VELE TINTEN, MAAR GEEN GRIJS



Vergelijkbare documenten
Op weg naar 2030: verandering in waarden vormt de toekomst

Doelgroepen voor duurzame energie. Kennismaking Mentality

Doelgroepen voor duurzame energie

Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling

Motivaction ConceptScore. Onderzoek nieuwe methoden boodschappen doen

Tussen dromen en daden. het perspectief van de consument op duurzame financiële dienstverlening

Segmenteren, Doelgroep Bepalen, Positioneren. Het afstemmen van een product of dienst op de behoefte vanuit de markt.

Terugkoppeling resultaten peiling levensstijl

Draagvlak participatiesamenleving is geen garantie voor toename vrijwilligerswerk

PKN in contact met Nederland: kijk op het leven en kijk op geloven

Social intelligence sleutel tot duurzaamheidsdoorbraak in Nederland

Doelgroepen. Kennismaking Mentality

Conclusies: leefstijlscore

Leiden veranderingen in de VVT tot samenwerking

Achter de geraniums? Presentatie Motivaction tijdens debat 10 april: Hier is mijn moeder, regelt u het verder?

Wat werkt bij wie? Een doelgroepbenadering bij innovaties in zorg en preventie

Marian Spier. Docent Interna,onal coördinator SBC Afstudeerbegeleider

Toekomstbestendige ouderenzorg vergt nieuw paradigma

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

Doelgroep-denken; zet je leden centraal. Presentatie Motivaction Congres SportService Zwolle 1

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Ouderen en nieuwe technologie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Mentaliteitstrends 2013

Serviceflats grote kans voor innovatie van zorg- en woonsector

Van systemen naar mensen Gezamenlijke agenda VWS 8 februari Vereniging Senioren ING Regio Rotterdam/Zeeland 24 april 2014 Joop Blom

Marketing voor energiecoöperaties. Juriaan Jansen, Servicepunt Hier Opgewekt Milieufederatie Noord-Holland

De Toekomst van Vrijwilligerswerk Cecilia Keuchenius MSc. Research manager

Demografische gegevens ouderen

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Ontwikkelingen in zorg, welzijn en wonen Joop Blom, voorzi-er commissie Zorg en Welzijn en Wonen NVOG VOOR: Vereniging Gepensioneerden ANWB.

Leefstijlen en betrokkenheid Provincie Flevoland

Inwoners en organisaties in de burgersamenleving. Sociaal domein

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Samen werken aan goede zorg

Met elkaar in beweging voor een goede toekomst! Koersplan Savant Zorg Samen in beweging

Gevolgen voor het huishoudboekje bij scheiden wonen en zorg in de ouderenzorg

Van ZZP naar Kwaliteit van Leven. ZBz Partners Wij maken zorg gezond!

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Blijven wij van zorg verzekerd

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid in de (ouderen) zorg.

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid in de (ouderen) zorg.

SOC bijeenkomst, 26 november 2014

Armoede en Arbeidsmarkt

elimineer De Burger!

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Gewoon leven. Samenvatting Contourennotitie Raamwerk

Regionale woonvisie Alblasserwaard - Vijfheerenlanden

Voordracht voor de raadsvergadering van <datum raadsvergadering>

De herziening van de langdurige zorg vraagt om een levensloop perspectief op de financiering van zorg thuis

Cliëntervaring. De bron voor verbetering. Petra Meijer 21 maart 2016

Niet alles verandert in de zorg

Ondernemersplan 3NE. 3NE onderweg naar langer wonen in welvaart en welzijn. 1. Wat wil 3NE betekenen a. Missie b. Visie c. Waarden en ambities

HULP BIJ HET HUISHOUDEN IN DE GEMEENTE VENLO

Crowdfunding vertrouwen in de economie

Van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad?

Cliënt heeft sobere zorg met weinig keuzemogelijkheden

Praktijkvoorbeeld. Pagina 1 van 5

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten

Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink

Cliënt kan en mag overal uit kiezen

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Pensioenaanspraken in beeld

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

Transitie Langdurige Zorg

Naar een nieuw sociaal contract

Persoonsvolgende financiering in Nederland

Strategische zelfanalyse

Familiecultuur maakt plaats voor marktdenken

BUITENSTE BINNEN. Op weg naar een nieuwe werkelijkheid

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Strategie & omgeving. Bram Baselmans Brenda Meusen-den Ouden

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Zijn Nederlanders klaar voor de participatiesamenleving en zelfzorgstaat? - Factsheet publieksonderzoek -

NVTG bijeenkomst 17 september Uitbesteden van (technische) diensten bij Carinova. ing G.T. Ligtenberg RVGM Regisseur Vastgoed & Huisvesting

Integraal samenwerken in de wijk: wat betekent dit voor toezicht?

De impact van de kosten van Zorg en Welzijn op de inkomenspositie van gepensioneerden

IJsselheem en veranderingen in de zorg

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

elimineer De Burger! When the winds of change are blowing some people are building shelters, while others are building windmills

Wat vinden uw bewoners van de zorg?

Alternatief voor Regeerakkoord Regie in eigen hand door persoonsgebonden en persoonsvolgende bekostiging

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Doet scheiden lijden?

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

De Wmo en de decentralisaties

Zorgplan. Wonen / Dagbesteding / Stage en Vrijetijdsbesteding in Hardinxveld-Giessendam ten behoeve van verstandelijk en of meervoudig beperkten

participatiesamenleving

Visiedocument Zorggroep Almere Goede maat en juiste toon

MOGELIJKE EFFECTEN VAN BEZUINIGINGEN OP DE HUISHOUDELIJKE VERZORGING

Welkom! Fred Sieval. Workshop Ruimtelijke Ordening :24. Informatie of wensen: 1

BESTUREN WORDT ANDERS?

ehealth, levensloopbestendig wonen en jezelf blijven John Kauffeld VNO-NCW Drenthe Raad van Bestuur van Espria

Meer dan de monitor. Peter Smit, Active Ageing Nederland Donderdag 6 juli 2017

artijn Lampert otivaction

Wmo 2015 in uitvoering:

Transcriptie:

VELE TINTEN, MAAR GEEN GRIJS Utrecht, juni 2013

Kiwa Carity Wij zijn Kiwa Carity, een veertigtal experts, adviseurs en onderzoekers die vanuit eigen kennis en kunde als één team werken aan verbetering van de zorg. We zorgen graag samen met u dat het u beter gaat, dan gaat het ook goed met ons. Wij worden gedreven door de zorg en willen laten zien dat het anders kan. Met een kritische blik naar de markt, naar onze klanten, maar vooral naar onszelf blijven wij zoeken naar verbeteringen. Dit doen we altijd in dialoog met u. Met een breed palet aan dienstverlening en een praktische no-nonsense aanpak kunnen we de zorg op veel vraagstukken ondersteunen. Co-creatie met de klant maakt die bijdrage aan de zorg alleen maar groter. Wij denken dan ook niet alleen met u mee, maar willen ook van u leren. Als uw partner met onze integrale aanpak de zorg versterken op alle fronten, dat is onze drijfveer. Voor nu, én voor de toekomst. Kiwa Carity, de nieuwe naam van Kiwa Prismant en fluent Zorgadvies Uitgever Kiwa Carity BV, Utrecht, mei 2013. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kiwa Carity BV. Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen, boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover de bron duidelijk wordt vermeld. 2

