Succesvol indexbeleggen in een dynamische wereld
De meeste beleggers, zowel institutionele als particuliere, zullen ontdekken dat het volgen van de financiële markten met minimale kosten de beste manier is om te beleggen. Wie dit pad volgt kan (na aftrek van beheer- en transactiekosten) zeker zijn van een hoger netto rendement dan dat van de grote meerderheid van professionele beleggers. Warren Buffett Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 2
Inhoud Inleiding........................................................................ pag. 4 Indexbeleggen of kiezen voor een actief fonds?.................. pag. 5 Het stappenplan........................................................... pag. 10 Direct beleggen in een index.......................................... pag. 12 Sterke opmars ETF s...................................................... pag. 18 ETF s nader bekeken.................................................... pag. 24 De voordelen van ETF s................................................. pag. 26 Altijd blijven opletten................................................... pag. 28 ETF s in de praktijk....................................................... pag. 31 ETF s als aanvulling....................................................... pag. 33 ETF s versus beleggingsfondsen..................................... pag. 35 De Tracker database...................................................... pag. 36 Hoe Indexus helpt?....................................................... pag. 39 Kom naar onze presentaties........................................... pag. 40 Slotwoord.................................................................... pag. 41 Pagina 3 Indexus september 2013 copyright Indexus
Inleiding Als er één product door beleggers in ongekend hoog tempo is omarmd, dan zijn het wel ETF s of Trackers. Sinds de introductie van de eerste ETF in 1993 is de markt toegenomen tot een omvang van meer dan 2.000 miljard dollar. Na de Verenigde Staten is ook de opmars in Europa ongekend. Een ETF is een open-end beleggingsfonds dat een index op de voet volgt en net als een aandeel gedurende de handelsdag gekocht en verkocht kan worden. Het doel van een ETF is om het rendement van een index te evenaren. Er zijn dus geen dure fondsbeheerders nodig die de markt continu afspeuren naar betere kansen. Daardoor zijn de kosten laag. Bovendien heeft de praktijk geleerd dat in 80% van de gevallen beleggen in indexfondsen een beter rendement oplevert dan beleggen in actief beheerde fondsen. Daarmee is ook direct het succes van ETF s en andere indexproducten verklaard. Indexus is de pionier en de autoriteit op het gebied van indexbeleggen. Bij de opbouw en het beheer van beleggingsportefeuilles is de filosofie van Indexus gelegen in de Core Satellite strategie. Hierbij worden passieve en actieve beleggingsstrategieën op effectieve wijze gecombineerd. De kern van de portefeuille wordt passief belegd met als doel om tegen zo laag mogelijke kosten een brede spreiding te creëren over verschillende wereldmarkten en beleggingscategorieën. ETF s op ontwikkelde markten lenen zich hier bij uitstek voor. De satellietbeleggingen daaromheen zorgen voor het extra rendement. Dit kunnen individuele aandelen of obligaties, maar ook specifieke ETF s zijn. In dit boekje trachten wij u meer inzicht te geven over de achtergonden van ETF s en de verschillende beleggingsmogelijkheden die ETF s bieden. Wij wensen u veel leesplezier. Indexus Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 4
