Even stil staan, een hele vooruitgang! Een onderzoek naar partnerschappen tussen Oxfam Novib en private partijen.



Vergelijkbare documenten
1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Impact Inspiratiemoment. Collective Impact met Hasselt Zorgstad 20 april 18

Ronde-Tafel overleg Sportfederaties 3december

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

STRATAEGOS CONSULTING

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

De Relatie Tussen de OESO Richtlijnen voor Multinationale Bedrijven en de Sustainable Development Goals verwachting vs uitnodiging

Bantopa Terreinverkenning

Corporate Social Responsibility

R E N É H E R R E M A N S - C R E D E N T I A L S. Employer Branding en Merkrelaties fundament van duurzame business

Moving into new directions with REDD+

WHITE PAPER STAKEHOLDERMANAGEMENT

Jaarplan /alv1

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement.

Duurzame ontwikkeling met én binnen ABN AMRO IBM Future enterprise. Vincent G.P. van Assem ABN AMRO Amsterdam, 13 september 2006

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Summary 124

ISO 9001: Business in Control 2.0

CENTER FOR PHILANTHROPY STUDIES UNIVERSITY OF BASEL SAME BUT DIFFERENT: RELATIE CORPORATE FOUNDATION MET HAAR FOUNDER

Normalisatie: de wereld op één lijn. ISO Maatschappelijke Verantwoordelijkheid van Organisaties (MVO) Zet goede bedoelingen om in goede acties

VGZ verantwoord beleggingsbeleid in vergelijking met Code Duurzaam Beleggen VVV. geen. geen

Velsen staat midden in de wereld Uitwisseling op gebied van ontwikkeling, cultuur en economie

Kennisdeling in lerende netwerken

6e Sustainability Congres 17 maart Jacqueline Cramer (EUR) Dick Hortensius (NEN) Louise Bergenhenegouwen (NEN)

De Bouw van een Zorgcircuit: Hoe gaan we te werk?

Vooraf. SOM voor de toekomst De Top 5 motieven van onze klanten. De toekomst moet je verdienen!

Materialiteit en waardecreatie. Jos Reinhoudt 21 mei 2015

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Impact Masters Checklist

Partnerships. iets over mijn ervaringen toegelicht aan de Roundtable on Sustainable Palm Oil. Reinier de Man. den Haag, 20 januari 2005 Partnerships 1

Partners voor Water subsidieregeling 2 * circa 40 pax. Aantal deelnemers (inschatting)

JOB OPENING OPS ENGINEER

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Benefits Management. Continue verbetering van bedrijfsprestaties

Outline. Beleidsevaluatie: een inleiding

SER, Internationaal MVO 2 april 2009 Louise Bergenhenegouwen

Ketensamenwerking in de infra? Ton Huijzer

Sport & Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Désiree Hamelink RSM Erasmus Universiteit dhamelink@rsm.nl

Sommige doelen zijn universeel en van alle tijden

Best? New practice industry-university cooperation. Chemelot InSciTe.

Investors in People. Willem E.A.J. Scheepers MBA

Drug Prevention and Information Programme DPIP Financieel Perspectief Doelstellingen

MVO en MBO in Haarlem

Sustainable development goals

ISO 26000, wereldwijde MVO richtlijn

Op zoek naar evenwicht: De governance van filantropische instellingen

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036

(Big) Data in het sociaal domein

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Draagvlak en ambitieniveau voor het Vlaams Partnerschap water voor Ontwikkeling in SDG-context door Kristof Debrabandere (Sustenuto)

Organisatiecultuur en projectpartnering prestatie

Stakeholders 2.0. Transparantiebenchmark 29 november Jos Reinhoudt MVO Nederland

Welcome in the Ferraris Building!

Kijkje in de keuken (van de inkoopmanager)

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Identity & Access Management & Cloud Computing

Raadsvoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Afweging:

College 1 inleiding ondernemerschap

Lezing 7 december IPMA

I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO.

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

MASTERCLASS STRATEGIE IN DIGITALE TRANSFORMATIE

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Duurzaamheidsbeleid Doingoood

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

Martin Dees Algemene Rekenkamer. Performance Auditing

Publiek-private ontwikkeling, nu en in de toekomst

Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag

PK Benelux BV. Plan van aanpak maatschappelijk verantwoord ondernemen

Disclosure belangen. (potentiële) belangenverstrengeling

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen: Een globale visie voor lokaal beleid en actie

Waarde creatie door Contract Management

Test Automatisering? Mislukken Slagen gegarandeerd! Ruud Teunissen - Polteq Test Services BV

Voor vandaag. Balanced Scorecard & EFQM. 2de Netwerk Kwaliteit Brussel 22-apr Aan de hand van het 4x4 model. De 3 facetten.

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Business Plan. Organisatie: GIDSnetwerk Datum: Periode: 01/ /2017

Business Architectuur vanuit de Business

Data Protection Impact Assessment (DPIA)

Safety Values in de context van Business Strategy.

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Living Labs. dr.ir. Elke den Ouden. Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016

Sessie Centrumsteden VVJ

Netwerken in de gezondheids- en welzijnszorg. Nele Van Tomme Prof. dr. Joris Voets Prof. dr. Koen Verhoest

Beleidsplan & organisatie

Project Portfolio Management. Doing enough of the right things

Opleidingsprogramma DoenDenken

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

MVO Prestatieladder en Duurzame IT

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

LET S SHARE SOME VALUES OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS ONZE NORMEN EN WAARDEN

Praktijkgericht pakket: Sociaal Ondernemerschap binnen HO

MASTERCLASS STRATEGIE

Transcriptie:

Een onderzoek naar partnerschappen tussen Oxfam Novib en private partijen.

Riëtte Engelen (0459798) Volkerakstraat 7B 3522 RA Utrecht Tel.: 06 49 89 62 43 E-mail: RietteEngelen@gmail.com Universiteit Utrecht Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) Master Publiek Management (2008-2009) Tutor: Dr. Karin Geuijen Tweede tutor: Dr. Albert Meijer

VOORWOORD Al op de middelbare school ben ik geïnteresseerd geraakt in ontwikkelingssamenwerking en de Derde Wereld. Ik heb de kans gehad om in Zuid Afrika te studeren en werken, en ben zeer dankbaar dat ik mijn ervaringen uit heb kunnen breiden door stage te lopen bij Oxfam Novib, om op die manier te kunnen ontdekken of het werkveld mij aanspreekt en of ik hier later in verder wil. De afgelopen zes maanden heb ik met veel plezier gewerkt aan het onderzoek en de scriptie die nu voor u ligt. Het was een zeer leerzame periode, waarin ik kennis heb mogen maken met werken in een NGO en mijn kennis met betrekking tot het doen van wetenschappelijk onderzoek heb kunnen uitbreiden. Echter, het schrijven van deze scriptie had ik niet zonder medewerking van anderen kunnen bewerkstelligen, en daarom wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken. Allereerst wil ik de organisatie Oxfam Novib bedanken voor het bieden van een stageplaats en de mogelijkheid om mijn afstudeeronderzoek in de organisatie uit te voeren. Binnen Oxfam Novib gaat mijn speciale dank uit naar mijn begeleider en coach Frans de Laaf. Frans: bedankt voor het helpen opstarten, begeleiden, ondersteunen en faciliteren van het onderzoek, je energie, optimisme, betrokkenheid en bezorgdheid, en natuurlijk voor het heerlijke potje honing waar wij op de kamer allemaal van hebben genoten! Daarnaast gaat mijn dank binnen Oxfam Novib uit naar Johan Verburg, voor al jouw kennis over partnerschappen, de organisatie en ontwikkelingen, en het sparren over mogelijkheden, uitkomsten en conclusies. Verder gaat mijn dank uit naar alle respondenten binnen en buiten Oxfam Novib. Zij zijn van onschatbare waarde geweest voor dit onderzoek, dat zonder hen niet tot stand had kunnen komen. Bij de opleiding gaat mijn dank uit naar Karin en Albert als begeleiders van mijn scriptietraject, jullie energie en inzet en de vele uren die jullie gespendeerd hebben aan mijn stukken. Ook bedank ik Simon Zwagemakers, als scriptie-duogenoot, voor het lezen van de vele (!) pagina s en hoofdstukken en het verbeteren en bieden van nieuwe inzichten. Buiten de opleiding gaat mijn bijzondere dank uit naar Professor dr. Rob van Tulder van de Erasmus Universiteit Rotterdam, voor het mogen bijwonen van de tutorgroep, het gebruiken van jouw kennis en ervaring, en de input in mijn scriptie en het lezen en verbeteren daarvan. Ook buiten mijn scriptie- en studieaangelegenheden wil ik graag een aantal mensen bedanken. Allereerst mijn huisgenoten Wenneke en Sabrina voor alle lekkere kopjes thee en diners, de steun en het vertrouwen, en de ontspannende gezelligheid. Mijn ouders voor hun onvoorwaardelijke steun en geloof in mijn kwaliteiten, kennis en expertise, en de onafgebroken interesse in de vorderingen van mijn onderzoek en de stage. Riëtte Engelen Utrecht, 25 augustus 2009 3

INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 3 Inleiding... 5 Probleemstelling en relevantie... 6 Vraagstelling en invulling van het onderzoek... 9 Leeswijzer... 10 Hoofdstuk 1 Partnerschappen in theorie... 11 1.1 Definitie Partnerschap... 11 1.2 Soorten partnerschappen... 13 1.3 Redenen voor partnerschappen... 14 1.3.1 Marktpartijen... 14 1.3.2 NGO... 15 1.4 Succes- en faalfactoren in partnerschappen... 16 1.4.1 Het drie-fasen-model... 17 1.4.2 Het twaalf-fasen-model... 18 1.5 Een overzicht... 26 1.6 Een evaluatiemodel voor partnerschappen... 28 1.6.1 Het fasenmodel in het evaluatiemodel... 29 Hoofdstuk 2 Methoden en technieken... 30 2.1 Type onderzoek... 30 2.2 Methoden van dataverzameling... 30 2.2.1 Strategie... 31 2.2.2 Methoden... 31 2.3 Praktische zaken... 33 2.3.1 Case-selectie... 33 2.3.2 Selectie van respondenten... 34 2.3.3 Data-analyse... 34 2.3.4 Operationalisering... 35 2.3.5 Validiteit en betrouwbaarheid... 37 Hoofdstuk 3 Partnerschappen een analyse... 40 3.1 Resultatenanalyse... 40 3.2 Beoordeling partnerschappen... 51 Conclusies... 55 Terug naar de hoofdvraag... 55 Organisatiebrede conclusies... 61 Aanbevelingen... 62 Advies... 62 Vervolgonderzoek... 67 Discussie/Reflectie... 69 Bronvermelding... 71 Bijlagen... 73 Bijlage 1... 73 Context... 73 Bijlage 2... 76 Historisch perspectief De ontstaansgeschiedenis van partnerschappen... 76 Bijlage 3... 83 De partnerschappen van Oxfam Novib Een uitgebreide analyse... 83

INLEIDING The old paradigm where NGOs do the service delivery, private donors fund it and governments regulate is withering away. Companies have become, in effect, the largest overseas development agencies. With the growing recognition that trade and markets are the most important drivers for development, lines of responsibility are getting blurred. Every sector is exploring new roles, working relationships and ways of doing business. Partnerships are fast becoming the preferred mechanism for delivering sustainable development. 1 Partnerschappen zijn de laatste jaren sterk in opkomst, als gevolg van een aantal ontwikkelingen die terug te voeren zijn op de val van de Berlijnse Muur. 2 Globalisering en de terugtredende overheid worden als belangrijkste drijfveren voor het opkomen van partnerschappen aangewezen. Vanuit de literatuur wordt gesteld dat problemen dusdanig complex zijn geworden dat er meer nodig is dan eendimensionale samenwerking om de uitdagingen waarvoor wij staan het hoofd te kunnen bieden en de Millennium Development Goals 3 (MDG s) te kunnen behalen in 2015. Partnerschappen tussen bedrijven, instellingen en organisaties uit de verschillende sectoren van de maatschappij worden gezien als een belangrijke kernactoren in het bereiken van de MDG s, en in het bereiken van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en wereldwijde problemen in het algemeen. Zo stelt Austin dat de partnerschappen de collaboration paradigm of the 21st century zijn, en zijn Selsky en Parker van mening dat partnerschappen de increasingly complex challenges die exceed the capabilities of any single sector moeten gaan oplossen. 4 De samenwerking in partnerschappen tussen meerdere partijen wordt gezien als een instrument om het falen van alle partijen te overkomen. 5 De visies van Austin, Selsky en Parker worden betwist door tegenstanders van partnerschappen, die stellen dat de ontwikkeling zich nog onvoldoende bewezen heeft, en bol staat van de kinderziektes. Although partnerships sometimes emerge out of disappointment about the impact of traditional development assistance, [ ] effectiveness and efficiency of partnerships has also been unclear so far 6 De kinderziektes behelzen onder andere hoge kosten, grote (cultuur)verschillen tussen partners, en risico s als greenwashing, selling out, en free-rider gedrag. 7 Vanuit verschillende actoren wordt het belang van partnerschappen in het aanpakken van grootschalige, grensoverschrijdende problemen wel gestimuleerd. Sinds de wereldtop World Summit on Sustainable Development in Johannesburg in 2002 wordt vanuit de Verenigde Naties het belang van partnerschappen tussen twee of meerdere partners uit de samenleving onderschreven, om de bovenstaande problemen op te lossen: cross-sector partnerships have become important instruments for addressing problems of global development and reaching the Millennium Development Goals (MDGs), in which the contribution of companies is seen as 1 Tennyson, R. en T. Harrison (2008), Under the spotlight. Building a better understanding of global business-ngo partnerships, p.5 2 De geschiedenis van het ontstaan van partnerschappen wordt besproken in bijlage 2, p. 87 3 In 2000 hebben 147 staatshoofden en 189 landen in totaal, zich gecommitteerd aan de Millennium Development Goals van de Verenigde Naties. De Millennium Development Goals (MDG s) staan voor een vernieuwde inspanning aan het terugdringen van wereldarmoede en andere langdurig falende elementen van ontwikkeling (http://www.irc.nl/page/12932). In 2015 dienen de volgende acht doelen te zijn bereikt: 1. Armoede en honger halveren. 2. Alle jongens en meisjes naar school. 3. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen. 4. In 2015 is kindersterfte afgenomen. 5. In 2015 sterven er minder moeders door zwangerschap. 6. Terugdringen van ziektes als Aids, tbc en malaria. 7. In 2015 leven er meer mensen in een duurzaam leefmilieu. 8. In 2015 is er eerlijke handel, schuldverlichting en hulp. (http://www.minbuza.nl) 4 Kolk, A., R. v. Tulder, en E. Kostwinder, (2008), Business and partnerships for development, p. 264 5 Website Ministerie van Buitenlandse Zaken 6 Kolk, A., R. v. Tulder, en E. Kostwinder, (2008), p. 264 7 Greenwashing betekent dat bedrijven proberen NGO s te neutraliseren en de dialoog aangaan om goede sier te maken, maar in werkelijkheid hun markten uit willen breiden en doorgaan op de manier waarop ze altijd hebben gewerkt. Selling out houdt in dat NGO s zich uitleveren aan bedrijven waardoor hun onafhankelijkheid en rol in de samenleving in gevaar komt. Free-rider gedrag ontstaat wanneer één van de partijen meer input levert dat de andere, maar de ander daarvan wel diverse voordelen krijgt. 5

