Omgevingsanalyse gemeente Apeldoorn

Vergelijkbare documenten
Verandering grondgebruik Uddel

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

Ontwikkelingen aantal landbouwbedrijven en dieren rondom 5 Vogel- en Habitatgebieden

Agrariërs op de grondmarkt

Afstand veehouderij tot woningen, Alterra, september 2014

Toekomstverkenning Landbouw gemeente Emmen

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Analyse Agribusiness en Logistiek Regio Rivierenland. 14 maart 2017, Herman Agricola

De ontwikkeling van de landbouwtak op zorgboerderijen

Benchmark Voedselregio s

Landbouwontwikkeling in Twenterand. Een cijfermatige schets van de trends vanaf 2000

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Raadsinformatiebrief

Inzicht in groei van megastallen

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Leegstand agrarisch vastgoed

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant

Benchmark Voedselregio s. Vergelijking van het agrocomplex van regio FoodValley, regio Rivierenland, AgriFood Capital en regio Venlo.

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland

Van Stal tot akker Jos Strobbe Provincie Zeeland

Megabedrijven in de landbouw,

De VAB-opgave in de provincie Noord-Holland. Aard en omvang nader in beeld gebracht

De opgave van Vrijkomende Agrarische Bebouwing in de provincie Zuid-Holland. Aard en omvang nader in beeld gebracht

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Ondernemers zoeken nieuwe wegen in de hoogproductieve landbouwbouw

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018

Groei megastallen

Veehouderij structuur 2017

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost


Grondgebonden landbouw in Zuid-Holland; Structuur en economische betekenis

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Bedrijfsontwikkelingsplan. Onderbouwing landbouwkundige noodzaak voor wijziging van de bestemming op het perceel Hoofdstraat 28 te Beerta

VAB; en hoe nu verder? Erwin Haveman Projectadviseur LTO Noord

Kleinschalige landbouw biedt kansen voor landschap

Beantwoording raadsvraag

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER

Opiniërende Raadsbijeenkomst

Deze brochure is een uitgave van:

Erratum Report LEI

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

Land- en tuinbouwcijfers. Provincie Utrecht

INVESTERINGSNIVEAU VAN LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN IN VERSCHILLENDE GEBIEDEN. L.W. Vink en CG. J. van Oostrom. SÏAUii^^büOUW

Analyse Megastallen en Megabedrijven 2005, 2010 en 2013

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR

Gezinsbedrijven in de Nederlandse land- en tuinbouw

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Rapportage Toekomstvisie bedrijf

Het kleinschalig houden van dieren

Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Aantal medewerkers West-Brabant

2. Is de 250 meter norm juridisch houdbaar, en kan hier praktisch invulling aan gegeven worden?

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu

6. Peelrijt. 6.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand

Melkveehouderij Lelystad. Frits van der Schans, Lien Terryn

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

De VAB-opgave in de provincie Utrecht. Aard en omvang nader in beeld gebracht

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Motie 246 is ingediend bij de vaststelling van de Agenda Landbouw.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 17 april MER bestemmingsplan Buitengebied

Notitie Varianten grondgebonden agrarische bedrijven inclusief uitwerking bestemming 'Wonen' met hobbyboeren

Economische vitaliteit agrosector

Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude

Gemeente Boekel. Vrijkomende Agrarische bedrijfsgebouwen. Seminar. 26 mei Ted van de Loo Wethouder grondgebiedzaken

Het perspectief van de agrarische sector in Nederland

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Platteland Aalten in beweging RESULTATEN VAN 200 GESPREKKEN MET AGRARISCHE ONDERNEMERS

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Onderzoeksrapport Nuenen c.a. en haar relatie met de omgeving bezien vanuit verplaatsingspatronen

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Regionale landbouwcijfers in beeld Regio Oost. Periode

Bijlagen: 1. Ingediende zienswijze; 2. Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Oosterhout, inclusief toelichting.

Landbouw in Noord- Groningen

Transcriptie:

Omgevingsanalyse gemeente Apeldoorn Concept 30 juni 2016 Herman Agricola

2

Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Landbouwanalyse... 7 2.1 Huidige structuur... 7 2.1.1 Verdeling bedrijfstypen... 7 2.1.2 Bedrijfsomvang... 9 2.1.3 Nevenactiviteiten... 10 2.2 Ontwikkeling 2005-2014... 13 2.2.1 Vrijkomende agrarische bebouwing... 13 2.2.2 Ontwikkeling veehouderij... 14 2.2.3 Ontwikkeling nevenactiviteiten.... 16 2.3 Analyse deelgebieden... 18 2.3.1 Bedrijfstypen... 18 2.3.2 Bedrijfsomvang... 19 2.3.3 Nevenactiviteiten... 20 2.3.4 Ontwikkeling per deelgebied vanaf 2005... 21 3. Analyse recreatiesector... 25 4. Conclusies... 27 3

4

1. Inleiding Gemeente Apeldoorn wil meer inzicht krijgen in de wijze waarop de landbouw zich het afgelopen decennium heeft ontwikkeld en wat de perspectieven zijn voor de agrarische sector in haar gemeente. Om te komen tot een meer integrale benadering wil de gemeente ook graag de betekenis van het buitengebied voor de recreatiesector nader duiden. Tegen de achtergrond van nieuw beleid en regelgeving van de landelijke en provinciale overheid, vraagt gemeente Apeldoorn zich af aan welke knoppen ze zelf kan draaien bij de ontwikkeling van het agrarisch buitengebied. De indruk bestaat dat de landbouw in de gemeente de laatste jaren aan sterke veranderingen onderhevig is. Zo lijken verbrede landbouw activiteiten een steeds grotere vlucht te nemen met soms grote gevolgen voor de omgeving. Er is behoeft aan cijfers over aard en omvang van de verbrede landbouw. Ook wil de gemeente graag meer inzicht in het aantal stoppende landbouwbedrijven en een kwantificering van de vrijkomende agrarische bebouwing in relatie tot verwachte leegstand. Verder wil ze graag weten hoe de intensieve veehouderij sector zich het afgelopen decennium heeft ontwikkeld in welke mate daarbij sprake is van schaalvergroting en wat het toekomstperspectief van de sector is in de gemeente Apeldoorn. Leeswijzer Het voorliggende rapport betreft een gedetailleerde analyse van de landbouwsector in de gemeente Apeldoorn. Voor de recreatiesector is korte meer globale analyse gemaakt. Een belangrijke reden daarvoor is dat de betekenis van het buitengebied voor de recreatiesector lastig te duiden is omdat de recreatieve bedrijven vooral zijn gelokaliseerd in de stad en de omliggende dorpen en zelden zoals de landbouwbedrijven in het buitengebied zelf Hoofdstuk 2 beschrijft de landbouwanalyse van gemeente Apeldoorn. Naast de actuele structuur van de landbouw (2.1) zal worden aangegeven hoe de landbouwsector zich over het laatste decennium heeft ontwikkeld in de gemeente Apeldoorn (2.2). Om de situatie voor gemeente Apeldoorn te duiden zal telkens een vergelijking worden gemaakt met het beeld voor Gelderland en Nederland als totaal. Vervolgens zal binnen de gemeente Apeldoorn worden ingezoomd op deelgebieden (2.3). Aangegeven wordt op welke wijze de landbouw tussen de deelgebieden verschilt en of zich verschillende ontwikkelingen voordoen. Hoofdstuk 3 geeft een analyse van de recreatiesector van de gemeente Apeldoorn. Hoofdstuk 4 sluit af met de belangrijkste conclusies. 5

