Leesboekje de omgeving

Vergelijkbare documenten
Een retour Rotterdam

De Grote Verkeerstoets /08/ Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Verkeersbordenspeurtocht

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

V o o r r a n g s a f s p r a k e n

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Bouw je eigen stad. Bronnen: Pictogrammen van

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

Verkiezingsprogramma. in eenvoudige taal

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

april 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Buschauffeur

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen

6. Als fietser veilig in het verkeer

Vragenlijst tieners. Algemene vragen. Waar woon jij?

Op Voeten en Fietsen 3

1. Een stilstaand voertuig voorbijrijden 2. Rechts een weg inslaan

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Tip: oefen het examen op beschikbaar vanaf 7 maart

Ontwikkelingskansen voor ieder kind! Boodschappen. Kansen in kinderen. Boodschappen. voor ouders. Kansen in kinderen

Hoofdstuk 1. In het dorp

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

Melkweg. Kijk goed uit! Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: Veilig verkeer

School Lesbrief 2015

Een nieuw leven. Een maand eerder. Zondag 25 juli

GROTE VERKEERSTOETS 2017

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Ouderbrief. Ouderbrief bij het thema: Spelen. Kopieerblad. Wijzer door het verkeer groep 1-2. Beste ouder/verzorger,

Argus Clou Aardrijkskunde Groep 3 Proeflessen Mensen op wielen Malmberg, s-hertogenbosch 2

Verkeer en vervoer in Helmond

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

EURO. Vanaf januari 2002 betalen we in Nederland en in veel andere Europese landen met de euro.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Op Voeten en Fietsen 1

Hoofdstuk 1 THUIS EN SNEL VERDIENDE EURO S

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

Spelletjesboekje. voor groot en klein SUPERHELD- Het hele jaar superveilig naar school

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

grijs de bij het ijs de wijn de vijf de prijs de rijst de dijk het rijbewijs a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Spelling. Kytha de Klerk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

MIJN BEZOEK AAN DE STOOMGROEP IN TURNHOUT

Thema boekje Puk gaat boodschappen doen

6. Als fietser veilig in het verkeer

Het Studenten Uitgaven Onderzoek is in mei 2014 afgenomen bij 886 respondenten met een leeftijd van jaar. De studenten volgen een HBO- of

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Kies het goede verkeersbord

Verkeersexamen, de route door Heel.

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

VERKEER. Proeflessen. Handleiding THEMA 1

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

Kies het goede verkeersbord

ij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

Stap 6. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven. Wat is er toch aan de hand? Alsmaar drukker en drukker

Naam :. SCORE Klas : Datum:.. Klas :.. Datum:..

Elke dag een kans. Zo maak je het leven van anderen en jezelf dag voor dag gelukkiger

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 8 Openbaar vervoer

Wat gaan we doen? Waarom is goede fietsverlichting belangrijk? De Lichtbrigade quiz De ANWB Lichtbrigade bij jou op school.

Bladzijde 2 - In het magazijn

4e leerjaar. Stap 11. Fiets(st)er, ken jouw plaats. Met de z van zien en van zeggen Met de s van schrijven

Hallo, Hallo, ik ben Mathias.. Ik leg het parcours af van het Groot Fietsexamen. Fietsen jullie mee? We vertrekken aan de achterpoort van het

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Jeugd Verkeerskrant 5 Zoveel borden en tekens?!

Schoolreis met zwaailicht

Welke dag? Hoe laat? Wat? Waar? Oranje Express (treintje) We halen je op voor Lukkies kliederclub.

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

De gemeente gaat werken aan de Mauritsweg / Heistraat te Einighausen: opbrengst kidsconsulting bs. De Leeuwerik groep 7 en 8 13 september

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Vanuit Luik/Maastricht (A2) Rijdt via Maastricht richting Eindhoven. Neem afslag 49 Stein/Elsloo (Chemelot 7)

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN

VRIJDAG 28 JUNI ZATERDAG 29 JUNI

Verkeersexamen, de route door Heel.

Lesfiche STOP-principe

Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Letteren Afdeling Nederlands Tweede Taal De Boelelaan HV Amsterdam

Een gevaarlijke vriend

Nationaal VVN Verkeersexamen 2019

Programma. Welke dag? Hoe laat? Wat? Waar?

*** L E G E N D E. Moeilijkheidsgraad van het knooppunt: * niet echt moeilijk ** opletten geblazen *** ogen en oren wijd open!

Verkeersbordendomino werkblad 1 groep 7 en 8

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Verkeersmemorandum. Voorwoord. Algemene opmerkingen: VAN BLADELSTRAAT. Kruispunt OLV-straat met Blokweg

Looproutes van en naar Visio Amsterdam. Route openbaar vervoer. Trein. Metro

Take a look at my life 12

Transcriptie:

Leesboekje de omgeving Leesboekje De Omgeving Pagina 1

Dit is de winkel. Dit is de supermarkt. Dit is de bakkerij. Dit is de slagerij. Dit is de boekhandel. Dit is de snackbar. Dit is de bibliotheek. Dit is de disco. Dit is de moskee. Dit is de kerk. Dit is het zwembad. Dit is het voetbalveld. Dit is de sportzaal. Dit is het park. Dit is het ziekenhuis. Dit is het station. Dit is de bushalte. Dit is de politie. Dit is de brandweer. Dit is de ziekenwagen. Dit is de bioscoop. Dit is het noodnummer: 112 betalen pinnen ik betaal wij betalen ik pin wij pinnen jij betaalt jullie betalen jij pint jullie pinnen hij betaalt zij betalen hij pint zij pinnen zij betaalt zij pint reizen rijden ik reis wij reizen ik rijd wij rijden jij reist jullie reizen jij rijdt jullie rijden hij reist zij reizen hij rijdt zij rijden zij reist zij rijdt Leesboekje De Omgeving Pagina 2

