MEERJARENPLANNING

Vergelijkbare documenten
Budget Voorzitter: Mike Nachtegael Adres: Abingdonstraat 99

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Budget (Raad van Bestuur 7/11/2016)

AGB Herentals Augustijnenlaan Herentals NIS-code: Budget 2019

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van

OCMW Tongeren. Wijziging budget NIS-nummer : Provincie : LIMBURG Arrondissement : TONGEREN

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM

Budget (Raad van Bestuur 07/11/2016)

Budget 2019 Beleidsnota Financiële nota Toelichting

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET

Inhoudsopgave. Algemene gegevens Doelstellingennota Schema B1: doelstellingenbudget Financiële toestand...

Budget 2018 AGB Westerlo budget 2018

OCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: Turnhoutsebaan 67, 2970 Schilde. Budget december 2018

Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk. OCMW AVELGEM Leopoldstraat Avelgem Tel: 056/

BUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0)

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM

Aanpassing 5 van het meerjarenplan

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET 2018

OCMW Budget Beleidsnota

AGBM Markt MAASEIK NIS-code: AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK. Budget AGB Maaseik Voorzitter. Secretaris. Dirk Verlaak.

BUDGET AGOST Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

BUDGET AGOST Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

Budget AGB Infrastructuur Maaseik 2019

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

MEERJARENPLAN Gemeente Kampenhout. Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat Kampenhout NIS code: 23038

Budget (Raad van Bestuur 15/12/2015)

Budgetwijziging 1/2017

Budgetwijziging 1/2015

Het Budget 2015 past in het meerjarenplan Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan:

Budget Toelichting

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW2 2017

Herziening meerjarenplan

Gemeentebestuur Herne Centrum Herne NIS Rapporteringsperiode 2015 BUDGETWIJZIGING Gemeente Herne

Aanpassing 3 van het meerjarenplan

Stad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014

toelichting SECRETARIS LUC VRIJDAGHS FINANCIEEL BEHEERDER KOEN BERGHMANS OCMW BERINGEN BURG. HEYMANSPLEIN BERINGEN NIS-CODE: 71004

Zorgbedrijf Leuven Andreas Vesaliusstraat Leuven NIS- code: BUDGET 2018 BW2 Raad van Beheer

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017

Algemeen directeur: ir. Dominik Ronse Financieel directeur: Tine Dhont BUDGET 2019 OCMW INGELMUNSTER

Meerjarenplan

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting

BUDGETWIJZIGING 2015 nr. 1

Budget 2017 AGB Westerlo p. 1 van 25 budget 2017

Schema B1 : Het doelstellingenbudget

Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk. OCMW AVELGEM Leopoldstraat Avelgem Tel: 056/

Budgetten wijzigen voor niet-specialisten

autonoom gemeentebedrijf

OCMW Toelichting bij budget 2019

TOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014

TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014

Schema BW1 : Wijziging van het exploitatiebudget Budgetwijziging / Herziening financiële nota AGB 'T BAU-HUIS

meerjarenplan Aanpassing bw1-2016

Boek 4. Stad Antwerpen. Toelichting bij de budgetwijziging 2015

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND,

TB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget MJP 2014 Geconsolideerd

Identificatie bestuur

Boek ϰ Stad Antwerpen džğůŝđśƚŝŷő ďŝũ ĚĞ ďƶěőğƚǁŝũnjŝőŝŷő 2014

meerjarenplan Aanpassing bw1-2015

Financiële nota Doelstellingenbudget B Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage

Gemeenteraad Bocholt 20 december 2018 I 20u00

Gemeente Westerlo Boerenkrijglaan Westerlo. Budgetwijziging 2/2016

BUDGET Beleidsnota. Financiële nota

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 20 december 2018 betreffende de goedkeuring van de

JAARREKENING 2013 SECRETARIS LUC VRIJDAGHS FINANCIEEL BEHEERDER KOEN BERGHMANS OCMW BERINGEN BURG. HEYMANSPLEIN BERINGEN NIS-CODE: 71004

KOLLEGEPLEIN 5, 8530 HARELBEKE

Budget Prov. Arrond. OCMW Code nummer. Provincie Limburg. Arrondissement Maaseik OCMW B R E E. Postnummer Peerderbaan 37, 3960 Bree

Toelichting Aanpassing Meerjarenplan n.a.v. budgetwijziging 2016/2

I. WETTELIJKE RAPPORTEN I.1. Beleidsnota I.1.1. Doelstellingennota I.1.2. Schema B1: Het doelstellingenbudget...

District Deurne. Jaarrekening 2014

Budget OCMW Gingelom. Financieel beheerder: Frank Forier. OCMW-raad: 30 november 2016 Laatste budgettaire journaalnummer:

Stad Antwerpen. Toelichting bij budgetwijziging 2017

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW1 2018

Gemeenteplein Lummen. NIS-code 71037

9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2017

Budgetwijziging. autonoom gemeentebedrijf. Secretaris: Steven Van de Velde Financieel beheerder: Jeffrey De Cock

Financieel Beheerder: Tine Dhont BUDGET 2018 OCMW INGELMUNSTER. Vastgesteld door de RMW van 18 december 2017 Namens het OCMW Ingelmunster:

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Aanpassing meerjarenplanning Budget Gemeenteraad 18 december 2014

Toelichtingsnota Raadszitting van vrijdag, 21 december 2018 OPENBARE ZITTING

BUDGET Beleidsnota. Financiële nota

BELEIDSNOTA. In 2012 stapte het OCMW van Herent samen met de gemeente als pilootproject in het BBC verhaal.

Budgetwijziging 2015 nr. 1

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd?

Budget Exemplaar voor: Rijksweg WIELSBEKE De Provinciegouverneur

MEERJARENPLAN

Jaarrekening OCMW 2018

Gemeente Westerlo Boerenkrijglaan Westerlo. Budget wijziging 2

Gemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan

Toelichting bij het budget

BUDGET Sociaal Huis - OCMW Zulte Staatsbaan Zulte Provincie Oost-Vlaanderen NIS code

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017

Budget OCMW

Meerjarenplan

BUDGET 2014 OCMW INGELMUNSTER

Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur :

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 20 december 2018 betreffende de goedkeuring van het budget

De werking van de Beleids-en beheerscyclus

LEIDRAAD GEMEENTERAADSZITTING 26 juni OPENBARE ZITTING

Transcriptie:

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 MEERJARENPLANNING 2014-2019 BUDGET 2014 Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014

Voorwoord bij het OCMW-meerjarenplan 2014-2019 Beste lezer, Het voorliggend meerjarenplan is de financiële vertaling van het OCMW-beleidsplan dat de nieuwe bestuursploeg bij haar aantreden heeft opgesteld en dat door de OCMW-raad werd goedgekeurd in haar zitting van 25 april 2013. We hebben intussen niet stilgezeten. Ik maak van dit voorwoord dan ook graag gebruik om enkele van de vele initiatieven in de kijker te plaatsen, om op die manier een stand van zaken te geven en een blik op de toekomst te werpen. Ruimte voor een krachtdadig en eigentijds sociaal beleid. De realisatie van de nieuwe Welzijnssite, de oprichting van een nieuw Opleidings- en Oriënteringscentrum, de opmaak en implementatie van een gecoördineerd Lokaal Armoedeplan, de beleidsdoelstelling om in samenwerking met andere welzijnsorganisaties meer huisbezoeken te organiseren om zo meer proactief armoede te bestrijden en de oprichting van een huurwaarborgfonds zijn enkele van de in het oog springende voorbeelden van nieuwe beleidsinitiatieven die aantonen dat het OCMW klaar staat, inhoudelijk en financieel, om de komende jaren een doelgericht en krachtdadig sociaal beleid te voeren. Het uitgangspunt daarbij is altijd klaar en duidelijk: hoe kunnen we, zo structureel mogelijk, een verschil maken voor onze inwoners die door omstandigheden op onze dienstverlening aangewezen zijn. Bovenvermelde voorbeelden zijn bijzonder concreet en kregen reeds in de loop van 2013 meer vorm. Zo vingen de werken voor de nieuwe Welzijnssite aan in maart van dit jaar, werd de eerste steen officieel gelegd in september, en is de ingebruikname mits gunstig verloop van de werkzaamheden voorzien in het najaar van 2014. Door de bundeling van de welzijnsdiensten van OCMW en stad op deze site wordt één laagdrempelig aanspreekpunt gecreëerd voor alle inwoners met welzijnsvragen. Het Opleidings- en Oriënteringscentrum wordt een motor voor de activering van mensen die moeilijk aan werk geraken. De werken zijn dit najaar toegewezen, en in november wordt de bouwaanvraag ingediend. Doelstelling is dat het gebouw in gebruik kan worden genomen tegen september 2014. De opmaak van het Lokaal Armoedeplan, dat als doel heeft om bestaande initiatieven optimaal op elkaar af te stellen en waar nodig te versterken of aan te vullen, pakken we zeer structureel aan. Op basis van een zogenaamde quick-scan wordt getracht een overzicht te bieden van alle bestaande initiatieven van OCMW, stad en middenveld-organisaties. En dat zijn er heel wat. Zo maakt de werking van onze sociale dienst inzake individuele hulpverlening hier integraal deel van uit. Op het ogenblik van het schrijven van dit voorwoord zitten we in de fase waarbij deze organisaties samen met stad en OCMW de hiaten opsporen en prioriteiten voor het toekomstig beleid vastleggen. Activering, kinderarmoede, wonen en energie maken hier zeker deel van uit. Het Lokaal Armoedeplan moet klaar zijn in het voorjaar van 2014. Met de oprichting van een rollend huurwaarborgfonds, principieel goedgekeurd in het kader van de budgetwijziging van juni 2013, gaf het OCMW vrij snel uitvoering aan één de actieplannen uit de beleidsnota om tegemoet te komen aan een reeds lang levende vraag vanuit het middenveld. Het huurwaarborgfonds maakt het mogelijk om een geldelijke waarborg te verstrekken, als alternatief voor de bestaande contractuele waarborg. De precieze modaliteiten m.b.t. huurwaarborgfonds werden vastgelegd op het Bijzonder Comité Sociale Dienst van eind oktober 2013, zodat dit fonds thans operationeel is. In het kader van de sociale dienstverlening vermelden we tot slot nog de investering in de versterking van de sociale dienst, die formeel wordt vastgelegd in een wijziging van de personeelsformatie. Deze versterking moet onder meer de beleidsoptie van meer huisbezoeken in de praktijk mogelijk maken. Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 2

Boeiende uitdagingen m.b.t. de residentiële seniorenzorg en thuiszorg. Ook met betrekking tot woonzorg voor senioren staat er de komende jaren heel wat op stapel. Enerzijds is er nog werk aan de winkel om het bestaande Zorgstrategisch Plan te realiseren. Met name de bouw van het nieuw administratief gebouw en een nieuw woonzorgcentrum met dienstencentrum op de Gerda, waarvan we het aantal bedden hebben opgetrokken van 75 naar 120 en waarvoor de bouwvergunning dit najaar werd ingediend, staan vooraan in de agenda. De afwerking van het Lindehof in Belsele en de verhuis van onze bewoners van Sint-Katharina te Sinaai werd eind 2013 reeds gerealiseerd. Anderzijds kijken we natuurlijk ook verder vooruit, en zijn de nodige stappen gezet om tot een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan te komen. Het uitwerken van een toekomstvisie op de site in Sinaai, de site in Nieuwkerken en in het stadscentrum de Plataan en Ter Wilgen maken daar deel van uit. Wat Sinaai betreft komt het gebouw leeg te staan en werd dit jaar reeds de principiële beslissing genomen om het over te dragen aan de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, die het gebouw zal renoveren tot 18 of (mits aanbouw) 24 sociale appartementen met prioriteit voor senioren. Tegelijk wordt er ook een dienstencentrum gerealiseerd dat het OCMW zal uitbaten. Voor de toekomst van de rest van de (vrij grote) site werd intussen ook een studie opgestart die tegen het voorjaar van 2014 tot concrete voorstellen moet leiden, rekening houdend met de input van diverse actoren en betrokkenen (senioren, jeugd- en sportverenigingen die op de site actief zijn, kinderopvang, de vraag naar groen, de vraag naar parkeergelegenheid). Aan deze oefening is ook een bijzonder uitgebreid participatie-traject gekoppeld, met als doel te komen tot een breed gedragen visie die bepalend zal zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de dorpskern van Sinaai. Wat Nieuwkerken betreft is de analyse dat het huidige gebouw niet meer voldoet aan de huidige, nieuwe hedendaagse bouwfysische, architectonische en infrastructurele normen. Dat gekoppeld aan de vaststelling vanuit economisch oogpunt een woonzorgcentrum met een capaciteit van 120 bedden (in plaats van de huidige 80) efficiënter is, zal leiden tot een voorstel waarbij we ofwel overgaan tot een grondige renovatie/uitbreiding of, op de nabijgelegen gronden van het OCMW, een nieuwbouwproject. Tegelijk kan dan onderzocht worden hoe er, bijvoorbeeld via een samenwerking met de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, nog bijkomende seniorenwoningen gebouwd kunnen worden. Een gelijkaardige uitdaging staat ons te wachten voor de Plataan. Ter Wilgen is dan weer een ander verhaal, omdat de bewoners daar binnen enkele jaren verhuizen naar het nieuwe woonzorgcentrum op de Gerda-site. Naast ons divers aanbod m.b.t. wonen voor senioren, heeft het OCMW de voorbije jaren een bijzonder grote dienstverlening uitgebouwd in de thuiszorg. In het kader van dementievriendelijke gemeente werden er het afgelopen jaar bijvoorbeeld nog enkele nieuwe initiatieven ontwikkeld. Cijfers tonen op spectaculaire wijze aan hoe sterk de thuiszorg groeit, wat de nood aan deze vorm van dienstverlening alleen maar bevestigt. Ook dit luik wordt meegenomen in de actualisering van het Zorgstrategisch Plan. Tegen de zomer van 2014 moet het ontwerp van het geactualiseerd Zorgstrategisch Plan klaar zijn. Een eigentijds organisatie van het OCMW, met verregaande synergie met de stad. Het OCMW-beleidsplan geeft duidelijk de accenten aan die het nieuwe bestuur wenst te leggen, zowel op vlak van personeelsbeleid, financieel beleid, ICT, communicatie & participatie, duurzaamheid, en niet in het minst de verregaande synergie tussen stad en OCMW. Het zou me te ver leiden om op elk van deze aspecten in te gaan op alle van de vermelde vlakken werden in de loop van 2013 al initiatieven in gang gezet maar toch twee zaken m.b.t. personeelsbeleid en synergie. De synergie tussen stad en OCMW, die in 2010 principieel werd overeengekomen maar in de praktijk relatief beperkt bleef, werd vrij snel nieuw leven ingeblazen. Reeds in het voorjaar werd afgesproken dat we tot een verregaande synergie wensen te komen m.b.t. de welzijnsdiensten (die samen komen te zitten in het nieuwe Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 3

gebouw op de Welzijnssite), de personeelsdiensten (die samen komen te zitten in het stadhuis), de aankoopdienst en het magazijn non-food (die samen komen te zitten op de site van de Stadswerkplaatsen), in een tweede fase gevolgd de technische dienst. Dit is een operatie die heel wat voorbereiding eist, en die ook aanpassing vergt van alle betrokken personeelsleden. Er wordt dan ook sterk geïnvesteerd in overleg (alle betrokken personeelsleden werden al geïnformeerd over de grote lijnen van het synergie-verhaal, en dergelijke info- en overlegmomenten volgen in de toekomst nog), er werden een stuurgroep en projectgroepen opgericht, en in het najaar werd ook al een bureau aangesteld om de externe begeleiding van heel dit proces op zich te nemen. In het najaar van 2014 starten de hoger vermelde verhuisbewegingen. Het personeelsbeleid is een complexe, en daardoor moeilijke, dobber. Binnen het OCMW zijn drie verschillende rechtspositieregelingen (RPR) van kracht. Dit is het gevolg van bindende voorschriften die de Vlaamse overheid heeft opgelegd aan lokale besturen. Ten eerste heb je de RPR voor de zogenaamde gelijkgestelde graden, die gelijkloopt met de RPR die bij de stad van kracht is. Deze RPR werd in overleg met de vakbonden in het najaar nog gewijzigd. Ten tweede heb je nog twee RPR-systemen binnen de seniorenzorg: de nieuwe regeling (die neerkomt op 26 verlofdagen en 11 feestdagen) en de oude regeling (die neerkomt op 34 verlofdagen en 14 feestdagen). Binnen deze systemen zijn bijkomende voordelen zoals zaterdagvergoeding, ploegvergoeding, rimpeldagen, EL-dagen, ADV-dagen van toepassing, zij het niet uniform maar afhankelijk van de functie. Bedoeling is om ook binnen de seniorenzorg tot een aanpassing van de RPR te komen, enerzijds om tot iets meer afstemming met de andere RPR-regelingen te komen, anderzijds om via een pakket maatregelen ruimte te creëren voor verlaging van de werkdruk. Op het ogenblik van het schrijven van dit voorwoord zijn de gesprekken hierover met de syndicale organisaties, in alle openheid, lopende. Een belangrijke wijziging in vergelijking met de vorige bestuursperiode is dat we in onze meerjarenplanning, afgestemd op de meerjarenplanning bij de stad, de nodige middelen hebben voorzien om de tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden substantieel te verhogen (van 1% bijdrage nu naar 2% in 2018 en 3% in 2019). Op die manier wordt het verschil in pensioen tussen een contractueel en statutair personeelslid met een vergelijkbare loopbaan voor een grote groep grotendeels weggewerkt, en komt er een einde aan deze feitelijke ongelijkheid. Eveneens wat personeelsbeleid betreft werd grondig nagedacht over een aanpassing van de personeelsformatie, dit in het licht van het OCMW-beleidsplan en de noodzakelijke aanpassing van structuren aan recente evoluties. De wijziging houdt vooral een versterking in van de sociale dienst (en is te beschouwen als een recurrente investering in ons sociaal beleid), en een aanpassing van de structuur van de thuiszorg aan de enorme groei die deze dienstverlening de laatste jaren heeft gekend. De nieuwe formatie wordt samen met het meerjarenplan goedgekeurd. Een sluitend financieel meerjarenplan. Het voorliggend meerjarenplan is een financiële vertaling van de hoger vermelde en in het OCMW-beleidsplan opgenomen actieplannen. Globaal spreken we over een jaarlijks inkomsten- en uitgavenniveau van telkens ongeveer 60 miljoen euro en een investeringspakket van nog eens afgerond 58 miljoen euro. Het personeelsbudget neemt met afgerond 40 miljoen euro de grootste hap uit het exploitatiebudget. In dat bedrag is onder meer rekening gehouden met de toenemende pensioenlast, de formatiewijziging (inclusief versterking van de sociale dienst), en de verhoging van de tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden. De grootste investeringsprojecten zijn het nieuwe administratief gebouw op de Gerda-site (10.8 miljoen euro) en het daarbij horende nieuwe woonzorgcentrum met dienstencentrum (20.9 miljoen euro). Voor de implementatie van (een eerste fase van) het geactualiseerd Zorgstrategisch Plan wordt 16 miljoen euro uitgetrokken. Er gaat ook 2.5 miljoen euro naar ICT-investeringen. Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 4

Het meerjarenplan is financieel sluitend, voldoet aan de strenge decretaal opgelegde criteria van financieel evenwicht, is opgemaakt binnen het nagelnieuwe kader van de BBC of Beheers- en Beleidscyclus (wat een enorme inspanning heeft gevergd van onze diensten), en is afgestemd op de financiële afspraken die binnen het stadsbestuur zijn gemaakt (er wordt een jaarlijkse stijging van de toelage voorzien van 4% in 2014 en van 3% vanaf 2015). De bijdrage van de stad bedraagt ongeveer 16.5 miljoen euro in de exploitatie. Daarnaast kan het OCMW nog eens voor ongeveer 6 miljoen euro beroep doen op het Stedelijk Zilverfonds ter financiering van haar investeringen. Stevige en gezonde basis voor de komende zes jaar: nu moeten we doordoen! Ik wens alle collega s en medewerkers die hebben bijgedragen tot de totstandkoming van dit meerjarenplan uitdrukkelijk te bedanken. Wat begon met het OCMW-beleidsplan bij de aanvang van deze nieuwe bestuursperiode werd met veel overleg en debat, en met veel inzet van het managementteam en de medewerkers van het OCMW, vertaald naar concrete cijfers. Het traject dat is afgelegd zowel binnen de coalitie, het managementteam van het OCMW, diverse Bijzondere Comités, het schepencollege van de stad, de OCMW- en gemeenteraad was ongemeen boeiend en heeft mijns inziens geleid tot een waardevol en breed gedragen eindresultaat. De krachtlijnen voor de komende jaren liggen nu inhoudelijk en financieel vast. Aan ons allen om dit alles zo goed mogelijk in de praktijk uit te voeren! Mike Nachtegael Voorzitter OCMW Sint-Niklaas 21 november 2013 Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 5

Technische toelichting Budget-meerjarenplan 2014-2019 OCMW Sint-Niklaas Het u bezorgde budget en meerjarenplan, houdt rekening met het personeel voorzien in de formatie en de in de toelichting vermelde uitbreidingen en vervangingen (schema TM1), de aangekondigde verhoogde pensioenbijdragen statutairen tot en met 2016 en de verhoging van de 2 de pensioenpijler (1% in 2018 en een bijkomende 1% in 2019) om te komen tot 3%. Er werd rekening gehouden met een index van 2% 1 en met de inkomsten en uitgaven in exploitatie en investeringen overeenkomstig de geformuleerde doelstellingen. De investeringsuitgaven (57.086.191,86 ) worden gefinancierd met gemeentelijke investeringssubsidies (saldo zilverfonds in 2015 (geraamd op 6.490.848 ) en 123.950 jaarlijks), 5.5 miljoen desinvesteringen, externe financiering (deels tegenover de gebruikstoelage van VIPA) en het gecumuleerd budgettair resultaat. Van dit geraamd gecumuleerd budgettair resultaat is 7.124.694,89 2 gevormd door het in 2013 toegestaan tijdelijk werkkapitaal, waarvan als tijdelijke maatregel 3 miljoen (van 2014 tot 2019 jaarlijks 500.000 ), voorzien wordt als niet periodieke terugbetaling aan de stad. De gemeentelijke bijdrage stijgt met 4% in 2014 en met 3% in de volgende jaren, ermee rekening houdend dat er geen verrekeningen worden voorzien tussen stad en ocmw (voor informatica, welzijnssite, loonkosten ) tenzij uitdrukkelijk anders afgesproken 3. Het financieel evenwicht en de autofinancieringsmarge is positief in 2019 en in evenwicht over het geheel van de meerjarenplanning. De waarderingsregels zijn aangepast aan BBC, houden rekening met de geplande desinvesteringen, in functie waarvan de waardering wordt geactualiseerd. Luc Vermeiren Financieel beheerder 6 oktober 2013 1 Behoudens voor 1) forfait Riziv dat toeneemt met 2.5% (omdat het federaal budget jaar op jaar met 4% toeneemt), de geraamde sanctie 2014 voor Belsele is eenmalig, 2) tewerkstellingsubsidies die met 1.75% toenemen (sommige subsidies zoals Gesko-premies en ESF worden niet geïndexeerd, 3) consultancy neemt af met 50.000 in 2014 wegens aanwerving gebouwenbeheerder tegen 2015 en 50.000 omwille van eenmalige consultancyopdrachten voor 2014, bijkomend neemt ditzelfde budget af met 35.000 in 2016 wegens einde opvolging bouwwerken welzijnssite en WZC Gerda om in 2019 opnieuw toe te nemen met 40.000 voor opvolging uitwerking zorgstrategisch plan, 4) personeelsbudget houdt rekening met de formatiewijziging 2014 inclusief gebouwenbeheer-der (50.000 ) vanaf 2015, tweede luik formatiewijziging 2016 voor de helft in 2016 en volledig in 2017 en de voormelde pensioenbijdragen (36% in 2014, 40% in 2015 en 41.5% in 2016), 5) huur opleidingcentrum Azalee, in 2015 voor een volledig jaar tegenover einde huur Vleminckxhoek, 6) toename gemeentefonds met 2.5% in 2014 en met 3% vanaf 2015, 7) leninglasten voor nieuwe leningen gerekend aan 1.5% rente (0.5% marge bovenop de huidige rente voor driemaandelijks herzienbare leningen), voor leningen welzijnssite is de opname gepland voor oktober 2014 (tot dan kredietopening) 8) ligdagprijs WZC verhoogd in 2016 en 2019 wegens hogere ligdagprijs voor nieuwbouw WZC Gerda en de uitvoering zorgstrategisch plan. Er wordt niet vooruitgelopen op een eventuele afbouw van Ter Wilgen bovenop de verhuis naar WZC Gerde, dit is voorwerp van het nieuw zorgstrategische plan. 2 Het in het meerjarenplan opgenomen bedrag is lager omdat als negatief element 1.910.000 van investeringsuitgaven voor Priesteragie en Lindehof die reeds zijn betaald (in het boekjaar 2013 of eerder) zijn meegenomen. Deze bedragen zijn voorgefinancierd en komen opnieuw ter beschikking wanneer de lening wordt opgenomen die hiervoor voorzien is in het meerjarenplan 2014-2019. Anderzijds is dit bedrag verhoogd met de bestemde gelden per 31/12/2012 (83.586,99 ). 3 en dan gebeurt dit via factuur bv. afname brandstofkosten Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 6

Inhoudsopgave Voorwoord 2 Technische toelichting 6 Inhoudsopgave 7 Advies van het college van burgemeester en schepenen betreffende het budget 2014 en het meerjarenplan 2014-2019 9 Meerjarenplan 2014-2019 10 Strategische nota 11 Financiële nota 23 Financieel doelstellingplan (schema M1) 24 Staat van financieel evenwicht (schema M2) 27 Meerjarenplan 2014 2019 toelichting 28 Missie en visie 29 Omgevingsanalyse 30 Financiële risico s 63 Beleidsdoelstellingen 64 Interne organisatie 102 Organogram 103 Overzicht personeelsbestand 111 Personeel in aantal voltijdse equivalenten (schema TM1) Overzicht budgethouders 112 Beleidsvelden per beleidsdomein 126 Financiële vaste activa 129 Financiële schulden (schema TM2) 130 Motivering berekening gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 132 Waarderingsregels 135 Verplichte vermelding van laatste inschrijving in budgettaire dagboeken 144 Omzetting gecumuleerd resultaat NOB naar gecumuleerd resultaat BBC 145 Voorstelling meerjarenplan volgens NOB (geconsolideerd) 150 Budget 2014 154 Beleidsnota budget 155 Doelstellingennota budget 156 Doelstellingenbudget (schema B1) 166 Financiële toestand 167 Resultaat op kasbasis (schema B5) 167 Nominatieve lijst van subsidies 168 Financiële nota budget 169 Exploitatiebudget (schema B2) 170 Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 7

Investeringsbudget 171 Investeringsenveloppen (schema B3) 172 Overzicht investeringsenveloppes 174 Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen (schema B4) 175 Liquiditeitenbudget (schema B5) 176 Budget 2014 toelichting 177 Toelichting bij het exploitatiebudget 178 Exploitatiebudget per beleidsdomein (schema TB1) 178 Evolutie exploitatiebudget (schema TB2) 179 Toelichting bij het investeringsbudget 180 Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen per beleidsdomein (schema TB3) 180 Evolutie van de transactiekredieten voor investeringen (schema TB4) 182 Effect nieuwe investeringen op het exploitatiebudget 184 Evolutie van het liquiditeitenbudget (schema TB5) 185 Te verstrekken werkings- en investeringssubsidies 187 Motivering berekening gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 188 Verplichte vermelding van laatste inschrijving in budgettaire dagboeken 189 Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 8

Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 9

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 MEERJARENPLANNING 2014-2019 Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be Meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 10

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 Strategische nota Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be Strategische nota 11

STRATEGISCHE NOTA MEERJARENPLAN 2014-2019 OCMW Sint-Niklaas Lodewijk De Meesterstraat 3 9100 Sint-Niklaas Secretaris: Tjeu Van Diessen Financieel beheerder: Luc Vermeiren Prioritair beleid Beleidsdoelstelling: Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen (BD OCMW/01) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 10.300.000 0-10.300.000 0 0 0 2015 25.000 0-25.000 500.000 0-500.000 0 0 0 2016 20.000 0-20.000 0 0 0 0 0 0 2017 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2018 15.000 0-15.000 0 0 0 0 0 0 2019 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen (AP OCMW/0101) Elke inwoner kan via een laagdrempelig en vlot georganiseerd onthaal terecht bij het OCMW voor informatie over sociale wetgeving, financiële hulpverlening, het recht op sociale vergoedingen, wonen en energie, activering en het recht op maatschappelijke participatie. Er wordt bekeken hoe de synergie inzake sociale dienstverlening tussen het OCMW en de stad de realisatie van een open welzijnssite kan versterken. Met haar nieuw administratief gebouw op de Gerda-site biedt het OCMW de mogelijkheid om tot één geïntegreerde welzijnssite te komen. Er zal tegelijk ook aandacht gaan naar het principe van gebiedsgericht werken. We organiseren een werking die dicht bij de bevolking staat, onder meer via het stadhuis, de nieuwe welzijnssite en een antennewerking in de deelgemeenten. Realisatietermijn: 2014-2019 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 10.300.000 0-10.300.000 0 0 0 2015 25.000 0-25.000 500.000 0-500.000 0 0 0 Strategische nota 12