crucial. 8 Gesteld wordt door de VN dat de Millennium Development Goals are not intended to be reached by the responsibility and work of one single organization. 9 Ook de uitbreiding van de milieuagenda met ontwikkelingsdoelen onderschreef de belangrijke rol die partnerschappen kunnen en zullen moeten gaan spelen. NGO s realiseerden zich dat zij bij het behalen van de MDG s in 2015 en het ontwikkelen van lange termijn oplossingen niet zonder de hulp van bedrijven kunnen. 10 Ook door de Nederlandse overheid worden partnerschappen actief gestimuleerd sinds de WSSD. In de invulling die Nederland heeft gegeven staan de Millennium Development Goals centraal in het beleid, met partnerschappen als een belangrijk instrument om de effectiviteit en efficiency van ontwikkelingssamenwerking en het bereiken van de MDG s te vergroten. De Nederlandse overheid erkent dat de koppeling van kennis en bronnen uit verschillende sectoren kan leiden tot resultaten waar alle partijen voordelen uit halen, maar die niet alleen kunnen worden bereikt. 11 Door middel van een call for ideas trachtte de overheid om de private sector actiever te betrekken bij het ontwikkelingswerk en de daarin spelende issues. Its objective was to support private sector initiatives for public-private partnerships, additional to existing development cooperation efforts, by implementing more pro-poor activities, and generating extra funds and results. 12 PROBLEEMSTELLING EN RELEVANTIE Binnen de samenleving zijn een drietal partijen te onderscheiden, namelijk de publieke sector, de civil society sector, en de private sector, ofwel de markt. Zoals de onderstaande figuur weergeeft kunnen verschillende verbanden bestaan tussen de partijen onderling. Civil Society Privaat Publiek Private partners (markt) Binnen de private sector bevinden zich de bedrijven, multinationale ondernemingen, onderzoeksinstituten, etc. Deze sector omvat zowel profit als non-profit marktpartijen. Zo is de Rabobank als bank onderdeel van de private sector, maar heeft geen winstoogmerk, en is daarom non-profit. Ook het bedrijf DSM is een private partner zonder winstoogmerk. Unilever, Ahold en Ordina zijn voorbeelden van profit marktpartijen. Publieke partners (staat) In de publiek sector bevinden zich de nationale en internationale overheidsinstellingen, waaronder het ministerie van Buitenlandse Zaken, de ambassades in 8 Kolk, A., R. v. Tulder, en E. Kostwinder (2008), p. 264 9 Hilhorst, T., J. Oorthuizen, K. Termeer (Datum onbekend), Building North-South partnerships for a better world, p. 1 10 Elkington, J., S. Fennell (2000), Partners for sustainability, p.150 11 Tulder, R. van, en E. Kostwinder (2007), From idea to partnership; Evaluating the effectiveness of development partnerships, p. 3 12 Idem, p. 4

de partnerlanden, en de centrale overheid. Maar ook de lokale overheid en gemeentes in de partnerlanden en internationale multilaterale organisaties vallen hier onder. De publieke sector dient het belang van individuele burgers en het maatschappelijk collectief. Deze sector is volledig non-profit. Civil society partners (NGO s) Hieronder vallen de (internationale) niet-gouvernementele organisaties, verenigingen, gezondheidsinstellingen, volkshuisvesting, belangenorganisaties, etc. De civil society sector bestaat uit vrijwillige organisaties die geen onderdeel uitmaken van de publieke sector en zonder winstoogmerk opereren. De organisaties staan dus tussen burgers en overheid in. In de vorige paragraaf werd al gesteld dat de afzonderlijke partijen in de samenleving niet in staat zijn gebleken de uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien, het hoofd te bieden. Door middel van cross-sector partnerschappen kunnen zij mogelijk een meerwaarde bewerkstelligen waardoor de uitdagingen wel aangepakt kunnen worden. De twee pijlen die tussen de partijen staan weergegeven, geven aan dat er enerzijds bepaalde verwachtingen zijn van partij A naar partij B, maar ook dat partij A een inbreng kan hebben voor partij B. Op die manier kan toegevoegde waarde ontstaan wanneer partijen samenwerken. Dit onderzoek zal zich richten op cross-sector partnerschappen tussen de civil society sector en de private sector. Het onderzoek is opgezet vanuit de ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib 13, die zich bevindt in de civil society sector. Er is gekozen voor Oxfam Novib vanwege haar specifieke karakter en werkwijze binnen de sector van ontwikkelingssamenwerking. Oxfam Novib richt zich op armoedebestrijding in de Derde Wereld, via ondersteuning van persoonlijk empowerment. Haar motto luidt dan ook: Ambassadeurs van het zelfdoen. 14 Oxfam Novib werkt als organisatie op een intermediair niveau, en is dus uitermate geschikt om te werken in partnerschappen. 15 In het onderzoek staan de partnerschappen tussen Oxfam Novib en zowel profit als non-profit partijen uit de private sector centraal. Oxfam Novib werkt al sinds 1992 samen met het bedrijfsleven in partnerschappen. Echter, op dit moment wil men meer aandacht besteden aan het proces van partnerschappen, omdat onvoldoende helder is hoe men in dat proces te werk gaat, en hoe het proces bij kan dragen aan meer effectieve partnerschappen. In het onderstaande schema wordt duidelijk waar het onderzoek zich precies bevindt. Dit schema is een evaluatiemodel voor partnerschappen, waarin de verschillende fasen worden gepresenteerd: input, throughput, output en outcomes. Dit onderzoek richt zich op de throughput: het proces van de partnerschappen en de succes- en faalfactoren en leerprocessen die daarbinnen plaatsvinden. Er wordt dus niet gekeken naar de uitkomsten van de partnerschappen, en de effecten daarvan op de samenleving en de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe Oxfam Novib haar partnerschappen met het bedrijfsleven invult, en hoe deze beter kunnen worden georganiseerd, om op die manier de efficiency te vergroten. 13 Meer informatie over de organisatie, haar visie en doelstellingen, en de ontstaansgeschiedenis vindt u in bijlage 1, op p. 84 14 Website Oxfam Novib (8 augustus 2009) 15 Voor meer informatie over Oxfam Novib: zie bijlage 1, p. 84 7

