Regionale mediacentra in perspectief



Vergelijkbare documenten
page 1 Bart 9 december 2010, 3D Maastricht

maatschappijwetenschappen havo 2018-I

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

RAADSVOORSTEL. TITEL Toekomstgerichte media-agenda

Stichting SQPN Jaarverslag voor 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Strategieplan Happie. Happie met elkaar!

Bijeenkomst Co-Creatieteams en kennissessie NPO

Welkom bij De Ondernemer

ANP is méér dan een persbureau. ANPinOpdracht ontwikkelt en produceert content in opdracht van bedrijven. Wij brengen uw boodschap onder de aandacht.

Social Media Marketing strategie

Wat verwachten huurders van de ParticipatieRaad?

Verbinder van de Bollenstreek

ONDERZOEK ONLINE INFLUENCERS

BLOGGIN. De relatie tussen MKB-moderetailers en modebloggers - succes ligt op de loer

De Ronde Aanvang: 19:00

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Leiderschapsrollen Uitgelicht

Vragenlijst redactieonderzoek 2015

E-sessions Breda woensdag 9 november. 1 jaar Social

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Omgaan met (sociale) media. Voor politici

De resultaten van een online campagne

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Factsheet((NL)( Intranet,(Extranet,(Social(&(more

Notitie Raadscommunicatie

Index. 1. Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Beleidsthema s

Digitale cultuur als continuüm

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Stappenplan organiseren buurtbijeenkomst

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa Kelly van de Sande CMD2B

Info + voorwaarden lokaal bereiksonderzoek OLON DVJ Insights

Schagen FM / Schagen TV

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord

Voor je begint met bloggen

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Democratic Challenge - Discussiepaper

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Reflectieverslag. Gastcolleges periode 2

Volgens Nederland. Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea. 15 november Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Eindexamen maatschappijleer havo 2007-I

Inleidend. Inhoudsopgave

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na het opschrift van Afdeling 2.3. worden de volgende artikelen ingevoegd:

Porter Novelli Corporate Bloggingonderzoek 2008

EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT?

Inschrijving RBB-AWARD 2017

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

De Lokale Omroep. midden in de samenleving

White Paper Content Marketing. In 10 stappen naar een succesvolle contentmarketingstrategie

Apeldoorn Direct. de lokale omroep nieuwe stijl. een netwerk- platform voor en door Apeldoorners. Stichting Apeldoorn Direct

Stichting Regionaal Media Centrum Twente

Duur van de les Introductie (video en gesprek) 15 minuten Kern (gesprek over bronnen) 15 minuten Afsluiting (werkblad en themabepaling) 30 minuten

Juryrapport. Gemeente(n): Rotterdam. Omroep: Stichting OPEN Rotterdam. Inzendcategorie: radio. Programmanaam: 010nu

OR en socialmedia. MEDEZEGGENSCHAP in beweging, 6 maart Laura van Hofwegen InMedezeggenschap

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Artikel. Artikelen Schrijven voor Leadgeneratie Hoe u boodschappen afstemt op uw doelgroep Bob Oord

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer S. Dekker Postbus BD Den Haag

Online Marketing Vraagstuk: Content Marketing Datum: juni 2016

1 Keynote Guido van Nispen 29/01/2015 Partner in nieuws

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN

Rapportage enquête De ggz laat zich horen

IP72 Brabants Dagblad. Analyse

Plan van aanpak, 17 september 2014

De Business Case voor sociale media bij gemeenten

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Social media stappenplan voor gemeenten

Samen voor een sociale stad

Minigids Hybride Evenementen Het evenement dat niemand wil missen is hybride Een wereld waar offline en online samenkomen!

Kiezen voor All In Content betekent dat u over kennis van een compleet team beschikt in plaats van afhankelijk te worden van één enkele consultant:

Werkvormen Gesprek met woordweb Klassikaal Video en klasgesprek Klassikaal Werkblad Individueel / groepjes

Social media is onmisbaar in de pensioenwereld!

Wat is een billijke vergoeding? VvA 5 juni Mira Herens Nederlandse Vereniging van Journalisten

Wie zijn wij? Overal leesbaar

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING

Digitale Steden Agenda. Jacques Walinga

Het Mobiel Erfgoed Plein

PR-BEGELEIDING. Na initiatie van een evenement

Briefing V1. interactieve content

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Plan Aanpak promotie en programmering Kulthus Wekerom

Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw

Onderzoeksopzet Communicatie

Ondertussen in Edam-Volendam Wat is Ondertussen.nl en wat kan mijn gemeente hiermee?

Alzheimer Nederland Vrijdag 28 juni Social media

Waar liggen je kansen online?

Vrijwilligers en social media

TravelNext LOBKE

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw

Werkconferentie woensdagmiddag 24 april Erfgoednota Leiden Startdocument voor hoofdthema Stad van (internationale) kennis en collecties

Abonnement. Betaalbaar, structureel in het nieuws

Hieronder het overzicht met: 1. Opbrengsten congres en workshop? 2. Ondernomen acties? 3. Wat staat er nog open? 1. Belangrijkste opbrengsten Congres

De digitale kiosk: Collectieve digitale distributie van content van Vlaamse & Nederlandse cultuurtijdschriften

Peiling stadspas. Hoe denken inwoners over de stadspas?

Transcriptie:

Regionale mediacentra in perspectief Een inventarisatie van lokale en regionale crossmediale samenwerking Anke Eyck Jan Bierhoff April 2011

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Opzet onderzoek... 7 3 Analyse... 9 4 Uitkomsten inventarisatie... 11 5 Uitkomsten van de interviews... 13 5.1 Samenwerking tussen traditionele media... 13 5.2 Samenwerking met nieuwe spelers... 19 5.3 Lokale internetinitiatieven... 21 5.4 Communities... 23 6 Conclusies... 33 7 Aanbevelingen... 39 8 Bronnen... 43 Bijlagen... 45 I Lijst geïnterviewden... 47 II Overzicht samenwerkingsverbanden... 49 III Stappenplan uit Handboek voor Communities... 55 IV Over het 3D-project... 57

