Actuarieel Genootschap. Alternatieve financiering ouderenzorg. Position Paper. een opmaat naar zorgsparen



Vergelijkbare documenten
langdurige ouderenzorg zorgspaarmodellen Arjen Hussem PGGM Netspar 24 april 2012

Betaalbare zorg voor toekomstige generaties Milliman

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

Pensioenaanspraken in beeld

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

De drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.

Oudedagsvoorziening nu en straks. Casper van Ewijk Netspar & Universiteit van Amsterdam

Heftige effecten van de versobering van het fiscale kader voor pensioenopbouw

Financiering langdurige zorg uit wonen en pensioen? Netspar, 11 november 2016 Niels Kortleve

Debatmanifestatie Pensioenen WELKOM. Senioren

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

De (on)betaalbaarheid van een verzorgde oude dag

Presentatie voor de PVGE Best Roel Fonville Best, 10 maart 2017

Quiz. Heeft u een telefoon met internet? Ga naar kahoot.it en doe mee

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: Pagina: 3 van 7

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

Stichting CRH Pensioenfonds. 20 februari 2013 Utrecht-De Meern

De doorsneepremie ZO DENKEN WIJ ER OVER. De doorsneepremie. De doorsneepremie

Wanneer ga jij met pensioen?

Pensioen in natura of liever flex pensioen?

PENSIOEN IN BEWEGING! KLAAR VOOR DE TOEKOMST? SAMEN DELEN, EEN STERKE KEUZE

Betaalbaarheid en knelpunten arbeidsmarkt Zorg

Solidariteit: sterkmaker of splijtzwam?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

Te behalen uitkering varieert bij DC-pensioen sterker dan bij DB

Vakcentrale. Toekomst Pensioenstelsel Zaken rond AOW en het aanvullend pensioen

Bij de opstelling van de notitie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de positie van de VCP, waarbij ANBO is aangesloten.

Toelichting Inkopen van Netto pensioenaanspraken

Deelnemersbijeenkomst

6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Toekomstbestendigheid pensioenregelingen

Het unieke Nederlandse pensioenstelsel: onhoudbaar of onverwoestbaar? Rob de Brouwer

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Solidariteit tussen generaties vraagt om hervorming van de sociale zekerheid

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Naar een nieuw pensioencontract

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

14 december Pensioenen in Vandena van der Meer

Presentatie met uitleg per slide

Netspar 14 nov Jan Tamerus 1

Het webinar Pensioen 2.0 begint om 20.03

Vergrijzing, zorg, wonen en leven

CDC & DC BINNEN HET APF

Zorg om de zorg. Paul Schnabel. Amsterdam, 9 oktober 2013 Universiteit Utrecht

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Studiedag Economie. Pensioen. A presentation to Guido de Bres by Willem Eikelboom. 15 November Towers Watson. All rights reserved.

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

WELKE PENSIOENREGELING IS TOEKOMSTBESTENDIG? Huidige regelingen & recente ontwikkelingen Stacey René & Hans Kennis.

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Mevrouw de Voorzitter,

Pensioen vanaf.. Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen. drs. Rajish Sagoenie, Actuaris AG. Aon Hewitt Consulting Retirement Actuarial Services

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Zorguitgaven in perspectief

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

EEN PENSIOEN ZEKERE TOEKOMST

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Kabinetsbeleid Gezondheidszorg in het licht van de toekomst. Marcelis Boereboom Directeur-Generaal Langdurige Zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 november 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

Ontwikkelingen in de Zorg voor Ouderen

Van systemen naar mensen Gezamenlijke agenda VWS 8 februari Vereniging Senioren ING Regio Rotterdam/Zeeland 24 april 2014 Joop Blom

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

PENSIOENEN ONDER DRUK

Huidige systematiek oudedagsvoorzieningen

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

De AWBZ en de VVT (verpleging, verzorging en thuiszorg) na de verkiezingen van september 2012.

Een nieuwe pensioenregeling

Pensioenscenario s in het licht van de komende verkiezingen. Emile Soetendal 10 januari 2017

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Berekeningen geven inzicht in effecten risico s op variabele pensioenuitkering. Agnes Joseph & Miriam Loois

FAQ s over vastgelopen pensioenonderhandelingen en herziening ABP-pensioenregeling December 2012

Stand van zaken Pensioen Amsterdam, 20 april 2017 Jan-Olivier Kuijkhoven

Verplichte context Module 4 Onderwijs en menselijk kapitaal

Tentamen Pensioenactuariaat 1,

De meest gestelde vragen over het pensioenakkoord van de Stichting van de Arbeid (StvdA).