Inhoudsopgave 1. Voorwoord 4 2. Samenvatting 8 3. De cliënt en zorgverlener in 2025 9 3.1 Volgens de theorie: de cliënt en zorgverlener in 2025 9 3.2 Het aantal zorgvragers in 2013 en in 2025 16 3.3 In de praktijk: de zorgvrager in 2025 20 3.4 In de praktijk: de zorgverlener in 2025 25 4. Het stelsel van Ouderenzorg in 2025 27 4.1 Afstemming van zorgvraag en zorgaanbod 27 4.2 De Verzorgingsstaat in 2025 28 4.3 Een schets van het stelsel ouderenzorg in 2025 29 4.3.1 De intermurale route 30 4.3.2 De VODO-route 34 4.3.3 De intramurale zorg 35 4.4 Bekostiging van de ouderenzorg in 2025 35 5. Wie speelt welke rol in het landschap van de ouderenzorg 2025? 37 5.1 Kort en bondig: het ouderenzorglandschap in 2025 37 5.2 De spelers in ouderenzorglandschap in 2025 38 5.2.1 Cliënt 38 5.2.2 Zorgaanbieder 39 5.2.3 Zorgverzekeraar 40 5.2.4 Centrale Overheid/Ministerie van VWS 40 5.2.5 Gemeenten 41 5.2.6 Financiers 41 6. Onze oproep: samen verder 42 7. Tot slot 43 3

1. Voorwoord Vele tinten, maar geen grijs. Dank voor uw interesse in dit rapport. Dit betekent ongetwijfeld dat u in welke vorm dan ook een belanghebbende zult zijn, betrokken bij de langdurige zorg in 2025. Dit kan zijn als zorgaanbieder of beleidsmaker of wellicht als cliënt of betrokken familielid. De sector staat voor een grote transitie-opdracht op langere termijn, niet alleen vanuit de bezuinigingen door de overheid op het collectief bekostigde deel van de ouderenzorg, maar vooral vanuit de sterk veranderende behoefte van de toekomstige cliënt. De bezuinigingen zijn hierin een katalysator op korte termijn, maar tevens een voorbode van een verschuivend zorgveld vanuit een andere driver, namelijk de cliëntbehoefte. Als zorgaanbieder of beleidsmaker wordt uw agenda op dit moment uiteraard bepaald door de korte termijn uitdagingen, maar we willen u met dit document ook verleiden om eens te kijken naar de langere termijn. Niet om te zeggen hoe de werkelijkheid er in 2025 uit zal zien, maar om een denkkader en bouwstenen aan te reiken om een discussie te kunnen voeren over hoe het zou kunnen zijn. Vaak wordt gekeken naar alles wat niet goed gaat in de zorg, en naar de beperkingen die er liggen in de toekomst. Volgens ons levert de toekomst ook veel kansen en mogelijkheden op, om goede doeltreffende zorg te leveren. Daar gaat het om! Doeltreffend wil zeggen: zowel rekening houden met de wensen en behoeftes van de cliënt als met de betaalbaarheid. Als we met elkaar hierin kunnen slagen dan maken we echt meters. Wij pretenderen absoluut niet, dat we dit allemaal weten en kunnen, maar willen wel graag als partner in de zorg met dit document een voorzet geven als input voor een bredere discussie om de ouderenzorg in 2025 vorm te kunnen geven. 4

Op papier lijkt alles simpel maar het is niet eenvoudig om dit soort concepten te realiseren. Dat besef is er uiteraard ook bij ons. Waarom dit denkkader? Als Kiwa Carity willen we graag bijdragen aan een denkkader aan de hand waarvan we met elkaar als betrokken partijen kunnen discussiëren. We pretenderen niet om de wijsheid in pacht te hebben, maar willen vooral een mogelijke schets geven van het speelveld dat op ons afkomt en welke uitdagingen en behoeftes daarmee gepaard gaan. We willen graag de discussie op gang brengen en mogelijk de stip op de horizon mee vormgeven. Want zonder een doel met een perspectief, komen we ons inziens niet tot een goede transitie en een doeltreffende, passende ouderenzorg in 2025. Daarnaast vormen de babyboomers nu nog deels de beroepsbevolking, dus is het ook goed om met deze generatie eens na te denken, hoe we het later zouden willen hebben. Waarom vanaf 2025? Regeren is vooruitzien. Om de huidige ouderenzorg op een verantwoorde manier om te vormen is het van belang om de stip op de horizon goed te plaatsen. Dit ook om investeringen in de toekomst van de zorg op een goede en gestructureerde manier te laten plaatsvinden en te voorkomen dat er vormen van kapitaalvernietiging gaan optreden. Wat ons betreft zijn de veranderingen in de Ouderenzorg een groeiproces en een beweging, die we met elkaar op een verantwoorde manier moeten vormgeven. Over Kiwa Carity Kiwa Carity wil graag een partner zijn die samen met u kijkt naar de toekomst van de ouderenzorg. Hierin past ook dat we vergezichten zoals deze publiceren. Dit om onze kennis, kunde ervaring en inzichten met u te delen, om u maar ook ons verder te helpen. We werken binnen Kiwa Carity vanuit het Golden Circle principe van Sinek. De Golden Circle is een denkmodel dat door Simon Sinek is ontwikkeld. Dit model is opgezet dat we vanuit het Waarom werken naar het Wat. 5

Op de vraag aan bedrijven waarom hun klanten eigenlijk hun klanten zijn, antwoorden de meeste bedrijven dat ze geweldige producten of diensten bieden die goed geprijsd zijn en van goede kwaliteit zijn. Volgens Sinek is dit het bewijs dat ze geen idee hebben waarom hun klanten hun klanten zijn. Kiwa Carity benadert de zorg veel meer volgens de waarom-vraag. Dit principe lichten we hieronder toe aan de hand van de Golden Circle. De Golden Circle bestaat uit drie cirkels. De kern is why, daarna volgt how en de buitenste cirkel vertegenwoordigt what. De meeste dienstverleners (maar wellicht ook zorgaanbieders) beginnen met de buitenste ring ( what ) en werken vervolgens naar binnen ( how en why ). Kiwa Carity begint bij de kern: why. Hieronder volgt een korte uitleg van wat elke cirkel inhoudt. What: dit zijn de producten of diensten die we leveren: in ons geval zijn dit Onderzoek, Informatie ontsluiting, metingen en advies op het gebied van kwaliteit, bedrijfsvoering, markt en professioneel perspectief in de zorg. How: uitleg van bedrijven hoe ze doen wat ze doen. How is bij ons als meedenkende partner confronteren, sparren, inspireren, innoveren en oplossingen realiseren. Why: dit gaat niet over het maken van winst, maar om wat wij geloven, om wat ons drijft. Dit is bij ons de drive om een bijdrage leveren aan de continuïteit en de verbetering van de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg in Nederland. Als Kiwa Carity werken we van binnen naar buiten in dit model en vragen ons continu af hoe we aan onze why kunnen voldoen. 6

Figuur 1: Kiwa Carity als partner for progress What How onderzoek, informatie, ontsluiting, metingen en advies op het gebied van kwaliteit, bedrijfsvoering, markt en professioneel perspectief in de zorg Why Een bijdrage leveren aan de continuiteit en de verbetering van de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg in Nederland Als meedenkend partner confronteren, sparren, inspireren, innoveren en oplossingen realiseren 7