Regionale mediacentra in perspectief 1 Inleiding Samenwerking tussen informatieleveranciers wint aan actualiteit en relevantie. Onder druk van snel veranderende productiecondities praten mediabedrijven, beleidsmakers en analisten over nieuwe organisatievormen. Op nationaal niveau verkennen omroepen of ze tot nieuwe, gebundelde entiteiten kunnen komen. Dagbladen worden onderdeel van grensoverschrijdende concerns. In de regio werken gevestigde en nieuwe spelers samen aan gezamenlijke projecten. De stap van incidentele naar structurele verbindingen is onderwerp van gesprek in menig redactielokaal. De overheid moedigt deze ontwikkeling aan en overweegt er passende beleidskaders voor te maken. Katalysator is het rapport van de Commissie Brinkman (TCITP, 2009), waarin de verslechterende positie van (vooral) de dagbladen onder de loep wordt genomen. Een van de aanbevelingen heeft betrekking op de inrichting van regionale mediacentra. Zonder het concept verder uit te werken wordt aangegeven, dat door samenwerking tussen pers en omroep, tussen regionale en lokale spelers, inhoudelijke synergie en kostenefficiëntie bewerkstelligd kan worden. De overheid bevordert een betere en gezondere journalistieke infrastructuur in de regio en stimuleert de vorming van fysieke of virtuele regionale mediacentra waarbij zowel print- en omroepmedia als nieuwe (online) initiatieven worden betrokken en alle mogelijke platforms een rol spelen (TCITP, 2009, p 10). Het departement van OC&W brengt op dit moment de mogelijke beleidsimplicaties, vooral de mediawettelijke dimensie, nader in kaart. Van het huidige kabinet mogen initiatieven verwacht worden. Naast de politiek vragen technologische en maatschappelijke ontwikkelingen eveneens om een andere, aangepaste mediaconstellatie, waarmee het potentieel van elektronische informatie-uitwisseling beter kan worden benut. Mediaconsumenten nemen in toenemende mate het initiatief voor contentproductie en sociale netwerken zijn inmiddels een belangrijke schakel tussen informatiegebruikers onderling. Overheden, het maatschappelijk middenveld en bedrijven ontwikkelen alle organisatiegebonden modellen voor het publiceren van informatie. De gevestigde media spelen slechts marginaal een rol in dit veranderproces en zullen zich nog grotendeels moeten aanpassen aan gewijzigde communicatieverhoudingen. Daarbij lijkt gezamenlijke heroriëntatie en herpositionering een interessante optie. 5

Designing the Daily Digital In het 3D-project wordt voortdurend met de leden van de community of practice gesproken over de complexe transformatie van analoge naar digitale mediaproductie. De meerderheid van betrokken media opereert op regionale en/of lokale schaal. Om die reden hebben we het thema regionale mediacentra onderwerp van nadere studie gemaakt. Deze 3D-activiteit kent drie elementen: een overzichtsstudie van al gepraktiseerde vormen van samenwerking, een werkconferentie voor leden van de community om de onderscheiden dimensies van crossmediale samenwerking beter in beeld te krijgen en als laatste de productie van een witboek regionale samenwerking, waarmee beroepsorganisaties de randvoorwaarden voor samenwerking formuleren. Het overzicht van lopende initiatieven wordt met dit rapport gepresenteerd, de werkconferentie heeft begin december 2010 plaatsgevonden (en is gerapporteerd op De Nieuwe Reporter, Slot 2010) en het witboek zal voorjaar 2011 worden geproduceerd. April 2011, Anke Eyck Jan Bierhoff 6

Regionale mediacentra in perspectief 2 Opzet onderzoek Dit 3D-onderzoek is vooral beschrijvend van aard en gericht op het in kaart brengen van de verschillende bestaande vormen van samenwerking in de regio. Aan de hand van inventarisaties bij onder meer landelijke koepelorganisaties en interviews met betrokkenen van relevante media wordt in dit rapport een feitelijke beschrijving gegeven van de typen samenwerkingsprojecten binnen de lokale en regionale nieuwsvoorziening, aangevuld met een overzicht van mogelijke belemmeringen en succesfactoren voor een vruchtbare samenwerking. Hiermee wordt meer inzicht verkregen in de kansen voor verdere uitbouw van de samenwerking tussen lokale en regionale media (en andere geïnteresseerde partijen). Centraal in dit verkennende onderzoek staat de volgende vraag: Hoe functioneren de verschillende bestaande samenwerkingsvormen binnen de Nederlandse regionale en lokale nieuwsmedia? Deze hoofdvraag is onderverdeeld in de volgende deelvragen: 1. Op welke niveaus wordt er samengewerkt? 2. Welk type partijen werkt samen? 3. Welke factoren spelen een rol bij het al dan niet succesvol zijn van samenwerking? 4. Zijn er op dit moment al samenwerkingsvormen die beschouwd kunnen worden als een regionaal mediacentrum? 5. Zijn de voorwaarden aanwezig voor het lanceren van een regionaal mediacentrum? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zijn om te beginnen inventarisaties betreffende samenwerking uitgezet bij de diverse overkoepelende landelijke organisaties zoals de OLON (Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland), ROOS (Stichting Regionale Omroep Overleg Samenwerking), LMP (Lokale Media Partners) en de NNP (Nederlandse Nieuwsblad Pers). De oproep tot het identificeren van interessante projecten is ook gedaan binnen de eigen 3D-community. Daarnaast hebben de onderzoekers zelfstandig gezocht naar initiatieven, aangezien de resultaten van de inventarisaties niet altijd tevreden stemden. Dit betekent overigens niet dat het overzicht van samenwerkingsverbanden in de regio in dit rapport nu volledig is. Wel is getracht om zo divers mogelijke samenwerkingsvormen aan bod te laten komen en een goede afspiegeling te bieden van het type werkverbanden dat de laatste jaren is verkend en uitgeprobeerd. 7

Designing the Daily Digital Vanuit deze eerste opsomming van projecten zijn een aantal partijen geselecteerd waarmee interviews gehouden zijn, zodat kon worden vastgesteld welke ideeën er bestaan over wel of niet samenwerken, zo ja hoe dan wel, en ook welke obstakels en succesfactoren aanwijsbaar zijn. Tijdens deze selectie is geprobeerd om verschillende media aan het woord te krijgen (dagbladen, omroepen lokaal en regionaal, internetinitiatieven en andere spelers op de informatiemarkt). Daarnaast is gekozen voor partijen die meer deden dan alleen op het commerciële vlak samenwerken en voor projecten waarbij de samenwerking zowel goed als niet goed is verlopen. In Bijlage I staat een overzicht van de geïnterviewde organisaties. In de interviews is een aantal standaardvragen gesteld, maar zijn ook gespreksthema s toegespitst op de specifieke lokale situatie. De interviews zijn zowel persoonlijk, via telefoon/skype als per e-mail afgenomen. In dit rapport zullen citaten uit de interviews worden gebruikt om de gevonden resultaten te ondersteunen. Vooruitlopend op dit rapport is er op 9 en 10 december 2010 een werkconferentie over hetzelfde thema gehouden, om de reactie van de beroepsgroep op de voorlopige bevindingen in kaart te brengen. Hierbij waren ongeveer veertig afgevaardigden van zowel regionale omroepen, kranten als ook nieuwe marktspelers (bibliotheken, musea, lokale internetinitiatieven) aanwezig. Een aantal van de hoofdthema s die uit de interviews naar voren kwamen is tijdens die dagen uitgebreid besproken. Vooral om te staven of deze opvattingen en ervaringen ook breder leefden en in welke mate men daarover hetzelfde dacht. De verslagen van deze dagen zijn eerder gepubliceerd op groepsblog De Nieuwe Reporter (editie december 2010). 8