2016 20.000 0-20.000 0 0 0 0 0 0 2017 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2018 15.000 0-15.000 0 0 0 0 0 0 2019 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Werk maken van een geïntegreerd dienstverleningsnetwerk tussen stad, OCMW en andere sociale dienstverleners (AP OCMW/0102) Het bestuur maakt afspraken over zitdagen en/of informatieverstrekking over dienstverlening met zoveel mogelijk sociale dienstverleners en welzijnsorganisaties, onder meer met maar niet beperkt tot het Centrum.Algemeen Welzijnswerk, de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, het Sociaal Verhuurkantoor Waasland, pensioendiensten, ziekenfondsen en de wetswinkel. Realisatietermijn: 2014-2016 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2015 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een coherent armoedebeleid voeren door middel van een lokaal armoedeplan dat bijdraagt tot de realisatie van de sociale grondrechten (BD OCMW/03) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 256.000 0-256.000 0 0 0 0 0 0 2015 344.000 0-344.000 0 0 0 0 0 0 2016 340.528 0-340.528 0 0 0 0 0 0 2017 347.187 0-347.187 0 0 0 0 0 0 2018 353.978 0-353.978 0 0 0 0 0 0 2019 360.906 0-360.906 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Een coherent armoedebeleid voeren door middel van een lokaal armoedeplan (AP OCMW/0301) Het OCMW en de stad willen een armoedeplan opmaken, met kinderarmoede en activering als specifieke aandachtspunten. Bij de opmaak van dit armoedeplan moeten de diverse spelers die werken rond armoede zowel vanuit de overheid (cfr. het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding), het middenveld, als de gebruikers betrokken worden. Het lokaal armoedeplan bevat concrete maatregelen om armoede te voorkomen en te bestrijden, en wordt permanent opgevolgd via monitoring (armoedebarometer) en via gestructureerd overleg. Strategische nota 13

Realisatietermijn: 2014-2019 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 6.000 0-6.000 0 0 0 0 0 0 2015 89.000 0-89.000 0 0 0 0 0 0 2016 80.428 0-80.428 0 0 0 0 0 0 2017 81.885 0-81.885 0 0 0 0 0 0 2018 83.370 0-83.370 0 0 0 0 0 0 2019 84.886 0-84.886 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Verder voorzien in een objectief en flexibel systeem van financiële ondersteuning als aanvulling op het minimuminkomen (AP OCMW/0302) Het huidig systeem van financiële hulpverlening zal bestendig geëvalueerd worden op zijn effectiviteit. Er zal over gewaakt worden dat er financiële stimuli blijven om andere inkomsten te verwerven, onder andere via werk, en zo niet langer afhankelijk te blijven van uitkeringen. Dit houdt enerzijds bijvoorbeeld in dat leefloon of bijstand slechts tijdelijke oplossingen mogen zijn voor cliënten die activeerbaar zijn (werkbereidheid), en anderzijds dat we moeten onderzoeken welke de drempels vormen om de stap naar activering te zetten (de zogenaamde werkloosheidsval). De financiële hulpverlening is krachtens artikel 57 van de OCMW-wet niet van toepassing voor mensen zonder papieren. De opdracht van het OCMW is in deze gevallen wettelijk beperkt tot de dringende medische hulpverlening. Het OCMW staat in deze context open voor overleg met (vrijwilligers-)organisaties om de begeleiding te optimaliseren. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 250.000 0-250.000 0 0 0 0 0 0 2015 255.000 0-255.000 0 0 0 0 0 0 2016 260.100 0-260.100 0 0 0 0 0 0 2017 265.302 0-265.302 0 0 0 0 0 0 2018 270.608 0-270.608 0 0 0 0 0 0 2019 276.020 0-276.020 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een opleidings- en oriënteringscentrum oprichten voor optimale arbeidstrajectbegeleiding (BD OCMW/08) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 57.000 0-57.000 0 0 0 0 0 0 2015 150.260 0-150.260 0 0 0 0 0 0 2016 153.617 0-153.617 0 0 0 0 0 0 2017 156.842 0-156.842 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 14

2018 160.130 0-160.130 0 0 0 0 0 0 2019 163.485 0-163.485 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Een opleidings- en oriënteringscentrum oprichten voor optimale arbeidstrajectbegeleiding (AP OCMW/0801) Het Opleidings- en Oriënteringscentrum wordt een belangrijke schakel in de arbeidstraject begeleiding. Dit centrum moet zorgen voor een betere screening en oriëntering van mensen met een OCMW-uitkering in functie van tewerkstellingsmogelijkheden. Uiteindelijk zal dit zorgen voor een betere doorstroming naar tewerkstellingsactiviteiten en zal dit de slaagkans verhogen. Realisatietermijn: 2014-2019 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 57.000 0-57.000 0 0 0 0 0 0 2015 150.260 0-150.260 0 0 0 0 0 0 2016 153.617 0-153.617 0 0 0 0 0 0 2017 156.842 0-156.842 0 0 0 0 0 0 2018 160.130 0-160.130 0 0 0 0 0 0 2019 163.485 0-163.485 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opmaken en uitvoeren (BD OCMW/13) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2015 0 0 0 0 2.000.000 2.000.000 0 0 0 2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 16.000.000 0-16.000.000 0 0 0 Actieplan: Een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opmaken en uitvoeren (AP OCMW/1301) Het OCMW zal verder uitvoering geven aan de lopende goedgekeurde projecten in het Zorgstrategisch Plan uit 2004, met name de realisatie van de tweede fase van het Lindehof te Belsele en de realisatie van het nieuw administratief centrum en woonzorgcentrum op de Gerda-site. De verhuisbewegingen zullen in nauw overleg met bewoners, hun familie en met het personeel worden voorbereid. In de loop van 2013 wordt een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opgemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de demografische evolutie, de evolutie in de zorgvraag, de gewijzigde wetgeving en de nood aan het uitwerken van een toekomstvisie op de sites in Nieuwkerken en Sinaai, en op woonzorgcentrum De Plataan. Specifiek wat Sinaai betreft moet er door het verdwijnen van het woonzorgcentrum een andere concrete invulling gegeven worden aan de te ontwikkelen zorgsite, waarbij de huidige activiteiten dienen te worden gevrijwaard. Dit zal gebeuren in overleg met onder meer de dorpsraad, de sportverenigingen, de KLJ van Sinaai, alsook met het private woonzorgcentrum in Sinaai. De vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals palliatief kortverblijf, palliatieve dagopvang, nachtoppas en nachtopvang, oprichting van een dienst mindermobielencentrale, wordt onderzocht in functie van de actualisering van het Zorgstrategisch Plan, in functie van subsidie-opportuniteiten, en dient gekaderd te worden in het Lokaal Sociaal Beleid. Voor elke dienst en site worden de noden op korte en lange termijn in kaart gebracht. Strategische nota 15

Realisatietermijn: 2014-2019 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2015 0 0 0 0 2.000.000 2.000.000 0 0 0 2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 16.000.000 0-16.000.000 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een stimulerend en financieel beheerst personeelsbeleid voeren (BD OCMW/16) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 114.500 0-114.500 450.000 0-450.000 0 0 0 2015 116.790 0-116.790 175.000 0-175.000 0 0 0 2016 119.126 0-119.126 175.000 0-175.000 0 0 0 2017 121.508 0-121.508 0 0 0 0 0 0 2018 123.938 0-123.938 0 0 0 0 0 0 2019 126.417 0-126.417 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Het personeelsbudget beheersen (AP OCMW/1601) Net zoals bij de stad dienen de personeelskosten en hun evolutie in de totaliteit van de uitgaven onder controle te worden gehouden. We streven naar rationalisatie en meer efficiënte, in overleg met de syndicale organisaties en in synergie met het stadsbestuur. In de seniorenzorg wordt de efficiëntie-inspanning afgestemd op het zorgstrategisch plan. De verbondenheid van personeelsuitgaven met opbrengsten (prestaties die worden gefactureerd, erkenningsnormen en subsidies) en de inhoudelijke gevolgen met betrekking tot beslissingen in het personeelsbeleid moeten eveneens mee in overweging genomen worden. Er wordt ten allen tijde op toegezien dat de vooropgestelde kostenbeheersing niet resulteert in een structurele onderbezetting van de diensten. Realisatietermijn: 2014-2019 Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2015 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 16

Actieplan: De persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers optimaliseren als onderdeel van het competentiemanagement (AP OCMW/1602) De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in het implementeren van het competentiemanagement als basis voor de verschillende HR-instrumenten. De competentieprofielen zijn de basis voor de functieprofielen, aanwervingen, evaluatie, functioneringsgesprekken en ontwikkeling. Nu de basis voor het competentiemanagement is gelegd, wil het OCMW vooral inzetten op het aspect ontwikkeling, door gekende en vernieuwende leerinstrumenten in te zetten. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 114.500 0-114.500 0 0 0 0 0 0 2015 116.790 0-116.790 0 0 0 0 0 0 2016 119.126 0-119.126 0 0 0 0 0 0 2017 121.508 0-121.508 0 0 0 0 0 0 2018 123.938 0-123.938 0 0 0 0 0 0 2019 126.417 0-126.417 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Kwaliteit, milieu en welzijn op het werk garanderen door het implementeren van de welzijnsverklaring (AP OCMW/1603) Een goede dienstverlening aan de burger kan maar als alle personeelsleden goed functioneren en zich goed voelen op hun werk. Het OCMW streeft daarom naar een hoog peil wat betreft kwaliteit, milieu en welzijn op het werk en verankert dit engagement in een welzijnsverklaring. Aan de hand van de evaluatie van het Globaal Preventieplan 2013-2018 en de Jaarlijkse Actieplannen die daaraan gekoppeld zijn, wordt, in overleg en op advies van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, de implementatie van de welzijnsverklaring opgevolgd en waar nodig bijgestuurd. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 450.000 0-450.000 0 0 0 2015 0 0 0 175.000 0-175.000 0 0 0 2016 0 0 0 175.000 0-175.000 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 17

Beleidsdoelstelling: Tevredenheid en participatie van de personeelsleden, cliënten en gebruikers verhogen (BD OCMW/18) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2015 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2016 25.000 0-25.000 0 0 0 0 0 0 2017 25.000 0-25.000 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 Actieplan: De personeelstevredenheid meten en er concreet gevolg aan geven (AP OCMW/1801) Via regelmatige tevredenheidsmetingen bij de personeelsleden peilen we naar de algemene tevredenheid van medewerkers. Deze metingen stellen ons in staat in te spelen op knelpunten of vragen van medewerkers. In 2009 vond reeds een meting plaats. In 2013 wordt een rapport afgeleverd dat weergeeft op welke wijze op de resultaten van deze meting is ingespeeld. In 2014 wordt een nieuwe meting georganiseerd. Op basis van de resultaten wordt een actieplan opgesteld om aan de vastgestelde aandachtspunten tegemoet te komen. Cruciaal is een goede communicatie met het personeel, zowel voor de meting (wat is het doel?) als na de meting (welk gevolg geven we aan de resultaten?). Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2015 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 2016 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 30.000 0-30.000 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Tevredenheid en participatie van de cliënten en gebruikers verhogen door tevredenheidsmetingen (AP OCMW/1802) Regelmatige tevredenheidsmetingen helpen de dienstverlening bij te sturen. Daartoe is het uiteraard noodzakelijk dat we vooraf afbakenen wat we willen meten, en dat we na de meting een actieplan opstellen om de resultaten in de praktijk om te zetten en er zo concreet gevolg aan te geven. De gebruikersraden in het dienstencentrum, in de serviceflats, in de woonzorgcentra en in de thuiszorg moeten allemaal kunnen uitgroeien tot fora voor dialoog. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 18

2015 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2016 25.000 0-25.000 0 0 0 0 0 0 2017 25.000 0-25.000 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een intern en extern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken en uitvoeren (BD OCMW/20) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 65.000 0-65.000 144.000 0-144.000 0 0 0 2015 30.650 0-30.650 30.000 0-30.000 0 0 0 2016 31.300 0-31.300 30.000 0-30.000 0 0 0 2017 31.950 0-31.950 30.000 0-30.000 0 0 0 2018 32.600 0-32.600 30.000 0-30.000 0 0 0 2019 33.250 0-33.250 30.000 0-30.000 0 0 0 Actieplan: De OCMW-website versterken (AP OCMW/2001) De website van het OCMW wordt waar mogelijk verder vereenvoudigd en aangepast, zodat bezoekers in enkele klikken alle relevante informatie met betrekking tot de dienstverlening van het OCMW kunnen vinden. De website van thuiszorgcentrum t Punt wordt geïntegreerd in de OCMW-website. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 80.000 0-80.000 0 0 0 2015 0 0 0 30.000 0-30.000 0 0 0 2016 0 0 0 30.000 0-30.000 0 0 0 2017 0 0 0 30.000 0-30.000 0 0 0 2018 0 0 0 30.000 0-30.000 0 0 0 2019 0 0 0 30.000 0-30.000 0 0 0 Actieplan: Een intern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken (AP OCMW/2002) Uitgangspunt hierbij is dat communicatie een zaak is van iedereen en dat bijgevolg inspanningen moeten geleverd worden om iedereen effectief te bereiken en te betrekken. De nieuwe communicatiemix focust op drie doelgroepen: medewerkers met pc, medewerkers zonder pc en moeilijk bereikbare doelgroepen. In de communicatie naar pc-gebruikers staat een nieuw intranet centraal. Het OCMW heeft een groot aandeel van niet pc-gebruikers. Naast het werkoverleg en de nieuwsbrief op papier krijgen de klassieke mededelingenborden een opwaardering. De afdeling thuiszorg experimenteert met sms-informatie. Een maandelijkse nieuwsbrief (zowel digitaal als op papier) informeert alle medewerkers en stuwt hen naar het intranet. Het personeelsblad evolueert naar een magazine met duiding en achtergrond. Strategische nota 19

Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 13.000 0-13.000 64.000 0-64.000 0 0 0 2015 13.300 0-13.300 0 0 0 0 0 0 2016 13.600 0-13.600 0 0 0 0 0 0 2017 13.900 0-13.900 0 0 0 0 0 0 2018 14.200 0-14.200 0 0 0 0 0 0 2019 14.500 0-14.500 0 0 0 0 0 0 Actieplan: Een extern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken (AP OCMW/2003) Het OCMW wil de toegankelijkheid en het imago van het OCMW verbeteren door: - alle inwoners en welzijnsorganisaties van Sint-Niklaas beter te informeren over de werking en projecten van het OCMW en de dienstverlening;- sensibiliseren van en beter communiceren met kwetsbare en kansarme doelgroepen.hiertoe wordt een extern communicatieplan opgemaakt. We onderzoeken of een aan huis bedeelde informatiebrochure, meer info in de Stadskroniek of een OCMWinfokrant aangewezen is. Belangrijk is dat hierbij nagegaan wordt hoe gekend de dienstverlening van het OCMW is. Zo krijgen we een zicht op de prioritaire doelgroepen en hoe we deze het best kunnen bereiken en vermijden we het risico dat het aanbod van zorg- en dienstverlening niet door iedereen gekend is. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 52.000 0-52.000 0 0 0 0 0 0 2015 17.350 0-17.350 0 0 0 0 0 0 2016 17.700 0-17.700 0 0 0 0 0 0 2017 18.050 0-18.050 0 0 0 0 0 0 2018 18.400 0-18.400 0 0 0 0 0 0 2019 18.750 0-18.750 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: Een gecentraliseerd ICT-systeem uitbouwen (BD OCMW/22) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 170.000 0-170.000 0 0 0 2015 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2016 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2017 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2018 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2019 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 Strategische nota 20

Actieplan: Een gecentraliseerd informatiebeheerssysteem uitbouwen (AP OCMW/2201) Door de muren tussen de verschillende softwaretoepassingen neer te halen wordt het mogelijk om centrale dossiers en databanken aan te leggen, waar alle relevante informatie wordt gecentraliseerd. Dit dient uiteraard met respect voor informatieveiligheid en privacy te worden uitgewerkt. Een dergelijk systeem verhoogt de interne efficiëntie, vermijdt fouten en verhoogt de klantgerichtheid. Het laat bovendien ook toe aan het management en bestuur om met informatiedashboards te gaan werken, met info zoals het aantal open dossiers, de doorlooptijd, sensitiviteitsanalyses in functie van bezetting en tijd (waardoor het personeelsbudget beter kan worden beheerst en wachtrijen of tijden kunnen worden verminderd). Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 170.000 0-170.000 0 0 0 2015 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2016 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2017 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2018 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 2019 0 0 0 70.000 0-70.000 0 0 0 Beleidsdoelstelling: De subsidies optimaliseren (BD OCMW/24) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 20.000 0-20.000 0 0 0 0 0 0 2015 20.500 0-20.500 0 0 0 0 0 0 2016 21.000 0-21.000 0 0 0 0 0 0 2017 21.500 0-21.500 0 0 0 0 0 0 2018 22.000 0-22.000 0 0 0 0 0 0 2019 22.500 0-22.500 0 0 0 0 0 0 Actieplan: De subsidies optimaliseren (AP OCMW/2401) Het optimaliseren van de RIZIV-inkomsten van de woonzorgcentra, het volledig benutten van (tewerkstellings- en project- )subsidies en de opvolging van deze subsidies zijn kansen om de financiële uitdagingen deels te kunnen opvangen. Ook het rationaliseren van de door het OCMW aangerekende tarieven is een te onderzoeken piste. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2019 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 20.000 0-20.000 0 0 0 0 0 0 2015 20.500 0-20.500 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 21

2016 21.000 0-21.000 0 0 0 0 0 0 2017 21.500 0-21.500 0 0 0 0 0 0 2018 22.000 0-22.000 0 0 0 0 0 0 2019 22.500 0-22.500 0 0 0 0 0 0 Beleidsdoelstelling: De meest passende vorm van samenwerking tussen de ondersteunende diensten van OCMW en stad onderzoeken en projectmatig realiseren (BD OCMW/25) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2015 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2016 7.000 0-7.000 0 0 0 0 0 0 2017 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Actieplan: De meest passende vorm van samenwerking tussen de ondersteunende diensten van OCMW en stad onderzoeken en projectmatig realiseren (AP OCMW/2501) Verregaandere samenwerking met de stad kan een meerwaarde bieden voor beide besturen. De belangrijkste argumenten voor een samenwerking zijn:- schaalvoordelen: meer effectiviteit met gelijke of lagere kosten; - delen van expertise, materialen en infrastructuur of delen van de investering hiervoor;- kostenbesparing; - betere dienstverlening aan de klant.om een verregaande samenwerking of zelfs integratie van diensten te realiseren, is het van belang dat een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. De samenwerking met de stad dient te gebeuren vanuit heldere doelstellingen en een gedeelde visie, rekening houdend met de specifieke behoeften, de juridische realiteit, expertise, eigenheid, organisatiecultuur en kerntaken van de beide besturen. Voor de grote luiken binnen de ondersteunende diensten (personeel, financiën, aankopen, logistiek, technische diensten, communicatie en stafdiensten, secretariaat ) zal in eerste instantie grondig onderzocht worden, samen met de stad, wat de mogelijkheden en opportuniteiten zijn in het kader van samenwerking en hoe ver deze best kan gaan. Het uitbouwen van samenwerkingsvormen tussen stad en OCMW dient op een projectmatige manier te worden aangepakt, vertrekkende van een grondige analyse, met heldere doelstellingen en volgens een realistisch tijdspad. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Realisatietermijn: 2014-2016 Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2015 10.000 0-10.000 0 0 0 0 0 0 2016 7.000 0-7.000 0 0 0 0 0 0 Strategische nota 22

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 Financiële nota Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be Financiële nota 23

Financieel doelstellingenplan (schema M1) Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Beleidsdomein ALGFIN 15.227.474 36.106.116 20.878.641 5.805.261 21.361.302 15.556.041 5.838.452 32.236.133 26.397.681 Prioritaire beleidsdoelstellingen 10.300.000-10.300.000 500.000-500.000 Exploitatie Investeringen 10.300.000-10.300.000 500.000-500.000 Andere Overig beleid 4.927.474 36.106.116 31.178.641 5.305.261 21.361.302 16.056.041 5.838.452 32.236.133 26.397.681 Exploitatie 1.758.736 18.750.700 16.991.964 1.832.438 19.300.302 17.467.863 2.049.486 20.165.133 18.115.647 Investeringen 159.500 1.322.000 1.162.500 2.000.000 2.000.000 370.000 370.000 Andere 3.009.239 16.033.416 13.024.177 3.472.822 61.000-3.411.822 3.788.966 11.701.000 7.912.034 Beleidsdomein MAATWEL 62.993.206 42.787.996-20.205.210 68.770.954 52.422.747-16.348.207 72.546.416 45.024.347-27.522.069 Prioritaire beleidsdoelstellingen 1.346.500-1.346.500 1.002.200 2.000.000 997.800 992.571-992.571 Exploitatie 582.500-582.500 727.200-727.200 717.571-717.571 Investeringen 764.000-764.000 275.000 2.000.000 1.725.000 275.000-275.000 Andere Overig beleid 61.646.706 42.787.996-18.858.710 67.768.754 50.422.747-17.346.007 71.553.845 45.024.347-26.529.498 Exploitatie 56.113.165 41.022.894-15.090.271 57.806.269 42.005.300-15.800.969 59.227.178 43.077.718-16.149.460 Investeringen 5.533.541 1.765.103-3.768.438 9.962.484 8.417.446-1.545.038 12.326.667 1.946.629-10.380.038 Andere Totalen 78.220.680 78.894.112 673.432 74.576.214 73.784.048-792.166 78.384.868 77.260.480-1.124.388 Exploitatie 58.454.401 59.773.594 1.319.193 60.365.908 61.305.602 939.694 61.994.235 63.242.851 1.248.616 Investeringen 16.757.041 3.087.103-13.669.938 10.737.484 12.417.446 1.679.962 12.601.667 2.316.629-10.285.038 Andere 3.009.239 16.033.416 13.024.177 3.472.822 61.000-3.411.822 3.788.966 11.701.000 7.912.034 Financiële nota 24

Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Beleidsdomein ALGFIN 5.548.846 20.456.676 14.907.829 5.410.758 21.105.424 15.694.666 5.659.180 35.241.888 29.582.708 Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid 5.548.846 20.456.676 14.907.829 5.410.758 21.105.424 15.694.666 5.659.180 35.241.888 29.582.708 Exploitatie 1.992.322 20.446.676 18.454.354 1.929.290 21.045.424 19.116.133 1.945.517 21.361.888 19.416.371 Investeringen 10.000 10.000 60.000 60.000 60.000 60.000 Andere 3.556.524-3.556.524 3.481.468-3.481.468 3.713.663 13.820.000 10.106.337 Beleidsdomein MAATWEL 61.533.777 45.910.569-15.623.209 62.922.454 46.832.528-16.089.926 80.382.592 47.993.976-32.388.616 Prioritaire beleidsdoelstellingen 813.986-813.986 807.647-807.647 16.846.558-16.846.558 Exploitatie 713.986-713.986 707.647-707.647 746.558-746.558 Investeringen 100.000-100.000 100.000-100.000 16.100.000-16.100.000 Andere Overig beleid 60.719.791 45.910.569-14.809.222 62.114.807 46.832.528-15.282.279 63.536.034 47.993.976-15.542.058 Exploitatie 60.473.124 43.963.940-16.509.184 61.868.140 44.885.900-16.982.241 63.289.367 46.047.347-17.242.020 Investeringen 246.667 1.946.629 1.699.962 246.667 1.946.629 1.699.962 246.667 1.946.629 1.699.962 Andere Totalen 67.082.623 66.367.244-715.379 68.333.212 67.937.952-395.260 86.041.771 83.235.864-2.805.908 Exploitatie 63.179.433 64.410.616 1.231.183 64.505.078 65.931.323 1.426.245 65.981.442 67.409.235 1.427.793 Investeringen 346.667 1.956.629 1.609.962 346.667 2.006.629 1.659.962 16.346.667 2.006.629-14.340.038 Andere 3.556.524-3.556.524 3.481.468-3.481.468 3.713.663 13.820.000 10.106.337 Financiële nota 25

Staat van financieel evenwicht (schema M2) Resultaat op kasbasis Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 I. Exploitatiebudget (B-A) 1.319.193 939.694 1.248.616 1.231.183 1.426.245 1.427.793 A. Uitgaven 58.454.401 60.365.908 61.994.235 63.179.433 64.505.078 65.981.442 B. Ontvangsten 59.773.594 61.305.602 63.242.851 64.410.616 65.931.323 67.409.235 1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 20.223.483 20.812.763 21.719.377 22.043.836 22.686.665 23.048.408 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige 39.550.111 40.492.839 41.523.475 42.366.780 43.244.658 44.360.827 II. Investeringsbudget (B-A) -13.669.938 1.679.962-10.285.038 1.609.962 1.659.962-14.340.038 A. Uitgaven 16.757.041 10.737.484 12.601.667 346.667 346.667 16.346.667 B. Ontvangsten 3.087.103 12.417.446 2.316.629 1.956.629 2.006.629 2.006.629 III. Andere (B-A) 13.024.177-3.411.822 7.912.034-3.556.524-3.481.468 10.106.337 A. Uitgaven 3.009.239 3.472.822 3.788.966 3.556.524 3.481.468 3.713.663 1. Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen 2.509.239 2.972.822 3.288.966 3.056.524 2.981.468 3.213.663 1.b Niet-periodieke aflossingen 500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 16.033.416 61.000 11.701.000 13.820.000 1. Op te nemen leningen en leasings 15.970.000 11.670.000 13.820.000 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 63.416 61.000 31.000 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) 673.432-792.166-1.124.388-715.379-395.260-2.805.908 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 5.298.282 5.888.127 5.095.961 3.971.573 3.256.194 2.860.933 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) 5.971.714 5.095.961 3.971.573 3.256.194 2.860.933 55.025 Financiële nota 26

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 83.587 A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen 83.587 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 5.888.127 5.095.961 3.971.573 3.256.194 2.860.933 55.025 Autofinancieringsmarge Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 I. Financieel draagvlak (A-B) 3.008.999 2.702.598 3.244.410 3.185.642 3.317.030 3.334.149 A. Exploitatieontvangsten 59.773.594 61.305.602 63.242.851 64.410.616 65.931.323 67.409.235 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 56.764.595 58.603.004 59.998.441 61.224.974 62.614.293 64.075.087 1. Exploitatie-uitgaven 58.454.401 60.365.908 61.994.235 63.179.433 64.505.078 65.981.442 2. Nettokosten van de schulden 1.689.806 1.762.903 1.995.794 1.954.459 1.890.785 1.906.356 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 2.974.476 2.852.047 3.431.081 3.188.304 3.049.574 3.297.340 A. Netto-aflossingen van schulden 1.284.670 1.089.144 1.435.288 1.233.846 1.158.789 1.390.984 B. Nettokosten van schulden 1.689.806 1.762.903 1.995.794 1.954.459 1.890.785 1.906.356 Autofinancieringsmarge (I-II) 34.523-149.449-186.671-2.663 267.456 36.809 Financiële nota 27

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 Meerjarenplan 2014-2019 toelichting Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be 28

Missie en visie Missie Het OCMW Sint-Niklaas garandeert voor iedereen die gewoonlijk op haar grondgebied verblijft, en dit met eerbiediging van de bestaande regelgeving, op duurzame wijze de sociale grondrechten. Deze grondrechten vormen, via een beleid van kansen en verantwoordelijkheden op maat van de klant, een opstap naar een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven, die zowel voor het individu als de samenleving noodzakelijk en zinvol is. Visie Tot de kernopdrachten van het OCMW behoren: - Sociale dienstverlening: informatie verstrekken, financiële hulpverlening, recht op activering, woon- en energiebegeleiding, sociale, culturele en sportieve ondersteuning, recht op onderwijs, recht op gezondheid. - Woonzorg voor senioren: thuiszorg (poetsdienst, gezinszorg, klusjesdienst, warme maaltijden, dienstencentra, dagverzorgingscentra), huisvesting voor senioren aangepast aan hun zorgbehoefte (serviceflats, kortverblijf, aangepaste woonvormen, rust- en verzorgingstehuizen). Een eigentijds bestuur van het OCMW, met aandacht voor duurzaamheid, diversiteit, heldere communicatie en participatie van alle relevante actoren, nodig voor de uitvoering van de kernopdrachten, die actief zijn op ons grondgebied, overkoepelt dit geheel. 29

Omgevingsanalyse 30

Omgevingsanalyse bij het meerjarenplan 2014-2019 Voor de opmaak van deze omgevingsanalyse werd in hoofdzaak gebruik gemaakt van volgende websites met gegevensbronnen: http://www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/sociale_planning/index.cfm http://www.lokalestatistieken.be http://www.thuisindestad.be/stadsmonitor_6.html http://www.mi-is.be/be-nl/studies-publicaties-en-statistieken/statistieken http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/cijfers-over-zorgaanbod/ 31

Sociale Dienstverlening Inleiding Hierna volgt een overzicht van relevante cijfergegevens op vlak van sociale dienstverlening. Telkens werd gekozen voor de meest recente beschikbare cijfers. Afhankelijk van beschikbaarheid worden ook de cijfers van Oost-Vlaanderen, het Vlaams gewest of de centrumsteden gegeven, als referentie. In eerste instantie wordt de bevolkingsstructuur van Sint-Niklaas geschetst en wordt stilgestaan bij de doelgroepen van het sociaal beleid. Daarna volgen enkele economische factoren, onder meer de fiscale inkomens, arbeidsmarktgegevens en RMI-gerechtigden. Vervolgens bekijken we de thema s wonen en energie en schetsen we enkele politiek-juridische factoren. Demografische factoren BEVOLKINGSSTRUCTUUR Op 1 januari 2012 telde Sint-Niklaas 72.890 inwoners. Sint-Niklaas is de derde grootste stad van Oost-Vlaanderen, na Aalst en Gent. tabel: bevolkingsaantal naar leeftijd en geslacht, aantal en %, 1/1/2012 Aantal %* gemeente 0 tot en met 18 jaar 19 tot en met 59 jaar 60-plus mannelijk vrouwelijk totaal mannelijk vrouwelijk totaal mannelijk vrouwelijk totaal totaal 0 tot en met 18 jaar 19 tot en met 59 jaar Sint-Niklaas 7 835 7 784 15 619 19 476 19 172 38 648 8 289 10 334 18 623 72 890 21,43 53,02 25,55 Provincie Oost- Vlaanderen 153 349 147 572 300 921 404 747 395 813 800 560 158 055 194 761 352 816 1 454 297 20,69 55,05 24,26 *tov bevolkingsaantal bron: Rijksregister, via bevolkingskubus (exclusief wachtregister), 2012 60-plus 32

