Kaderbrief Gemeente Middelburg

Vergelijkbare documenten
Bijlage 9 Overzicht van baten en lasten per taakveld

Sytzo van der Schaaf /Wim Bakker Sietze van de Berg /Hans Smit Rein Hogendorf Allen Lid commissie BBV FAMO - flitsbijeenkomsten 12, 16 en 25 november

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

4e wijziging. Programmabegroting

Raadsvoorstel agendapunt

Voorstellen: vernieuwing begroting en verantwoording

memo INT PROGRAMMA 1 ZORG EN ONDERSTEUNING

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

BEGROTING 2017 PRESENTATIE

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Programmabegroting Versie:

Onderwerp : Vernieuwing wetgeving BBV

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus AA SPIJKENISSE

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Begrotingsanalyse 2017 Bloemendaal

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

Kaders Financieel gezond Brummen

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bestuursrapportage 2016

Bijlage 3 Technische wijzigingen (Bedragen in euro's, een lagere last of bate wordt weergegeven met een minteken *)

Provincie Noord-Holland

Inloopavond. 10 oktober 2016

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

UITGANGSPUNTEN voor de Programmabegroting

GR-taken: Aanvullende diensten:

Totaal

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Provincie Noord-Holland

Raadsvoorstel Zaak :

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Gemeentefinanciën Presentatie voor raadsleden 10 april 2018

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

BIEO Begroting in één oogopslag

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Toelichting Overzicht baten en lasten ( > ) 2017 inclusief overzicht incidentele baten en lasten

Inzicht verkrijgen kost tijd, geen inzicht hebben kost kapitalen

Themaraad financiën 3 april

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Presentatie Begrotingsscan Gemeente Vlissingen

provincie limburg FIN / De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT

Vernieuwing Besluit Begroten en Verantwoorden, implicaties voor concerncontrol

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Te berikken effekt De raadsvergadering waarin de programmabegroting 2013 wordt vastgesteld wordt niet belast met discussies over kaders.

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser

Deel II Financiële begroting

Programma 10. Financiën

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Nieuwegein. Gemeenteraad. Raadsvoorstel Afdeling Financiën. 1 Onderwerp. Programmabegroting Gevraagd besluit

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

Aan de gemeenteraad van Ridderkerk. Betreft: Aanbieding Programmabegroting 2015 en Collegeprogramma. Geachte raadsleden,

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Gemeentefinanciën Delft

BEGROTINGSCIRCULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Kaders begroting III Financiële beschouwing begroting 2014 en meerjarenraming 4

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Financieel toezicht in Gelderland

GEME. VeiligheidsRegio 2 0 NOV Zeeland. AfdeHng(e Afdoen/advies Kennisnemsr»;i «, r t h. Ontwerp- 4 e begrotingswijziging 2013

Factsheet. Jeugdhulpbudget voogdij en 18+

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Kaderbrief Gemeente Middelburg

(pagina 3) (pagina 6)

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

15 maart Begrotingswijziging

1e Bestuursrapportage

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Raadsvergadering. 12 mei

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Begroting 2018 Orionis Walcheren

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld.

Documentnummer:* * * * Voorstel aan de Raad. Onderwerp : Programmabegroting 2015

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

categotie/ agendanr

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst

$çmxffin LUTD. Prgvrncï HorrAND. 1. Uniforme taakvelden: betrouwbare informatie voor interne sturing en externe vergelijkbaarheid

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 26 september 2014

zaaknummer

Besluit Raad Nr. Datum 0 5 JUL 2016

Jaarstukken Versie:

Transcriptie:

Kaderbrief 2017-2020 Gemeente Middelburg Inleiding Deze Kaderbrief is het startsein voor de begroting 2017 en de meerjarenramingen t/m 2020. In deze brief worden de financiële kaders geschetst die de basis vormen voor het opstellen van de begroting 2017 en de meerjarenramingen t/m 2020. Net als afgelopen jaren kiezen we voor een Kaderbrief in plaats van een Kadernota. Ook dit jaar zijn de kaders namelijk beleidsarm opgesteld en daarom worden geen nieuwe beleidsmatige wensen voorgesteld. Uit deze brief blijkt dat voor de laatste jaren van de meerjarenbegroting sprake is van een positieve tendens. Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat er in de periode t/m 2020 weinig ruimte is voor nieuw beleid. U ziet dat terug in de cijfers bij het financieel perspectief. Tegelijk zijn we bezig met een traject waarin beleidsmatige overwegingen aan de orde komen: de heroriëntatie gemeentelijke taken. Ook komend jaar loopt de heroriëntatie gemeentelijke taken door. In 2016 worden verkennende gesprekken gevoerd met betrokken partijen over verschillende taken. Op basis van de uitkomsten van deze verkenningen wordt een vervolgvoorstel per taak aan de raad voorgelegd. Dan zal worden gewerkt aan de daadwerkelijke verandering in rolopvatting of samenwerkingsvorm op bepaalde taken. Het proces van heroriëntatie gemeentelijke taken is niet ingegeven door financiële motieven, maar het is ook niet uitgesloten dat het proces voor bepaalde taken wel financiële gevolgen heeft. Indien dat het geval is zal dat in volgende p&c producten worden vermeld. Ook leest u in deze Kaderbrief welke wijzigingen in de begroting worden doorgevoerd als gevolg van wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting 2017-2020 De meerjarenbegroting 2017-2020 zal worden opgesteld met inachtneming van de volgende uitgangspunten: (de percentages geven de mutatie aan ten opzichte van het voorgaande jaar) Tabel 1: Kerngetallen Omschrijving 2017 2018 2019 2020 Prijsverhogingen/inflatiecorrectie (o.b.v. de Ombuigingen 2014-2017 worden de materiële budgetten niet aangepast voor de inflatie in 2017) 0 % 1 % 1 % 1 % Loonkostenstijging 2 % 2 % 2 % 2 % Subsidies (o.b.v. de Ombuigingen 2014-2017 worden de subsidies niet aangepast voor de inflatie in 2017) 0 % 1,5 % 1,5 % 1,5 % Rente nieuwe investeringen 2,75 % 2,75 % 2,75 % 2,75 % Verhoging tarieven belastingen 1,5 % 1,5 % 1,5 % 1,5 % Verhoging tarieven overige inkomsten 1,5 % 1,5 % 1,5 % 1,5 % Wijziging bijdrage gemeenschappelijke regelingen - 1 % 0,50 % 0,50 % 0,50 % Aantal inwoners per 1 januari 48.115 48.315 48.515 48.715 Aantal woningen per 1 januari 23.302 23.440 23.580 23.760