Toekomst sociale zekerheid: over provisie, preventie en participatie

Toekomst Pensioenstelsel

Pensioengrens / opbouw 1,75% Aardverschuiving op komst. Amsterdam, 20 juni 2013

Zorg, pensioen en wonen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Nabestaandenvoorzieningen

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Praktijkcase netto-pensioen. Kennismaken met het pensioenstelsel van de toekomst

Toelichting Pensioen Akkoord Regeling 2015

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015

PENSIOEN 2.0 REGIOBIJEENKOMSTEN FEBRUARI EN MAART 2011

Een goede oudedagsvoorziening? Werknemers zijn aan zet

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

S A M E N V A T T I N G

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

Transcriptie:

Actuarieel Genootschap Position Paper een opmaat naar zorgsparen

Actuarieel Genootschap Position Paper een opmaat naar zorgsparen Utrecht, 22 april 2013 AG-werkgroep Zorg en Pensioen

VERANTWOORDING Wie heeft dit position paper geschreven Dit position paper is geschreven door de leden van de werkgroep Zorg en Pensioen, onderdeel van het Actuarieel Genootschap (AG). Het AG is de Nederlandse beroepsvereniging van actuarissen AG en actuarieel analisten AG, waarvan bijna alle actuarissen en actuarieel analisten lid zijn. Maatschappelijke taak Vanuit haar expertise en haar onafhankelijke positie beoogt het AG een objectieve bijdrage te leveren aan diverse maatschappelijke vraagstukken. In 2012 heeft het bestuur van het AG een werkgroep ingesteld met de opdracht onderzoek te doen naar de houdbaarheid van de financiering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in haar huidige vorm. Deze opdracht is mede ingegeven vanuit de wetenschap dat de waarneembare demografische ontwikkelingen op diverse beleidsterreinen hun weerslag zullen krijgen, hebben en houden. Voor wie is dit position paper bedoeld Dit position paper is bedoeld voor alle personen die vanuit hun beroep met de beleidsmatige en de financieringstechnische aspecten van de te maken hebben. Het gaat hierbij om beleidsbepalers en beleidsmakers bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de politiek, sociale partners, werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en alle geïnteresseerden in het veld. Dit position paper is bedoeld om inzicht te geven in de financieringsproblematiek van de én om ondersteunend te zijn in de besluitvorming bij het zoeken naar mogelijke oplossingen. Werkwijze van de AG-werkgroep Vanaf eind 2012 heeft de AG-werkgroep Zorg en Pensioen onderzoek gedaan naar de betaalbaarheid van de in de AWBZ. De bevindingen zijn in dit position paper vastgelegd. Met het uitbrengen van dit paper wil de werkgroep haar bevindingen aan alle stakeholders op dit terrein aanbieden. Opstellers mw. drs. ir. M.H. Rommers AAG (Maud), voorzitter drs. E.A.J.P. Fransen AAG (Erwin) drs. ing. H.T. Heemskerk (Rick) dr. W. Niesing AAG (Wim) drs. R.F.A. van Giersbergen AAG CPC (Robert) ir. drs. J.D. Breen AAG (Jeroen) drs. C.A.M. van Iersel AAG CERA (Corné) colofon Uitgave Actuarieel Genootschap, Groenewoudsedijk 80, 3528 BK Utrecht telefoon: 030 686 61 50, website: www.ag-ai.nl Vormgeving Stahl Ontwerp, Nijmegen Druk Selection Print & Mail, Woerden Verantwoording 2

INHOUDSOPGAVE Verantwoording 2 Samenvatting 4 1 2 3 4 5 6 Inleiding 6 Situatieschets van de AWBZ 7 Contouren van een zorgspaarsysteem 9 Uitwerking van een systeem van verplicht en collectief zorgsparen 11 Andere alternatieven voor de financiering van 14 Conclusies en aanbevelingen 15 Bijlage: Door het Actuarieel Genootschap gebruikte aannames voor de ontwikkeling van de AWBZ-premie 16 Inhoudsopgave 3