RELEVANTIE In maatschappelijk opzicht wordt er vanuit de overheid veel nadruk op samenwerking gelegd om projecten te bewerkstelligen. Niet alleen op gebied van bijvoorbeeld infrastructuur, maar ook in de ontwikkelingssamenwerking en klimaatverandering. Een aantal jaren geleden is vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, de minister van Ontwikkelingssamenwerking, en het Directoraat Generaal Internationale Samenwerking (DGIS) een medefinancieringsstelsel (MFS) opgezet. Organisaties die zich in ontwikkelingslanden inzetten voor structurele armoedebestrijding kunnen vanuit de overheid subsidie krijgen. Dit kan in de vorm van thematische financiering, wanneer een organisatie zich inzet op thema s als HIV/Aids, sociaal culturele ontwikkeling, of milieu en water. Een andere vorm is de Brede Medefinanciering, waarbij sprake is van samenwerking met partnerorganisaties in Derde Wereldlanden. 16 Aanvankelijk mochten er vijf organisaties meedoen aan het stelsel. Onder minister van Ardenne werden de deuren geopend en konden alle ontwikkelingsorganisaties zich aanmelden voor deelname aan het budget. Er kwam een enorme groei van het aantal organisaties, tot ruim 80. Voor de periode 2011-2015 heeft minister Koenders besloten maximaal 30 organisaties te kiezen om het budget over te verdelen, om zo een einde [te] maken aan de versnippering. 17 Hoewel het MFS voor een groot deel hetzelfde blijft, gaan een aantal eisen veranderen. Zo moeten de organisaties 25% van de financiering van buiten het Ministerie halen, komt er meer nadruk op tussenrapportage en eindevaluatie, en een premie op samenwerking. 18 De minister denkt daarbij aan innovatieve samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven, kennisinstituten en migrantenorganisaties. 19 Partnerschappen tussen het bedrijfsleven en NGO s zijn dus zeer actueel, omdat er druk is vanuit de overheid. Andere gronden waarop de maatschappelijke relevantie is gestoeld zijn dat de Millennium Development Goals steeds dichterbij komen, steeds meer bedrijven maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, en de nadruk vanuit de overheid en internationale organen zoals de Verenigde Naties en de EU, op global civil society om samen te werken met het bedrijfsleven in de aanpak van global processes nog steeds groter wordt. 20 Als laatste is een onderzoek naar partnerschappen tussen publieke en private partners in maatschappelijk opzicht relevant omdat de grenzen tussen deze twee spelers steeds meer vervagen. Op het eerste gezicht lijken de partijen te botsen. Verschillen in culturen, waarden, normen, doelstellingen en werkwijzen spelen daarin een belangrijke rol. Juist het inzicht krijgen in de onderlinge verschillen, maar ook zeker de overeenkomsten, kan bijdragen aan het inzichtelijk maken wat deze partijen voor elkaar kunnen betekenen. Kennis over de onderlinge verhoudingen kan bijdragen aan het optimaliseren van de samenwerking, en daarmee in belangrijke mate bijdragen in het verbeteren van de rol die deze partijen voor de samenleving spelen. Ook in wetenschappelijk opzicht is dit onderzoek interessant. Het sluit aan op het vakgebied van publiek management. Partnerschappen tussen partijen uit de verschillende domeinen in de samenleving vallen onder interorganisationele relaties. In de huidige samenleving zijn verschillende partijen actief en is er sprake van een kennisintensieve context. De kennis is echter zeer verspreid, diffuus en oncontroleerbaar. Omdat geen van de partijen een monopolie heeft in deze kennis gaan zij interorganisatorische relaties aan om de krachten te bundelen. Dit is een nieuwe vorm van management van het publieke domein, en de complexe organisaties, problemen en omgevingen die zich daarbinnen bevinden. 21 16 Website Overheidsloket (27 maart 2009) 17 Koelé, T. (1 augustus 2009), Hulporganisaties vrezen voor budget, in: Volkskrant Binnenland Katern 18 Idem. 19 Bruning, E. (2009), De keuzes van Koenders, p.3 20 Kolk, A., R. van Tulder, E. Kostwinder (2008), p.262-264 21 Noordegraaf, M. (2004), Management in het publieke domein. Issues, instituties en instrumenten, p. 169-189

Op het gebied van publiek private samenwerking door de overheid in infrastructurele projecten is al veel bekend, echter, op het gebied van samenwerking tussen NGO s en marktpartijen op gebied van ontwikkelingssamenwerking heeft men nog maar beperkt kennis kunnen vergaren. Vooral op het gebied van efficiënte partnerschappen heeft men, als gevolg van nog slechts enkele afgeronde en geëvalueerde projecten, nog maar beperkte kennisbronnen beschikbaar. Het ontwikkelde model kan meer inzicht verschaffen in de ontwikkeling en evaluatie van partnerschappen, en de uitkomsten kunnen bijdragen aan de verbreding van kennis over partnerschappen tussen NGO s en private partijen. Tevens is er nog geen model om de processen van partnerschappen te toetsen. In dit onderzoek is een model ontworpen om de processen binnen partnerschappen te kunnen evalueren. Ook op die manier zal dit onderzoek een bijdrage leveren aan de wetenschap. De idee is dat wanneer er meer kennis en inzicht is in partnerschappen, de kansen en bedreigingen, en de processen, dit de partnerschappen ten goede zal komen. Echter, het hebben van meer en vitale kennis over partnerschappen is nog steeds geen garantie dat de uitkomst ook daadwerkelijk effectief zal zijn. Op de uitkomst zijn veel factoren van invloed, zowel beïnvloedbaar als onbeïnvloedbaar. Meer kennis kan wel bijdragen aan het positief kunnen bewerken en voorkomen van dergelijke risico s en bedreigingen, wat een positieve invloed kan hebben op de daadwerkelijke outcomes. Een succesvol partnerschap betekent een bijdrage aan een rechtvaardigere wereld zonder armoede, en dus een belangrijke bijdrage aan de maatschappij. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld dat een bedrijf als Verkade na een samenwerking met Oxfam Novib enkel nog Fair Trade chocolade gebruikt voor hun chocolade producten. VRAAGSTELLING EN INVULLING VAN HET ONDERZOEK Op basis van de hierboven geformuleerde probleemstelling kan de volgende onderzoeksvraag geformuleerd worden: Op welke wijze kunnen de partnerschappen tussen Oxfam Novib en private partijen meer efficiënt worden gemaakt op basis van lessen uit het verleden? Het onderzoek is evaluatief en focust zich daarin op de efficiency uit het bovenstaande model, dus op de kritische succes- en faalfactoren in de verschillende stadia die een partnerschap doorloopt. In het theoretisch kader wordt aandacht besteed aan fasen die partnerschappen doorlopen en succes- en faalfactoren daarin. Op basis daarvan is een model ontworpen aan de hand waarvan de empirie wordt getoetst. Het onderzoek toetst een dertiental partnerschappen op onderdelen als ontwerp, implementatie, evaluatie en monitoring, communicatie en formalisatie. De hoofdvraag kan opgesplitst worden in een aantal theoretische en empirische deelvragen. De theoretische deelvragen worden beantwoord in het theoretisch kader, de empirische deelvragen in de analyses van de partnerschappen. Theoretische deelvragen 1. Wat wordt verstaan onder een partnerschap? 2. Welke verschillende soorten partnerschappen kan men onderscheiden? 3. Wat zijn redenen om partnerschappen aan te gaan? 4. Welke stadia of fasen doorlopen partnerschappen? 5. Welke succes- en faalfactoren kunnen binnen partnerschappen onderscheiden worden? Empirische deelvragen 1. Welke partnerschappen zijn er tussen Oxfam Novib en de private sector? 9

2. Om wat voor soort partnerschap gaat het? 3. Welke stadia doorlopen de partnerschappen? 4. Welke succes- en faalfactoren zijn zichtbaar in de partnerschappen? 5. Wat is de invloed van deze factoren op de partnerschappen? LEESWIJZER Dit onderzoek omvat verschillende onderdelen. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de definitie van een partnerschap, de verschillende soorten partnerschappen die onderscheiden kunnen worden, en de redenen die de verschillende sectoren hebben om een cross-sector partnerschap aan te gaan. Ook worden in dit hoofdstuk de verschillende fasen die een partnerschap kan doorlopen en de succes- en faalfactoren gepresenteerd. Hoofdstuk twee omvat de methoden en technieken, waarin de theorieën uit het theoretisch kader en de onderzoeksvraag in meetbare vorm worden gegoten. Ook wordt in dit hoofdstuk aangegeven onder welke strategie dit onderzoek wordt uitgevoerd, en welke methoden en technieken gebruikt zijn. Tevens wordt de selectie van respondenten en cases onderbouwd, en wordt het schema gepresenteerd aan de hand waarvan de partnerschappen zijn getoetst. De analyse van de partnerschappen is verspreid over twee delen. In hoofdstuk 3 is een schematisch overzicht gemaakt van de uitkomsten van de analyses van de partnerschappen. Het uitgebreide verslag van de analyses is terug te vinden in bijlage 3. Na de schematische weergave van de partnerschappen volgen de conclusies, die opgebouwd zijn in twee delen: een deel met betrekking tot de partnerschappen, en een deel gericht op de organisatie en de plaats van de partnerschappen daarin. Het onderzoek wordt afgesloten met een discussie en de presentatie van mogelijkheden voor verder onderzoek. Tevens zijn er een aantal bijlagen toegevoegd, te weten een over de context van de organisatie Oxfam Novib, een over de geschiedenis van het ontstaan van partnerschappen, en een over de eerder genoemde uitgebreide analyses.