6

2. Landbouwanalyse Dit hoofdstuk beschrijft de structuur van de landbouw in de gemeente Apeldoorn op basis van gegevens uit de landbouwtelling 2014. Aansluitend worden de relevante trendmatige ontwikkelingen gegeven op basis van een vergelijking met de gegevens van 2005. Als derde onderdeel van de analyse is voor afzonderlijke deelgebieden in de gemeente Apeldoorn een uitsplitsing gemaakt van de cijfers. 2.1 Huidige structuur De structuur van de landbouw in gemeente Apeldoorn wordt in de eerste plaats geschetst op basis van de betekenis van verschillende agrarische sectoren voor werkgelegenheid, ruimtegebruik en economische toegevoegde waarde. Vervolgens wordt ingegaan op de productieomvang van de bedrijven en daarmee samenhangende verdiencapaciteit. Naast grootschalige bedrijven die produceren voor de wereldmarkt heeft Apeldoorn namelijk ook veel kleinschalige, veelal hobbymatige a bedrijven met een geringe verdiencapaciteit. In tegenstelling tot de grootschalige bedrijven is de agrarische activiteit bij de hobbymatige bedrijven niet het hoofdberoep. Het betekent dat de grote bedrijven vaak een andere rol van de gemeente verwachten. Zo hebben de grote bedrijven vaak behoefte aan ruimte om te kunnen groeien om te kunnen overleven, voor de hobbymatige bedrijven speelt dat doorgaans geen rol. Per bedrijfstype zal een overzicht worden gegeven van het aantal kleine, middelgrote en grote bedrijven in Apeldoorn en zal een vergelijking worden gemaakt met de verdeling in Gelderland en Nederland. Naast de agrarische productie hebben veel landbouwbedrijven nevenactiviteiten om extra inkomsten te genereren. In relatie tot nevenactiviteiten wordt vaak de term multifunctionele landbouw gebruikt, dat wil zeggen dat een bedrijf naast de agrarische productie ook (sociale en/of maatschappelijke) diensten levert. Tot de multifunctionele landbouw worden doorgaans de volgende nevenactiviteiten gerekend: recreatie, zorg (waaronder kinderopvang), productverwerking en -verkoop, educatie en natuurbeheer. In de rest van deze worden deze nevenactiviteiten aangeduid als de multifunctionele nevenactiviteiten. Daarnaast worden onder overige nevenactiviteiten begrepen: stalling, loonwerk, productie en gebruik van duurzame energie en aquacultuur. Het rapport geeft aan hoeveel bedrijven bepaalde nevenactiviteiten hebben in gemeente Apeldoorn en maakt op dit vlak een vergelijking met Gelderland en Nederland. 2.1.1 Verdeling bedrijfstypen De gemeente Apeldoorn heeft in 2014 ruim 300 agrarische bedrijven met een kleine 400 arbeidsplaatsen. De bedrijven hebben gezamenlijk landbouwareaal van ruim 4700ha en realiseren een toegevoegde waarde van ongeveer 11 miljoen. Figuur 1. geeft de verdeling voor de afzonderlijke bedrijfstypen (zie bijlage 1. voor de achterliggende cijfers). Aantal bedrijven (308) Arbeidsplaatsen (389) Toegevoegde waarde ( 10.8 miljoen) Areaal (4743 ha) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Melkveehouderij Paardenhouderij Overige graasdieren Vleeskalveren Varkens Pluimvee en overig ivh Akkerbouw Vollegrondstuinbouw Glastuinbouw Figuur 1. Verdeling van het aantal bedrijven, arbeidsplaatsen, toegevoegde waarde en agrarisch areaal naar bedrijfstype 7

Meer dan 80% van de landbouwbedrijven zijn veehouderijen, onder te verdelen naar graasdierbedrijven (melkvee-, paarden- en overige graasdieren zoals schapen, geiten en zoogkoeien) en intensieve veehouderij bedrijven (vleeskalveren, varkens, pluimvee inclusief overige hokdieren). Bij de graasdierbedrijven vormen de overige graasdierbedrijven de grootste groep (102 bedrijven), melkveehouderij (67 bedrijven) is economisch gezien (arbeidsplaatsen en toegevoegde waarde) echter van grotere betekenis dan de andere graasdierbedrijven samen. De melkveehouderij heeft ook meeste grond in gebruik, in totaal ongeveer de helft van de agrarische areaal in de gemeente. De intensieve veehouderij in gemeente Apeldoorn bestaat uit 60 bedrijven (20% van het totaal). De meeste daarvan produceren kalfsvlees daarnaast zijn er enkele bedrijven met varkens, kippen en pelsdieren. Een aantal bedrijven heeft naast intensieve veehouderij ook nog graasdieren. De intensieve veehouderij bepaalt een kwart van de werkgelegenheid en een derde van de toegevoegde waarde van de agrarische sector in de gemeente Apeldoorn. Akkerbouw omvat ca. 10% van de bedrijven en bijna 10% van het landbouwareaal. De economische betekenis van deze sector is niet zo groot, 5% van de werkgelegenheid en 3% van de toegevoegde waarde. Gemiddeld genomen zijn de akerbouwbedrijven klein en een groot deel van deze bedrijven verbouwt vooral voedergewassen, zoals snijmaïs. De tuinbouwsector is betrekkelijk klein met in totaal 16 bedrijven(6%) maar wel met 15% van de toegevoegde waarde. Het geringe ruimtebeslag (< 1% van het landbouwareaal) betekent dat deze bedrijven grondintensief produceren. Deze groep omvat bijna uitsluitend bedrijven in de sierteelt, dat wil zeggen bedrijven met boomkwekerijgewassen of met pot- en perkplanten, 5 tuinbouwbedrijven produceren onder glas. Voorgaande opsomming laat zien dat de agrarische sector in gemeente Apeldoorn zeer divers is en veel verschijningsvormen kent. Een generieke ontwikkeling is dat bedrijven zich in toenemende mate specialiseren in een bepaalde productierichting. Dat kan gepaard kan gaan met een intensiever grondgebruik, daarnaast regelen bv tuinbouwbedrijven steeds vaker hun eigen logistiek en waardoor het agrarische erf steeds meer op een bedrijventerrein gaat lijken Uit figuur 2. blijkt dat gemeente Apeldoorn in vergelijking met Gelderland en de rest van Nederland relatief veel paarden- en overige graasdierbedrijven heeft terwijl het aandeel met melkvee iets lager is. Bij intensieve veehouderij heeft Apeldoorn vooral veel vleeskalverenbedrijven. Bedrijven met varkens, kippen of andere hokdieren komen naar verhouding minder voor. De plantkundige productierichtingen akker- en tuinbouw hebben in Apeldoorn ook een relatief laag aandeel. 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Apeldoorn Gelderland Nederland Figuur 2. Procentuele verdeling agrarische bedrijven naar bedrijfstype (2014) 8

