Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en
|
|
- Annelies Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld resten van medicijnen) het bloed uit. De nieren liggen net onder het middenrif achter in de buikholte (BINAS 85A). De nieren filteren het bloed. Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken. Door de nier gevormde urine komt in het nierbekken terecht en gaat vanuit daar via een urineleider naar de blaas. Twee nierslagaders vertakken van de aorta af. Zij voorzien elke nier van bloed (BINAS 85A). Beide slagaders vertakken tot steeds kleinere slagaders die uitkomen bij de functionele eenheid van een nier: een nefron. In een nefron gaan afvalstoffen uit het bloed waarbij de urine ontstaat. Een nefron bestaat uit het kapsel van Bowman met erin de glomerulus (een netwerk van haarvaten), gevolgd door een nierbuisje en een verzamelbuisje. Daar strak tegenaan lopen de aan- en afvoerende bloedvaten. Het aanvoerend slagadertje gaat in het kapsel van Bowman over in de glomerulus en verlaat het kapsel weer als afvoerend slagadertje. In de glomerulus vindt ultrafiltratie plaats. Eiwitten en grotere bestanddelen zoals rode bloedcellen blijven in de glomerulus achter. Het filtraat komt in het kapsel van Bowman terecht en heet dan voorurine. Het nierbuisje bestaat uit het eerste gekronkelde nierbuisje, de lus van Henle en het tweede gekronkelde buisje. Samen met het verzamelbuisje maakt het nierbuisje uit de voorurine de definitieve urine. Elke nier ontvangt per minuut ongeveer 1 L bloed. Ultrafiltratie: 1. In het kapsel van Bowman gaan kleine slagadertjes over in kluwen haarvaten, de glomerulus. Het aanvoerende slagadertje heeft een grotere diameter dan het afvoerende. Dit maakt de bloeddruk drie keer hoger dan in een ander haarvatennet. De extra hoge bloeddruk levert extra filtratie op. De voorurine gaat naar het eerste gekronkelde nierbuisje. Gemiddeld maak je zo n 180 L voorurine. Ongeveer 98% gaat terug naar het bloed. Elk onderdeel van een nefron heeft een eigen functie bij de terugresorptie van bruikbare stoffen. 2. De voorurine heeft dezelfde concentratie aan stoffen als het bloedplasma. In het eerste gekronkelde nierbuisje verandert dat. Glucose, aminozuren, vitamines, hormonen, kaliumionen, natriumionen en chloride-ionen gaan vanuit de voorurine tegen de concentratie in (actief transport) via de wandcellen terug naar het bloed. Water volgt door osmose. Ook de colloïd-osmotische waarde van de bloedeiwitten draagt daar aan bij. Gevolg: zo n 80% van al het water in de voorurine gaat hier terug naar het bloed. Na het eerste gekronkelde nierbuisje bevat de voorurine geen glucose of aminozuren meer. Uitscheiding van waterstofionen, vanuit de weefselvloeistof naar de voorurine, en terugresorptie van HCO₃ beïnvloeden de ph van het bloed. 3. De cellen van het dalende been van de lus van Henle bevatten veel waterkanalen, maar geen transportkanalen voor natriumionen en chloride-ionen. Dat is in het stijgende been andersom. De weefselvloeistof rond de verzamelbuisjes is hypertoon (heeft een hogere concentratie) ten opzichte van de voorurine (BINAS 85C). Via osmose gaat water in het dalende been van de lus terug naar de weefselvloeistof en stijgt de osmotische waarde van de voorurine. 4. Het stijgende been van de lus van Henle bestaat uit twee delen, een dun en een dikker deel. In het dunne deel verlaten natrium- en chloride-ionen de voorurine passief zodat de osmotische waarde van de weefselvloeistof stijgt. In het dikke deel geven cellen actief natrium- en chloride-ionen af aan de weefselvloeistof in het niermerg.