HOOFDSTUK 1 PARTNERSCHAPPEN IN THEORIE Het begrip partnerschap kent verschillende omschrijvingen en definities, en ook de invulling van een partnerschap kent vele variëteiten. In dit hoofdstuk staat het begrip partnerschap centraal, en zal worden ingegaan op de definitie, soorten partnerschappen en redenen om een partnerschap aan te gaan. Deze kennis is van belang omdat het de basis vormt voor de rest van het onderzoek en de keuzes die daarin zijn gemaakt. 1.1 DEFINITIE PARTNERSCHAP Het concept van partnerschappen kent een grote mate van variëteit en wordt vaak ad hoc gedefinieerd. 22 Met als gevolg dat er onduidelijkheid ontstaat over wat wel of niet een partnerschap is. Elk van de onderstaande definities omschrijft een partnerschap anders, kent het andere karakteristieken en randvoorwaarden toe. Zo stelt Brinkerhoff dat de ideale partnerschapsrelatie omschreven kan worden als a dynamic relationship among diverse actors, based on mutually agreed objectives, pursued through a shared understanding of the most rational division of labour based on the comparative advantage of each partner. Partnership encompasses mutual influence mutual respect, equal participation in decision-making, mutual accountability and transparency 23 De Nederlandse overheid omschrijft partnerschappen alsvolgt: Een partnerschap is een vrijwillige samenwerkingsovereenkomst tussen actoren uit de overheid- en nietoverheidssector (ngo s, markt), waarbij zij overeenkomen om samen te werken om een gemeenschappelijk doel te bereiken of een specifieke taak te verrichten, en de risico s, verantwoordelijkheden, middelen, competenties en opbrengsten te delen. 24 Door de Verenigde Naties wordt een partnerschap weer anders omschreven: Partnerships are commonly defined as voluntary and collaborative relationships between various parties, both State and non-state, in which all participants agree to work together to achieve a common purpose or undertake a specific task and to share risks, responsibilities, resources, competencies and benefits. 25 Andere definities zijn: A "partnership" is a voluntary cooperation agreement (though not without obligations), between stakeholders from at least two different groups (international governmental organization, government, business, non-governmental organization, knowledge or research institute), who work towards a common goal or specific task, and therefore share the risks, responsibilities, resources, competencies and benefits. 26 A cooperative venture between the public and private sectors, built on the expertise of each partner, that best meets clearly defined public needs through the appropriate allocation of resources, risks and rewards. 27 Een lange termijn relatie tussen twee of meer gelijkwaardige partners die een bepaalde competentie, kennis, mankracht, geld of middelen inbrengen en ontvangen; er is sprake van een proces, omdat bij voorbaat niet duidelijk is welke 22 Tulder, R. van, en E. Kostwinder (2007), p. 5 23 Idem. 24 (Auteur onbekend) (2005), Rapportage Publiek private partnerschappen BZ/OS (2005), p.1 25 Website Verenigde Naties Global Compact (geraadpleegd op: 29 maart 2009) 26 Website Partnerships.nl (geraadpleegd op: 17 maart 2009) 27 Website Canadian Counsil for public-private partnerships (geraadpleegd op: 17 maart 2009) 11

activiteiten/ programma s in het kader van het partnerschap zullen worden uitgevoerd; Het partnerschap heeft als doel concrete resultaten te behalen, die noodzakelijk zijn om de partners en hun stakeholders warm te houden voor de samenwerking; De partners moeten de wil hebben om niet alleen in goede tijden, maar ook in slechte tijden elkaar bij te staan. 28 Dit zijn slechts enkele van de talloze definities die er bestaan van partnerschappen. De definitie die hier gehanteerd zal worden luidt: Partnerships involve two or more organisations that enter into a collaborative arrangement based on: 1) synergistic goals and opportunities that address particular issues or deliver specified tasks that single organisations cannot accomplish on their own as effectively, and 2) whose individual organisations cannot purchase the appropriate resources or competencies purely through a market transaction 29 Deze definitie is tweeledig. Enerzijds moet er in een partnerschap sprake zijn van synergie in doelen en kansen. Dit houdt in dat twee of meer partijen samenwerken om een effect te kunnen sorteren dat groter is dan de som van de individuele effecten. Tevens betekent dit dat een partnerschap inhoudt dat de partijen het doel niet kunnen bereiken zonder samen te werken. Anderzijds stelt deze definitie dat er in een partnerschap sprake moet zijn van individuele organisaties die middelen in de samenwerking inbrengen die niet op de markt verkrijgbaar zijn, én die specifiek zijn voor de organisatie of het bedrijf. Voor dit onderzoek geldt dat partijen uit verschillende sectoren met elkaar samenwerken om een bepaald doel te kunnen bereiken. Daarnaast is een belangrijk element de vrijwillige basis waarop men het partnerschap aangaat. Ook deze elementen kunnen verwerkt worden in de definitie. Deze komt er dan als volgt uit te zien: Partnerships involve two or more organisations, state and non-state, that enter into a voluntary, collaborative arrangement based on: 1) synergistic goals and opportunities that address particular issues or deliver specified tasks that single organisations cannot accomplish on their own as effectively, and 2) whose individual organisations cannot purchase the appropriate resources or competencies purely through a market transaction, and 30 3) built on the expertise of each of the partners involved. 28 Meis, C.P.M. en J. van der Voort (2005), Duurzame partnerschappen in perspectief: samenwerken tussen bedrijven en nonprofit organisaties, in: Markant (nov. 2005), p. 5 29 Website AccountAbility (geraadpleegd op: 15 maart 2009) 30 Website AccountAbility (geraadpleegd op 15 maart 2009)

1.2 SOORTEN PARTNERSCHAPPEN De verschillende definities van partnerschappen geven al aan dat niet één partnerschap hetzelfde is. Partnerschappen zijn er in diverse samenstellingen, met verschillende doelen, looptijden, en invullingen. Grofweg kunnen drie niveaus onderscheiden worden binnen partnerschappen, met alle drie een andere focus van de samenwerking: Micro-partnerschappen, zijn projectgeoriënteerd en focussen op een specifieke sector, land of activiteit; Meso-partnerschappen, hebben tot doel de volledige sector of keten te beïnvloeden; Macro-partnerschappen hebben breed gestelde doelen, definiëren issues in de volle wijdte, en besteden aandacht aan meerdere interessevelden en kunnen daardoor meerdere landen of wereldwijde activiteiten omvatten. 31 Hoewel een NGO partnerschappen op deze verschillende niveaus aan kan gaan, zijn zij wel met elkaar verbonden. Beleid op macroniveau moet gebaseerd zijn op een erkenning en begrip van de realiteit op microniveau, de leefsituatie van mensen, en op mesoniveau, met verschillende sectoren of groepen uit de samenleving. Op mesoniveau wordt vaak gewerkt met best practices in instituties. Deze moeten gebaseerd zijn op de leefomstandigheden op microniveau, maar ook in lijn zijn met beleid op macroniveau. NGO s die activiteiten ontplooien op microniveau moeten enerzijds geworteld zijn in de samenleving en aansluiten bij de lokale vraag, maar tegelijkertijd ook rekening houden met het beleid op macroniveau, en proberen dit via mesoniveau te beïnvloeden. Deze verschillende vormen van partnerschap kunnen gecombineerd worden met de visie van Austin op de verschillende doelstellingen die partnerschappen met het bedrijfsleven kunnen hebben. Filantropie. Binnen deze eenzijdige benadering van filantropie kunnen twee typen onderscheiden worden: het bedrijf geeft geld, of in ruil voor donaties voor een ontwikkelingsproject wordt de naam van het bedrijf gebruikt bij promotie. Transactioneel. Deze rol is gerelateerd aan de core-business van het bedrijf. Het focust op het leveren van kennis of assistentie bij capaciteitsopbouw vanuit het bedrijf voor de partners. Bedrijfsontwikkeling. Austin noemt dit ook wel integratie. In deze vorm leidt het project tot het inzetten of verder ontwikkelen van verantwoorde bedrijven in andere delen van de wereld. 32 Macro-partnerschappen zijn gericht op integratie, meso-partnerschappen zijn transactioneel en partnerschappen op microniveau zijn transactioneel (in de zin dat ze sterk zijn verbonden met de core-business van het bedrijf) of filantropisch. 33 In de vorige paragraaf kwam naar voren dat er uiteenlopende definities bestaan van partnerschappen. Een partnerschap kan samengesteld zijn uit verschillende partijen in de driehoek: publiek, privaat of non-profit. Vanuit deze dimensie kunnen dan ook drie soorten partnerschappen onderscheiden worden: bi-partite publiek privaat, bi-partite privaat nonprofit, en tri-partite publiek privaat non-profit. 34 Bipartite publiek private partnerschappen zijn gericht op de voorziening van publieke goederen en diensten, bijvoorbeeld de aanleg van een weg; 31 Tulder, R. van en E. Kostwinder (2007), p. 15 32 Tulder, R. van en E. Kostwinder (2007), p. 15 33 Kolk, A., R. van Tulder, E. Kostwinder (2008), p.263 34 Idem. 13