2.1.2 Bedrijfsomvang Naast het type bedrijf is de productieomvang van de bedrijven en de verdeling daarvan een belangrijke parameter voor de agrarische structuur. De productieomvang van een bedrijf wordt uitgedrukt als standaard verdiencapaciteit (SVC), een maat voor het inkomen van een bedrijf uit de agrarische productie. Het Landbouw Economisch Instituut, onderdeel van Wageningen UR heeft 5 klassen gedefinieerd voor de SVC: 1. < 25.000 euro: zeer kleine bedrijven 2. 25.000-60.000 euro: kleine bedrijven 3. 60.000-100.000 euro: middelgrote bedrijven 4. 100.000-250.000 euro: grote bedrijven 5. >= 250.000 euro: zeer grote bedrijven. Uitgaande van de modaal inkomen (in 2014) van 35.000, - is de agrarische productie van de bedrijven uit categorie 1 te gering voor een volwaardig inkomen. Vaak gaat het in de groep om hobbybedrijven, waarbij de agrarische activiteit een liefhebberij is. Het kan ook gaan om bedrijven die afbouwen en op betrekkelijk korte termijn gaan stoppen. Daarnaast bestaat deze groep uit de zogenaamde deeltijdbedrijven, d.w.z. dat naast de agrarische onderneming nog een ander beroep wordt uitgeoefend. De kleine en vooral middelgrote bedrijven zijn vaak nog wel voldoende groot om er een volwaardig inkomen uit te halen, maar veel ervan zijn toch te klein om als toekomstbestendig bestempeld te kunnen worden. Veel bedrijven in deze categorie hebben een investeringsachterstand, vaak een oudere ondernemer en geen bedrijfsopvolger. Veel van deze kleine en middelgrote bedrijven zullen hun activiteiten om die reden op termijn stoppen. Een ander deel van deze groep zal nog wel kunnen doorgroeien. De bedrijven uit categorie 4 en 5 worden doorgaans als toekomstbestendig aangeduid. Overigens hebben deze bedrijven ook vaak veel vreemd vermogen. Het maakt dat deze bedrijven bij (langdurig) slechte marktomstandigheden kwetsbaar zijn. Tabel 1. geeft een overzicht van het aantal bedrijven per bedrijfstype en productie omvangklasse Tabel 1. Aantal bedrijven per bedrijfstype en omvangklasse gemeente Apeldoorn (2014) SVC (k ) Zeer klein < 25 Klein 26-60 Middelgroot 60-100 Groot 100-250 Zeer groot >250 Totaal 191 50 41 23 3 Melkveehouderij 4 28 23 12 0 Paardenhouderij 27 0 0 0 0 Overige graasdierbedrijven 100 1 1 0 0 Vleeskalveren 20 13 7 1 0 Varkenshouderij 2 3 4 2 0 Kippen (+ ov. ivh) 0 1 3 2 2 Akkerbouw 32 1 1 0 0 Vollegrondstuinbouw 5 2 2 4 0 Glastuinbouw 1 1 0 2 1 Zeer kleine bedrijven Ruim 190 bedrijven ofwel 62% van het aantal landbouwbedrijven in gemeente Apeldoorn is zeer klein met een verdiencapaciteit van minder dan 25.000. Nagenoeg alle bedrijven van het type paarden- en overige graasdierbedrijven en akkerbouw vallen binnen deze groep. Ze zijn aan te geven als hobbybedrijven, vaak ook zijn het bedrijven die hun agrarische activiteit afbouwen. Daarnaast blijkt ongeveer de helft van de vleeskalverbedrijven in deze omvangklasse te vallen. Het meest waarschijnlijk is dat het hier gaat om deeltijdbedrijven. In tegenstelling tot paarden, schapen en geiten worden vleeskalveren namelijk doorgaans niet hobbymatig gehouden. De economische betekenis van de zeer kleine bedrijven is gering, hun aandeel in de totale toegevoegde waarde van de agrarische sector in Apeldoorn is minder dan 10%, gelijker tijd beschikken ze wel over 30% van het landbouwareaal en zijn ze voor het landschap dus wel van betekenis. 9

Kleine- en middelgrote bedrijven Binnen deze categorieën valt 30% van de landbouwbedrijven, vooral melkvee- en vleeskalverbedrijven. Ook de meeste varkens- en kippenhouderijen vallen binnen deze groep. Voor de bedrijven met intensieve veehouderij geldt waarschijnlijk dat het gaat om deeltijdbedrijven, dus dat er nog een ander beroep wordt uitgeoefend. Voor melkveebedrijven geldt dat de bedrijfsvoering het doorgaans niet mogelijk maakt om er nog een ander beroep naast te doen. Wel kan het zijn dat een partner voor een neveninkomen zorgt, zodat het voort bestaan van het bedrijf niet volledig afhankelijk is van de agrarische productieomvang. Vaak echter hebben deze kleine en middelgrote bedrijven een oudere ondernemer en geen opvolger en is het de verwachting dat ze de komende jaren gaan stoppen. De kleine en middelgrote bedrijven bepalen samen ongeveer 50% van de toegevoegde waarde van de Apeldoornse landbouw en hebben ook 50% van het landbouwareaal in gebruik Grote en zeer grote bedrijven In totaal 26 bedrijven - 8% van het totale aantal bedrijven,- zijn in gemeente Apeldoorn als grootschalig aan te geven. Het gaat om melkveebedrijven (12), bedrijven met intensieve veehouderij (7) en tuinbouwbedrijven (7) waarbij één tuinbouw combineert met akkerbouw. De grote en zeer grote bedrijven bepalen meer dan 40% van de toegevoegde waarde van de agrarische sector in gemeente Apeldoorn op ongeveer 20% van het landbouwareaal. De verdeling van het aantal bedrijven per omvangklasse in gemeente Apeldoorn ten opzichte van Gelderland en Nederland (figuur 3.) laat zien dat Apeldoorn naar verhouding veel zeer kleine bedrijven heeft. Het aandeel middelgrote-, grote- en zeer grote bedrijven is er beduidend lager. 0% 25% 50% 75% 100% Apeldoorn 62% 16% 13% 7% 1% Gelderland 54% 16% 15% 12% 3% Nederland 45% 16% 17% 16% 6% Zeer klein Klein Middelgroot Groot Zeer groot Figuur 3. Procentuele verdeling landbouwbedrijven naar bedrijfsomvangklassen (2014)4 2.1.3 Nevenactiviteiten Naast de agrarische productie hebben steeds meer landbouwbedrijven ook een niet agrarische tak om extra inkomsten te genereren. Het inkomen uit de nevenactiviteiten maakt geen deel uit van de eerder genoemde verdiencapaciteit, die zegt alleen iets over de agrarische productie. Tabel 2. geeft een overzicht van het aantal bedrijven met nevenactiviteiten in gemeente Apeldoorn waarbij een onderscheid is gemaakt naar multifunctionele nevenactiviteiten en overige nevenactiviteiten. Aangezien verbrede bedrijven vaak meerde nevenactiviteiten hebben zijn de totalen in de tabel lager dan de sommatie van de afzonderlijke categorieën. 10

Tabel 2. Aantal bedrijven per nevenactiviteit in gemeente Apeldoorn (2013) Multifunctionele nevenactiviteiten Aantal % Recreatie 16 5% Zorg 6 2% Kinderopvang 1 0% Productverwerking 1 0% Productverkoop 8 2% Boerderijeducatie 5 2% Agrarisch natuurbeheer 15 5% Totaal multifunctionele landbouw 41 13% Overige nevenactiviteiten Stalling 13 4% Loonwerk (agrarisch) 23 7% Loonwerk (niet agrarisch) 12 4% Duurzame energie (eigen gebruik) 40 12% Duurzame energie (voor derden) 7 2% Aquacultuur 1 0% Totaal overige nevenactiviteiten 75 23% Totaal met nevenactiviteiten 103 32% In totaal 103 bedrijven in de gemeente Apeldoorn hebben in 2013 1 in met een of meerdere nevenactiviteiten. Bij de multifunctionele nevenactiviteiten zijn recreatie en agrarisch natuurbeheer de meest voorkomende nevenactiviteiten. Ongeveer 1 op de 8 landbouwbedrijven in de gemeente Apeldoorn is multifunctioneel en levert sociale of maatschappelijke diensten. Bij de overige nevenactiviteiten valt op dat veel bedrijven duurzame energie produceren, vooral voor eigen gebruik, een kleiner deel levert ook aan het net. Ook veel bedrijven verrichten loonwerk voor andere agrariërs of derden (hovernierswerk, grondverzet, bouw etc). Het geeft nogmaals aan hoe divers de landbouw in gemeente Apeldoorn is. In totaal heeft 32% van de bedrijven in gemeente Apeldoorn één of meerder nevenactiviteiten. Dat is nagenoeg gelijk aan het landelijke- (33%) en provinciale aandeel (30%). Voor de afzonderlijke nevenactiviteiten zijn wel verschillen aan te geven. Figuur 4. geeft het aandeel bedrijven per nevenactiviteit in gemeente Apeldoorn, Gelderland en Nederland. 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% Recreatie Zorg Kinderopvang Productverwerking Productverkoop Boerderijeducatie Agrarisch natuurbeheer Totaal multif. landbouw Stalling Loonwerk (agrarisch) Loonwerk (niet agrarisch) Duurzame energie (eigen gebruik) Duurzame energie (voor derden) Aquacultuur Apeldoorn Gelderland Nederland Figuur 4. Percentage bedrijven met nevenactiviteit (bron: Giab 2013) 1 Voor 2014 zijn geen gegevens beschikbaar, de meest recente cijfers zijn van 2013 11