2 5. In het tweede gekronkelde nierbuisje regelt het hormoon aldosteron uit de bijnierschors (BINAS 89A) de concentraties kalium-, natrium-, en chloride-ionen. Aldosteron regelt dat kaliumionen de nierbuisjes in gaan en dat natrium- en chloride-ionen teruggaan naar het bloed. Water volgt door osmose. Uitscheiding van waterstofionen (vanuit weefselvloeistof naar voorurine) en terugresorptie van HCO₃ beïnvloeden de ph van het bloed. 6. Of cellen van het verzamelbuisje veel water doorlaten, is afhankelijk van het hormoon ADH. ADH stimuleert het transport van extra waterkanalen uit de voorraad in de cel naar het celmembraan: er gaat meer water terug naar het bloed. Het onderste deel van het verzamelbuisje is permeabel voor ureum. De ureum vergroot, samen met de uitgescheiden NaCl, de osmotische waarde van de weefselvloeistof en daarmee het terugresorberen van water uit de voorurine. (BINAS 85C) 7. De definitieve urine gaat via het nierbekken en de urineleider naar de blaas. Het doel van de nieren is het bloed grondig te filteren, maar daarbij ongewenst verlies aan het water en nuttige stoffen te voorkomen. In het kapsel van Bowman heeft de voorurine een osmotische waarde van 0,8 x 10⁶ Pa(BINAS 85C) door de 7,5% eiwitten in het bloedplasma is de osmotische waarde daar iets hoger: ongeveer 0,9 x 10⁶ Pa. Dat helpt mee water terug te resorberen. Van het nierbuisje tot het verzamelbuisje gaan veel zouten met water vanuit de voorurine terug het bloed in. Het volume van de voorurine daalt sterk; de osmotische waarde blijft ongeveer gelijk. Het dalende been van de lus van Henle geeft water af aan de weefselvloeistof. Hierdoor stijgt de concentratie in de voorurine van Na+ en Cl. De osmotische waarde van de voorurine is het hoogst onder in de bocht van de lus van Henle. Vanuit het stijgende been van de lus diffunderen Na+- en Cl -ionen naar de weefselvloeistof. Gevolg: de osmotische waarde daalt weer. De voorurine in het dalende been komt dus steeds langs weefselvloeistof met een hogere osmotische waarde. Daardoor raakt deze voorurine door waterafgifte steeds meer geconcentreerd en neemt in volume af. In het stijgende been wordt dus de waterafgifte in het dalende been mogelijk gemaakt. Het slagadertje dat het kapsel van Bowman verlaat, mondt uit in een haarvatennet rond het dalende en stijgende been van de lus van Henle. De stroomrichting van het bloed is steeds tegengesteld aan die van de voorurine. Dit tegenstroomprincipe draagt bij aan een stabiele concentratiegradiënt tussen bloed, weefselvloeistof en voorurine. Het transport tussen voorurine en weefselvloeistof is de eerste stap; het transport tussen weefselvloeistof en bloedplasma de tweede. Een stijgend haarvat neemt water uit de weefselvloeistof op en geeft Na+- en Cl -ionen af. Een dalend haarvat geeft water af en neemt Na+- en Cl -ionen op. De combinatie houdt de concentratiegradiënt tussen weefselvloeistof en bloed intact. De nieren spelen een rol in de waterhuishouding van het lichaam, doordat ze waterverlies via urine weten te beperken. Een juiste ph van het bloed is van belang bij de processen waarbij enzymen een rol spelen. De norm van de ph van het bloed ligt tussen de 7,35 en 7,45. De ph van urine kan variëren van 4,8 en 8,0. De nieren vangen H+ uit het bloed door het te laten reageren met NH₃. Dreigt het bloed te verzuren, dan scheiden cellen extra veel NH₃ uit naar het bloed. Dit verlaat via de urine als NH₄ het lichaam. HCO₃ werkt als ph-buffer in het bloed. Bij lage ph-waarden gaat in het kanaaltje van de tweede orde extra vel H+ naar de urine (BINAS 85C).