2 van 15 Financieel perspectief 2017-2020 Na een jarenlange periode van economische krimp is er sinds ruim een jaar sprake van een voorzichtig herstel van de economie. In 2015 bedroeg de groei van de economie bijna 2%, voor 2016 wordt nog een iets hogere groei verwacht. Daarmee lijkt de Nederlandse economie zich langzaam te herstellen van de crisis van de afgelopen jaren. Of dit optimistische beeld zich ook op korte termijn vertaalt naar het niveau van de lagere overheid is op dit moment nog onduidelijk. Normaal gesproken hebben macro-economische ontwikkelingen, zowel positief als negatief, met een behoorlijke vertraging effect op de publieke sector in het algemeen en de lokale overheid in het bijzonder. In vergelijking met voorgaande jaren is er wel duidelijk sprake van een meer hoopgevende ontwikkeling. Het college hecht aan een gezonde financiële positie. In het Werkprogramma 2014-2018 is dan ook opgenomen dat er binnen de vierjaarstermijn van de meerjarenbegroting sprake moet zijn van duurzaam financieel evenwicht. Om dat te bereiken hebben we als gemeente de afgelopen jaren ongeveer 23 mln. bezuinigd. Nagenoeg dit hele bedrag is structureel uit de begroting gehaald. De uitvoering van die besluiten loopt nog door t/m 2018. Door die bezuinigingen is voor een groot aantal activiteiten het budget neerwaarts bijgesteld, hetgeen voor nagenoeg iedereen merkbaar is. Mede door die bezuinigingen maar zeer zeker ook als gevolg van de door het Rijk in 2015 overgedragen taken, is de financiële huishouding steeds complexer geworden. Het college wil dan ook zo transparant en informatief mogelijk zijn om de gemeenteraad volledig op de hoogte te houden van de financiële ontwikkelingen en (on)mogelijkheden. Na de periode waarin de verschillende bezuinigingsrondes elkaar snel opvolgden, lijkt het perspectief voor de begroting voor de jaren t/m 2020 gunstiger, onder meer door de lage rentestand en de lage inflatie. Het meerjarenperspectief laat vanaf 2019 een bescheiden positief resultaat zien. Er is echter een aantal zaken waarover wij ook de komende jaren zorgen blijven houden. Dat zijn met name de hoge schuldpositie van de gemeente, de positie van het grondbedrijf, het nagenoeg ontbreken van ruimte voor nieuwe investeringen en de ontwikkeling van de weerstandsratio, waarvan de verwachting is dat deze pas vanaf 2019 zich weer op het minimumniveau van 1 zal bevinden. Wij stellen ons dan ook op het standpunt dat vrijkomende incidentele middelen in eerste instantie worden bestemd voor verbetering van de weerstandscapaciteit en verdere afbouw van de schuldpositie. In tabel 2 Financieel perspectief 2017-2020 is de meest actuele stand van zaken vermeld. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat in de nu gepresenteerde cijfers nog geen rekening gehouden kon worden met de meicirculaire 2016 algemene uitkering en dat ook de uitkomsten van de 1 e Bestuursrapportage nog niet konden worden verwerkt. In de tabel wordt weergegeven wat de stand van zaken is op basis van de doorrekening van het bestaand beleid, de nu bekende ontwikkeling van de algemene uitkering en het aanpassen van de budgetten aan de verwachte inflatieontwikkeling. Aan de hand van deze tabel worden de afzonderlijke onderdelen daarop toegelicht. Het college stelt voor om voor de komende jaren geen andere nieuwe zaken op te nemen in de meerjarenbegroting. Prioriteit wordt gegeven aan het op orde brengen van de gemeentelijke financiën, waarbij het belangrijkste uitgangspunt een structureel sluitende meerjarenbegroting is. Bij het opstellen van de begroting moeten we daarvoor rekening houden met de uitgangspunten zoals Gedeputeerde Staten (GS) die hanteren in hun rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën. Na een periode waarin de gemeente onder preventief toezicht is geplaatst, stelt het college zich ten doel in november a.s. de gemeenteraad een begroting aan te bieden die voldoet aan de voorwaarden om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. Die voorwaarden zijn:

3 van 15 1. De begroting 2017 dient naar het oordeel van GS structureel en reëel in evenwicht zijn. Als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2020 tot stand zal komen; 2. De jaarrekening 2015 behoort structureel en reëel in evenwicht te zijn; 3. De toezichthouder moet de jaarrekening en de begroting tijdig ontvangen. Extra aandacht heeft de Provincie voor sluitende meerjarenperspectieven die steeds een jaar opschuiven. Hiermee wordt bedoeld dat het structureel financieel evenwicht van de meerjarenbegroting niet steeds bij iedere volgende meerjarenbegroting doorschuift naar het laatste jaar van de periode. Bij de in november jl. vastgestelde meerjarenbegroting 2016-2019 gingen we uit van structureel evenwicht vanaf 2019. Daarom mag er in de komende meerjarenbegroting geen sprake van zijn dat de meerjarenbegroting pas in 2020 in evenwicht is.

4 van 15 Tabel 2: Financieel perspectief (bedragen x 1.000) (+ = voordeel, - = nadeel) 2017 2018 2019 2020 Stand na vaststellen Meerjarenbegroting 2017-2019 (excl. mutaties algemene reserve) -1.797-419 790 790 Gedekt ten laste van de algemene reserve 1.797 419 Actualisatie budgetten bestaand beleid -736-894 624 1.344 Beginstand meerjarenbegroting 2017-2020 -736-894 1.414 2.134 Mutaties meerjarenbegroting 2017-2020 Correctie structurele dekking bezuiniging Bedrijfsvoering Orionis -240-360 -480-480 Te betalen Vennootschapsbelasting -235-235 -235-235 Huur Units Nehalennia -26-91 -74 Vervanging bollards door kentekenherkenningssysteem -70-70 -70-70 Verlaging onvoorzien Ombuigingen 2015-2018 t.b.v. vervanging bollards 70 70 70 70 Geprognostiseerde tekorten Sociaal Domein (WMO en Jeugdzorg) -786-1.021-1.075-1.075 Bijdrage aan gemeente Veere overhead externe medewerkers Porthos -313-313 -313-313 Reeds gedekte verlaging rijksvergoeding Jeugd (Bezuinigingen 2016-2019) 700 700 350 350 Doelstelling terugdringen tekorten Jeugdzorg 399 634 1.038 1.038 Resultaat overheadverrekening Samenwerkingen (gemeentelijk personeel) 277 252 244 244 Verhogen budget wegenbeheersplan -250-500 -750-1.000 Onkruidbestrijding op verhardingen p.m. p.m. p.m. p.m. Uitkomsten meicirculaire 2016 gemeentefonds p.m. p.m. p.m. p.m. Structurele doorwerking mutaties 1e Bestuursrapportage 2016 p.m. p.m. p.m. p.m. Saldi meerjarenbegroting 2017-2020 -1.210-1.828 119 663

5 van 15 Stand na vaststellen Begroting/meerjarenbegroting 2016-2019 De door gemeenteraad vastgestelde begroting 2016/meerjarenbegroting 2017-2019, vertoonde de saldi zoals die hier zijn weergegeven. Voor de dekking van de tekorten in de jaren 2017 en 2018 wordt een beroep gedaan op de algemene reserve. Voor de jaren vanaf 2019 werd, op basis van de cijfers van de begroting en de doorwerking van de bezuinigingsmaatregelen, een overschot verwacht van 790.000. Dit structurele bedrag wordt nu betrokken bij de opstelling van de. Actualisatie budgetten bestaand beleid Uitgangspunt voor de doorrekening zijn de ramingen van de begroting 2016, de posten uit de jaarschijven 2017 t/m 2019 van de vorige meerjarenbegroting en de posten uit de Ombuigingsnota 2014-2017 (fase 3), de tussenrapportage Ombuigingen fase 4 en de Bezuinigingen 2016-2019. Waar nodig zijn de ramingen geactualiseerd naar het niveau van het verwachte loon- en prijspeil voor de komende jaren zoals aangegeven in tabel 1. Daarnaast zijn de kapitaallasten op basis van de meest recente gegevens opnieuw berekend en zijn de ramingen van de vervangingsinvesteringen en areaalaccressen bijgewerkt. Mutaties meerjarenbegroting 2017-2020 Taakstellende bezuiniging bedrijfsvoering Orionis Bij de Bezuinigingen 2016-2019 is besloten een taakstelling op te nemen om de gemeentelijke bijdrage voor de bedrijfsvoeringskosten Orionis met ingang van 2016 met 120.000 en oplopend tot 480.000 per jaar vanaf 2019 te verlagen. De consequenties van dit besluit moesten door Orionis in beeld worden gebracht. Tot nu toe is dat niet gebeurd. Mogelijk dat het deze zomer uit te voeren verdiepend onderzoek handvatten biedt om de realiteitswaarde en de concrete invulling van deze taakstelling nader te onderbouwen. Zolang hierover echter geen duidelijkheid bestaat, kan deze bezuiniging niet als structurele dekking worden aangemerkt. Om die reden en omdat een dergelijke taakstelling door de Provincie in het kader van het financieel toezicht niet wordt geaccepteerd, wordt deze post in het financieel overzicht nu als negatieve raming opgenomen. Daarmee blijft de aan Orionis opgelegde taakstelling wel gehandhaafd, maar telt die vooralsnog niet mee voor bepaling van het structureel en reëel begrotingsevenwicht. Vennootschapsbelasting Vanaf 2016 zijn de gemeenten belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Hierdoor moeten zij belasting betalen over de fiscale winst die zij met ondernemingsactiviteiten maken. Voor Middelburg betreft het activiteiten als bijv. het crematorium, het grondbedrijf, exploitatie parkeergarages, inzamelen bedrijfsafval en accommodatieverhuur. Het doel van de wetswijziging is om oneerlijke concurrentie tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke ondernemingen weg te nemen. Hiermee komt het Rijk tegemoet aan bezwaren van de Europese Commissie. De vennootschapsbelastingplicht heeft budgettaire gevolgen en zorgt voor een toename van de administratieve lasten. Omdat pas na afloop van 2016 duidelijk wordt hoe zwaar de Vpb-belastingdruk is, is een inschatting gemaakt van de financiële effecten. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bedrag van ca. 235.000 per jaar. Dit bedrag kan fluctueren omdat de hoogte afhankelijk is van het behaalde exploitatieresultaat. In dit bedrag is niet de verschuldigde Vpb over de grondbedrijf activiteiten opgenomen, omdat dit binnen de financiering van het grondbedrijf zal worden gedekt. Bollards binnenstad Bij de Ombuigingen 2015-2018 is besloten de huidige bollards in de binnenstad na het verstrijken van de levensduur niet meer te vervangen en hiervoor een lichte vorm van toezicht in de plaats te stellen. In