Bij de multifunctionele bedrijven heeft Apeldoorn een bovengemiddeld aantal bedrijven met recreatie, zorg en educatie. De verklaring daarvoor is mogelijk de bosrijke omgeving in combinatie met de nabijheid van de stad. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde heeft Apeldoorn een lager aandeel multifunctionele bedrijven (respectievelijk 13% en 19%), belangrijkste oorzaak daarvoor is dat in Apeldoorn maar weinig bedrijven aan agrarisch natuurbeheer doen. Daarnaast heeft Apeldoorn relatief weinig bedrijven met productverwerking en verkoop. Bij de overige nevenactiviteiten heeft Apeldoorn een hoog aandeel bedrijven met loonwerk en duurzame energie voor eigen gebruik. Duurzame energie productie voor derden heeft een relatief laag aandeel. Dit is waarschijnlijk het gevolg van beperkte mogelijkheden of geschiktheid voor windmolens in het buitengebied van Apeldoorn. Hoeveel de nevenactiviteiten een bedrijf opleveren is niet exact bekend. Wel zijn er data die aangeven welk deel van het inkomen een bedrijf uit de nevenactiviteiten haalt (tabel 3). Tabel 3. Aantal bedrijven met nevenactiviteiten en aandeel dat het bijdraagt aan het inkomen(2013) Aandeel van het inkomen uit nevenactiviteiten < 10% 10-30% 30-50% > 50% Recreatie 2 5 3 6 Zorg 1 2 0 3 Kinderopvang 1 0 0 0 Productverwerking 0 1 0 0 Productverkoop 1 4 1 2 Boerderijeducatie 4 0 0 1 Agrarisch natuurbeheer 6 5 1 3 Totaal multifunctionele landbouw 14 14 4 11 Stalling 6 3 1 3 Loonwerk (agrarisch) 11 6 2 4 Loonwerk (niet agrarisch) 5 3 1 3 Duurzame energie (eigen gebruik) 32 6 1 1 Duurzame energie (voor derden) 5 0 0 2 Aquacultuur 0 1 0 0 Totaal met overige nevenactiviteiten 42 8 4 6 Totaal met nevenactiviteiten 56 22 8 17 Van de in totaal 103 bedrijven met nevenactiviteiten in gemeente Apeldoorn haalt meer dan helft van de bedrijven (56) minder dan 10% van het inkomen uit nevenactiviteiten. Voor 30 bedrijven geldt dat 10-50% van het inkomen afkomstig is van de nevenactiviteit. In totaal 17 bedrijven (5%) halen meer dan de helft van het inkomen uit nevenactiviteiten. Opvallend is dat de multifunctionele bedrijven gemiddeld een hoger deel van het inkomen uit nevenactiviteiten halen dan de bedrijven met de overige nevenactiviteiten De belangrijkste nevenactiviteiten waarbij meer dan helft van het inkomen uit de nevenactiviteit komt zijn: recreatie, zorg, loonwerk en verkoop van landbouwproducten. Ook in de range van 10-50% van het inkomen zijn recreatie en loonwerk de belangrijkste neventakken. Bij stalling, boerderijeducatie, agrarisch natuurbeheer, maar ook bij loonwerk en duurzame energie geldt overigens voor de meeste bedrijven dat het voor minder dan 10% bijdraagt aan het inkomen. Het is de vraag of vooral kleine bedrijven nevenactiviteiten ontplooien of dat ook grotere bedrijven dat doen? Tabel 4. Geeft een overzicht van de bedrijven met nevenactiviteiten uitgesplitst naar SVC Tabel 4. Aantal bedrijven met nevenactiviteiten naar omvang van de agrarische productie. Aantal met nevenactiviteit Aantal totaal % bedrijven met nevenactiviteit 103 323 32% Standaard Verdien Capaciteit Zeer klein (<25k ) 44 198 22% Klein (25-60 k ) 25 57 44% Middelgroot (60-100 k ) 22 39 56% Groot (> 100 k ) 12 29 41% 12

De meeste bedrijven met nevenactiviteiten zijn te vinden in de categorie zeer kleine bedrijven (SVC < 25 k ). Procentueel echter blijken de middelgrote bedrijven (SVC 60-100 k ) het vaakst nevenactiviteiten te hebben. In deze categorie heeft meer dan de helft van de bedrijven (56%) nevenactiviteiten om extra inkomen te genereren. 2.2 Ontwikkeling 2005-2014 Deze paragraaf geeft de trendmatige ontwikkeling van de landbouw in gemeente Apeldoorn vanaf 2005. Voor de analyse zijn de volgende vragen van de gemeente Apeldoorn bepalend geweest: Wat is de te verwachten leegstand t.a.v. vrijkomende agrarische bebouwing Hoe heeft de intensieve veehouderij sector zich de afgelopen jaren in de gemeente Apeldoorn ontwikkeld en wat is het perspectief ervan voor de komende jaren. Hoe ziet aard, omvang en de ontwikkeling van agrarische nevenactiviteiten er uit. 2.2.1 Vrijkomende agrarische bebouwing De algemene overall ontwikkeling van de landbouw in gemeente Apeldoorn over de periode 2005-2014 staat weergegeven in tabel 5. Tabel 5. Ontwikkeling landbouw gemeente Apeldoorn in vergelijking met Gelderland en Nederland Apeldoorn Gelderland Nederland 2014 2005 verschil absoluut % % % Aantal bedrijven 308 362-54 -15% -14% -15% Aantal arbeidsplaatsen 389 470-81 -17% -17% -19% Landbouwareaal (ha.) 4743 5627-884 -16% -11% -11% Toegevoegde waarde ( milj.) 10.8 10.2 +0.6 +6% +21% +23% De afname van het aantal bedrijven en arbeidsplaatsen verschilt in gemeente Apeldoorn nauwelijks van de ontwikkeling in Gelderland en Nederland. Wel heeft Apeldoorn een bovengemiddelde afname van het landbouwareaal in de periode 2005-2014. Het is waarschijnlijk dat de uitbreiding van de stad Apeldoorn, door onder meer ontwikkeling van bedrijventerreinen daar debet aan is. Het is deels ook een verklaring voor het achterblijven van de economische ontwikkeling, in Apeldoorn nam de toegevoegde waarde van de agrarische productie met 6% toe, terwijl deze groei in Gelderland en Nederland groter dan 20% was. Daarbij speelt overigens ook dat Apeldoorn relatief weinig hoogproductieve bedrijven heeft en juist veel kleine hobbymatige. Op basis van een zelfde gemiddelde afname van het aantal landbouwbedrijven mag aangenomen worden dat agrarische bebouwing in dezelfde mate zal vrijkomen als gemiddeld in Nederland. Recent is er veel aandacht voor de problematiek rond leegstand van vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied. Het is de vraag of leegstand in gemeente Apeldoorn een potentieel probleem is? Het antwoord daarop is: waarschijnlijk niet, en wel om de volgende redenen. De bedrijven die stoppen zijn vooral de kleine bedrijven, deze hebben vaak geen grote gebouwen, in enkele gevallen kunnen stallen met asbest een probleem vormen. Als de trend van het aantal stoppende bedrijven niet verandert ten opzichte van het afgelopen decennium zullen er in gemeente Apeldoorn jaarlijks 5 a 6 bedrijven stoppen. De nabijheid van de stad Apeldoorn betekent dat er naar verwachting voldoende vraag blijft naar (landelijke) woningen. De situatie in gemeente Apeldoorn is daardoor niet vergelijkbaar met krimpregio s waar leegstand en verpaupering wel een probleem kan vormen Voor de toekomst van de landbouw in gemeente Apeldoorn is een voortzetting van de trend uit tabel 5. te verwachten, dat wil zeggen dat het aantal bedrijven, arbeidsplaatsen en landbouwareaal gestaag verder afneemt. De volgende paragrafen gaan dieper in op de vraag wat de effecten zijn van deze trendmatige ontwikkeling op het buitengebied van de gemeente Apeldoorn 13