3 De hormonen aldosteron en ADH regelen de hoeveelheid terugresorptie en uitscheiding in het laatste deel van het nierkanaaltje en het verzamelbuisje. Te weinig zout in het bloed geeft een te lage osmotische waarde, wat leidt tot daling van het bloedplasmavolume. Je nieren geven dan het hormoon renine af, wat leidt tot omzetting van angiotensionogeen uit de lever in angiotensine I (BINAS 85D). In de longen vindt een omzetting plaats in angiotensine II, dat de afgifte van ADH door de hypofyse en aldosteron door de bijnierschors stimuleert. Aldosteron bevordert de terugresorptie van Na+ in het laatste deel van het nierbuisje (stap 5). Als het koud is, vernauwen de bloedvaten naar de huid, armen en benen. Daardoor stroomt er meer bloed door de nieren. De bloeddruk in de nierslagader stijgt. Dat betekent meer voorurine per minuut en door de gedaalde ADH-afgifte vindt er weinig terugresorptie van water vanuit de voorurine plaats. Giffen komen tussen cellen terecht. Vanuit de weefselvloeistof komt het gif in de haarvaten. Via een ader gaat het naar de holle ader. Na de kleine bloedsomloop en het begin van de grote, komt het gif via de leverslagader in de lever terecht. De lever is een grote chemische werkplaats waar zo n 600 verschillende processen plaatsvinden. De lever breekt de gifstoffen af. Hierbij ontstaat veel warmte, daardoor is de lever de belangrijkste verwarmingsbron. De lever weegt ongeveer 1,5 kg en ligt rechtsboven in de buikholte (BINAS 82C). de lever is sterk doorbloed vanuit de leverslagader en de poortader (BINAS 82D). De poortader voert bloed aan uit het darmkanaal, de alvleesklier en de milt met daarin onder andere verteerde voedingsstoffen. De leverslagader voert zuurstofrijk bloed aan. De leverslagader en de poortader vertakken zich tot een gezamenlijk netwerk van speciale haarvaten: sinusoïden (BINAS 82E). De wand van de sinusoïden bestaat uit endotheelcellen en bevat kupffercellen. Dat zijn fagocyten die oude rode bloedcellen, schimmels, parasieten, bacteriën en celresten uit het bloed verwijderen en afbreken. Een groot aantal openingen tussen de endotheelcellen maakt een nauw contact tussen bloed en levercellen mogelijk. Levercellen kunnen hierdoor efficiënt stoffen uit de sinusoïden opnemen en omzetten. Levercellen breken onder andere hormonen, nicotine, cafeïne, alcohol, gifstoffen en geneesmiddelen af. Het bewerkte bloed met afbraakproducten gaat via de leverader naar de onderste holle ader. De nieren scheiden de afvalstoffen uit. Galkanalen, die tussen de cellen doorlopen, voeren gal uit de levercellen naar de galgang, die uitmondt in de galbuis. Die komt uit in de twaalfvingerige darm en de galblaas. De lever is de grootste klier in het lichaam. De lever is van belang voor het functioneren van vrijwel alle orgaansystemen. De lever speelt een rol bij: De koolhydraatstofwisseling. Spieren verbranden glucose voor de vorming van ATP. Deze glucose komt uit het bloed. Na een maaltijd nemen spiercellen, vetcellen en de meeste andere weefsels onder invloed van insuline glucose op. Insuline activeert in het celmembraan een transportmolecuul dat dit mogelijk maakt. Lever-, hersen-, nier-, darmcellen en rode bloedcellen hebben andere transportmoleculen. Maar insuline speelt wel een rol in de levercellen. Insuline stimuleert de omzetting van glucose in de polysacharide glycogeen. Daalt door verbranding het glucosegehalte van het bloed, dan zet de lever onder invloed van het hormoon uit de alvleesklier glycogeen om in glucose. Dat vult de glucose in het bloed aan en brengt het glucosegehalte in de buurt van de normwaarde.