SAMENVATTING Het huidige financieringssysteem ten behoeve van de vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) komt steeds meer onder druk te staan. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening en stijgende levensverwachting. Indien geen maatregelen worden genomen ten aanzien van deze problematiek, zullen door deze zogenaamde demografische kanteling de kosten van de zorg in de AWBZ oplopen van 12,65% in 2013 tot uiteindelijk 27% in 2060. Deze voorzienbare kostenstijging is daarmee, vergeleken met de pensioenproblematiek, een grotere bedreiging voor ons sociale stelsel. Het kabinet kijkt naar maatregelen aan de verzorgingskant, zoals versobering in de vergoedingensfeer of overgang naar uitkeringen in vaste bedragen. Bij al deze alternatieven blijft de financieringsmethode intact, maar wordt afbreuk gedaan aan het verzorgingsniveau, tenzij de financiering ten koste gaat van andere beleidsterreinen. Het Actuarieel Genootschap (AG) heeft een alternatief onderzocht in de financieringssystematiek (zorgsparen) en heeft zichzelf de volgende opdracht gegeven: Onderzoek de houdbaarheid van het huidige financieringsstelsel van de in de AWBZ en geef een toekomstbestendig alternatief, met behoud van maatschappelijke waarden zoals solidariteit en een sociaal voorzieningenniveau. Uit het AG-onderzoek blijkt dat een geleidelijke transitie naar een financieringssysteem op kapitaaldekkingsbasis initieel duurder is dan het bestaande omslagstelsel, maar dat de kosten van een dergelijk systeem van meet af aan dalen van 18% in 2013 tot minder dan 15% in 2060. In de transitieperiode zullen de AWBZ en het alternatieve financieringssysteem (zorgsparen) naast elkaar blijven bestaan, met een verschuiving van de AWBZ naar zorgsparen. De initiële stijging is toe te schrijven aan dubbele lasten in de beginsituatie, omdat bestaande gevallen vanuit de bestaande (maar afbouwende) AWBZ worden gefinancierd, plus de opbouw die plaatsvindt voor toekomstige gevallen. Het voorgestelde financieringsysteem is ongevoelig voor demografische ontwikkelingen, immers in de prijsstelling is rekening gehouden met toekomstige (stijgende) levensverwachtingen. Het systeem is wel gevoelig voor inflatie en rendement. Bij hogere inflatie dan gemodelleerd zal de premie in het kapitaaldekkingstelsel ongeveer gelijk blijven, maar zal duidelijk lager blijven dan de sterker stijgende- premie onder een omslagstelsel. Indien het rendement achterblijft bij de verwachtingen (of risicoloos beleggen), zal het kapitaaldekkingsstelsel op de lange termijn niet voordeliger uitpakken dan het omslagstelsel. Het bestaande exploitatietekort bij de AWBZ valt overigens buiten de scope van dit onderzoek. Vanwege het voorgestelde financieringsstelsel zal in de toekomst geen exploitatietekort meer kunnen ontstaan. Samenvatting 4

Het AG adviseert verder onderzoek naar de haalbaarheid en het draagvlak voor het voorgestelde financieringsalternatief. Een dergelijk financieringsalternatief zou collectief en verplicht kunnen worden gesteld, waarmee een parallel wordt getrokken met het pensioenstelsel in de tweede pijler. Een voordeel van collectief en verplicht sparen is dat onder- en oversparen per individu wordt voorkomen. Vooral voor, waarbij de uitgaven erg scheef verdeeld zijn, is dit risico erg groot. Op totaalniveau zijn de uitgaven goed voorspelbaar, maar op individueel niveau is de kans dat men kostbare langdurige nodig heeft klein en daarmee onvoorspelbaar. Met de verplichtstelling wordt in dit systeem de kans op adverse selectie verkleind en met de collectiefstelling wordt de solidariteitsgedachte (risicodeling) behouden. Opting out kan voorzien in de (mogelijke) wens van een bepaalde groep mensen om niet te hoeven participeren in een dergelijk systeem. Omdat niet iedereen de financiële gevolgen van overziet, zou voor degenen die gebruik maken van opting-out een beperkte vangnetconstructie kunnen worden ingericht om de schrijnende gevallen te kunnen bedienen. Een dergelijke vangnetconstructie kan ook worden gebruikt voor degenen die de financiële ruimte niet hebben om zich te verzekeren. Samenvatting 5

1 INLEIDING Dit position paper gaat over de toekomstige (on)betaalbaarheid van de onder de huidige AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De Sociaal-Economische Raad (SER) organiseerde begin 2012 een consultatie over hoe de zorg betaalbaar gehouden kan worden. Minister Schippers van Volksgezondheid had de SER hierover om advies gevraagd. Het Actuarieel Genootschap (AG) heeft aan deze consultatie meegedaan en is na het indienen van haar rapportage verder gegaan met dit thema. Door de gevoeligheid voor demografische ontwikkelingen is het AG van mening dat met de huidige financieringsvorm voor de AWBZ het huidige niveau van zorg in de toekomst niet meer betaalbaar zal zijn. De kosten voor de gezondheidszorg in Nederland zijn de afgelopen jaren fors gestegen en zullen de komende jaren blijven stijgen. Een significant deel van deze kosten heeft betrekking op de AWBZ. De AWBZ vergoedt langdurige zorg voor mensen met ernstige beperkingen door een handicap, chronische ziekte of ouderdom. De kosten van de AWBZ zijn toegenomen door vergrijzing, ontgroening, toenemende levensverwachting en medische inflatie. De combinatie van vergrijzing en stijgende levensverwachting wordt ook wel dubbele vergrijzing genoemd. Omdat de AWBZ wordt gefinancierd op basis van omslag, komt het huidige stelsel steeds verder onder druk te staan. Bij gelijkblijvend beleid stijgt de AWBZ-premie van 12,65% in 2013 naar uiteindelijk 27% in 2060. In hoeverre Nederland bereid blijft de komende jaren deze toenemende AWBZ-premie te betalen is de vraag. Een manier om de kosten te beheersen is versobering van de vergoedingen. Het kabinet heeft hiertoe diverse plannen aangekondigd, waaronder vanaf 2014 het 'scheiden van wonen en zorg' 1. Dit houdt in dat AWBZ-gebruikers zelf de betaling van hun woonlasten (huur) moeten regelen. Of deze maatregel volstaat om de kostenstijging van de AWBZ een halt toe te roepen zal de toekomst uitwijzen. Het AG heeft onderzocht in hoeverre het mogelijk is een alternatieve financieringsvorm voor de te ontwikkelen om hiermee het huidige voorzieningenniveau te kunnen handhaven. In dit position paper wordt de ontwikkeling van de AWBZ in zijn huidige vorm geschetst. Vervolgens worden de gevolgen van de introductie van een alternatieve financieringsmethode uitgewerkt. Tot slot worden aanbevelingen gedaan, die kunnen bijdragen aan de houdbaarheid van de. De onderzoeksopdracht in dit position paper is: Onderzoek de houdbaarheid van het huidige financieringsstelsel van de in de AWBZ en geef een toekomstbestendig alternatief, met behoud van maatschappelijke waarden zoals solidariteit en een sociaal voorzieningenniveau. 1 http://www.zorgvisie.nl/huisvesting/nieuws/2011/6/scheiden-wonen-en-zorg-in-2014-zvs011534w/ en http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz/ontwikkelingen-inde-awbz Inleiding 6