Op basis van de verwachte demografische projecties tot 2030 stijgt het bevolkingsaantal tot 76.506 in 2030, door een positief natuurlijk saldo en een positief migratiesaldo. Deze stijging is iets hoger dan het Oost-Vlaams gemiddelde. De stijging zit vooral in de leeftijdsgroep van de 60- plussers. tabel : residerende wettelijke bevolking, bevolkingsprognose tussen 2010 en 2030 per leeftijdscategorie, aantal en index, telkens 1/1 van het jaar gemeente 0 tot en met 18 jaar 2010 2020 2030 index 2010-2030 0 tot en 19 tot 0 tot en 19 tot 0 tot met 18 en met met 18 en met en met jaar 59 jaar 60-plus totaal jaar 59 jaar 60-plus totaal 18 jaar 19 tot en met 59 jaar 60-plus totaal 19 tot en met 59 jaar 60-plus totaal Sint-Niklaas 15 016 38 210 18 247 71 472 16 264 38 143 20 960 75 367 16 035 37 220 23 251 76 506 106,78 97,41 127,43 107,04 Provincie Oost- Vlaanderen 295 704 789 871 342 271 1 427 847 311 729 795 449 395 647 1 502 826 306 315 763 405 452 900 1 522 619 103,59 96,65 132,32 106,64 bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering, bevolkingsprognoses 2009-2030 DE DOELGROEPEN VAN HET SOCIAAL BELEID De doelgroep van het sociaal beleid betreft vooral de huishoudens in een kwetsbare positie, waaronder alleenstaanden, éénoudergezinnen, etnisch-culturele minderheden, mensen met een laag scholingsniveau en/of langdurige werkloosheid, mensen met een schuldenproblematiek, kinderen geboren in kansarme gezinnen en personen met gezondheidproblemen. In 2011waren er in Sint-Niklaas 9.718 alleenstaanden (ongeveer één derde van de private huishoudens) en 1.328 éénoudergezinnen met kinderen in de categorie 0 tot en met 19 jaar. 33

tabel : private huishoudens: alleenstaanden, huishoudens met kinderen en éénoudergezinnen, aantal en %, 2011 Aantal huishoudens met kinderen (tussen 0 en 19 jaar) % huishoudens met kinderen (tussen 0 en 19 jaar)* Aantal éénoudergezinnen met kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot en met 19 jaar % éénoudergezinnen met kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot en met 19 jaar** Aantal private Aantal % gemeente huishoudens alleenstaanden alleenstaanden* Sint-Niklaas 30 369 9 718 32 8 620 28,38 1 328 15,41 Provincie Oost- Vlaanderen 611 500 187 156 30,61 178 743 29,23 25 548 14,29 *tov totaal aantal private huishoudens ** tov totaal aantal huishoudens met kinderen (tussen 0 en 19 jaar) bron: Rijksregister via gezinskubus (exclusief wachtregister), 2011 Wanneer we kijken naar de evolutie van de laatste jaren zien we een stijgende trend in het aantal alleenstaanden en éénoudergezinnen. tabel : evolutie van het aantal alleenstaanden en het aantal éénoudergezinnen tussen 2007 en 2011, Oost-Vlaanderen, telkens 1/1/jaar Alleenstaanden éénoudergezin index index gemeente 2007 2008 2009 2010 2011 2007-2011 2007 2008 2009 2010 2011 2007-2011 Sint-Niklaas 9 195 9 332 9 419 9 520 9 718 105,69 1 267 1 286 1 299 1 369 1 328 104,81 Provincie Oost- 174 386 177 902 180 605 184 126 187 156 107,32 24 174 24 679 24 861 25 344 25 548 105,68 Vlaanderen bron: Rijksregister via gezinskubus (exclusief wachtregister), 2011 34

Kind en gezin toetst elk gezin met een geboorte aan zes indicatoren voor kansarmoede: inkomen, arbeid, opleiding, huisvesting, ontwikkeling, gezondeheid. Wanneer een gezin aan drie of meer criteria voldoet, wordt het als kansarm beschouwd. De indicatoren moeten als volgt gelezen worden: van alle kinderen met kansarmoede heeft x% op dat criterium gescoord. In Sint-Niklaas vinden gemiddeld 8,1% van de geboorten plaats in een kansarm gezin (op basis van het driejarige gemiddelde 2007-2009). Dit ligt één procent hoger dan het Oost-vlaamse gemiddelde, en zit op hetzelfde niveau als het Vlaams gemiddelde. De laatste kolom geeft het % van alle kansarme kinderen die op de drie harde indicatoren inkomen, arbeid en opleiding gescoord hebben. Voor Sint-Niklaas geeft dit een hoog % in vergelijking met het Oost-Vlaamse (slechts één gemeente scoort nog hoger) en Vlaams gemiddelde. tabel: geboorten in kansarme gezinnen in totaliteit en naar criterium, %, gemiddelde 2007-2008-2009 gemeente %* geboorten in kansarme gezinnen %** inkomen arbeid opleiding huisvesting ontwikkeling gezondheid socioeconomische criteria: inkomen + arbeid + opleiding Sint-Niklaas 8,1 87 86 87,9 53,5 50,2 17,2 67,9 Oost-Vlaanderen 7,1 77,5 76,5 83,2 49,7 38,5 24,3 53 Vlaams Gewest 8,1 79,3 76,3 79,6 50,7 31,1 22,1 51,2 * tov het totale aantal geboorten ** tov het totale aantal kinderen met kansarmoede bron: Kind en Gezin, gemeentelijke kindrapporten Op 1 januari 2011 telde Sint-Niklaas 4.242 niet-belgen (inwoners die niet de Belgische nationaliteit hebben) en 12.142 personen van vreemde herkomst. 35

tabel: residerende wettelijke bevolking zonder Belgische nationaliteit en aantal personen van vreemde herkomst op 01/01/2011 gemeente niet-belgen naar nationaliteit Aantal personen van vreemde herkomst aantal %* aantal %* Sint-Niklaas 4 242 5,89 12 142 16,79 Oost-Vlaanderen 65 065 4,51 158 454 10,96 *tov totaal aantal inwoners bron: Rijksregister, via bevolkingskubus (exclusief wachtregister), 2011 Bijna 16% van de niet-belgen (gemeten in 2010) zijn nieuwkomers. Nieuwkomers zijn vooral afkomstig uit Oost-Europese landen. tabel: nieuwkomers, aantal en %, 2010 gemeente aantal inburgeraars % van totale bevolking % van totale aantal niet- Belgen Sint-Niklaas 592 0,83 15,59 Oost-Vlaanderen 7 367 0,52 12,47 bron: Studiedienst Vlaamse Regering Ook een lage scholingsgraad en langdurig werkloos verhogen de kwetsbaarheid. Sint-Niklaas kent een relatief hoog % laaggeschoolden (37,28 per 1000 inwoners) en langdurig werklozen (28,7 per 1000 inwoners) binnen de bevolking op arbeidsleeftijd (20-59j.). Beide criteria komen vaak samen voor. Dit vormt de meest kwetsbare groep. De laaggeschoolden (55.3 %) en langdurig werklozen (42,56 %) nemen een groot aandeel in de groep niet-werkende werkzoekenden (diegenen die beschikbaar zijn voor een job en actief op zoek zijn naar werk). 36

tabel: laaggeschoolde en langdurig niet-werkende werkzoekenden (NWWZ), aantal, % en, jaargemiddelde 2011 aantal NWWZ % van totale aantal NWWZ van bev. op arbeidsleeftijd (20-59 j) gemeente laaggeschoold langdurig werkloos (> 1 jaar) combinatie laaggesch. en langdurig laaggeschoold langdurig werkloos (> 1 jaar) combinatie laaggesch. en langdurig laaggeschoold langdurig werkloos combinatie laaggesch. en langdurig Sint-Niklaas 1 394 1 073 680 55,3 42,56 26,97 37,28 28,7 18,19 Oost- Vlaanderen 22 758 19 876 11 963 51,75 45,19 27,2 29,2 25,5 15,35 Vlaanderen 97 693 85 534 49 532 50,1 43,86 25,4 n.b. n.b. n.b. bron: VDAB, via Arvastat en Rijksregister via bevolkingskubus, 2011 (excl. wachtregister) Wanneer we kijken naar werkloosheid en nationaliteit merken we een groter aandeel niet-belgen in de groep van niet-werkende werkzoekenden. Niet-Belgen lopen een hoger risico op werkloosheid dan inwoners met de Belgische nationaliteit. 37

tabel: niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) naar nationaliteit en origine, aantal en %, jaargemiddelde 2010 NWWZ naar nationaliteit NWWZ naar origine 4 aantal aantal %* %* aantal aantal %* niet- niet-eu niet- niet-eu niet- niet-eu niet- %* nietgemeente Belgen 15 5 Belgen 15 Belgen 15 Belgen EU 15 Sint-Niklaas 459 380 17,35 14,37 1 036 943 39,17 35,65 Oost-Vlaanderen 5 959 4 878 12,54 10,27 12 930 11 430 27,21 24,06 Vlaams Gewest 31 735 21 525 15,24 10,34 64 732 50 931 31,09 24,46 *tov totaal aantal NWWZ bron: VDAB Ook jongeren en ouderen lopen een hoger risico op werkloosheid. tabel: niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) naar leeftijd, jaargemiddelde 2011 Sint-Niklaas Vlaams Gewest totaal NWWZ 2 521 195 008 Leeftijd Aantal % % bron: VDAB <25 590 23,4 21,1 25-49 1 364 54,1 52,4 50+ 566 22,5 26,6 4 Voor de bepaling van de origine van een niet-werkzoekende werkende baseert de VDAB zich op de huidige en vorige nationaliteit. 5 Met de EU15 wordt bedoeld: de landen die op 01/01/1995 behoorden tot de 15 landen van de Europese Unie (Beglië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden). 38

Als gevolg van de economische crisis is er een algemene tendens dat het aantal mensen met een betalingsachterstand toeneemt (in onderstaande tabel gaat het enkel over een betalingsachterstand van het hypothecair krediet of consumentenkrediet). tabel: personen met betalingsachterstand*, van 2006 tot 2010, in % van de bevolking van 18 jaar en ouder 2006 2007 2008 2009 2010 Sint-Niklaas 3 3,2 3,2 3,3 3,4 Centrumsteden 3,7 3,7 3,7 3,8 3,8 Vlaams Gewest 2,7 2,7 2,7 2,8 2,8 * Het gaat hier over een betalingsachterstand van minstens drie maanden voor een consumentenkrediet of hypothecair krediet bron: stadsmonitor 2011, NBB Ook gezondheidsproblemen vormen een risicofactor op vlak van armoede. Personen die aan een aantal voorwaarden voldoen, onder meer op vlak van inkomen, hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Zij betalen een lagere persoonlijke bijdrage in de ziektekosten. Begin 2011 telde Sint-Niklaas11.619 personen met een voorkeursbehandeling in de ziekteverzekering (ongeveer 16% van de inwoners). Dit ligt hoger dan het Vlaams gemiddelde (ongeveer 12,5%). tabel: personen met voorkeurregeling in de ziekteverzekering (titularissen + personen ten laste) naar leeftijd en geslacht, aantal en, 01/01/2011 gemeente aantal personen met voorkeursregeling * personen met voorkeursregeling mannen vrouwen 0 tem 19 j 20 tem 59 j 60-plus totaal mannen vrouwen 0 tem 19 j 20 tem 59 j 60-plus totaal Sint-Niklaas 4 882 6 737 2 607 3 934 5 078 11 619 138,97 182,65 161,03 105,21 275,47 161,34 Oost-Vlaanderen 75 323 109 998 30 296 56 547 98 479 185 322 106,01 150,25 96,01 72,55 283,26 128,46 Vlaams Gewest 327 577 473 113 137 787 246 015 416 890 800 692 n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. 126,56 *tov 1 000 inwoners van hetzelfde geslacht of in dezelfde leeftijdscategorie bron: Kruispuntbank Sociale Zekerheid, verwerking door de Studiedienst van de Vlaamse Regering 39

Economische factoren IMPACT VAN DE CRISIS Uit het federaal Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2013 blijkt dat de bestaande problemen van armoede en sociale uitsluiting nog worden verergerd door de economische crisis. Er zijn meer ontslagen, het aantal mensen met schulden stijgt, er zijn minder activeringsmogelijkheden, er worden minder dienstencheques uitgegeven,. Tegelijkertijd zorgt de economische crisis ook voor druk op de overheidsfinanciën in het algemeen. FISCALE INKOMENS In onderstaande tabel zien we dat het gemiddeld inkomen per aangifte, het mediaan inkomen per aangifte en het gemiddeld inkomen per inwoner lager liggen dan het Vlaamse en Oost-Vlaamse gemiddelde. Sint-Niklaas heeft het zesde laagste mediaan inkomen van Oost- Vlaanderen. De welvaartsindex (94,49) geeft het gemiddeld inkomen van Sint-Niklaas ten opzichte van het gemiddeld inkomen in Oost-Vlaanderen (index=100). Ook de andere gemeenten van het Waasland hebben overwegend een welvaatsindex die lager ligt dan het Oost-Vlaamse gemiddelde. 40

tabel: fiscale inkomens per categorie, gemiddeld inkomen per aangifte, mediaan inkomen per aangifte, gemiddeld inkomen per inwoner en de welvaartsindex, inkomsten 2009- aanslagjaar 2010 gemeente Aantal aangiften met nul totaal netto belastbaar inkomen < 10.000 EUR vanaf 10.001 tem 20.000 EUR Aangiften per categorie* vanaf 20.001 tem 30.000 EUR vanaf 30.001 tem 40.000 EUR vanaf 40.001 tem 50.000 EUR meer dan 50.000 EUR Gemiddeld inkomen per aangifte* Mediaan inkomen per aangifte* Gemiddeld inkomen per inwoner Welvaartsindex Sint-Niklaas 3 024 6 163 13 365 9 773 4 697 2 749 4 907 27 253 21 172 15 809 94,49 Oost- Vlaanderen 60 294 120 431 246 023 192 002 96 970 60 482 114 128 28 871 22 240 16 731 100 Vlaanderen 278 975 542 464 1 063 934 826 425 415 647 258 682 484 229 28 733 21 980 16 505 98,65 * zonder nul-inkomens bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, via be.stat ARBEIDSMARKTGEGEVENS Op basis van het jaargemiddelde van 2009 telt Sint-Niklaas 29.727 werkenden op een beroepsbevolking van 32.279. Naast de beroepsbevolking (werkenden en niet-werkende werkzoekenden) van 32.279 zijn er 13.725 niet-beroepsactieven (degenen die niet werken en niet beschikbaar zijn en/of niet actief op zoek zijn naar een job). 41

tabel: arbeidsmarkt: inwoners op arbeidsleeftijd, beroepsbevolking, niet-beroepsactieven, werkenden, aantal jobs, jaargemiddelde 2009 gemeente inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) beroepsbevolking nietberoepsactieven werkenden aantal jobs Sint-Niklaas 46 004 32 279 13 725 29 727 35 625 Oost- Vlaanderen 939 420 679 626 259 794 632 663 592 873 Vlaams Gewest 4 100 482 2 906 729 1 193 753 2 703 958 2 740 392 bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) De activiteitsgraad (het aandeel van de beroepsbevolking in de bevolking op arbeidsleeftijd) bedraagt 70,17. Dit is net iets lager dan het gemiddelde voor het Vlaams gewest. De werkzaamheidsgraad bedraagt slechts 64,62. Dit is de op vier na laagste werkzaamheidsgraad in Oost-Vlaanderen. De werkloosheidsgraad bedraagt 7,9. De werkloosheidsgraad ligt vrij hoog, bijna 1% hoger dan het Vlaams gemiddelde. Sint-Niklaas kent een hoge jobratio, van 77,44 (het aantal jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd), hoger dan het Vlaams gemiddelde. De verklaring hiervoor is de functie van Sint-Niklaas als centrumstad. tabel: arbeidsmarkt: activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad, werkloosheidsgraad, jobratio, ratio's, jaargemiddelde 2009 gemeente activiteitsgraad werkzaamheidsgraad werkloosheidsgraad jobratio Sint-Niklaas 70,17 64,62 7,9 77,44 Oost- Vlaanderen 72,35 67,35 6,91 63,11 Vlaams Gewest 70,89 65,94 6,98 66,83 bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) 42

Wanneer we kijken naar de evolutie 2000-2010 merken we dat het aantal niet-werkende werkzoekenden gestegen is met ongeveer 20%. Waar het aandeel van de vrouwen in de NWWZ in 2000 52,59% bedroeg, is dit in 2010 gedaald tot 46,12%. Dit is een algemene (vooral stedelijke) trend. In voorgaande tabellen zagen we al het hogere aandeel niet-belgen, jongeren (<25 jaar) en 50+ers in de NWWZ. tabel: niet-werkende werkzoekenden naar geslacht, evolutie tussen 2000 en 2010, aantal, aandeel en index, telkens jaargemiddelden gemeente totaal NWWZ 2000 2010 index 2000-2010 vrouwelijke NWWZ %* vrouwen totaal NWWZ vrouwelijke NWWZ %* vrouwen totaal NWWZ vrouwelijke NWWZ %* vrouwen Sint-Niklaas 2 198 1 156 52,59 2 645 1 220 46,12 120,34 105,54 87,65 Oost- Vlaanderen 41 868 23 775 56,79 47 513 22 636 47,64 113,48 95,21 83,82 Vlaams Gewest 169 647 98 691 58,17 208 242 100 086 48,06 122,75 101,41 82,68 * tov totaal aantal NWWZ 43

RMI-BEGUNSTIGDEN Centrumsteden hebben doorgaans een hoger aantal RMI-begunstigden. Dit is ook het geval voor Sint-Niklaas, dat na Gent binnen Oost- Vlaanderen het hoogste aantal RMI-gerechtigden telt (ongeveer 1 op 100 inwoners). Ook in Sint-Niklaas is het aandeel vrouwen in RMI hoger dan het aandeel mannen. Onderstaande tabel geeft het gemiddelde aantal RMI-begunstigden per maand in 2011. RMI-begunstigden naar geslacht en leeftijd, aantal en, jaargemiddelde 2011 gemeente aantal RMI-begunstigden mannen vrouwen 0 tem 17 j 18 tem 24 j 25 tem 44 j 45 tem 64 j 65 j en ouder totaal Sint-Niklaas 287 332 5 200 195 189 30 619 Oost- Vlaanderen 3 628 4 908 37 2 373 3 306 2 555 266 8 536 bron RMI: Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (POD MI) 44

LEEFLOON Het leefloon is een belangrijk onderdeel van het RMI. In 2011 telde Sint-Niklaas, volgens de cijfers van de POD Maatschappelijke Integratie, een gemiddelde van 542 personen per maand met een leefloon. Ook hier zijn vrouwen hoger vertegenwoordigd dan mannen. Het aandeel leefloners bedraagt ongeveer 8 op 1000 en ligt hoger dan het provinciaal en Vlaams gemiddelde. tabel: leefloners naar geslacht en leeftijd, aantal en, jaargemiddelde 2011 gemeente aantal leefloners mannen vrouwen 0 tem 17 j 18 tem 24 j 25 tem 44 j 45 tem 64 j 65 j en ouder totaal Sint-Niklaas 241 301 5 179 162 167 30 542 Oost- Vlaanderen 3 188 4 514 37 2 215 2 890 2 294 266 7 702 bron leefloon: Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (POD MI) 45

Wanneer we kijken naar leefloon en leeftijd zien we dat meer dan 30% van de leefloongerechtigden jonger is dan 25. Grafiek: leefloon en leeftijd in % bron: eigen cijfers. BIJSTAND Bijstand, of equivalent leefloon, kan worden toegekend aan mensen ingeschreven in het vreemdelingenregister (met uitzondering van erkende UNO-vluchtelingen, EU onderdanen en mensen in het kader van een gezinshereniging met een EU onderdaan of Belg met een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden). Deze mensen hebben geen recht op leefloon maar op een equivalent bedrag. Zij moeten evenwel ook aan de voorwaarden voldoen die voor het leefloon gelden. Zo moeten zij dus hun werkelijke verblijfplaats in België hebben, meerderjarig zijn, of als minderjarige gelijkgesteld door de wet, blijk geven van werkbereidheid, tenzij dit om gezondheidsredenen onmogelijk is, en de rechten laten gelden op sociale uitkeringen. Wanneer we kijken naar de evolutie 2009-2011 zien we een toename van het aantal bijstandgerechtigden tot 2011 en een daling in 2012. 46

tabel: aantal bijstandgerechtigden Jaar in december ntal per jaar 2009 160 239 2010 233 380 2011 255 422 2012 190 342 bron: eigen cijfers INTEGRATIETEGEMOETKOMING Een integratiegemoetkoming wordt toegekend aan personen met een handicap die omwille van vermindering van de zelfredzaamheid bijkomende kosten moeten dragen. Een inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan personen met een handicap wiens verdienvermogen door hun handicap beperkt wordt. Net zoals het RMI en leefloon ligt ook het aantal gerechtigden op een integratietegemoetkoming of een inkomensvervangende tegemoetkoming in Sint-Niklaas hoger dan het Oost-Vlaamse gemiddelde (20,24). tabel: gerechtigden op een integratietegemoetkoming (IT) of een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) naar leeftijdscategorie, aantal en, 1/1/2011 gemeente aantal IT/IVT-gerechtigden * IT/IVT-gerechtigden 20 tem 59 j 60-plus totaal 20 tem 59 j 60-plus totaal Sint-Niklaas 758 372 1 130 20,27 20,18 20,24 Oost-Vlaanderen 12 652 5 824 18 476 16,23 16,75 16,39 Vlaams Gewest 52 147 24 086 76 233 n.b. n.b. 12,06 *tov 1 000 inwoners in dezelfde leeftijdscategorie en geslacht bron: Directie Generaal Personen met een Handicap- FOD Sociale Zekerheid 47

Sociaal-culturele factoren WONEN De woonquote In Sint-Niklaas is bijna 22% huurder van zijn of haar woning. Dit ligt iets lager dan het gemiddelde voor de centrumsteden. De woonquote geeft weer hoeveel huishoudens spenderen aan wonen in verhouding tot hun inkomen. Gemiddeld hebben 20,8 huishoudens een woonquote die hoger is dan 30% van het inkomen, maar we zien wel een groot verschil tussen eigenaars en huurders, waarbij respectievelijk 11,4% en 52,7% een woonquote van meer dan 30% hebben. Bij de huurders zijn er 13,3% met betalingsmoeilijkheden om de woonkosten te betalen (enkel de huur, geen energie of andere vaste woonkosten). tabel: woonquote, 2011 Eigenaar/huurder Woonquote >30% Betalingsmoeilijkheden Eigenaar Huurder Gemiddeld Eigenaar Huurder Gemiddeld Eigenaar Huurder Sint-Niklaas 78,2 21,8 20,8 11,4 52,7 5,5 2,7 13,3 Centrumsteden 76,7 23,3 23,3 14,4 46,6 8,2 4,9 15 bron: stadsmonitor 2011 Sociale huurwoningen In 2010 werden in totaal 1856 woningen verhuurd onder het sociaal huurstelsel. Iets meer dan 6% van de Sint-Niklase huishoudens woont in een sociale huurwoning. Het bindend sociaal objectief bepaalt het aantal nog te realiseren sociale huurwoningen in de periode 2008-2020. Het bindend sociaal objectief voor Sint-Niklaas ligt op 496, waarvan al 49 sociale huurwoningen gerealiseerd zijn. 48

tabel: Bindend Sociaal Objectief voor sociale huurwoningen, gerealiseerde huurwoningen per type verhuurder, aantal en %, 2010 gemeente Bindend Soc. Obj. soc. huurw. gerealiseer de soc. huurw. 2008-2010 %* gerealisee rde huurw. huurpatrimonium in 2010 verhuurd onder het sociaal huurstelsel SHM SVK gemeente OCMW Vl. Woning fonds totaal %** sociale woningen Sint-Niklaas 496 49 9,89 1 655 128 0 67 6 1 856 6,23 Oost- Vlaanderen 7 466 1 588 16,01 34 634 927 1 184 342 146 37 233 6,24 * tov het Bindend Sociaal Objectief ** tov totaal aantal huishoudens bron: Jaarverslag 2010, Wonen Oost-Vlaanderen In 2012 waren er 157 huurders waartegen een vordering tot gerechtelijke uithuiszetting (vredegerecht) werd ingediend vanwege huurachterstal. Deze personen worden door het OCMW gecontacteerd om de uithuiszetting te proberen vermijden. Uit de cijfers blijkt dat het aantal dossiers in het kader van het huurachterstal de laatste jaren toeneemt. tabel: aantal dreigende uithuiszettingen 2009 2010 2011 2012 Aantal dossiers uithuiszetting 125 120 154 157 bron: eigen cijfers Sociale integratie in de buurt Ongeveer 60% van de Sint-Niklazenaars spreekt zich positief uit over de mate van sociale integratie in de buurt (mensen in de buurt vertrouwen, zich thuisvoelen in de buurt, contact met buren en buren helpen). Dit % ligt iets hoger dan het gemiddelde voor de centrumsteden. 49

tabel: aantal mensen dat zich positief uitspreekt over sociale integratie in de buurt, in %, 2011 % Sint-Niklaas 60,2 Centrumsteden 57,2 bron: stadsmonitor 2011 Technologische factoren / Ecologische factoren ENERGIE De stijging van de energieprijzen heeft een grote impact op mensen met een beperkt inkomen. Er is een specifieke procedure die energieleveranciers moeten volgen bij wanbetaling. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de toevoer van elektriciteit en/of aardgas afgesloten worden, en nooit in de periode van 1 december tot 1 maart. In 2010 werd bij 0,02% de elektriciteit en bij 0,07% het aardgas afgesloten. Dit aantal ligt lager dan het gemiddelde voor de centrumsteden. tabel: aandeel huishoudens met afgesloten elektriciteit en aardgas, in %, 2010 Elektriciteit Aardgas Sint-Niklaas 0,02 0,07 Centrumsteden 0,07 0,17 bron: stadsmonitor 2011 Klanten die door hun commerciële energieleverancier worden opgezegd en geen andere leverancier vinden, komen bij hun distributienetbeheerder terecht die dan als sociale leverancier optreedt. Indien de facturen van de netbeheerder niet correct betaald worden, kan een budgetmeter geplaatst worden. Een budgetmeter werkt met een betaalkaart waarop eerst een bedrag moet worden opgeladen. Dankzij de budgetmeter blijft de klant bewust van zijn energieverbruik en worden schulden vermeden. In Sint-Niklaas zijn er 1,9% huishoudens met een budgetmeter voor elektriciteit en 1,2% huishoudens met een budgetmeter voor aardgas. 50

tabel: budgetmeters elektriciteit en aardgas, 2010 Elektriciteit Aardgas Sint-Niklaas 1,9 1,2 Centrumsteden 2,3 1,1 bron: stadsmonitor 2011 Politiek-juridische factoren De hervorming van het stelsel van werkloosheidsuitkeringen (de versnelde degressiviteit) is reeds in voege vanaf 1 november 2012. Naast een versoepeling van de toegangsvoorwaarden tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zullen de werkloosheidsuitkering voor volledig werklozen sneller dalen naar een minimumuitkering. Het effect hiervan is momenteel nog niet zichtbaar, maar een verstrenging van de werkloosheidsreglementering kan ertoe leiden dat een substantieel deel van de mensen die binnen het werkloosheidsstelsel uit de boot vallen bij het OCMW terecht komt. In het kader van de staatshervorming is er een regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Hoe de geregionaliseerde arbeidsmarkt er uit gaat zien, en wat de rol van het OCMW zal zijn, is nog niet duidelijk. Het maatwerkdecreet, waarvan de start voorzien is op 1 januari 2014, omvat nieuwe wetgeving voor ondersteuning en subsidiëring van de sociale economie en kansengroepen. Het decreet is nog in opmaak, maar zal wellicht impact hebben op de sociale tewerkstelling vanuit het OCMW. 51

Seniorenzorg Inleiding Net zoals in de rest van Vlaanderen zet ook in Sint-Niklaas de vergrijzing zich verder. We bekijken eerst het aandeel ouderen in de bevolking, de evolutie van het aantal ouderen en de verhouding met andere leeftijdsgroepen. Vervolgens kijken we naar enkele inkomensgerelateerde indicatoren, zoals het gewaarborgd inkomen voor ouderen. Qua voorzieningen vergelijken we de programmacijfers en gerealiseerde plaatsen van de woon- en zorgcentra, centra voor kortverblijf, serviceflats, gezinszorg, dienstencentra en dagverzorgingscentra. Tot slot geven we enkele evoluties op politiek-juridisch vlak. Demografische factoren OUDEREN IN DE BEVOLKING Op 1 januari 2012 telde Sint-Niklaas 18.623 60-plussers. 25,55% van de bevolking is ouder dan zestig. Dit ligt hoger dan het % 60-plussers in Oost-Vlaanderen. Onder meer omwille van de hogere algemene levensverwachting van vrouwen is er een hoger aandeel vrouwen bij de 60- plussers. Bij de 80-plussers neemt het verschil tussen mannen en vrouwen nog toe. tabel: bevolkingsaantal naar leeftijd en geslacht, aantal en %, 1/1/2012 Aantal gemeente 60-plus 80-plus mannen vrouwen totaal % mannen vrouwen totaal % Sint-Niklaas 8 289 10 334 18 623 25,55 1 487 2 626 4 113 5,23 Oost-Vlaanderen 158 055 194 761 352 816 24,26 27 525 50 417 77 942 4,99 *tov bevolkingsaantal bron: Rijksregister, via bevolkingskubus (exclusief wachtregister), 2012 52