2.2.2 Ontwikkeling veehouderij Een belangrijke vraag voor gemeente Apeldoorn is het perspectief voor de (intensieve) veehouderij. In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de veehouderij onder de loep genomen. Achtereenvolgens wordt aandacht gegeven aan de ontwikkeling van de het aantal landbouwhuisdieren, het aantal veehouderijbedrijven en de mate van schaalvergroting bij de veehouderijbedrijven. Ontwikkeling dieraantallen Ruim 80% van de agrarische bedrijven in de gemeente Apeldoorn zijn veehouderijen. Op ca. 200 graasdierbedrijven worden in 2014 in totaal 14 duizend (graas)dieren gehouden; koeien, paarden, pony s, schapen en geiten. Het aantal paarden en pony s is waarschijnlijk hoger omdat een onbekend deel van de hobbymatig gehouden dieren niet worden geregistreerd door de landbouwtelling. Naast de graasdierbedrijven heeft Apeldoorn 60 bedrijven met intensieve veehouderij. Deze bedrijven hebben in 2014 een totaal van 33 duizend vleeskalveren, 37 duizend varkens en 270 duizend kippen en enkele duizenden pelsdieren. Tabel 6. geeft de ontwikkeling van het aantal dieren vanaf 2005. Tabel 6. Ontwikkeling van het aantal landbouwhuisdieren tussen 2005 en 2014 Apeldoorn Gelderland Nederland 2014 2014-2005 % % % Graasdierhouderij Melkvee (incl jongvee) 9.380 +1.035 +12% +8% +12% Paarden en Pony s 700 +50 +8% -8% +1% Zoogkoeien 1.705-2.015-54% -33% -29% Schapen en geiten 2.010-1.865-48% -3% -17% Intensieve veehouderij Vleeskalveren 32.690 +6.140 +23% +19% +13% Varkens 36.955 +625 +2% -5% +10% Vleeskippen 217.000-10.000-4% -1% +12% Legkippen 53.930-21.710-29% +15% +17% Uit een vergelijking van de situatie van 2014 met 2005 blijkt het totaal aantal graasdieren met ca. 20% te zijn afgenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt door een afname van het aantal zoogkoeien, schapen en geiten en is sterk gerelateerd aan een sterke afname de overige graasdierbedrijven, doorgaans kleine hobbymatige bedrijven. De afname van deze diercategorieën was in Apeldoorn relatief groot. Anderzijds was er in gemeente Apeldoorn een toename van melkvee en paarden en pony s. Vooral op de melkveebedrijven groeide het aantal dieren sterk. Dit past binnen de landelijke trend dat in de aanloop naar het einde van de melkquotering in 2015, het aantal melkkoeien is toegenomen. Deze ontwikkeling is mogelijk ook een verklaring voor de groei van het aantal vleeskalveren. De kalveren zijn namelijk hoofdzakelijk afkomstig van de melkveebedrijven. De groei van het aantal vleeskalveren lag in Apeldoorn tussen 2005 en 2014 boven het landelijke en provinciale gemiddelde. Het aantal varkens bleef voor gemeente Apeldoorn nagenoeg gelijk, terwijl het aantal kippen er relatief sterk is afgenomen. Ontwikkeling aantal veehouderijbedrijven Het aantal veehouderijbedrijven nam in Apeldoorn tussen 2005 en 2014 met 40 af (zie tabel 7). Het beteken een procentuele afname die nagenoeg gelijk is aan de ontwikkeling van zowel Gelderland als Nederland. Opvallend voor gemeente Apeldoorn is een toename van het aantal melkveebedrijven en het aantal paardenbedrijven. Bij de overige graasdieren is sprake van een relatief sterke afname. Het aantal bedrijven met intensieve veehouderij nam in Apeldoorn met 31% af. Dat beteken dat er op aanzienlijk minder locaties hokdieren worden gehouden. Deze trend verschilt maar weinig met die van Gelderland en Nederland. 14

Tabel 7. Ontwikkeling van het aantal veehouderijen (2005 2014) uitgesplitst naar bedrijfstype. Apeldoorn Gelderland Nederland 2014 verschil 2014-2005 absoluut % % % Totaal bedrijven met vee 256-40 -14% -17% -14% Melkveehouderij 67 +2 +3% -13% -13% Paarden 27 +2 +8% -4% +3% Overige graasdierbedrijven 102-17 -14% -8% -7% Totaal intensieve veehouderij 60-27 -31% -33% -33% Vleeskalveren 41-10 -20% 0% -11% Varkenshouderij 11-5 -31% -39% -35% Kippen (+ ov. ivh) 8-12 -60% -41% -38% Vergelijking van de ontwikkeling van de dieraantallen met de ontwikkeling van het aantal bedrijven laat zien voor de melkvee- en intensieve veehouderij bedrijven dat het gemiddeld aantal dieren per bedrijf is toegenomen tussen 2005 en 2014. Voor deze sectoren is schaalvergroting een belangrijke doorgaande trend. Bij de paarden- en overige graasdierhouderij is geen sprake van schaalvergroting. Bij de overige graasdierbedrijven is blijkens de cijfers sprake van een schaalverkleining, het aantal bedrijven nam met 14% veel minder af dan dieren dat tussen 2005 en 2014 nagenoeg halveerde, gemiddeld betekent dat minder dieren per bedrijf Schaalvergroting melkvee- en intensieve veehouderij Om aan te geven in welke mate schaalvergroting zich voordoet in de veehouderij is gekeken naar het aantal bedrijven met een SVC > 100 K, volgens de classificatie van het LEI zijn dit de grote plus de zeer grote bedrijven(> 250 k ). Van de laatste categorie, de zeer grote veehouderijen met een SVC van meer dan 250 duizend, heeft gemeente Apeldoorn in 2014 in totaal 2 intensieve veehouderij bedrijven; een kippenhouderij en een bedrijf met vleeskalveren en kippen. Er zijn geen melkveebedrijven binnen deze categorie. In vergelijking met 2005 had Apeldoorn nog geen bedrijven met een productieomvang >250 K. Het aantal zeer grote (intensieve) veehouderijen is tussen 2005 en 2014 in gemeente Apeldoorn dus gegroeid van 0 naar 2. Tabel 8 geeft het overzicht van het aantal grote (100-250k ) en zeer grote bedrijven (>250k ) samen per type veehouderij in gemeente Apeldoorn. Tabel 8. Aantal veehouderijen in gemeente Apeldoorn met een VC > 100k (2014) 2014 2005 verschil Veehouderij totaal 19 5 +14 Melkveehouderij 12 2 +10 Intensieve veehouderij 7 3 +4 Waarvan: Vleeskalverbedrijven 1 1 0 Varkensbedrijven 2 0 +2 Kippen e.o. intensieve vhd 4 2 +4 Het aantal grootschalige veehouderijen in gemeente Apeldoorn is tussen 2005 en 2014 gegroeid van 5 naar 19. Dat is meer dan een verdubbeling en lijkt hoog, maar is dat het ook? Geredeneerd van uit de absolute cijfers: + 14 op ruim 300 bedrijven - gaat het namelijk om een klein deel van het totaal aantal bedrijven. Om uitsluitsel te krijgen over de mate van schaalvergroting in gemeente Apeldoorn is daarom een vergelijking gemaakt met het aandeel grootschalige bedrijven in Gelderland en Nederland voor beide jaren (figuur 5). 15