2 SITUATIESCHETS VAN DE AWBZ Historie en ontwikkeling De AWBZ is in 1968 ingevoerd als een volksverzekering waaruit de kosten voor de, langdurige geestelijke gezondheidszorg (ggz) en gehandicaptenzorg worden gefinancierd. De premie is inkomensafhankelijk en wordt geheven over de eerste en tweede schijf uit box 1 van de inkomstenbelasting (bovengrens tweede schijf 2013: 33.363). Het premiepercentage wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld op basis van een omslagdekking. Voor 2013 geldt een percentage van 12,65. Naast premieopbrengsten wordt de AWBZ gefinancierd uit eigen bijdragen en rijksbijdragen. De AWBZ kent sinds 2007 een exploitatietekort. Voor 2013 wordt een exploitatietekort verwacht van 4,5 miljard. De kosten van de vormen een groot deel van de AWBZ-uitgaven. In 2012 bedroegen de totale AWBZ-uitgaven 27,5 miljard, waarvan 17,8 miljard uit het AWBZ-fonds 2 ten behoeve van. De uitgaven, ten behoeve van de, besloegen daarmee 65% van de totale AWBZ-uitgaven in 2012. 2 De AWBZ-uitgaven voor gehandicaptenzorg en GGZ (geestelijke gezondheidszorg) bedragen 7,5 miljard respectievelijk 2,2 miljard. 3 In de veronderstellingen is aangenomen dat de zorginflatie 1%-punt hoger is dan de looninflatie. De afgelopen jaren laten echter gerealiseerde zorginflaties zien die meer dan 1%-punt hoger zijn dan de looninflatie. De financiering van de AWBZ op basis van een omslagstelsel heeft als voordeel dat een hoge inflatie kan worden opgevangen, indien deze gepaard gaat met een vergelijkbare looninflatie. Belangrijk nadeel van deze vorm van financiering is de gevoeligheid voor demografische ontwikkelingen. Dit maakt de vraag actueel wat de huidige vergrijzing voor gevolgen heeft voor de financiering van de AWBZ. Het AG en de AWBZ Het AG heeft de AWBZ-premie geprognosticeerd uitgaande van het huidige omslagstelsel en bestaande dekkingen. In deze prognose heeft het AG specifiek gekeken naar de ontwikkeling in de zorguitgaven voor de en zijn in deze prognose de zorguitgaven voor de ggz en gehandicaptenzorg alleen verhoogd met de zorginflatie. Op basis van de gehanteerde aannames (zie bijlage) verwacht het AG dat de totale AWBZ-uitgaven sterk zullen toenemen. De belangrijkste oorzaken van deze sterke toename zijn de verwachte zorginflatie (die hoger ligt dan de looninflatie) en de verwachte dubbele vergrijzing. De prognose laat zien dat de zorguitgaven in het huidige stelsel, bij een loonstijging van 2% en een zorginflatie van 3% 3 zullen verachtvoudigen. Onder deze veronderstellingen zal de benodigde AWBZ-premie stijgen van 12,65% in 2013 naar 27% in 2060. Daarnaast zal het aandeel, als onderdeel van de totale AWBZ-uitgaven, stijgen van 65% in 2012 naar uiteindelijk meer dan 80% in 2060. Situatieschets van de AWBZ 7

Bovenstaande betekent dat bij ongewijzigd beleid een Nederlandse werknemer met een modaal inkomen in 2060 meer dan een kwart van zijn of haar inkomen betaalt om de AWBZ-uitgaven te financieren. Hiervan gaat ongeveer 80% naar. De houdbaarheid van de AWBZ komt in dit geval, als gevolg van het huidige omslagstelsel, vanuit het oogpunt van een acceptabele solidariteit tussen jong (werkenden) en ouderen (gepensioneerden), zwaar onder druk te staan. In het maatschappelijk debat wordt veel gesproken over de financierbaarheid van ons pensioen. De financierbaarheid van goede gezondheidszorg blijkt echter in de toekomst (vanuit kostentechnisch oogpunt) feitelijk een veel groter issue dan in eerste instantie verwacht en het is daarom wenselijk dat alternatieven, waaronder alternatieve financieringswijzen, worden onderzocht. Het AG heeft één van deze alternatieve financieringswijzen onderzocht. In de volgende hoofdstukken wordt hierop dieper ingegaan. Situatieschets van de AWBZ 8