6 van 15 afwachting van de definitieve buitengebruikstelling is een proef gehouden door de bollards in neergelaten stand te laten staan. Tijdens die proefperiode was er beperkte inzet op handhaving door de gemeentelijke BOA s. De politie heeft niet actief gehandhaafd op overtredingen in het voetgangersgebied. De belangrijkste constatering van de proefperiode was dat de verkeersmaatregelen in het voetgangersgebied werden overtreden. Zowel bij de gemeente als bij de politie zijn er veel klachten binnengekomen over de verkeersoverlast en onveiligheid in het kernwinkelgebied. Vanwege het grote aantal overtredingen en de beperkte mogelijkheden tot inzet van politie en BOA s was er op het gebied van autovrijhouden van het kernwinkelgebied sprake van een onwenselijke situatie. Om die reden is de proef met het buitenwerking stellen van de bollards voortijdig beëindigd. De conclusie is dan ook dat het zonder bollards of een ander systeem haast onmogelijk is om het kernwinkelgebied autovrij te houden. De huidige bollards zijn echter technisch afgeschreven en vertonen veel storingen, hetgeen leidt tot hoge onderhoudskosten. Gelet op de resultaten van de proef, de verkeersveiligheid van voetgangers en het behoud van de leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van de binnenstad, stellen wij voor een bedrag van 70.000 per jaar te reserveren voor het invoeren van een systeem van handhaving door middel van kentekenherkenning met camera s. Na de zomer 2016 zal hiervoor een voorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Omdat het hier gaat om het niet kunnen realiseren van een ombuiging, kan voor dekking van het bedrag van 70.000 een beroep gedaan worden op de post Onvoorzien binnen de Ombuigingen 2015-2018. Op die post is structureel 263.000 beschikbaar. Sociaal Domein, taken WMO en jeugd Sinds ruim een jaar zijn de gemeenten belast met belangrijke nieuwe taken op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdzorg. Met kwartaalrapportages zijn de Walcherse gemeenteraden op de hoogte gehouden van de uitvoering van die door het Rijk overgedragen taken en budgetten. Nu het eerste jaar is verstreken, is meer duidelijkheid ontstaan over de financiële contouren waarbinnen deze taken worden uitgevoerd. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat de voor 2015 door het Rijk aan de gemeente beschikbaar gestelde budgetten op basis van historische gegevens zijn bepaald. Vanaf 2016 wordt gewerkt met budgetten volgens het objectief verdeelmodel. De komende jaren worden beleid en uitvoering van de nieuwe taken verder gemonitord en bijgestuurd waar dat mogelijk en nodig is. Met de gegevens uit de 4 e Kwartaalrapportage Sociaal Domein 2015 als uitgangspunt heeft voor de komende jaren een extrapolatie van die cijfers 2015 plaatsgevonden. Daarbij is rekening gehouden met de verdergaande bezuinigingen die het Rijk de komende jaren doorvoert in het Sociaal Domein. Uit die kwartaalrapportage blijkt, en dat is ook de verwachting voor de komende jaren, dat Middelburg één van de gemeenten is die fors tekort komen op het macrobudget Jeugd. Omdat de cijfers voor komende jaren zijn gebaseerd op de ervaringen van 2015, kan het zijn dat de werkelijke kosten voor 2016 en verder afwijken van deze prognose, zowel in positieve als negatieve zijn. Voor de Jeugdzorg worden op basis van die veronderstellingen tekorten verwacht die op jaarbasis ca. 1,8 mln. zullen bedragen, ongeveer 15% van het budget. Weliswaar kan dit bedrag deels worden gecompenseerd met de verwachte overschotten op de uitvoering van de WMO-taken, maar ook dan resteren tekorten van ca. 1 mln. per jaar. Bij de Bezuinigingen 2016-2019 is hier al deels op geanticipeerd en is besloten van de tekorten Jeugd in de jaren 2016 t/m 2018 700.000 voor rekening van de algemene middelen te nemen en structureel vanaf 2019 een bedrag van 350.000 per jaar. In de 4 e kwartaalrapportage 2015 was nog een p.m. post opgenomen voor bijkomende kosten van de uitvoeringsorganisatie Porthos van de van MEE Zeeland overgekomen medewerkers. Deze kosten voor