Regionale mediacentra in perspectief 3 Analyse Alvorens over te gaan tot een beschrijving van de diverse typen samenwerking is het goed om in beeld te hebben wat precies bedoeld wordt met een regionaal mediacentrum en in welke vorm samenwerking tussen mediapartijen naar voren kan komen. Om de verschillende samenwerkingsvormen goed in kaart te brengen zijn ze ingedeeld met behulp van een aantal criteria. Daarbij worden de kenmerken van de bedrijven die samenwerken gehanteerd, maar ook het soort samenwerking dat wordt beoogd of is gerealiseerd. Type organisatie: al dan niet een winstoogmerk? o profit o non-profit Type medium: welk kanaal gebruikt het medium hoofdzakelijk? o print/krant o audiovisueel/omroep o web/online o organisatiegebonden (van oorsprong niet-mediabedrijf dat zorgt voor de eigen communicatie naar buiten toe, (bijvoorbeeld een politiedienst met eigen web TV-kanaal) Aanlevering content: door wie wordt binnen de organisatie content hoofdzakelijk geproduceerd? o professionals in dienst o freelancers o vrijwilligers o leden van een community o aggregatie fysiek o aggregatie computergestuurd Schaal: hoe groot is het verzorgingsgebied van de organisatie? o lokaal o regionaal o landelijk 9

Designing the Daily Digital Duur van de samenwerking o Ad hoc: op project basis o Structureel: beleidsmatige langdurige samenwerking Type samenwerking o redactioneel: organisaties werken inhoudelijk samen o commercieel: organisaties werken samen op het gebied van advertenties of maken reclame voor/met elkaar. o facilitair:organisaties maken gebruik van elkaars voorzieningen (hardware, software of infrastructuur). o strategisch: organisaties stemmen hun beleid op elkaar af, op meerdere niveaus De gevonden projecten zijn op basis van deze typologie ingedeeld en geanalyseerd. Tijdens de analyse is ondermeer in kaart gebracht welk type bedrijven samenwerkt en of er een voorkeur is voor een bepaalde vorm van samenwerking. 10

Regionale mediacentra in perspectief 4 Uitkomsten inventarisatie Allereerst wordt weergegeven welke samenwerkingsverbanden er gevonden zijn tijdens de inventarisatie en welke trends daarin naar voren komen. Vervolgens wordt er, bij de bespreking van de resultaten van de interviews, een aantal samenwerkingsclusters uitgelicht. Diverse landelijke organisaties zijn aangeschreven om in kaart te brengen welke samenwerkingsverbonden zij kennen bij hun leden. Dit zijn: OLON (Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland), de ROOS (Stichting Regionale Omroep Overleg Samenwerking), LMP (Lokale Media Partners), het Genootschap van Hoofdredacteuren en de NNP (Nederlandse Nieuwsblad Pers) de leden van de community of practice van het 3D-project. Een aantal van deze organisaties heeft dit verzoek niet of maar deels gehonoreerd en bij andere was de respons laag. Dit betekent dat bij de verdeling van het in kaart brengen van de diverse vormen van samenwerking een licht vertekend beeld ontstaat, aangezien uit bijvoorbeeld de krantenwereld weinig reactie is gekomen. Toch wordt dit overzicht besproken, vooral naar de tendensen die waarneembaar zijn. Wat duidelijk naar voren komt is dat traditionele bedrijven die hetzelfde verzorgingsgebied hebben, zoals regionale omroep en regionaal dagblad, of een lokale omroep met een huis-aan-huisblad, het meeste samenwerken. Daarbij gaat het bij lokale media vooral om commerciële samenwerking, wat in dit geval inhoudt dat zij reclame maken voor elkaars programma s of artikelen. Deze samenwerking is structureel van aard. De regionale omroep en dagbladen werken vaker op het inhoudelijke, redactionele vlak samen, in de meeste gevallen op een ad hoc-basis met gesloten beurzen. Dit geldt over het algemeen ook voor de samenwerking tussen lokale omroep en regionaal dagblad. Daarnaast identificeerden we twee projecten waarbij een provinciale bibliotheek, een regionale krant en een regio-omroep samenwerkten (in Zeeland en Friesland). In beide gevallen ging het om een project dat mogelijk een vervolg krijgt. Er zijn ook twee dagbladen die wel structureel samenwerken met een bibliotheek (bibliotheek in Hoorn die de koppen van het Noordhollands Dagblad gebruikt en de connectie tussen Tresoar en het Friesch Dagblad). Al deze vormen van samenwerking worden uitgebreider besproken in de volgende paragraaf. 11

Designing the Daily Digital Opvallende uitkomst bij de leden van de OLON was dat een aantal lokale omroepen opmerkte dat zij graag willen samenwerken met een regionaal dagblad, maar dat dit niet gerealiseerd werd, omdat ze door het dagblad als concurrentie werden gezien. Tenslotte is er nog een groot aantal uitgevers dat zijn eigen lokale sites beheert zoals Wegener met de site weekkrant.nl, waarop nieuws uit de huisaan-huisbladen van Wegener te zien is. NDC in het noorden van het land beheert de sites Hallo.. Op deze sites wordt nieuws uit een aantal huisaan-huisbladen van deze uitgever geplaatst. Daarnaast hebben bezoekers de mogelijkheid om hun eigen nieuws toe te voegen. Deze projecten worden niet uitgebreid behandeld hier, aangezien het meeste nieuws slechts wordt hergebruikt en niet door combinatie van media is verkregen. Een aantal andere internetinitiatieven wordt wel uitgebreider besproken bij de presentatie van interviewresultaten. 12

Regionale mediacentra in perspectief 5 Uitkomsten van de interviews Er zijn in totaal 23 interviews gehouden met personen met diverse achtergronden: referenten uit traditionele media, zowel dagbladen als omroepen (lokaal en regionaal), maar ook oprichters van regionale en lokale nieuwsgerelateerde websites. Om de resultaten van deze interviews te ordenen zijn ze onderverdeeld in een viertal clusters te weten: 1. samenwerking tussen traditionele mediapartijen zoals regionale en lokale omroepen en dagbladen 2. samenwerking tussen traditionele media en nieuwe spelers op de informatiemarkt 3. lokale internetinitiatieven 4. online communities In de eerste twee clusters wordt ondermeer gekeken naar de visie die diverse partijen hebben op samenwerking, waarom men wel of niet samenwerkt en ook naar de obstakels en voorwaarden die hierop van toepassing zijn. Het derde cluster geeft aandacht aan de initiatieven die online zijn, zowel gezien vanuit traditionele spelers als ook door nieuwe nieuwsproducenten zonder een track record in dit veld. Op het vierde onderwerp communities wordt dieper ingegaan omdat dit bij vrijwel alle partijen een terugkerend gespreksthema was en deze vorm van betrekken van je lezer, luisteraar en kijker bij contentproductie ook een vorm van samenwerking is. Een aantal van de traditionele mediapartijen wil hier graag mee aan de slag, maar niet iedereen weet hoe dan wel. Hieronder zullen de uitkomsten voor de diverse clusters worden besproken, waarbij citaten uit de interviews worden gebruikt om het verhaal te verlevendigen. 5.1 Samenwerking tussen traditionele media Bij een groot aantal regionale omroepen en dagbladen, zo stelden we vast, leeft het gevoel dat er iets moet gebeuren. Het medialandschap is sterk aan het veranderen door ondermeer technologische mogelijkheden. Dit betekent ook verandering in het gedrag van de nieuwsconsument. Omroepen en kranten komen elkaar voortdurend tegen op het internet. Daar zijn ook onafhankelijke internetinitiatieven die een deel van de regionale en lokale nieuwsverspreiding voor hun rekening nemen en daarmee uiteraard ook een 13