35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 3% 7% 11% Figuur 5. Aandeel grootschalige veehouderijbedrijven (SVC < 100k ) in 2005 en 2014 Het aantal grootschalige intensieve veehouderijbedrijven nam in gemeente Apeldoorn toe van 3% in 2005 naar 10% in 2014. Voor Gelderland en landelijk liggen de aandelen aanzienlijk hoger. Gelet op de groei zien we in feite voor alle drie een gelijke trend; het aandeel grootschalige intensieve veehouderijbedrijven nam tussen 2005 en 2014 toe met een factor 3. Voor de melkveehouderij zien we een vergelijkbaar beeld al is de groei er sterker dan bij de intensieve veehouderij. Landelijk nam het aantal grootschalige bedrijven toe met een factor 5, voor Gelderland zelfs met een factor 8 en voor Apeldoorn met een factor 6. Als eerder aangegeven wordt groei voor een belangrijk deel veroorzaakt door de afschaffing van het melkquotum in 2015 waardoor de veestapel in aanloop daar naar toe groeide en evenals de gemiddelde productie per bedrijf. Belangrijkste conclusie is dat het aandeel grootschalige veehouderijen in Apeldoorn momenteel relatief laag is, terwijl de groei over het laatste decennium gelijke tred houd met de provinciale en landelijke ontwikkeling. 2.2.3 Ontwikkeling nevenactiviteiten. 10% Bij de ontwikkeling van nevenactiviteiten speelt dat niet van alle nevenactiviteiten gegevens beschikbaar zijn voor zowel 2005 als 2013. Zo zijn er voor 2005 geen cijfers voor kinderopvang, boerderijeducatie, niet agrarisch loonwerk en duurzame energie voor derden omdat in de landbouwtelling van 2005 er niet naar gevraagd werd. Aangezien het als het ware subcategorieën zijn, is het aannemelijk dat bedrijven die deze specifieke activiteit toen wel hadden dat aangaven onder een andere categorie. Dus dat bedrijven met bijvoorbeeld kinderopvang opgaven zorg als nevenactiviteit te hebben. Tabel 9 geeft de ontwikkeling van het aantal bedrijven met nevenactiviteiten tussen 2005 en 2014. Tabel 9. Ontwikkeling aantal bedrijven met verbreding 2005-2013. Aantal 2013 Verschil 2005-2013 Recreatie 16 +3 Zorg 6 +2 Kinderopvang 1 - Productverwerking 1-3 Productverkoop 8-7 Boerderijeducatie 5 - Agrarisch natuurbeheer 15-7 Totaal multifunctionele landbouw 41-5 21% Stalling 13-4 Loonwerk (agrarisch) 23 +12 Loonwerk (niet agrarisch) 12 - Duurzame energie (eigen gebruik) 40 +37 Duurzame energie (voor derden) 7 - Aquacultuur 1 +1 Totaal overige nevenactiviteiten 75 +47 33% 2005 2014 2005 2014 Er blijkt een opvallend sterke groei van het aantal bedrijven dat duurzame energie opwekt en ook het aantal bedrijven met loonwerk is sterk toegenomen. De toename van duurzame energie is deels te 3% 3% 6% 18% Intensieve veehouderij Melkveehouderij Apeldoorn Gelderland Nederland 25% 30% 16

verklaren door de verbeterde mogelijkheden om met geringe investeringen kostenbesparing te realiseren. De toename van het aantal bedrijven met loonwerk hangt waarschijnlijk samen met het gegeven dat relatief veel bedrijven te klein zijn om een volledig inkomen te genereren. Dit in combinatie met beperkte uitbreidingsmogelijkheden betekent dat ondernemers andere vormen van bedrijvigheid beginnen. Het uitvoeren van loonwerk lijkt in dat verband goed te combineren met bijvoorbeeld het houden van vleeskalveren. Op loonwerk gespecialiseerde bedrijven kunnen een behoorlijke impact hebben op de omgeving zowel qua uitstraling (loodsen en opslag van materialen en machines) als wat betreft het aantal verkeersbewegingen dat met deze activiteit samenhangt. Bij de bedrijven met de multifunctionele neven activiteiten, is het aantal met recreatie en zorg toegenomen, terwijl het aantal met productverkoop, verwerking en agrarisch natuurbeheer af nam. Opvallend is dat het aantal bedrijven met multifunctionele nevenactiviteiten in de gemeente Apeldoorn tussen 2005 en 2014 is afgenomen, procentueel ongeveer gelijk aan de afname van het aantal bedrijven. Het toont aan dat multifunctionele of verbrede landbouw voor een beperkt aantal bedrijven is weggelegd. Over het aandeel van het inkomen uit de nevenactiviteiten zijn voor 2005 geen gegevens beschikbaar. Figuur 6. geeft een overzicht van het percentage bedrijven per nevenactiviteit voor gemeente Apeldoorn, Gelderland en Nederland in 2005 en 2014. 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2005 2013 2005 2013 Recreatie Zorg 14% 9% 4% -1% 2005 2013 2005 2013 2005 2013 Productverwerking Productverkoop Agrarisch natuurbeheer 14% 9% 4% -1% 2005 2013 2005 2013 2005 2013 Stalling Loonwerk Duurzame energie Apeldoorn Gelderland Nederland Figuur 6. Aandeel bedrijven met nevenactiviteiten in 2005 en 2013. Recreatie en zorg hebben zich in gemeente Apeldoorn (bovengemiddeld) versterkt, als aangegeven gaat het echter om slechts kleine aantallen. Het aandeel bedrijven met stalling is in Apeldoorn afgenomen, terwijl dat provinciaal en landelijk enigszins toenam. Productverwerking en verkoop liep in Apeldoorn sterk terug, hetzelfde geld voor agrarisch natuurbeheer. Het aantal landbouwbedrijven met loonwerk en duurzame energie nam daarentegen in de gemeente Apeldoorn bovengemiddeld toe. 17

2.3 Analyse deelgebieden Deze paragraaf zoomt in op afzonderlijke deelgebieden binnen de gemeente Apeldoorn. Daarmee wordt duidelijk of zich ruimtelijk gezien verschillende relevante ontwikkelingen voordoen. Figuur 7. geeft een overzicht van de deelgebieden. Figuur 7. Deelgebieden gemeente Apeldoorn; 1= omgeving Uddel; 2= Apeldoorn noordoost; 3= Apeldoorn zuidoost; 4= overig Apeldoorn. 2.3.1 Bedrijfstypen De verdeling van het aantal bedrijven per bedrijfstypen voor de afzonderlijke deelgebieden is weergegeven in figuur 8. ( zie ook bijlage 2) 60 50 53 40 30 31 37 40 20 10 0 20 15 14 12 10 10 7 8 10 1 3 7 5 6 4 4 4 7 Omgeving Uddel Apeldoorn Noordoost Apeldoorn Zuidoost Overig Apeldoon Melkveehouderij Paardenhouderij Overige graasdierhouderij Intensieve veehouderij Tuinbouw Akkerbouw Figuur 8. Aantal bedrijven per bedrijfstype per deelgebied. 18

Omgeving Uddel heeft in vergelijking met de andere deelgebieden relatief veel intensieve veehouderij bedrijven. Meer dan de helft van de bedrijven is intensieve veehouderij, het betreft vooral vleeskalverbedrijven. De deelgebieden Apeldoorn noordoost en - zuidoost lijken qua landbouwstructuur sterk op elkaar. Graasdierbedrijven hebben er duidelijk de overhand. De overige sectoren - intensieve veehouderij, tuinbouw en akkerbouw hebben er een aandeel van 20 tot 30%. Al met al is vooral de landbouw aan de oostkant Apeldoorn als zeer divers te typeren. Overig Apeldoorn, het centrale deel van de gemeente heeft in totaal 19 bedrijven, geen daarvan is een melkvee- of intensieve veehouderij. 2.3.2 Bedrijfsomvang Tabel 10. geeft per deelgebied het aantal bedrijven per omvangklasse. Om het geheel enigszins overzichtelijk te houden is het aantal bedrijfstypen beperkt tot 3 typen en het aantal omvangklassen tot vier: kleine + zeer kleine - (SVC <60k ), middelgrote - (60-100 k ), grote (100-250k ) en zeer grote bedrijven (> 250k ). Om het aandeel grootschalige bedrijven tussen de deelgebieden te kunnen vergelijken is ook het aandeel bedrijven gegeven met een omvang > 100 k. Tabel 10. Aantal bedrijven per bedrijfstype, omvangklasse en aandeel grootschalig per deelgebied. Aantal % Omgeving Uddel SVC (k ) < 60 60-100 100-250 >250 >100 Graasdierhouderij 15 1 1-6% Intensieve veehouderij 25 5 1-3% Tuin/akkerbouw 7 1 1-11% Totaal 47 7 3-5% Apeldoorn noordoost < 60 60-100 100-250 >250 % >100 Graasdierhouderij 57 8 4-6% Intensieve veehouderij 6 5 3 1 27% Tuin/akkerbouw 10 1 2-15% Totaal 73 14 9 1 10% Apeldoorn zuidoost < 60 60-100 100-250 >250 % >100 Graasdierhouderij 82 15 8-8% Intensieve veehouderij 8 4 1 1 14% Tuin/akkerbouw 14-1 1 13% Totaal 104 19 10 2 9% Overig Apeldoorn < 60 60-100 100-250 >250 % >100 Graasdierhouderij 9 - - - 0% Intensieve veehouderij - - - - 0% Tuin/akkerbouw 8 1 1-10% Totaal 17 1 1-5% Omgeving Uddel Dit deelgebied heeft een totaal van 57 bedrijven, 4 op de 5 bedrijven zijn klein of zeer klein. Totaal 3 bedrijven (5%) hebben een productieomvang >100 k en zijn als grootschalig aan te geven. Binnen de groep kleine en middelgrote intensieve veehouderij bedrijven zijn de meeste waarschijnlijk deeltijd bedrijven. Omdat deze ondernemers naast het agrarisch bedrijf een ander beroep hebben kunnen deze relatief kleine bedrijven blijven voortbestaan. Apeldoorn noordoost Hier zijn ca. 100 landbouwbedrijven gevestigd, 3 op de 4 bedrijven zijn klein tot zeer klein, 10 bedrijven hebben een omvang > 100 k ; 4 melkvee-; 4 intensieve veehouderij en 2 tuinbouwbedrijven, daarvan heeft 1 bedrijf met intensieve veehouderij een productieomvang > 250 k. Het deelgebied heeft het hoogste aandeel grootschalige intensieve veehouderij, 27% van de ivh bedrijven heeft een omvang > 100k. Mogelijk heeft dit te maken met het oude reconstructiebeleid waarbij een deel van dit deelgebied intensiveringsgebied was. Apeldoorn zuidoost 19