Bipartite partnerschappen tussen private en non-profit partijen ontstaan door druk vanuit de samenleving naar meer verantwoord ondernemen door bedrijven en de oriëntatie op dit gebied door NGO s. Er kan daarin onderscheid gemaakt worden in filantropische partnerschappen waarbij geen direct effect is op de kernactiviteit van bedrijven, en strategische partnerschappen, die direct bijdragen aan de commerciële kernactiviteiten. De laatste vorm van partnerschappen, tripartite, omvat een samenwerking tussen drie partijen: NGO s, het bedrijfsleven en de overheid. In dit onderzoek staat de tweede vorm van samenwerking, bipartite partnerschappen tussen private partijen (zowel profit als non-profit) en civil society/non-profit partijen, centraal. 35 De inhoud hiervan kan zeer verschillend zijn, maar is bijna altijd gericht op één of meer terreinen van de drie P s: people, planet, profit. 36 1.3 REDENEN VOOR PARTNERSCHAPPEN 1.3.1 MARKTPARTIJEN Naast de eerder genoemde toegevoegde waarde die bedrijven hebben in de driehoek zijn er zijn verschillende redenen voor marktpartijen om een partnerschap aan te gaan. Ten eerste zien zij partnerschappen als een passende strategie om invulling te geven aan verantwoorde manieren van ondernemen. 37 Dit wordt ook wel strategische filantropie genoemd. Strategisch filantropie houdt in dat een bedrijf vormen van liefdadigheid onderdeel maakt van de algemene strategie: Onzelfzuchtige zorg voor het welzijn en de ontwikkeling van de mens, vaak merkbaar door schenkingen van geld, goederen of werk aan behoeftige personen, door het subsidiëren van instellingen op het gebied van educatie of gezondheidszorg of door vrijgevigheid aan andere sociaal nuttige doeleinden. 38 Het feit dat het strategisch is houdt in dat de filantropie ingepland zit in de complete lange termijnstrategie van de organisatie. Strategische filantropie komt voort uit de veranderende taak van de markt: Global businesses will find themselves increasingly intertwined with global politics, social and environmental issues that will force them to redefine their role 39 Deze taak is niet langer alleen business, maar omvat ook een verantwoordelijkheid naar de samenleving, dat verder gaat dan alleen activiteiten ontplooien om banen te genereren en winst te maken. 40 Corporate Social Responsibility (CSR) 41 is een invulling van strategische filantropie. CSR wordt omschreven als the commitment of business to pursue policies, make decisions and follow directions for actions that are congruent with the overriding objectives and values of the societies in which that business is embedded. 42 De kennis van bedrijven omtrent veranderingen in de samenleving, invloeden op het milieu, en manieren om meer verantwoord om te gaan met 35 Voor dit type samenwerking bestaan uiteenlopende termen, waaronder strategische samenwerking, allianties of multi-stakeholder-initiatieven wanneer meerdere partijen van beide sectoren betrokken zijn. 36Hupperts, P. en C. van Leenders (2003), Bedrijven en maatschappelijke organisaties: samenwerken voor duurzaam ondernemen, p.6 37 Rundall, P. (2000), The perils of partnership, in: Addiction (2000), 95 (10), p.1501 38 Van Dale Woordenboek 39 Loza, J. (Datum onbekend), Business Community Partnerships: The Case for Community Organization Capacity Building, p. 298 40 Bendell, J. (2000), p. 41 41 De Nederlandse term Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) komt op hetzelfde neer als CSR. MVO wordt omschreven als Een bedrijf neemt een zichtbare rol in de maatschappij op zie die verder gaat dan de corebusiness en dan waartoe de wet verplicht, en die leidt tot toegevoegde waarde voor het bedrijf en de maatschappij. (SER Rapport De winst van waarden, p.10). Hier zal gebruik gemaakt worden van de term Corporate Social Responsibility, omdat binnen de doelgroepen waarmee Oxfam Novib werkt en de in organisatie zelf deze term gehanteerd wordt. 42 Loza, J. (Datum onbekend), p. 298