3 CONTOUREN VAN EEN ZORGSPAARSYSTEEM Het kabinet-rutte II heeft in het regeerakkoord Bruggen slaan ingrijpende veranderingen aangekondigd op het gebied van de. Een groot deel van de door de AWBZ gefinancierde gaat over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast gaan de eigen bijdragen omhoog. Deze veranderingen gaan gepaard met een beperking van het budget wat leidt tot inperking van het pakket zorg en verzorging. Om het niveau van en het besteedbare inkomen op lange termijn op peil te kunnen houden, is een structurele stelselwijziging noodzakelijk om te kunnen anticiperen op de forse toename van de totale uitgaven. De werkgroep Zorg en Pensioen van het AG heeft een systeem uitgewerkt waarin wordt voorgesteld een zorgspaarsysteem voor de financiering van te introduceren. De langdurige GGZ en gehandicaptenzorg blijven op omslagbasis gefinancierd. In dit systeem is het zorgsparen gebaseerd op een verplicht en collectief kapitaalgedekt stelsel. Het AG vindt dat de introductie van een kapitaalgedekt stelsel een oplossingsrichting is om de financiering van op een maatschappelijk acceptabele wijze in te richten. Bij de inrichting van een zorgspaarsysteem zijn verschillende keuzes mogelijk op de dimensies van collectiviteit en verplichtstelling. Zowel een vrijwillig individueel systeem als een verplicht collectief systeem zijn mogelijke oplossingsrichtingen voor de financiering van. Een vrijwillig individueel systeem is vergelijkbaar met het derdepijlerpensioen (lijfrenten). Een verplicht en collectief systeem is vergelijkbaar met het tweedepijlerpensioen (werknemerspensioen). Elk systeem heeft zijn voor en nadelen ten opzichte van het andere systeem. Figuur 1 toont de afwegingen die in dit keuzeproces spelen én de locatie van een aantal bestaande verzekeringen in dit stelsel. + eigen verantwoordelijkheid spaartekorten, moral hazard vrijwillig + zorgkostenbewustzijn te groot individueel risico, minder efficiënt aanvullende ziektekosten 3 e pijler pensioen collectief individueel + risico delen, schaalvoordelen van wie is het geld? AWBZ AOW Zvw basis 2 e pijler pensioen WA-verzekering verplicht + financieel draagvlak te veel / weinig sparen Figuur 1: Voor en nadelen individueel/collectief en verplicht/vrijwillig zorgsparen. Bronnen: Lou Spoor: Naar multi-pijler financiering van zorguitgaven? Netspar, 24 april 2012 en E.A.J.P. Fransen, A. Hussem en J. Nab: van. ESB, 4658 (98), 237-239, 2013 Contouren van een zorgspaarsysteem 9

Een voordeel van collectief en verplicht sparen is dat dit systeem het onder- en oversparen per individu voorkomt. Vooral voor, waarbij de uitgaven erg scheef verdeeld zijn (zie Figuur 2), is dit risico groot. Op totaalniveau zijn de uitgaven goed voorspelbaar, maar op individueel niveau is de kans dat men kostbare langdurige nodig heeft klein en daarmee onvoorspelbaar. Deze vorm van leent zich zeer goed om te verzekeren op basis van een collectief en verplicht zorgspaarsysteem waarin sprake is van totale risicodeling. De collectieve pot van beleggingen kan alle uitgaven financieren zodat op individuele basis geen sprake is van onder- of oversparen. Een ander voordeel van dit systeem is dat niemand het sparen voor kan uitstellen vanwege het verplichte karakter. Daarnaast geldt dat wanneer iedereen spaart, demografische ontwikkelingen en tegenvallende inkomensgroei minder impact hebben op de financierbaarheid van zorg. Bovendien kan het rendement over het ingelegde kapitaal de premie drukken. De keerzijde van een dergelijk systeem is dat elk kapitaaldekkingssysteem onderhevig is aan financieel marktrisico. Een ander nadeel kan zijn dat men de premiebetaling als een extra belasting ziet. De toevoeging van premie aan een collectieve pot leidt namelijk niet tot een individuele aanspraak. Deze aanspraak is in een systeem met volledige risicodeling afhankelijk van een indicatiestelling. 300 308 250 200 150 100 gemiddeld 78 66 50-0 2 16 20% 20% 20% 20% 20% vanaf 70 jaar 300 298 250 200 150 100 gemiddeld 76 64 50-0 1 14 20% 20% 20% 20% 20% over de gehele looptijd Figuur 2: Uitgaven (x 1.000) aan de langdurige zorg vanaf 70 jaar (boven) en over de hele looptijd (onder). De zorguitgaven zijn verdeeld over de mensen met een zeer lage zorgbehoefte (eerste 20%) naar mensen met een zeer grote zorgbehoefte (laatste 20%). Bron: CPB-boek, Toekomst voor de zorg (2013). Contouren van een zorgspaarsysteem 10