4 Als de glucogeenvoorraden zijn uitgeput, dan maken levercellen ook glucose uit aminozuren en vetten: gluconeogenese. Hierbij komt veel ureum vrij. De vetstofwisseling. De lever ontvangt uit de poortader glycerol en vetzuren en, afhankelijk van je voedsel, ook cholesterol. Je cellen maken zelf ook cholesterol. Dat is nodig voor aanmaak van bepaalde hormonen, zoals oestrogeen, testosteron en de bijnierhormonen (BINAS 67E2). Vetten zijn hydrofoob en niet oplosbaar in het bloedplasma. De lever zet vetachtige stoffen als cholesterol en fosfolipiden om in lipoproteïnen, verbindingen van vetten en eiwitten. In deze vorm kan het plasma de vetachtige stoffen wel vervoeren. Je lichaam gebruikt vetten als brand- en bouwstof, warmteisolatie en voor bescherming van organen. De eiwitstofwisseling. Bij de afbraak van eiwitten ontstaan aminozuren. Een deel is bruikbaar voor de opbouw van nieuwe eiwitten, maar in de lever kunnen overtollige aminozuren worden opgeslagen. De lever breekt ze af: o Deaminering: uit de aminogroep vormt de lever ammoniak. De lever koppelt ammoniak aan CO₂ waarbij ureum ontstaat: 2NH₃ + CO₂ (NH₂)₂CO + H₂O. Dit afbraakproduct gaat via bloed en nieren naar de urine. De lever verbrandt de rest van het aminozuur, wat energie levert. Of de rest wordt omgezet in vet (lipgenese) of glucose (gluconeogenese). De lever kan 11 van 20 aminozuren maken uit een ander aminozuur (BINAS 67C). De lever doet dit via transanimering. Een overtollig aminozuur ruilt zijn aminogroep uit tegen de ketogroep van en ander molecuul. Dit laatste molecuul verandert daardoor in het aminozuur waar in het lichaam vraag naar is. Essentiële aminozuren kan de lever niet vormen uit andere aminozuren. Ze moeten dus in het voedsel voorkomen. Een tekort aan deze aminozuren leidt tot vermoeidheid, haaruitval, verlies van pigmenten voor haarkleur, verlies van spiermassa en verstoring van de hormoonspiegel. Vlees bevat veel dierlijke eiwitten. Deze eiwitten bevatten voldoende van alle essentiële aminozuren. Bij plantaardige eiwitten verschilt dat per voedingsmiddel. Bij een vegetarisch dieet is het daarom belangrijk voldoende van deze essentiële aminozuren met het voedsel binnen te krijgen. Afbraak van rode bloedcellen. Je lever en je milt ruimen restanten van afgestorven rode bloedcellen op. Het ijzer uit hemoglobine slaat de lever op in het eiwit ferritine. Is er te weinig ijzer aanwezig, dan geven je levercellen ijzer aan het bloed af. Bij bloedarmoede is de ferritinevoorraad op. Behalve ijzer ontstaat bij de afbraak van hemoglobine de afvalstof biliverdine. Je lever verwerkt deze stof tot de gele kleurstof bilirubine en scheidt deze uit via de gal. In je darmen zetten darmbacteriën de galkeurstof om waardoor je ontlasting een bruine kleur krijgt. Een klein deel van bilirubine is verantwoordelijk voor de gele kleur van je urine. Galproductie. Je levercellen produceren ongeveer 0,5 L gal per dag (BINAS 82E). Gal is een bittere, groene, stroperige vloeistof. De galzure zouten in de gal kunnen vetten emulgeren: ze verkleinen vetdruppels tot heel kleine druppeltjes. Daardoor kunnen vetverterende enzymen sneller hun werk doen. De lever voert gal via de galgang naar de twaalfvingerige darm. Een deel van de gal gaat naar de galblaas, waar het wordt opgeslagen. Als je iets vets eet, trekt de galblaas samen. Hierdoor stroomt extra gal de darm in. Gal bestaat naast galzure zouten uit bilirubine, cholesterol en andere vetten. Galzure zouten ontstaan in de lever uit cholesterol. Behalve het stimuleren van de vetvertering in de darm, bevorderen ze het transport in de dikke darm doordat de osmotische waarde in de darm verhogen, waardoor de darmcellen water afscheiden. De productiecapaciteit voor galzure
5 zouten in de lever is beperkt. Zo n 90% hiervan gaat na resorptie weer terug naar de lever. Daardoor kunnen dezelfde zouten zes tot tien keer per hun werk doen. De bloedopslag. De lever is erg bloedrijk en werkt als bloeddepot dat extra bloed in omloop kan brengen als dat nodig is, bijvoorbeeld als er tijdens het sporten meer zuurstof nodig is in de spieren. Ontgifting. Levercellen breken giftige stoffen die in het bloed komen af. Dit heet detoxificatie. Levercellen zetten alcohol met behulp van alcoholdehydrogenase om in ethanal en vervolgens azijnzuur. Levercellen kunnen ethanal ook omzetten in glucose en vet. Als je regelmatig veel alcohol drinkt, dan hoopt dat vet zich op in de lever, met als gevolg een vergrote lever. Door overmatig alcohol gebruik sterft leverweefsel af. Hiervoor komt bindweefsel in de plaats.
Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld
Samenvatting door B. 1807 woorden 4 januari 2017 7 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting biologie H10 uitscheiding Paragraaf 10.1 het interne milieu Temperatuurregeling De norm is
Nadere informatie1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden
Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,
Nadere informatieGaswisseling Uitscheiding
Examen Voorbereiding Gaswisseling Uitscheiding Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 6 Gaswisseling en Uitscheiding Begrippenlijst: Begrip Trilhaarepitheel Bronchiën Bronchiolen Longblaasjes Hemoglobine
Nadere informatieUitscheiding en afweer
Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 6
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 1512 woorden 3 mei 2005 5,8 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1 Het
Nadere informatieThema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai
Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken
Nadere informatievwo uitscheiding 2010
vwo uitscheiding 2010 Regulatie bloeddruk De nieren spelen een rol bij de regulatie van de bloeddruk. Het JGA (Juxta Glomerulaire Apparaat), voor een deel gelegen in de wand van de aanvoerende slagadertjes
Nadere informatieOrganisatie van de urinewegen
Urine wegen Informatie bij les 3 De stof in deze presentatie is een samenvatting uit het boek Anatomie en fysiologie; een inleiding van uitgeverij Pearson Organisatie van de urinewegen Functies van de
Nadere informatieTrilhaarepitheel = (buitenste laag neusslijmvlies) slijmproducerende cellen + trilhaarcellen
Samenvatting door Kim 1461 woorden 21 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou ADEMHALINGSSTELSEL VAN DE MENS Neusslijmvlies= bekleedt neusholte Trilhaarepitheel = (buitenste laag
Nadere informatie6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave
Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof
Nadere informatie5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed
Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari 2003 5,2 202 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; samenstelling van bloed Opdr.1 1. Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en plaatjes 2.
Nadere informatie4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari 2014 4,3 5 keer beoordeeld Vak Biologie Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes. Waar bestaat bloedplasma
Nadere informatieGunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2
Samenvatting door Jacomijn 1410 woorden 20 maart 2018 6,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H13 Gaswisseling en uitscheiding 13.1 Ademen Ingeademde lucht bestaat uit:
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die
Nadere informatieOefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop
Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Bloedplaatjes bevatten hemoglobine. 2. Het gehalte koolstofdioxide
Nadere informatieslagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand
Paragraaf 4.1 en 4.2 Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving ader Bloedvat waarin bloed richting het hart stroomt slagader Bloedvat waarin het bloed van het hart afstroomt
Nadere informatieUitscheiding vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63343 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatie6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1
Boekverslag door K. 1704 woorden 10 mei 2005 6.5 317 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 Opdracht 1 1) Bloedplasma bestaat uit 90% water, opgeloste stoffen als zouten, zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide,
Nadere informatieThema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1
Samenvatting door een scholier 2022 woorden 18 maart 2007 6.5 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Ademhaling Hier boven zie je het ademhalingsstelsel van de mens. Bij
Nadere informatieSO Biologie T3: De bloedsomloop
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ivis Cambungo 24 June 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/48743 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieUitscheiding vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73599 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieVWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA
Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m
Nadere informatieNaam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?
Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de
Nadere informatieSamenvatting Biologie H13
Samenvatting Biologie H13 Samenvatting door Jasmijn 2632 woorden 16 februari 2018 7,2 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting Nectar Havo 5 Hoofdstuk 13 Gaswisseling en uitscheiding
Nadere informatie- De allereerste moedermelk bevat eiwitten. Daardoor is de melk gelig van kleur, eiwitten zijn belangrijk voor een baby om nieuwe cellen te maken
Samenvatting door een scholier 2655 woorden 15 april 2018 9,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Waarom is moedermelk belangrijk: - De allereerste moedermelk bevat eiwitten. Daardoor is de melk
Nadere informatieBASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN
BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.
Nadere informatie4,5. 2 vragen. 2 vragen: 3 vragen: Werkstuk door een scholier 1008 woorden 25 januari keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1008 woorden 25 januari 2004 4,5 22 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1 Het bloed en bloedvatenstelsel 2 vragen 1. zie bijlage 2. Ja, want dan moet het hart andersom kloppen.
Nadere informatieBiologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:
Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hormoonklieren: Exocriene klieren: Endocriene klieren: Hypothalamus: Biologie SE4 organen die elders in het lichaam organen en weefsels activeren. zweet- en verteringsklieren
Nadere informatieDoor verschillende oorzaken is inademen door de neus gezonder dan door de mond:
Samenvatting door een scholier 2173 woorden 28 maart 2006 5,2 6 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 6: Gaswisseling en Uitscheiding Basisstof 1 Functies slijmvlies in de luchtwegen: Neusholte is
Nadere informatieVoedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieGezonde Leefstijl: Alcohol
Gezonde Leefstijl: Alcohol 1 Onderwerpen Cijfers en feiten Alcohol in je lichaam Ziektes door Alcohol Alcohol in de praktijk Alcohol en overgewicht Tips Alcoholgebruik Vragen 2 Cijfers en feiten 1) Ruim
Nadere informatieHepar / lever. Volgens woordenboek. Anatomie Fysiologie pathologie
Hepar / lever Anatomie Fysiologie pathologie Volgens woordenboek groot onparig orgaan rechtsbuiten in de buikholte gelegen onder het rechter diafragma grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden,
Nadere informatieBij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice
Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door
Nadere informatieEen persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.
Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO
Nadere informatieLes 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.
Les 9 Nier Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Nieren Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. renalis / vena perirenaal
Nadere informatieBij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).
Samenvatting door J. 2603 woorden 19 maart 2013 7,1 17 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jou- Havo5- Thema 5: Transport 5,1 De bloedsomloop Bij eencellige dieren transport
Nadere informatieWerkstuk Biologie Lichaamstelsels
Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk door een scholier 2239 woorden 10 oktober 2005 3,8 23 keer beoordeeld Vak Biologie Ademhaling Als je inademt, dan neem je zuurstof uit de lucht op. Als je uitademt,geef
Nadere informatieBij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het
Samenvatting door R. 1946 woorden 10 maart 2016 7 37 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Bio samenvatting H9 9.1 WAT WORDT ER BINNENIN JE LICHAAM GEREGELD? Je lichaam probeert vanbinnen om constant
Nadere informatieLes 8 Spijsvertering 3. Vertering vetten vervolg en resorptie water en zouten. Resorptie zouten uit darm
Les 8 Spijsvertering 3 Vertering, resorptie water en zouten, lever, enterohepatische kringloop, opname geneesmiddelen ANZN 1e leerjaar - Les 8 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Vertering vetten vervolg
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen Samenvatting door een scholier 1429 woorden 19 juni 2006 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H11 1 Ribosomen: koppelen aminozuren
Nadere informatieHart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen
Samenvatting door Jurre 1255 woorden 16 juni 2015 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Hart en bloedsomloop Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder -->
Nadere informatieOPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.
OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven
Nadere informatieCapabel Examens 2011 Pagina 1
1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.
Nadere informatie7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2
Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni 2016 7,9 21 keer beoordeeld Vak Biologie Basistof 2 Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Het hart pompt het bloed
Nadere informatie4 acceptable daily intake dus wat je dagelijks binnen mag krijgen kankerverwekkende stoffen die kunnen ontstaan bij het roken van vlees ed
(Bij deze wat noest huiswerk: als je wilt verbeteren/aanvullen, graag, dan maken we de lijst elk jaar beter-let niet op de vele? spelfouten, ik zit niet echt ruim in mijn tijd... Succes!! Aad Begrippenlijst
Nadere informatieFysiologie / Metabolisme stofwisseling
Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten
Nadere informatieSamenvatting Biologie Transport
Samenvatting Biologie Transport Samenvatting door een scholier 1385 woorden 5 april 2006 8,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk Transport Basisstof 1: De bloedsomloop Bloedsomloop:
Nadere informatiehalvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.
