Les 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.



Vergelijkbare documenten
Organisatie van de urinewegen

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

Gaswisseling Uitscheiding

Nieren. door Annemieke Middelkamp

Les 10 Bloeddruk en Nieren. Fysiologische zoutoplossing. Bloeddrukregulatie. Regulatie van de zuurgraad. waarden tussen 7,35-7,45

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?

Reis door het Nephron. Hilde de Geus

Excretie en osmoregulatie

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

vwo uitscheiding 2010

Anatomie / fysiologie. Uitscheiding van urine. Transport urine AFI1. Nieren 2 Urine. Vanuit de nierpapillen druppelt urine in het nierbekken.

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2

Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en

Nierfunctie. presentatie voor de CNE dagen Richard van Valen, MA Verpleegkundig specialist Cardio-thoracale chirurgie Erasmus MC

Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen

Opdrachten, woordenlijsten en stellingen behorende bij Cxx55 Vocht en elektrolyten huishouding, uitscheiding, warmteregulatie en hormonaal stelsel

Ayurveda en de Nieren

Water, elektrolyten en zuur-base balans. Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen

Les 8 Spijsvertering 3. Vertering vetten vervolg en resorptie water en zouten. Resorptie zouten uit darm

Uitscheiding en afweer

Normale histologie van het nefron. Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer

3D-reconstructie en modellering van de bloedcirculatie in de nier

nierschors nierbekken nierslagader (arteria renalis)

Normale histologie van het nefron

Anatomie / fysiologie. Team anatomie/fysiologie AFI1. Anatomie / fysiologie / pathologie. Cxx53 1 en 2. Milieu interieur Uitwisseling van stoffen

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

Theorie-examen fysiologie 2 mei 2008

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006)

Nieren, nierziekten en behandeling. Hoe werken onze nieren

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová

PD: Peritoneale Dialyse

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde

Beste Student,

Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.

Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld

Leerboek dialyseverpleegkunde

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

De P, RR, adh,t, en vochtbalans

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6

Diuretica. Drs. P. Adhien, Apotheker/ epidemioloog Masterclass Diuretica Papendal 16 november 2015

Samenvatting Biologie H13

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

Als nieren falen faalt er veel, maar het leven gelukkig niet. Deel 1. Thema: Nierziekten. Dr. Ron Gansevoort. Internist nierarts UMC Groningen

4,5. 2 vragen. 2 vragen: 3 vragen: Werkstuk door een scholier 1008 woorden 25 januari keer beoordeeld

Eindexamen biologie compex havo I

Nederlandse samenvatting

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Trilhaarepitheel = (buitenste laag neusslijmvlies) slijmproducerende cellen + trilhaarcellen

Vragenles Deel 1. Vraagje. Infrastructuur menselijk lichaam. Matthieu Berenbroek

Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade

Welkom. Namen presentatoren

TPE: Therapeutic Plasma Exchange

Ziekten die mogelijk insufficiëntie veroorzaken:

Blaasstenen bij de Engelse Bulldog

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

microscopische anatomie nier

Anatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk

> Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Niervervangende therapie

Preventie van nier- en ureterstenen

Nederlandse samenvatting

THEMA 8 Opslag, uitscheiding en bescherming EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk. talgklier haarspier. borstelhaar

Urology on the Rocks. Medische aspecten van urinaire lithiasen

OEFENTENTAMEN De Nier 8NC10 Beknopte ANTWOORDEN

Kerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie

Examen HAVO. biologie-compex. Vragen 21 tot en met 39. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Module: Osmoregulatie - VWO 5 6. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Anatomie en fysiologie van de lever. Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018

Hoofdstuk 2 De nierfunctie: glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)

Het medische lab: Urineonderzoek

Preventie van nier- en ureterstenen

Hoofdstuk 3 Samenstellen dialysevloeistof in de AK 200U S

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Osmo- en volumeregulatie

Patiënteninformatie. Nierfunctievervangende therapie. Nierfunctievervangende therapie

Dorstproef. Afdeling Interne geneeskunde

Gezonde Leefstijl: Alcohol

Vullen! Waarmee? Steven Winkel IC verpleegkundige, Reanimatie coördinator

De GPS behandeling. Figuur: Container waarin het bloed wordt gecentrifugeerd en de bloedplaatjes worden gescheiden van het bloedplasma.

Tentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004

Bloktoets blok 1.3

Functie van de nieren en wat kan fout gaan

Bloktoets blok 1.3

Diabetes en nierziekten

Nierfunctie bij oudere patiënten

Je nieren zijn van levensbelang

Transcriptie:

Les 9 Nier Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Nieren Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. renalis / vena perirenaal steunvet nefros (G) b.v nefrologie nefron functionele niereenheid ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 1 diafragma 2 v. cava inferior 3 bekkenbeenkam 4 uterus 5 urineblaas 6 bijnier 7 nier 9 aorta 10 ureter 11 snijrand peritoneum LG, fig. 2.3.1a, blz. 194 ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 1

1 ribben 2 nier 3 wervelkolom 4 bekken LG, fig. 2.3.1b, blz. 194 ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 Macroscopische bouw Nierschors, gespikkeld door lichaampjes van Malpighi Niermerg,streperig door verzamelbuizen in piramiden, nierkelken Nierbekken (pyelum), aantal nierkelken naar nierbekken, naar ureter LG, blz. 195 e.v. ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Nierfuncties / nier Productie van urine water/zoutregulatie zuurgraadregulatie regeling, osmotische druk uitscheiding afvalstoffen, eigen en vreemd Bloeddrukregulatie Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen (erytropoëtine = hormoon) activeert vitamine D ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 2

Nieren, functie Regulatie van vocht en zouten 47-55 % is water (vocht) bij kinderen nog meer is dus voor een groot deel regulatie van osmotische druk ADH (Anti-Diuretisch Hormoon) vochthuishouding ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Regulering zouthuishouding Aldosteron Na + K + (K + ook nier) PTH Ca + Mg + fosfaat Parahormoon of parathyroïd hormoon Calcitonine Ca + fosfaat Mg + net als K + door de nier Cl - volgen de positieve ionen (kationen) retentie = terughalen, dus in bloed verhoogd depletie = uitscheiden, dus in bloed verlaagd ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Nier vervolg Bijzondere bloedcirculatie Aanvoer arteria renalis Afvoer vena renalis 1,2 l. Doorstroom per minuut = 1700 l/dag concentrerend en verdunnend vermogen, doel osmotische waarde constant houden Nier => ureter (urineleider) => blaas => urethra (urinebuis) ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 3

Nefron Functionele eenheid, die zelfstandig een druppel urine kan produceren elke nier heeft er 1 miljoen. Opbouw elke nefron: Kapsel van Bowman tubulus contortus I of proximale tubulus lis van Henle tubulus contortus II of distale tubulus verzamelbuisjes ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 LG, fig. 2.3.4b, blz. 197 1 interlobulaire arterie 2 vas efferens 3 glomerulus 4 kapsel van Bowman 5 tubulus contortus I 6 lis van Henle 7 interlobulaire vene 8 juxtaglomerulaire cellen 9 vas afferens 10 tubulus contortus II 11 verzamelbuis 12 nierbekken ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 Nefron processen / ultrafiltratie (Ultra) filtraat (voorurine) o.i.v. de bloeddruk in het Kapsel van Bowman ultrafiltraat = plasma zonder cellen en eiwitten Bloeddruk in de glomerulus = +45 mm Hg COD van plasmaeiwitten = - 25 mm Hg druk in het kapsel zelf = - 10 mm Hg Druk verschil = +10 mm Hg ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 4