Wanneer we kijken naar de evolutie vanaf 2000 zien we een toename van de 60-plussers en een forse toename van het aantal 80-plussers. tabel: 60-plus en 80-plus, evolutie tussen 2000 en 2010, aantal en index, telkens 1/1 van het jaar gemeente 60-plus 2000 2010 80-plus index 2000-2010 2000 2010 index 2000-2010 Sint-Niklaas 15 849 18 179 114,7 2 470 3 754 151,98 Oost-Vlaanderen 306 782 342 482 111,64 48 990 71 439 145,82 bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) Wanneer we kijken naar de bevolkingsprognose tot 2030, merken we een verdere toename van de 60-plussers (index=127,43), maar lager dan de toename in de provincie Oost-Vlaanderen (index=132,32) en een sterke toename van de 80-plussers (index=160,9), sterker dan de toename in de provincie Oost-Vlaanderen (index=149,16). tabel: 60-plus en 80-plus, bevolkingsprognose tussen 2000 en 2030, aantal en index, telkens 1/1 van het jaar 60-plus 80-plus gemeente 2010 2020 2030 index 2010-2020 index 2010-2030 2010 2020 2030 index 2010-2020 index 2010-2030 Sint-Niklaas 18 247 20 960 23 251 114,87 127,43 3 788 5 097 6 095 134,56 160,9 Oost-Vlaanderen 342 271 395 647 452 900 115,59 132,32 71 627 91 321 106 840 127,5 149,16 bron: bevolkingsprognoses Studiedienst Vlaamse Regering, 2009 Wanneer we kijken naar de gezinssamenstelling stellen we vast dat iets meer dan één derde van de 60-plussers en meer dan de helft van de 80-plussers alleenstaand is. Wanneer we opsplitsen naar geslacht zien we een groter aandeel alleenstaande vrouwen omwille van de hogere gemiddelde levensverwachting van vrouwen. 53

Man vrouw totaal man vrouw totaal man* vrouw* totaal** man* vrouw* totaal** tabel: alleenstaanden per leeftijdscategorie en geslacht, aantal en %, 1/1/2012 aantal % 60-plus 80-plus 60-plus 80-plus gemeente Sint-Niklaas 1 387 3 274 4 661 356 1 154 1 510 29,76 70,24 40,40 23,58 76,42 58,69 Oost-Vlaanderen 26 842 61 989 88 831 6 978 23 839 30 817 30,22 69,78 39,95 22,64 77,36 59,21 *tov totaal aantal alleenstaanden met referentiepersoon in de leeftijdscategorie **tov totaal aantal huishoudens met referentiepersoon in de leeftijdscategorie DE VERHOUDING OUDEREN EN ANDERE LEEFTIJDSGROEPEN De verhouding ouderen ten opzichte van de werkende leeftijdsgroep, de zogenaamde grijze druk, is in Sint-Niklaas hoger dan in Oost Vlaanderen. Momenteel bedraagt deze 49,31. Ook de andere verhoudingsgetallen liggen hoger dan deze in Oost-Vlaanderen, met uitzondering van de interne vergrijzing, dat op hetzelfde niveau ligt. Door de toenemende veroudering van de bevolking (zie tabel bevolkingsprognose 2000-2030) zullen deze coëfficiënten tegen 2030 nog sterk toenemen. 54

tabel: vergrijzingscoëfficienten Sint-Niklaas Oost- Vlaanderen Grijze Druk 49,31 45,02 (bevolking 60 en ouder t.o.v. bevolking 20 tem 59) Verouderingscoëfficiënt 112,86 111,01 (bevolking 60 en ouder t.o.v. bevolking 0 tem 19) Afhankelijkheidsratio 93,00 85,58 (bevolking 0 tem 19 en 60 + t.o.v. bevolking 20 tem 59) Familiale zorgindex 43,31 39,29 (bevolking 80 en ouder t.o.v. bevolking 50 tem 59) Interne vergrijzing 22,09 22,09 (bevolking 80 en ouder t.o.v. bevolking 60 en ouder) bron: rijksregister via bevolkingskubus (excl. wachtregister) jaar: 2012 Economische factoren INKOMENSGERELATEERDE INDICATOREN Voor ouderen zijn er een aantal tegemoetkomingen die verband houden met de zorgbehoevendheid en/of een laag inkomen. Het gewaarborgd inkomen en de inkomensgarantie voor ouderen is een financiële tegemoetkoming voor pensioengerechtigden die door omstandigheden geen of onvoldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Het is een soort leefloon dat wordt toegekend aan ouderen die over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken. De tegemoetkoming hulp aan bejaarden wordt toegekend aan oudere personen met verminderde zelfredzaamheid. Sint-Niklaas zit op de eerste twee categorieën van tegemoetkomingen aan ouderen boven het provinciaal en Vlaams gemiddelde, zoals blijkt uit onderstaande tabel. 55

tabel: genieters van het gewaarborgd inkomen (GI), de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en de tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB), aantal en %, 2011 gemeente aantal genieters %* genieters GI IGO GI+IGO THAB GI IGO GI+IGO THAB Sint-Niklaas 81 687 768 871 0,59 5 5,59 6,35 Oost-Vlaanderen 1 334 12 255 13 589 23 905 0,52 4,75 5,27 9,26 Vlaams Gewest 5 679 50 552 56 231 100 303 0,5 4,45 4,96 8,84 *tov totale aantal 65-plussers Een andere inkomensgrelateerde indicator is de toekenning van de voorkeursbehandeling in de ziekteverzekering. Hier ligt het percentage iets lager dan het provinciaal gemiddelde en ongeveer op hetzelfde niveau als het Vlaams gemiddelde. tabel: genieters van de voorkeursregeling in de ziekteverzekering, aantal en %, 2010 gemeente aantal genieters van de voorkeursregeling in de ziekteverzekering 60-64 65-69 70-74 >= 75 totaal 60-plus %* genieters voorkeursregeling van 60-plus Sint-Niklaas 745 747 954 2 584 5 030 27,69 Oost-Vlaanderen 12 188 12 643 17 335 55 730 97 896 28,6 Vlaams Gewest 52 711 54 911 73 263 233 421 414 306 27,49 *tov totale aantal 60-plus bron: Studiedienst Vlaamse Regering via Lokale Statistieken De Vlaamse zorgverzekering voorziet in een forfaitaire vergoeding voor de niet-medische kosten van zwaar zorgbehoevenden, voor de residentiële zorg en mantel- en thuiszorg. In Sint-Niklaas zijn er ongeveer 20 gerechtigden per 1000 inwoners voor de mantel- en thuiszorg en 17 gerechtigden per 1000 inwoners voor de residentiële zorg. Voor de residentiële zorg ligt dit aantal hoger dan het provinciaal en Vlaams gemiddelde. 56

tabel: aantal gerechtigden Vlaamse zorgverzekering naar geslacht, aantal en, 2010 gemeente aantal gerechtigden Vlaamse zorgverzekering * gerechtigden Vlaamse zorgverzekering Mantel & thuiszorg Residentiële zorg Mantel & thuiszorg Residentiële zorg man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal Sint-Niklaas 558 898 1 456 365 890 1 255 15,88 24,35 20,22 10,39 24,13 17,43 Oost-Vlaanderen 12 955 20 729 33 684 4 567 12 958 17 525 18,23 28,31 23,35 6,43 17,7 12,15 Vlaams Gewest 53 997 83 398 137 395 17 993 50 761 68 754 n.b. n.b. 21,81 n.b. n.b. 10,91 *tov 1 000 inwoners van hetzelfde geslacht bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering op basis van cijfers van de Vlaamse zorgverzekering, via Lokale Statistieken VOORZIENINGEN Woon- en zorgcentra Het programmatiecijfer geeft op basis van een behoeftenraming (onder meer gebaseerd op de bevolkingsprognose) aan hoeveel plaatsen nodig zullen zijn binnen 5 jaar. De tot nu gerealiseerde plaatsen zijn iets lager dan het programmatiecijfer. Gezien de bevolkingsprognose zullen de komende jaren de programmatiecijfers nog toenemen. tabel: programmacijfers woonzorgcentra, 1/10/13 gemeente Programmacijfer Erkend totaal OPENB VZW PRIVE Erkenning nog in onderzoek OPENB VZW PRIVE Gepland totaal OPENB VZW PRIVE RUIMTE Ontv. aanvragen vergunning OPENB VZW PRIVE Sint-niklaas 1182 1 171 592 533 46 0 0 0 0 0 0 0 0-11 0 0 0 0 bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 57

Kortverblijf Momenteel is er geen volledige dekking van de programmatiecijfers, maar als we rekening houden met de geplande plaatsen zullen deze ingevuld worden (met marge). tabel: programmacijfers Centra Voor Kortverblijf, 1/10/13 gemeente Programmacijfer Erkend totaal OPENB VZW PRIVE Erkenning nog in onderzoek OPENB VZW PRIVE Gepland totaal OPENB VZW PRIVE RUIMTE Ontv. aanvragen vergunning OPENB VZW PRIVE Sint-niklaas 36 19 12 5 2 0 0 0 0 22 2 15 5 5 0 0 0 0 bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Serviceflats We geven hier nog de programmatiecijfers 2012 en de invulling op 01.01.13 omdat de Vlaamse Regering op 12 oktober 2012 het besluit betreffende de groepen van assistentiewoningen definitief heeft goedgekeurd. De groepen van assistentiewoningen vervangen de huidige serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening. Het besluit van 12 oktober 2012 is in werking getreden op 1 januari 2013. Voor de groepen van assistentiewoningen wordt geen programmatie meer vastgelegd. Wanneer we kijken naar het programmatiecijfer voor serviceflats van 2012, dan wordt dit volledig ingevuld als we rekening houden met de geplande serviceflats. tabel: programmacijfers Serviceflats, 1/1/13 gemeente Programmacijfer 2012 Erkend totaal OPENB VZW PRIVE Erkenning nog in onderzoek OPENB VZW PRIVE Gepland totaal OPENB VZW PRIVE RUIMTE Ontv. aanvragen vergunning OPENB VZW PRIVE Sint-niklaas 403 260 36 165 12 0 0 0 0 143 60 79 4 0 0 0 0 0 bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 58

Gezinszorg In 2012 was er in Sint-Niklaas een invulling van 71,43 % van het programmacijfer voor de gezinszorg. Ongeveer één vierde wordt gepresteerd door de openbare sector. tabel: gepresteerde uren diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg en programmacijfer, totale aantal, aantal per inwoner en %, 2012 aantal gepresteerde uren diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg %* gepresteerde uren diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg Programmacijfer 2012 %** gerealiseerd openbare private per openbare private gemeente sector sector totaal inwoner sector sector Sint-Niklaas 40 834,25 131 121,55 171 955,80 2,36 23,75 76,25 240 741 71,43 * tov totale aantal gepresteerde uren ** tov programmacijfer bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Dienstencentrum Het programmacijfer voor dienstencentra in Sint-Niklaas ligt op 5. Er is momenteel één dienstencentrum actief. Dit betekent dat er nog een ruime behoefte is aan invulling dienstencentra. tabel: programmacijfer dienstencentra,1/1/13 gemeente programmacijfer erkend openbaar VZW totaal Sint-Niklaas 5 1 1 0 1 bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 59

Dagverzorging Rekening houdend met de geplande plaatsen voor dagverzorging wordt het programmacijfer volledig ingevuld. tabel: programmacijfers centra voor dagverzorging, 1/1/13 gemeente Programmacijfer 2012 Erkend totaal OPENB VZW PRIVE Erkenning nog in onderzoek OPENB VZW PRIVE Gepland totaal OPENB VZW PRIVE RUIMTE Ontv. aanvragen vergunning OPENB VZW PRIVE Sint-Niklaas 36 15 15 0 0 0 0 0 0 21 0 21 0 0 0 0 0 0 bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Sociaal-culturele factoren TEVREDENHEID OVER ZORGVOORZIENINGEN VOOR OUDEREN IN DE BUURT In de stadsmonitor 2011 werd gepeild naar de tevredenheid over het aanbod aan zorgvoorzieningen voor ouderen in de buurt. 68,7% van de respondenten ouder dan 55 jaar antwoordde hierover tevreden te zijn. Dit ligt iets hoger dan het gemiddelde voor de 13 centrumsteden. tabel: tevredenheid over het aanbod aan zorgvoorzieningen voor ouderen in de buurt, respondenten ouder dan 55 jaar, in 2011 2011 Sint-Niklaas 68,7 Centrumsteden 66,2 bron: stadsmonitor 2011 TEVREDENHEID OVER DE WIJK In het ouderenbehoeftenonderzoek van 2006 vinden ongeveer 2 op 3 ouderen dat er in hun wijk voldoende georganiseerd wordt voor mensen, ouder dan 60 jaar. 60

tabel: ouderenbehoeftenonderzoek - wordt er voldoende georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar (n=734)? Ruim onvoldoende Onvoldoende Gaat wel Voldoende Ruim voldoende 11,3 % 23,8% 41,3 % 19,6 % 3,8 % bron: ouderenbehoeftenonderzoek Sint-Niklaas, 2006 In verband met tevredenheid over de wijk bij ouderen is het belangrijkste aandachtspunt dat het verkeer te druk is. tabel: ouderenbehoeftenonderzoek - mening over de wijk (n=726). Ja Neen 1. Te weinig voorzieningen 17,9 % 82,1 % 2. Verkeer is te druk 51,9 % 48,1 % 3. Weinig kennissen/vrienden/familie in de wijk 28,5 % 71,5 % 4. Geen gezellige wijk 19,7 % 80,3 % 5. Enkel ouderen wonen in de wijk 16,4 % 83,6 % 6. Er wonen teveel jongeren in de wijk 4,5 % 95,5 % 7. Verloedering/vervuiling 8,1 % 91,9 % 8. Onveiligheid/criminaliteit 11,8 % 88,2 % 9. Slechte mentaliteit 8,0 % 92,0 % 10. Obstakels in woonomgeving 10,7 % 89,3 % 11. Teveel allochtonen in de wijk 11,2 % 88,3 % 12. Lawaaihinder 28,8 % 71,2 % bron: ouderenbehoeftenonderzoek Sint-Niklaas, 2006 Technologische factoren / 61

Ecologische factoren / Politiek-juridische factoren Het woonzorgdecreet streeft naar afstemming van de thuiszorg en residentiële ouderenzorg. De komende jaren zal dit nog verder verfijnd worden door uitvoeringsbesluiten met betrekking tot gebruikersbijdragen, de maximumfactuur in de thuiszorg, de ontwikkeling en erkenning van woonzorgzones en het realiseren van assistentiewoningen en sociale assistentiewoningen. Door de Rizivnormen wordt de toegang tot de woonzorgcentra vernauwd voor mensen met een O- en A-profiel. Binnen de sector voor personen met een beperking wordt de residentiële zorg voorbehouden voor de zwaarst zorgbehoevenden en worden de anderen ingebed in netwerken binnen de reguliere zorg. Binnen de sector van de geestelijke gezondheidszorg wordt de afbouw van de residentiële zorg gestimuleerd en moeten de middelen geïnvesteerd worden in vernieuwende initiatieven op de eerste lijn. De algemene verwachting is dat het aantal personen met dementie tegen 2020 zal verdubbeld zijn, en 20% daarvan thuis zal wonen. Het aantal zorgbehoevende ouderen binnen de allochtone gemeenschap zal de komende jaren toenemen en de opvang binnen de familiale context zal niet meer vanzelfsprekend zijn. Dit alles heeft als resultaat dat de druk binnen de thuiszorg toeneemt, de turn over binnen de residentiële voorzieningen toeneemt (en ook de administratieve druk) en de nood aan alternatieve woonvormen (zoals bijvoorbeeld serviceflats) zich opdringt. 62

Financiële risico s Er zijn twee financiële risico s wegens waarborgen die het OCMW Sint-Niklaas heeft verstrekt: Een lening aangegaan door Vzw Den Azalee waarvoor het OCMW zich borg heeft gesteld, waarbij het saldo eind 2012 705.507 euro bedroeg. Het tweede risico zijn de waarborgen verstrekt aan Serviceflats Invest voor terugbetaling van de hoofdsom. Deze risico s worden grotendeels afgedekt door de gekapitaliseerde toelage van de Vlaamse Gemeenschap, opgenomen bij de bestemde gelden. 63

Beleidsdoelstellingen 64

Overzicht beleidsdoelstellingen Beleidsdoelstellingen Prioritair Actieplan Inhoud actieplan OCMW/01. Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen X OCMW/0101 Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen Elke inwoner kan via een laagdrempelig en vlot georganiseerd onthaal terecht bij het OCMW voor informatie over sociale wetgeving, financiële hulpverlening, het recht op sociale vergoedingen, wonen en energie, activering en het recht op maatschappelijke participatie. Er wordt bekeken hoe de synergie inzake sociale dienstverlening tussen het OCMW en de stad de realisatie van een open welzijnssite kan versterken. Met haar nieuw administratief gebouw op de Gerda-site biedt het OCMW de mogelijkheid om tot één geïntegreerde welzijnssite te komen. Er zal tegelijk ook aandacht gaan naar het principe van gebiedsgericht werken. We organiseren een werking die dicht bij de bevolking staat, onder meer via het stadhuis, de nieuwe welzijnssite en een antennewerking in de deelgemeenten OCMW/0102 Werk maken van een geïntegreerd dienstverleningsnetwerk tussen stad, OCMW en andere sociale dienstverleners Het bestuur maakt afspraken over zitdagen en/of informatieverstrekking over dienstverlening met zoveel mogelijk sociale dienstverleners en welzijnsorganisaties, onder meer met maar niet beperkt tot het Centrum.Algemeen Welzijnswerk, de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, het Sociaal Verhuurkantoor Waasland, pensioendiensten, ziekenfondsen en de wetswinkel 65

OCMW/02. Informatie- en dienstverlening aanbieden op toegankelijke en laagdrempelige manier OCMW/0201 Een proactief beleid uitbouwen door middel van gerichte huisbezoeken Huisbezoeken in functie van een specifieke aanleiding (zoals de aanvraag of de jaarlijkse herzieningen van het leefloon, inschrijving voor sociale huisvesting, inschrijving voor een woonzorgcentrum, een dossier op het lokaal advies comité energie) moeten voor een meer proactieve en contactgerichte dienstverlening zorgen. Het toenemend aantal huisbezoeken zal in overleg met andere actoren efficiënt georganiseerd worden. Een duidelijke checklist voor maatschappelijk werkers kan hierbij een handig instrument zijn. OCMW/0202 Expertise ter beschikking stellen voor een leerprogramma budgetbeheer en maatschappelijke dienstverlening Het OCMW wordt geconfronteerd met een aanzienlijke groep jongeren die geen toegang vindt tot de arbeidsmarkt en die ondanks hun jonge leeftijd vaak een aanzienlijke schuldenlast hebben opgebouwd. Het OCMW wil daarom preventief haar expertise m.b.t. budgetbeheer en maatschappelijke dienstverlening ter beschikking stellen van de secundaire scholen, bijvoorbeeld door mee te werken aan pedagogische studiedagen of door scholen de mogelijkheid te bieden om beroep te doen op onze medewerkers voor toelichting bij een leerprogramma budgetbeheer en maatschappelijke dienstverlening. Hierdoor kunnen scholen dit aanbieden aan hun leerlingen, waardoor de leerlingen wegwijs worden gemaakt in de publieke dienstverlening die nauw aansluit bij hun leefwereld. We onderzoeken ook hoe we jongeren kunnen bereiken die door omstandigheden uit het reguliere schoolaanbod zijn gevallen. 66

OCMW/0203 Streven naar specialisatie en trajectzorg Een belangrijk aandeel van de cliënten binnen het OCMW bestaat uit multiproblem -gezinnen, waar diverse hulpverleners en instanties over de vloer komen. Het gaat om gecompliceerde zorgprofielen die vaak niet terechtkunnen in de private diensten en die bijzondere aandacht vergen. Er valt ook een input te verwachten van zorgvragen vanuit de allochtone gemeenschappen. Er is nood aan specialisatie en verdeskundiging om de grote variëteit aan zorgvragen aan te kunnen. Er wordt onderzocht of en hoe aan deze nood tegemoet kan worden gekomen. Netwerkvorming en samenwerking met aanbieders in de regio is één mogelijkheid om die deskundigheid op korte termijn binnen te brengen. Naast het bestaande multidisciplinair overleg willen we een overleg opstarten met de zorgsector om op langere termijn te kunnen groeien naar trajectzorg met een centraal wachtlijstbeheer en dossiervorming. Een degelijke informatie en communicatietechnologie ter ondersteuning is hierbij onontbeerlijk. OCMW/03.Een coherent armoedebeleid voeren door middel van een lokaal armoedeplan dat bijdraagt tot de realisatie van de sociale grondrechten X OCMW/0301 Een coherent armoedebeleid voeren door middel van een lokaal armoedeplan Het OCMW en de stad willen een armoedeplan opmaken, met kinderarmoede en activering als specifieke aandachtspunten. Bij de opmaak van dit armoedeplan moeten de diverse spelers die werken rond armoede zowel vanuit de overheid (cfr. het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding),het middenveld, als de gebruikers betrokken worden. Het lokaal armoedeplan bevat concrete maatregelen om armoede te voorkomen en te bestrijden, en wordt permanent opgevolgd via monitoring (armoedebarometer) en via gestructureerd overleg. 67

OCMW/0302 Verder voorzien in een objectief en flexibel systeem van financiële ondersteuning als aanvulling op het minimuminkomen Het huidig systeem van financiële hulpverlening zal bestendig geëvalueerd worden op zijn effectiviteit. Er zal over gewaakt worden dat er financiële stimuli blijven om andere inkomsten te verwerven, onder andere via werk, en zo niet langer afhankelijk te blijven van uitkeringen. Dit houdt enerzijds bijvoorbeeld in dat leefloon of bijstand slechts tijdelijke oplossingen mogen zijn voor cliënten die activeerbaar zijn (werkbereidheid), en anderzijds dat we moeten onderzoeken welke de drempels vormen om de stap naar activering te zetten (de zogenaamde werkloosheidsval). De financiële hulpverlening is krachtens artikel 57 van de OCMW-wet niet van toepassing voor mensen zonder papieren. De opdracht van het OCMW is in deze gevallen wettelijk beperkt tot de dringende medische hulpverlening. Het OCMW staat in deze context open voor overleg met (vrijwilligers- )organisaties om de begeleiding te optimaliseren. OCMW/04. Voorzien in schuldbemiddeling en schuldhulpverling. OCMW/0401 In samenspraak met de aangesloten OCMW's de nodige sociale visie en ondersteuning bieden aan de dienst voor schuldbemiddeling De toenemende schuldenproblematiek vergt bijzondere aandacht. Professionele ondersteuning inzake schuldbemiddeling en schuldhulpverlening moet verder worden gezet, met bijzondere aandacht voor de sociale begeleiding tijdens en na de periode van schuldbemiddeling, dit in nauwe samenwerking met de sociale diensten van de aangesloten OCMW s. Een jaarlijks rapport zal worden opgemaakt met daarin trends en evoluties inzake de schuldproblematiek bij het cliënteel van het OCMW. 68

OCMW/05. Communiceren op maat met cliënten OCMW/06.Optreden tegen sociale fraude OCMW/0501 Communicatie op maat van de cliënt aanbieden over rechten en plichten OCMW/0601 Optreden tegen sociale fraude In nauwe samenwerking met de communicatiedienst zal een actieplan worden opgemaakt rond de communicatiekanalen en documenten waarmee cliënten te maken krijgen in hun contacten met het OCMW. Het doel hiervan is om gericht te kunnen communiceren met de cliënten op basis van de wettelijk voorziene regelgeving, zoals de RMI-wet, activering, schuldhulpverlening. Wie in nood zit, moet kunnen rekenen op de nodige ondersteuning van het OCMW en de stad. Daarover bestaat geen enkele twijfel. Maar de groep mensen die hulp vraagt is groot en zal wellicht nog groeien de komende jaren. Het is dus van het grootste belang dat het OCMW en de stad hun steun richten naar hen die er écht nood aan hebben. Om deze beperkte middelen maximaal te laten toekomen bij diegenen die effectief in armoede leven en om het maatschappelijk draagvlak van de OCMW-werking te verzekeren, zal het nodig zijn om samen met de stad procedures uit te werken die sociale fraude moeten voorkomen. Controlemogelijkheden die nu al in de huidige werkwijze vervat zitten (o.a. huisbezoeken bij aanvraag of verlenging van leefloon, controle via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid) worden in deze procedures verankerd. We maken afspraken met de stad over hoe maatregelen tegen domiciliefraude in deze procedures kunnen geïntegreerd worden. We gaan ook een overleg aan met de FOD Financiën om tot een optimale gegevensuitwisseling te komen. 69

OCMW/07. Gepaste vorming of opleiding zoeken voor kwetsbare doelgroepen en voor hen kansen creëren op tewerkstelling OCMW/0701 Werken aan het recht op (sociale) activering voor iedereen op beroepsactieve leeftijd die (nog) niet professioneel activeerbaar is Het OCMW wil een voorloper zijn op vlak van werkwelzijn (W2) en maakt werk van werk-en welzijnstrajecten op maat om mensen uit de armoede te halen. Het gaat om: - mensen die onmiddellijk activeerbaar zijn: hiervoor is overleg en een nauwere samenwerking met de Vlaamse Dienst voor arbeidsbemiddeling en de werkwinkel nodig;- mensen die nog niet onmiddellijk activeerbaar zijn omwille van verschillende belemmerende factoren (bv. psychosociale problematiek): hiervoor voorzien we vanuit de sociale dienst de nodige begeleiding met als doel de professionele activering te realiseren; - mensen die niet professioneel activeerbaar zijn (bijvoorbeeld wegens ziekte of beperking): hiervoor zoeken we creatief naar zinvolle arbeidsmatige activiteiten (arbeidszorg, vrijwilligerswerk). OCMW/0702 Den Azalee als sterke partner laten doorgroeien Het behoud van de sterke band met Den Azalee is noodzakelijk om de tewerkstellingsdoelstellingen vanuit het OCMW te realiseren. In het kader van het in opmaak zijnde maatwerkdecreet zal nagegaan worden op welke manier we dit verder kunnen ontwikkelen. OCMW/08. Een opleidings- en oriënteringscentrum oprichten voor optimale arbeidstrajectbegeleiding X OCMW/0801 Een Opleidings- en Oriënteringscentrum oprichten voor optimale arbeidstrajectbegeleiding Het Opleidings- en Oriënteringscentrum wordt een belangrijke schakel in de arbeidstrajectbegeleiding. Dit centrum moet zorgen voor een betere screening en oriëntering van mensen met een OCMW-uitkering in functie van tewerkstellingsmogelijkheden. Uiteindelijk zal dit zorgen voor een betere doorstroming naar tewerkstellingsactiviteiten en zal dit de slaagkans verhogen. 70

OCMW/09. Een beleid voeren dat invulling geeft aan het recht op een betaalbare en kwaliteitsvolle woning, met specifieke aandacht voor de strijd tegen energiearmoede. OCMW/0901 Het aantal tewerkstellingsplaatsen voor tewerkstellingen art. 60 en de doorstroom naar regliere tewerskstelling verhogen bij private ondernemers en zelfstandigen Er zullen gesprekken aangeknoopt worden met het stadsbestuur en andere sociaal-economische actoren zoals de Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling, het Regionaal Sociaal-economisch Overlegcomité en de door de stad geplande economische raad om tot samenwerkingsafspraken te komen met privéwerkgevers. De jobcoach, die recent in dienst kwam van het OCMW, legt nu al contacten met werkgevers uit de private sector. OCMW/0902 De sociale clausule invoeren in specifieke dossiers overheidsopdrachten OCMW/0903 Het Nederlands stimuleren als hefboom voor activering Het OCMW en de stad moeten blijvend aandacht hebben voor sociale economie bij aanbestedingen. Per dossier wordt nagegaan of er een beroep kan worden gedaan op sociale economie, bijvoorbeeld door sociale clausules op te nemen in overheidsopdrachten. Het OCMW zal anderstaligen die kunnen geactiveerd worden, zo veel mogelijk stimuleren om taalcursussen Nederlands te volgen. Zo maakt onder meer het volgen van Nederlands een onderdeel uit van de arbeidstrajecten die door het OCMW uitgewerkt worden voor anderstalige cliënten die het Nederlands onvoldoende beheersen. Indien dit traject is opgenomen in een integratiecontract en/of bij toezicht op de werkbereidheid, kan het OCMW de wettelijk voorziene sancties toepassen bij nietnaleving. We dringen er bij de Vlaamse overheid op aan om de bestaande wachtlijsten en drempels (bijvoorbeeld nabijheid) voor het volgen van cursussen weg te werken. 71

OCMW/0904 De samenwerking met de woonwinkel verderzetten Wie zijn weg zoekt op de woningmarkt, kan daarvoor nu al terecht in de woonwinkel. Het OCMW werkt mee aan de invulling van de dienstverlening, in functie van het sociaal woonbeleid van de stad, met bijzondere aandacht voor de begeleiding van diegenen die bij de zoektocht naar betaalbare huisvesting het meest kwetsbaar zijn. Ook particuliere verhuurders moeten ingeval van een huurdersconflict (bijvoorbeeld huurachterstal) bij de woonwinkel terechtkunnen. OCMW/0905 Het woningbestand van het Sociaal Verhuurkantoor uitbreiden in de verschillende aangesloten gemeenten Het OCMW van Sint-Niklaas wil samen met de aangesloten gemeenten gaan voor de uitbreiding van het woningbestand van het Sociaal Verhuurkantoor in de verschillende gemeenten. Een jaarlijkse groeinorm zal worden opgenomen: enerzijds door middel van een inspanningsverbintenis om het aantal woningen in huur maximaal te behouden en anderzijds door een resultaatsverbintenis met een jaarlijks vast te leggen aantal woningen die extra in huur kunnen worden genomen. Tevens staan we open voor een uitbreiding van het werkingsgebied van het Sociaal Verhuurkantoor. 72