Dit deelgebied heeft de meeste bedrijven. Net als in noordoost zijn 3 op 4 bedrijven klein tot zeer klein en heeft ongeveer 10% een omvang > 100k. Het gaat in totaal om 12 bedrijven, 8 melkvee-, 2 intensieve veehouderij- en 2 tuinbouwbedrijven. Binnen dit deel gebeid zijn er twee zeer grote bedrijven met een omvang > 250 k, een intensieve veehouderij- en een tuinbouwbedrijf. Overig Apeldoorn Dit grootste deelgebied is in feite geen agrarisch buitengebied het is bebouwde kom en bosgebied. Desondanks zijn hier nog wel ca. 20 bedrijven gevestigd, overwegend klein en hobbymatig van karakter. Twee tuinbouwbedrijven hebben er nog enige omvang, waarvan 1 bedrijf > 100k. De laatste is gelegen in de stadsrand grenzend aan het deelgebied noordoost. 2.3.3 Nevenactiviteiten Het aandeel bedrijven met nevenactiviteiten per deelgebied is weergegeven in tabel 11. De tabel maakt onderscheid naar de eerder gemaakte indeling van multifunctionele nevenactiviteiten (recreatie, zorg, kinderopvang, productverwerking, - verkoop, educatie en agrarisch natuurbeheer) en overige nevenactiviteiten (stalling, loonwerk, duurzame energie). Ook hier geld dat een aantal bedrijven meerde nevenactiviteiten (uit beide categorieën) hebben. Tabel 11. Aantal bedrijven met nevenactiviteiten per deelgebied Multifunctionele Overige nevenactiviteiten nevenactiviteiten Totaal met nevenactiviteiten Omgeving Uddel 13 (22%) 26 (44%) 33 (56%) Apeldoorn noordoost 11 (11%) 18 (18%) 27 (27%) Apeldoorn zuidoost 10 (7%) 25 (18%) 33 (23%) Overig Apeldoorn 7 (32%) 6 (6%) 10 (45%) Apeldoorn totaal 41 (13%) 75 (23%) 103 (32%) Uit de tabel komt naar voren dat de omgeving Uddel naar verhouding meer bedrijven met nevenactiviteiten heeft dan Apeldoorn noord- en zuidoost. Overig Apeldoorn heeft wel is waar het hoogste aandeel multifunctionele bedrijven maar dit deelgebied is niet goed te vergelijken met de andere. Figuur 9. geeft een overzicht van het aantal bedrijven per nevenactiviteit en deelgebied. 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Recreatie 6 4 3 3 Zorg 2 1 2 1 Kinderopvang 1 Productverwerking 1 Productverkoop 4 1 2 1 Boerderijeducatie 1 3 1 Agrarisch natuurbeheer 4 6 2 3 Stalling 2 7 3 1 Loonwerk (agrarisch) 12 3 6 2 Loonwerk (niet agrarisch) 8 2 2 Duurzame energie (eigen gebruik) 16 10 12 2 Duurzame energie (voor derden) 1 5 1 Aquacultuur 1 Figuur 9. Aantal bedrijven met nevenactiviteit per deelgebied Uddel Apeldoorn noordoost Apeldoorn zuidoost overig Apeldoorn 20

Omgeving Uddel heeft veel bedrijven met recreatie en verkoop van (streek)producten. Apeldoorn noordoost heeft veel bedrijven met agrarisch natuurbeheer terwijl Apeldoorn zuidoost de meeste bedrijven heeft met educatieve nevenactiviteiten. Bij de overige nevenactiviteiten heeft omgeving Uddel veel bedrijven met loonwerk en duurzame energie voor eigen gebruik. Het blijkt dat vooral vleeskalverbedrijven hier vaak duurzame energie toepassen. van wege een hoge energievraag in het bedrijfsproces van het voeren. Verder blijken deze bedrijven ook vaak loonwerk als neventak oppakken. De reden daarvoor lijkt dat de bedrijven doorgaans te klein zijn om een volledig inkomen te halen uit de veehouderijtak. In het deelgebied noordoost hebben relatief veel bedrijven stalling als nevenactiviteit, dit zijn doorgaans bedrijven die hun agrarische tak afbouwen en ruimte over hebben. Opvallend voor deelgebied zuidoost is ten slotte dat hier naar verhouding veel bedrijven zijn die duurzame energie produceren voor derden. De reden daarvoor is niet duidelijk. 2.3.4 Ontwikkeling per deelgebied vanaf 2005 In deze laatste paragraaf worden de verschillende kengetallen voor de ontwikkeling van de landbouw in gemeente Apeldoorn nog eens per deel gebied op een rijtje gezet. De tabellen en grafiek worden aan het einde van de paragraaf per deelgebied integraal besproken. Tabel 12. geeft de ontwikkeling van het aantal bedrijven, arbeidsplaatsen, landbouwareaal en SVC tussen 2005 en 2014 voor de afzonderlijke deelgebieden. Tabel 12. Ontwikkeling aantal bedrijven, arbeidsplaatsen, landbouwareaal, SVC 2005-2014 per deelgebied Aantal bedrijven 2014 verschil 2014-2005 % Omgeving Uddel 57-14 -20% Apeldoorn noordoost 97-26 -21% Apeldoorn zuidoost 135-12 -8% Overig Apeldoorn 19-2 -10% Apeldoorn totaal 308-54 -15% Arbeidsplaatsen 2014 verschil 2014-2005 % Omgeving Uddel 85-13 -13% Apeldoorn noordoost 116-58 -33% Apeldoorn zuidoost 167 +6 +4% Overig Apeldoorn 21-16 -43% Apeldoorn totaal 389-81 -17% Landbouwareaal (ha) 2014 verschil 2014-2005 % Omgeving Uddel 680-66 -9% Apeldoorn noordoost 1664-361 -18% Apeldoorn zuidoost 2071-389 -16% Overig Apeldoorn 329-66 -17% Apeldoorn totaal 4744-882 -16% Standaard Verdien Capaciteit (x milj. ) 2014 verschil 2014-2005 % Omgeving Uddel 2.0 +0.3 +22% Apeldoorn noordoost 3.6 +0.6 +20% Apeldoorn zuidoost 4.9-0.3-6% Overig Apeldoorn 0.3-0.04-18% Apeldoorn totaal 10.8 +0.6 +6% 21