Bloedaanvoer naar de nieren Cardiac output (HMV) in rust 5 liter/minuut Nieren daarvan 20% = 1 liter/minuut 1 liter voor beide nieren 600 ml plasma en 400 ml cellen filtratiefractie = 0,2 => 120 ml per minuut wordt gefilterd. 24 uur x 60 min. x 120 ml = 170 liter filtraat ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Drukverschillen Alle processen draaien om drukverschillen: osmose (concentratieverschillen) filtratie (druk- en concentratie verschillen) Bloeddruk in de glomerulus 40-50 mm Hg Normaal druk : 30 mm Hg ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 Nefron processen/ terugresorptie 1,5 tot 2 liter urine per dag is norm Van de 180 liter voorurine of ultrafiltraat wordt 99% geresorbeerd Terugresorptie is selectief, nuttige stoffen terug naar bloed, schadelijke stoffen naar urine glucose = suiker terug ureum = afvalstof eiwitstofwisseling naar urine urine bevat: 10 gram zout (1 % - 99 %), dus terugresorptie ruim 1 kilo zout proximaal 80% terugresorptie van: glucose, Na en water (water met name in lis van Henle) distaal circa 6% terugresorptie, hormonaal, aldosteron, ADH en PTH ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 5

Regulatie urine hoeveelheid Afhankelijk van de opname Drinken Vocht in het eten Uitscheiding Zweten (ook de onmerkbare, zweet is niet zout) Vocht via uitademing Diarree urineproduktie ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 16 Vochtbalans ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 Vochtverlies per dag In aantal ml / 24 h. (totaal = 2500 ml) 1500 350 200 350 100 Huid Luchtweg Faeces Transpiratie Urine Onmerkbare afgifte via de huid, is meer de uitdroging van de huid. Vochtverlies middels transpiratie gaat via de zweetklieren ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 6

Regulatie urine vervolg Vasopressine of ADH (anti-diuretisch hormoon) bepaalt hoeveel vocht in de urine Elektrolyten onder invloed van aldosteron Na + en K + Diuretica of plastabletten zorgen ervoor dat de nier minder zout resorbeert dus ook minder water!!!! ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 diurese Hoeveelheid door de nieren geproduceerde urine vorming van urine door de nieren Goede maat voor de circulatie, verminderde diurese bij drukproblemen (pre-renaal) ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Klaring of clearance (van een stof) Aantal ml. Bloedplasma dat per minuut volledig van een bepaalde stof wordt gezuiverd; gedaan op 24-uurs urine plasmaconc. X hoev = urineconc. X hoev. Is een goede of nauwkeurige maat voor de nierfunctie ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 7

Creatinine bepaling Creatinine plasmaconcentratie lijkt een goede maat voor het bepalen van nierfunctie, DUS NIET pas bij 50% nierfunctie verlies treedt er stijging op van plasma-creatinine waarde reserve functie van de nieren (donor) ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 22 GFR (Glomerulaire filtratie snelheid) Norm = 120 ml plasma/minuut te meten met inuline: wel filtratie» geen excretie» geen terugresorptie meestal creatinine klaring als maat voor GFR, iets te hoge meting 140 ml/min. Creatinine bij 1 persoon vrij constant ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23 Urinebestanddelen normale abnormale Water, helder (doorzichtig) 95% ureum afvalproduct eiwit urinezuur afvalproduct eiwit creatinine afvalproduct spieren zouten (o.a. NaCl) lichtgeel van kleur (urobiline =galkleurstof geconcentreerd =oranje geel vitamine C (teveel) hormonen (zwangerschap) vormelementen (cellen) Bloed (pas op menstruatiebloed) eiwit (glomerulonephritis) glucose (diabetes) ketonen (ernstige diabetes) urobiline (icterus = geelzucht) ery s (hematurie) leuko s (ontsteking blaas nieren) bacteriën (ontsteking) afbraakproducten medicijnen ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 24 8