Designing the Daily Digital deel opeisen van de aandacht van het publiek. Dit alles leidt er mede toe dat een aantal omroepen en kranten toenadering tot elkaar zoekt. Samenwerking tussen regionale omroep en dagblad Binnen de traditionele partijen van dagbladen en regionale omroep zijn er voor en tegenstanders van samenwerking. Er zijn diverse redenen waarom mensen samenwerking tussen krant en omroep niet zien zitten. Zo zien sommigen binnen de kranten wereld de omroep als concurrent. Juist door de komst van internet, aangezien ze beide op dit medium opereren. De omroep wordt als oneerlijke concurrent gezien aangezien zij overheidssubsidie ontvangt. Tussen de krant en omroep is wel sprake van concurrentie, zeker met de komst van internet. Tot voor kort waren beide media complementair aan elkaar. Met de komst van internet is dit veranderd aangezien wij beide op het internet te vinden zijn. Peter Jansen, Hoofdredacteur PZC Over het algemeen is de journalistieke bezetting bij de omroep lager dan bij de krant. Hierdoor zou het lastig zijn om een gelijkwaardige samenwerking te creëren. Bij sommige medewerkers van de omroep leeft het gevoel dat zij de kranten redden door samen te werken. Daar willen zij liever niet voor gebruikt worden. Tenslotte wordt ook het verdwijnen van pluriformiteit genoemd als factor waarom mensen bezwaar hebben tegen samenwerking. Toch hoeft samenwerking volgens een groot aantal partijen niet te leiden tot verminderde pluriformiteit. Pluriformiteit verdwijnt niet door samenwerking. Onderwerpen worden nog steeds anders belicht door beide partijen. Samenwerking zorgt juist voor waardevolle discussies. Sybren Terpstra, hoofdredacteur Omrop Fryslân. De meesten, zowel binnen kranten als omroep, zien samenwerking dan ook als een absolute must in het veranderende medialandschap: Samenwerking tussen een krant en omroep is een goede manier om de redactie uit te breiden zonder al te veel te investeren. Dit kan leiden tot meer journalistieke diepgang met beperkte middelen. 14

Regionale mediacentra in perspectief Kranten en omroep hebben elkaar nodig. Door digitalisering verdwijnen grenzen en wordt het onderscheid tussen krant en omroep kleiner. John van den Oetelaar, ad interim hoofdredacteur Eindhovens Dagblad. Op dit moment vindt er vooral ad hoc samenwerking plaats, waarbij de beurzen gesloten blijven. Dit heeft meestal betrekking op uitwisseling van materiaal bij een specifiek evenement of thema, zoals carnaval of de provinciale statenverkiezingen. In enkele gevallen zoals bijvoorbeeld bij mijn Heilust (project van L1 en MGL) gingen een dagblad- en omroepjournalist gezamenlijk op pad om zo het onderwerp beter te kunnen uitdiepen. De resultaten van de samenwerking werd in sommige gevallen alleen via de bestaande kanalen getoond bijv. door filmpjes gemaakt door de omroep te plaatsen op de site van de krant en te verwijzen vanuit de omroep naar artikelen in de krant. Daarnaast is ook de ontwikkeling gaande dat een aparte site voor een specifiek thema wordt opengesteld. In sommige gevallen werkt dit goed zoals bij de provinciale statenverkiezingen in Friesland en de recente projecten van L1 en MGL (mijn Heilust en het Jaar van de Vlinder). Echter dit kan ook voor problemen zorgen zoals bijvoorbeeld is gebeurd bij het project Geniet van Omroep Gelderland en de Gelderlander. Omroep en krant verschilden van mening over de hoeveelheid reclame die toelaatbaar was met als gevolg dat beide media nu hun eigen geniet-site hebben binnen de al bestaande websites. Hierbij speelt de mediawet een duidelijke rol in de bemoeilijking van de samenwerking tussen publieke en private partijen. Hieronder de voordelen zoals deze door mediapartijen gezien worden voor het tot stand komen van een gezamenlijke website. het is een nieuw merknaam, waardoor je geen last hebt van de huidige gevoelens t.o.v. bestaande partijen en het is daarmee makkelijker om een nieuw publiek aan te spreken; naast deze site blijven de huidige uitdrukkingsvormen van partijen bestaan; er is dus geen volledige integratie nodig; de content wordt samengebracht op één site, dus de consument hoeft niet op zoek te gaan naar gerelateerde content bij een ander medium Over het algemeen wordt dan wel gedacht aan een website met een specifiek onderwerp, niet aan nieuws in het algemeen. 15

Designing the Daily Digital Samenwerking met lokale omroepen Lokale omroepen staan nog wat anders in het samenwerkingsvraagstuk, aangezien zij met vrijwilligers werken. Op dit moment bestaat de samenwerking voor lokale omroepen voornamelijk uit het aankondigingen van programma s in het lokale huis-aan-huisblad en de presentatie van headlines op de lokale omroep. Een aantal lokale omroepen geeft aan intensiever samen te willen werken met regionale bladen, maar deze kranten werken hier niet graag aan mee aangezien zij de lokale omroep als concurrent zien en de organisatie van de lokale omroep vaak te weinig daadkracht vinden hebben. Dit laatste geldt ook voor de regionale omroep.. Als er wel wordt samengewerkt is het lastig om hier een structurele dimensie aan te geven. De redacties van zowel regionale krant als omroep verschillen veel van de modale lokale omroep. Die werkt met een team bestaande uit overwegend vrijwilligers en het productieproces is heel anders dan bij de andere, professionele organisaties. Zo wilde Nijmegen1 graag een intensievere samenwerking aangaan met het regionale dagblad, maar deze krant zag dat niet zitten, omdat het voor hen te weinig opleverde en het coördineren van de samenwerking naar verhouding te veel tijd koste. Een andere reden om de samenwerking te beëindigen was dat RTV Oost ervoer dat er te weinig continuïteit zat in de producten van de lokale omroep. Om dit probleem op te vangen wilde de regionale omroep graag meer invloed op de programmering en redactionele invulling van de programma s. Die professionalisering werd weer als bedreiging gezien door de lokale omroep. Een voorbeeld van samenwerking die wel goed loopt is die tussen een lokale omroep (Omroep Meppel) en een uitgever van ondermeer nieuwsbladen uit dezelfde regio (Boompers). De lokale omroep heeft deze uitgever benaderd met het verzoek tot samenwerking, omdat zij merkten dat ze meer tijd kwijt waren aan het binnenhalen van advertenties dan aan de productie van programma s. Het advertentiebeheer verloopt op dit moment via de uitgever. Daarnaast is een inhoudelijke samenwerking gestart waarbij journalisten van de lokale kranten getipt worden door mensen van de omroep en ook gebruik kunnen maken van de opnamestudio. Daarnaast krijgen de medewerkers van de lokale omroep scholing van journalisten van de betrokken kranten. Deze uitwisseling verloopt naar volle tevredenheid van beide partijen. Behalve het feit dat de journalistieke bezetting tussen lokale omroep en regionale omroep en krant erg verschilt, is ook het soort samenwerking 16