Indexbeleggen of kiezen voor een actief fonds? De toenemende populariteit van indexbeleggen - het passieve beleggen - is vooral te danken aan enkele over duidelijke voordelen (spreiding, verhandelbaarheid, transparantie en lage kosten). Niettemin dient voor een zorg vuldige afweging vooral ook gekeken te worden naar de verschillen met actief beheerde beleggingsfondsen. Actief beheerde fondsen blijven structureel achter Actief beheerde beleggingsfondsen proberen met de juiste selectie van aandelen of obligaties de index te verslaan. Een streven dat waardering verdient. Er kleven echter een aantal nadelen aan die niet onvermeld mogen blijven voor een goede afweging. Door hun structuur bieden actieve beleggingsfondsen slechts een aantal keren per jaar inzicht in de portefeuille. Het actieve beheer brengt tevens hogere kosten met zich mee en de fondsen zijn niet doorlopend verhandelbaar. Deze nadelen zouden minder zwaar wegen als daar betere prestaties tegenover staan. Dat is niet het geval. Sterker nog, talloze wetenschappelijke onderzoeken wijzen op een structurele underperformance van deze actief beheerde beleggingsproducten. Standard & Poor s maakt elk jaar de balans op. De meest recente cijfers, over de afgelopen vijf jaar, tonen aan dat in de Verenigde Staten 63,8% van de actief beheerde large cap beleggingsfondsen, 76,7% van de mid cap beleggingsfondsen en 65,2% van de small cap beleggingsfondsen achterbleven bij de relevante indices. Onderzoek naar actief beheerde obligatiefondsen laat een soortgelijk beeld zien: meer dan 70% weet de index niet te verslaan. Andere studies wijzen uit dat op lange termijn zelfs 80% van de actief beheerde aandelen- en obligatiefondsen achterblijft bij de index. Pagina 5 Indexus september 2013 copyright Indexus
Kosten maken het verschil Wat zijn nu de oorzaken van de matige prestaties van fondsbeheerders? Allereerst dient erkend te worden dat de grote aandelen- en obligatiemarkten in hoge mate efficiënt zijn. Nieuws wordt snel in de koersen verwerkt, waardoor de mogelijkheid beperkt is om andere beleggers af te troeven. Verder wordt het rendement verlaagd door kosten als beheer, research, marketing en aan- en verkopen. Uit data van Morningstar blijkt dat de totale kosten (TER Total Expense Ratio) van een actief aandelen-beleggingsfonds in Europa gemiddeld 1,8% bedragen. Afgezet tegen 0,87% van een indexaandelenfonds en 0,38% van een ETF. Daarbij zijn de transactiekosten die het beleggingsfonds maakt bij het kopen en verkopen van effecten nog niet meegerekend. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) schat deze verborgen kosten bij actief beheerde Nederlandse aandelenfondsen tussen de 0,3 en 1% per jaar. Andere onderzoeken komen daarbij zelfs op het dubbele uit. Lage kosten komen rendement ten goede Het verschil in kosten tussen een actief beleggingsfonds en een ETF lijkt beperkt. Op langere termijn is het verschil echter substantieel. Een investering van 100.000,- in een aandelenfonds met een TER van 1,8% zal na 25 jaar bij een brutorendement van 8% zijn aangegroeid naar 449.897,-. Een ETF met een TER van 0,38% zou na 25 jaar 627,083,- hebben opgeleverd. Een verschil van ruim 177.000 euro! De verborgen hogere transactiekosten van actieve fondsen hebben we daarbij nog buiten beschouwing gelaten. De gemiddelde kosten van actieve beleggingsfondsen in opkomende landen en small caps liggen nog hoger. En dat is deels ook de verklaring voor het feit dat fondsbeheerders in minder efficiënte markten eveneens grote moeite hebben om op langere termijn de index te verslaan. En hoewel de hogere volatiliteit in deze markten weliswaar de kans op een outperformance vergroot, geldt dat omgekeerd uiteraard ook. Eén slechte beslissing kan het rendement flink beïnvloeden. ETF s Actief Beheerd Fonds Gem. aandelen 0,40% 1,77% Gem. obligaties 0,17% 1,00% Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 6
