheid in het restafval. Bij sorteeranalyses (van AVU en landelijk) wordt echter veel meer glas gevonden. Waarschijnlijk wordt niet al het op de markt gebrachte glas geregistreerd en is daardoor de doelstelling voor het scheidingspercentage voor de gemeenten te hoog gesteld. 22

23 cijfers zijn voor een deel nog voorlopig en worden eind 2005 gepubliceerd. De hoeveelheid restafval per inwoner en per gemeente De ingezamelde hoeveelheden restafval worden via AVU afgevoerd naar AVR. AVU heeft door de financiële administratie betrouwbare informatie over de hoeveelheden restafval per gemeente. Daarbij is een onderscheid gemaakt naar huishoudelijk restafval en grof huishoudelijk restafval. Het grof huishoudelijk restafval wordt niet direct verbrand, maar apart verwerkt via de scheidingsinstallatie van AVR. Er is gekeken naar het verband tussen de hoeveelheid restafval per inwoner en het aantal inwoners in een gemeente. In Figuur 2 is dat verband weergegeven voor (gewoon) huishoudelijk restafval, grof huishoudelijk restafval en het totaal aan restafval. Figuur 2 Hoeveelheid restafval per inwoner en aantal inwoners per gemeente - Uit de figuur blijkt dat de hoeveelheid restafval per gemeente varieert. Er is geen duidelijk verband met het aantal inwoners. - Gemiddeld over de provincie is 15% van het restafval grof huishoudelijk restafval (zie bijlage 1). In 2003 was dat 12%: door de gemeente Utrecht werd toen een deel van het grof huishoudelijk restafval niet via AVU afgevoerd. In enkele gemeenten is het grof huishoudelijk restafval meer dan 25%. - Het minste (totaal) restafval hebben de gemeenten Leusden (187 kg/inw) en Woudenberg (215 kg/inw). - Naast Utrecht (347 kg restafval per inwoner) hebben alleen de gemeenten Vianen (310 kg) en Wijk bij Duurstede (330 kg) meer dan 300 kg per inwoner aan restafval in totaal. Hiervoor is nog geen verklaring te geven. - De aanvaardbare niveaus voor restafval zijn 250 kg/inwoner voor het totaal, waarvan 210 kg voor (gewoon) huishoudelijk restafval en 40 kg voor grof huishoudelijk restafval. In de figuur is te zien dat veel gemeenten aan het aanvaardbaar niveau voor grof huishoudelijk restafval voldoen en maar weinig aan het niveau voor (gewoon) huishoudelijk restafval. In zes gemeenten is het totaal aan restafval minder dan 250 kg per inwoner. 23

24 Huishoudelijk restafval in 2003 en 2004 De hoeveelheid huishoudelijk restafval per gemeente in 2004 is vergeleken met de hoeveelheid in 2003: zie Figuur 3. Figuur 3 De hoeveelheid huishoudelijk restafval per gemeente in 2003 en 2004 (in kg per inwoner) Uit de figuur blijkt het volgende: - De hoeveelheid per gemeente varieert van 150 tot 300 kg per inwoner. Er is geen goede verklaring voor de verschillen tussen de gemeenten. - Er is in het algemeen weinig verschil tussen de hoeveelheid huishoudelijk restafval in 2003 en De gemeente Amersfoort is een uitschieter (rechts in de figuur). De hoeveelheid huishoudelijk restafval is er 118 kg per inwoner afgenomen (van 357 naar 239 kg per inwoner). Dit hangt samen met twee factoren: 1. In Amersfoort wordt via de gemeente ook bedrijfsafval ingezameld. Dit is bij AVU niet apart geadministreerd, maar als onderdeel van het huishoudelijk restafval. In overleg met de gemeente is hiervoor nu gecorrigeerd. De correctie is 63 kg per inwoner minder huishoudelijk restafval. 2. Het beëindigen van het gebruik van duobakken, waardoor de scheidingsresultaten slecht waren. Amersfoort is in de loop van 2003 overgegaan op het gebruik van aparte minicontainers voor restafval en gft-afval. De verwachting dat de scheidingsresultaten daardoor verbeteren en dat de hoeveelheid restafval afneemt is uitgekomen. Het is een aanzienlijke verbetering gebleken: het huishoudelijk restafval is in 2004 afgenomen met 55 kg per inwoner. - De tweede uitschieter is de gemeente Maarn (in het midden van de figuur): van 258 kg per inwoner in 2003 naar 206 kg per inwoner in Dit hangt samen met een betere registratie van huishoudelijk restafval en grof huishoudelijk restafval door de overgang van vuilniszakken naar minicontainers. In het verleden werd voor het grof huishoudelijk restafval een percentage aangehouden. In de nieuwe situatie blijkt het grof huishoudelijk restafval meer 24

25 te zijn. Dit wordt apart geregistreerd door de inzamelaar, maar nog wel aangeboden als huishoudelijk restafval. Het totaal aan restafval is in Maarn wel afgenomen: van 304 naar 282 kg per inwoner. Grof huishoudelijk restafval in 2003 en 2004 De hoeveelheid grof huishoudelijk restafval in 2004 is per gemeente vergeleken met de hoeveelheid in 2003: zie Figuur 4. Figuur 4 De hoeveelheid grof huishoudelijk restafval per gemeente in 2003 en 2004 (in kg per inwoner) Uit de figuur blijkt het volgende: - De hoeveelheid grof huishoudelijk restafval per gemeente varieert sterk: van bijna 0 tot 80 kg per inwoner. Verhoudingsgewijs zijn de verschillen tussen de gemeenten veel groter dan voor gewoon huishoudelijk restafval. - In een aantal gemeenten is er een flink verschil tussen de hoeveelheid in 2003 en in Dat kan samenhangen met veranderingen in de wijze van inzamelen of registreren. Voor enkele gemeenten is de achtergrond bekend, maar niet voor alle. Aanbeveling: Het lijkt zinvol om nader onderzoek te doen naar de achterliggende oorzaken van de verschillen in de hoeveelheden grof huishoudelijk restafval tussen de gemeenten onderling en per gemeente tussen 2003 en Dit is vooral van toepassing voor de gemeenten met: - een groot verschil tussen 2003 en heel weinig grof huishoudelijk restafval - heel veel grof huishoudelijk restafval. De samenstelling van het huishoudelijk restafval in hoofdlijnen Er is gezocht naar een verband tussen de hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner in een gemeente en de samenstelling van het huishoudelijk restafval. Voor iedere gemeente zijn in een grafiek de hoeveelheden van de verschillende componenten in het huishoudelijk restafval uitgezet tegen de hoeveelheid huishoudelijk restafval in kilogram per inwoner (volgens bijlage 3). In Figuur 5 is het verband weergegeven. 25