Ik pin bij de kassa in de winkel. Zij rijdt met de scooter naar het voetbalveld. Hij betaalt 15,- bij de bioscoop. Jullie dansen in de disco. Zij fietsen naar het zwembad. De ziekenwagen rijdt naar het ziekenhuis. De bushalte is voor het station. De bibliotheek is naast de kerk. Zij gaan op vrijdag naar de moskee. Jullie gaan op zondag naar de kerk. Bij het voetbalveld is ook een zwembad. Dit is de straat. fietsen Dit is de stoep. ik fiets wij fietsen Dit is het fietspad. jij fietst jullie fietsen Dit is het verkeersbord. hij fietst zij fietsen Dit is de lantaarnpaal. zij fietst Dit is het zebrapad. Dit is het kruispunt. dansen Dit is de rotonde. ik dans wij dansen Dit is de fiets. jij danst jullie dansen Dit is de scooter. hij danst zij dansen Dit is de auto. zij danst Leesboekje De Omgeving Pagina 3

Zij danst in de disco. Bij het kruispunt staan verkeerslichten. Hij fietst naar de snackbar. Ik fiets niet op de stoep. De brandweerwagen rijdt op de rotonde. Het verkeersbord betekent verboden te fietsen. Ik ben bij de bushalte en ik wacht op de bus. Jij bent in het station en jij wacht op de trein. Hij is op het voetbalveld en hij traint met de bal. Zij is in de disco en zij danst. Wij zijn in de bakkerij en wij betalen het brood. Jullie zijn in de bibliotheek en jullie pakken drie boeken. Zij zijn in de snackbar en zij betalen met de pinpas. zijn hebben ik ben wij zijn ik heb wij hebben jij bent jullie zijn jij hebt jullie hebben hij is zij zijn hij heeft zij hebben zij is zij heeft Leesboekje De Omgeving Pagina 4

Dit zijn de boodschappen. bidden Dit is de kassa. ik bid wij bidden Dit is de winkelwagen. jij bidt jullie bidden Dit is de pinautomaat. hij bidt zij bidden Dit is de pinpas. zij bidt Dit is de Euro. Dit is de prijs. wachten Dit is de portemonnee. ik wacht wij wachten Dit is het geld. jij wacht jullie wachten Dit is de munt. hij wacht zij wachten Dit is het biljet. zij wacht Wij bidden in de moskee. Jij doet boodschappen op de markt. Ik doe boodschappen in de supermarkt. Waar is de portemonnee? De portemonnee is in het winkelmandje. boodschappen doen ik doe boodschappen jij doet boodschappen hij doet boodschappen wij doen boodschappen jullie doen boodschappen zij doen boodschappen zij doet boodschappen Leesboekje De Omgeving Pagina 5

opbellen ik bel op jij belt op hij belt op wij bellen op jullie bellen op zij bellen op zij belt op Ik bel de juf op. Zij belt het noodnummer op. De politieagent fietst in het park. De bus stopt voor het zebrapad. Het winkelwagentje staat voor de supermarkt. Wij reizen met de bus naar het hotel Wat doet hij? Wat doet zij? Wat doet hij? Wat doet zij? Ik doe boodschappen. Ik betaal bij de kassa. Ik dans in de disco. Ik fiets over de rotonde. Ik pin 50,- bij de pinautomaat. Hij reist met de trein naar Amsterdam. Zij wacht op de bus bij de bushalte. Hij fietst op het fietspad naar het station. Zij doet boodschappen in de supermarkt en op de markt. Leesboekje De Omgeving Pagina 6

De straat is breed en het fietspad is smal. De bushalte is dichtbij. Het station is ver. Het zebrapad is zwart en wit. Het zwembad is niet diep, het zwembad is ondiep. De groente is op de markt goedkoop. De groente is in de supermarkt duur. De man heeft een grote, mooie auto, hij is rijk. Ik heb een kleine, lelijke auto, ik ben arm. Emine moet boodschappen doen. Zij fietst naar de supermarkt. Bij de supermarkt zet zij haar fiets tegen de lantaarnpaal. Zij pakt een winkelwagentje en zij loopt de winkel in. Ze legt alle boodschappen in het winkelwagentje en zij gaat naar de kassa. Bij de kassa moet Emine lang wachten, er zijn veel mensen in de rij voor de kassa. Eindelijk is Emine aan de beurt en kan zij betalen. ooooohhh help, Emine is haar portemonnee vergeten. Hoe moet zij nu betalen? Gelukkig heeft zij haar pinpas wel in haar tas en kan zij pinnen. Zij wil ook nog naar de markt, op de markt kan je vaak niet pinnen, dus pint Emine bij de pinautomaat een biljet van 20,-. Nu kan zij op de markt kaas kopen. Dan gaat zij naar de bibliotheek. Zij moet een boek terugbrengen. Daarna fietst Emine naar huis, zij wil snel koken, want vanavond gaat zij met haar vriendin naar de bioscoop. Dat is gezellig! Leesboekje De Omgeving Pagina 7