deze elementen is vaak beperkt. NGO s zijn hierin juist gespecialiseerd, en daarin is dan ook de synergie gelegen waarover aan het begin van dit hoofdstuk werd gesproken. Ten tweede zijn op strategisch en operationeel niveau diverse belangrijke argumenten te vinden voor bedrijven om een partnerschap aan te gaan. Daarbij kan men allereerst denken aan het uitbreiden van de markt en het beschermen van producten. Daarnaast speelt het verwerven van nieuw personeel een rol, en ook werknemersmotivatie en risicomanagement vormen belangrijke motivaties voor marktpartijen om een partnerschap aan te gaan. Ook bedrijven zien namelijk in dat achterblijven ontwikkelen in Derdewereldlanden een stop zetten op de uitbreiding. Daarom is het belangrijk dat zij via partnerschappen toegang krijgen tot deze markten: For reasons of marketing, recruitment, employee motivation and risk management [ ] it s prudent to cultivate the public impression of a socially and environmentally responsible business. 43 Op dit niveau is een laatste reden voor marktpartijen om een partnerschap aan te gaan dat deze bij kunnen dragen aan toegang tot financiële bronnen en eventueel grondstoffen. De toegang tot grondstoffen en financiën, maar ook eerder genoemde markten en mankracht, kunnen vervolgens leiden innovatie, in de vorm van nieuwe kennis, informatie, producten en services, en tot mogelijke daling van R&D-kosten. Een voorbeeld hiervan is het partnerschap tussen Philips en de overheid, waarbij een lamp op zonne-energie werd ontwikkeld voor de landen in Afrika, waar het na zes uur s avonds donker is. 44 Een andere drijfveer achter partnerschappen omvat de public relations, of marketingstrategieën: Partnerships are public relations tools that provide businesses with much-needed credibility by linking their names to [ ] NGO s. 45 Door de naam van het bedrijf te verbinden aan dat van de NGO krijgt het bedrijf een verantwoord imago. Ook zal het de negatieve campagnes van andere NGO s stoppen of verminderen, waardoor het bedrijf een betere naam krijgt. De reden hierachter is dat NGO s over het algemeen geloofwaardiger zijn in hun standpunten voor het publiek dan bedrijven. 46 Op dit gebied is er een trend zichtbaar naar meer civil regulation. Civil society organisaties bepalen in belangrijke mate het beleid en gedrag van bedrijven. Zij maken hiervoor bepaalde standaarden die bedrijven al dan niet kunnen implementeren. Doen zij dit wel en zien zij de NGO als een kans, dan zitten er aan de samenwerking voordelen zoals marketing, motivatie van werknemers, etc. Wanneer een bedrijf besluit de standaarden niet te implementeren, komen de NGO s en andere civil society organisaties in actie met bijvoorbeeld boycots of directe campagnes. Dit kan een groot effect hebben op de verkoopcijfers, kosten en sociaal kapitaal. Met deze strategieën in handen, hebben de NGO s dus een belangrijke tool om bedrijven te kunnen beïnvloeden. 47 Ten vierde kan het betrekken van stakeholders via een partnerschap een reden vormen voor bedrijven om de samenwerking met NGO s op te zoeken. Op die manier kunnen ook derde partijen meer verantwoord worden gemaakt. Tevens zien marktpartijen de samenwerking in sommige gevallen ook als een external challenge, een uitdaging die zij kunnen behandelen als andere uitdagingen. 1.3.2 NGO Tot 1989 waren de meeste NGO s tegen de kapitalistische ontwikkelingen op mondiaal niveau en was er weinig samenwerking met marktpartijen. Sommige NGO s blijven ook in de huidige tijd tegen samenwerking met bedrijven. Anderen twijfelen aan de nieuwe hype die is ontstaan, en kijken sterk naar de negatieve kanten ervan, bijvoorbeeld de concurrentie tussen NGO s voor 43 Bendell, J. (1998), Beyond selfregulation: An introduction to Business-NGO relations and sustainable development, p. 5 44 OneWorld (2008), Oplaadbare zonnelamp voor tien mijoen Afrikanen, website OneWorld 45 Bendell, J. (1998), p. 5 46 Idem. 47 Idem, p.8 15

geld of samenwerking met een bepaald bedrijf, uitruil tegen wet-en regelgeving en het maken van zachte afspraken zonder de harde doelstellingen en controlemechanismen. 48 Echter, in toenemende mate werden bedrijven na 1989 gezien als deel van de oplossing, en niet langer als deel van het probleem. Een eerste belangrijke reden voor NGO s om partnerschappen met marktpartijen aan te gaan kwam al eerder aan bod, namelijk dat de Millenniumdoelstellingen waren opgesteld om middels samenwerking tussen verschillende partijen te behalen. NGO s realiseren zich dus ook dat zij marktpartijen nodig hebben, en dit vormt een belangrijke reden om partnerschappen op te starten. Daarbij komt als tweede reden dat de overheidssteun is teruggelopen en de continuïteit van NGO s in gevaar is. 49 Zij dienen middelen elders vandaan te halen. Deze ontwikkeling is duidelijk terug te zien in het beleid van Koenders, waarin een premie komt op samenwerking tussen NGO s en de marktsector. 50 De derde reden hangt nauw samen met de eerste twee. Gebleken is dat het realiseren van duurzame- en Millenniumdoelstellingen niet mogelijk is zonder steun van bedrijven. In een partnerschap dragen de partijen direct bij aan het doel waar de NGO voor staat, bijvoorbeeld mensenrechten, kinderen of armoedebestrijding, en markttransformaties naar meer duurzaamheid. De steun kan bestaan uit financiële middelen of inhoudelijke steun in de vorm van bijvoorbeeld technische kennis, managementervaring of marketing expertise. Zoals voor bedrijven geldt dat zij beperkte kennis hebben van maatschappelijke instellingen, zo geldt voor maatschappelijke instellingen dat zij slechts beperkte kennis hebben van de gang van zaken in het bedrijfsleven. Het uitwisselen van kennis en expertise kan daarom voor NGO s ook een meerwaarde vormen in de samenwerking met het bedrijfsleven. 51 Financiële en inhoudelijke steun vormen afzonderlijke redenen voor de samenwerking. Tevens geldt ook voor de NGO s dat zij toegang krijgen tot het netwerk van de bedrijven, en worden de profilering, zichtbaarheid en bekendheid door samenwerking vergroot. Daarnaast zijn er carrièrekansen, groeimogelijkheden en leercomponenten voor de huidige en toekomstige medewerkers. 52 Andere redenen zijn de toegang tot de afzetmarkten en ketens van bedrijven, groeiende invloed in de sector als geheel, hefboomwerking (door één bedrijf in de sector te beïnvloeden andere partijen in beweging brengen), en cross-fertilisation of thinking : het leren denken vanuit een andere sector of partij. 53 1.4 SUCCES- EN FAALFACTOREN IN PARTNERSCHAPPEN Er zijn nog relatief weinig afgeronde bi-partite partnerschappen tussen marktpartijen en NGO s, maar toch is er in de literatuur al een grote verscheidenheid te vinden aan factoren die een partnerschap al dan niet doen gelukken. Deze factoren bepalen niet per definitie of een partnerschap al dan niet succesvol afgerond wordt, want elk partnerschap is anders, met een ander doel, andere partners, andere locaties, en andere factoren. Daarnaast worden partnerschappen in belangrijke mate ook beïnvloed door externe invloeden, zoals crises of personen. De hieronder beschreven succes- en faalfactoren geven dus een indicatie van mogelijke positieve en negatieve elementen in partnerschappen, maar garanderen geen volledig succes. 48Hupperts, P. en C. van Leenders (2003), p. 23 49 Idem, p.24 50 Website politiek 2015 (geraadpleegd op 25 juli 2009) 51 Hupperts, P. en C. van Leenders (2003), p. 23 52 Kolk, A., R. van Tulder, E. Kostwinder (2008), p. 264 53 Elkington, J., S. Fennell (2000), p.150

1.4.1 HET DRIE-FASEN-MODEL Binnen partnerschappen kunnen verschillende fasen worden onderscheiden. Verscheidene auteurs en kennisinstellingen houden verschillende indelingen aan. De eenvoudigste indeling is die in drie fasen: start, uitvoering en evaluatie. In een partnerschap binnen het WSSD Public Private Partnership Program hanteren de ministeries van Buitenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid een model bestaande uit vier fasen 54 : Uit een studie naar duurzaam ondernemen en de rol van partnerschappen daarin, kwamen een aantal succes- en faalfactoren voor elk van de fasen uit het eerste model naar voren. 55 In de startfase van het partnerschap is het vinden van overeenstemming heel belangrijk. Een partnerschap opstarten kost vaak veel tijd. Partners moeten aan elkaar wennen, men moet open staan voor elkaar en samen zoeken naar gemeenschappelijk terrein. Succesfactoren in deze fase zijn goede persoonlijke contacten, pioniers in de organisatie, een selectie van alle mogelijke 54 Pfisterer, S. (2009), Factsheet. WSSD Public Private Partnership Program in Uganda, p. 3 55 Hupperts en Leenders voerden in samenwerking met universitaire hoofddocenten, duurzaamheidsdeskundigen en directeuren van kennisinstituten en organisaties op dit gebied een studie naar partnerschappen uit. Dit onderzoek bestond uit een deskresearch, een inventarisatie van bestaande inzichten en interviews met leidinggevenden van NGO s en bedrijven. 17

partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling, een haarbaar en aansprekend doel, gemeenschappelijk gewin voor alle betrokkenen, investeren in lange termijn relaties, brede verankering in de organisaties, overleg met collega bedrijven en NGO s, en als laatste een relatie met de missie, strategie en core-business van de beide partijen. Faalfactoren die genoemd worden zijn het buiten sluiten van partijen die het succes kunnen beïnvloeden, bedrijven betrekken die zich niet vrijwillig aan willen sluiten bij het initiatief, concurrentie tussen initiatieven of verwarring over het doel van de samenwerking, het doel is niet inpasbaar in de strategie van een van de partijen, wisseling van individuen, interne verdeeldheid of weerstand, en tot slot het ontbreken van overeenstemming over de basiscriteria en de focus van het partnerschap. In de uitvoeringsfase moet de relatie tussen de partijen intensief onderhouden worden. Een partnerschap is zogezegd geen statisch geheel, maar in voortdurend aan verandering onderhevig en moet daarom intensief begeleid worden. Ook wordt een partnerschap in deze fase steeds complexer. Succesfactoren die in deze fase genoemd worden zijn: monitoring van gedragscodes, afspraken en resultaten, continu aandacht voor doelstellingen, communicatie over voortgang, intensieve begeleiding en oog voor detail. Faalfactoren in deze fase worden gevormd door verzwakking van de inbedding in de organisaties, het vasthouden aan bestaande agenda s ondanks nieuwe inzichten, een niet goed meetbaar resultaat en andere partijen die het partnerschap dwarsbomen. De fase van afsluiting kan resulteren in het beëindigen van het partnerschap, of in het vernieuwen van de samenwerking op hetzelfde gebied of op een nieuw initiatief. Succesfactoren die veel voorkomen in deze fase zijn: het delen van succes door beide partijen, evaluatie van de doelen, aandacht voor mogelijkheden om uit te bouwen of te verdiepen, dialoog starten, en goede contractuele afspraken. Ook in deze fase komen faalfactoren naar voren, waaronder het risico dat een van de partijen met het succes op de loop gaat, er is beperkte organisatorische capaciteiten, een partnerschap wordt over een te korte periode beoordeeld, en concurrentie van het bedrijf of de NGO proberen zich te binden aan een van beiden. 56 1.4.2 HET TWAALF-FASEN-MODEL In 2003 heeft Tennyson (International Business Leaders Forum) een model opgezet waarin deze drie fasen nog verder zijn uitgesplitst (zie figuur 2). 57 De eerste fase, de opstart van het partnerschap, bestaat in het model van Tennyson uit zes verschillende fasen, te weten: verkennen, identificeren, bouwen, planning, management en middelen. De tweede fase, de uitvoering in het eerste model, omvat de implementatie en de monitoring, en de laatste fase bestaat uit de beoordeling, de evaluatie, institutionaliseren en het doorzetten dan wel beëindigen van het partnerschap. In het onderstaande figuur worden de twaalf fasen van Tennyson weergegeven. 58 Mijns inziens kunnen de succes- en faalfactoren die gepresenteerd werden in het model van start, uitvoering en evaluatie ook toegepast worden op het model van Tennyson. Het model van Tennyson is, in tegenstelling tot het model van drie fasen, niet wetenschappelijk bewezen. 59 Het model wordt in dit onderzoek gehanteerd als bijdrage aan het ontwikkelen van een normatief kader, waaraan de empirie zal worden getoetst. Het gevolg van deze constatering is dat de uitkomsten van dit onderzoek ook niet per definitie wetenschappelijk zijn, en in verder onderzoek bewezen moeten worden. In de onderstaande beschrijving van de twaalf fasen worden de succes- en faalfactoren van Hupperts en Leenders toegepast op de verschillende fasen uit het model van Tennyson. 56 Hupperts, P. en C. van Leenders (2003), vanaf p.30 57 Zie: Tennyson, R. (2003), The partnering Toolbook, p.4 58 Figuur 2 geeft de door mijzelf vertaalde versie van het schema van Tennyson weer 59 Tulder, R. van, Position Paper Partnerships for Development, in: Partnerships for development Second Max Havelaar Lecture (2008), p.17

FIGUUR 1 PARTNERSCHAP IN TWAALF FASEN 60 60 Het twaalf-fasen-model biedt enkel richtlijnen. Elk partnerschap volgt een eigen uniek pad. Het is belangrijk te realiseren dat elk van de bovenstaande fasen een belangrijk onderdeel van het partnerschap vormt. Om het partnerschap in balans te houden en de doelen te kunnen bereiken dienen alle fasen voldoende rekenschap te krijgen. 19

Fase 1 Verkenning Een uitdaging, daar begint het mee. In de fase van verkenning gaat men onderzoeken wat de uitdaging precies omvat en hoe deze aangepakt kan worden. Men verzamelt informatie, doet eventueel onderzoek en gaat te raden bij stakeholders en externe partijen die in de benodigde middelen zouden kunnen voorzien. Ook wordt in de verkenningsfase al een aanspreekbaar en haalbaar doel opgesteld. De uitdaging kan zowel beginnen bij het bedrijf als bij de NGO. Beide partijen kunnen elkaar benaderen met de vraag om een bijdrage te leveren aan het doel. Vaak begint een uitdaging bij pioniers in de organisatie. Pioniers zijn medewerkers van een bedrijf of NGO die de moed hebben om een project te starten, daarvoor draagvlak te creëren en risico s durven te nemen. De aanwezigheid van dergelijke personen in de organisatie vormen dus een succesfactor in de verkenningsfase van een partnerschap. Daarnaast bieden goede persoonlijke contacten binnen organisaties en met de buiten wereld een uitkomst voor het vinden van mogelijke partners, en om samen iets op te starten. Bij uitstek dus van belang in deze fase. Een andere belangrijke succesfactor in deze fase is wel dat er sprake moet zijn van vrijwillige samenwerking. Onvrijwillige samenwerking en een gebrek aan betrokkenheid worden gezien als belangrijke faalfactoren in partnerschappen. 61 De partner(s) kunnen meerdere partijen in deze fase benaderen om op deze manier zicht te krijgen op de mogelijke kandidaten, om zodoende de met de meest geschikte partij in zee te kunnen gaan. Bedrijven die het succes zouden kunnen beïnvloeden moeten niet uitgesloten worden, maar direct of indirect onderdeel gemaakt worden van het partnerschap. Ook concurrentie tussen initiatieven of verwarring over het uiteindelijke doel moet vermeden worden, omdat dit een faalfactor kan vormen. Het gaat er om dat een doel bereikt wordt, niet of het sneller bereikt wordt, of beter is dan een ander initiatief. Fase 2 Identificeren The strongest partnerships are those that have drawn together the best set of partner organizations. 62 De twee sectoren, privaat en civil society, verschillen in meerdere opzichten van elkaar (zie bijlage 2, p. 91). De verschillen zijn divers en belangrijk, en kunnen eenvoudig leiden tot het falen van het partnerschap. Daarom is een zorgvuldige selectie en identificatie van partners belangrijk. Na de verkenning van de complexiteit van het probleem en het opstellen van een doel bestaat daarom de volgende stap uit 63 : identificeren welke type partnerorganisaties waarde zouden toevoegen; de reikwijdte aan beschikbare opties onderzoeken, gebaseerd op bestaande contacten of door nieuwe aan te boren; De meest passende partners selecteren en hun betrokkenheid garanderen Het opzetten van een partnerschap en het vinden van overeenstemming tussen de partijen vergt vaak veel tijd en energie. Men moet aan elkaar wennen, voor elkaar open staan, de sectoren moeten de onderlinge verschillen accepteren en daarin een goede balans vinden. Belangrijk is daarbij om mee te nemen dat geen enkele partner perfect is. Waar men in deze fase naar zoekt is een partner die zo goed mogelijk bij kan dragen aan de doelstellingen van het partnerschap, en waar tevens een relatie te vinden is tussen het partnerschap en de missie, strategie en core- 61 Hupperts, P. en C. van Leenders (2003), vanaf p.30 62 Tennyson, R. (2003), The partnering toolbook, p. 9 63 Idem.