OCMW/0906 Proactief optreden ter voorkoming van uithuiszettingen Het OCMW zet zich in om uithuiszettingen te voorkomen. Enerzijds door meer toe te spitsen op preventie en sensibilisering, bijvoorbeeld door een georganiseerde gegevensuitwisseling met sociale en private verhuurders, gekoppeld aan proactieve huisbezoeken door het OCMW of andere woonbegeleidingsorganisaties. Dergelijke huisbezoeken kunnen bijvoorbeeld georganiseerd worden bij de eerste tekenen van huurachterstal. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van diverse beschikbare folders, zoals die van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen. Anderzijds, in die gevallen waarbij reeds een vonnis tot uithuiszetting is geveld, door bemiddeling met de verhuurder en woonbegeleiding in samenwerking met andere partners. We onderzoeken of er ook begeleiding kan worden voorzien om voor de zitting van het Vredegerecht te verschijnen, bijvoorbeeld via een pool van vrijwilligers. Tegelijk zoeken we naar een methodiek om particuliere verhuurders (tijdelijk) te beschermen tegen oplopende huurachterstallen. OCMW/0907 De mogelijkheid onderzoeken van een huurpremie voor die mensen die langer dan vier jaar op de wachtlijst voor een sociale woning staan We onderzoeken met de stad de mogelijkheid om, ter aanvulling op de Vlaamse Huurpremie voor wie vijf jaar op een wachtlijst staat van een sociale huisvestingsmaatschappij, onder bepaalde voorwaarden een premie toe te kennen aan Sint-Niklazenaars die vier jaar op de wachtlijst staan van de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting. 73

OCMW/0908 Voorzien in een aanbod van transit- en noodwoningen OCMW/0909 Een volwaardige huurgarantie aanbieden Het ter beschikking stellen van een transitwoning is een tijdelijke en voorwaardelijke oplossing voor personen die zich in een specifieke problematische woonsituatie bevinden. Het ter beschikking stellen van een noodwoning gebeurt ingeval men door omstandigheden (ontploffing, brand, waterschade, ) plots geen dak meer boven het hoofd heeft. Er zal samen met onder meer het Centrum Algemeen Welzijnswerk en de sector van de geestelijke gezondheidszorg bekeken worden hoe dit aanbod verder kan worden uitgewerkt. We continueren de bestaande OCMW-huurgarantie, die een volwaardige waarborg biedt voor de verhuurder. Via het systeem van de dringende hulpverlening kan deze in uitzonderlijke situaties zeer snel worden toegekend. We richten tevens een rollend huurwaarborgfonds op als alternatief voor de papieren OCMW-huurgarantie, in afwachting van de initiatieven van de Vlaamse regering ter zake. De werking van het fonds wordt halfjaarlijks geëvalueerd. OCMW/0910 Mensen zuiniger laten omgaan met energie De middelen die het OCMW ontvangt uit het federaal energiefonds worden hiervoor binnen de federaal geldende afspraken ingezet. Bij elk nieuw dossier bij het OCMW wordt het aanbod gedaan om een energiescan van de woning uit te voeren. 74

OCMW/0911 Mensen stimuleren om te kiezen voor de goedkoopste energieleverancier OCMW/0912 Via het energiesnoeiersbedrijf isolatiewerken uitvoeren Het OCMW begeleidt haar cliënten bij de zoektocht naar de goedkoopste energieleverancier, hetzij via de V-test van de VREG, hetzij via samenaankoop-initiatieven. In het bijzonder stimuleert het OCMW de groepsaankoop die de provincie jaarlijks aanbiedt aan particulieren om over te stappen naar een goedkopere energieleverancier voor elektriciteit en gas. Er kan worden overwogen om dit aanbod lokaal aan te vullen met een samenaankoop voor stookolie. Voor mensen met een beperkt inkomen en huurders van sociale woningen is het van belang dat de woning energiezuiniger is, zodat energiearmoede kan worden bestreden. Via het energiesnoeiersbedrijf in de schoot van vzw Den Azalee kunnen isolatiewerken uitgevoerd worden. We gaan binnen het kader van de huurwetgeving na of er met de (private) verhuurder een overeenkomst kan worden ingebouwd die voorkomt dat de huur op korte termijn na de isolatiewerken wordt opgezegd. OCMW/0913 Het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost verder bekend maken Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas beheert het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost, met als doel het verstrekken van renteloze leningen voor energiebesparende investeringen. In het kader van onze informatie-dienstverlening zullen de mogelijkheden van dit fonds intensief worden gepromoot. OCMW/0914 Minimumlevering van energie in de winterperiode garanderen Het OCMW ondersteunt de werking van de Lokale Adviescommissie, in het bijzonder in het kader van energiebudgetbeheer en de garantie van de Vlaamse overheid inzake de minimumlevering van energie in de winterperiode. Er dienen meer oplaadpunten voor budgetmeters te worden voorzien in de stad. 75

OCMW/10. Sociale, culturele en sportieve ondersteuning van kansengroepen faciliteren. OCMW/1001 De kansenpas verfijnen Het kansenpassysteem, dat tot doel heeft de participatie van kwetsbare groepen aan het socio-cultureel en vrijetijdsaanbod in de stad te verhogen, wordt verfijnd. Stad en OCMW stemmen de stedelijke kansenpas en de Vlaamse en federale middelen voor socio-culturele participatie beter op elkaar af. OCMW/11. De randvoorwaarden creëren om onderwijskansen te bieden aan kinderen uit kansarme gezinnen. OCMW/12. Inzetten op preventie als de beste garantie om gezond te blijven. OCMW/1002 De toeleiding naar het verenigingsleven stimuleren OCMW/1101 Partner blijven in het schoolparticipatiefonds van de stad OCMW/1102 De combinatie van deeltijds onderwijs en werken voor jongeren begeleiden via het brugproject OCMW/1201 Meewerken aan een lokaal gezondgheidsbeleid in overleg met externe partners Er wordt een groepsgerichte aanpak uitgewerkt om de toeleiding van mensen naar het verenigingsleven en culturele activiteiten te stimuleren. Hiervoor zal samengewerkt worden met organisaties zoals het ontmoetingscentrum Den Durpel van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Waasland. Het OCMW werkt mee aan de intentie van de stad om het huidige schoolparticipatiefonds om te buigen naar een kansenpassysteem. Via dit nieuwe systeem zouden ouders met een kansenpas een korting kunnen verkrijgen op de schoolfactuur. Via het brugproject van het OCMW worden jongeren uit het deeltijds onderwijs begeleid bij hun tewerkstelling. Dit project, waar Den Azalee een belangrijke partner in is, wordt uitgebreid met een voortraject dat jongeren voorbereidt op die tewerkstelling (bijvoorbeeld m.b.t. sociale vaardigheden). Het OCMW en de stad werken nauw samen met het lokaal gezondheidsoverleg, het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg Waasland, AZ Nikolaas en andere partners om de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen te realiseren. 76

OCMW/1202 De toegankelijkheid van de gezondheidszorg verhogen Het OCMW en de stad willen de toegankelijkheid voor kansengroepen in de reguliere gezondheidszorg verhogen, onder meer: - door het gebruik van de derdebetalersregeling te stimuleren bij artsen en het OMNIO-statuut te promoten bij kansengroepen (thuisverpleging werkt al via de derdebetalersregeling, artsen hebben de mogelijkheid om de regeling al voor een grote groep patiënten toe te passen);- door de nodige ondersteuningsmaatregelen te nemen en door op zoek te gaan naar structurele oplossingen voor een toegankelijke preventieve en curatieve tandheelkunde;- door de samenwerking met het wijkgezondheidscentrum De Vlier te versterken, onder meer via duidelijke afspraken rond de praktische implementatie van de samenwerking. OCMW/1203 Een specifiek gezondgheidsaanbod voorzien voor bepaalde doelgroepen Het OCMW maakt in overleg met het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg Waasland structurele samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, de beide psychiatrische ziekenhuizen en AZ Nikolaas om de toegang tot geestelijke gezondheidszorg voor kansengroepen te bevorderen. Een versterking van de ambulante hulpverlening is, samen met een efficiënte overlegstructuur, prioritair. 77

OCMW/13. Een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opmaken en uitvoeren X OCMW/1301 Een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opmaken Het OCMW zal verder uitvoering geven aan de lopende goedgekeurde projecten in het Zorgstrategisch Plan uit 2004, met name de realisatie van de tweede fase van het Lindehof te Belsele en de realisatie van het nieuw administratief centrum en woonzorgcentrum op de Gerdasite. De verhuisbewegingen zullen in nauw overleg met bewoners, hun familie en met het personeel worden voorbereid. In de loop van 2013 wordt een geactualiseerd Zorgstrategisch Plan opgemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de demografische evolutie, de evolutie in de zorgvraag, de gewijzigde wetgeving en de nood aan het uitwerken van een toekomstvisie op de sites in Nieuwkerken en Sinaai, en op woonzorgcentrum De Plataan. Specifiek wat Sinaai betreft moet er door het verdwijnen van het woonzorgcentrum een andere concrete invulling gegeven worden aan de te ontwikkelen zorgsite, waarbij de huidige activiteiten dienen te worden gevrijwaard. Dit zal gebeuren in overleg met onder meer de dorpsraad, de sportverenigingen, de KLJ van Sinaai, alsook met het private woonzorgcentrum in Sinaai. De vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals palliatief kortverblijf, palliatieve dagopvang, nachtoppas en nachtopvang, oprichting van een dienst mindermobielencentrale, wordt onderzocht in functie van de actualisering van het Zorgstrategisch Plan, in functie van subsidie-opportuniteiten, en dient gekaderd te worden in het Lokaal Sociaal Beleid. Voor elke dienst en site worden de noden op korte en lange termijn in kaart gebracht. 78

OCMW/14. Een gezond financieel beheer van de woonzorgcentra opzetten OCMW/1401 Een gezond financieel beheer van de woonzorgcentra opzetten De woonzorgcentra vertegenwoordigen een belangrijke maatschappelijke opdracht. De inspanningen die in dit kader worden geleverd, zijn uiteraard te verantwoorden en moeten ingepast worden in een gezond financieel beheer van de woonzorgcentra. We willen dit bereiken door enerzijds de personeelsuitgaven te beheersen (afgestemd op het Zorgstrategisch Plan) en anderzijds door de inkomsten te optimaliseren (opnameprofielen, bezettingsgraad, benchmarking met publieke en private woonzorgcentra uit de regio). OCMW/15. In een kwalitatief en gedifferentieerd zorg- en ontmoetingsaanbod voorzien, rekening houdend met de diversiteit van de doelgroepen. OCMW/1501 Uitbouwen van de leefgroepwerking om voor meer huiselijkheid te zorgen en optimaliseren van de op zorg gerichte referentenwerking in de woonzorgcentra OCMW/1502 Ouderenwoningen (sociale assistentiewoningen) realiseren in samenwerking met de huisvestingsmaatschappij De leefgroepwerking zorgt voor de huiselijkheid van het woonzorgcentrum. Voor specifieke groepen moet een aangepast aanbod rond leefomgeving, zorgaanbod en activiteiten worden gehanteerd (bijvoorbeeld rond dementie). Door samenwerking met de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting kunnen de zorgsites in Nieuwkerken en Sinaai verder ontwikkeld worden, waarbij het OCMW de gronden en het zorgaanbod aanlevert en de sociale huisvestingsmaatschappij instaat voor de bouw en verhuring van de woningen. Goede afspraken met betrekking tot de realisatie en timing van deze projecten is onontbeerlijk. 79

OCMW/1503 Eén aanmeldingspunt realiseren voor zorgvragen OCMW/1504 De consultfunctie, in het bijzonder voor personen met dementie, evalueren Thuiszorgcentrum t Punt wordt erkend als een laagdrempelig aanspreekpunt voor zorgvragen en kent een instroom van potentiële gebruikers van zorg. Ook zorgvragen over de toegang tot de woonzorgcentra moeten opgenomen worden, om op die manier te komen tot één aanmeldingspunt voor zorgvragen. Samenwerking met de andere aanbieders in de regio, in het bijzonder voor dienstverlening die we niet zelf kunnen leveren (verpleging aan huis, hulpmiddelen, aanpassingen aan de woning, ), is een belangrijk aandachtspunt en wordt in eerste instantie gestructureerd via het Samenwerkingsverband Eerstelijnsgezondheidszorg Waasland. Het OCMW wordt geconfronteerd met een publiek van ouderen dat steeds meer om gespecialiseerde zorg vraagt, dat vragen heeft rond vroegtijdige zorgplanning en zorgoriëntering, en nood heeft aan begeleiding. Een uitbreiding van de huidige consultfunctie, in het bijzonder voor personen met dementie, wordt onderzocht. OCMW/1505 Mantelzorgers ondersteunen Naast de toenemende vragen van de ouderen zelf, vragen ook hun mantelzorgers om erkenning en behartiging. Het OCMW voorziet in een aanbod aan informatie en vorming op maat van de mantelzorgers en creëert de mogelijkheid tot het uitwisselen van ervaringen. 80

OCMW/1506 Dienstencentrum De Wilg verder uitbouwen De aanpassing en verbouwing van het dienstencentrum De Wilg moet opgestart worden, waarbij de aanpassing van de keuken en de noodzakelijke energiebesparende investeringen (cfr. de energieaudit) prioritair zijn. Er wordt een inhoudelijke visie uitgewerkt, gericht op een gediversifieerd aanbod van ontspanning, vorming en diensten. OCMW/1507 Realisatie van een dienstencentrum op de Gerda, en een antennewerking in elk van de deelgemeenten In het huidige Zorgstrategisch Plan is, naast De Wilg, een tweede volwaardig dienstencentrum voorzien op de Gerda-site. Dit wordt bij de actualisering van het Zorgstrategisch Plan uitgewerkt, met de daarmee samenhangende antennewerkingen in de deelgemeenten. Dit is onder meer ingegeven door het streven naar een geografische spreiding over groot Sint- Niklaas. Een antennewerking in Belsele is voorzien en start na de realisatie van de tweede fase van het Lindehof (zomer 2013). Wat Sinaai en Nieuwkerken betreft, zullen we streven naar een gelijkwaardige antennefunctie. In Sinaai is er nu geen aanbod, in Nieuwkerken is er nu een beperkt aanbod. Organisatorisch dient de antennewerking duidelijk uitgewerkt te worden met per antenne/deelgemeente een verantwoordelijke, zodat samenwerking en communicatie met het dienstencentrum De Wilg vlot kan verlopen en een optimale afstemming van activiteiten kan gerealiseerd worden.. De inzet, omkadering en ondersteuning van vrijwilligers in een lokaal dienstencentrum en antennes, vergt een aparte aanpak. Uiteraard is dit ingebed in de gehele vrijwilligerswerking van het OCMW. 81

OCMW/1508 Dagverzorgingscentrum De Sprankel verder laten ontwikkelen als belangrijke schakel in de seniorenzorg Het dagverzorgingscentrum biedt opvang aan zorgbehoevende personen die nog thuis wonen, en vormt hierdoor een belangrijk instrument om senioren zo lang mogelijk thuis en in hun vertrouwde omgeving te laten wonen. Doelgerichte promotie naar zorgverstrekkers en zorginstellingen is nodig om de bezettingsgraad te optimaliseren. Een uitbreiding van de openingsuren en/of het aantal openingsdagen wordt in die context onderzocht. Synergie met de woonzorgcentra De Plataan en De Spoele (beiden op dezelfde site gelegen) wordt maximaal nagestreefd. OCMW/1509 Jaarlijks een opleiding tot 'polvalent verzorgende' inrichten Het is voor het OCMW belangrijk om de opleiding tot polyvalent verzorgende te blijven aanbieden. Enerzijds krijgen mensen een tweede kans tot het volgen van een opleiding met toekomst, anderzijds creëert dit opportuniteiten naar rekrutering toe binnen onze eigen zorgvoorzieningen. Een gerichte communicatie naar potentiële doelgroepen wordt opgezet. De opleiding wordt jaarlijks geëvalueerd in functie van bereik, output en financiering. 82

OCMW/1510 De vrijwilligerswerking ondersteunen De vrijwilligerswerking in de welzijnssector is van onschatbare waarde. De vele al dan niet georganiseerde vrijwilligers die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar. Zij werken dagdagelijks aan het sociale weefsel van onze samenleving. Binnen het OCMW zijn ongeveer 120 vrijwilligers actief, zowel in de woonzorgcentra, het dienstencentrum, het dagverzorgingscentrum en Den Azalee. Het OCMW waardeert dit vrijwilligerswerk en blijft inzetten op de ondersteuning ervan. Een waarderingsbeleid voor vrijwilligers wordt uitgewerkt. OCMW/16. Een stimulerend en financieel beheerst personeelsbeleid voeren X OCMW/1601 Het personeelsbudget beheersen Net zoals bij de stad dienen de personeelskosten en hun evolutie in de totaliteit van de uitgaven onder controle te worden gehouden. We streven naar rationalisatie en meer efficiënte, in overleg met de syndicale organisaties en in synergie met het stadsbestuur. In de seniorenzorg wordt de efficiëntie-inspanning afgestemd op het zorgstrategisch plan. De verbondenheid van personeelsuitgaven met opbrengsten (prestaties die worden gefactureerd, erkenningsnormen en subsidies) en de inhoudelijke gevolgen met betrekking tot beslissingen in het personeelsbeleid moeten eveneens mee in overweging genomen worden. Er wordt ten allen tijde op toegezien dat de vooropgestelde kostenbeheersing niet resulteert in een structurele onderbezetting van de diensten. 83

OCMW/17. Door organisatiebeheersing, het optimaliseren van het HR-beleid en de afstemming ervan op de andere organisatieonderdelen tot meetbare realisatie van de beleidsdoelstellingen komen. OCMW/1602 De persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers optimaliseren als onderdeel van het competentiemanagement OCMW/1603 Kwaliteit, milieu en welzijn op het werk garanderen door het implementeren van de welzijnsverklaring OCMW/1701 De nodige voorzieningen treffen inzake de pensioenkost De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in het implementeren van het competentiemanagement als basis voor de verschillende HR-instrumenten. De competentieprofielen zijn de basis voor de functieprofielen, aanwervingen, evaluatie, functioneringsgesprekken en ontwikkeling. Nu de basis voor het competentiemanagement is gelegd, wil het OCMW vooral inzetten op het aspect ontwikkeling, door gekende en vernieuwende leerinstrumenten in te zetten. Een goede dienstverlening aan de burger kan maar als alle personeelsleden goed functioneren en zich goed voelen op hun werk. Het OCMW streeft daarom naar een hoog peil wat betreft kwaliteit, milieu en welzijn op het werk en verankert dit engagement in een welzijnsverklaring. Aan de hand van de evaluatie van het Globaal Preventieplan 2013-2018 en de Jaarlijkse Actieplannen die daaraan gekoppeld zijn, wordt, in overleg en op advies van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, de implementatie van de welzijnsverklaring opgevolgd en waar nodig bijgestuurd. Hierbij moet rekening gehouden worden met de (zekere) systematische stijging van de pensioenbijdrage voor statutaire personeelsleden. De vraag naar een verdere uitbouw van de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden dient mee in deze context, en binnen de financiële mogelijkheden, op haar praktische haalbaarheid onderzocht te worden. Desgevallend wordt naar alternatieve formules gezocht. 84

OCMW/1702 De formatie, werkbelasting en organisatie van de diensten benchmarken De sociale dienst heeft een veelheid aan taken en de individuele hulpverlening vergt bijzonder veel tijd en inzet van de medewerkers. Voldoende leidinggevend kader en voldoende begeleidingstijd voor de maatschappelijk assistenten zijn dan ook belangrijke succesbepalende factoren met betrekking tot de verwachtingen en effectiviteit van de sociale dienst. De personeelsinzet in het kader van meer huisbezoeken dient hierbij mee in beschouwing te worden genomen, net zoals we ook maximaal moeten inspelen op initiatieven vanuit de hogere overheid m.b.t. administratieve vereenvoudiging, zoals de aanpassing in de terugbetaling van medische kosten door de OCMW s via de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit. Deze uitdaging stelt zich uiteraard ook voor andere diensten. Op basis van een benchmarking met andere vergelijkbare besturen (via VVSG en Audio) wordt nagegaan of en hoe wijzigingen in de personeelsformatie en -organisatie wenselijk zijn, mede in functie van de nagestreefde synergie met de stad. OCMW/1703 De mobiliteit voor het thuiszorgpersoneel verbeteren Personeelsleden uit de thuiszorg, die genoodzaakt zijn zich met de wagen te verplaatsen, kampen vaak met mobiliteitsproblemen: het is niet evident om dichtbij de cliënt makkelijk een parkeerplaats te vinden, ze beschikken in tegenstelling tot hun collega s uit de verplegende sector niet over een parkeerkaart. Er wordt met de stad overlegd of initiatieven zoals de garagesticker in Gent of het uitreiken van parkeerkaarten ook in Sint-Niklaas ingang kunnen vinden. Tegelijk actualiseren we de regeling voor de vervoerskosten van het thuiszorgpersoneel. 85

OCMW/1704 De haalbaarheid onderzoeken van een professioneel uitgebouwd crisisnetwerk De huidige crisisopvang, die enkel op vrijwilligers draait, heeft haar grenzen bereikt. Een andere aanpak dringt zich op. De haalbaarheid van een professioneel uitgebouwd crisisnetwerk, al dan niet in combinatie met vrijwilligers, dat crisishulpverlening kan bieden buiten de werkuren, wordt onderzocht. Nog een mogelijkheid is het inschakelen van stagestudenten in het crisisnetwerk. OCMW/1705 Het waarderingssysteem voor medewerkers verderzetten Het waarderingssysteem maakt deel uit van een globaal HR-beleid, waarin aandacht is voor plannings-, functionerings- en waarderingsgesprekken. Het systeem moet toelaten om te streven naar een voortdurende communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers. OCMW/1706 Loopbaanplanning van personeelsleden faciliteren Personeelsleden die niet in vast dienstverband zijn tewerkgesteld hebben vaak vragen of zorgen m.b.t. hun toekomst binnen het OCMW. Er zijn ook veel vragen rond pensionering. Om al deze mensen gemotiveerd te houden, is het belangrijk hen correct te informeren indien zij vragen hebben over hun loopbaanmogelijkheden. De personeelsdienst intensifieert hiervoor haar inspanningen. 86

OCMW/1707 Een preventief en kordaat aanwezigheidsbeleid uitwerken OCMW/1708 Het HR-beleid afstemmen op de andere organistieonderdelen OCMW/1709 Een strategisch wervingsbeleid uitwerken, in het bijzonder voor knelpuntberoepen Afwezigheden hebben een grote impact, niet enkel op de zieke medewerker zelf, maar ook op het OCMW als organisatie, de cliënten en de directe collega s die het werk van de afwezige collega moeten overnemen. Preventieve maatregelen (bijvoorbeeld griepvaccinaties) en een positief werkklimaat zijn de eerste instrumenten om afwezigheden door ziekte tot een minimum te beperken. Daarnaast moet er evenwel ook aandacht zijn voor een transparante en kordate aanpak van ziekteverzuim. Een allesomvattend actieplan, met heldere afspraken, wordt geïmplementeerd. Na de onderlinge afstemming van de verschillende HRinstrumenten is een volgende stap de afstemming van het HR-beleid op de andere organisatieonderdelen, en in het bijzonder de afstemming met de strategische planning. We willen dat het voor medewerkers duidelijk is, bijvoorbeeld via de plannings- en functioneringsgesprekken, wat hun bijdrage is aan de realisatie van de doelstellingen. Wanneer we kijken naar de leeftijdsopbouw van het OCMW-personeelsbestand, kunnen we voorspellen dat er de komende jaren een uitstroom zal zijn van medewerkers die op pensioen gaan. Vooral in de seniorenzorg zal het belangrijk zijn om deze plaatsen snel te kunnen invullen met nieuwe medewerkers, gelet op het behalen van de vereiste normen. Gezien het hier vaak gaat over knelpuntberoepen, willen we hierop anticiperen door het uitwerken van een strategisch wervingsbeleid. Het actief inschakelen van de nieuwe sociale media en specifieke acties om studenten aan te trekken zijn hiervan onderdelen. 87

OCMW/1710 Een tweerichtingscommunicatie tussen personeel en bestuur opzetten Personeelstevredenheid hangt vaak ook nauw samen met de mate waarin personeelsleden het gevoel en de mogelijkheid hebben om betrokken te worden bij het beleid van de instelling waar ze voor werken. Er worden acties opgezet, onder meer via een intern communicatieplan, om de communicatie van en naar het personeel te verbeteren. In het bijzonder zien we erop toe dat er na een overleg of voorstelling van een plan tijd wordt voorzien voor feedback en opvolging. OCMW/1711 Een visie en beleid ontwikkelen rond grensoverschrijdend gedrag Verbale en non-verbale agressie ten opzichte van personeel, vrijwilligers en hulpverleners is onaanvaardbaar. We zetten in op preventie door het conceptueel inrichten van gebouwen (dit is voorzien in het nieuw administratief gebouw), door specifieke opleidingen voor medewerkers verder te zetten en door sensibilisering van cliënten en gebruikers van onze diensten. 88

OCMW/18. Tevredenheid en participatie van de personeelsleden, cliënten en gebruikers verhogen X OCMW/1801 De personeelstevredenheid meten en er concreet gevolg aan geven Via regelmatige tevredenheidsmetingen bij de personeelsleden peilen we naar de algemene tevredenheid van medewerkers. Deze metingen stellen ons in staat in te spelen op knelpunten of vragen van medewerkers. In 2009 vond reeds een meting plaats. In 2013 wordt een rapport afgeleverd dat weergeeft op welke wijze op de resultaten van deze meting is ingespeeld. In 2014 wordt een nieuwe meting georganiseerd. Op basis van de resultaten wordt een actieplan opgesteld om aan de vastgestelde aandachtspunten tegemoet te komen. Cruciaal is een goede communicatie met het personeel, zowel voor de meting (wat is het doel?) als na de meting (welk gevolg geven we aan de resultaten?). OCMW/1802 Tevredenheid en participatie van de cliënten en gebruikers verhogen door tevredenheidsmetingen Regelmatige tevredenheidsmetingen helpen de dienstverlening bij te sturen. Daartoe is het uiteraard noodzakelijk dat we vooraf afbakenen wat we willen meten, en dat we na de meting een actieplan opstellen om de resultaten in de praktijk om te zetten en er zo concreet gevolg aan te geven. De gebruikersraden in het dienstencentrum, in de serviceflats, in de woonzorgcentra en in de thuiszorg moeten allemaal kunnen uitgroeien tot fora voor dialoog. OCMW/19. De interne organisatie van het OCMW continu optimaliseren OCMW/1901 Interne processen verbeteren en efficiënter maken Via kwaliteitszorg, interne controle en audit wil het OCMW daarin geadviseerd door het intern auditcomité verder werken aan het verbeteren en efficiënter maken van haar werking en interne processen. Vooral via digitalisering en samenwerking kunnen processen vereenvoudigd worden. 89

OCMW/1902 De A3-methodiek verder ontwikkelen Voor de meerjarenplanningen en beleidsrapporten zal worden gewerkt volgens de principes van de beleids- en beheerscyclus. Voor de jaarplanning werken we met de A3-methode. We zijn één van de pilootbesturen in Vlaanderen voor de concrete toepassing van deze methode. De komende jaren zullen we deze methodiek verder ontwikkelen en nog meer verankeren in de werking van de verschillende teams. OCMW/1903 Een beleidsinformatiesysteem ontwikkelen OCMW/1904 Projectmanagement invoeren Om een accuraat zicht te hebben op de realisatie van de doelstellingen en om tijdig te kunnen bijsturen zal een beleidsinformatiesysteem uitgewerkt worden, waarbij op een eenvoudige en systematische manier ken- en stuurgetallen worden gegenereerd. Een belangrijke succesfactor hiervoor is de realisatie van gecentraliseerde databanken (zie ook informaticabeleid). Een deelaspect bestaat uit het realiseren van een systeem waarbij raadsleden en management vlot digitaal toegang hebben tot de agenda s en verslagen van alle verenigingen waarin het OCMW participeert. Het OCMW wil inzetten op een projectmatige manier van werken. We willen voor alle (grotere) projecten een duidelijke structuur en ondersteuning voor het opzetten, plannen en beheren van projecten. Hiervoor implementeren we aspecten van projectmanagement in de organisatie. 90

OCMW/1905 Een efficiënt gebouwenbeheer opzetten OCMW/1906 Groei creëren voor de centrale keuken OCMW/1907 Opstellen en implementeren van een Globaal Preventieplan Het OCMW beheert heel wat gebouwen (administratief, woonzorgcentra, serviceflats, ouderenwoningen, dienstencentrum, dagverzorgingscentrum, transit- en noodwoningen). Het invoeren van een facility management systeem, het optimaliseren van het beheer van de technische budgetten, en extra aandacht voor het preventief onderhoud van gebouwen moet het gebouwenbeheer nog efficiënter maken. In deze context wordt ook de personele invulling van de Technische Dienst bekeken, en wordt er synergie met de stad nagestreefd. De keukenwerking van de woonzorgcentra wordt momenteel aangestuurd vanuit de centrale keuken, waar alle maaltijden vooraf worden bereid in optimale omstandigheden. Er wordt onderzocht of en hoe we het aanbod kunnen uitbreiden, en of de doelgroep voor maaltijden kan uitgebreid worden. Zoals wettelijk voorzien stelt het OCMW een Globaal Preventieplan op voor een termijn van vijf jaar, waarin de te ontwikkelen en toe te passen preventieactiviteiten worden geprogrammeerd. De implementatie van dit globaal preventieplan wordt opgevolgd via het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. OCMW/1908 De noodplanning verder uitwerken en testen Het bestaande OCMW-noodplan wordt ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor publieke veiligheid en aan de veiligheidscel, en wordt op basis van hun bevindingen waar nodig bijgestuurd. Trainingen van het personeel worden verder gezet. Er wordt een tafeloefening of key-exercise georganiseerd om de diverse stappen uit het noodplan in te oefenen en om de praktische uitvoering ervan te evalueren. Communicatie vormt hierbij één van de onderdelen. 91

OCMW20. Een intern en extern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken en uitvoeren X OCMW/2001 De OCMW-website versterken De website van het OCMW wordt waar mogelijk verder vereenvoudigd en aangepast, zodat bezoekers in enkele klikken alle relevante informatie met betrekking tot de dienstverlening van het OCMW kunnen vinden. De website van thuiszorgcentrum t Punt wordt geïntegreerd in de OCMW-website. OCMW/2002 Een intern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken Uitgangspunt hierbij is dat communicatie een zaak is van iedereen en dat bijgevolg inspanningen moeten geleverd worden om iedereen effectief te bereiken en te betrekken. De nieuwe communicatiemix focust op drie doelgroepen: medewerkers met pc, medewerkers zonder pc en moeilijk bereikbare doelgroepen. In de communicatie naar pcgebruikers staat een nieuw intranet centraal. Het OCMW heeft een groot aandeel van niet pc-gebruikers. Naast het werkoverleg en de nieuwsbrief op papier krijgen de klassieke mededelingenborden een opwaardering. De afdeling thuiszorg experimenteert met sms-informatie. Een maandelijkse nieuwsbrief (zowel digitaal als op papier) informeert alle medewerkers en stuwt hen naar het intranet. Het personeelsblad evolueert naar een magazine met duiding en achtergrond. 92