2. Samenvatting Met de verschijning van dit rapport Vele tinten, maar geen grijs, geeft Kiwa Carity een voorzet voor discussie over de toekomst van de ouderenzorg. In dit rapport schetsen we op basis van onderzoek in de VVT-sector een beeld hoe de babyboomgeneratie straks zal omgaan met langdurige zorg. Deze generatie is goed geïnformeerd, en weet dus dat het kabinet de langdurige zorg de komende jaren sterk gaat versoberen. Deze voorgenomen verandering de facto een vergaande versobering sluit niet aan bij de wensen van de babyboomer. Die is ontzuild, staat er financieel goed voor, heeft een eigen mening en wil niets voorgeschreven krijgen. Dus als het sociale stelsel voor de langdurige zorg soberder wordt, dan neemt de babyboomer daarmee geen genoegen. Die regelt zijn langdurige zorg dan liever zelf. Dit zal zich vertalen in arrangementen voor senioren met gerichte interesses (zoals Ajax-fans, natuurliefhebbers of vegetariërs) of senioren die zelf in het commerciële circuit de zorg en ondersteuning gaan inkopen die precies aan hun eigen wensen voldoet. Zorgaanbieders in de VVT-sector kunnen op deze ontwikkeling inspelen door gerichte arrangementen te ontwikkelen voor deze groepen. Natuurlijk moeten ze dan wel eerst via buurtgebonden onderzoek in kaart brengen welke groepen het zijn die ze kunnen bedienen. Ook werkgevers kunnen op de ontwikkeling inspelen, door met de pensioenfondsen afspraken te maken over de ontwikkeling van specifieke zorgarrangementen en de opzet van bijvoorbeeld seniorendorpen. Voor de mensen die niet de financiële ruimte hebben om zelf hun zaken te regelen zal een door de overheid gestuurd vangnet blijven bestaan. Maar voor wie wel draagkrachtig is, is het motto voor de toekomst: Wie betaalt, die bepaalt. Het rapport Vele tinten, maar geen grijs is met nadruk geen eindstudie, maar een beschrijving van mogelijke scenario s en een uitnodiging tot verdere discussie. 8

3. De cliënt en zorgverlener in 2025 In dit hoofdstuk beschrijven we een aantal mogelijke ontwikkelrichtingen voor de ouderenzorg in Nederland van 2025. In 2025 zal een deel van de babyboomgeneratie de leeftijd bereiken van de overgang van vitale naar hulpbehoevende ouderen. De YOLO (you only live once)-generatie zal dan een groot deel van de beroepsbevolking gaan vormen. De combinatie van deze twee generaties in de verzorgende en zorgbehoeftige rol geeft een bijzondere combinatie die wat ons betreft een mentale overgang van de zorgconcepten teweeg gaat brengen. 3.1 Volgens de theorie: de cliënt en zorgverlener in 2025 Om de cliënt en zorgverlener van 2025 te typeren gebruiken we de generatie-indeling van Becker en de zogenaamde Mentality-milieus van onderzoeksbureau Motivaction. Dit onderzoeksbureau heeft in samenwerking met Kiwa Carity een toekomststudie verricht naar de Zorgmedewerker in 2025. We hebben in deze studies de Mentality-milieus en de indeling in zogenaamde Becker-generaties, toegepast op de zorgsector. De generatiesocioloog Henk Becker 1 onderscheidt de volgende generaties: 1 Onder meer gebaseerd op het boek Generaties en hun kansen (1992) van Becker 9

Tabel 1 Typering Becker-generaties Generatie Vooroorlogse Generatie (Geboortejaren 1910 1930) Stille generatie (Geboortejaren 1931 1940) Protest Generatie Geboortejaren 1941 1955) Verloren Generatie (Geboortejaren 1956 1970) Kenmerken Deze mensen hebben de Tweede Wereldoorlog meegemaakt in een periode in hun levensloop waarin zij als jonge volwassenen bewust gevaar liepen. Deze mensen hebben de Tweede Wereldoorlog als kind meegemaakt. Deze mensen hebben hun jonge jaren tijdens de babyboom doorgebracht en zijn onder meer in een overvol onderwijssysteem opgegroeid. Tijdens hun formatieve periode zijn daar de indrukken van de culturele revolutie aan toegevoegd. Op het moment dat deze mensen op de arbeidsmarkt kwamen hadden zij een grote kans op werkloosheid. Pragmatische Generatie (Geboortejaren 1971 1980) Generatie Y (Geboortejaren 1981 -) In de jaren 90 kende deze generatie voorspoed en heeft materialisme zich gemakkelijk kunnen ontwikkelen. Vorming door huidige samenleving: nieuwe media, multiculturele samenleving, globalisering. 10

Typering Vooral traditionele burgers Grote oververtegenwoordiging van traditionele burgers Aandeel moderne burgers toegenomen Grote oververtegenwoordiging van postmaterialisten; ook van traditionele burgers en in iets minder mate nieuwe conservatieven. Traditionele en moderne burgers zijn nog steeds grootste milieus, maar nu even groot geworden. Diffuus, kenmerkende oververtegenwoordiging van postmoderne hedonisten en postmaterialisten aan de ene kant. Aan de andere kant ook een oververtegenwoordiging van nieuwe conservatieven en moderne burgerij. Moderne en traditionele burgers vormen nog steeds de grootste milieus. Kosmopolieten, opwaarts mobielen en gemaksgeoriënteerden zijn oververtegenwoordigd. Moderne burger is ook hier het grootste milieu. Kosmopolieten, opwaarts mobielen en gemaksgeoriënteerden zijn oververtegenwoordigd. Opwaarts mobielen vormen grootste milieu. Bron: Mentality-database, Motivaction 1997-2008 11

Het zichtbaar maken van de belevingswereld van de (beroeps)bevolking en de zorgverlener in een complexe en snel veranderende samenleving, kunnen we ook doen op basis van het Mentality-model 2. Dit is een onderzoeksmodel van Motivaction dat mensen groepeert naar hun levensinstelling en hun persoonlijke waarden. De waardenpatronen van elk milieu komen tot uiting in concreet gedrag, bijvoorbeeld de rol die werk inneemt en hoe mensen aankijken tegen de zorgsector. Uit het Mentality-onderzoek blijkt dat de Nederlandse samenleving bestaat uit acht sociale milieus: traditionele burgerij (16%): de moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen; moderne burgerij (22%): de conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten; gemaksgeoriënteerden (10%): de impulsieve en passieve consument die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven; opwaarts mobielen (13%): de carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning; nieuwe conservatieven (8%): de liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet tegen sociale en culturele vernieuwing; kosmopolieten (10%): de open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten; postmaterialisten (10%): de maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, zich verzetten tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu; postmoderne hedonisten (11%): de pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden. 2 Het Mentality-model is op eigen initiatief ontwikkeld door ondezoeksbureau Motivaction. In de afgelopen jaren is het Mentality aangetoond dat het mogelijk is een constitente en praktisch bruikbare segmentatie te maken van de Nederlandse bevolking op basis van sosialen milieus die een levens houding en waardenoriëntatie delen. 12

Als centrale aanname wordt gesteld dat het waardenpatroon van mensen over de jaren heen stabiel blijft. In iedere generatie zijn de Mentality-milieus vertegenwoordigd, maar over generaties heen verandert de relatieve omvang van die milieus. Er zijn potentieel spanningen te verwachten tussen de verschillende generaties die in 2025 in de gezondheidszorg aanwezig zullen zijn (in de hoedanigheid als zorgvrager én zorgverlener). Jongere generaties hebben over het algemeen andere waardenoriëntaties dan oudere. 13