Total Cost of Ownership In de TER (Total Expense Ratio) komen dus niet alle kosten tot uiting. Zo worden bijvoorbeeld geen transactiekosten meegenomen. En die kunnen bij actief beheerde beleggingsfondsen juist hoger uitvallen dan je zou verwachten. De Amerikaanse hoogleraren R. Edelen, R. Evans en G. Kadlec deden onderzoek naar de periode tussen 1995 en 2006 en stelden vast dat de jaarlijkse transactiekosten tussen 0,84% en 3,17% bedragen. Dit komt dus bovenop de Total Expense Ratio (TER) van 1% tot 2%. Het is daarom belangrijk om ook te kijken naar de Total Cost of Ownership (TCO) naast de TER. Uitzonderingen Vanzelfsprekend zijn er actieve beheerders die er wel in slagen om het structureel beter te doen dan de index. Echter, die zijn echter op voorhand moeilijk te identificeren. Een goed track record is immers een beperkte indicator voor prestaties in de toekomst. Tegen deze achtergrond is het dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer pensioenfondsen ervoor kiezen - en in navolging hiervan ook particuliere beleggers - om een groot deel van hun beleggingsportefeuille in te richten met indexbeleggingen. Waarom immers betalen voor actief beheer als passief beheer met Trackers in de meeste gevallen tot betere rendementen leidt? Criticasters Toch is nog niet iedereen zomaar overtuigd van indexbeleggen. Tegenstanders wijzen vooral op de nadelen van marktwaarde gewogen indices, waarin aandelen met een hoge marktkapitalisatie zwaarder meetellen dan aandelen met een kleine marktkapitalisatie. Hierdoor zijn overgewaardeerde aandelen automatisch overwogen en ondergewaardeerde aandelen onderwogen. En hoe efficiënt de markten ook zijn, uit de internetbubbel begin deze eeuw bleek maar weer eens dat beleggers wel degelijk fouten maken in de waardering van bedrijven. Ook op de obligatiemarkt kunnen beleggers blootgesteld worden aan risico s die met kapitaalgewogen indices gepaard gaan. In een wereldwijde obligatie-index wegen landen met een hoge schuldpositie namelijk het zwaarst, omdat zij de meeste obligaties uitgeven. Een grotere exposure naar landen met lage schulden zou het risicoprofiel ten goede komen. Pagina 7 Indexus september 2013 copyright Indexus
Alternatieve indices Om aan de bovenstaande kritiek tegemoet te komen hebben indexleveranciers alternatieve indices ontwikkeld met een andere wegingsmethode. Een voorbeeld is de gelijkgewogen index, die aan elke component eenzelfde gewicht toekent. Zo hebben de 500 aandelen in de S&P 500 Equal Weighted Index ieder een gewicht van 0,20%, waardoor kleinere aandelen in vergelijking met de naar marktkapitalisatie gewogen versie beter vertegenwoordigd zijn. Maar voorstanders van traditionele indices menen dat dit niet strookt met de economische realiteit, waarin grote ondernemingen nu eenmaal veel invloed hebben. Bovendien moet een dergelijke index veel vaker worden herzien om de gewichten gelijk te houden, hetgeen voor indexvolgers tot bovengemiddelde transactiekosten leidt. Andere voorbeelden zijn GDP-gewogen indices, waarin niet de omvang van de aandelenmarkt maar de economie het individuele gewicht van landen bepaalt, en indices die bij de samenstelling vooral fundamentele factoren laten meewegen. Door de weging van ondernemingen te relateren aan de boekwaarde, omzet, winst, kasstroom etcetera wordt de relatie tussen over- en onderwaardering en het gewicht in de index doorbroken. In de praktijk komt dit neer op value beleggen, waardoor dergelijke indices groeiaandelen per definitie zullen onderwegen. Door de actieve selectie is bovendien geen sprake meer van passief beleggen. Smart Bèta Door de enorme concurrentie op de ETF-markt proberen aanbieders zich te onderscheiden met nieuwe producten zoals smart bèta-trackers. Die zijn gebaseerd op de gedachte dat gangbare indices vaak een vertekend beeld geven. Zo zijn indices van staatsleningen gewogen naar de landen met de grootste schulden. Smart bèta-producten streven naar een zuiverder verdeling, met als hopelijk resultaat stabielere, minder volatiele rendementen. Ze zijn omstreden omdat de nieuwe indices waarop ze zijn gebaseerd, en daarmee ook hun prestaties, veel minder inzichtelijk zijn voor de belegger. Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 8