26 Figuur 5 De samenstelling van het huishoudelijk restafval per gemeente volgens de sorteeranalyses In de figuur is op de horizontale as de hoeveelheid huishoudelijk restafval uitgezet. Per gemeente zijn bij die hoeveelheid restafval verticaal de vier grootste componenten in het restafval weergegeven: gft-afval, papier, kunststoffen en glas. Door de punten is voor iedere component een trendlijn getrokken 20. Per gemeente kan als volgt in de figuur worden bepaald welke punten van toepassing zijn: In bijlage 1 is vermeld wat de hoeveelheid restafval in kg per inwoner is. Dat geeft de positie op de horizontale as. Verticaal is voor verschillende componenten uitgezet de hoeveelheid in het restafval volgens bijlage 3. Door deze punten in de figuur te markeren wordt de positie van de gemeente ten opzichte van de andere gemeenten in de provincie zichtbaar. - De variaties in de uitkomsten zijn vooral te verklaren uit de toevallige (statistische) variaties in de uitkomsten van de sorteeranalyses. De grote lijnen zijn echter duidelijk zichtbaar aan de weergegeven trendlijnen. - De hoeveelheid gft-afval, papier en glas in het restafval blijkt toe te nemen als er meer restafval is. Dat is op zichzelf logisch: er wordt dan minder gescheiden ingezameld. - Het tweede wat opvalt, is dat de hoeveelheid kunststoffen maar weinig toeneemt en betrekkelijk weinig varieert. De component kunststoffen bestaat voor het grootste deel uit verpakkingen. Kunststoffen worden niet gescheiden ingezameld. De verwachting is daardoor dat de hoeveelheid kunststof per inwoner/consument weinig zal verschillen van gemeente tot gemeente. Dat wordt enigszins bevestigd door de figuur, maar minder goed dan vorig jaar. Per inwoner is de hoeveelheid gemiddeld 40 kg met een variatie van 30 tot 50 kg en als uitschieter: 59 kg/inwoner in Utrecht. Gft-afval en grof tuinafval Voor gft-afval zijn bij AVU zowel de gescheiden ingezamelde hoeveelheden als de resterende hoeveelheden in het restafval per gemeente bekend. Naast het gft-afval wordt in veel gemeenten ook het grof tuinafval apart ingezameld. Het grof tuinafval wordt verwerkt bij een groencomposteerder, wat goedkoper is dan het composteren van gft-afval. De voorlo- 20 De optimale trendlijn is niet op het oog, maar via een statistische berekening bepaald. 26

27 pige cijfers over het grof tuinafval voor 2004 zijn ontvangen van het CBS. Dat maakt het dit jaar mogelijk om het totaal aanbod aan gftafval en tuinafval te onderzoeken. Voor het gft-afval is allereerst gekeken naar het verband met de hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner. In Figuur 6 is dit weergegeven 21. Figuur 6 Gescheiden gft-afval, de hoeveelheid in het huishoudelijk restafval en het totaal - Uit de trendlijnen in de figuur blijkt dat als er meer huishoudelijk restafval is, dit ook meer gft-afval bevat en er vooral minder gft-afval gescheiden wordt ingezameld. De totale hoeveelheid gft-afval is ook minder als er meer restafval is. Dat is opvallend: in de gemeenten met het grootste gft-aanbod wordt het beste gescheiden en blijft het minste gft-afval in het restafval achter. - De landelijke doelstelling voor het scheiden van gft-afval is 55%. De gescheiden ingezamelde hoeveelheid moet dus iets groter zijn dan de hoeveelheid in het restafval. Uit de figuur blijkt dat daar bijna steeds aan wordt voldaan: de ingezamelde hoeveelheden liggen meestal boven de hoeveelheden in het restafval. - Om te vergelijken met de richtlijnen van het AOO voor gescheiden inzamelen van gftafval zou de figuur moeten worden uitgesplitst voor de verschillende stedelijkheidsklassen. Dat is nu nog niet gedaan. Voor de veel voorkomende stedelijkheidsklassen 3 en 4 is de richtlijn voor gescheiden inzamelen 105 respectievelijk 125 kg /inwoner. Veel gemeenten voldoen daaraan. Men kan ook zien dat veel gemeenten voldoen aan het AVU-aanvaardbaar niveau van < 50 kg gft-afval in het restafval voor de stedelijkheidsklassen 3, 4 en 5 en van < 75 kg voor de stedelijkheidsklassen 1 en 2. (Zie Tabel 3 AVU-aanvaardbare niveaus voor de samenstelling van het restafval en Tabel 2 AOO-richtlijnen voor de gescheiden in te zamelen hoeveelheden in kg per inwoner). - De variatie in de hoeveelheden gft-afval in het huishoudelijk restafval kan worden toegeschreven aan de spreiding in de uitkomsten van de sorteeranalyses. Het is opvallend dat er een nog grotere variatie is in de gescheiden ingezamelde hoeveelheden gft-afval en in het totaalaanbod aan gftafval 22. Het totaalaanbod varieert van 100 tot 250 kg per inwoner. Voor de meest stedelijke gemeenten is dit te begrijpen, 21 Per gemeente kan in de figuur de positie worden bepaald: zie de toelichting in het kader bij figuur De variatiecoëfficiënt voor gft-afval in het restafval is 0,19. Voor het ingezamelde gft-afval is de variatiecoëfficiënt bijna tweemaal zo groot: 0,35. De variatiecoëfficiënt is de statistische maat voor de relatieve spreiding (= de standaardafwijking gedeeld door het gemiddelde). 27

28 maar voor de kleinere, landelijke gemeenten niet. Misschien is er een verband met de ophaalfaciliteiten of met het gescheiden inzamelen van grof tuinafval? Dit zou nog verder kunnen worden onderzocht. - Per gemeente kan men met de gegevens uit de bijlagen 1 en 3 de positie ten opzichte van de andere gemeenten in Utrecht bepalen. - Uitschieters met meer dan 200 kg/inwoner totaal aan gft-afval zijn de gemeenten Amerongen (238 kg), Doorn (220), Eemnes (202), Leersum (225), Maarn (205) en Montfoort (205). In deze gemeenten wordt veel gft-afval ingezameld. Grof tuinafval en gft-afval In Figuur 7 is naast het gft-afval ook het apart ingezamelde grof tuinafval weergegeven en het totaal aan groenafval: gft-afval + gft-afval in het restafval + grof tuinafval. Figuur 7 Gft-afval en grof tuinafval per gemeente in 2004 In Figuur 7 valt op dat het ingezamelde grof tuinafval (gegevens van het CBS) doorgaans minder is dan 50 kg per inwoner. Er zijn twee uitschieters: Leusden met 166 en Lopik met 94 kg per inwoner. In Leusden zijn verspreid over de gemeente circa 30 tuingroen depots, waarvan blijkbaar veel gebruik wordt gemaakt. Voor het grote aanbod in Lopik is nog geen verklaring. Het lijkt zinvol om het verband tussen het aanbod van gft-afval en grof tuinafval verder te onderzoeken. Men zou verwachten: hoe meer grof tuinafval, hoe minder gft-afval. Er is echter geen duidelijk verband gevonden. Zie Figuur 8. Waarschijnlijk is er een tweede mechanisme: in gemeenten met een groot aanbod aan gft-afval is er ook veel grof tuinafval. De gemeenten met een groot aanbod aan gftafval en weinig grof tuinafval kunnen overwegen om het apart aanbieden van grof tuinafval te stimuleren. Het verwerken daarvan is goedkoper. Een neveneffect is echter dat er dan waarschijnlijk ook extra tuinafval wordt aangetrokken, dat nu thuis wordt gecomposteerd of in de tuin blijft liggen. 28