Figuur 2 Verdeling Mentality-milieus binnen de Becker-generaties Verdeling Mentality milieus Becker generaties in NL bevolking opbouw Mentality Milieus A B C D E F Becker generaties gemaksgeoriënteerden postmoderne hedonisten kosmopolieten traditionele burgerij nieuwe conservatieven postmaterialisten opwaarts mobielen moderne burgerij A vooroorlogse generatie B stille generatie C protest generatie D verloren generatie E pragmatische generatie F generatie Y Bron: Mentality-database, Motivaction 1997-2008. In bovenstaande figuur staan de verdelingen naar Mentality-milieu per generatie weergegeven. Hierin zijn de volgende verschuivingen in waardenoriëntaties zichtbaar: Afname aandeel traditionele burgers. Vanaf de stille generatie bestaat ongeveer een kwart van de bevolking uit moderne burgers. Er is een afname van dit milieu bij generatie Y. De postmoderne hedonist doet zijn intrede bij de protestgeneratie en is stabiel vanaf de verloren generatie. 14

Over de generaties heen is een toename te zien van de gemaksgeoriënteerden. De kosmopolieten zijn qua omvang een redelijk stabiele groep met een kleine toename in de laatste twee generaties. Er is sprake van een afname van het aandeel nieuwe conservatieven vanaf de verloren generatie. De opwaarts mobielen hebben een beperkte omvang binnen de protestgeneratie en tonen een grote stijging binnen generatie Y. Wat betekent de bovenstaande typering voor het samenspel tussen cliënt en zorgverleners? En wat betekent het voor de organisatie-inrichting en cultuur van het werken binnen een zorgorganisatie? 15

3.2 Het aantal zorgvragers in 2013 en in 2025 Om te kunnen bepalen hoe de ouderenzorg er in 2025 uitziet, tonen we eerst de bevolkingsprognose voor de ouderen in de periode 2013 2025. Deze is gebaseerd op de cijfers van het CBS. Binnen deze drie cohorten (70+, 80+ en 90+) maakt een toenemend deel van de ouderen gebruik van de ouderenzorg. Figuur 3 Prognose Bevolkingsgroei 3.000.000 Omvang leeftijdsgroepen 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 70+ 80+ 90+ 500.000 0 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 16

We praten over majeure ontwikkelingen. Tussen nu en 2025 zal de Nederlandse bevolking groeien van 16,8 naar 17,5 miljoen. Het aantal 75+ers zal toenemen van 1,2 miljoen naar 1,8 miljoen. Het aandeel in de bevolking van deze groep zal stijgen van 7,3% naar 10,4%. Van die 1,8 miljoen 75+ers zullen in 2025 naar schatting ruim 830.000 gebruik maken van een of andere vorm van ouderenzorg. Uitgaande van demografische ramingen en een gelijkblijvende relatieve zorgvraag komen wij tot de volgende schattingen: Thuiszorg (inclusief ZZP1-2) 645.000 Intermurale zorg (ZZP3-5) 130.000 Intramuraal (ZZP6-7) 51.000 Specialistisch (ZZP 8 en 10) 5.000 Omdat het aantal 15-70-jarigen in dezelfde periode licht afneemt, zal de verhouding tussen de groep 15-70-jarigen en de groep 75+ers afnemen van 1 op 10 naar 1 op 6,5. Die ontwikkeling stelt grenzen aan de mogelijkheden om op nog grotere schaal dan nu al gebeurt, gebruik te maken van mantelzorg. Eens te meer een argument voor een toekomst die gebaseerd is op het uitgangspunt Voor ouderen door ouderen. In hoofdstuk 4 lichten we dit uitgangspunt verder toe. 17

Inkomensdecielen (huishoudinkomen) 6.000 5.000 4.000 3.000 mannen vrouwen 2.000 1.000 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Figuur 4 Het gebruik van ouderzorg per inkomensdeciel Het gebruik van de ouderenzorg is sterk gekoppeld aan inkomen en geslacht. Bovenstaande grafiek 3 laat zien dat de lagere inkomensdecielen substantieel meer gebruik maken van ouderenzorg dan de hogere inkomensdecielen. Vanaf inkomensdeciel 4 maken mannen ongeveer 50% minder gebruik van de ouderenzorg dan mannen uit de eerste 3 inkomensdecielen. Vrouwen maken gemiddeld bijna 2 maal zo veel gebruik van de ouderenzorg dan mannen. 3 Bron: CPB 2013 18

Ook hier geldt dat de eerste 3 à 4 decielen tot ruim 2 maal zoveel gebruik maken van de ouderenzorg dan de hogere inkomensdecielen. Hiervoor worden twee verklaringen gegeven: De sociaal economische status is van invloed op de gemiddelde gezondheidstoestand en dus op de zorgbehoefte. Daarnaast zijn de eigen bijdragen aan ouderenzorg inkomens- (en deels vermogens-)afhankelijk. Ouderen met hoge inkomens zullen vaker zorg particulier organiseren (en deze zorg is niet zichtbaar in nevenstaande grafiek). 19

3.3 In de praktijk: de zorgvrager in 2025 In 2025 zijn vooral de babyboomers (de protestgeneratie volgens Becker) de generatie die de ouderen van Nederland zullen zijn. Babyboomers kenmerken zich ten opzichte van eerdere generaties op een aantal onderscheidende karakteristieken. We beschrijven deze hieronder. Ontzuiling De babyboomgeneratie is de generatie van de ontzuiling. Aspecten als geloof of kerkelijke afkomst spelen in deze generatie een kleinere rol dan in voorgaande generaties. De individuele mening is gaan prevaleren boven een dogmatische leer vanuit een geloof. Sociale verschillen In deze generatie komen ook veel meer sociale verschillen voor dan in voorgaande generaties. Enerzijds is dit de generatie die huizen is gaan kopen, en daarmee huizenbezit heeft opgebouwd. Daarmee zien we in de babyboomgeneratie een aspect van bezit naar voren komen, dat nog minder bekend was in de voorgaande generaties. Anderzijds zal in 2025 ook een groot deel van de eerste generatie gastarbeiders zorgbehoevend worden. Deze groep kenmerkt zich weer door een minder kapitaalkrachtig profiel. Inkomen Het gemiddelde gestandaardiseerde huishoudinkomen van 65+ers is in de afgelopen 20 jaar (in constante prijzen) met 25% toegenomen. Deze inkomensstijging is vooral toe te schrijven aan de ontwikkeling van het aanvullend pensioen. Het percentage personen met een aanvullend pensioen is gestegen van 58% in 1990 naar 73% in 2010. Het gemiddelde aanvullend pensioen bedroeg in 1990 minder dan de helft van de AOW, in 2010 is het gemiddeld aanvullend pensioen bijna gelijk aan de AOW. Opvallend is dat het aandeel inkomen uit vermogen is gedaald, ondanks dat het gemiddelde vermogen sterk is gestegen. Dat hangt samen met de lage rentevoet in 2010 (3,0% tegenover 8,9% in 1990). 20

Figuur 5 Opbouw vermogen per huishouden naar leeftijd van kostwinner 2011 350 300 250 200 150 100 50 0-50 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65 65-70 70-75 > 75 jr overwaarde huis fin. bezittingen ov. bezittingen ov. schulden vermogen 21