4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog
Nadere informatieHersenen sturen via het zenuwstelsel een boodschap naar een of meerdere organen
Samenvatting door Marije 2639 woorden 2 april 2014 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 Regelingen in je lichaam Processen in je lichaam (zoals de vorming van nieuwe cellen of de omzetting
Nadere informatie5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW
5 HAVO biologie voor jou uitwerkingenboek BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW havo auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ARTHUR JANSEN ONNO KALVERDA THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA VIJFDE EDITIE
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Spijsvertering NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de
Nadere informatieLevercirrose. Interne Geneeskunde
00 Levercirrose Interne Geneeskunde 1 De lever De lever is een groot orgaan dat rechtsboven in de buik ligt. De lever is te vergelijken met een chemische fabriek. Er worden veel stoffen aangemaakt, afgebroken
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 8 t/m 12 en 15
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 8 t/m 12 en 15 Samenvatting door een scholier 1821 woorden 10 november 2004 5,4 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H8 Gedrag 8.1 De eerste ontmoeting. Signalen
Nadere informatieKerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie
Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus biologie Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk
Nadere informatieHandleiding lever- en nierreiniging.
1 Handleiding lever- en nierreiniging. Het reinigen van de lever - het grootste ontgiftende orgaan in ons lichaam - en de nieren, het uitscheidingsorgaan voor urine, is één van de oudste en één van de
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVE Toetsdatum: Vakcode: BIO Vak: Biologie voorbeeldexamen Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten - De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatie- Is een centrale hormoonklier die zich net onder de grote hersenen bevindt en een doorsnee van ongeveer één centimeter heeft.
Samenvatting door H. 1895 woorden 16 februari 2016 7,6 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie H13: Hormonen Samenvatting 13.1 Hormoonklieren Hormoonklieren zijn organen die elders in het
Nadere informatieSamenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.
SAMENVATTING Samenvatting doelstelling 1 Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. Bloed bestaat uit bloedplasma (± 55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (± 45%).
Nadere informatieLesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1
Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Naam Sara Van de Velde Cluster Aardrijkskunde biologie fysica Groep 2 LS 2 Academiejaar 2001-2002 Campus Kattenberg Kattenberg 9, B-9000 Gent
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: bloed uitscheidingsstelsel huid beenderstelsel spierstelsel Beschikbare tijd: 45 minuten
Nadere informatieGEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding
GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen
Nadere informatieTractus digestivus externe secretie
Tractus digestivus externe secretie Spijsverteringskanaal: Mond Mond keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Endeldarm Anus Spijsverteringsstelsel: Lever Galblaas Alvleesklier Wand van het spijsverteringskanaal
Nadere informatieExamen Voorbereiding Transport
Examen Voorbereiding Transport Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 5 Transport Begrippenlijst: Begrip Enkelvoudige bloedsomloop Dubbele bloedsomloop Kransslagaders Aorta Hartkleppen Halvemaanvormige
Nadere informatieDia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten
Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieMitochondriële ziekten Spijsvertering
Mitochondriële ziekten Spijsvertering Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de spijsvertering en de spijsverteringsorganen. Inleiding
Nadere informatieEiwitten. Voeding en Welzijn
Eiwitten Voeding en Welzijn Vandaag Mindmap Maak een mindmap Wat weet je allemaal over eiwitten? Filmpje Filmpje Wat is je opgevallen in het filmpje? Wat wist je nog niet? Opdracht Pak ons voedsel erbij.
Nadere informatieExamentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan
THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht
Nadere informatie7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam?
Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari 2018 7,4 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Om te blijven leven zijn er verschillende
Nadere informatieSamenvatting Biologie 1-1 tot 1-3
Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam
Nadere informatieV5 Begrippenlijst Hormonen
V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels
Nadere informatieLongemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.