Opinie Index(beleggings)fonds of toch liever ETF s Wie passief wil beleggen kan bij banken en vermogensbeheerders vaak alleen terecht bij eigen index-beleggingsfondsen. Ondanks hetgeen de naam suggereert, is er een significant verschil met een belegging in de index via een ETF. Onderzoeken wijzen keer op keer uit dat meer dan 80% van de actief beheerde beleggingsfondsen slechter presteert dan de index. Dit was dertig jaar geleden ook al bekend. Niettemin kopen beleggers nog steeds actieve beleggingsfondsen, met name dankzij de intensieve marketing van banken. Volgens de AFM is dit niet in het belang van de klant. Of, zoals het toezichthoudend orgaan het zegt; dienen er heel gegronde redenen te zijn om fondsen aan te bevelen boven vergelijkbare Trackers. Goed om te weten, zo denken wij. Mede door de introductie van Trackers neemt de populariteit van indexbeleggen in razend tempo toe. De lage kosten, uitstekende verhandelbaarheid, transparantie en de flexibiliteit van deze producten spreken veel beleggers aan. Slechte verhandelbaarheid Als banken al passieve beleggingen aanbieden, dan zijn dat meestal de eigen, niet-beursgenoteerde indexfondsen. Het belangrijkste voordeel van Trackers is juist dat zij net als aandelen op de beurs verhandelbaar zijn, op elk moment van de dag. Daarentegen zijn indexfondsen veelal slechts een keer per dag verhandelbaar. Dat is natuurlijk een groot nadeel. Als belegger wil je immers te allen tijde in of uit de markt kunnen stappen. Als gevolg van de beperkte verhandelbaarheid van de Participaties kan uw belegging mogelijk alleen op een relatief ongunstig moment te gelde worden gemaakt, zo waarschuwt een aanbieder van indexfondsen op haar site. Onnodig hoge kosten Hoewel indexfondsen goedkoper zijn dan actief beheerde fondsen zijn zij vaak nog veel duurder dan Trackers. Zo kost het indexfonds op Nederlandse aandelen van een niet nader te noemen aanbieder 0,76% per jaar, terwijl er ook nog eens in- en uitstapkosten worden berekend van 0,5%. Een Tracker van Think ETF op de AEX kost echter maar 0,30% per jaar, terwijl de spread (het verschil tussen bied- en laatprijs) minimaal is. Een noemenswaardig nadeel van indexfondsen is ook dat het beheer en het bewaarbedrijf veelal niet strikt gescheiden zijn. Hierdoor zijn beleggers niet beschermd in geval van een faillissement van de aanbieder. In de huidige onzekere tijden, waarin banken onder druk staan, is dat geen geruststellende gedachte. Objectief advies? Een belangrijke regel van beleggen is dat je nooit in huisfondsen moet beleggen. Want hoe objectief is een dergelijk advies? Daarom hebben wij geen huisfondsen. Wij zoeken, vergelijken en vinden graag het beste product voor u zonder dat wij er een ander belang bij hebben dan het belang van onze beleggers. Paul Traa DSI Senior beleggingsadviseur Pagina 9 Indexus september 2013 copyright Indexus
Het stappenplan Wij krijgen regelmatig de vraag of wij even een aantal ETF s kunnen aanbevelen. Een antwoord daarop is niet zomaar te geven. Het hangt namelijk af van een aantal belangrijke factoren. Persoonlijke motieven en doelen van de belegger zijn daarbij het belangrijkst. Voor een optimale beleggingsstrategie kijken we dan ook naar de verschilende factoren alvorens over te gaan tot actie. Een bewezen stappenplan helpt ons daarbij. Stap 1 Stap 1: Uw doelstellingen? Aan de hand van uw eigen vermogenssituatie bepaalt u het bedrag waarmee u wilt beleggen. Met in het achterhoofd dat oude zekerheden zoals pensioen, de overwaarde van een woning of de rente op spaargeld niet voldoende rendement bieden, zien we in de praktijk dat steeds meer particulieren grotere delen van het vermogen beschikbaar stellen voor beleggingen. Naast omvang is het belangrijk om te bepalen welke beleggingsrisico s u wilt lopen. Op de website van Indexus kunt u gemakkelijk uw beleggersprofiel aanmaken. Dat is voor ons het startpunt voor verdere gesprekken waarop samen met u een beleggingsstrategie wordt bepaald. Stap 2 Stap 2: Welke asset allocatie? Het rendement op vermogen wordt voor 80% bepaald door asset allocatie; ofwel, de wijze waarop - en in welke verhoudingen het vermogen gespreid wordt over de verschillende beleggingscategorieën. Dit verschilt natuurlijk van belegger tot belegger en heeft vooral te maken met de verhouding tussen gewenst rendement en risico. Strategische asset allocatie houdt in volgens welke verhouding belegd wordt in aandelen, obligaties, liquiditeiten en alternatieve beleggingscategorieën, zoals vastgoed en grondstoffen. Vanuit uw beleggersprofiel wordt de ideale verhouding tussen risico en rendement vastgesteld en vertaald in een optimale asset allocatie. Een proces overigens dat met regelmaat herhaald dient te worden omdat beleggingsdoelen aan verandering onderhevig zijn. Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 10