7 van 15 bijv. huisvesting, ICT en andere ondersteunende taken, worden nu voor de komende jaren geraamd op 313.000 per jaar. De bijgestelde financiële resultaten van de taken WMO en Jeugd worden voor de komende jaren dan als volgt: Omschrijving 2017 2018 2019 2020 WMO oud -120.000-120.000-120.000-120.000 WMO nieuw 802.000 512.000 440.000 440.000 Eigen bijdragen WMO 420.000 420.000 420.000 420.000 Jeugdzorg -1.888.000-1.833.000-1.815.000-1.815.000 Bijdrage Porthos indirecte kosten voormalige MEE-medewerkers -313.000-313.000-313.000-313.000 Verwachte tekorten -1.099.000-1.334.000-1.388.000-1.388.000 Reeds gedekt bij Bezuinigingen 2016-2019 700.000 700.000 350.000 350.000 Resterende tekorten -399.000-634.000-1.038.000-1.038.000 Omdat er vanaf 2016 voor de verrekening van de tekorten Jeugdzorg geen sprake meer is van solidariteit tussen de Zeeuwse gemeenten, komen de geprognotiseerde tekorten volledig voor rekening van onze gemeente. In vergelijking met de andere Zeeuwse gemeenten is het forse tekort op de Jeugdzorg bij Middelburg opvallend. Bij alle andere Zeeuwse gemeenten is er sprake van een veel lager tekort of zelfs een overschot. De vraag is dan ook wat de oorzaak is van het afwijkende beeld in Middelburg en welke maatregelen mogelijk zijn om het tekort terug te brengen. Uit een eerste voorlopig onderzoek blijkt dat er een paar redenen zijn aan te wijzen voor de hoge uitgaven Jeugdzorg in Middelburg. Deze hebben vooral te maken met een mogelijk onjuiste toepassing van het woonplaatsbeginsel en het feit dat Middelburg een centrumfunctie vervult waardoor relatief veel jeugdigen met een jeugdzorgvraag in onze gemeente wonen. De verdeling van de budgetten volgt de uitgangspunten van het woonplaatsbeginsel. Dit stelt op hoofdlijnen dat de gemeente waar de ouder met het bevoegd gezag woont verantwoordelijk is voor de financiering van de jeugdhulp. Omdat de woonplaats van het bevoegd gezag (ouders) bepalend is welke gemeente de hulp moet betalen, is het van groot belang dat de zorginstelling de factuur naar de juiste gemeente stuurt. Uit een analyse van in Middelburg wonende jeugdigen met jeugdhulp blijkt dat gedurende het zorgtraject regelmatig van woonplaats wordt gewisseld en ook dat gedurende het zorgtraject het bevoegd gezag wisselt (bijv. in geval van echtscheiding van de ouders) of dat degene met het bevoegd gezag verhuist naar een andere gemeente. De vraag is dan ook of in alle gevallen de zorginstellingen de kosten bij de juiste gemeente hebben gefactureerd, i.c. of het woonplaatsbeginsel correct is toegepast. Om hier antwoord op te krijgen wordt een nader onderzoek ingesteld en hiervoor worden alle Middelburgse dossiers doorgenomen. Jongeren met een voogdijmaatregel of jongeren van 18 jaar en ouder hebben geen ouder die het gezag uitoefent. In dat geval bepaalt de werkelijke verblijfplaats van de jeugdige welke gemeente de hulp financiert. Deze jeugdigen zijn niet gelijk over het land verdeeld. Gemeenten zoals Middelburg met één of meerdere jeugdinstellingen hebben daardoor relatief veel van deze jeugdigen en maken voor deze groep hoge kosten. Deze gemeenten kunnen geen (preventief) beleid voeren om de inzet van deze zware zorg te beperken, omdat de jeugdigen in veel gevallen voorheen in een andere gemeente woonden. Voor deze groep is verdeling van het jeugdhulpbudget op basis van een objectief verdeelmodel niet passend. Het Rijk