29 Figuur 8 Verband tussen inzamelen van gft-afval en grof tuinafval Gft-afval in 2003 en 2004 De gescheiden ingezamelde hoeveelheid gft- afval per gemeente in 2004 is vergeleken met Dit is weergegeven in Figuur 9. Figuur 9 Gescheiden ingezameld gft-afval per gemeente in 2003 en 2004 (kg per inwoner) 29

30 Uit de figuur blijkt dat: - De ingezamelde hoeveelheden in 2003 en 2004 verschillen in het algemeen weinig. Er is vaak een kleine toename. - De gemeente Amersfoort springt eruit. De hoeveelheid is toegenomen van 28 naar 80 kg per inwoner! Dit is het gevolg van de overgang van duobakken naar gescheiden inzamelen met verschillende minicontainers voor gft-afval en huishoudelijk restafval. Tuinafval in het gft-afval Bij de sorteeranalyses is in 2004 en in 2003 ook onderzocht welk deel van het gft-afval in het restafval bestaat uit tuinafval. Het aandeel van tuinafval blijkt in beide jaren gemiddeld minder dan 10% van het gft-afval te zijn. Dat is minder dan doorgaans wordt verwacht. Er komt dus gemiddeld maar weinig tuinafval in het restafval terecht. Dit betekent dat: - Bij de voorlichting over gft-afval in het algemeen veel aandacht moet worden gegeven aan het gescheiden aanbieden van het groente- en fruitafval, en minder aan het tuinafval. - De samenstelling van het restafval waarschijnlijk weinig gevoelig is voor seizoensinvloeden, doordat maar weinig tuinafval in het restafval terecht komt. Deze constatering is ook door Eureco bevestigd op basis van de ervaringen met sorteeranalyses elders. De sorteeranalyses in Utrecht zijn allemaal in het najaar uitgevoerd, maar het effect daarvan op de uitkomsten is dus waarschijnlijk heel beperkt. Gft-afval en aantal inwoners per gemeente In Figuur 10 is de ingezamelde hoeveelheid gft-afval uitgezet tegen het aantal inwoners per gemeente. In de figuur is ook het huishoudelijk restafval weergegeven en het gft-afval in het huishoudelijk restafval. Figuur 10 Ingezameld gft-afval en huishoudelijk restafval uitgezet tegen het aantal inwoners Uit de figuur blijkt dat de hoeveelheid gescheiden ingezameld gft-afval per inwoner snel afneemt als het aantal inwoners toeneemt. De afname gaat veel sneller dan de toename van het restafval. De hoeveelheid gft-afval in het restafval verandert maar weinig. Daaruit blijkt 30

31 dat in de kleine gemeenten veel meer gft-afval wordt aangeboden dan in de grote gemeenten 23. Dit gft-afval wordt daar ook gescheiden aangeboden. Papier en karton In Figuur 5 De samenstelling van het huishoudelijk restafval per gemeente volgens de sorteeranalyses zijn de in het restafval aangetroffen hoeveelheden herbruikbaar papier en karton per gemeente al weergegeven. Een deel van de gemeenten maakt (14 voor al het papier en 8 gedeeltelijk, zie bijlage 1) gebruik van de AVU-regeling voor het inzamelen en verkopen van oud papier en karton. Voor deze gemeenten is ook bekend welke hoeveelheden papier gescheiden zijn ingezameld. De gegevens van de 14 gemeenten die volledig gebruik maken van de AVU regeling zijn weergegeven in Figuur Figuur 11 Gescheiden ingezameld papier en papier in het huishoudelijk restafval in gemeenten met de AVU regeling De figuur komt sterk overeen met de vorig jaar gevonden figuur. - Uit de figuur blijkt verder dat in bijna alle gemeenten de hoeveelheid papier in het restafval meer is dan het aanvaardbaar niveau van 20 kg/inwoner. Het aanvaardbaar niveau is blijkbaar moeilijk te halen. In de figuur is één gemeente uit stedelijkheidsklasse 2 opgenomen (Amersfoort), waarvoor het aanvaardbaar niveau < 40 kg/inwoner is. Hieraan wordt met 39 kg per inwoner precies voldaan. - De ingezamelde hoeveelheid papier is meestal minder dan de door het AOO aangegeven richtlijnen voor 2006 (> 85 kg bij stedelijkheidsklasse 3; > 90 kg bij klasse 4 en > 95 kg per inwoner bij klasse 5). Het totaal aan papier is in de meeste gemeenten minder dan 100 kg per inwoner. De richtlijnen van het AOO zijn dan niet haalbaar: er is gewoon te weinig papier bij het afval. Glas In vrijwel alle Utrechtse gemeenten wordt het verpakkingsglas ingezameld via AVU. De gegevens van de gemeenten zijn weergegeven in Figuur In de nabije toekomst zal dit beeld veranderen door het samenvoegen van kleine gemeenten (zoals de MALDD gemeenten). 24 Per gemeente kan in de figuur de positie worden bepaald: zie de toelichting in het kader bij figuur Per gemeente kan in de figuur de positie worden bepaald: zie de toelichting in het kader bij figuur 5. 31

32 Figuur 12 Gescheiden ingezameld glas en glas in het huishoudelijk restafval per gemeente De figuur heeft hetzelfde verloop als vorig jaar. - Uit de figuur blijkt dat als er meer huishoudelijk restafval per inwoner wordt ingezameld er ook meer glas in het restafval aanwezig is en er minder glas gescheiden wordt ingezameld. Het is opvallend dat het totaal aan glas afneemt als er meer huishoudelijk restafval is. - In de figuur valt verder op dat de hoeveelheden glas in het huishoudelijk restafval en de gescheiden ingezamelde hoeveelheden sterk variëren. Hiervoor is niet meteen een verklaring te geven. - De hoeveelheid glas in het restafval ligt bijna steeds boven het aanvaardbare niveau van 5 kg per inwoner. Dit aanvaardbare niveau is blijkbaar nauwelijks haalbaar. Toch kan hierbij worden opgemerkt dat volgens sorteeranalyses in Vlaanderen dit niveau daar wel wordt gehaald, terwijl de inzamelmethodiek voor glas daar weinig anders is dan in Nederland 26. De hoeveelheid restafval per inwoner is in Vlaanderen echter wel veel lager dan in Nederland en in de provincie Utrecht. - De gescheiden ingezamelde hoeveelheden glas liggen bijna overal boven de richtlijn van het AOO van > 23 kg per inwoner (en 20 kg voor de gemeente Utrecht in stedelijkheidsklasse 1). Glas inzamelen in 2003 en 2004 De gescheiden ingezamelde hoeveelheden glas per gemeente in 2003 en 2004 zijn met elkaar vergeleken in Figuur Sorteeranalyse-onderzoek huishoudelijke afvalstoffen , OVAM, 2003 en Jaarverslag 2003 (Facts & figures), FOST Plus, Per gemeente kan in de figuur de positie worden bepaald: zie de toelichting in het kader bij figuur 5. 32