Regionale mediacentra in perspectief anders. Hoewel alle partijen zoeken naar een versterking van de journalistieke kracht, ligt de focus anders. Bij de regionale omroep en krant gaat het voornamelijk om de verdieping, terwijl de lokale omroep ook extra menskracht kan gebruiken voor de actualiteit. Daar staan de andere partijen weer minder voor open. Dit wordt vaak als meer concurrentiegevoelig gezien. Beide organisaties willen hard nieuws graag als eerste brengen. Voorwaarden voor samenwerking Aangezien omroep en dagblad in het verleden vaak elkaars concurrent waren en dat als een goede zaak werd (wordt) beschouwd (het bevordert de pluriformiteit), staan redactieleden soms sceptisch tegenover het bundelen van werkzaamheden. Om toch blijvend tot goede samenwerking te komen wordt door de referenten een aantal punten genoemd: persoonlijk contact: daarbij is uiteraard regelmatig inhoudelijk overleg van belang, maar juist ook het elkaar ontmoeten in een informele sfeer zorgt voor meer openheid naar elkaar toe. Ook start een samenwerking vaak simpelweg omdat twee personen het goed met elkaar kunnen vinden, dus niet formeel bij elkaar zitten met beide besturen, maar iets opzetten in direct persoonlijk contact. ondersteuning vanuit het management: naast een goed contact van de directe uitvoerders is het van groot belang dat het managementteam achter het besluit tot samenwerken staat. tonen van concrete resultaten: voor sceptische journalisten zijn concrete resultaten erg goed om hen het belang van samenwerking te laten zien. gelijkwaardige bijdrage: partijen moeten het gevoel hebben dat ze beide een gelijkwaardige hoeveelheid content aanbieden. Anders gaan gevoelens van ongemak opspelen. Obstakels Samenwerking komt niet vanzelf tot stand. Daarbij moet doorgaans een aantal obstakels genomen worden. De volgende hindernissen werden door geïnterviewden genoemd: Mediawet: als het gaat om publiek-private samenwerking tussen omroep en een dagblad of huis-aan-huisblad, dan is het voor partijen vaak lastig om in te schatten in hoeverre de Mediawet deze samenwerking in de weg staat. Een vaakgehoorde opmerking is dat het Commissariaat voor de Media meedenkt en zeker bij tijdelijke projecten vrij soepel met de materie omgaat. Echter vaak bestaat er 17

Designing the Daily Digital onduidelijkheid over bijvoorbeeld begrippen zoals normaal economische handelen en normale winst voor een krant en het dienstbaarheidverbod voor de omroep dat naar voren komen als het om structurele samenwerking gaat tussen omroep en krant (Scholing, 2010). concurrentiegevoel: veel lokale omroepen geven aan dat regionale dagbladen niet met hen samen willen werken aangezien de omroep wordt gezien als concurrent. ongelijke journalistiek bijdrage: een aantal keer komt naar voren dat wanneer de journalistieke kracht die organisaties hebben te veel van elkaar verschilt (in omvang en kwaliteit), samenwerking moeilijk is. Het werktempo verschilt dan te veel en ook de hoeveelheid content die wordt geproduceerd. Hierdoor krijgen mensen van de grotere partij het gevoel dat samen optrekken te weinig oplevert. op verschillende locaties: als partijen fysiek verder van elkaar verwijderd zijn, wordt samenwerking al snel complex. Bij elkaar kunnen binnenlopen is belangrijk. De toekomst Op dit moment vindt er dus voornamelijk ad hoc samenwerking plaats met gesloten beurzen. Echter diverse partijen zijn bezig om hier verandering in te brengen, hieronder een aantal voorbeelden. Zo praten Omroep Limburg en Media Groep Limburg over vergaande samenwerking door de oprichting van een nieuwssite voor heel Limburg. Deze site zal een eigen redactie krijgen die zelf nieuws genereert en zich bezig houdt met innovatie. De sites van de omroep en krant in Limburg blijven bestaan. Echter daar zal de nieuwsfunctie verdwijnen. Op dit moment zijn de partijen het inhoudelijk eens nu wordt verder gewerkt aan de financiële en organisatorisch kant. Ook in Friesland komen partijen nader tot elkaar. De samenwerking tussen Omrop Frieslân, het Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant tijdens de provinciale statenverkiezingen is goed bevallen. Daarom is er door de drie hoofdredacteuren een gezamenlijke aanvraag ingediend voor subsidie bij de commissaris van de koningin. Hierbij is nog niet duidelijk wat de vorm van samenwerking wordt. In Noord Holland komen partijen letterlijk nader tot elkaar. Daar is het plan om te redactie van RTV Noord Holland (in Alkmaar) in te laten trekken bij de redactie van het Noordhollands dagblad aldaar. Op deze wijze is het eenvoudiger om de krachten te bundelen. Tenslotte werken RTV Oost en TC Tubantia al geruime tijd ad hoc samen. Echter zij zetten dit graag om in een structurele samenwerking. Daarom zijn 18

Regionale mediacentra in perspectief zij gestart met een project rondom de thema s Kunst&Cultuur en Lifestyle. Om tot een goede crossmediale samenwerking te komen zullen zij een nieuwe juridische entiteit oprichten (een nieuwe samenwerkingsvorm die niet eerder in Nederland getoond is). Zodat de verschillende journalistiek producten onder één merknaam gepresenteerd kunnen worden. Waarin voor elke mediavorm de juiste presentatievorm ontwikkeld kan worden. Op dit moment zijn al de hiervoor beschreven voorbeelden nog volop in ontwikkeling. 5.2 Samenwerking met nieuwe spelers Naast de traditionele media en internetinitiatieven die gericht zijn op nieuwsproductie zijn er ook partijen die nieuw zijn binnen de productiemarkt. Dit zijn groepen die traditioneel veel met informatievoorziening te maken hebben. Deze kerntaak is bij een aantal echter aan het veranderen, aangezien ze steeds meer hun eigen berichten gaan publiceren via internet en daarom minder afhankelijk zijn van traditionele intermediairs/afnemers als massamedia. In deze paragraaf wordt ingegaan op twee voorbeeldprojecten, in Zeeland en Friesland, waarbij de provinciale bibliotheek, de regionale omroep en regionale krant samenwerkten. Het initiatief hiertoe kwam als eerste van de provinciale bibliotheek Zeeland. Deze organisatie wilde graag meer mensen bereiken, mensen niet alleen naar de bibliotheek laten komen, maar ook zelf meer naar buiten treden. Ze benaderden Omroep Zeeland en de PZC om gezamenlijk een portal te maken waarmee een bepaald thema beter, en veelzijdiger op de agenda kan worden gezet. Het idee is dat bibliotheek, omroep en krant elkaar dan inhoudelijk kunnen versterken. In Friesland is eenzelfde samenwerkingsverband opgezet. Binnen de regio is er vaak geen tijd en geld voor onderzoeksjournalistiek. De samenwerking met zowel een krant als bibliotheek zijn een mooie aanvulling. Expertise van de krant en omroep kan gedeeld worden en de bibliotheek zorgt voor het nog verder uitdiepen van het onderwerp. Sybren Terpstra, Hoofdredacteur, Omrop Fryslân. Gedurende een aantal maanden hebben deze drie partijen samengewerkt aan een thema dat speelt in de betreffende regio. Tijdens deze periode kwam naar voren dat de werkprocessen van journalisten sterk verschillen van die van bibliotheekmedewerkers. Journalisten willen graag snel hun 19