8 van 15 erkent dit en heeft besloten om vanaf 2017 de verdeling van de middelen voor deze groep te baseren op het daadwerkelijke zorggebruik van eerdere jaren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de sinds 2015 beschikbare beleidsinformatie Jeugd. De verdeling van het budget zal gebaseerd worden op meer recente informatie. Voor het budget 2017 is het werkelijk zorggebruik 2015 bepalend. Verwacht wordt dat de administratieve correctie van onjuiste toepassing van het woonplaatsbeginsel en de gewijzigde financieringssystematiek voor Middelburg aanzienlijke positieve effecten heeft. Het is echter nog te vroeg om deze te kunnen kwantificeren. Hiervoor is nader onderzoek nodig en voor de hoogte van de uitkering moeten de circulaires van het Rijk worden afgewacht. Mocht dan onverhoopt blijken dat er voor Middelburg ook met de nieuwe financieringswijze nog steeds sprake is van discrepantie tussen de kosten en de rijksbijdrage, dan ligt het voor de hand om daarvoor het Rijk te benaderen om aandacht voor dit probleem te vragen. Verder willen we meer inzetten op vernieuwende vormen van jeugdzorg en de zorg voor jongeren 18+, waarbij onder andere huisartsen een rol spelen en waar de verbinding met de WMO wordt gemaakt. De eerste resultaten van het onderzoek naar de juiste toepassing van het woonplaatsbeginsel, de vanaf 2017 gewijzigde berekening van de rijksbijdrage en de elders in het land opgedane ervaringen met vernieuwende vormen van zorg, geven ons college voldoende argumenten en vertrouwen dat de tekorten van de Jeugdzorg de komende jaren kunnen worden verminderd. Daarom gaan wij in deze Kaderbrief uit van de doelstelling de resterende tekorten zoals die hierboven in tabel 3 zijn opgenomen, op te vangen binnen de budgetten van het Sociaal Domein. Hoewel wij inzetten op een structureel betere balans tussen kosten en rijksvergoeding, is het op voorhand niet uit te sluiten dat dat in de eerste paar jaar nog niet haalbaar is of dat er zich in latere jaren (incidentele) kostenverhogingen zullen voordoen. Om dit op te vangen, kan als overbrugging een beroep gedaan worden op de Reserve Decentralisaties, waarin een bedrag van ongeveer 3 mln. beschikbaar is. Overheadverrekeningen Samenwerkingen Voor de uitvoering van verschillende taken werkt Middelburg samen met Vlissingen, Veere en Schouwen- Duiveland. De belangrijkste van die taken zijn Belastingen, Porthos (Sociaal domein, onderdelen WMO en Jeugd) en ICT. Voor al die taken is gekozen voor het principe van gastgemeente. Dat houdt onder meer in dat het personeel in dienst komt van de uitvoerende gemeente. Naast de directe kosten, zoals de salarissen, heeft de gastgemeente ook te maken met indirecte kosten als huisvesting, financiële administratie, personeelszaken, kantoorautomatisering etc. Een werkgroep met vertegenwoordigers van de vier gemeenten heeft onlangs advies uitgebracht om voor de verrekening van deze kosten uit te gaan van de bedragen zoals die door het Rijk zijn opgenomen in de Handleiding Overheidstarieven. Dit betreft ongeveer 31.000 per formatieplaats. Toepassing van deze verrekensystematiek leidt met de huidige samenwerkingsverbanden voor Middelburg tot een positief resultaat van ca. 244.000 per jaar. Wegenbeheerplan Het huidige wegenbeheerplan is in 2007 door de gemeenteraad vastgesteld. Toen is al geconstateerd dat, om de wegen adequaat te kunnen onderhouden het jaarlijkse budget met bijna 1 mln. verhoogd zou moeten worden. De raad heeft toen besloten om dat budget gefaseerd te verhogen indien de mogelijkheden daartoe zich zouden voordoen. Door de daarna ingetreden economische crisis met als gevolg opeenvolgende bezuinigingsrondes, is van verhoging van het budget sinds 2008 geen sprake

9 van 15 kunnen zijn. Doordat in de afgelopen jaren het budget onvoldoende is geweest, is de kwaliteit van de openbare wegen in het algemeen verslechterd en is er deels sprake van achterstallig onderhoud. Dit voorjaar is gewerkt aan het opstellen van een nieuwe wegenbeheerplan voor de periode 2017 t/m 2021. Ook nu weer blijkt dat het huidige budget onvoldoende is om het beheer van de openbare wegen op een minimaal (technisch) kwaliteitsniveau uit te voeren. De uitkomsten van deze berekening ligt in dezelfde orde van grootte als in het vorige beheersplan. Het niet substantieel verhogen van de budgetten zal leiden tot een verdere afname van de technische kwaliteit van de wegen, toename van het achterstallig onderhoud en toename van het aantal ongevallen en schadeclaims. Om verdere achteruitgang te voorkomen, stellen wij voor het budget voor onderhoud wegen de komende jaren te verhogen. De besluitvorming over het nieuwe wegenbeheerplan inclusief het daarbij behorende onderhoudsbudget vindt plaats na het verschijnen van deze kaderbrief. Omdat de kaderbrief wel het moment is waarop de financiële kaders worden vastgelegd en een integrale afweging plaatsvindt, wordt voorgesteld om in deze kaderbrief rekening te houden met een verhoging van het wegenbudget met 250.000 in 2017, oplopend tot 1 mln. vanaf 2020. Dit moet dan gezien worden als reservering van budget, waarna de definitieve besluitvorming kan plaatsvinden aan de hand van het voorstel over het wegenbeheersplan, zo mogelijk nog voor het zomerreces. Onkruidbestrijding verhardingen Sinds 1 maart 2016 is het niet langer toegestaan om voor onkruidbestrijding op verhardingen gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Het op andere wijze bestrijden van het onkruid is aanzienlijk arbeidsintensiever en daardoor ook aanzienlijk duurder. Omdat momenteel de middelen tot verhoging van het budget ontbreken, heeft de gemeenteraad in maart jl. besloten in te stemmen met een mindere beeldkwaliteit in 2016, het college op te dragen nader onderzoek te doen naar alternatieven en bestpractises en op basis daarvan de gemeenteraad bij de begroting 2017 een nieuw besluit te vragen over het beeldkwaliteitsniveau voor 2017 en volgende jaren. Of dit besluit past binnen de huidige financiële kaders of dat het budget onkruidbestrijding toch moet worden aangepast, kan nu nog niet worden beoordeeld. Daarom stelt het college voor hiervoor nu een p.m.-post op te nemen en komend najaar aan de hand van de resultaten van het onderzoek zo nodig te bezien of extra middelen hiervoor vrijgemaakt kunnen worden. Uitkomsten meicirculaire en 1 e Bestuursrapportage 2016 Bij het opstellen van deze kaderbrief zijn de consequenties van de meicirculaire gemeentefonds en de 1 e Bestuursrapportage 2016 nog niet bekend. Daarom is hiervoor een p.m.-post opgenomen. De 1 e Bestuursrapportage wordt aangeboden voor de raadsvergadering van juli 2016. Van de uitkomsten van de meicirculaire zal het college de gemeenteraad op de hoogte stellen zodra deze bekend zijn. De financiële consequenties zullen worden meegenomen bij het opstellen van de begroting 2017. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Sinds 2004 is het BBV van kracht. Aanleiding voor het BBV waren onder meer de dualisering en de veranderende informatiebehoefte. De gemeenteraad en het college moesten ieder over eigen informatie en documenten kunnen beschikken. De begrotings- en verantwoordingsdocumenten moesten, naast de cijfermatige informatie, ook meer beleidsmatige informatie gaan bevatten om de gemeenteraad in staat te stellen meer richting te geven aan het beleid. Na ruim 10 jaar BBV is er nu behoefte aan de volgende vernieuwing: De wens om de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken; De wens tot betere financiële vergelijkbaarheid; Het toenemende belang van deze wensen als gevolg van de drie decentralisaties;