De verwachting is dat het inkomen van de 65+ers in 2025 verder zal toenemen, vanwege het grotere aandeel mensen met een aanvullend pensioen, hogere pensioenen, hogere inkomens uit vermogen (hogere rentestand en hoger eigen vermogen) en hoger inkomen uit arbeid. Vrije tijd en hobby s In het werkend leven zijn de ouderen van 2025 zich ook gaan ontplooien op het gebied van vrije tijd, en heeft ook de work-life balance een verschuiving gekregen. De vakanties naar verre landen, de organisatie van hobby s en vrije tijdsbesteding spelen een grotere rol in deze generatie dan in voorgaande generaties. Mening en keuzevrijheid De houding tegenover het gezag en de vrijheid van meningsuiting zijn ook kenmerken die de ouderen van 2025 onderscheiden van de ouderen van nu. Mensen zijn gewend aan keuzevrijheid en service, willen dat hun mening gehoord wordt, én dat er naar geluisterd wordt. Deze generatie is minder volgzaam naar gezag dan voorgaande generaties. Sociale rechten naast plichten De mening van de babyboomgeneratie is dat deze mensen veel rechten hebben vanuit de verzorgingsstaat. Tijdens hun werkzame leven hebben ze de opbouw van het sociale stelsel meegemaakt en de opbouw en uitbouw van de AWBZ en verregaande verzorgingsconcepten. In de tweede helft van de twintigste eeuw is veel ouderenzorg opgebouwd, met enige luxe varianten eronder. In deze periode zijn ook meer individuele vormen van ouderenzorg geïntroduceerd zoals aanleunwoningen en vormen waarbij thuiszorg/domotica worden ingezet. Tijdens het werkzame leven van de babyboomgeneratie is het sociale stelsel van Nederland opgebouwd en is in een context van hoogconjunctuur een groot sociaal zorgnetwerk ontstaan, waarin ook keuzevrijheid (denk bijvoorbeeld aan de invoering van PGB s) een belangrijke rol heeft gespeeld. Naast de plichten van opbouw en instandhouding van het sociale stelsel, maakt deze generatie nu aanspraak op haar rechten in het stelsel. 22

Tabel 2 Verschuiving aandeel in inkomen 1990-2010 1990 2010 arbeid/winst bijstand aow aanv pensioen vermogen overig 6 6 1 1 51 45 25 39 14 7 2 2 Andere sociale cohesie Het verwachtingspatroon ten aanzien van de rol van de verzorgingsstaat is anders dan bij de huidige generatie ouderen. Waar voorgaande generaties zich nog lieten leiden door de door de overheid aangeboden vormen van ouderenzorg, en daar een heldere plicht zagen tot het organiseren van de zorg, zie je bij de babyboomgeneratie een hoger zelfontplooiingskarakter: De We organiseren het zelf wel, want we weten wel wat we willen. -generatie. Sociale cohesie wordt veelal gevonden in vrijetijdsbesteding of hobby s, en is minder gebonden aan de directe omgeving, familiestructuur, politiek en/of religie. Het is een zelfgekozen sociale cohesie. Mobiliteit De babyboomers zijn ook meer gewend zich te verplaatsen, de auto is gemeengoed geworden, en ze zijn ook meer gewend om te reizen dan voorgaande generaties. 23

Samenvattend: hoofdkenmerken van de zorgvragers in 2025 Alles bij elkaar moeten wij dus bij het bepalen van de zorgbehoefte in de komende periode rekening houden met de volgende karakteristieken van de vragers naar ouderenzorg: Zelfstandigheid prevaleert boven verzorging -> Meer organisatievermogen Door de vrije mening en bekendheid met technologie, en eigen gekozen sociale cohesie, denken we dat zelfstandigheid gaat prevaleren boven verzorging. Organisatorische betrokkenheid en klant -rol nemen toe -> Mondigheid Deze generatie zal zelf een hogere organisatorische betrokkenheid wensen, maar ook eisen. We verwachten dat als gevolg van de afnemende sociale voorzieningen, en het feit dat deze generatie uit eigen middelen zal bijdragen voor haar zorg, de invulling ven een échte cliëntenrol verder vorm zal krijgen. Wie betaalt, die bepaalt zal een verschuiving geven in de organisatie van de zorg. Toenemende behoefte aan maatwerk -> Keuzevrijheid Bij de bepaling van het zorgaanbod moet het aspect van maatwerk en keuzevrijheid een grotere rol gaan spelen. Ons inziens zal maatwerk een grotere rol gaan spelen boven voorgedefinieerde vormen van intramurale zorg. Deze zal als last resort gezien worden. 24

3.4 In de praktijk: de zorgverlener in 2025 In 2025 is het grootste deel van de zorgverleners (en ook de beleidsmakers in zorg en politiek) van de generaties die geboren zijn na 1970. Welke invloed hebben de karakteristieken van deze generaties op het afstemmen van zorgvraag en zorgaanbod? Wij gaan uit van de volgende hoofdkenmerken: Individualisme Het grootste deel van de werkende generatie prevaleert het individuele belang boven het sociale belang. Aspecten als mantelzorg zullen ook een andere rol gaan spelen. Wellicht zal er nog wel digitale sociale mantelzorg zijn, maar we voorzien een afname in de fysieke mantelzorg. Privacy speelt kleinere rol Met het extraverte gedrag van deze generaties, de toenemende ontsluiting en versnelling van informatie door inzet van internet, zullen mensen een ander belang hechten aan privacy. Afnemende sociale voorzieningen en cohesie De behoefte aan en opvattingen over de sociale voorzieningen van de verzorgingsstaat, zijn voor de generatie werkenden van 2025 echt anders. Ze zien de zorgvoorzieningen voor ouderenzorg meer als een noodzakelijk vangnet dan een sociaal recht. De verzorgingsstaat zal ons inziens er één worden van de opvang van het minimale, dit in tegenstelling tot de verzorgingsstaat waarin de overheid een ruimer aanbod aan ouderenzorg heeft georganiseerd. De sociale cohesie binnen de werkende generatie van 2025 zal anders zijn en een grotere aanspraak vragen op de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van degenen die een zorgvraag in de ouderenzorg hebben. 25

Digitalisering en zelfredzaamheid Voor deze generatie is digitalisering van de maatschappij een gegeven. Het is geen trend meer maar vormt de dagelijkse praktijk. Met de opkomst van continu beschikbare media (ipad, smartphones etc.), is internet niet meer weg te denken uit het dagelijkse sociale functioneren. Zelfstandigheid speelt daar ook een rol in, waarbij zelf informatie zoeken en digitale afstemming een grotere rol krijgt boven het gezamenlijk uitzoeken van zaken. Dit zal de overlegstructuren in zorgorganisaties ook wijzigen: het moet nut hebben. De nuchterheid van deze generatie gecombineerd met andere opvattingen over de sociale voorzieningen, zal betekenen dat keuzes meer op basis van ratio en minder op sociaal gevoel gemaakt zullen worden. 26

4. Het stelsel van ouderenzorg in 2025 4.1 Afstemming van zorgvraag en zorgaanbod Bij de bepaling van de nieuwe zorgconcepten gaan we uit van de volgende karakteristieken van zorgvragers, zorgverleners (en beleidsmakers) in 2025: Zorgvraag 1. Keuzevrijheid 2. Inspraak 3. Meer behoefte aan autonomie en zelfregie 4. Wie betaalt, die bepaalt 5. Organisatorisch vermogen bij de eigen sociale cohesie Zorgaanbod 1. Zelfstandigheid/zelfredzaamheid 2. Individualisme 3. Digitalisering 4. Sociaal vangnet ipv Sociale voorzieningen 5. Gemak (effectiviteit gaat boven privacy) Punten van afstemming voor het bepalen van het zorgaanbod: 1. Keuzevrijheid en inspraak versus zelfstandigheid/zelfredzaamheid Dit zal leiden tot een inspanningsverplichting opgelegd vanuit de maatschappij bij de ouderen om de zorg zelf te gaan regelen en organiseren. Bestuurlijke participatie in zorgconcepten zal een mogelijke rol zijn, voor cliëntenraden of directe participatie van cliënten in besturen. 2. Meer behoefte aan autonomie en zelfregie versus individualisme en digitalisering Dit zal leiden tot meer zorg op maat in de thuissituatie. 3. Wie betaalt, die bepaalt versus het sociale vangnet in plaats van sociale voorzieningen Dit zal leiden tot een maatschappelijke discussie over rechten versus vangnet en een maatschappelijk debat over de invulling van de sociale verzorgingsstaat. De uitkomst van deze discussie zal wellicht liggen in een verdere opbouw van nieuwe maatschappelijke collectiviteiten die gestoeld zijn op verschillende, zelf gekozen gronden van sociale cohesie. 27