OCMW/2003 Een extern communicatieplan met bijhorend actieplan opmaken Het OCMW wil de toegankelijkheid en het imago van het OCMW verbeteren door: - alle inwoners en welzijnsorganisaties van Sint-Niklaas beter te informeren over de werking en projecten van het OCMW en de dienstverlening;- sensibiliseren van en beter communiceren met kwetsbare en kansarme doelgroepen.hiertoe wordt een extern communicatieplan opgemaakt. We onderzoeken of een aan huis bedeelde informatiebrochure, meer info in de Stadskroniek of een OCMW-infokrant aangewezen is. Belangrijk is dat hierbij nagegaan wordt hoe gekend de dienstverlening van het OCMW is. Zo krijgen we een zicht op de prioritaire doelgroepen en hoe we deze het best kunnen bereiken en vermijden we het risico dat het aanbod van zorg- en dienstverlening niet door iedereen gekend is. OCMW/21. Een efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening en interne werking uitbouwen, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van digitale informatiesystemen. OCMW/2101 ICT-infrastructuur op niveau houden Het OCMW en de stad hebben de voorbije bestuursperiode een grote investering gedaan in de basis-infrastructuur (netwerk, servers, systeemsoftware). Rekening houdend met de levensduur van de apparatuur zullen servers en netwerkcomponenten in de volgende bestuursperiode moeten worden vernieuwd. Het gaat hierbij om een gezamenlijk budget van 2,5 tot 3 miljoen EUR, afhankelijk van uitvoering in eigen beheer of door de leverancier. De haalbaarheid van één ICT-budget voor stad en OCMW samen, met interne verrekeningen, wordt onderzocht. 93

OCMW/2102 De interne werking digitaliseren Het OCMW verbruikt nog steeds veel papier om haar interne informatie af te drukken. Alle documenten, brieven en raadsdossiers worden tientallen keren gekopieerd om vervolgens met auto s en bestelwagens rondgevoerd te worden. Via de digitalisering van interne werkprocessen (briefregistratie, facturatie, elektronische handtekening ), het gebruik van de nieuwe multi-functionals en het gebruik van tablet-pc s door de raadsleden kan hier een grote efficiëntiewinst en besparing worden gerealiseerd in logistiek, mensen en middelen. Het is uiteraard van belang dat de volledige keten wordt gedigitaliseerd. Er moet vermeden worden dat de eindgebruiker opnieuw documenten gaat afdrukken. OCMW/22. Een gecentraliseerd ICT-systeem uitbouwen X OCMW/2201 Een gecentraliseerd informatiebeheerssysteem uitbouwen Door de muren tussen de verschillende softwaretoepassingen neer te halen wordt het mogelijk om centrale dossiers en databanken aan te leggen, waar alle relevante informatie wordt gecentraliseerd. Dit dient uiteraard met respect voor informatieveiligheid en privacy te worden uitgewerkt. Een dergelijk systeem verhoogt de interne efficiëntie, vermijdt fouten en verhoogt de klantgerichtheid. Het laat bovendien ook toe aan het management en bestuur om met informatie-dashboards te gaan werken, met info zoals het aantal open dossiers, de doorlooptijd, sensitiviteitsanalyses in functie van bezetting en tijd (waardoor het personeelsbudget beter kan worden beheerst en wachtrijen of tijden kunnen worden verminderd). 94

OCMW/23. Een degelijk en duurzaam financieel beleid voeren, dat toelaat om de opdrachten van het OCMW zo goed mogelijk uit te voeren. OCMW/2301 Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën OCMW/2302 Implementatie van de beleids- en beheerscyclus (BBC) Het OCMW zal haar takenpakket en dienstverlening invullen binnen het financieel kader dat mede door de stad wordt bepaald. Het OCMW kan putten uit het stedelijk Zilverfonds (8,2 miljoen euro) voor haar investeringen in het kader van het Zorgstrategisch Plan, en stelt haar financiële meerjarenplanning af op de afspraken die worden gemaakt met betrekking tot de evolutie van de stedelijke dotatie voor de werkingskosten (de stijging van de dotatie bedraagt 5% in 2013, 4% in 2014 en 3% vanaf 2015). Met de invoering van de BBC staat ook op vlak van financieel beleid vanaf 2014 een wijziging op stapel. Samen met het al bestaande budgethouderschap zal de focus van een inputgerichte benadering naar een meer outputgerichte benadering versterkt worden, met een sterkere koppeling tussen doelstellingen en financiële rapportage. De invoering van de BBC brengt al de nodige voorbereidingen met zich mee in 2013. De beleidsrapporten (het meerjarenplan, het budget en de budgetwijziging, de jaarrekening) moeten anders worden opgesteld. Deze bevatten naast doelstellingen en de realisatie van doelstellingen ook de financiële vertaling van deze doelstellingen en hun realisatie. Vanaf 2014 wordt het een sturend element in de budgetten en in de financiële rapportage. Naast deze beleidsaspecten bevat de BBC ook beheersaspecten met bijbehorende beheersrapporten. Deze bieden instrumenten voor budgethouders om hun budget te beheren (kredietbewaking, evaluatie taken en kredieten ), en het is voor de OCMW-raad een middel om de uitvoering van het beleid door de administratie beter te kunnen opvolgen. 95

OCMW/2303 De algemene kostenbeheersing versterken Naast het beheersen van de personeelskosten zal een algemene kostenbeheersing belangrijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn: - de kosten in verband met het gebruik van de gebouwen (onderhoud, energie );- kosten die te maken hebben met het maaltijdgebeuren in de rusthuizen en het nieuwe systeem van koken;- financiële kosten waarbij kan worden ingespeeld op actuele opportuniteiten. OCMW/2304 Grote projecten financieren via leningen en herschikking van het eigen patrimonium Niet zozeer de grootte van de projecten en de leningen, maar wel de mogelijkheid om leningen aan te gaan, wordt een kritische factor. Ook voor openbare besturen zijn de mogelijkheden om investeringen te financieren via leningen, wegens de Europees bewaakte schuldgraad, geen evidentie meer. Als alternatief kan het OCMW haar eigen patrimonium herschikken, onder meer via de verdere verkoop van gronden in Nederland, of van gronden die vrij komen van pacht. Ook de activering van bouwgronden en woonuitbreidingsgebied in eigendom van het OCMW zal onderzocht worden, met respect voor de eventuele huidige activiteiten op die gronden. OCMW/24. De subsidies optimaliseren X OCMW/2401 De subsidies optimaliseren Het optimaliseren van de RIZIV-inkomsten van de woonzorgcentra, het volledig benutten van (tewerkstellings- en project-)subsidies en de opvolging van deze subsidies zijn kansen om de financiële uitdagingen deels te kunnen opvangen. Ook het rationaliseren van de door het OCMW aangerekende tarieven is een te onderzoeken piste. 96

OCMW/25. De meest passende vorm van samenwerking tussen de ondersteunende diensten van OCMW en stad onderzoeken en projectmatig realiseren. X OCMW/2501 De meest passende vorm van samenwerking tussen de ondersteunende diensten van OCMW en stad onderzoeken en projectmatig realiseren Verregaandere samenwerking met de stad kan een meerwaarde bieden voor beide besturen. De belangrijkste argumenten voor een samenwerking zijn:- schaalvoordelen: meer effectiviteit met gelijke of lagere kosten; - delen van expertise, materialen en infrastructuur of delen van de investering hiervoor;- kostenbesparing; - betere dienstverlening aan de klant.om een verregaande samenwerking of zelfs integratie van diensten te realiseren, is het van belang dat een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. De samenwerking met de stad dient te gebeuren vanuit heldere doelstellingen en een gedeelde visie, rekening houdend met de specifieke behoeften, de juridische realiteit, expertise, eigenheid, organisatiecultuur en kerntaken van de beide besturen. Voor de grote luiken binnen de ondersteunende diensten (personeel, financiën, aankopen, logistiek, technische diensten, communicatie en stafdiensten, secretariaat ) zal in eerste instantie grondig onderzocht worden, samen met de stad, wat de mogelijkheden en opportuniteiten zijn in het kader van samenwerking en hoe ver deze best kan gaan. Het uitbouwen van samenwerkingsvormen tussen stad en OCMW dient op een projectmatige manier te worden aangepakt, vertrekkende van een grondige analyse, met heldere doelstellingen en volgens een realistisch tijdspad. 97

OCMW/26. Gestructureerd overleg stad-ocmw organiseren OCMW/2601 Gestructureerd overleg stad- OCMW organiseren Het OCMW is voorstander van een blijvend gestructureerd overleg tussen stad en OCMW, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, zodat een optimale afstemming van beleid (bv. wat de nagestreefde synergie betreft, de toekomst van de OCMW-site in Sinaai, de invulling van de OCMW-site in Nieuwkerken) en uitwisseling van informatie gegarandeerd kan worden. OCMW/27. De burgers, gebruikers, cliënten en het middenveld betrekken bij het beleid, door gerichte interne en externe communicatie en door open te staan voor participatie en inspraak. OCMW/2701 Een laagdrempelig communicatiebeleid voeren OCMW/2702 Participatie van het middenveld stimuleren Het OCMW maakt van duidelijke communicatie een prioriteit. Het is belangrijk om alle communicatie (intern en extern) zoveel mogelijk op maat bij de doelgroep te brengen, in duidelijk en eenvoudig taalgebruik. Goed werkende advies- en dorpsraden enerzijds, en organisaties die actief zijn op het vlak van welzijn en sociaal beleid anderzijds, kunnen door actieve participatie een zinvolle bijdrage leveren aan de werking van het OCMW. Het OCMW maakt deze participatie mogelijk door tijdig en proactief zelf het initiatief te nemen en stelt zich open op met betrekking tot spontane vragen tot participatie. 98

OCMW/2703 Een open en actief beleid rond meldingen, suggesties en klachten voeren OCMW/2704 Het goede voorbeeld geven door de eigen gebouwen duurzaam op te richten en te beheren Een inwoner (al dan niet gebruiker of cliënt) of medewerker die een melding, suggestie of klacht heeft, moet hiermee op eenvoudige wijze bij het OCMW terechtkunnen. Vervolgens is het aan het OCMW om hieraan op gepaste wijze gevolg te geven. Een klachtenmeldingssysteem is uitgewerkt, maar er moet nog een tandje worden bijgestoken. Een digitaal opvolgingssysteem voor meldingen, suggesties en klachten wordt ontwikkeld. Op die manier kunnen meer meldingen geregistreerd worden en kunnen terugkomende meldingen en klachten structureel aangepakt en voorkomen worden. Sociale media en de gratis infolijn van het OCMW kunnen daartoe ook signalen aanbrengen. Het OCMW heeft een samenwerkingsakkoord met de stedelijke ombudsdienst voor wie niet tevreden is over de afgehandelde klacht of voor wie meent geen of te weinig gehoor te vinden bij het OCMW. Via energiescans van de eigen gebouwen en de daaruit voortvloeiende energiebesparende maatregelen ambieert het OCMW een jaarlijkse vermindering van het eigen energieverbruik. Alle vormen van sluimerenergie worden onderzocht en aangepakt. Voor wat betreft de bestaande gebouwen wordt het programma afgerond om te investeren in technieken die tot duurzame vermindering in energieverbruik en -kosten leiden. Bij al haar bouwprojecten geeft het OCMW aan de architecten en ingenieurs de opdracht om het gebruik van duurzame materialen en technieken te onderzoeken. Op basis daarvan beslist de OCMW-raad welke keuzes daarbij het best gemaakt worden. Afhankelijk van de functie, de ligging en het gebruik van het gebouw kan die keuze anders liggen. 99

OCMW/28. Een duurzaam beleid uitdragen OCMW/2801 Een duurzaam aankoopbeleid voeren In het aankoopbeleid worden ethische en milieugerichte criteria gehanteerd. Dit vertaalt zich in de aankoop van lokale, fairtrade- en bioproducten door het OCMW en de stad, maar ook in bijvoorbeeld het verder sensibiliseren rond Donderdag Veggiedag. In de instellingen van het OCMW die maaltijden verstrekken, moet het mogelijk zijn om elke dag een volwaardige vegetarische maaltijd te krijgen. In het aankoopbeleid voor energie wordt gekozen voor duurzaam geproduceerde stroom. We onderzoeken ook of dit mogelijk is in het kader van de hoogspanningscontracten. Bij de aankoop van voertuigen wordt gekozen voor milieuvriendelijke en zuinige wagens door onder meer een minimum ecoscore en EUROnormen op te leggen in de bestekken. OCMW/29. Bouwen aan een lokale samenleving waarin verscheidenheid een evidentie wordt en iedereen gelijke kansen krijgt. OCMW/2802 Een duurzaam afvalbeleid voeren OCMW/2901 Diversiteit in het personeelsbeleid bevorderen In alle OCMW-instellingen wordt afval gesorteerd. Het OCMW wil een werkgever zijn met aandacht voor gelijke kansen. In principe moet het personeelsbestand van het OCMW een weerspiegeling zijn van de maatschappij. Hiervoor kunnen volgende initiatieven genomen worden: - meten is weten: monitoring van de diversiteit in het personeelsbestand; - zorgen voor een uitbreiding van de opleiding Nederlands op de werkvloer ; - een voortraject organiseren ter voorbereiding van selectieproeven; - bij de selectie van jobstudenten is diversiteit een criterium. 100

OCMW/2902 De toegankelijkheid van de diensten en voorzieningen bevorderen Het OCMW wil nieuwe inwoners en hun verenigingen ondersteunen in hun zoektocht naar de sociale voorzieningen en het maatschappelijk aanbod in de stad, bijvoorbeeld door haar medewerking te verlenen aan de stedelijke onthaalavond voor nieuwe inwoners. Ook de communicatie vanuit het OCMW naar de burger moet continu getoetst worden op taalgebruik, in functie van de leesbaarheid. De fysieke toegankelijkheid van de dienstverlening is een vanzelfsprekendheid. Het OCMW heeft een contract met het Adviesbureau Toegankelijke Omgeving om de nieuwe en bestaande gebouwen hieromtrent te beoordelen en verbeteringen voor te stellen. 101

Interne organisatie 102

Organogram OCMW Sint-Niklaas nieuw algemeen organogram Raad voor Maatschappelijk Welzijn Beleidsmedewerker Voorzitter* Financieel beheerder* Secretaris* Dienst informatica Secretariaat secretaris P&O-deskundige Preventieadviseur Stafmedewerker Technische dienst Financiën Algemene zaken Departementschef alg. zaken* Seniorenzorg Directeur seniorenzorg* Sociale dienstverlening Departemenstchef soc. dienstv.* Ontvangerij Secretariaat Sociale dienst kwaliteitscoördinator Onthaal sociale dientverl. Boekhouding Dienst communicatie Administratief/ facilitair Residentiële seniorenzorg Thuiszorgcentrum Begeleidingsteams Facturatie Personeelszaken Aankoopdienst Keukens Hoteldienst WZC Ter Wilgen WZC De Plataan Info en advies Wijkwerking Wonen en werken Sociale werkplaats Logistiek WZC Albert-Elisabeth Administratie res. zorg WZC Populierenhof Administratie thuiszorg WZC Sint-Katharina *=lid managementteam Permanentiebalie WZC Herfstrust 103

Organogram departement seniorenzorg - residentiële seniorenzorg Departement seniorenzorg Kwaliteitscoördinator Sociale dienst Residentiële seniorenzorg Palliatieve zorg Logopedie Vrijwilligerswerking Pool eindeloopban Vervangingspool WZC Ter Wilgen WZC De Plataan WZC Albert-Elisabeth WZC Populierenhof WZC Sint-Katharina WZC Herfstrust Verpleging/ verzorging Verpleging/ verzorging Verpleging/ verzorging Verpleging/ verzorging Verpleging/ verzorging Centrum voor kortverblijf Paramedici Paramedici Paramedici Paramedici Paramedici Verpleging/ verzorging Logistieke hulp Logistieke hulp Logistieke hulp Logistieke hulp Logistieke hulp Paramedici Logistieke hulp 104

Organogram departement seniorenzorg - thuiszorgcentrum Departement seniorenzorg Kwaliteitscoördinator Sociale dienst Coördinator thuiszorg Info en advies Wijkwerking Info en advies, zorgonthaal, zorgcoördinatie Woonzorg: serviceflats, dagverzorging, bejaardenwoningen Dagverzorgingscentrum De Sprankel Gezinszorg Poetsdienst Poetsdienst dienstencheques Opleiding polyvalent verzorgende Lokaal dienstencentrum, klusjes, personenalarm, maaltijden aan huis Dienstencentrum De Wilg 105

Organogram departement seniorenzorg - administratief en faciltair Departement seniorenzorg Kwaliteitscoördinator Sociale dienst Administratief en facilitair coördinator Pool eindeloopbaan Vervangingspool Keukens Hoteldienst Logistiek Administratie residentiële zorg Administratie thuiszorg Permanentiebalie Centrale keuken Keuken WZC Populierenhof Keuken WZC Sint-Katharina Keuken WZC Herfstrust Magazijn voeding WZC Ter Wilgen WZC De Plataan WZC Albert-Elisabeth WZC Populierenhof WZC Sint-Katharina WZC Herfstrust Dienstencentrum Administratie en technische dienst Middelendistributie en milieu Linnen Administratief steunpunt 106

Organogram sociale dienstverlening Vervangingspool maatschappelijk assistent Departement sociale dienstverlening Onthaal sociale dienstverlening Begeleidingsteams Wonen en werken Sociale werkplaats* Team onthaal Algemene financiële en psychosociale begleiding Intake Case management Schuldhulpverlening Trajectbegeleiding Wonen en energie Opleidings- en oriëntatiecentrum Administratie * = directeur vzw Den Azalee 107

Organogram departement algemene zaken Departement algemene zaken Vervangingspool administratief medewerker Secretariaat Communicatie Personeelszaken Aankoopdienst Post, koerier en reprografie Algemene onthaalbalie Sociale dienst personeel Ondersteuning en projecten Onthaalbalie Personeelsbeheer en wedden Team seniorenzorg Team soc. dientv. en onderst. diensten HR Vorming en evaluatie Werving en selectie 108

Organogram departement financiën Financieel beheerder Coördinator financiën Ontvangerij Boekhouding Facturatie 109

Organogram technische dienst Administratie Technische dienst Werkleider Schrijnwerkers (transitoir) Schilders (transitoir) Tuiniers Gebouwbeheerssysteem Polyvalent vakmannen Parkingbeheer Magazijn Campus & 't Punt Baensland(pm) & deelgem. 110

Overzicht personeelsbestand Personeel in aantal voltijdsequivalenten (schema TM1) (Toestand telkens op 31/12) Jaar 1 (2014) Jaar 2 (2015) Jaar 3 (2016) Jaar 4 (2017) Jaar 5 (2018) Jaar 6 (2019) Vastbenoemd 391,48 391,48 394,48 394,48 394,48 394,48 Niveau A 18,00 18,00 18,00 18,00 18,00 18,00 Niveau B 102,84 102,84 102,84 102,84 102,84 102,84 Niveau C 175,78 175,78 176,78 176,78 176,78 176,78 Niveau D 28,45 28,45 28,45 28,45 28,45 28,45 Niveau E 66,40 66,40 68,40 68,40 68,40 68,40 Contractueel (niet-gesco) 145,05 145,05 145,05 145,05 145,05 145,05 Niveau A 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Niveau B 28,00 28,00 28,00 28,00 28,00 28,00 Niveau C 56,80 56,80 56,80 56,80 56,80 56,80 Niveau D 38,20 38,20 38,20 38,20 38,20 38,20 Niveau E 21,05 21,05 21,05 21,05 21,05 21,05 Gesco 87,20 87,20 87,20 87,20 87,20 87,20 Niveau A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Niveau B 6,75 6,75 6,75 6,75 6,75 6,75 Niveau C 26,40 26,40 26,40 26,40 26,40 26,40 Niveau D 17,50 17,50 18,50 18,50 18,50 18,50 Niveau E 36,55 36,55 35,55 35,55 35,55 35,55 TOTAAL 623,73 623,73 626,73 626,73 626,73 626,73 Niveau A 19,00 19,00 19,00 19,00 19,00 19,00 Niveau B 137,59 137,59 137,59 137,59 137,59 137,59 Niveau C 258,98 258,98 259,98 259,98 259,98 259,98 Niveau D 84,15 84,15 85,15 85,15 85,15 85,15 Niveau E 124,00 124,00 125,00 125,00 125,00 125,00 111

Budgethouderschap en overzicht budgethouders 1. Wat is budgethouderschap? Budgethouderschap houdt in dat de bevoegdheid tot het beheer van een taakstellend budget wordt overgedragen aan budgethouders. Een budget is taakstellend omdat het een norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft. De doelstelling is dus niet enkel binnen de perken van het budget blijven maar ook met dat budget een doel bereiken. Voorbeeld : het budget is normaal voldoende om 100 maaltijden te realiseren. Je slaagt erin het budget slechts voor 80% te gebruiken (wat O.K. is want je blijft binnen het budget) maar je hebt slechts 70 maaltijden gerealiseerd. Het resultaat is, getoetst aan de norm 100% van het budget = 100 maaltijden, toch slecht Concreet betekent dit dat de budgethouder sedert het OCMW-decreet, samen met de secretaris en de financieel beheerder, in overleg met het managementteam, een rol speelt in de hele financiële cyclus van het onderdeel van het OCMW waarvoor hij/zij bevoegd wordt, met name : - in functie van het verlenen van advies aan het managementteam bij de opmaak van het meerjarenplan, de budgetten, budgetwijzigingen en interne kredietaanpassingen die opgesteld worden door de secretaris en de financieel beheerder - raadpleging van de boekhouding - facturatie van de te ontvangen bedragen die betrekking hebben op het hem of haar toevertrouwde budget - bij delegatie in toepassing van artikel 52 lid 4 van het OCMW-decreet, het aangaan van de verbintenissen overeenkomstig het hem of haar toevertrouwde budget, voor zover het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur of die nominatief in het budget is opgenomen. - bij delegatie in toepassing van artikel 52 lid 4 van het OCMW-decreet, bepalen van de wijze van gunnen, het vaststellen van de voorwaarden, toewijzen en uitvoeren van de opdracht, goedkeuring van de te betalen bedragen voor zover het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur of die nominatief in het budget is opgenomen. - advies verlenen in verband met beslissingen die het resultaat beoogd door het beheerde budget kunnen beïnvloeden, dit houdt in dat wie een beslissing voorstelt te agenderen deze impact inschat en bijgevolg voorlegt voor advies aan de budgethouder op wiens budget deze impact zich kan voordoen. - oordelen en beoordeeld worden op de realisatie van de resultaten. 112

2.Voor welke budgetten is welke budgethouder bevoegd in OCMW St-Niklaas. Het OCMW-decreet (art.52 eerste en vierde lid) voorziet een getrapte delegatie door de secretaris aan personeelsleden nadat hijzelf delegatie van de Raad kreeg. De rechtstreekse delegatie door de Raad aan personeelsleden in toepassing van artikel 161, 3 kan slechts nog met betrekking tot bepaalde projecten en houdt geen bevoegdheid in om verbintenissen aan te gaan. Omwille van de samenhang van de activiteiten binnen een activiteitencentrum ligt het wel voor de hand te vertrekken van het begrip activiteitencentrum om de actieradius van de budgethouder te bepalen. In de BBC verdwijnt het begrip activiteitencentra en werken we met beleidsvelden en beleidsitems, geclusterd in beleidsdomeinen. Binnen deze activiteitencentra/beleidsvelden en -items kan verder gedefinieerd worden, of horizontaal over de activiteitencentra/beleidsvelden en -items heen vastgelegd, of gekoppeld worden aan bepaalde grensbedragen of adviezen. Het budgethouderschap, dat principieel aan de Raad is toegewezen, en de bevoegdheid om verbintenissen aan te gaan kan worden gedelegeerd aan het vast bureau of een bijzonder comité of aan de secretaris. Indien de Raad deze mogelijkheid voorziet kunnen deze verder delegeren aan de secretaris en de secretaris kan verder delegeren aan personeelsleden van het OCMW. Dit is enkel mogelijk voor wat onder het begrip dagelijks bestuur valt, zoals de Raad dit omschrijft, binnen de perken vastgesteld door de Vlaamse Regering. Deze formule laat toe dat de secretaris vlot inspeelt op specifieke noden en stemt ook overeen met wat voorheen van toepassing was inzake budgethouderschap ingevolge het decreet van 17 december 1997. Het jaarlijks rapport omtrent de uitvoering van het budgethouderschap dat het OCMW-decreet nu voorziet, laat de Raad toe tevens voldoende zicht te houden op deze delegaties. Samengevat: In het OCMW Sint-Niklaas koppelen we het budgethouderschap zoveel als mogelijk aan activiteitencentra (vóór 01.01.14)/beleidsvelden en -items (vanaf 01.01.14) en werken we (behoudens voor wat betreft secretaris) met getrapte delegatie : 1. van de Raad aan Het Vast Bureau en Bijzondere Comité s en aan de secretaris. 2. van de secretaris aan personeelsleden. Wijzigingen in de loop van het jaar worden door de secretaris gemeld via een dienstmededeling die tevens op een voor ieder personeelslid raadpleegbare map op de gedeelde mappen wordt geplaatst. Jaarlijks wordt het actuele overzicht aan de Raad medegedeeld in het rapport omtrent de uitvoering van het budgethouderschap. Daarnaast kent het decreet het rechtstreeks door dit decreet toegewezen budgethouderschap (bijvoorbeeld inzake dagelijks personeelsbeheer). 113

2.1 Personeelsleden door de secretaris toegewezen : De titularis van de functie departementschef sociale dienstverlening Beleidsveld (BV) - BBC 900 Sociale bijstand 901 Voorschotten 902 Integratie van personen met vreemde herkomst 904 Activering van tewerkstelling 909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid 930 Sociale Huisvesting * advies inzake betalingen maatschappelijke dienstverlening en samenwerkingsovereenkomsten die tot de bevoegdheid van dit comité behoren. De titularis van de functies administratief en facilitair coördinator Beleidsveld (BV) - BBC 119 Overige algemene diensten/item: logistiek 119 Overige algemene diensten/item wagenpark 953 Woon- en zorgcentra 951 Dienstencentra 954 Dagverzorgingscentra 943 Gezinshulp 946 Thuisbezorgde maaltijden 948 Poetsdienst 949 Overige gezinshulp 959 Overige verrichtingen betreffende ouderen 952 Serviceflats 950 Ouderenwoningen 992 Lijkbezorging * als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3 modaliteiten) 114

De titularis van de functie directeur seniorenzorg * enkel als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3 modaliteiten) De titularis van de functie hoofd voedingsdienst Beleidsveld (BV) - BBC 119 Overige algemene diensten/item: centrale keuken * Het hoofd voedingsdienst is tevens horizontaal budgethouder voor alle budgetten die verband houden met voeding. De titularis van de functie diensthoofd technische dienst Beleidsveld (BV) - BBC 119 Overige algemene diensten/item: Technische dienst 119 Overige algemene diensten/item: Magazijn niet-voeding De titularis van de functie departementschef ICT Beleidsveld (BV) - BBC 119 Overige algemene diensten/item: ICT Preventieadviseur Beleidsveld (BV) - BBC 115 Welzijn op het werk De titularis van de functie departementschef algemene zaken Beleidsveld (BV) - BBC 50 Patrimonium zonder 115

maatschappelijk doel 100 Politieke organen 110 Secretariaat 112 Personeelsdienst en vorming 119 Alle andere items dan ICT, technische dienst, magazijn nietvoeding, logistiek, wagenpark en centrale keuken. * als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3. modaliteiten) 2.2 De financieel beheerder Beleidsveld (BV) - BBC 111 Fiscale en financiële diensten * voor het departement financiën (o.m. kosten dagvaardingen, programmatuur ) voor zover deze verband houden met om zijn opdrachten die hij in volle onafhankelijkheid dient uit te oefenen. * voor het (mede)goedkeuren van facturen waaraan specifieke betalingsvoorwaarden aan verbonden zijn. 2.3 De secretaris Beleidsveld (BV) - BBC 114 Organisatiebeheersing * voor alle items die niet zijn gedelegeerd, voor receptiekosten en voor het dagelijks personeelsbeheer (art. 85 OCMW-decreet). Dit is uitgewerkt in het Huishoudelijk Reglement. * als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3. modaliteiten) * De secretaris wordt eveneens (in toepassing van art. 162 4 van het O.C.M.W.-decreet) gemachtigd de betaling goed te keuren van uitgaven die binnen de bevoegdheid van de Raad, het Vast Bureau of het Bijzonder Comité vallen) vallen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de personeelskosten (lonen ), maatschappelijke dienstverlening en facturen investeringsuitgaven waarvoor de Raad, het bijzonder comité sociale dienst of het Vast bureau bevoegd zijn. Voor de maatschappelijke dienstverlening en samenwerkingsovereenkomsten die tot de bevoegdheid van dit comité 116

behoren worden aan deze voorstellen tot betaling het advies gehecht van de departementschef sociale dienst of zijn vervanger. 2.4 Beleidsinstanties De Voorzitter * voor de dringende steunverlening en, wanneer het geringste uitstel onbetwistbaar schade zou veroorzaken, de gunningsprocedure en de gunning van overheidsopdrachten Het Vast Bureau * als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3 modaliteiten) * de gunningsprocedure en de gunning van overheidsopdrachten in geval van dwingende en onvoorziene omstandigheden (art. 52 laatste lid van het O.C.M.W.-decreet). * de uitvoering van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van alle overheidsopdrachten in verband met het investeringsbudget die niet onder het begrip dagelijks bestuur (zie bijlage 1) vallen of die nominatief vermeld worden in het budget. In het geval echter van meerwerken, die de 10 procent van de oorspronkelijke toewijzing overschrijden (met een minimum van 2.500 euro), of meerwerken die in hun totaliteit 10 procent zullen overschrijden, wordt dit, vóór de aanvang van de meerwerken, voorgelegd aan de Raad. * de uitvoering van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van alle overheidsopdrachten in verband met het exploitatiebudget die niet onder het begrip dagelijks bestuur vallen (hoger dan 85.000 ). 6 Uitzondering op deze regel : - wanneer de Raad in de beslissing om een procedure in te zetten beslist dat de toewijzing door de Raad zelf zal gebeuren. - wanneer blijkt dat de kostprijs de raming met meer dan 30% overschrijdt. In dat geval moet het dossier opnieuw worden voorgelegd aan de Raad, die beslist over al dan niet toewijzing. Uitzonderingen: - indien het bedrag dat de raming overschrijdt niet hoger is dan 5.000 euro, kan het Vast Bureau toch overgaan tot toewijzing, ook al betekent dit een overschrijding van de raming met 30% of meer 6 Dit bedrag komt overeen met de recente wijziging van het grensbedrag bij onderhandelingsprocedure in de wetgeving overheidsopdrachten. 117