10 van 15 De noodzaak om tijdig bij te kunnen sturen in economisch slechte tijden; De wens om meer inzicht te hebben in elkaars financiële positie. Daarom is onlangs de gewijzigde BBV-regelgeving vastgesteld. In de nieuwe regelgeving wordt aan de hierboven genoemde punten tegemoet gekomen door: 1. Een uniforme indeling van de begroting (en rekening) in taakvelden; 2. Een uniforme set van beleidsindicatoren; 3. Een uniforme set van financiële kengetallen; 4. Verbeterde informatie over verbonden partijen; 5. Inzicht in de overhead 6. Enkele aanpassingen van het stelsel van baten en lasten. In deze paragraaf leest u welke gevolgen deze aanpassingen hebben voor de Middelburgse P&C cyclus, te beginnen bij de Programmabegroting 2017. Ad. 1 Indeling in taakvelden Vanaf 2017 is het verplicht de begroting in te delen naar taakvelden. De taakvelden komen in de plaats van de nu in de begroting opgenomen beleidsproducten. Omdat de beleidsproducten niet volledig overeenkomen met de taakvelden zullen we in de komende begroting een tabel opnemen waarin de wijzigingen zichtbaar zijn. Programmaindeling Voorgesteld wordt om de nieuwe boekhoudkundige indeling ook te gebruiken als nieuwe inrichting van de programmabegroting. Het aantal en de benaming van de programma s zoals we die in de begroting gebruiken is in het verleden gekozen vanuit een (toenmalige) logische clustering van taken/beleidsvelden. Het aanpassen van de programmaindeling heeft enkele voor- en nadelen. Het is overigens niet verplicht om de programmaindeling aan te passen, maar vanwege de verplichte wijzigingen (met name onder Ad. 5 Overhead) vervalt de vergelijkbaarheid van de programma s op financieel niveau sowieso. Voordelen van een nieuw indeling: - Uniforme indeling voor alle gemeenten t.b.v. vergelijkbaarheid. - De verplichte indeling naar taakvelden sluit naadloos aan op de programmaindeling. - Indeling is toekomstbestendig en voor burgers beter herkenbaar. - Administratief en beleidsmatig goede aansluiting. Indien wordt besloten tot het aanpassen van de programma indeling worden in de toekomst de volgende 9 programma s opgesteld (In bijlage 1 leest u programma s met de bijbehorende taakvelden). 0. Bestuur en Ondersteuning 1. Veiligheid 2. Verkeer en Vervoer 3. Economie 4. Onderwijs 5. Sport, cultuur en recreatie 6. Sociaal Domein 7. Volksgezondheid en milieu 8. VHROSV (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing)