8 7 6 5 4 3 2 1 0 8 4 4 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2014 2005 2014 2005 2014 2005 2014 2005 omgeving Uddel Apeldoorn noordoost Apeldoorn zuidoost Overig Apeldoorn Melkveehouderij Intensieve veehouderij Tuinbouw Figuur 10. Aantal grote en zeer grote bedrijven(svc > 100k ) per deelgebied in 2005 en 2014 Tabel 13. Ontwikkeling van het aantal bedrijven met nevenactiviteiten per deelgebied (2005-2014) Omgeving Uddel Noordoost Zuidoost Overig Apeldoorn 2013 05-13 2013 05-13 2013 05-13 2013 05-13 Totaal bedrijven 59-12 101-22 141-6 22 +1 met nevenactiviteit(en) 33 +12 27 +7 33 +16 10 +4 Waarvan met: Recreatie 6 +2 4 0 3 +1 3 0 Zorg 2 +2 1-1 2 0 1 +1 Kinderopvang 1-0 - 0-0 - Productverwerking 0-1 0-1 1 +1 0-2 Productverkoop 4 +1 1-3 2-4 1-1 Agrarisch natuurbeheer 4-3 6-2 2-4 3 +2 totaal multifunctioneel 13 +1 11-5 10-1 7 +1 Stalling 2-4 7 +2 3-3 1 +1 Loonwerk agrarisch 12 +7 3 +1 6 +3 2 +1 Loonwerk niet agr. 8-2 - 2-0 - Duurzame energie 16 +14 10 +10 12 +12 2 +1 Idem voor derden 0-1 - 5-1 - Aquacultuur 1 +1 0 0 0 0 0 0 totaal overige nevenact. 26 +14 18 +12 25 +17 6 +4 Omgeving Uddel In dit deelgebied zijn vanaf 2005 iets meer bedrijven gestopt dan gemiddeld in de gemeente Apeldoorn. Gelijker tijd was de afname van het aantal arbeidsplaatsen en het landbouwareaal er lager en nam de Standaard Verdien Capaciteit meer toe dan gemiddeld. Dit wijst op een lichte intensivering van de productie. De groei van de SVC ligt overigens onder het landelijk gemiddelde (zie tabel 5 blz. 11). Overall is de ontwikkeling van de landbouw in dit deelgebied vrij constant. Bijzonder is het grote aantal kleine en middelgrote bedrijven met vleeskalveren waarbij deze tak vaak als deeltijdberoep wordt uitgeoefend. Het aantal grootschalig agrarische bedrijven is in de omgeving Uddel gering. In totaal 3 bedrijven zijn te typeren als groot met een SVC van 100-250k. Eén daarvan is een intensieve veehouderijbedrijf, de overige twee zijn tuinbouwbedrijven, waarvan één in combinatie met akkerbouw. Het deelgebied heeft geen (zeer grote) bedrijven met een SVC > 250k. Relatief veel bedrijven in dit deelgebied hebben de afgelopen jaren nevenactiviteiten ontplooit. De verklaring daarvoor lijkt samen te hangen met het grote aantal kleine bedrijven waarbij de agrarische tak geen volwaardig inkomen oplevert. Opvallend is dat het laatste decennium nieuwe multifunctionele bedrijven zijn ontstaan met recreatie en zorg, terwijl het aantal bedrijven met agrarisch natuurbeheer 22

terugliep. Met betrekking tot de overige nevenactiviteiten blijkt dat de afgelopen jaren vooral (kleine en middelgrote) vleeskalverhouderijen hier zijn begonnen met het opwekken van duurzame energie voor eigen gebruik en het uitvoeren van loonwerk voor andere agrariërs of voor derden. Bekend is dat sommige bedrijven met vleeskalveren zich ook richten op bijvoorbeeld stallenbouw, mestopslag en verwerking etc. Dit kan gevolgen hebben voor de agrarische erven namelijk dat meer opslag van machines en materialen plaatsvindt, zowel in (daarvoor opgerichte) loodsen als in de open lucht. Voor de toekomst is het meest waarschijnlijk dat de landbouw in de omgeving van Uddel zich trendmatig verder zal ontwikkelen, dat wil zeggen dat jaarlijks één of enkele bedrijven zullen stoppen en dat veel bedrijven nog een deeltijd agrarische tak zullen blijven uitoefenen, dit lijkt te passen bij de ondernemende cultuur van de Valleiregio. Mogelijk ook zullen de deeltijdbedrijven hun agrarische tak (tijdelijk) beëindigen als de marktsituatie gedurende langere tijd slecht blijft. Op basis van de moeilijke omstandigheden waarin de Nederlandse veehouderij momenteel verkeerd ligt het niet voor de hand dat hier meer grootschalige veehouderijbedrijven zullen ontstaan. Voor de langere termijn is een scenario denkbeeldig dat veehouderij geleidelijk zal worden verdrongen door niet agrarische bedrijvigheid zoals bouw, assemblage, loon- en hovenierswerk. Uit vergelijkbaar onderzoek rond het naburige Kootwijkerbroek is gebleken dat zich daar in het buitengebied vanaf het eind van de 20 ste eeuw een dergelijke transitie voordoet van agrarische naar niet agrarische bedrijvigheid. Apeldoorn noordoost In dit deelgebied stopten vanaf 2005 iets meer bedrijven dan gemiddeld in gemeente Apeldoorn. Netto nam het aantal landbouwbedrijven er met 26 af (tegen de hele gemeente 54). Desondanks is het niet de verwachting dat leegstand in dit deelgebied een probleem vormt. Een schouw in het veld is te adviseren om te bezien of dat klopt. Mogelijk zijn er plaatselijk leegstaande intensieve veehouderij stallen met asbest die voor langere tijd leeg staan. Het landbouwareaal nam in Apeldoorn noordoost vrij gemiddeld af terwijl de SVC bovengemiddeld toenam. Het duidt op een lichte intensivering van de agrarische productie sinds 2005. Het aantal grootschalige landbouwbedrijven nam in dit deelgebied toe van 4 naar 10. Op een totaal van bijna 100 bedrijven gaat het echter om betrekkelijk gering aantal en zoals aangegeven in figuur 5. (blz. 14) is het tempo van de schaalvergroting niet sterker dan gemiddeld in Gelderland of Nederland. In dit deelgebied is het aantal bedrijven met multifunctionele nevenactiviteiten de afgelopen jaren afgenomen wel is er net als in de andere deelgebieden een sterke groei van het aantal bedrijven met duurzame energie voor eigen gebruik, vooral bij de middelgrote en grote veehouderijbedrijven. De structuur van de landbouw in Apeldoorn noordoost en -zuidoost is overeenkomstig, naast enkele grootschalige, productiegerichte bedrijven zijn er veel kleinschalige hobbymatige (graasdier)bedrijven, meer dan 80% van de paardenhouderijen zijn gevestigd in Apeldoorn noord- en zuidoost. In tegenstelling tot het deelgebied Uddel lijken deeltijdbedrijven met een niet agrarische nevenactiviteit in het oostelijk deel van de gemeente minder vaak voor te komen. Apeldoorn zuidoost In dit deelgebied nam het aantal bedrijven minder af dan gemiddeld terwijl het aantal arbeidsplaatsen opvallend toenam. Het landbouwareaal nam gemiddeld af terwijl de SVC boven gemiddeld terug liep, dit duidt over het geheel op een enigszins extensiever agrarisch gebruik ten opzichte van 2005. Door de geringe afname van het aantal bedrijven lijkt leegstand hier geen probleem te zijn. Het aantal grootschalige intensieve veehouderijen bedrijven nam tussen 2005 en 2014 in dit deelgebied van 1 naar 2, het aantal grootschalige melkveebedrijven van 1 naar 8 en het aantal grootschalige tuinbouwbedrijven van 1 naar 2. Ten opzichte van noordoost ligt de nadruk van de veehouderij hier iets meer op melkveehouderij en iets minder op de intensieve veehouderij. De ontwikkeling van nevenactiviteiten laat voor dit deelgebied een zelfde beeld zien als in Apeldoorn noordoost, vooral groei van loonwerk en duurzame energie. De trendmatige ontwikkeling van de landbouw in Apeldoorn noord- en zuidoost naar de toekomst betekent dat hier een mix zal blijven bestaan van enkele grootschalige bedrijven naast veel kleine hobbymatige. Het is niet de verwachting dat het aantal grootschalige veehouderijen zal toenemen. 23