Stap 3: Welke index? Na vaststelling van de asset allocatie wordt aan de hand van marktomstandigheden bepaald welke specifieke indexen opgenomen dienen te worden voor realisatie van de doelstellingen. In geval van vastrentende invulling kan bij een verwachte rentedaling belegd worden op een index met lang lopende obligaties. Of wanneer verwacht wordt dat de aandelenmarkt nauwelijks groei zal vertonen, kan gekozen worden voor een index op dividendaandelen. Stap 3 Stap 4: Welke ETF? Het beleggingsdoel is helder, de asset allocatie vastgesteld. Tijd om de juiste ETF s te selecteren. Er zijn op dit moment zo n 7500 beursnoteringen van ETF s op circa 3500 verschillende onderliggende indices. Dat is meer dan 2 ETF s per index! Zaken als verhandelbaarheid, kosten, beurs van notering en fiscale aangelegenheden vormen dan ook een belangrijk onderdeel bij de uiteindelijke keuze. Op onze website kunt u middels de Tracker-Database inzicht krijgen in de vele ETF s die worden aangeboden. Stap 4 Pagina 11 Indexus september 2013 copyright Indexus
Direct beleggen in een index Indices in vele soorten en maten Om in één oogopslag de stemming op de Amsterdamse beurs te meten, wordt vaak de AEX-index aangehaald. De AEX geldt dan ook als de belangrijkste graadmeter van de Nederlandse aandelenmarkt en bestaat uit het gewogen gemiddelde van de 25 meest verhandelde aandelen op de Amsterdamse beurs. Naast nationale beursindices zoals de AEX (indices is het meervoud van index) bestaan er ook indices die een wereldwijde markt, een specifieke regio of sector volgen. Denk bijvoorbeeld aan de MSCI World Index, de Eurostoxx 50 Index en de S&P Global Energy Sector Index. Maar er zijn ook indices die zijn samengesteld uit aandelen met een hoog dividend, van kleine of middelgrote bedrijven of van aandelen die onder een bepaalde beleggingsstijl te classificeren zijn (waarde- en groeiaandelen). Daarnaast zijn er nog indices die zijn samengesteld op basis van obligaties, vastgoed en grondstoffen. Indices zijn er dus in vele soorten en maten en kennen verschillende samenstellingen. Aangezien ETF s worden gekoppeld aan een index is het als belegger van belang om te weten op welke basis een index is samengesteld. Samenstelling De meeste indices zijn kapitaal gewogen, hetgeen betekent dat de beurswaarde bepalend is voor het gewicht in de index. De beurswaarde wordt verkregen door het aantal uitstaande aandelen te vermenigvuldigen met de actuele beurskoers. Aandelen met een grote beurswaarde wegen zwaarder in de index dan aandelen met een kleine beurswaarde. Eveneens vindt er een correctie plaats op basis van het aantal vrij verhandelbare aandelen, de zogeheten free float. Zo is het gewicht van het aandeel Heineken in de AEX gebaseerd op de helft van de marktwaarde, omdat 50% van het aandelenkapitaal in bezit is van de familie Heineken (via Heineken Holding). Hoe hoger de free float, des te beter een aandeel in de regel verhandelbaar is. Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 12