33 Figuur 13 Gescheiden ingezameld glas per gemeente in 2003 en 2004 (in kg per inwoner) Uit de figuur blijkt dat: - De verschillen tussen 2003 en 2004 klein zijn. Blijkbaar is het inzamelen per gemeente redelijk constant. - De grootste hoeveelheid glas wordt ingezameld in Woudenberg. Deze gemeente heeft daarvoor van de glasbranche voor 2004 de gouden glasbak gekregen. Van de gemeente Woudenberg is wel bekend dat er veel glas uit omliggende gemeenten wordt ingezameld via één supermarkt (Hoogvliet). Dat is een belangrijke verklaring voor de hoge opbrengst. - In de gemeenten Amerongen, Lopik, Nieuwegein en Renswoude is in beide jaren minder dan 20 kg per inwoner ingezameld. Waarschijnlijk gaat glas uit Amerongen naar Veenendaal en uit Leersum naar Woudenberg. In Nieuwegein wordt glas ook huis aan huis opgehaald door de gemeente. Voor het lage aanbod in Lopik is nog geen verklaring. Textiel De bij de sorteeranalyses gevonden hoeveelheden textiel en schoenen zijn per gemeente weergegeven in Figuur 14. Schoenen worden gerekend bij het gescheiden in te zamelen textiel. Figuur 14 Textiel en schoenen in het restafval per gemeente 33

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005 Toelichting voor de gemeenten De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005 Samenstelling van het restafval en gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht in 2005 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

AVU afvalmonitoring 2006 2011

AVU afvalmonitoring 2006 2011 1 AVU (Afvalverwijdering Utrecht) Postbus 3250, 3760 DG Soest Lange Brinkweg 81, 3764 AB Soest Telefoon 035-6032303 Fax 035-6035544 e-mail: info@avu.nl www.avu.nl Bibliografische gegevens AVU afvalmonitoring

Nadere informatie

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011 Memo Onderwerp Afvalinzameling: vergelijking Zevenaar- 1 Inleiding Afvalscheiding is belangrijk. Door scheiding aan de bron (in de huishoudens) kunnen afvalcomponenten en fracties worden verkregen die

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen 2011 Doss. no. 10233 Tilburg, 21 maart 2011 2011 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com Bestuurlijke samenvatting

Nadere informatie

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval. Gemeente BOXTEL

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval. Gemeente BOXTEL Sorteeranalyse huishoudelijk restafval Gemeente BOXTEL Najaar 2 Inleiding Gemeente Boxtel heeft in haar tweede afvalstoffenplan 224 concrete en meetbare doelstellingen neergelegd ten aanzien van hetgeen

Nadere informatie

CONCEPT. Afvalmonitor / effectmeting Wormerland. Doss. no Tilburg, 8 juni Afvalmonitor / effectmeting Wormerland 2006

CONCEPT. Afvalmonitor / effectmeting Wormerland. Doss. no Tilburg, 8 juni Afvalmonitor / effectmeting Wormerland 2006 2006 CONCEPT Doss. no. 50151 Tilburg, 8 juni 2007 2006 Bureau Milieu & Werk BV Goirkestraat 82 a Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com 2 Bestuurlijke

Nadere informatie

Sorteeranalyse huishoudelijk afval 2009, Gemeente Doetinchem

Sorteeranalyse huishoudelijk afval 2009, Gemeente Doetinchem Sorteeranalyse huishoudelijk afval 2009, Gemeente Doetinchem In opdracht van Gemeente Doetinchem Projectnummer M09B0123 Documentnaam S:\data\Project\Milz09\M09B0123\Rapportage\m09b0123.r04_juno.doc Postadres

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Brielle

Afvalmonitor / effectmeting Brielle 2014 Doss. no. 15A545 Tilburg, maart 2015 2014 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend 2011 Doss. no. 10242 Tilburg, 5 juni 2012 2011 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com Bestuurlijke samenvatting

Nadere informatie

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 Benchmark Analyse (peiljaar 2010) Definitief In opdracht van NVRD Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer M11B0027 Datum 4 april 2012 Postadres Postbus 5076 6802 EBARNHEM

Nadere informatie

Notitie inzameling huishoudelijk afval 2010

Notitie inzameling huishoudelijk afval 2010 Notitie inzameling huishoudelijk afval 2010 Inleiding In deze notitie worden de gegevens inzake de inzameling van huishoudelijk afval in Sint-Oedenrode over 2010 geanalyseerd. Leeswijzer Daartoe worden

Nadere informatie

Afvalmonitor Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen

Afvalmonitor Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen Afvalmonitor 2017 Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen 18 juli 2018 Inhoudsopgave BESTUURLIJKE SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 7 1.1 AFVALMONITORING GEMEENTEN... 7 1.2 SYSTEMATIEK

Nadere informatie

: Commissie SOB : P.L. van Meekeren : 19 maart 2019 : Afvalmonitor / Effectmeting 2018 : rapportage Afvalmonitor 2018

: Commissie SOB : P.L. van Meekeren : 19 maart 2019 : Afvalmonitor / Effectmeting 2018 : rapportage Afvalmonitor 2018 M E M O Aan Van Datum Onderwerp Bijlagen Registratienummer : 1468768 : Commissie SOB : P.L. van Meekeren : 19 maart 2019 : Afvalmonitor / Effectmeting 2018 : rapportage Afvalmonitor 2018 Hierbij stuur

Nadere informatie

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot 2017 gemeente Doss. no. 18AA507 Tilburg, 19 februari 2018 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 1011 5000 JH Tilburg Tel: 085-771995

Nadere informatie

R ense M ilieu A dvies

R ense M ilieu A dvies R ense M ilieu A dvies Elzenlaan 40 1214 KM Hilversum 035-7.725.027 r.rense@chello.nl Dummy voor de afvalmonitoring door de gemeenten in de provincie Utrecht Toelichting 28 februari 2006 Project: Opdrachtgever:

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Gemeente Purmerend

Afvalmonitor / effectmeting Gemeente Purmerend Afvalmonitor / effectmeting Doss. no. 15A519 Tilburg, 10 februari De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 085-7731995 E-mail: info@deafvalspiegel.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

in opdracht van Nedvang rapport

in opdracht van Nedvang rapport in opdracht van Nedvang rapport Doss. no. : 14A557 Tilburg, 1 augustus 2014 in opdracht van Nedvang Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102

Nadere informatie

gemeentebestuur Aan de gemeenteraad datum 28 februari 2017 uw kenmerk betreft Afvalmonitor 2016

gemeentebestuur Aan de gemeenteraad datum 28 februari 2017 uw kenmerk betreft Afvalmonitor 2016 gemeentebestuur PUBMEREN #+ Postbus 15 1440 AA Purmerend telefoon 0299-452452 telefax 0299-452124 Aan de gemeenteraad uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 1 355597 datum 28 februari 2017 betreft Afvalmonitor

Nadere informatie

Memo. de leden van de gemeenteraad. het college. Datum: 5 mei 2015. scenario s het nieuwe inzamelen. Geachte leden van de raad,

Memo. de leden van de gemeenteraad. het college. Datum: 5 mei 2015. scenario s het nieuwe inzamelen. Geachte leden van de raad, Memo Aan: Van: de leden van de gemeenteraad het college Datum: 5 mei 2015 Betreft: scenario s het nieuwe inzamelen Geachte leden van de raad, Afval is grondstof. Ons afval is rijk aan grondstoffen die

Nadere informatie

Afvalinzameling in Ten Boer

Afvalinzameling in Ten Boer Afvalinzameling in Age Stinissen Mei 2016 Kübra Ozisik www.os-groningen.nl Inhoud Samenvatting 2 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 1.3 Opzet van het onderzoek

Nadere informatie

Eindrapportage Sorteeranalyses huishoudelijk afval GEVULEI 2011

Eindrapportage Sorteeranalyses huishoudelijk afval GEVULEI 2011 Eindrapportage Sorteeranalyses huishoudelijk afval GEVULEI 2011 NV IRADO Fokkerstraat 550 Postbus 58 3100 AB SCHIEDAM Tel: 010 631 56 80 Fax: 010 631 55 08 Schiedam, oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord...

Nadere informatie

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder Discussiëren over de toekomst Waarom hebben we een nieuw afvalbeleid nodig? Het afval in de Waardlanden gemeenten kan aan de bron nog meer gescheiden worden

Nadere informatie

Sorteeranalyse grof huishoudelijk restafval 2014. In opdracht van gemeente Brielle

Sorteeranalyse grof huishoudelijk restafval 2014. In opdracht van gemeente Brielle In opdracht van gemeente Brielle verslag Doss. no. 13A585 Tilburg, 13 januari 2015 In opdracht van gemeente Brielle Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400

Nadere informatie

Gemeente Tholen. Doss. no. 16AA557. Tilburg, 1 november Verslag sorteeranalyses 2016

Gemeente Tholen. Doss. no. 16AA557. Tilburg, 1 november Verslag sorteeranalyses 2016 Verslag sorteeranalyses 2016 Gemeente Tholen Doss. no. 16AA557 Tilburg, 1 november 2016 Verslag sorteeranalyses 2016 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 085-7731995

Nadere informatie

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017 Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017 Inhoudsopgave 1 Bestuurlijke samenvatting 3 2 Inleiding 4 3 Scheidingsresultaten 5 3.1 Totaaloverzicht 5 3.2 Restafval

Nadere informatie

2015-153. BIJLAGE 2: Scenario's afvalbeleidsplan Nieuwegein

2015-153. BIJLAGE 2: Scenario's afvalbeleidsplan Nieuwegein BIJLAGE 2: Scenario's afvalbeleidsplan Nieuwegein Behorend bij raadsinformatieavond 8 januari 2015 Toelichting op de gebruikte termen vindt u aan het einde van dit document 2015-153 Scenario 1: Geen nieuwe

Nadere informatie

Bijlage 1: Informatie over het beleidskader en de LAP-doelstellingen

Bijlage 1: Informatie over het beleidskader en de LAP-doelstellingen Bijlage 1: Informatie over het beleidskader en de LAP-doelstellingen Formeel kader en beleidskader Gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer een wettelijke zorgplicht voor de periodieke inzameling

Nadere informatie

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder Discussiëren over de toekomst Waarom hebben we een nieuw afvalbeleid nodig? Het afval in de Waardlanden gemeenten kan aan de bron nog meer gescheiden worden

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend 2014 Doss. no. 14A515 Tilburg, 16 maart 2015 2014 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

sectorplan 1 Huishoudelijk restafval

sectorplan 1 Huishoudelijk restafval sectorplan Huishoudelijk restafval Achtergrondgegevens. Belangrijkste afvalfracties Grove en fijne materiaalstromen zoals organisch afval, papier/karton, kunststoffen, glas, metalen, keramiek, hout en

Nadere informatie

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities Afval is een Keus Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval Maarten Goorhuis Senior beleidsmedewerker, NVRD NVRD Regio Noord Nederland 20 juni 2013 Definities Grof huishoudelijk afval Afvalstoffen

Nadere informatie

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING NVRDBENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING Organisatie: Gemeente Locatie: Stedelijkheidsgroep: Klasse 3 INLEIDING Voor u ligt de managementsamenvatting van de prestaties van in de NVRD benchmark

Nadere informatie

Valkenburg aan de Geul: Analyse Huishoudelijk Restafval, Amsterdam, maart 2017 Rapport 1610

Valkenburg aan de Geul: Analyse Huishoudelijk Restafval, Amsterdam, maart 2017 Rapport 1610 Valkenburg aan de Geul: Analyse Huishoudelijk Restafval, 2016 Amsterdam, maart 2017 Rapport 1610 Inhoudsopgave 1. Achtergrond 1 2. Aanpak 2 3. Resultaten 3 4. Samenstelling in gewichtspercentages 4 5.

Nadere informatie

Bestuursmonitor Gemeente Twenterand. Zwolle, 15 mei 2013

Bestuursmonitor Gemeente Twenterand. Zwolle, 15 mei 2013 Bestuursmonitor 2012 Gemeente Twenterand Zwolle, 15 mei 2013 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 1 DOELSTELLINGEN... 1 LEESWIJZER... 1 2. INZAMELING GRONDSTOFFEN... 2 INZAMELRESULTATEN... 2 HERGEBRUIK... 2

Nadere informatie

in de Regio West-Brabant 6 juni 2017

in de Regio West-Brabant 6 juni 2017 Afvalbenchmark 2016 in de Regio West-Brabant 6 juni 2017 Doss. no. 16CC168 Tilburg, 6 juni 2017 Afvalbenchmark 2016 in de Regio West-Brabant De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg

Nadere informatie

TOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010

TOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010 TOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010 Algemeen Hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer (Wm) gaat over afvalstoffen. Hierin is vastgelegd dat de gemeenteraad een afvalstoffenverordening

Nadere informatie

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen Bijlage Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen mei 2009 Pagina 1 van 7 Samenvatting In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de mate waarin als gevolg van

Nadere informatie

Publicaties Uitvoering Afvalbeheer

Publicaties Uitvoering Afvalbeheer Publicaties Uitvoering Afvalbeheer Hieronder vindt u het overzicht van publicaties uitgebracht tot en met 2010 door Uitvoering Afvalbeheer (UA) en het voormalige Afval Overleg Orgaan (AOO) op onderwerp.