- indien het bedrag dat de raming overschrijdt hoger is dan 50.000 euro, moet het dossier opnieuw voor de Raad worden gebracht, ook al betekent dit een overschrijding van de raming met minder dan 30%. Bijzonder Comité voor de sociale dienst *inzake maatschappelijke dienstverlening. (inclusief opdrachten ten voordele van privé-instellingen (samenwerkingsovereenkomsten) die tot de bevoegdheid van het bijzonder Comité van de sociale dienst behoren). Raad voor Maatschappelijk Welzijn * Alles wat niet werd gedelegeerd, inzonderheid van wat werd uitgesloten van het begrip dagelijks bestuur. Het bepalen van de wijze van gunnen, het vaststellen van de voorwaarden is die gevallen bijgevolg voorbehouden aan de Raad. *als hiërarchisch hogere budgethouder (zie punt 3 modaliteiten) 118

3. De modaliteiten van dit budgethouderschap : A. Hiërarchie Hiërarchie schematisch: Raad Vast Bureau/Bijzonder Comité voorzitter directeur seniorenzorg administratief en facilitair coördinator BV 119/logistiek, 119/ wagenpark, 953, 951, 954, 943, 946, 947, 948, 949, 959, 952, 950, 992 secretaris financieel beheerder BV 114 BV 111 departementschef algemene zaken BV 50, 100, 110, 112, 119/andere Hoofd voedingsdienst BV 119/Centrale Keuken Departementschef ICT BV 119/ICT Diensthoofd technische dienst BV 119/ Technische dienst 119/Magazijn niet-voeding Departementschef sociale dienstverlening BV 900, 901, 902, 904, 909, 930 Preventieadviseur BV 115 (In vetjes, de hiërarchisch hogere budgethouder) 119

Vooreerst is het nuttig een hiërarchie onder de budgethouders vast te leggen om medehandtekening of vervanging volgens een geijkt schema te laten verlopen : bij ziekte of afwezigheid wordt een budgethouder vervangen door de hiërarchisch hogere budgethouder, bij afwezigheid van de secretaris, de financieel beheerder en omgekeerd. B. Vanaf 5.500 moet het voorafgaand akkoord van de hiërarchisch hogere budgethouder bekomen worden (tenzij binnen een eerder afgesloten raamcontract): Basisschema : - de budgethouder bestelt tot 5.500 (excl.b.t.w.) na raadpleging van ten minste 3 leveranciers, die goederen/diensten die met aangenomen factuur kunnen gegund worden en bestelt tot 85.000 (excl. B.T.W.), goederen en diensten die kunnen gegund worden via voorafgaandelijke procedure overheidsopdrachten door de Raad op afroep (raamcontract). Voorbeeld: het hoofd voedingsdienst bestelt vlees zonder voorafgaand akkoord, hoewel de factuur per maand méér dan 10.000 kan bedragen omdat dit op basis van een door de Raad besliste en door het Vast Bureau toegewezen aanbesteding gebeurt. - de budgethouder bestelt tot en met 85.000 (excl. B.T.W.), na raadpleging van ten minste 3 leveranciers en op zicht van een offerte, goederen en diensten mits voorafgaand akkoord van de hiërarchisch hogere budgethouder (dit akkoord is een onderdeel van het intern controlesysteem en wordt hierbinnen nader uitgewerkt). C. Boven 85.000 is de Raad bevoegd, en wordt het visum van de financieel beheerder bekomen De financieel beheerder verleent een voorafgaand visum (art. 162 2 van het O.C.M.W-decreet) voordat enige verbintenis wordt aangegaan voor de voorgenomen uitgaven die 85.000 excl. BTW overtreffen. (maximale grens binnen het Besluit Vlaamse regering 3 april 2009). 120

Engagementen gelijk of lager dan 85.000 en aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar worden uitgesloten van de visumverplichting. Contracten van onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling. Zijn tevens uitgesloten van visumverplichting, zelfs indien de aanstellingen voor méér dan één jaar gebeurt : 1 een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 2 een tewerkstelling ter uitvoering van andere dan in het 1 vermelde werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor maximum 4 jaar in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Investeringssubsidies worden nooit uitgesloten van de visumverplichting. Uitgesloten van visumverplichting is de toekenning van leefloon op basis van de wet. 121

Wijze van aanvragen en verlenen van het visum : Het visum kan per mail worden aangevraagd door de budgethouder of de aankoopdienst. Bij de aanvraag wordt het volledige dossier dat aan de Raad zal voorgelegd worden, toegevoegd. De aanvrager vult tevens de gegevens in, voorzien in het model voor aanvraag visum in dat beschikbaar is op de gedeelde mappen. De financieel beheerder beschikt over 3 werkdagen om zijn visum af te leveren. Deze termijn wordt gestuit en begint pas opnieuw te lopen nadat het dossier werd vervolledigd én nadat de nodige adviezen zijn toegevoegd waarvoor bij de aanvraag van het visum werd gemeld dat ze nog in onderzoek zijn. De financieel beheerder stelt de vraag om het dossier te vervolledigen binnen de voormelde 3 werkdagen. De financieel beheerder kan deze termijn met 3 werkdagen verlengen indien geen hoogdringendheid werd ingeroepen. Dit visum kan eveneens per mail worden verstrekt aan wie het visum verzocht. Het visum wordt tevens, ofwel aangebracht op het voorgelegde stuk met vermelding van nr en datum, ofwel worden diezelfde gegevens vermeld in het motiverend gedeelte van de beslissing indien het een beslissing van de Raad, het Vast Bureau of een bijzonder comité betreft. Indien het visum, gemotiveerd, wordt geweigerd wordt tezelfdertijd een afschrift bezorgd aan de secretaris. Algemene bemerkingen 1. Voor langlopende contracten wordt de waarde berekend op het totaal bedrag voor de hele looptijd. Indien de looptijd onbepaald is (bijvoorbeeld omdat het contract onbepaald verlengbaar is), moet op 4 jaar gerekend worden. 2. De beslissingen, contracten of bestelbons worden door de budgethouder ondertekend in toepassing van art. 183, 3 van het OCMW-decreet dat luidt : De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden werden gedelegeerd of toevertrouwd, worden door die personeelsleden ondertekend. De bestelgemachtigde bereidt enkel de bestelbons voor ter goedkeuring en ondertekening door de budgethouder, en beslist en ondertekent dus nooit zelf. 3. Alle bestellingen onder de 2.500 (excl. BTW) zijn werkingsuitgaven voor zover ze niet zijn opgenomen in een investeringsbudget. 122

Bij afzonderlijke bestelaanvragen, waarvan de waarde lager is dan 2.500, maar die deel uitmaken van een investeringsbudget, dient het geheel bekeken te worden. Boven 2.500 is het een investeringsuitgave als het gaat om een duurzame verbetering of uitbreiding van het patrimonium die over meerdere jaren dienstig of nuttig blijft en daarom afgeschreven wordt. In principe zijn deze uitgaven opgenomen in het 4. De budgethouders kunnen bestelgemachtigden aanwijzen die de bestelaanvraag kunnen aanmaken (de aankoopdienst en de informaticadienst krijgen een kopie van de mail waarbij zij worden aangewezen), de budgethouder blijft bevoegd voor het goedkeuren (valideren) van de bestelling en de goedkeuring van de factuur. Budgethouders zijn in elk geval bestelgemachtigd op het activiteitencentrum 100 voor alles wat via interne facturatie op het activiteitencentrum komt waarvoor zij verantwoordelijk zijn. 5. Elke budgethouder kan het diensthoofd van de aankoopdienst schriftelijk machtigen bestelaanvragen gedaan door een door hem aangestelde bestelgemachtigde in zijn opdracht te valideren (goed te keuren), dit diensthoofd ondertekent de bestelbon overeenkomstig de procedure aankopen, waarbij hij bevestigt dat de wetgeving overheidsopdrachten werd nageleefd. In de gevallen dat hij dit niet kan nagaan (bv. sommige aankopen op aangenomen factuur), tekent de budgethouder. 6. De te betalen facturen liggen ter inzage van de Raad tenzij de dringend te betalen facturen, welke steeds op de dienst financiën kunnen geconsulteerd worden overeenkomstig het huishoudelijk reglement. D. Adviezen - De preventieadviseur verstrekt advies overeenkomstig en in de gevallen in de wetgeving voorzien. - De budgethouder verleent voorafgaandelijk advies aan de Raad, behoudens voor personeelsdossiers, hij wordt hiertoe uitgenodigd door diegene die het punt agendeert (indien dit de budgethouder zelf niet is). Het advies wordt verleend binnen de 8 dagen (bij gebreke waaraan het wordt geacht gunstig te zijn) en in elk geval vóór de verzending van de stukken naar de raadsleden : - T.a.v. het lastenboek inzake procedures overheidsopdrachten door de Raad te beslissen en waarbij bestelling op afroep mogelijk is voor goederen of diensten die de budgethouder zal bestellen. - T.a.v. investeringsuitgaven die zullen toegerekend worden op het activiteitencentrum waarvoor de budgethouder instaat. E. Procedure Er wordt gebruik gemaakt van de aankoop- en bestelprocedures en van de procedure goedkeuring factuur en betaling. 123

Bijlage 1 Het begrip dagelijks bestuur bevat alle beheersdaden die geboekt worden op het exploitatiebudget of die in normale omstandigheden het ocmw niet jaaroverschrijdend binden en alle investeringen voor zover die in principe binnen hetzelfde boekjaar gerealiseerd of geleverd worden. In die zin beslist de Raad binnen het OCMW van Sint-Niklaas als dagelijks bestuur te beschouwen : 1. Investeringen : Geen : Alle investeringen zijn uitgesloten van het begrip dagelijks bestuur. Het bepalen van de wijze van gunnen, het vaststellen van de voorwaarden is bijgevolg voorbehouden aan de Raad. De uitvoering, gunning en toewijzing van de investeringen worden gedelegeerd naar het Vast bureau met uitzondering van de meerwerken mbt deze investeringen die de 10 procent van de oorspronkelijke toewijzing overschrijden (met een minimum van 2.500 euro), of meerwerken die in hun totaliteit 10 procent zullen overschrijden worden niet gedelegeerd. 2. Exploitatie: - tot en met 85.000 (de afroep binnen een raamcontract dat toegewezen werd voor een bedrag hoger dan 85.000 wordt wel gedelegeerd naar de secretaris en de ambtenaren- budgethouders) met uitzondering van de hierna beschreven gevoelige dossiers. De uitvoering, gunning en toewijzing worden gedelegeerd naar het Vast bureau, ook van de hiernavermelde gevoelige dossiers. - gevoelige dossiers : dit zijn onder meer: - alles met betrekking tot onderzoeksopdrachten - goedkeuren van een project dat niet voorzien is in de jaarplanning van het managementteam of in de beleidsnota. - beslissingen of projecten die afwijken van goedgekeurde beleidsdocumenten, inzonderheid de beleidsnota Bij gevoelige dossiers toetst de budgethouder af bij de voorzitter of er met betrekking tot de bestelaanvraag een principebeslissing nodig is, en neemt desgevallend het passend initiatief om de verdere procedure via de raad te voeren. 124

Belangrijk is dat de budgethouder de opportuniteit in de ruime zin aftoetst. Bemerkingen : - Voor gevoelige dossiers toetst de budgethouder af bij de voorzitter of met betrekking tot de bestelaanvraag een principebeslissing nodig is, en neemt desgevallend het passend initiatief om de verdere procedure via de raad te laten voeren (door het agenderen van de bestelaanvraag op de ontwerpagenda) en verder af te wikkelen. In uitvoering van art. 30 van het OCMW-decreet stelt de voorzitter de agenda van de raad vast. - het is evident dat bij beslissingen die voor de start van het dossier aan de raad worden voorgelegd, of bij beslissingen waarbij er overleg noodzakelijk is met vakbonden of stadsbestuur, de financiële consequenties in kaart worden gebracht op het moment dat de beslissing aan de raad wordt voorgelegd. - Ingevolge het voorgaande behoren meerwerken inzake investeringsuitgaven behoren tot de bevoegdheid van het Vast Bureau of de Raad. Hiervoor kan volgende beslissingsboom gebruikt worden : * belopen de méérwerken méér dan 50% van het oorspronkelijk toegewezen werk? Ja : nieuwe procedure te voeren via de Raad (tenzij overschrijding voorlopige hoeveelheden) omdat ook in het kader van de overheidsopdrachtenwetgeving geen onderhandelingsprocedure mogelijk is bij een overschrijding van + 50%. Neen : Het meerwerk kan door de Raad of het Vast Bureau toegestaan worden. *belopen de meerwerken, alle samen genomen, tot 50% van het oorspronkelijk toegewezen werk maar méér dan 10% hiervan? Ja : het meerwerk kan worden toegewezen door de Raad. Neen : het meerwerk kan worden toegewezen door het Vast Bureau. * De meerwerken belopen, alle samen genomen tot 10% van het oorspronkelijk toegewezen werk maar méér dan 2.500? Ja : het meerwerk kan worden toegewezen door het Vast Bureau. Neen : het meerwerk wordt geregulariseerd door het Vast Bureau naar aanleiding van de goedkeuring van de factuur (tenzij de wijziging beleidsmatig gevoelig is doordat er bv. Wordt afgeweken van expliciteit genomen opties). 125

Beleidsvelden per beleidsdomein OCMW Sint-Niklaas heeft twee beleidsdomeinen: Algemene financiering Maatschappelijk welzijn Het beleidsdomein Algemene financiering bevat volgende beleidsvelden, welke onderverdeeld worden in beleidsitems: 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus o 001000 0030 Financiële aangelegenheden o 003000 0040 Transacties in verband met de openbare schuld o 004000 0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel o 005000 Overige (110 01) o 005001 Parkingbeheer (110 02) o 005002 Ontwikkeling site Sinaai 0090 Overige algemene financiering o 009000 Het beleidsdomein Maatschappelijk welzijn bevat de volgende beleidsvelden en beleidsitems: 0100 Politieke organen o 010000 Politieke organen 7 (100 00) 0110 Secretariaat o 011000 Secretariaat 8 (100 06) 0111 Fiscale en financiële diensten o 011100 Fiscale en financiële diensten (100 04) 0112 Personeelsdienst en vorming o 011200 Overige o 011201 Personeelsbeheer (100 02) o 011202 Vorming o 011203 Sociale Dienst Personeel (100 03) 0114 Organisatiebeheersing o 011400 Organisatiebeheersing 9 (100 00) 0115 Welzijn op het werk o 011501 Preventie (100 09) 7 Voorzitter en raadsleden 8 Personeelskosten voor departementschef en secretaris 9 Stafmedewerker, personeels- en organisatiedeskundige 126

0119 Overige algemene diensten o 011900 Overige (135 05 100 00 10 ) o 011901 Communicatie (100 07) o 011902 ICT (135 07) o 011903 Aankoopdienst (100 01) o 011904 Centrale keuken (139 00) o 011905 Technische dienst (135 01) o 011906 Magazijn niet-voeding (135 02) o 011907 Logistiek (135 03) o 011908 Wagenpark (135 04) 0900 Sociale bijstand o 090000 Sociale bijstand (832) 0904 Activering van tewerkstelling o 090400 Activering van tewerkstelling overige o 090401 ESF projecten opleidingscentrum (832 06) o 090402 ESF projecten brugprojecten o 090403 Tewerkstelling artikel 60 o 090404 Werkervaringsprojecten (Wep+) (832 08) 0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid o 090900 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid o 090901 Energiefonds 0930 Sociale huisvesting o 093000 Sociale huisvesting overige o 093001 Transitwoningen (832 09) o 093002 Noodwoningen (832 03) 0943 Gezinshulp o 094300 Gezinshulp (844 01) 0946 Thuisbezorgde maaltijden o 094600 Thuisbezorgde maaltijden (844 02) 0947 Klusjesdienst o 094700 Klusjesdienst (844 03) 0948 Poetsdienst o 094800 Poetsdienst overige o 094801 Poetsdienst (844 04) o 094802 Gesubsidieerde poetsdienst o 094803 Poetsdienst met dienstencheques (844 06) o 094804 Klaverblad (844 08) 0949 Overige gezinshulp o 094900 Overige gezinshulp o 094901 t Punt (844 00) o 094902 Noodoproepsysteem (844 05) o 094903 Opleiding polyvalent verzorgende (844 07) 0950 Ouderenwoningen o 095001 Bejaardenwoningen deelgemeenten (924 00) o 095002 Sint-Rochus (924 01) 0951 Dienstencentra o 095101 Ondersteuning dienstencentra o 095102 DC De Wilg (8342) o 095103 DC Gerda o 095104 DC Belsele o 095105 DC Sinaai o 095106 DC Nieuwkerken 10 Bijvoorbeeld: verzekeringen 127

0952 Assistentiewoningen o 095201 Ondersteuning assistentiewoningen o 095202 De Goudbloem (922 00) o 095203 Priesteragie (922 01) 0953 Woon- en zorgcentra o 095301 Ondersteuning WZC (83410) o 095302 WZC De Spoele (83416) o 095303 WZC Ter Wilgen (83414) o 095304 WZC Lindehof (83411) o 095305 WZC Gerda (83419) o 095306 WZC De Plataan (83415) o 095307 WZC Populierenhof (83412) 0954 Dagzorgcentra o 095401 De Sprankel (8344) 0959 Overige verrichtingen betreffende ouderen o 095900 Overige verrichtingen betreffende ouderen o 095901 Uitwerking zorgstrategisch plan 128

Financiële vaste activa Voor een overzicht van de financiële vaste activa verwijzen we graag naar balansrubriek G. Financiële vaste activa (IV) (zie waarderingsregels). 129

Financiële schulden (schema TM2) 130

Schema TM2. De financiële schulden Financiële schulden ten laste van het bestuur 2014 2015 2016 2017 2018 2019 A. Financiële schulden op 1 januari 55.084.813,99 64.358.991,07 60.947.168,75 68.859.202,48 65.302.678,17 61.821.210,07 B. Nieuwe leningen 12.220.000,00 0,00 11.670.000,00 0,00 0,00 14.020.000,00 C. Periodieke aflossingen 2.445.822,92 2.911.822,32 3.257.966,27 3.056.524,31 2.981.468,10 3.213.662,52 D. Niet-periodieke aflossingen 500.000,00 500.000,00 500.000,00 500.000,00 500.000,00 500.000,00 E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 64.358.991,07 60.947.168,75 68.859.202,48 65.302.678,17 61.821.210,07 72.127.547,55 F. Intresten 1.799.427,10 1.876.677,33 2.091.788,86 2.031.464,51 1.963.985,78 1.975.580,53 G. Periodieke leningslasten (C+F) 4.245.250,02 4.788.499,65 5.349.755,13 5.087.988,82 4.945.453,88 5.189.243,05 Financiële schulden ten laste van derden 2014 2015 2016 2017 2018 2019 A. Financiële schulden op 1 januari 155.415,62 92.000,00 31.000,00 0,00 0,00 0,00 B. Nieuwe leningen C. Periodieke aflossingen 63.415,62 61.000,00 31.000,00 0,00 0,00 0,00 D. Niet-periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 92.000,00 31.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 F. Intresten 5.336,11 3.277,59 1.111,77 0,00 0,00 0,00 G. Periodieke leningslasten (C+F) 68.751,73 64.277,59 32.111,77 0,00 0,00 0,00 131

Motivering berekening gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar 132

31/12/2012 Budget 2013 Mutatie Liquide middelen Geldbeleggingen Vorderingen op korte termijn 473.932,79 6.873.789,09 9.907.125,69 400-407 Werkingsvorderingen 8.150.689,82 4101 Vervallen vorderingen wegens subsidies onder de vorm van een lening 4.240,87 411-415 Overige vorderingen 1.748.434,26 418 Borgtochten betaald in contanten 3.760,74 499 Wachtrekeningen actief Schulden op korte termijn 10.964.460,26 43 Financiële schulden 112.467,28 44 Werkings- en handelsschulden 9.694.582,19 45 Belastingen, bezoldigingen, sociale lasten (zonder voorziening vakantiegeld) 921.245,48 460 Ontvangen voorschotten 488 Borgtochten ontvangen in contanten 149,96 489 Andere diverse schulden 499 Wachtrekeningen passief 236.015,35 Gecumuleerde GBWA wordt NIET verrekend in budget 0,00 Kasstroom uit werking en aflossingen in budget 2011 Berekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen in het budget (Schema 7-Tabel 2 C) Toegekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen (Schema 7-Tabel 2 C+D) Kasstroom uit investeringen en desinvesteringen in budget 2011 Investeringen (-) Desinvesteringen Kasstroom uit financiering in budget 2011 Nieuwe leningen Kapitaalsubsidies andere dan van de gemeente Bijdrage van de gemeente in investeringen 0,00 8.749.778,00 8.749.778,00-10.023.025,58-11.000.000,00 976.974,42 11.339.903,06 11.165.953,06 0,00 173.950,00 Niet vervallen gedeelte van vorderingen op meer dan één jaar * 31/12/2012 31/12/2013-10.000,00 290 Werkingsvorderingen 30.000,00 20.000,00-10.000,00 291 Overige vorderingen 0,00 0,00 0,00 292 Vorderingen wegens subsidies 0,00 0,00 0,00 4100 Vorderingen wegens subsidies 0,00 0,00 0,00 * inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn 4100 Niet vervallen gedeelte van de schulden op meer dan één jaar * 31/12/2012 31/12/2013 0,00 175 Werkings- en handelsschulden 0,00 176 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 0,00 177 Tijdelijk werkkapitaal en ontvangen vooruitbetalingen op investeringssubsidies 0,00 0,00 178 Borgtochten ontvangen in contanten 0,00 179 Overige schulden 0,00 425 Werkingsschulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar 0,00 426 Ontvangen vooruitbetalingen die vervallen binnen het jaar 0,00 428 Borgtochten ontvangen in contacten die vervallen binnen het jaar 0,00 429 Overige schulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar 0,00 * inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn 425-429 Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig jaar (2011) 7.617.264,79 133

Geraamd budgettair resultaat per 1 januari 2014 Uit de berekeningsmodule Q&A blijkt een geraamd budgettair resultaat van 7.617.264,79 na correctie van dit schema voor: * het jaartal (dit schema werd opgemaakt voor de starters van 2012) * het tijdelijk werkkapitaal dat pas in 2013 werd voorzien bij budgetwijziging vanuit het geraamd budgettair resultaat (geeft anders een dubbeltelling) * de geraamde vorderingen wegens subsidies (die een inkomende kasstroom zijn voor het budget 2014 en anders ook een dubbeltelling zouden vormen). Vermits *de kasstroom uit de investeringen en desinvesteringen werd opgemaakt vanuit de veronderstelling dat alle investeringsfacturen betaald zullen zijn per einde jaar, alle desinvesteringen geïnd per einde jaar en alle daartoe voorziene leningen opgenomen zijn per einde jaar * in het budget 2014 ingeschat wordt dat 1.910.000 leningen pas opgenomen worden in 2014 voor Lindehof en Priesteragie (omdat de budgetten niet overgedragen worden naar BBC en om tegen geen kredietbeperkingen aan te lopen), hoewel een deel daarvan reeds als kredietopening zal aangesneden zijn * eigen middelen voorzien zijn in het budget 2014 onder meer voor de Plataan die echter als voorfinanciering voor andere investeringsfacturen zijn gebruikt en waarvan het bedrag per einde 2012 niet meer exact kon worden achterhaald, tenzij bij benadering (300 à 400.000 ). Heden is dit 380.521,32 ) * we werken met een afgescheiden thesaurie voor investeringen en met afgescheiden 4- rekeningen voor te betalen en te ontvangen investeringsfacturen waardoor we kunnen bewaken dat er geen middelen bestemd voor de werking gebruikt worden voor investeringen en waardoor we een zicht hebben op de beschikbare middelen voor investeringen * de rente op de bestemde middelen nog dient overgeboekt te worden * het beschikbaar voor investeringen samen met het werkkapitaal gevormd uit buffers opgebouwd via niet-kasverrichtingen en de bestemde middelen evengoed tot het bedrag van het gecumuleerde budgettair resultaat zou moeten leiden. Stellen we voor terug te vallen op dit laatste en lagere (en dus voorzichtiger) cijfer, namelijk: 7.124.694,89 werkkapitaal + 83.586,99 bestemde gelden = 7.208.281,88 of 408.983 lager (en dus in de orde grootte van het mogelijk bedrag voorgefinancierde facturen), verminderd met 1.910.000 leningen voorzien om pas 2014 op te nemen. Per saldo vertrekken we bijgevolg van 5.298.281,88. Na opmaak van de rekening wordt dit geraamd resultaat vervangen door het reële. Luc Vermeiren Financieel beheerder 6 november 2013 134

Waarderingsregels 135

De inventaris en waarderingsregels De wettelijke basis voor de inventaris en waarderingsregels is tot 31 december 2013 terug te vinden in het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 ( Titel III. Boekhouding en jaarrekening ) betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn: De inventaris wordt opgesteld overeenkomstig het rekeningstelsel. De rekeningen worden in overeenstemming gebracht met de gegevens van de inventaris. De waarderingsregels die het centrum toepast, worden door de Raad vastgesteld. Zij worden samengevat weergegeven in de jaarrekening. De waarderingsregels moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw. Ze mogen niet afhangen van het resultaat van het boekjaar. Elk bestanddeel van het vermogen wordt afzonderlijk gewaardeerd. Een gedetailleerde omschrijving van de inhoud van de verschillende balansrubrieken is terug te vinden in de bijlage bij het Ministerieel Besluit van 24 maart 1999 ( Deel 4 Omschrijving van de rubrieken ). Vanaf 1 januari 2014 is voor het OCMW van Sint-Niklaas de BBC van toepassing en dient verwezen naar de artikelen 140 tot 188 van het BBC-besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd op 23 november 2012. De algemene principes zijn opgenomen in artikel 140 tot 148 en luiden als volgt: Art. 140. 1. de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt, met naleving van de bepalingen van dit besluit, de regels die gelden voor: 1 de waardering van de inventaris van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van het bestuur van welke aard ook; 2 de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten; 3 de herwaarderingen. In de toelichting bij de jaarrekening worden die waarderingsregels zo samengevat dat een voldoende nauwkeurig inzicht wordt verkregen in de toegepaste waarderingsmethoden. 2. Bij de vaststelling en toepassing van de waarderingsregels wordt ervan uitgegaan dat het bestuur zijn activiteiten zal voortzetten. Als dat voor bepaalde activiteiten niet het geval is, worden de waarderingsregels dienovereenkomstig aangepast en geldt in het bijzonder het volgende: 1 voor de vlottende en de vaste activa wordt zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen overgegaan om de boekhoudkundige waarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde; 2 een voorziening wordt gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden, in het bijzonder voor de vergoedingen die uitgekeerd moeten worden aan het personeel. Art. 141. De waarderingsregels, vermeld in artikel 140, 1, eerste lid, zijn van het ene financiële boekjaar op het andere identiek en worden stelselmatig toegepast. In afwijking van het eerste lid worden ze gewijzigd als, onder meer op grond van belangrijke veranderingen in de activiteiten van het bestuur, de vroeger gevolgde waarderingsregels niet langer zorgen voor een waar en getrouw beeld. Een wijziging, als vermeld in het tweede lid, wordt in de toelichting bij de jaarrekening vermeld en verantwoord. 136

De geraamde invloed van de wijziging, vermeld in het tweede lid, op het vermogen, op de financiële toestand en op de staat van opbrengsten en kosten wordt vermeld in de toelichting bij de jaarrekening over het financiële boekjaar waarin de afwijkende waarderingsregel voor het eerst wordt toegepast. Art. 142. Elk bestanddeel van het vermogen wordt afzonderlijk gewaardeerd. Art. 143. Bij de waardering wordt rekening gehouden met alle voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen die ontstaan zijn tijdens het financiële boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs als die risico's, verliezen of ontwaardingen alleen bekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop het ontwerp van de jaarrekening wordt vastgesteld. In de gevallen waarin, bij gebrek aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico's, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting bij de jaarrekening, als de bedragen in kwestie belangrijk zijn, rekening houdend met het ware en getrouwe beeld. Art. 144. Schattingswijzigingen zijn aanpassingen van de boekhoudkundige waarde van een actief of van een verplichting, of van het bedrag van het periodieke gebruik of verbruik van een actief, die voortvloeien uit de beoordeling van de balans en de verwachte toekomstige voordelen en verplichtingen. Schattingswijzigingen worden verwerkt in de periode waarin de wijziging zich voordoet en in de daaropvolgende perioden. Art. 145. Gebeurtenissen na balansdatum zijn gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening voor vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. Gebeurtenissen na balansdatum die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op de balansdatum, worden verwerkt in de jaarrekening en worden opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening. Gebeurtenissen na balansdatum die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie op de balansdatum, worden niet verwerkt in de jaarrekening. Art. 146. De kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het financiële boekjaar of op voorgaande boekjaren, worden verwerkt in het financiële boekjaar, ongeacht de dag waarop die kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd. Ten laste van het financiële boekjaar worden in het bijzonder de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen geboekt die in de loop van een volgend financieel boekjaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het financiële boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht. Als de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander financieel boekjaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting bij de jaarrekening. Art. 147. Ontvangsten en uitgaven uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de contante wisselkoers op de datum van de transactie. Art. 148. Met behoud van de toepassing van artikel 140, 2, artikel 155, artikel 158 tot en met 161, artikel 168, 183 en 184 wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen, na aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen. 137