Naast de beurswaarde is doorgaans ook de omzet in een aandeel een belangrijk selectiecriterium. In het geval van de AEX is dat zelfs een doorslaggevende factor: de 25 aandelen met de hoogste omzet in het voorgaande jaar worden opgenomen. Verder is het gewicht van individuele aandelen vaak gelimiteerd (in de AEX is de limiet vastgesteld op 15%). Anders zou een groot fonds als Shell wel erg veel invloed hebben op het verloop van de hoofdindex op het Damrak. De samenstelling van een index wordt periodiek herzien. Kapitaal gewogen indices mogen dan tegenwoordig standaard zijn, in enkele gevallen is niet de beurswaarde van invloed op het gewicht van een aandeel in een index maar de hoogte van de koers. Aandelen met een hoge beurskoers wegen dan zwaarder. De Amerikaanse Dow Jones Industrial Average en de Japanse Nikkei 225 zijn bekende voorbeelden van deze zogeheten prijs gewogen indices. Spreiding De Dow Jones is één van de oudste en meest gevolgde beursindices ter wereld. Toch is ze niet representatief voor de Amerikaanse aandelenmarkt. Dat is toe te schrijven aan het feit dat er slechts 30 aandelen in opgenomen zijn en aan de wijze waarop de index tot stand komt. Zo bepalen de zes grootste aandelen op dit moment circa 37% van de index. Beleggers beschouwen de Standard & Poor s (S&P) 500 daarom als een veel betere graadmeter. Deze kapitaalgewogen index weerspiegelt het koersverloop van de 500 grootste ondernemingen in de Verenigde Staten. Ook de AEX blinkt niet uit door een goede spreiding. Zo tellen de drie grootste aandelen Shell, Unilever en ING erg zwaar: zij vertegenwoordigen bijna 40% van de index. De 6 zwaarst wegende aandelen in de AEX (Shell, Unilever, ING, Philips, ASML en Unibail) zijn samen goed voor circa 60% van de index. Deze beursfondsen drukken daardoor een grote stempel op het koersverloop van de AEX. Maar ook de spreiding over verschillende sectoren laat te wensen over. Energie, consumentengoederen en financiële dienstverlening domineren het beeld, terwijl sectoren als farmacie, industrie en informatietechnologie niet of nauwelijks zijn vertegenwoordigd. De Dow Jones en AEX staan niet alleen. Voor beleggers in Duitsland en Frankrijk doet zich hetzelfde concentratieprobleem voor: de zes grootste fondsen vertegenwoordigen respectievelijk zo n 50% en 43% van de waarde van de index. Pagina 13 Indexus september 2013 copyright Indexus
Gelukkig zijn er genoeg indices te vinden die een betere spreiding bieden. Waar in de Verenigde Staten de S&P 500 leidend is, geldt de Eurostoxx 50 als een goede en brede graadmeter voor de aandelenmarkten in de Eurozone. Niet alleen vertegenwoordigen hier de zes grootste fondsen slechts zo n kwart van het totaal, ook de spreiding over de verschillende sectoren is prima. Voor de wereldaandelenmarkt geldt de eerder genoemde MSCI World als representatief. Deze bestaat uit de circa 1.600 grootste aandelen uit 24 ontwikkelde landen in Noord-Amerika, Europa en Azië. Let wel, in deze MSCI World spelen de zogenaamde Emerging Markets vrijwel geen rol van betekenis. Dividend De Duitse DAX index is één van de weinige grote indices die ook de dividenduitkeringen meeneemt in de waardeberekening van de index. De meerderheid van indices geeft alleen het koersverloop weer. Maar vaak hebben indices ook varianten die ook het uitgekeerde dividend herinvesteren. In Nederland is dat bijvoorbeeld de AEX herbeleggingsindex. Logischerwijs blijft de waardeontwikkeling van de AEX achter bij de herbeleggingsvariant van dezelfde AEX. Valuta Om de invloed van valutakoersschommelingen aan te geven, worden internationale indices ook vaak in verschillende valuta s uitgedrukt. Zo kan het rendement van de MSCI World in US dollars en euro s van jaar tot jaar sterk uiteenlopen. Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 14
Over de AEX-Index AEX-Index De AEX-index ging in 1983 van start met 13 ondernemingen. In de jaren daarna werden er geleidelijk beursfondsen aan toegevoegd tot het huidige aantal van 25. Inmiddels is de samenstelling regelmatig veranderd door fusies, overnames en faillissementen. De basiswaarde van de AEX in 1983 was 100 punten in guldens, omgerekend in euro s is dat 45,38 punten. Per 28 juni 2013 stond de AEX op 344,59 punten. Samenstelling per 1983: Samenstelling per ultimo juni 2013: ABN Ahold Akzo Amro Gist-Brocades Heineken Hoogovens KLM Royal Dutch Nationale Nederlanden Philips Unilever Nedlloyd Aegon Ahold Air France-KLM Akzo Nobel Arcelor Mittal ASML Holding Corio D.E. Master Blenders 1753 DSM Fugro Gemalto Heineken ING Groep KPN Philips PostNL Randstad Reed Elsevier Royal Dutch Shell Royal Imtech SBM Offshore TNT Express Unibail-Rodamco Unilever Wolters Kluwer Pagina 15 Indexus september 2013 copyright Indexus