Designing the Daily Digital informatie beschikbaar hebben terwijl een medewerker van de bieb het onderwerp graag tot de bodem uitzoekt, zodat alle standpunten goed naast elkaar gezet kunnen worden. Toch zien de betrokken media zeker toegevoegde waarde in de samenwerking met de bibliotheek. Het levert waardevolle informatie op voor het gekozen verdiepingsthema. De samenwerking tussen krant en omroep wordt op beide projecten als verschillend ervaren. In Zeeland is sprake van concurrentiegevoel, terwijl in Friesland de toegevoegde waarde van extra journalistieke kracht wordt ervaren. Het uitwerken van een regionaal thema is positief. De samenwerking was in beide gevallen niet zo heel intensief. Zowel omroep als krant maakten hun producties en verwezen naar de gezamenlijke portal, maar journalisten gingen bijvoorbeeld niet gezamenlijk op pad. Kijkend naar de redactionele artikelen dan is daar niet zo veel uitgekomen wat niet al eerder in de krant heeft gestaan. Peter Jansen, hoofdredacteur PZC Het hebben van een aparte website wordt als zeer prettig ervaren; alle deelnemers kunnen hier naar verwijzen. Zonder een aparte site is het ook niet goed mogelijk om thematisch samen te werken. Daarbij wordt wel opgemerkt dat het belangrijk is dat de portal gebruiksvriendelijk is en er aantrekkelijk uitziet. Daaraan kon in beide gevallen nog wel wat verbeterd worden. Op zich hebben alle partijen wel interesse in een vervolgproject. Daarbij zal dan een onderwerp gekozen moeten worden dat te groot is om door één mediapartij gedaan te worden, zodat samenwerking noodzakelijk is. Daarnaast moet het ook een onderwerp zijn dat een nieuw publiek aanspreekt, zoals jongeren. Daarbij is het belangrijk dat de branding goed gedaan wordt. Andere voorbeelden Daarnaast is er ook een initiatief vanuit de bibliotheek Hoorn die graag wil samenwerken met het Haarlems Dagblad. Op dit moment houdt deze samenwerking in dat de bieb headlines laat zien van het dagblad. De krant heeft geen interesse in verdere samenwerking, aangezien zij niet zien wat het hen oplevert, in de huidige vorm. Daarnaast is de BDU benaderd om deel te nemen aan een initiatief waarbij een aantal gemeentes gaat samenwerken om te komen tot een Europese 20

Regionale mediacentra in perspectief topregio en thuisbasis voor kennisinstellingen en bedrijven op het gebied van duurzame en gezonde voeding (Foodvalley). Het uitgeversbedrijf zou mogelijk een rol gaan spelen bij het verzorgen van de communicatie voor alle betrokkenen in deze regio. Partijen zoeken zelf ook wel samenwerking, met andere gelijksoortige partners. Zo wil het Eindhovens Dagblad graag samenwerken met de plaatselijke politie, zodat ze 112-berichten op hun site kunnen plaatsten. Op deze manier komen ze snel aan betrouwbare informatie. Ook bij het Perspectief-project van MediaGroep Limburg (dit project wordt in paragraaf 5.4 verder toegelicht) wordt actief naar contentpartners gezocht. Dit kunnen bedrijven en instellingen uit de regio zijn, bijvoorbeeld ziekenhuizen. Deze partijen krijgen zelf de mogelijkheid om op regionale profielsites hun informatie te verspreiden. 5.3 Lokale internetinitiatieven Met de komst van internet zijn er ook diverse initiatieven ontstaan voor online lokale nieuwsvoorziening. Een groot deel daarvan is gebaseerd op aggregatie. Echter deze initiatieven worden hier buiten beschouwing gelaten aangezien daar geen nieuwe content op geproduceerd wordt en het aanbod te divers is. Daarom wordt hier ook een aantal initiatieven besproken waarbij aggregatie een onderdeel is, maar zeker niet de boventoon voert. Het is voor hen een bewuste keuze om niet alleen te aggregeren, aangezien dat leidt tot een minder betrokken publiek. Bij de vergelijking van de sites wordt al snel duidelijk dat ze zeker niet allemaal draaien om de productie van hard nieuws. Een krant omvat een heel breed palet aan informatie, maar de sites richten zich over het algemeen op een kleiner deel van dit aanbod, een specifieke doelgroep en/of invalshoek. Verschillende achtergronden van de initiatieven: Arnhem-direct: privé-initiatief van Marco Derksen. Doel van de site is om (pro)-actieve Arnhemmers te betrekken bij de (toekomstige) ontwikkeling van de stad. Bij de inhoud gaat het niet om hard nieuws, maar over thema s die leven in de stad en die discussie oproepen, zoals wonen, werken, onderwijs, politiek, lifestyle en cultuur. Nieuwsuitvelzen: een initiatief van Peter Luit, uitgever. Voornamelijk erop gericht om lokale adverteerders te trekken en daarnaast superlokaal nieuws te brengen. 21

Designing the Daily Digital Tilburg.com: verzoek van de gemeente Tilburg om de stad beter op de kaart te zetten. De focus is daarbij op locale adverteerders. In eerste instantie kwam inhoud voornamelijk van aggregatie, op dit moment leveren overheid, verenigingen en adverteerders het gros van de content. De redactie voegt weinig artikelen toe. Relatie met traditionele media Over het algemeen zien traditionele media deze partijen niet als een al te grote bedreiging. Ze geven wel aan dat ze door deze webuitgevers kritischer gaan kijken naar hun eigen online activiteiten. Dan blijkt dat zij nog regelmatig achterlopen op de nieuwe initiatieven. Dit kan in technisch, commercieel of redactioneel opzicht zijn. Ik krijg de RSS feeds vanuit mijn krant eerder binnen via het DichtbijEindhoven-initiatief dan via het twitteraccount van onze eigen krant. Dus we lopen technisch achter. John van den Oetelaar, ad interim hoofdredacteur ED. Een lokale omroep geeft wel aan dat zij last hebben van sommige internetcowboys. Hiermee worden ondermeer de 112-sites bedoeld, die zich niet houden aan de regels die bijvoorbeeld de politie stelt. De hulpdiensten worden hierdoor meer gesloten naar alle media en daar zijn degenen die zich wel aan de regels houden de dupe van. Op de advertentiemarkt zitten de internetinitiatieven en traditionele partijen elkaar niet zo in de weg, zeker gevestigde spelers als de regionale krant en omroep niet. De nieuwe initiatieven richten zich met name op zeer lokale MKBers, terwijl regionale media toch meer gericht zijn op grote partijen. Dit verschil komt ook duidelijk naar voren in het prijskaartje. Bij kranten betalen bedrijven een veel groter bedrag voor een totaalpakket aan advertenties. Grote adverteerders kiezen toch graag voor print, omdat men het gevoel heeft dat consumenten daar zeker naar kijken aangezien ze daar voor betalen. De internetinitiatieven hebben een veel kleinschaliger, op maat gemaakt aanbod, dat past bij kleinere bedrijven. Hierbij wordt wel duidelijk dat kleine bedrijven aan de hand meegenomen moeten worden, aangezien ze vaak een beperkte ervaring hebben met het promoten van hun merk/bedrijf op het internet. Daar moet dan ook veel energie ingestoken worden. 22