4. Organisatorisch vermogen bij de eigen sociale cohesie versus gemak gaat boven privacy Dit zal mogelijk leiden tot nieuwe vormen van zorg in de eigen thuissituatie en verdere ontsluiting van digitale ondersteuning of verzorging in de thuissituatie. 4.2 De Verzorgingsstaat in 2025 De voorzieningen die de verzorgingsstaat in 2010 voor de ouderenzorg bood, zullen we in 2025 niet meer terug herkennen. Het ingezette overheidsbeleid voor een afbouw van de voorzieningen voor de ouderenzorg, zal verder doorzetten. Waar we het in 2010 nog hebben over sociale rechten, zijn in 2013 de verschuivingen naar verdergaande extramuralisering al merkbaar: de afbouw van de sociale voorzieningen is gestart. Op basis van onze schets van de veranderende waardeoriëntaties van de nieuwe generaties verwachten wij dat richting 2025 deze afname van de verzorgingsstaat verder zal doorzetten. Dit zal resulteren in een verandering van een echte verzorgingsstaat met sociale voorzieningen in 2010, naar een minimaal sociaal vangnet in 2025. Sociale voorzieningen in 2010 Eerste golf van afbouw Sociale voorziening in 2015 Tweede golf van afbouw Sociaal vangnet in 2025 28

4.3 Een schets van het stelsel ouderenzorg in 2025 Gespecialiseerde zorg Intramurale (verpleeghuis)zorg Intramurale (verpleeghuis)zorg VODO communities Samenzorg volgens VODO principes VODO zorgondersteuning Intramurale zorg Thuisondersteuning fysiek Thuisondersteuning digitaal Samenzorg door mantel van eigen omgeving Thuissituatie de vitale oudere De door ons weergegeven dilemma s in de afstemming tussen zorgvraag en zorgaanbod en de afnemende verzorgingsstaat zijn de uitgangspunten voor een schets van het stelsel van ouderenzorg in 2025. De cliëntroutes in de ouderenzorg 2025 Als basis gaan we uit van het principe van de maximale zelfstandigheid van de oudere: de vitale oudere. In 2025 zijn er naar inschatting 1,8 miljoen mensen van 75 jaar en ouder, waarvan meer dan de helft als vitale oudere in staat is om zelfstandig te wonen en te leven zonder hulp van buiten. Het vermogen om als oudere de eigen regie te nemen kan natuurlijk per persoon verschillen. Dit is ook een factor van belang waar rekening mee moet worden gehouden. 29

Op het moment dat een oudere hulpbehoevend wordt, voorzien we twee cliëntroutes in het zorgaanbod: De Intermurale route : de rechterkant van het bovenstaande model. De VODO route : de linkerkant van het bovenstaande model. (VODO staat voor: Voor Ouderen en Door Ouderen) Deze twee cliëntroutes leiden naar de intramurale zorg (de bovenkant van het bovenstaande model. We zien de intramurale zorg in 2025 als de zorg die nu aan ouderen wordt geboden binnen de zorgzwaartepakketten 6 en 7. De gespecialiseerde zorg in 2025 zijn de zorgzwaartepakketten 8 en 10. 4.3.1 De intermurale route Uitgaande van de eerder geschetste ontwikkelingen richting 2025 is gekeken naar een andere vorm van het organiseren van de zorg. Het dominante uitgangspunt bij deze route is om als cliënt zo lang mogelijk in het eigen huis en de eigen gekozen sociale omgeving te blijven leven. Hierin kennen we een aantal verschillende niveaus van zorg voordat de zelfstandigheidsgrens naar intramurale zorg wordt overschreden. Niveau 1 van zorg: Dit is de mantelzorg die door familie, buren en directe omgeving wordt verzorgd. In onze visie zal dit door de groei van digitale mogelijkheden zoals thuismonitoring goed mogelijk zijn. Uiteraard moeten de privacyaspecten hiervan goed geregeld worden. Door middel van mobiel gemak en functies als boodschappenservice en webwinkels is ook de mantelzorg voor een groot deel zelf te regelen. Onze verwachting is dat er tegen die tijd naast Facebook een Greybook zal zijn, waarbij middels videoverbindingen en tablets, social media een grote rol gaan spelen bij het organiseren van de eigen sociale omgeving. Deze combinatie maakt dat ook de oudere zelf de mantelzorg kan regelen. De Telefoonkring wordt de digitale detectiekring, waarbij een systeem op afstand de vitale functies controleert. Is dit ver weg? Dat valt wel mee. Philips heeft bijvoorbeeld al een app die middels visuele aspecten (door een camera op de tablet) een aantal vitale functies bij iemand kan controleren. Het is goed voor 30

te stellen dat dit geïntegreerd wordt in verdere multimedia apparaten die dan gangbaar zijn. Wellicht bestaat onze huidige TV wel niet meer in dezelfde vorm in 2025? Niveau 2 van zorg: Thuiszorg met meer digitale ondersteuning dan niveau 1. De monitoring van de thuissituatie zal plaatsvinden middels camera s die door zorgverleners-op-afstand worden bewaakt. Via een meldkamer wordt de oudere gemonitord op afstand en hij kan ook via beeld of geluid communiceren met deze meldkamer. Deze zorg is 24/7 aanwezig, maar kan desgewenst ook uitgezet worden omwille van privacy-momenten. Tevens is ook een vorm voor te stellen waarbij het systeem uitstaat en, bij het wegvallen van beweging of vitale functies, de monitoring aan te zetten is. Niveau 3 van zorg: Dit niveau onderscheidt zich door (digitale) huishoudelijke ondersteuning thuis bij de dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden. Naast de automatische stofzuigers (irobot) die anno 2013 al op de markt zijn, komt er ook fysiek een zorgverlener langs om de (huishoudelijke) verzorging te doen. Naast ondersteuning bij (de organisatie van) de huishoudelijke hulp is dit uiteraard ook gericht op de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Een deel van de zorg zal op afstand worden geleverd en veelal gericht zijn op de reactivering of het actief houden in plaats van het verzorgende aspect. Mogelijk ontstaat dan ook een grotere rol voor fysio- en ergotherapie in plaats van daadwerkelijk dagelijkse verzorging. 31