4 UITWERKING VAN EEN SYSTEEM VAN VERPLICHT EN COLLECTIEF ZORGSPAREN Het AG heeft de situatie uitgewerkt waarin iedereen verplicht en collectief spaart voor (pensioen). Hierbij is uitgegaan van de aannames in de bijlage. Daarnaast worden in deze basisvariant de volgende uitgangspunten gehanteerd: de doorsneepremie is gerelateerd aan de annuïteit 4 die voor de betreffende generatie op termijn nodig is om de uitgaven te financieren; de pensioenrichtleeftijd voor pensioen met verblijf in een instelling is 85; - de pensioenrichtleeftijd voor pensioen zonder verblijf in een instelling (thuiszorg) is 65; premiebetalingen en uitkeringen vinden zowel voor als na pensioenrichtleeftijd plaats; iedereen betaalt een doorsneepremie voor opbouw van pensioen; de doorsneepremie voor pensioen is gelijk aan een percentage van het salaris tot einde van de tweede belastingschijf, zoals bij de AWBZ-premie het geval is; de uitkering is afhankelijk van een zorgindicatiestelling, zoals bij de uitvoering van de AWBZ het geval is; de overgang van het huidige systeem naar de basisvariant volgt het jaarlijkse opbouwpercentage. Het laatste uitgangspunt wordt geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld. Na invoering van het verplichte en collectieve zorgspaarsysteem zal niet iedereen in staat zijn de middelen opzij te zetten om in de toekomst de eigen te financieren. Daarom stelt het AG in dit systeem voor de uitgaven na pensioenrichtleeftijd voor deze groep te financieren uit de huidige AWBZ (financiering o.b.v. omslagstelsel). 4 Annuïteit: vast bedrag dat periodiek betaald (of ontvangen) wordt gedurende een bepaalde periode. Stel dat de pensioenrichtleeftijd 65 is en dat het opbouwpercentage 2 bedraagt. Iemand die op het moment van transitie van het financieringssysteem 65 jaar of ouder is, bouwt in dat geval geen pensioen op. De AWBZ zal de toekomstige voor deze persoon financieren. Iemand die op het moment van transitie bijvoorbeeld 55 jaar is bouwt 2% per jaar pensioen tot aan de leeftijd van 65 jaar. Deze persoon ontvangt voor 20% via het pensioen en voor 80% via de AWBZ. Een keuze voor andere uitgangspunten zal de conclusies niet veranderen. De uitkomsten zijn uiteraard wel gevoelig voor verandering van de aannames. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt ingegaan op deze gevoeligheden. Uitwerking van een systeem van verplicht en collectief zorgsparen 11

Omdat in dit systeem de financiering van de toekomstige uitgaven naar voren is gehaald, is tijdens de transitieperiode van een omslagstelsel naar een kapitaaldekkingssysteem sprake van een periode met dubbele lasten. Men betaalt zowel een spaarpremie voor toekomstige lasten als een omslagpremie voor de huidige lasten om te voorkomen dat generaties die nog niet hebben gespaard zonder zorg komen te zitten. Figuur 3 illustreert deze periode van dubbele lasten. In dit systeem is gekozen voor een basisvariant met een overgangsperiode van 45 jaar. Dit wil zeggen dat het opbouwpercentage gelijk is aan 1/45 = 2,22. In Figuur 3 is te zien dat de premie na transitie in het begin hoog is (18%), maar deze premie daalt geleidelijk en direct vanaf het moment van transitie (blauwe lijn). Bij voortzetting van het huidige beleid stijgt de AWBZ-premie, met de aannames uit de bijlage, tot 27% in 2060 (rode lijn). Dit percentage is inclusief de kosten voor de langdurige GGZ en gehandicaptenzorg. Met de introductie van een verplicht en collectief kapitaalgedekt financieringssysteem is het mogelijk de toekomstige lasten naar voren te halen en op een evenwichtigere manier te verdelen over de verschillende generaties. premie langdurige zorg 30% 25% 20% 15% 10% 5% Ontwikkeling premie langdurige zorg 0% 2013 2018 2023 2028 2033 2038 2043 2048 2053 2058 AWBZ-premie + zorgspaarpremie AWBZ-premie huidig beleid Figuur 3: Ontwikkeling AWBZ-premie bij voortzetting huidig beleid versus basisvariant. Uit gevoeligheidsanalyses op de basisvariant blijkt dat de zorgspaarpremies fors stijgen wanneer de verwachte zorginflatie stijgt of het verwachte beleggingsrendement daalt. Figuur 4 op de volgende pagina toont aan dat het beteugelen van de zorginflatie in zowel een omslagstelsel (zoals de huidige AWBZ) als een kapitaalgedekt stelsel (zoals de AG-basisvariant) een noodzakelijke voorwaarde is voor de houdbaarheid van beide systemen (zie Figuur 4.2). Daarnaast moet het beleggingsbeleid in de basisvariant zodanig ingericht zijn dat de verwachte rendementen een groot deel van de toekomstige financieren. Met andere woorden, een kapitaalgedekt zorgspaarsysteem met geen of nauwelijks beleggingsrisico leidt niet tot een lagere premie ten opzichte van het omslagstelsel (zie Figuur 4.3). Een kapitaalgedekt systeem is minder gevoelig voor demografische ontwikkelingen in vergelijking met een financieringssysteem op basis van een omslagstelsel. Ook dit komt naar voren in de gevoeligheidsanalyses. De premie is immers gebaseerd op de verwachte uitgaven waarin de toekomstige demografische ontwikkelingen zijn verwerkt. De premie in een omslagstelsel is echter gebaseerd op de verwachte uitgaven van het betreffende jaar (zie Figuur 4.4). Uitwerking van een systeem van verplicht en collectief zorgsparen 12