Nadere informatie

sectorplan 18 Papier en karton

sectorplan 18 Papier en karton sectorplan Papier en karton 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Papier en karton 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, kantoren en grafische industrie 3. Aanbod in 2000 (in Nederland) 4.160

Nadere informatie

Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil

Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil Rene Huisman (RAD Hoeksche Waard) Kees Lamain(Areareiniging) Meer recycling via de milieustraten Rene Huisman (RAD Hoeksche Waard) MEER RECYCLING

Nadere informatie

SAMENSTELLING VAN HET HUISHOUDELIJK RESTAFVAL. Resultaten sorteeranalyses 2007 UITVOERING AFVALBEHEER

SAMENSTELLING VAN HET HUISHOUDELIJK RESTAFVAL. Resultaten sorteeranalyses 2007 UITVOERING AFVALBEHEER SAMENSTELLING VAN HET HUISHOUDELIJK RESTAFVAL Resultaten sorteeranalyses 2007 UITVOERING AFVALBEHEER SENTERNOVEM Februari 2008 Samenstelling van het huishoudelijk restafval : resultaten sorteeranalyses

Nadere informatie

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie Masterclass Afval en Grondstof Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie Gemeentelijk Afvalcongres, 19 maart 2015 AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. Afvalmanagement Ladder van

Nadere informatie

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, Indicator 24 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De fractie gescheiden ingezameld

Nadere informatie

16R.00045 RAADSINFORMATIEBRIEF 16R.00045

16R.00045 RAADSINFORMATIEBRIEF 16R.00045 RAADSINFORMATIEBRIEF 16R.00045 ^Įļ ļļjjļļļjļ gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum : 2 februari 2016 Portefeuillehouder(s) : wethouder Stolk Portefeuille(s) : Afval S Reiniging

Nadere informatie

Advies: in te stemmen met bijgaande RIB en deze naar de raad te sturen

Advies: in te stemmen met bijgaande RIB en deze naar de raad te sturen VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: R. van Hattem Tel nr: Nummer: 16A.00095 Datum: 1 februari 2016 Team: A&R Tekenstukken: Ja Bijlagen: 3 Afschrift aan: V. Griessler N.a.v.

Nadere informatie

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

Jaarplan 2012 gemeente Velsen Jaarplan 2012 gemeente Velsen januari 2012 HVCinzameling Miriam Dijst Adviseur Gemeenten 12 januari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Maatregelen afvalbeheerplan 6 3. Maatregelen 2012 7 4. Planning

Nadere informatie

Onderzoek Afval. Rapportage Onderzoek Afval. Utrecht, mei DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick

Onderzoek Afval. Rapportage Onderzoek Afval. Utrecht, mei DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick Rapportage In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Montfoort Rosita Driessen Utrecht, mei 2017 DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 030

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen 2012 Doss. no. 11218 Tilburg, 9 april 2013 2012 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com Bestuurlijke samenvatting

Nadere informatie

Meer waarde uit afval. Oriëntatie commissie Papendrecht 10 februari 2016, Dion van Steensel

Meer waarde uit afval. Oriëntatie commissie Papendrecht 10 februari 2016, Dion van Steensel Meer waarde uit afval Oriëntatie commissie Papendrecht 10 februari 2016, Dion van Steensel Inhoud 1. Aanleiding/kader 2. Stand van zaken Papendrecht 3. Verbetervoorstellen 4. Verwachte effecten 1. Aanleiding/kader

Nadere informatie

EVALUATIE PILOT HET NIEUWE INZAMELEN IN LUNETTEN

EVALUATIE PILOT HET NIEUWE INZAMELEN IN LUNETTEN EVALUATIE PILOT HET NIEUWE INZAMELEN IN LUNETTEN December 2013 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten van de pilot in Lunetten 4 2.1 Doel van de pilot 4 2.2 Randvoorwaarden 4 2.3 Doorlooptijd 4 2.4 Het

Nadere informatie

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2011. Datum februari 2012

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2011. Datum februari 2012 Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2011 Datum februari 2012 Agentschap NL. Alle rechten voorbehouden. Het overnemen van onderdelen uit deze publicatie is alleen toegestaan,

Nadere informatie

Gemeente Heemstede. Verslag nulmeting

Gemeente Heemstede. Verslag nulmeting Sorteeranalyses fijn restafval 2017 Verslag nulmeting Doss. no. 17AA584 Tilburg, 11 december 2017 Sorteeranalyses fijn restafval 2017 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 311 5000 JH Tilburg Tel:

Nadere informatie

!"# $%&'()! *+, " '($)*'+#$#)*'! !"#$%& #'(&)*+*, +-../ ".,-&#%0(&#$#&# 0!!"1. 1"! 1". " "20".

!# $%&'()! *+,  '($)*'+#$#)*'! !#$%& #'(&)*+*, +-../ .,-&#%0(&#$#&# 0!!1. 1! 1.  20. !"# $%&'()! *+, "!"#$%& '($)*'+#$#)*'!,----#)*'!)))*'+ $. /%!"#$%& #'(&)*+*, +-../ ".,-&#%0(&#$#&# 0!!"1. 1"! 1". " "20". AVU Lange Brinkweg 81 Postbus 3250 3760 DG Soest telefoon 035-6032303 fax 035-6035544

Nadere informatie

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 3. Omgekeerd inzamelen... 4 4. Voorscheiding plastics... 5 5. Oud papier en karton... 5 6. GFT... 6 7. Conclusie...

Nadere informatie

Gemeente Waterland. Doss. no. 18AA554. Tilburg, 3 oktober Verslag sorteeranalyses 2018

Gemeente Waterland. Doss. no. 18AA554. Tilburg, 3 oktober Verslag sorteeranalyses 2018 Verslag sorteeranalyses 2018 Gemeente Waterland Doss. no. 18AA554 Tilburg, 3 oktober 2018 Verslag sorteeranalyses 2018 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 085-7731995

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Afvalstoffennotitie gemeente Montfoort 2011. Beschrijving en evaluatie van de afvalinzameling in Montfoort

Achtergrondinformatie. Afvalstoffennotitie gemeente Montfoort 2011. Beschrijving en evaluatie van de afvalinzameling in Montfoort Achtergrondinformatie Afvalstoffennotitie gemeente Montfoort 2011 Beschrijving en evaluatie van de afvalinzameling in Montfoort Versie: 2 november 2011 Opgesteld door Rense Milieu Advies in opdracht van

Nadere informatie

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, Indicator 22 augustus 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Na 2000 is de fractie gescheiden

Nadere informatie

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen 2014 Doss. no. 13A600 Tilburg, 3 maart 2015 2014 Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013-5434400 Fax: 013-5443102 E-mail: Info@bureaumw.com kilogram per inwoner

Nadere informatie

Respons Van de 779 benaderde panelleden hebben 544 de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 70%.