De Zaupair: kosten in kaart gebracht Een van de alternatieven voor zorg in het verpleeghuis of het verzorgingshuis is de zorg au pair ofwel Zaupair. De Zaupair is een verplegende of verzorgende die (mogelijk vanuit het buitenland) de zorg voor hulpbehoevende ouderen in diens eigen woonsituatie verleent. De Zaupair heeft kost- en inwoning en ontvangt daarnaast een salaris. Momenteel zijn er enkele aanbieders van deze zorgvorm. De kosten die deze bureaus rekenen bedragen circa 3.000,- per maand. De Zaupair houdt een netto salaris over van 1.100,- per maand, het verschil zijn de premies en sociale lasten en de bemiddelingskosten. Cliënten betalen ook voor kost en inwoning. (bron: Volkskrant, 14 mei 2013). Het voordeel van deze zorg is dat de ouderen in hun eigen vertrouwde woonomgeving kunnen blijven, terwijl de benodigde zorg exclusief is geregeld. Een nadeel is dat deze de privacy vermindert doordat de au pair in huis woont. Eventueel kan deze zorgvorm worden aangevuld met thuiszorg, indien de zorgvraag te zwaar is (en om de au pair te ontlasten). De Zaupair kost op jaarbasis dus circa 36.000,-. Dat is aanzienlijk minder dan de kosten in een verpleeg- of verzorgingshuis voor de cliënten die gebruik maken vaan ZZP 3-5, die inclusief huisvestingskosten gemiddeld 62.500,- bedragen. Uiteraard zijn de situaties niet geheel met elkaar te vergelijken: De huisvestingskosten zijn onderdeel van de kosten in een instelling, terwijl deze kosten in de thuissituatie voor rekening van de oudere komen. In 2025 zijn er naar verwachting 130.000 cliënten die, in 2013-termen, een beroep zullen doen op ZZP 3 5. Stel dat 25% van deze cliënten in 2025 zorg via een Zaupair regelt dan levert dit een besparing op van 863mln. Indien naast de Zaupairzorg nog thuiszorg nodig is, komt de besparing uit op bijna 400 mln 32

VODO/ Community care : kosten in kaart gebracht Een deel van de benodigde zorg wordt in dit concept opgebracht door onder - linge dienstverlening van de deelnemers binnen de community. Als we veronderstellen dat de overige professionele hulp ingehuurd kan worden voor 100 per dag, dan is hiervoor op jaarbasis 36.500 nodig. Dat levert een jaarlijkse besparing op van 26.000 per cliënt met een zorgvraag uit ZZP 3-5. Als 25% van de toekomstig verwachte ouderen kiest voor dit concept dan levert dit een besparing op van 850 mln. Niveau 4 van zorg: In dit niveau is zelfstandig wonen zonder 24/7 hulp niet meer mogelijk. In plaats van intramurale zorg kiezen we hier voor een nieuw concept: de intermurale zorg. Dit gaat uit van het principe dat bij de cliënt in de eigen thuissituatie een Zorg au-pair ( Zaupair ) komt inwonen. Dit kan in de praktijk een team zijn met meerdere zorgverleners die elkaar afwisselen. In deze tijd is de globalisering veel verder, en is er naast de au pair ook een Zaupair-schap voor te stellen. De groep Zaupairs in 2025 is een mix van de huidige verzorgenden in Nederland, aangevuld met Zaupairs vanuit de gehele wereld. De Zaupair kan, doordat de woningen van de babyboomers geschikt zijn geweest voor meerdere kinderen, gemakkelijk inwonen. We gaan de eigen woning zien als een lichte instelling voor ouderenzorg. Uiteraard zijn er wel aanpassingen voor de woning nodig om dit te kunnen realiseren. De Zaupair vormt een team met de wijkverpleging en mogelijk een VVT-instelling. Op deze wijze is continue afstemming van de zorg voor de thuiswonende cliënt mogelijk. 33

4.3.2 De VODO-route Er zullen communities ontstaan van gelijkgestemde ouderen die gemeenschappelijke interesses delen: VODO, Voor ouderen en Door ouderen. Deze communities kunnen bestaan uit nieuw te ontwikkelen woonprojecten, met zowel huur- als koopappartementen, met een aantal gemeenschappelijke voorzieningen op het terrein van welzijn en zorg. Deze groep maakt tijdig de keuze voor een levensbestendige woning, en regelt gemeenschappelijk bijbehorende voorzieningen. We zagen dat de ouderen in 2025 gemiddeld over meer inkomen en vermogen beschikken in vergelijking met de huidige generatie ouderen. De generatie babyboomers heeft optimaal geprofiteerd van de waardestijging van de eigen woning, terwijl de meerderheid van de huishoudens beschikt over een aanvullend pensioen, naast de AOW. Nieuw woonaanbod De afgelopen jaren zijn reeds diverse initiatieven gestart van woonvoorzieningen die gericht zijn op leeftijdsbestendig wonen. Deze woningen zijn bij uitstek gericht op het zolang mogelijk zelfstandig wonen. Als zorg nodig is wordt die deels door de sociale omgeving van gelijkgestemde ouderen verzorgd, aangevuld met in te huren zorg die via de aanbieder van deze woonvoorziening, al dan niet in combinatie met thuiszorg, wordt aangeboden. Ouderen met een vergelijkbare levensstijl (liefhebbers van cultuur, reizen, sport, eten, duurzaamheid) zoeken steeds vaker naar mogelijkheden om samen hun leven in te richten. Ze gaan op zoek naar een manier om samen huisvesting en zorg te organiseren. 34 Steeds meer ouderen hebben de behoefte om een nuttige rol te blijven vervullen in de samenleving. Deze inzet gebeurt soms in de vorm van arbeid, maar vaak ook in de vorm van vrijwilligerswerk aan de communities waar zij deel van uitmaken. Ouderen weten steeds beter wat zij willen en waar zij recht op menen te hebben. De uniform aangeboden zorgarrangementen zijn niet langer toereikend en zullen verschuiven naar een modulair dienstenaanbod met keuzevrijheid.

4.3.3 De intramurale zorg De Zelfstandigheidsgrens Hoezeer het stelsel van ouderenzorg in 2025 ook uitgaat van de eigen sociale cohesie en eigen zelfstandigheid, er is ook een grens aan de haalbaarheid om niet-intramuraal verzorgd of verpleegd te worden. Dit noemen wij de Zelfstandigheidsgrens. Naar onze inschatting zal het in 2025 jaarlijks om 56.000 personen gaan die zich boven deze zelfstandigheidsgrens begeven. We voorzien in 2025 twee vormen van intramurale zorg: Langdurige intramurale zorg. De zorg voor de cliënten met zorgzwaartepakketten 6, 7 en 8. De gespecialiseerde zorg. Zorg met een gespecialiseerd karakter. De zorg die nu nog wordt gerekend tot ZZP 10. In onze visie zullen dit gescheiden vormen zijn en geen gecombineerde functies. Dit ook met het oog op de zelfgekozen sociale cohesie: de oudere (en diens cliëntvertegenwoordiger) in 2025 kiest meer bewust voor een onderscheidend zorgaanbod. 4.4 Bekostiging van de ouderenzorg in 2025 In dit hoofdstuk hebben we op een aantal gebieden in kaart gebracht wat de effecten van de invoering van een aantal nieuwe zorgvormen zullen zijn voor de bekostiging van de ouderenzorg in 2025. 35

Samenvattend: de effecten op bekostiging van de ouderenzorg in 2025 Introductie van de zorgvorm Zaupair - In 2025 zijn er naar verwachting 130.000 cliënten die, in 2013-termen, een beroep zullen doen op ZZP 3 5. Stel dat 25% van deze cliënten in 2025 zorg via een Zaupair regelt dan levert dit een besparing op van 863mln. - Indien boven deze zorg nog thuiszorg nodig is, dan komt de besparing uit op bijna 400mln. Introductie van zorgvorm VODO/ Community-care - Dat levert een jaarlijkse besparing op van 26.000 per cliënt met een zorgvraag uit ZZP 3-5. Als 25% van de ouderen in 2025 kiest voor dit concept dan levert dit een besparing op van 850mln. Het daadwerkelijk realiseren van deze besparingen is uiteraard afhankelijk van ontwikkelingen in de politiek en het overheidsbeleid. 36