Regionale mediacentra in perspectief De bereidheid tot samenwerking varieert sterk tussen de partijen. Traditionele partijen staan gereserveerd t.o.v. het Dichtbij -initiatief. Dit heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat hier het TMG-concern achter zit, dat van oudsher een concurrent is. Tilburg.com ziet zichzelf als waardevolle partij voor traditionele media aangezien ze bijvoorbeeld een heel specifiek vacatureaanbod en adverteerderbestand hebben. Tot op heden hebben ze echter alleen op ad hoc-basis samengewerkt tijdens een cultureel evenement. Arnhem-direct is een structurele samenwerking aangegaan met de Omroep Gelderland. De omroep levert twee parttime communitymanagers. Daarnaast werken ze gezamenlijk aan onderwerpen. Al eerder is er gezamenlijk een debatavond in de aanloop naar de verkiezingen georganiseerd. De structurele samenwerking moet nog wel meer vorm krijgen. Daarnaast is er een goed contact met de lokale omroep, die wordt niet als concurrent gezien. Zelf zouden ze graag verder willen samenwerken met lokale of regionale (semi-) overheden, waarbij niet gedacht moet worden aan commerciële zaken, maar contentgericht. Bijvoorbeeld met instanties als UWV, hogescholen of volkshuisvesting. Aggregatie Het merendeel van de geïnterviewde internetinitiatieven kiest ervoor om geen gebruik te maken van aggregatie of slechts voor een klein deel. Partijen die dat wel doen zijn sterk bezig om deze aggregatie verder te optimaliseren. Bij sommige traditionele partijen leeft wel het idee om meer te werken met aggregatie, zodat ze kunnen voldoen aan de eisen van het internet. Echter, dan maakt men sterk de afweging: snelheid of betrouwbaarheid. Zeker omdat gevestigde media op het gebied van betrouwbaarheid moeten voldoen aan de verwachtingen die nieuwsconsumenten hebben. Vanuit de groep van internetinitiatieven kwamen een aantal opmerkingen en ook aanbevelingen over de noodzaak tot vorming van communities. Aangezien ook bij traditionele media veel hierover gesproken wordt volgt hier een apart hoofdstuk, gewijd aan opbouw en exploitatie van webgemeenschappen. 5.4 Communities In veel van de gevoerde gesprekken kwam het begrip community terug. Zowel traditionele mediapartijen alsook internetinitiatieven willen hiermee 23

Designing the Daily Digital aan de slag of zijn er al hard mee op weg. Ook bij communities gaat het om een vorm van samenwerken, namelijk met het publiek. Daarom past het thema bij de verkenning van regionale mediacentra. Het publiek, en dat kunnen individuen zijn maar ook organisaties, verenigingen en/of overheden, heeft allerlei mogelijkheden voor het bijdragen aan mediainhoud: van het aandragen van onderwerpen die door journalisten verder worden uitgezocht, discussies, tot complete items of artikelen. In deze paragraaf zullen naast de uitkomsten van onze interviews ook de interessante punten uit een tweetal andere studies worden besproken. Beide studies laten aan de hand van een aantal casestudies zien wat wel/niet werkt bij het gebruik van social media en communities. Het gaat hier om het onderzoek dat Erwin Blom in zijn Handbook voor Communities (2009) bespreekt en het Amerikaanse rapport New Voices: what Works (2010). Op deze manier wordt een breder inzicht verkregen in de manier waarop burgers (het maatschappelijk middenveld) ingezet kunnen worden bij nieuwsproductie en hoe journalisten meer betrokken kunnen raken bij hun publiek. Een samenwerking waar beide partijen voordeel van kunnen hebben. De nadruk in deze beschrijving ligt op de bouw/ontwikkeling van communities, gezien de focus op samenwerking in deze studie. Er wordt dus minder ingegaan op wat een community uiteindelijk oplevert voor een mediapartij. Wat zijn communities? In zijn handboek voor communities geeft Blom de volgende definitie: een community is een groep mensen met een gezamenlijk doel, belang of interesse. Het gaat hierbij om, wat hij noemt, het online gesprek. Dit gesprek kan verschillende doelen hebben; kennis of passie delen, een probleem oplossen etc. Dit is afwijkend van wat traditionele media altijd gedaan hebben. Daar overheerst een cultuur van zenden, verzamelen en uitsturen, terwijl in een community interactie voorop staat. Een community kan ontstaan op een aparte website waar mensen komen die een bepaalde interesse delen, maar we spreken ook over een community bij mensen die elkaar volgen op Twitter of via andere sociale media. In dit onderzoek wordt het begrip community gebruikt voor een webomgeving waar zowel journalisten als publiek betrokken zijn bij de actieve uitwisseling van informatie. 24

Regionale mediacentra in perspectief Een community kan strak georganiseerd zijn, met een duidelijke rolverdeling of hiërarchie, maar ook veel losser, waarbij alle deelnemers gelijk zijn. Voor mediapartijen is het van groot belang om te bepalen welke rol zij binnen een bepaalde community willen en kunnen vervullen. Zo kan deelgenomen worden als participant, maar ook als moderator of initiatiefnemer. Indien een community door een medium wordt gestart moeten ook hier de traditionele waarden van alleen zenden worden losgelaten. Later in dit hoofdstuk wordt ingegaan op de punten die in acht moeten worden genomen bij het opzetten van een community. Idee en uitwerking van een community door traditionele mediapartijen Hieronder staan een aantal voorbeelden van visies en daarnaast ook meer concrete uitwerkingen van communities zoals traditionele mediapartijen die zien. Bij sommige media zijn er op dit moment alleen nog ideeën over wat ze met of in een community mogelijkerwijs zouden kunnen doen. Binnen de beoogde structurele samenwerkingsvorm van RTV Oost en TC Tubantia komen thematische internetplatforms met als doel het bouwen van een community. Interactief, dat willen we wel proberen. Maar hoe we dat precies moeten doen dat weet ik ook niet. Het is wel de insteek om het publiek erbij te betrekken, maar dat is moeilijk. Tot nu toe zijn de ervaringen nog niet zo positief. Je moet het als organisatie wel zelf doen, zelf het initiatief nemen, zelf voortrekker zijn. Er zijn professionals voor nodig en daarnaast een aantal belangstellenden/geïnteresseerden vanuit het publiek. Het is een moeizaam traject. Henny Everts, hoofdredacteur RTV Oost Ook in het Perspectief project van MGL komen communities naar voren. De community bestaat rond de profielen die mensen hebben met dezelfde interesses. Publiek kan betrokken worden door te chatten met deskundigen. Maar ook als de profielredacteur zegt meneer A vertelt wat interessants dan wordt een blogger het interesseprofiel ingetrokken. Johan Boerman, directeur MGL. De visie vanuit het Eindhovens Dagblad hierop is wat anders: Wij willen graag gaan participeren in bestaande communities, niet iets opleggen, maar kijken hoe wij vanuit journalistiek oogpunt een bijdrage aan deze community kunnen leveren. John van den Oetelaar, ad interim hoofdredacteur Eindhovens Dagblad 25