Respons Van de 779 benaderde panelleden hebben 544 de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 70%. Inleiding Keuze voor de toekomst: inzameling van afval De gemeente Oss moet de komende jaren besparen. Ook het inzamelen van huishoudelijk afval moet slimmer en goedkoper worden. Uit het oogpunt van duurzaamheid

Nadere informatie

Informatieve raadsbijeenkomst

Informatieve raadsbijeenkomst Afvalbeleidsplan Sliedrecht 2014 en verder 4 september 2013 Informatieve raadsbijeenkomst 1 Doelstelling materiaalhergebruik: van 53 % 60 % 65% (2020) De gemeente neemt haar maatschappelijke verantwoording

Nadere informatie

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT Afval? SAMEN HALEN WE ERUIT WAT ERIN ZIT! Gemeentelijk Afvalcongres 19 maart 2015 Ing. D.J.B. Sakko Beleidsadviseur Proef droog en herbruikbaar liep af Bij oud papier

Nadere informatie

Naam en telefoon Portefeuillehouder

Naam en telefoon Portefeuillehouder Onderwerp Evaluatie proef afvalinzameling en pilots Datum Afdeling 6 december 2016 SLWE Naam en telefoon Portefeuillehouder A. de Smit, 9287 J. van der Schoot Waarover wil ik u informeren? Op 1 januari

Nadere informatie

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum februari 2011

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum februari 2011 Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2010 Datum februari 2011 Agentschap NL. Alle rechten voorbehouden. Het overnemen van onderdelen uit deze publicatie is alleen toegestaan,

Nadere informatie

Monitor 2013 ROVA. Zwolle, 16 mei 2014

Monitor 2013 ROVA. Zwolle, 16 mei 2014 Monitor 2013 ROVA 1 Zwolle, 16 mei 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Inzameling Grondstoffen... 5 3. Circulaire economie en klimaat... 14 4. Communicatie en Educatie... 16 5. Financieel... 17 6.

Nadere informatie

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort Door gemeente Montfoort zijn 4 toekomstige scenario s voor het afvalbeheer geformuleerd. Wat zijn de verwachte effecten indien deze scenario s worden

Nadere informatie

Van Afval Naar Grondstof:

Van Afval Naar Grondstof: Van Afval Naar Grondstof: Tynaarlo als speler in de markt Presentatie afvalbeleid Tynaarlo 1 Waar gaat het vanavond over? 1. Huidige stand van zaken 2. Van Afval Naar Grondstof (Vang) doelstellingen 3.

Nadere informatie

in de Regio West-Brabant 26 juni 2015

in de Regio West-Brabant 26 juni 2015 Afvalbenchmark 2014 in de Regio West-Brabant 26 juni 2015 Doss. no. 14C136 Tilburg, 26 juni 2015 Afvalbenchmark 2014 in de Regio West-Brabant De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH

Nadere informatie

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners Van afval naar grondstof Informatieavond voor inwoners Agenda 2 1. Welkom en inleiding (wethouder Jan van t Zand) 2. Presentatie Afvalbeheer (Paul de Bruin, IPR Normag) 3. Vragen en dialoog 4. Afsluiting

Nadere informatie

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Samenstelling van huishoudelijk restafval, Indicator 6 april 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Plastics hebben een steeds groter

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2001

Stadsenquête Leiden 2001 Hoofdstuk 9. Milieu Samenvatting De Milieustraat is een (vrij nieuwe) voorziening waar bewoners zich kunnen ontdoen van hun grof huishoudelijk afval. Ruim twee op de tien Leidenaren heeft hier al eens

Nadere informatie

Rapportage afvaltaakuitvoering 2013

Rapportage afvaltaakuitvoering 2013 Rapportage afvaltaakuitvoering 2013 1. Inleiding In februari 2014 is de Kadernota Afval vastgesteld het beleidskader voor de afvaltaakuitvoering voor de periode 2014 2021. Onderdeel van de kadernota is

Nadere informatie

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum 15 maart 2010

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses Datum 15 maart 2010 Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2009 Datum 15 maart 2010 Agentschap NL. Alle rechten voorbehouden. Het overnemen van onderdelen uit deze publicatie is alleen toegestaan,

Nadere informatie

Van afval naar grondstof in Goirle

Van afval naar grondstof in Goirle Van afval naar grondstof in Goirle Leny van der Ende Bureau Milieu & Werk 16 juni 2014 1 Wij doen onderzoek naar waarde in het afval Welke waardevolle grondstoffen zitten in Goirle nog in het afval Hoe

Nadere informatie

Deelsessie 1 Inzameling voor recycling

Deelsessie 1 Inzameling voor recycling Deelsessie 1 Inzameling voor recycling Marchel van der Grift (NEDVANG) Anouk Teuns (gemeente Utrecht) Inzameling voor recycling Marchel van der Grift (NEDVANG) Gemeentelijke inzameling Ontwikkeling en

Nadere informatie

Monitor 2012. Gemeente Amersfoort

Monitor 2012. Gemeente Amersfoort Monitor2012 GemeenteAmersfoort Zwolle,10april2013 Inhoudsopgave 1. INLEIDING...1 DOELSTELLINGEN...1 LEESWIJZER...1 2. INZAMELING GRONDSTOFFEN...2 INZAMELRESULTATEN...2 HERGEBRUIK...2 TRENDANALYSE INZAMELING...3

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Afval en milieu

Hoofdstuk 13. Afval en milieu Hoofdstuk 13. Afval en milieu Samenvatting Negen op de tien Leidenaren is bekend met de kringloopwinkel Het Warenhuis en bijna vier op de tien is er in het afgelopen jaar geweest. Na een stijging in de

Nadere informatie

Gemeente Heerhugowaard. Gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval in 2011 in de gemeente Heerhugowaard

Gemeente Heerhugowaard. Gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval in 2011 in de gemeente Heerhugowaard Gemeente Heerhugowaard Gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval in 2011 in de gemeente Heerhugowaard Afdeling Wijkbeheer juni 2012 Inhoudsopgave 1 Gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval in 2011

Nadere informatie

Telefoonnummer

Telefoonnummer Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR16.00200* GR16.00200 Behandeld in Raadscommissie en Raad Datum Commissie 21 december 2016 Agendanummer 10 Datum Raad 11 januari 2017 Agendanummer 9 Opsteller

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

Benchmark Afvalscheiding

Benchmark Afvalscheiding Benchmark Afvalscheiding Afvalprofiel peiljaar 2010 Gemeente Enschede Augustus 2011 Opgesteld door: CyclusManagement Status: concept-eindrapport Inleiding Dit is het afvalprofiel van gemeente Enschede.