Examentrainer Vragen Longemfyseem Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen. Het ontstaan van longemfyseem is een complex proces.
Nadere informatieSamenvatting Biologie hoofdstuk 10
Samenvatting Biologie hoofdstuk 10 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 8 april 2018 3,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Omstandigheden
Nadere informatieModule 6 Uitscheidingsorganen
Module 6 Uitscheidingsorganen 1/20 Proces op celniveau 2/20 1 Stofwisselingproces 3/20 De uitscheidingsorganen Longen wegen gemiddeld 250 gr. Bestaan voor 80% uit bloed. Het oppervlak voor gaswisseling
Nadere informatieSamenvatting Biologie voor Jou 4b Opslag, uitscheiding en bescherming VMBO
Samenvatting Bilgie vr Ju 4b Opslag, uitscheiding en bescherming VMBO 8.1 Vleistf tussen cellen van rganen = weefselvleistf Cellen nemen zuurstf en vedingsstffen p uit weefselvleistf en geven CO2 en afvalstffen
Nadere informatieOvermatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het
SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende
Nadere informatieParagraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte
Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat
Nadere informatieAnatomie en fysiologie van de lever. Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018
Anatomie en fysiologie van de lever Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018 Disclosure Geen belangenverstrengeling Inhoud Doelen: - Kennis over de macro en micro anatomie van de lever - Kennis
Nadere informatie1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?
Computeropdracht Bloedsomloop Basisstof 2, 3 en 5 Ga naar biologiepagina.nl > Havo 5 > Bloedsomloop > PC- les > computerles 1 Bekijk de animaties zorgvuldig en maak de opdrachten in de opgegeven volgorde,
Nadere informatieTransport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187
Auteur Bea Fricova Laatst gewijzigd 26 juni 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/60187 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieEet smakelijk René de Groot 15-06-2014
Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Inhoudsopgave: Kennis testen Waar is voeding eigenlijk goed voor? Waarmee moeten we dan ontbijten? Bloedsuiker spiegel Calorieën?? Schijf van 5 Hoeveel calorieën
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema Vertering
Samenvatting Biologie Thema Vertering Samenvatting door een scholier 999 woorden 11 december 2012 7,5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou basisstof 1; Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe
Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen
Nadere informatieHoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen
Water 1 Onderwerpen Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen 2 Hoe werkt ons lichaam? Belangrijkste functie van de nieren/bijnieren: - filteren
Nadere informatieVoorbereidende opgaven Examencursus
Voorbereidende opgaven Examencursus Tips: Maak de volgende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid Samenvatting door W. 2014 woorden 16 mei 2013 6,4 26 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Goed geregeld Wat wordt er binnenin je lichaam geregeld?
Nadere informatievwo voeding en vertering
vwo voeding en vertering Resorptie van glucose In het celmembraan komen allerlei transporteiwitten voor. Er zijn enkelvoudige transporteiwitten die gefaciliteerde diffusie van een bepaalde stof door het
Nadere informatieInhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17
Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. De intake 23 - Ernst van de klachten 24 - Het intakegesprek 25 3. Geneesmiddelen 29 - Medicijnen tegen vermoeidheid 30 4. Medisch
Nadere informatieSamenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5
Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 8.1 Het werkt! Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak (hart, longen, darmen, enzovoort). De meeste organen liggen in je romp. Je kan de romp verdelen
Nadere informatieEuropa Ayurveda Centrum
HANDLEIDING LEVER- EN NIERREINIGING Europa Ayurveda Centrum Witharen, The Netherlands WWW.AYU.NL EAC 2015 versie 7 Inhoud HANDLEIDING LEVER- EN NIERREINIGING... 1 DE NIEREN... 3 HANDLEIDING VOOR LEVER-
Nadere informatie1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald
1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1. Ferritine 2. CRP 3. Kreatinine 4. Albumine De glomerulaire filtratiesnelheid
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVE Toetsdatum: Vakcode: BIO Vak: Biologie voorbeeldexamen Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten - De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatie3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?
1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.
Nadere informatie