premie langdurige zorg Figuur 4.1 Ontwikkeling premie langdurige zorg, basisvariant 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2013 2018 2023 2028 2033 2038 2043 2048 2053 2058 AWBZ-premie + zorgspaarpremie AWBZ-premie huidig beleid premie langdurige zorg Figuur 4.2 Zorginflatie 4% in plaats van 3% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2013 2018 2023 2028 2033 2038 2043 2048 2053 2058 AWBZ-premie + zorgspaarpremie AWBZ-premie huidig beleid premie langdurige zorg Figuur 4.3 Rendement 4% in plaats van 6% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2013 2018 2023 2028 2033 2038 2043 2048 2053 2058 AWBZ-premie + zorgspaarpremie AWBZ-premie huidig beleid premie langdurige zorg Figuur 4.4 Effect van vergrijzing is groter 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2013 2018 2023 2028 2033 2038 2043 2048 2053 2058 AWBZ-premie + zorgspaarpremie AWBZ-premie huidig beleid Figuur 4: Gevoeligheidsanalyse van de ontwikkeling van de AWBZ-premie bij voortzetting huidig beleid en de totale premie na transitie, bestaande uit de uitloop van de AWBZ-premie plus de zorgspaarpremie. Uitwerking van een systeem van verplicht en collectief zorgsparen 13

5 ANDERE ALTERNATIEVEN VOOR DE FINANCIERBAARHEID VAN OUDERENZORG Een financieringssysteem waarin mensen collectief en verplicht sparen voor hun is niet de enige oplossing om de op lange termijn financierbaar te houden. Er zijn meerdere oplossingsrichtingen, zoals de verzekering van vaste uitkeringen, het verhogen van eigen bijdragen en de mogelijkheid van opting out. Deze alternatieven worden hieronder uitgewerkt. De verzekering van vaste uitkeringen, al dan niet met indexatie, is een mogelijke oplossingsrichting om de uitgaven te beheersen. De zorgaanbieders zullen namelijk moeten aanbieden voor het beschikbare bedrag. Met de invoering van dit financieringssysteem ontstaat het risico dat het niveau van de aangeboden achteruitgaat doordat de zorginflatie hoger is dan verwacht. In dit systeem kan dit risico niet over de verschillende generaties verdeeld worden. Een systeem dat meer eigen bijdragen vraagt, legt een deel van de lasten neer bij de gebruikers, waardoor zij zich meer bewust worden van de kosten voor. Afhankelijk van de gewenste inkomenssolidariteit kunnen deze eigen bijdragen inkomensafhankelijk zijn of juist voor iedereen gelijk. Zoals hierboven beschreven is, heeft, gelet op het feit dat op individuele basis feitelijk niet verzekerbaar is, een financieringssysteem waarin men alle risico s volledig met elkaar deelt, de voorkeur boven een systeem waarin men individueel spaart voor zijn eigen. Dit betekent echter dat een zekere mate van verplichte deelname aan het systeem noodzakelijk is. Het risico van adverse selectie is namelijk erg groot in een systeem waarin men risico s deelt en deelname niet verplicht is. Om tegemoet te komen aan de bezwaren tegen een verplichte deelname door bepaalde groepen is het een oplossingsrichting om een opt-out keuze op te nemen in het systeem. Het betreft hier met name de groepen met een zodanig hoog inkomen en/of vermogen dat zij hun eigen kunnen regelen. Zij zullen mogelijk keuzevrijheid verkiezen boven het deelnemen aan een collectieve regeling. Het moment waarop men de opt-out keuze kan maken dient op of vóór pensioenleeftijd te gebeuren. Hierdoor blijft de impact van het risico van adverse selectie beperkt. Daarnaast is het de vraag of er een vangnet voor minimale dient te komen dat de financiering regelt voor mensen die voor de opt-out gekozen hebben en die toch niet voldoende middelen hebben. Andere alternatieven voor de financierbaarheid van 14