11 van 15 Ad. 2 Beleidsindicatoren Het BBV schrijft 39 beleidsindicatoren voor (zie bijlage 2), die we in de begroting dienen op te nemen. De mogelijkheid bestaat om de scores van deze indicatoren te vergelijken met andere gemeenten. Dat kan sowieso omdat al de scores van alle gemeenten worden gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl. Vergeleken kan worden op verschillende niveaus: vergelijkbare gemeentegrootte, gemiddelde van gemeenten in de provincie Zeeland, vergelijkbare stedelijkheidsklasse, individuele gemeenten of gemiddelde van alle gemeenten in Nederland. Die vergelijking kan ook worden gedaan in de programmabegroting. Voorgesteld wordt om in de Programmabegroting 2017 de indicatoren ter vergelijken met het Nederlands gemiddelde. We geven de voorkeur aan die vergelijking omdat het nationale indicatoren zijn. Het is de eerste keer dat we gaan vergelijken en daarmee is er sprake van een bepaalde nul-situatie. We zullen dan voor het eerst zien hoe Middelburg scoort ten opzichte van het gemiddelde in Nederland. Dat geeft mogelijk inzicht in enkele punten waarvan de raad vindt dat die nader onderzocht moeten worden. Bij de indicator over de gemeentelijke woonlasten maken we een uitzondering omdat we die ook afzetten tegenover andere Zeeuwse gemeenten, zoal we dat altijd doen. Naast deze verplichte indicatoren werken we al met indicatoren bij enkele Middelburgse speerpunten. Zolang deze speerpunten blijven bestaan, behouden we deze bestaande indicatoren. De scores van deze indicatoren zijn niet te vergelijken met andere gemeenten. Ad. 3 Financiële kengetallen Vanaf de begroting 2016 is het verplicht om zes financiële kengetallen op te nemen. Deze kengetallen geven meer inzicht in onder meer de schuldpositie van de gemeente. Omdat dit al is opgenomen in het wijzigingsbesluit van 15 mei 2015, zijn deze kengetallen al in de begroting 2016 verwerkt. Zie hiervoor de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Ad. 4. Verbeterde informatie over verbonden partijen In toenemende mate doen gemeenten voor de uitvoering van hun taken een beroep op anderen, bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen. Omdat het hier wel gemeentelijke taken betreft is het van belang dat de raad de benodigde informatie krijgt om de bijdragen van verbonden partijen aan de realisatie van de doelstellingen van de programma s te kunnen beoordelen. Vanaf de begroting 2017 zal die informatie daarom worden opgenomen in de programma s. Ad. 5. Inzicht in de overhead Momenteel worden de overheadkosten via verdeelsleutels toegerekend aan de programma s van de begroting. Deze kosten zijn daarmee niet afzonderlijk zichtbaar voor de gemeenteraad en daardoor heeft de raad geen inzicht in en nauwelijks controle op deze kosten. Omdat het om een aanzienlijk deel van de totale kosten gaat, wordt dit onwenselijk geacht. Daarom is in het gewijzigde BBV opgenomen dat vanaf 2017 de kosten van overhead in een apart overzicht vermeld moeten worden. Ook is gedefinieerd welke kosten tot de overhead gerekend moeten worden.

12 van 15 Ad. 6. Overige aanpassingen Er zijn nog enkele administratief-technische wijzigingen, o.a. over de wijze van verantwoorden van investeringen, de vermelding van het EMU-saldo en de gevolgen van de invoering van de vennootschapsbelasting. Afsluiting Met deze kaderbrief hebben wij u geïnformeerd over de financiële stand van zaken op dit moment. Wij richten ons nu op het opstellen van de begroting 2017 en de meerjarenramingen. In het najaar 2016 hoopt het college u een begroting te kunnen aanbieden waaruit blijkt dat er, zonder noodzaak tot nieuwe bezuinigingen, sprake is van duurzaam en reëel financieel evenwicht. Bij die begroting zullen wij ook een beeld schetsen van de verwachte ontwikkeling van de financiële positie in de komende jaren. Bijlage 1 Programma s en taakvelden BBV 0. Bestuur en Ondersteuning 0.1 Bestuur 0.2 Burgerzaken 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 0.4 Ondersteuning organisatie 0.5 Treasury 0.61 OZB woningen 0.62 OZB niet-woningen 0.63 Parkeerbelasting 0.64 Overige belastingen 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 0.8 Overige baten en lasten 1. Veiligheid 1.1 Crisisbeheersing en brandweer 1.2 Openbare orde en Veiligheid 2. Verkeer en Vervoer 2.1 Verkeer en vervoer 2.2 Parkeren 2.3 Recreatieve havens 2.4 Economische havens en waterwegen 2.5 Openbaar vervoer 3. Economie 3.1 Economische ontwikkeling 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 3.3 Bedrijfsloket en regelingen 3.4 Economische promotie 4. Onderwijs 4.1 Openbaar basisonderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 5. Sport, cultuur en recreatie 5.1 Sportbeleid en activering 5.2 Sportaccommodaties 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 5.4 Musea 5.5 Cultureel erfgoed

13 van 15 5.6 Media 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 6. Sociaal Domein 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 6.2 Wijkteams 6.3 Inkomensregelingen 6.4 Begeleide participatie 6.5 Arbeidsparticipatie-instrumenten gericht op toeleiding naar werk 6.6 Maatwerk-voorzieningen (Wmo) 6.7 Maatwerkdienstverlening 18+ 6.8 Maatwerkdienstverlening 18-6.9 Geëscaleerde zorg 18+ 6.10 Geëscaleerde zorg 18-7. Volksgezondheid en milieu 7.1 Volksgezondheid 7.2 Riolering 7.3 Afval 7.4 Milieubeheer 7.5 Begraafplaatsen 8. VHROSV (VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING) 8.1 Ruimtelijke Ordening 8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 8.3 Wonen en bouwen

14 van 15 Bijlage 2 Verplichte beleidsindicatoren

15 van 15