Opinie Onevenwichtigheden in Indices Indexbeleggen doet u vooral ook om beleggingsrisico te verminderen. Toch is het goed te weten dat ook bij het beleggen in indices bepaalde risico s van toepassing zijn door onevenwichtigheden. De belangrijkste onevenwichtigheden laten we hieronder aan bod komen. Spreiding zorgt voor vermindering van specifieke risico s. Desondanks bestaat nog steeds de kans op concentratierisico. Dit ontstaat bijvoorbeeld wanneer de onderliggende waarden van een index allemaal uit dezelfde sector komen. De zwaarste wegers in de AEX-index wegen samen meer dan 60%. De twee zwaarste wegers (Royal Dutch Shell en Unilever) zijn samen goed voor zelfs 30%. Wanneer u geen vertrouwen heeft in deze specifieke aandelen, dan past een belegging in een AEX product niet goed bij u. Het is dus van groot belang om te weten wat er precies opgenomen wordt in een index. Zo waren tot aan de kredietcrisis de financials in de AEX oververtegenwoordigd ten opzichte van andere sectoren. Meer dan een derde van de AEX bestond uit financiële waarden. Dat is nog steeds het geval bij de index op de reguliere Turkse beurs. Hier wegen de financials voor circa 55% mee. Een andere vorm van concentratie kan bestaan uit valuta. Wanneer u belegt in een wereldwijd aandelenproduct, dan voeren de Amerikaanse bedrijven meestal de boventoon. Dit geldt zeker wanneer het gaat om de ITsector. U dient bij een dergelijke belegging rekening te houden met het feit dat de onderliggende waarden voor circa 80% uit dollarnoteringen kunnen bestaan. Ook belangrijk? Ga niet alleen af op de naam van een belegging. Bij een wereldwijd beleggingsproduct verwacht men vaak ook een wereldwijde spreiding. Een index wordt echter veelal samengesteld op basis van handelsvolumes. De grootste beursfondsen vormen derhalve ook de zwaarste wegers in zo n index. Hierdoor komen de Emerging Markets niet of nauwelijks voor in producten die de MSCI World Index volgen. Kennis van zaken is dus essentieel. Het voordeel van beleggen in Trackers is gelukkig de transparantie. De wijze waarop een index wordt samengesteld én de actuele samenstelling is redelijk gemakkelijk terug te vinden op de websites van de uitgevers van de Trackers en bij de samensteller van de betreffende Index. Dus, weet wat u koopt! Gosse Akkerman DSI Senior beleggingsadviseur Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 16
Enkele cijfers Per ultimo eerste halfjaar 2013 kent de wereldwijde ETF-industrie de volgende kerncijfers: Totaal van 3419 ETF s; De ETF s kennen tezamen 7757 beursnoteringen (veel ETF s staan dus genoteerd aan meer dan 1 beurs); Totaal vermogen in ETF s is US$ 1901 miljard (circa 1462 miljard); Deze ETF s worden uitgegeven door 182 aanbieders; Deze ETF s worden genoteerd op 54 verschillende beurzen. De totale markt van ETF s en ETP s (Exchange Traded Products) samen: Totaal van 4849 ETF s; De ETF s kennen tezamen 9878 beursnoteringen; Totaal vermogen in ETF s is US$ 2045 miljard (circa 1573 miljard); Deze ETF s worden uitgegeven door 209 aanbieders; Deze ETF s worden genoteerd op 56 verschillende beurzen. Pagina 17 Indexus september 2013 copyright Indexus