Nadere informatie

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie Onderwerp: afvalbeleid en circulaire economie Doel: het formuleren van uitgangspunten voor nieuw gemeentelijk afvalbeleid Auteur: Evert Stellingwerf

Nadere informatie

Toelichting afvalcijfers 2018

Toelichting afvalcijfers 2018 VVDC1x00xxx datum-201x Toelichting afvalcijfers 2018 1. Termen en definities Om de cijfers correct te interpreteren, is het nodig te weten wat met een bepaalde term bedoeld wordt. Huisvuil Huisvuil omvat

Nadere informatie

Grafiek 15.1a Bekendheid met en bezoek aan kringloopwinkel Het Warenhuis, in procenten 47% 57% 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 15.1a Bekendheid met en bezoek aan kringloopwinkel Het Warenhuis, in procenten 47% 57% 0% 25% 50% 75% 100% 15 AFVALINZAMELING EN KRINGLOOPWINKEL Om het scheiden en hergebruik van huishoudelijk restafval te stimuleren, wordt regelmatig onderzocht hoe de bewoners van Leiden met hun afval omgaan. Het is inmiddels

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen : Besluit tot vaststelling van de verordening Reinigingsheffingen 2012

Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen : Besluit tot vaststelling van de verordening Reinigingsheffingen 2012 Raadsvoorstel Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen. Indiener agendapunt Gevraagd besluit Bijlage(n) : Het college van burgemeester en wethouders, portefeuillehouder: H. Nijskens : Besluit tot vaststelling

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2003

Stadsenquête Leiden 2003 Hoofdstuk 21. Milieu Samenvatting Zeven op de tien Leidenaren kent de Milieustraat, aan de J.C. de Rijpstraat, een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk

Nadere informatie

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses Datum Mei 2013

Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses Datum Mei 2013 Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses 2012 Datum Mei 2013 Colofon Projectnaam Samenstelling van het huishoudelijk restafval, sorteeranalyses 2012 Versienummer 1.0 Hoewel dit rapport

Nadere informatie

Jaarplan 2014 gemeente Velsen

Jaarplan 2014 gemeente Velsen Jaarplan 2014 gemeente Velsen HVC Arnoud Kik Adviseur Gemeenten Versie: 28 april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Maatregelen afvalbeheerplan 6 3. Maatregelen 2014 9 4. Planning uitwerking resterende

Nadere informatie

Gemeente IJsselstein

Gemeente IJsselstein Gemeente IJsselstein Verantwoording In het kader van het nieuwe regionale afvalbeleidsplan 2014-2018 is een enquête gehouden onder de inwoners van gemeente IJsselstein. Deze heeft plaatsgevonden van woensdag

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 202834 Datum : 17 november 2015 Programma : Strategie Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. V.G.M. van den

Nadere informatie

Inhouds opgave. Jaarverslag 3. Samenvatting 4. Hoofdstuk 1: Programma s 5. Programma 1: Afvoer, hergebruik, bewerking en verwerking van het afval 5

Inhouds opgave. Jaarverslag 3. Samenvatting 4. Hoofdstuk 1: Programma s 5. Programma 1: Afvoer, hergebruik, bewerking en verwerking van het afval 5 Inhouds opgave Jaarverslag 3 Samenvatting 4 Hoofdstuk 1: Programma s 5 Programma 1: Afvoer, hergebruik, bewerking en verwerking van het afval 5 Programma 2: Vereveningsregeling 9 Programma 3: Sorteeranalyses

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Onderzoeksbeschrijving In 2016 is een enquête gehouden onder de inwoners van de gemeente Renswoude over de inzameling en scheiding van afval. De

Nadere informatie

: 27 februari 2012 : 12 maart : H.T.J. van Beers : J.C. Teeuwen

: 27 februari 2012 : 12 maart : H.T.J. van Beers : J.C. Teeuwen RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering : 27 februari 2012 : 12 maart 2012 Documentnr. Zaaknummer : 796 : PR-11-17611 Portefeuillehouder Verantwoordelijk

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 maart 2016 Agendapuntnummer : III, punt 5 Besluitnummer : 2028 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Rapportage

Nadere informatie

EU REM* Gemeente KRIMPEN A/D IJSSEL. Rapportage hoeveelheid, samenstelling en scheiding van fijn huishoudelijk afval 2017

EU REM* Gemeente KRIMPEN A/D IJSSEL. Rapportage hoeveelheid, samenstelling en scheiding van fijn huishoudelijk afval 2017 7J > "O O > Gemeente KRIMPEN A/D IJSSEL m Rapportage hoeveelheid, samenstelling en scheiding van fijn huishoudelijk afval 2017 November 2017 EU REM* Tol boomweg 1a 3784 XC TERSCHUUR (gem. Barneveld) TELEFOON

Nadere informatie

Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten

Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Veegafval, marktafval, drijfafval, zwerfafval en slib 2. Belangrijkste bronnen diversen 3. Aanbod

Nadere informatie

afvalinzameling Benchmarkanalyse Peiljaar 2012 Status: definitief 1,5 Grondstoffen Restafval

afvalinzameling Benchmarkanalyse Peiljaar 2012 Status: definitief 1,5 Grondstoffen Restafval 400 200 100 afvalinzameling Benchmarkanalyse Peiljaar 2012 50 25 12 Status: definitief 6 3 1,5 Restafval Grondstoffen Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement De NVRD verenigt Nederlandse

Nadere informatie

Voorstel 2: Creëer grondstoffenhubs en recycle bedrijfsafval

Voorstel 2: Creëer grondstoffenhubs en recycle bedrijfsafval Gemeenteblad Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van.. Jaar 2015 Nummer Publicatiedatum Agendapunt initiatiefvoorstel Onderwerp Initiatiefvoorstel van het raadslid

Nadere informatie

De schillenboer komt terug

De schillenboer komt terug De schillenboer komt terug In Waalre loopt een afvalproef. Er is een fiets met een aanhangbak ontworpen waarmee we in een proefwijk afval inzamelen. Twee keer in de week haalt Roel het keukenafval (voedselresten),

Nadere informatie

Nieuw afvalbeleidsplan. Afvalinzameling vanaf 2017. Bijeenkomst 8 juni 2016

Nieuw afvalbeleidsplan. Afvalinzameling vanaf 2017. Bijeenkomst 8 juni 2016 Nieuw afvalbeleidsplan Afvalinzameling vanaf 2017 Bijeenkomst 8 juni 2016 Aanleiding Afvalbeheerplan 2011 2015 is afgelopen Landelijke doelstellingen (VANG) Inzamelcontracten papier en plastic lopen af

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2004 Hoofdstuk 16. Milieu Samenvatting Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. In de Stadsenquête van

Nadere informatie