5. Wie speelt welke rol in het landschap van de ouderenzorg 2025? De ouderenzorg zal er in 2025 dus totaal anders uit gaan zien. Wie speelt welke rol? Welke belangen streven zij na? 5.1 Kort en bondig: het ouderenzorglandschap in 2025 In onze visie zal het landschap omtrent de ouderenzorg complexer worden. Door de toenemende wensen en eisen van de cliënt ontstaat een grote pluriformiteit en daarbij horende complexiteit. Bij het leveren van meer op de wens afgestemde zorg, zal dit een toename aan zorgverleners en tinten in zorgverlening te zien geven. Daarnaast ontstaan er diverse vormen van financiering en wordt ook hier het aantal betrokken partijen groter. Als de hiervoor geschetste ontwikkelingen zich daadwerkelijk voltrekken, zal dat grote gevolgen hebben voor de huidige aanbieders van ouderenzorg. De grootste uitdaging voor aanbieders van ouderenzorg zal zijn: hoe om te gaan met de pluriformiteit van de zorgvraag? Immers, ouderen zullen meer dan vroeger hun eigen invulling willen geven aan de organisatie van de zorg, maar de zorgvraag zelf zal blijven bestaan. Voor aanbieders van ouderenzorg is de strategische uitdaging dus gelegen in de vraag hoe soepel we in staat zullen zijn om te schakelen van een sterk in regels en voorzieningen vastgelegde vorm van zorg naar een zorgaanbod dat flexibel inspeelt op de specifieke vragen van de individuele ouderen. Er zal meer extramurale zorg moeten worden verleend ten koste van de huidige intramurale capaciteit. Verzorging en verpleging bij mensen thuis in alle vormen die hiervoor zijn beschreven - zullen veel meer op maat geleverd moeten worden. Dat betekent een ingrijpende ombouw van 37

de klassieke organisatie van thuiszorg, verzorgingshuis en verpleeghuis naar een organisatie die vele vormen van zorg op maat kan leveren. Deze ombouw zal grote gevolgen hebben voor de financiën, het personeel, de organisatie en de kwaliteitsborging van de zorg. Niet alleen de aanbieders van ouderenzorg staan voor deze uitdaging. Rijksoverheid en zorgverzekeraars staan voor de uitdaging om het zorgaanbieders, door ingrijpende aanpassingen in wet- en regelgeving, mogelijk te maken op die pluriforme zorgvraag in te spelen. Gemeenten staan voor de uitdaging om voorzieningen te treffen die een groot deel van de zorgvraag kunnen beantwoorden en die daarnaast ondersteunend of complementair zijn aan het zorgaanbod dat door institutionele zorgaanbieders zal worden geleverd. Aan ons allen is de uitdaging om in dit nieuwe evenwicht de juiste balans en nieuwe rollen te vinden. Hierbij zal in onze ogen de flexibiliteit een grotere rol moeten spelen om maximaal te kunnen anticiperen op de cliëntvraag. Dit wordt de komende tijd de uitdaging om te kijken hoe we dit kunnen bereiken. Want een antwoord op de Wat -vraag is het eenvoudige deel, maar het bereiken van de Hoe is een complex vraagstuk. 5.2 De spelers in ouderenzorglandschap in 2025 5.2.1 Cliënt Centraal in 2025 staat de cliënt. Diens wensen zullen bepalend zijn hoe de zorg georganiseerd zal worden. We verwachten ook een grotere mondigheid van de cliënt de komende jaren. Zelfs is het voor te stellen dat de cliënt een grotere zorgbepalende of zorgparticiperende rol zal aannemen. We verwachten dan ook een grotere invloed op de organisatie van de zorg vanuit de cliënt. Dus niet de cliëntenraad maar de cliëntbestuurder in het dagelijkse bestuur van de organisatie. Hierbij zal actieve managementparticipatie ontstaan. De cliënt gaat van de lijdende naar de leidende rol in het samenspel binnen het landschap van de ouderenzorg. 38

5.2.2 Zorgaanbieder De zorgaanbieder zal een transitie ondergaan in de komende jaren. Gedreven door een veranderende behoefte en gekatalyseerd door maatschappelijke acceptatie van technologie en domotica ontstaan andere vormen van thuiszorg. De huidige bezuinigingen en financieel geïnitieerde hervormingen zorgen ervoor dat er een herbezinning moet komen op de langdurige zorg op dit moment, maar de invloed van de veranderende cliënt zal veel groter zijn. Instellingen zullen meer en meer door de cliënt beoordeeld worden en de waarde zal worden afgewogen door de cliënt. Zorgaanbieders zullen zich meer moeten oriënteren op de nieuwe collectiviteiten die hierdoor ontstaan, en zich continue moeten richten op de wensen/eisen van de nieuwe tijd. In onze visie ontstaan er ook nieuwe zorgaanbieders, die service en gemak moeten gaan leveren om de vitale oudere te bedienen. Op deze aspecten worden de instellingen beoordeeld en gewogen. Door de verdere scheiding van wonen en zorg zal het zwaartepunt op de zorg- en leefcomponent komen te liggen. Bewust noemen we de leefcomponent erbij, omdat het naast de zorgende taken ook van belang wordt om vanuit de behoefte van de doelgroep service en gemak te leveren. Instellingen met een grijs aanbod zullen niet meer overleven in 2025. Instellingen die de tinten van de specifieke doelgroepen kunnen aanbrengen en de flexibiliteit hebben om in te spelen op de zorg- en leefbehoefte, gaan een mooie toekomst tegemoet. Nieuwe vormen zullen ontstaan, oude vormen zullen zich ontwikkelen, niet veranderende vormen, of tijdsgebonden vormen zullen verdwijnen. Er liggen legio kansen voor aanbieders in 2025, maar het vergt wel een transitie en een ander denkkader. 39

5.2.3 Zorgverzekeraar De zorgverzekeraar staat voor een grote uitdaging. Door de beperking van het collectief gefinancierde denken ontstaat een nieuwe dynamiek. Er ontstaat zoals eerder genoemd een grotere pluriformiteit in wensen en daarmee in zorgaanbieders. Tevens is de cliënt minder loyaal en meer een kritische/mondige consument. De nieuwe collectiviteiten zullen van invloed zijn op de keuze voor aanvullende verzekering van leefcomponenten. Hierbij is het van belang voor zorgverzekeraars om te beseffen dat er ook een behoefte zal ontstaan aan meer grip en zeggenschap op de besteding van het geld. Er is een doorontwikkeling te verwachten van de PGB naar meer zeggenschap op de besteding van het eigen geld. Dit betekent een grotere roep op transparantie van de besteding van de gelden en een grotere invloed op inkoop van zorg en op het beleid van de zorgverzekeraars. De nieuwe tijd biedt ook mogelijkheden voor zorgverzekeraars in aanvullende producten, waarin gemak en service als onderscheidend vermogen aanvullend verzekerd kunnen worden. 5.2.4 Centrale Overheid/Ministerie van VWS De invloed van de centrale overheid in 2025 zal beperkter zijn en zich richten op het sociale vangnet. Een grote regel- of controledrift zal in 2025 minder getolereerd worden. De rol van de centrale overheid zal zich vooral richten op het faciliteren van de middelen en controle van de kwaliteit van de beschikbaarheidsfuncties (de intramurale zorgcomponenten). Door de veranderingen in het mentality-milieu enerzijds en de kleinere collectieve financiële bijdrage anderzijds, zal deze rol zich beperken. Ook de overheid zal meer beschouwd worden als een facilitator dan als een bepaler. In de transitie op weg naar 2025 speelt de overheid wel een grote rol om deze transitie te begeleiden en hier een regierol in te spelen. Deze regierol zal meer een faciliterende dan een bepalende rol moeten zijn. 40