Sterke opmars ETF s De omvangrijke verliezen die menig belegger tijdens de kredietcrisis heeft opgelopen, hebben het geloof in actief beheer sterk aan het wankelen gebracht. Immers, de toegevoegde waarde van fondsmanagers zou juist bij dalende koersen duidelijk dienen te zijn. Helaas zijn de meesten van hen niet in staat gebleken om zich aan de negatieve ontwikkelingen van de financiële markten te onttrekken. Sterker nog, vele fondsen presteerden slechter dan de benchmark. Eerste ETF Het was de structurele underperformance van actief beheerde beleggingsfondsen die in 1976 al de aanleiding gaf voor de introductie van een indexfonds. Daarna volgde een snelle groei. Indexbeleggen kreeg echter pas echt een impuls in 1993 met de introductie van de eerste ETF in de Verenigde Staten door State Street Global Advisors. Deze zogeheten Standard & Poor s depository receipt ( spider ) heeft de S&P 500 als onderliggende index. Na de introductie van deze spider kwam Morgan Stanley enkele jaren later, in samenwerking met Barclays Global Investors, met de World Equity Benchmark Shares, kortweg WEBS. Deze Tracker gaf beleggers de mogelijkheid om tegen lage kosten 17 MSCI landenindices te volgen. WEBS werd in 2000 door Barclays omgedoopt tot ishares en vanaf dat moment vormt deze een belangrijke drijvende kracht achter de sterke groei van de industrie. Marktomvang Het aanbod van ETF s is in de loop der jaren explosief toegenomen. Eind juni 2013 waren er wereldwijd 3419 ETF s beschikbaar en was er circa 1900 miljard dollar belegd vermogen in ETF s. Ishares is met een marktaandeel van circa 38% marktleider. State Street (17%) en Vanguard (13,5%) zijn goede volgers. De in de Verenigde Staten genoteerde Spider is 20 jaar na dato uitgegroeid tot de grootste in zijn soort met een beheerd vermogen (NAV, Net Asset Value) van circa 130 miljard dollar (medio 2013). Maar terwijl Amerikaanse beleggers ETF s massaal hebben omarmd, loopt Europa nog achter. Dat lijkt echter snel te veranderen gezien de indrukwekkende inhaalslag. Bestond het aanbod in 2000 nog slechts uit 5 ETF s, medio 2013 waren dat er 1324 en was er 331 miljard dollar onder beheer (ter illustratie: in de VS zijn dat 1196 ETF s met Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 18
een beheerd vermogen van 1347 miljard dollar). Niet alleen is de marktomvang in Europa een kwart van de Amerikaanse markt, ook de omzet ligt op een aanmerkelijk lager niveau. Voor een deel toe te schrijven aan het feit dat Europa geen homogene markt voor financiële producten heeft, waardoor de markt gefragmenteerd is. Fragmentatie Europa De Europese markt mag dan in omvang een stuk kleiner zijn, er staan meer ETF s genoteerd dan in Amerika. Zo zijn er alleen al 32 verschillende ETF s en 113 beursnoteringen op de populaire Eurostoxx 50 index, die het koersverloop van de 50 grootste aandelen in de Eurozone weerspiegelt. Beleggers zouden gediend zijn met minder aanbod zodat hogere omzetten ontstaan bij een beperkter aantal ETF s en het verschil tussen de bied- en laatprijs (de spread ) lager uitvalt. Uitgebreid aanbod, uitgebreide mogelijkheden Het aanbod aan ETF s is inmiddels zo overweldigend dat beleggers een keur aan mogelijkheden tot hun beschikking hebben. Met ETF s zijn al lang niet meer alleen grote aandelenindices één op één te volgen, maar ook beleggingscategorieën en markten als grondstoffen, vastgoed, hedge funds, private equity en een breed scala van opkomende landen. Veel ETF s kennen een brede spreiding, andere volgen slechts een enkele sector, grondstof of valuta. Voor particuliere beleggers is dat een interessante ontwikkeling omdat ook zij nu relatief gemakkelijk toegang hebben tot de diepste hoeken van de financiële markten. Juist hier zijn diversificatievoordelen te behalen en liggen ook voor actieve beleggers kansen. Hoewel ETF s met name worden gebruikt voor aandelenbeleggingen, is ook de belangstelling voor obligatie-etf s de laatste jaren sterk toegenomen. Inmiddels zijn er onder meer obligaties van landen (met verschillende looptijden), bedrijven en opkomende markten. Daardoor kunnen beleggers met ETF s ook een goed gespreide wereldwijde obligatieportefeuille samenstellen. Tot slot zijn er ook ETF s op de markt die tegengesteld bewegen aan de onderliggende index en/of met een hefboom werken. Via deze producten kan men bijvoorbeeld inspelen op een verwachte daling van de onderliggende index. Pagina 19 Indexus september 2013 copyright Indexus
Een uitgebreid aanbod Aanbieders van ETF s Indexus september 2013 copyright Indexus Pagina 20