Designing the Daily Digital Zoals hierboven blijkt, geldt voor een aantal van de traditionele media dat ze een community voor een groot deel nog zien als een verlengstuk van hun traditionele product en dat ook de traditionele wijze van het zenden van informatie naar hun publiek gebruiken. Vanuit een veelheid van sectoren bemoeien zich nu ook andere partijen met de lancering van informatie-communities. De volgende initiatieven zijn mede door startsubsidies van het Stimuleringsfonds voor de Pers in ontwikkeling. Perspectief, MGL: het opzetten van een drietal betaalde community-sites met elk een specifiek interessegebied (gezond leven, economie en mode). De redactie vult deze thema s met eigen materiaal, externe bronnen, maar inhoud komt ook vanuit partnerbronnen. Voor bezoekers komt er de mogelijkheid om te reageren op artikelen, met rechtstreekse feedback maar ook via een forum en een chatfunctie. Zeeland in 2 minuten, PZC/BN-deStem: een webomgeving met daarin aandacht voor videonieuws gericht op de jonge nieuwsconsument. Het gaat om nieuws in de marge, waarbij het publiek een actieve rol krijgt door zelf video s aan te leveren, maar bijvoorbeeld ook door hen een stem te geven bij het bepalen welk onderwerp verder uitgewerkt moet worden of hoe zij denken over een bepaald onderwerp zoals de veiligheid van een kruising. Interactief in Gelderland, De Gelderlander en omroep Gelderland: een samenwerking tussen zowel twee een omroep en een krant als ook met het publiek. Een mobiele redactie gaat met een bus door Gelderland trekken. Waarbij het publiek samen met de redactie bepaald welk nieuws aan bod komt. Om de goed te weten wat mensen bezig houdt, worden naast de traditionele media-uitingen sociale media ingezet. Om zo te komen tot actieve lokale netwerken. Naast het daadwerkelijke opzetten van een community kiest de BDU voor een andere aanpak. Zij bieden namelijk cursussen aan waarin mensen bijv. columns leren schrijven, interessante persberichten leren maken voor hun vereniging of de kwaliteit van hun foto s te optimaliseren. Het doel is tweeledig allereerst hun journalistieke kennis vermarkten, maar daarnaast ook direct contact met burgers verkrijgen die mogelijk artikelen kunnen schrijven voor de BDU. De belangrijkste redenen waarom door traditionele mediapartijen gestart wordt met een community zijn, samengevat: het uitbreiden van hun vergrijzend publiek met jongeren; 26

Regionale mediacentra in perspectief meer direct contact met hun lezers, betere voelsprieten in de samenleving; ervaring op doen met de inzet van social media; het aanboren van nieuwe inkomstenbronnen (advertentie-inkomsten, maar ook door mensen te laten betalen voor digitale content) Naast deze door regionale kranten gestarte webinitiatieven zijn onder andere de volgende lokale communities online: Over (naam). Proefproject van TMG dat gericht is op de lokale markt. Begonnen met vier plaatsen die verschillende aandachtsgebieden hebben: o OverZwolle/OverHeino: op deze locaties wordt alleen met aggregatie gewerkt. Centrale vraag is of met alleen aggregatie ook meerwaarde geboden kan worden. o OverWoerden: een bestaande community wordt verder uitgebreid. Wat is er nodig om een levendige community te krijgen en behouden? Hoe draagt de lokale gemeenschap bij? o OverEindhoven: een site met aandacht voor de commerciële kant aan online nieuws. Het is belangrijk om geld te verdienen, maar wel op zo n manier dat de informatie geloofwaardig en interessant blijft. Het Over-project is inmiddels geëvalueerd en heeft geleid tot de lancering door TMG van het Dichtbij-netwerk van lokale sites, dat de komende jaren landelijk zal worden uitgerold. Belangrijke conclusies van de proefperiode waren (Brouwers, 2011): o Community-vorming en interactiviteit zorgen voor een terugkerend bezoek. Dit moet wel actief aangejaagd worden, bijv via sociale media o Alleen aggregatie zorgt voor de weinig binding. Echter aggregatie wordt wel gezien als meerwaarde van de site. o 112-, regio- en uitgaansnieuws is het meest aantrekkelijk o Uit OverEindhoven blijkt dat het mogelijk is om met een redelijk beperkte site geld te verdienen via adverteerders o Fysieke bijeenkomsten creëert betrokkenheid bij zowel consumenten als adverteerders (Naam)Vandaag, HDC Media. De Vandaag-sites zijn opgericht om door te dringen in alle gaten van het verzorgingsgebied van HDC. Op elke site staat één plaats centraal. Daar komt informatie/nieuws op dat niet zo gauw de papieren krant zal halen, maar wel waard is om te verspreiden. Berichten worden geplaatst door de redactie maar 27

Designing the Daily Digital daarnaast kunnen mededelingen ook gedaan worden door partners en burgers. Zo kan een tweewegverkeer ontwikkeld worden. De aankomende tijd worden steeds meer sites gelanceerd. Ervaringen met communities vanuit de internetinitiatieven Allereerst geeft een aantal internetinitiatieven aan dat met name kranten naar hun idee te weinig gebruik maken van de kracht en inzichten van hun abonnees. Dagbladen komen uit een traditie van centrale productie, maar maken geen gebruik van de kennis van hun volgers. Doordat nieuwe partijen artikelen vanuit de community aangeleverd krijgen (zowel van individuele bloggers als ook van verenigingen, overheden en andere organisaties) hebben zij een directer contact met hun achterban. Bij krantenabonnees zit een grote mate van kennis en deze groep is graag bereid om dat te delen met de krant waar ze abonnee/ fan van zijn, maar deze kennis moet wel geactiveerd en gemodereerd worden. Voor sommige van de geïnterviewde internetinitiatieven blijkt het betrekkelijk eenvoudig om bloggers te activeren (Arnhem-Direct), terwijl anderen daar veel meer moeite mee hebben (Nieuwsuitvelzen). Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat in Arnhem een aantal individuen al bezig waren met een blog over de gemeente Arnhem. Daarnaast is geïnvesteerd in fysiek contact tussen bloggers: elkaar zien en kennen motiveert. Bij Nieuwsuitvelzen moet deze community vanuit het niets worden opgebouwd. Bij alle verschillen zijn er ook constanten. Community-starters komen unaniem met de volgende aanbevelingen: Een goede communitymanager is een must; deze zorgt voor activiteit op het blog, zowel door het plaatsten van eigen artikelen als het motiveren van anderen; Het is lastig om een community vanaf de grond op te bouwen. Het werkt prettig als een community al een basis heeft of er is al een aantal individuele bloggers bezig met het schrijven over bijvoorbeeld (thema s in) hun stad/dorp. Deze individuen kunnen dan bij elkaar gebracht worden. Naast de online activiteiten is fysiek contact goed voor de versterking van de onderlinge band. Door actief te zijn op andere sociale netwerken wordt een meer actieve sfeer op het eigen blog gecreëerd. Alleen aggregatie levert geen levensvatbare community op. 28