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Het huidige financieringssysteem ten behoeve van de vanuit de AWBZ komt steeds meer onder druk te staan. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening en stijgende levensverwachting. Indien geen maatregelen worden genomen ten aanzien van deze problematiek, zullen door deze zogenaamde demografische kanteling de premie van de zorg in de AWBZ oplopen van 12,65% in 2013 tot uiteindelijk 27% in 2060. De politiek kijkt naar maatregelen aan de verzorgingskant, zoals versobering in de vergoedingensfeer of overgang naar uitkeringen in vaste bedragen. Bij al deze alternatieven blijft de financieringsmethode intact, maar wordt afbreuk gedaan aan het verzorgingsniveau, tenzij de financiering ten koste gaat van andere beleidsterreinen. Het AG heeft een alternatief onderzocht in de financieringssystematiek, zorgsparen. Het blijkt dat een geleidelijke transitie naar een financieringssysteem op kapitaaldekkingsbasis initieel duurder is dan het bestaande omslagstelsel, maar dat de kosten van een financieringssysteem op kapitaaldekkingsbasis van meet af aan dalen van 18% in 2013 tot onder de 15% in 2060. In de transitieperiode zullen de AWBZ en zorgsparen naast elkaar bestaan, met een verschuiving van AWBZ naar zorgsparen. De initiële stijging is toe te schrijven aan dubbele lasten in de beginsituatie, omdat bestaande gevallen volledig vanuit de bestaande (maar afbouwende AWBZ) moeten worden gefinancierd, plus dat er opbouw via zorgsparen plaatsvindt voor toekomstige gevallen. Het voorgestelde financieringsysteem is ongevoelig voor demografische ontwikkelingen, immers in de prijsstelling is al rekening gehouden met toekomstige (stijgende) levensverwachtingen. Het systeem is nog wel gevoelig voor inflatie en rendement. Bij hogere inflatie dan gemodelleerd zal de premie in het kapitaaldekkingstelsel ongeveer gelijk blijven, maar zal nog steeds duidelijk lager blijven dan de sterker stijgendepremie onder een omslagstelsel. Indien het rendement achterblijft bij de verwachtingen (of risicoloos beleggen), zal het kapitaaldekkingsstelsel op de lange termijn niet voordeliger uitpakken dan het omslagstelsel. Het AG adviseert verder onderzoek naar de haalbaarheid en het draagvlak voor het voorgestelde financieringsalternatief. Een dergelijk financieringsalternatief zou collectief en verplicht kunnen worden gesteld, waarmee een parallel wordt getrokken met het pensioenstelsel in de tweede pijler. Met de verplichtstelling wordt de kans op adverse selectie verkleind en wordt met de collectiefstelling de solidariteitsgedachte gehouden. Opting out kan voorzien in de (mogelijke) wens van een bepaalde groep mensen om niet te hoeven participeren aan een dergelijk systeem. Tot slot zou een vangnetconstructie kunnen worden ingericht om de schrijnende gevallen te kunnen bedienen. Verdere onderzoeksmogelijkheden kunnen liggen in de sfeer van de fiscalisering en zorgsparen voor zelfstandigen. Dit valt echter buiten het bestek van dit onderzoek. Conclusies en aanbevelingen 15

BIJLAGE Door het Actuarieel Genootschap gebruikte aannames voor de ontwikkeling van de AWBZ-premie Het Actuarieel Genootschap heeft de volgende aannames gehanteerd in haar model: premie-inkomsten zijn gebaseerd op CBS-statistieken per inkomensklasse en leeftijdscohort uit 2011 en op de CBS-prognose van de Nederlandse populatie per cohort uit de bevolkingsprognose, 2010-2060; het premiepercentage is zodanig ontwikkeld dat in ieder jaar de premie-inkomsten plus de eigen bijdragen en de overheidsbijdragen gelijk zijn aan de totale AWBZ uitgaven; de eigen bijdragen zijn gelijk aan 10% van de totale AWBZ-ontvangsten; de overheidsbijdrage wordt volgens de door de overheid gehanteerde formule ontwikkeld; looninflatie: 2% (jaarlijks) en groei bovengrens tweede belastingschijf: 2% (jaarlijks); beleggingsrendement: 6% (beleggingsbeleid met een substantieel deel van de mix gespreid belegd in zakelijke waarden); gebaseerd op gebruikmaking frequenties per leeftijdscohort in 2009 en de verwachte populatie per cohort uit de genoemde bevolkingsprognose, 2010-2060; de gebruikte frequenties zijn afkomstig uit de CBS-statistieken AWBZ/WMO-zorg zonder verblijf; leeftijd en geslacht en AWBZ/WMO-zorg zonder verblijf; leeftijd en geslacht 2009; de kosten voor per zorgbehoevende stijgen met een veronderstelde zorginflatie van 3% per jaar; de totale uitgaven voor gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg nemen toe met hetzelfde zorginflatiepercentage; heffingskortingen per belastingbetaler veranderen niet; het bestaande exploitatietekort in de beginsituatie valt buiten de scope van dit onderzoek. Onder de voorgestelde financieringsvorm zal in de toekomst geen exploitatietekort meer kunnen ontstaan. Bijlage 16

Actuarieel Genootschap