Aangezien de regelgeving een zekere vrijheid toelaat, wordt hieronder een overzicht gegevens van de waarderingsregels gehanteerd voor het opstellen van de beginbalans. Hierbij werden volgende standpunten ingenomen: de vastgelegde waarderingsregels beantwoorden aan de principes van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw; de waarderingsregels gaan uit van continuïteit ( going-concern ); er werd in de NOB geen gebruik gemaakt van de mogelijk om af te wijken van het wettelijk principe dat bepaalt dat bedragen lager dan 2.500 niet in aanmerking komen voor boeking op het actief en dus behoren tot de werkingskosten van het boekjaar. De voorwaarde om een bedrag al dan niet op te nemen in de inventaris is na te gaan of deze aankoop al dan niet deel uitmaakt van een investeringsproject. Deze grens wordt verder gehanteerd in BBC. Dit is het geval indien volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn: ze worden niet ten laste genomen gedurende het boekjaar waarin ze besteed worden; er bestaat een investeringsbudget voor; er bestaat een nuttigheid voor meer dan één jaar. er werd in de NOB gebruik gemaakt van de mogelijkheid om van de afschrijvingspercentages af te wijken indien het getrouw beeld dit vereist, met dien verstande dat de afschrijvingsperiode nooit langer kan zijn. In BBC geldt het volgende: Art. 169. Afschrijvingen zijn de bedragen die ten laste genomen zijn van de staat van opbrengsten en kosten, met betrekking tot de materiële en immateriële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is, om het bedrag van de eventueel geherwaardeerde aanschaffingskosten van die vaste activa te spreiden over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur, of om die kosten ten laste te nemen op het ogenblik waarop ze worden aangegaan. Vermits de afschrijvingsregels in NOB vanuit dit princiepe werden opgesteld, worden die waarderingsregels in BBC overgenomen. de fysische inventaris en de aankoopfacturen werden in NOB vergeleken: - indien het roerend goed fysisch niet teruggevonden wordt en de waarde is minder dan 2.500, dan wordt dit goed niet opgenomen in de inventaris - indien het roerend goed fysisch niet teruggevonden wordt en de waarde is meer dan 2.500, dan wordt overleg gepleegd met het diensthoofd i.v.m. mogelijke buitengebruikstelling De in die zin opgestelde beginbalans, aangevuld met de sedertdien gedane verwervingen en buitengebruikstellingen en desinvesteringen, wordt als basis genomen voor de beginbalans in BBC. Op de beginbalans staan de activabestanddelen opgenomen voor hun aanschaffingswaarde (aanschaffingsprijs, vervaardigingsprijs of inbrengwaarde) zoals geboekt in NOB en geherwaardeerd per 1/1/2014 voor de gronden die niet behoren tot de bedrijfmatig gebruikte noch tot de gemeenschapsgoederen, verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen. 138

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende rubrieken, opgenomen in de balans: A. Oprichtingskosten (I) Omschrijving : Kosten in verband met de oprichting, de verdere ontwikkeling of de herstructurering; Waardering: Aanschaffingswaarde Boekhoudkundig: Afschrijving over max. 5 jaar; geen herwaardering Concrete toepassing : Masterplan en andere uitgaven waarvoor een lening werd aangegaan B. Immateriële vaste activa (II): Omschrijving: Kosten van onderzoek en ontwikkeling, concessies, goodwill, Waardering: Aanschaffingswaarde Boekhoudkundig: Afschrijving over max. 5 jaar; geen herwaardering Concrete toepassing: Zie boven C. Materiële vaste activa: Terreinen en gebouwen (III A) Omschrijving: De bebouwde en onbebouwde terreinen en bossen, de constructies daarop en de inrichting daarvan, waarvan het OCMW eigenaar is en die duurzaam zijn aangewend voor de activiteit; Waardering: Aanschaffingswaarde of schattingswaarde ( = exploitatiewaarde) op basis beginbalans NOB die op haar beurt is gebaseerd op de studie van Job-Bottequin of verkopen, wegenis aan 25 (op basis van kostprijs parking Plataan) voor zover niet in totale kostprijs van nabijgelegen gebouw inbegrepen. Voor ongebouwde terreinen hanteren we de volgende eenheidsprijzen : zone openbaar nut woongebied Sint-Niklaas bebouwd woongebied Sint-Niklaas ongebouwd woongebied buiten Sint-Niklaas woongebied buiten Sint-Niklaas ongebouwd 50 / m2 62.5 / m2 125 / m2 50 / m2 139

aan uitgeruste weg woonuitbreidingsgebied landbouwzone, natuurgebied, bosgebied, 100 / m2 12.5 / m2 recreatiegebied, groengebied 1,5 / m (indien niet verpacht) 1,74 / woonpark 50 / m2 bouwland + cijnsgronden Nederland 1.58 / m2 voor de niet-bedrijfsmatig gebruikte goederen en de goederen die geen gemeenschapsgoederen zijn (omdat die in aanmerking komen om te worden verkocht), wordt in de beginbalans 2014 BBC een herwaardering toegepast op basis van volgende maatstaven, per m2: o o o o o woongebied uitgerust: 200 (op basis verkopen Elversele tussen 194 en 267 /m2) woongebied niet-uitgerust (Sinaai) :75 /m2 (op basis waardering gronden Wase Werkplaats) woonuitbreidingsgebied niet-uitgerust 50 /m2 (info Not. Tack) landbouwzone niet verpacht: 6 (7.5 schattingsverslag grond Heimolen). landbouwzone verpacht :3.5 (3.85 meest recente verkoop, Elversele) Boekhoudkundig: Afschrijving over 33 jaar voor gebouwen; herwaardering indien nuttige waarde duurzaam boven boekwaarde ligt. D. Materiële vaste activa: Installaties, machines en uitrusting (III B & C) Meubilair en rollend materieel Omschrijving: Meubilair, rollend materieel, medisch en niet-medisch materieel, medische en niet-medische installaties, computeruitrusting, Waardering: Aanschaffingswaarde Boekhoudkundig: Afschrijving voor meubilair, niet-medisch installaties, machines en uitrusting: 10 jaar; afschrijving voor rollend materieel, medische installaties, machines en uitrusting, bureaumachines: 5 jaar, computeruitrusting : 3 jaar; herwaardering indien nuttige waarde duurzaam boven boekwaarde ligt Telefonie: 5 jaar E. Materiële vaste activa: Leasing en soortgelijke rechten (III D) Omschrijving: De gebruiksrechten op lange termijn ingevolge erfpacht, opstal, leasing of soortgelijke rechten 140

Waardering: Goederen in leasing worden gewaardeerd tegen kapitaalwaarde van het betreffende goed (wedersamenstelling van de kapitaalwaarde volgens het aantal stortingen). Boekhoudkundig: Zelfde afschrijvingspercentage als voor gelijkaardige goederen gebruikt voor de exploitatie F. Materiële vaste activa: Overige materiële vaste activa (III E) Omschrijving: De onroerende goederen die worden aangehouden als onroerende reserve, de woongebouwen, de buiten gebruik of buiten exploitatie gestelde materiële vaste activa, en de in roerende en onroerende goederen die in erfpacht, opstal of huur werden gegeven. Waardering: Aanschaffingswaarde of schattingswaarde (zie pt. C) Boekhoudkundig: Zelfde afschrijvingspercentage als voor gelijkaardige goederen gebruikt voor de exploitatie G. Financiële vaste activa (IV) Omschrijving: De belangen in rechtspersonen, vorderingen en obligaties en betaalde borgtochten in contanten Waardering: Aanschaffingswaarde of nominale waarde, voor de deelnemingen te waarderen op 1 symbolisch voor V.Z.W. Den Azalee (statuten voorzien overdracht nettoactief aan een kringloopcentrum) en A.Z. Waasland (boekhoudkundig is het ziekenhuis in elk geval afzonderlijk te houden van het O.C.M.W., zelfs indien het O.C.M.W. het ziekenhuis zou exploiteren). Voor AZ Nikolaas werd de nominale waarde van de inbreng overeenkomstig de bijlagen bij de statuten geboekt. Boekhoudkundig: De waardering aan aanschaffingsprijs; herwaardering indien nuttige waarde duurzaam boven boekwaarde ligt Practische toepassing Alle deelnemingen van OCMW Sint-Niklaas in V.Z.W. of vereniging Hoofdstuk XII, geldbeleggingen op lange termijn en borgtochten 141

H. Voorraden (VI) Omschrijving: De grond- en hulpstoffen, gereed product en de voor verkoop bestemde gebouwen Waardering: De toe te passen voorraadwaarderingsmethode is FIFO; goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd aan vervaardigingsprijs Boekhoudkundig: De waardering aan aanschaffingsprijs of marktwaarde indien deze lager ligt Practische toepassing: Enkel de magazijnen waarvoor momenteel voorraadbeheer bestaat I. Pensioenen/ voorzieningen De uit te betalen pensioenen worden eveneens toegerekend op de gemeentelijke bijdrage. De voorzieningen vanuit de bestaande fondsen (rekeningen 1600 in NOB) evenals de voorziening te betalen vakantiegeld (rekningen 456 in NOB) worden met ingang van boekjaar 2013 geboekt niet als schuld maar als niet door de stad gefinancierde voorziening. II. Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen voor hun nominale waarde. Op de vorderingen worden met ingang van boekjaar 2013 geen waardeverminderingen toegepast. (rekeningen 407 /409 in NOB) De regels omtrent waardeverminderingen worden vanaf boekjaar 2014 opnieuw opgenomen na een grondige analyse van het te boeken bedrag en rekening gehouden met de subsidies die hierop werden verstrekt in de mate waarin er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de inbaarheid hiervan of als hun realisatiewaarde op datum van de jaarafsluiting lager is dan de boekwaarde. Het boeken van waardeverminderingen wordt met ingang van de goedkeuring van deze waarderingsregels in NOBgeschrapt en wordt met ingang van 1 januari 2014 opnieuw opgenomen in de waarderingsregels BBC, met dien verstande dat de vanaf dan geboekte waardeverminderingen of terugnames niet in aanmerking komen voor de berekening van de autofinancieringsmarge. De overschotten op de rekeningen NOB (rekening 13 in NOB) worden geboekt als tijdelijk werkkapitaal op rekening 174 en voor 500.000 per jaar over de periode 2014 tot 2014 overgeboekt naar de korte termijn om terug te betalen aan de stad aan dit ritme in die jaren. 142

III. bestemde gelden. In BBC kunnen gelden bestemd worden voor bepaalde toekomstige uitgaven. Deze middelen worden dan ook opzij gezet voor die uitgaven en worden niet getoond als beschikbaar voor het geheel van de uitgaven. In het geval van OCMW Sint-Niklaas gaat het op heden over de jaarlijkse storting van de subsidies serviceflats, inclusief de hierop verworven rente. Deze subsidie wordt verstrket door de Vlaamse gemeenschap om bij het einde van de canon en het opstalrecht, binnen 30 jaar, de investering terug te betalen aan Serviceflats Invest NV. Het ocmw heeft ook een belegging in Olo s vervaldag 28/3/2028 voor 1.120.000 ter dekking van de laatste tranche van de leningen Spoele en Lindehof waarvoor dat jaar geen gebruikstoelage meer zal gestort worden. Dit bedrag werd aangelegd met een deel van de eerste tranche van de gebruikstoelage op een ogenblik dat de overeenstemmende leningen nog niet waren aangegaan. 143

Verplichte vermelding van laatste inschrijving in budgettaire dagboeken Journaal 6697 144

Omzetting gecumuleerd resultaat NOB naar gecumuleerd resultaat BBC 145

BIJZONDER COMITE FINANCIËN EN INTERNE ORGANISATIE VAN 12 SEPTEMBER 2013 Referte : FIN/LV/definitief/4 september 2013 Agendapunt : Wijziging waarderingsregels - advies Toelichting agendapunt : In het kader van de NOB (Nieuwe OCMW-beleidsinstrumenten) beschikt het OCMW van Sint-Niklaas reeds over waarderingsregels, dit in tegenstelling tot de gemeentebesturen die een bij besluit opgelegde waardering toepassen (zie bijlage 2). Deze waarderingsregels zullen echter moeten worden aangepast in functie van de Beleids en Beheerscyclus. Een eerste aanpassing is nodig om vóór de inwerkingtreding van de BBC ervoor te zorgen dat stad en OCMW nà 1 januari 2014 dezelfde regelgeving zouden toepassen op een verschillende uitgangssituatie. Dit is onder meer nodig om ervoor te zorgen dat de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW niet vertekend wordt door in het verleden aan het OCMW toegestane middelen die in de BBC niet meer worden meegerekend. Méér bepaald wordt in de BBC geen rekening gehouden met o o o niet-kastransacties en met een ander transactiemoment, maar wel met bestemde gelden. Onderdeel per onderdeel gaat het om volgende mogelijkheden die dienen benut te worden: - Bestemde gelden zijn gelden die bestemd zijn voor bepaalde toekomstige uitgaven. Deze middelen worden dan ook opzij gezet voor die uitgaven en worden niet getoond als beschikbaar (voor het geheel van de uitgaven). Zoals uit punt 6 van het verslag van de werkgroep centrumsteden (zie bijlage 1) blijkt, komt vakantiegeld hiervoor niet in aanmerking omdat het gebruik van bestemde gelden voor exploitatie toch het financieel evenwicht negatief beïnvloedt. Het effect is dus niet dat de gemeentelijke bijdrage kan dalen wanneer die gelden worden aangesproken waardoor de gemeente twee maal zou dienen te financieren. 146

Voor ons OCMW komt alleen als bestemd geld in aanmerking: * de jaarlijkse storting voor de belegging van de subsidies serviceflats, inclusief de hierop verworven rente. Deze subsidie wordt verstrekt door de Vlaamse Gemeenschap om bij het einde van de canon, binnen 30 jaar, de investering terug te betalen aan Service-flats Invest. De middelen door de stad verstrekt vanuit het zilverfonds voor de bouw van woon-zorgcentra komen niet in aanmerking om als bestemd geld te worden getoond. Dit zou slechts nodig zijn geweest voor zover de hiertegenover staande uitgaven niet zouden zijn voorzien in het meerjarenplan. Vermits deze middelen maar voorzien worden in budget en meerjarenplan voor het jaar dat er uitgaven in die zin worden voorzien, doet deze situatie zich echter niet voor. - Het transactiemoment is het ogenblik waarop een kost toegerekend wordt op het budget van een bepaald jaar. Voor vakantiegeld is dit in BBC (maar ook in de huidige gemeenteboekhouding) het ogenblik van betaling en niet meer zoals in de NOB, het ogenblik waarop de schuld ten aanzien van de medewerker ontstaat, namelijk in het jaar waarin de arbeid gepresteerd wordt. Voor contractuelen wordt het enkel en het dubbel vakantiegeld en voor statutairen het dubbel vakantiegeld, pas het jaar nadien uitbetaald (tenzij bij uitdiensttreding). Prakisch gevolg is dat in het OCMW het vakantiegeld dat in 2013 wordt opgebouwd maar pas het volgend jaar wordt uitbetaald, in de kosten, het budget en de gemeentelijke bijdrage van 2013 zit terwijl in BBC in 2014 de uitbetaling eveneens als kost zal dienen geboekt en op het budget en de gemeentelijke bijdrage 2014 zal wegen. Hieromtrent is het dus nodig om een oplossing te bekomen die tevens rekening houdt met dit onbedoelde effect op de stadsfinanciën (zie punt 13 verslag centrumsteden in bijlage 1). Om te vermijden dat we tweemaal geld aan de stad moeten vragen voor hetzelfde en om op gelijke voet te komen met de stad (die deze kost wel in 2013 nam), stellen we voor de waarderingsregels te wijzigen in die zin dat de voorziening vakantiegeld in NOB niet geboekt wordt als schuld maar als voorziening en dat deze voorziening niet gefinancierd wordt door de stad. Praktisch gevolg: in de rekening 2013 zal niet alleen geen schuld voor vakantiegeld meer opgenomen worden, maar zal bovendien de bestaande schuld afgeboekt worden en als overschot op de rekening verschijnen. Dit overschot draagt dan bij tot het overschot 2013 en kan aanleiding geven tot een verlaging van de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie. Hiertegenover kan de gemeentelijke bijdrage in werkkapitaal of in investeringen worden verhoogd. Het gaat concreet over 2.326.496,82 geboekt op de rekeningen 456 - In de BBC wordt geen rekening gehouden met niet-kastransacties. Hierdoor wordt het gebruik van een voorziening voor risico en kosten, net zoals het uitbetalen 147

van het vakantiegeld, tweemaal aangerekend aan de stad als uitgave en zou dit aanleiding geven tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage. De onttrekking aan die voorziening, zowel in BBC als in NOB een min-kost, wordt in BBC in tegenstelling tot in de NOB, niet meegerekend voor de berekening van het resultaat, het financieel evenwicht en de autofinancieringsmarge. Vermits die laatste niet negatief mag zijn over de legislatuur heen- moet de gemeente bijpassen wat reeds eerder was voorzien en gefinancierd. Daarom het voorstel de heden gefinancierde voorzieningen om te zetten in nietgefinancierde en dit zo te verwerken in de waarderingsregels. Zo komen ook die middelen vrij voor overleg met het stadbestuur en kan dit aanleiding geven tot een verlaging van de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie. Hiertegenover kan de gemeentelijke bijdrage in werkkapitaal of in investeringen verhoogd worden. Het gaat concreet over 3.160.970,49 geboekt op de rekeningen 1600... - Eenzelfde redenering geldt voor de bedragen geboekt als waardevermindering op vorderingen. Het terugnemen van die bedragen wordt niet gerekend als een minderuitgave en dus niet in mindering gebracht van de gemeentelijke bijdrage, hoewel de waardevermindering wel was gefinancierd via de gemeentelijke bijdrage. Voorstel: in de waarderingsregels het boeken van waardeverminderingen in NOB schrappen en dit weer opnemen in de waarderingsregels BBC. Tevens kan de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie worden verlaagd. Hiertegenover kan de gemeentelijke bijdrage in werkkapitaal of in investeringen worden verhoogd. Het gaat concreet over 510.265,15 geboekt op de rekeningen 407 /409 Tenslotte is er het overschot op de gemeentelijk bijdrage 2012 ten bedrage van 1.126.962.43, geboekt op de rekening 13 dat in BBC zowel als schuld kan worden geboekt of als verworven door het OCMW (zie bijlage 3 van site BBC). Hetzelfde geldt voor het nog niet bekende overschot van 2013. Overschotten in BBC zijn niet berekenbaar en bijgevolg niet meer voor verrekening met de gemeente vatbaar. Door daar in NOB ruimte voor te creëren kunnen we met die gelden flexibel omgaan in overleg met de gemeente en rekening houdend met de mogelijkheden van de thesaurie en de noden binnen het investeringsbudget, zonder de autofinancieringsmarge in het gedrang te brengen. Een verlaging van het werkkapitaal heeft hierop immers geen invloed. Het voorstel is om in de waarderingsregels in te lassen dat overschotten in NOB op rekening 174... geboekt worden als werkkapitaal. 148

Alles samen kan er bijgevolg een bedrag van 2.326.496,82 + 3.160.970,49 + 510.265,15 + 1.126.962.43 = 7.124.694,89 in mindering worden gebracht van de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie. Hiertegenover kan de gemeentelijke bijdrage in werkkapitaal voor éénzelfde bedrag verhoogd worden. Daarnaast is er een nog onbekend bedrag overschot 2013 te boeken als werkkapitaal. Als gevolg van deze herschikkingen kunnen afspraken gemaakt worden met de stad over een verdere bestemming, zonder effect op de autofinancieringsmarge. Luc Vermeiren Financieel beheerder 4 september 2013 149

Voorstelling meerjarenplan volgens NOB (geconsolideerd) 150

Omschrijving Budget 2014 Budget 2015 Budget 2016 Budget 2017 Budget 2018 Budget 2019 6 kosten 58.454.400,83 60.365.907,66 61.994.235,07 63.179.432,68 64.505.078,00 65.981.442,35 60 verbruikte goederen 13.481.803,76 13.841.439,84 14.118.268,63 14.400.634,00 14.688.646,68 14.982.419,62 600 voeding en kleine benodigdheden 1.665.800,00 1.699.116,00 1.733.098,32 1.767.760,29 1.803.115,49 1.839.177,80 601 medisch/paramedisch 261.500,00 266.730,00 272.064,60 277.505,89 283.056,01 288.717,13 602 aankopen diverse 171.050,00 174.471,00 177.960,42 181.519,63 185.150,02 188.853,02 603 onderhoudsproducten 9.000,00 9.180,00 9.363,60 9.550,87 9.741,89 9.936,73 604 handelsgoederen 532.000,00 542.640,00 553.492,80 564.562,66 575.853,91 587.370,99 605 energie/brandstoffen 906.050,00 924.171,00 942.654,42 961.507,51 980.737,66 1.000.352,41 608 specifieke uitgaven sociale dienst 9.936.403,76 10.225.131,84 10.429.634,47 10.638.227,16 10.850.991,70 11.068.011,54 6080 leefloon 4.804.022,75 4.900.103,21 4.998.105,27 5.098.067,37 5.200.028,72 5.304.029,30 6081 steun in specien 3.462.835,20 3.532.091,90 3.602.733,74 3.674.788,42 3.748.284,19 3.823.249,87 6082 steun in natura 773.500,00 788.970,00 804.749,40 820.844,39 837.261,28 854.006,50 6083 overdrachten 896.045,81 1.003.966,73 1.024.046,06 1.044.526,98 1.065.417,52 1.086.725,87 61 diensten en leveringen 3.450.486,46 3.394.546,19 3.427.474,11 3.496.047,60 3.565.979,55 3.677.297,14 610 huur 35.300,00 11.006,00 11.226,12 11.450,64 11.679,66 11.913,25 611 externe diensten 1.288.370,65 1.314.138,06 1.340.420,82 1.367.229,24 1.394.573,83 1.422.465,30 612 algemene kosten 330.610,00 337.222,20 343.966,64 350.845,98 357.862,90 365.020,15 613 onderhoud 732.550,00 747.201,00 762.145,02 777.387,92 792.935,68 808.794,39 614 verzekeringen 88.750,00 90.525,00 92.335,50 94.182,21 96.065,85 97.987,17 615 administratie 414.428,00 422.766,56 431.258,89 439.908,07 448.717,23 457.689,58 616 vergoedingen 478.557,81 388.128,97 360.891,55 368.109,38 375.471,56 422.981,00 619 andere diensten en leveringen 81.920,00 83.558,40 85.229,57 86.934,16 88.672,84 90.446,30 62 bezoldigingen 39.748.884,94 41.282.705,49 42.383.933,90 43.275.057,40 44.305.483,21 45.360.218,72 64 andere werkingskosten 44.650,00 45.543,00 46.453,86 47.382,94 48.330,60 49.297,21 65 financiele kosten 1.728.375,67 1.801.473,15 2.017.903,56 1.960.108,75 1.896.434,96 1.912.005,66 66 uitzonderlijke kosten 200,00 200,00 201,00 202,00 203,00 204,00 151

Omschrijving Budget 2014 Budget 2015 Budget 2016 Budget 2017 Budget 2018 Budget 2019 7 opbrengsten 43.260.943,79 44.302.008,97 45.433.587,35 46.380.510,64 47.364.752,41 48.590.104,12 70 werkingsopbrengsten 22.667.938,44 23.294.849,32 24.021.213,82 24.554.224,10 25.099.209,23 25.876.232,06 700 prestaties 10.678.520,00 10.899.090,40 11.326.236,30 11.552.761,03 11.783.816,25 12.239.283,05 rusthuizen 8.958.270,00 9.144.435,40 9.536.488,20 9.727.217,97 9.921.762,33 10.339.988,04 andere 1.720.250,00 1.754.655,00 1.789.748,10 1.825.543,06 1.862.053,92 1.899.295,00 701 supplementen 204.800,00 208.896,00 213.073,92 217.335,40 221.682,11 226.115,75 702 ziekenfondsen/bovennormpersoneel 9.910.422,70 10.260.683,27 10.517.200,35 10.780.130,36 11.049.633,62 11.325.874,46 703 diverse diensten 723.609,70 738.081,89 752.843,53 767.900,40 783.258,41 798.923,58 704 opbrengsten medische kosten 241.000,00 245.820,00 250.736,40 255.751,13 260.866,15 266.083,47 705 andere opbrengsten 63.150,00 64.413,00 65.701,26 67.015,29 68.355,59 69.722,70 706 opbrengsten uit verhuring 175.601,62 193.613,65 197.485,93 201.435,64 205.464,36 209.573,64 708 recuperatie sociale bijstand 413.200,00 421.464,00 429.893,28 438.491,15 447.260,97 456.206,19 7080 leefloon 50.300,00 51.306,00 52.332,12 53.378,76 54.446,34 55.535,26 7081 steun 123.500,00 125.970,00 128.489,40 131.059,19 133.680,37 136.353,98 7082 steun in natura 232.400,00 237.048,00 241.788,96 246.624,74 251.557,23 256.588,38 7083 andere 7.000,00 7.140,00 7.282,80 7.428,46 7.577,03 7.728,57 709 andere werkingsopbrengsten (incl.azw) 257.634,42 262.787,11 268.042,85 273.403,71 278.871,78 284.449,22 74 andere werkingsopbrengsten 20.548.085,43 20.961.239,73 21.382.912,57 21.813.284,54 22.252.540,18 22.700.868,06 740 werkingssubsidies 3.710.832,55 3.809.169,61 3.910.112,61 4.013.730,59 4.120.094,45 4.229.276,96 741/3 recuperaties schadevergoedingen 144.900,00 147.798,00 150.753,96 153.769,04 156.844,42 159.981,31 744 overige opbrengsten 242.523,77 247.374,25 252.321,73 257.368,16 262.515,53 267.765,84 746 dotaties 340.000,00 346.800,00 353.736,00 360.810,72 368.026,93 375.387,47 747 tewerkstellingssubsidies 8.771.128,91 8.924.623,67 9.080.804,58 9.239.718,66 9.401.413,74 9.565.938,48 748 subsidies sociale bijstand 7.338.700,20 7.485.474,20 7.635.183,69 7.787.887,36 7.943.645,11 8.102.518,01 75 financiele opbrengsten 42.919,92 42.919,92 26.459,96 10.000,00 10.000,00 10.000,00 76 uitzonderlijke opbrengsten 2.000,00 3.000,00 3.001,00 3.002,00 3.003,00 3.004,00 RESULTAAT 6 tekort gebudgetteerde kosten/opbrengsten 15.193.457,04 16.063.898,69 16.560.647,72 16.798.922,04 17.140.325,59 17.391.338,23 152

omschrijving 2014 2015 2016 2017 2018 2019 CORRECTIES VOOR NIET-KASKOSTEN voorzieningen voor pensioenen 0 0 0 0 0 0 afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 gebruiksbijlage Vl, Gemeenschap nieuwe WZC (deel kapitaalsdelging) 0 0 0 0 0 verrekeningen (kapitaalsubsidies) 0 0 0 0 0 0 te verrekenen synergie 0 0 0 0 0 mééroverschot rekening 0 aflossingen leningen 1.284.671 1.089.144 1.435.288 1.233.846 1.158.790 1.390.985 tekort 16.478.128 17.153.043 17.995.936 18.032.768 18.299.116 18.782.323 GEMEENTELIJKE BIJDRAGE 16.364.756 16.855.699 17.361.370 17.882.211 18.418.677 18.971.237 saldo rek 2003// extra gem bijdr kader-activering 147.894 147.894 447.894 147.894 147.894-152.106 16512650 17.003.593 17.809.264 18.030.105 18.566.571 18.819.131 VOORUITZICHTEN GEMEENTELIJKE BIJDRAGE 2013-2019 -34.522 149.450 186.672 2.664-267.455-36.809 0 omschrijving 2.014 2.015 2016 2017 2018 2019 AANDEEL GEMEENTEFONDS 2.021.000 2.081.630 2.144.079 2.208.401 2.274.653 2.342.893 TUSSENKOMST GEMEENTE 0 0 0 0 0 0 In het werkingstekort 16.512.650 17.003.593 17.809.264 18.030.105 18.566.571 18.819.131 16.512.650 17.003.593 17.809.264 18.030.105 18.566.571 18.819.131 in de investeringen 123.950 6.614.198 123.950 123.950 123.950 123.950 In het werkkapitaal -500.000-500.000-500.000-500.000-500.000-500.000 TOTAAL 16.136.600 23.117.790 17.433.214 17.654.055 18.190.521 18.443.081 153

NIS-nummer : 46021 BTW-nummer : 212.171.860 BUDGET 2014 Voorzitter: Mike Nachtegael Adres : Lodewijk De Meesterstraat 3 Secretaris: Tjeu Van Diessen 9100 Sint-Niklaas Financieel beheerder: Luc Vermeiren tel : 03/778 60 00 Fax : 03/778 60 01 E-mail : info@ocmwsintniklaas.be Budget 2014 154

Beleidsnota budget Budget 2014 155

DOELSTELLINGENNOTA 2014 OCMW Sint-Niklaas Lodewijk De Meesterstraat 3 9100 Sint-Niklaas Secretaris: Tjeu Van Diessen Financieel beheerder: Luc Vermeiren Prioritair beleid Beleidsdoelstelling: Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen (BD OCMW/01) Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 10.300.000 0-10.300.000 0 0 0 Actieplan: Samen met de stad een open welzijnssite ontwikkelen (AP OCMW/0101) Elke inwoner kan via een laagdrempelig en vlot georganiseerd onthaal terecht bij het OCMW voor informatie over sociale wetgeving, financiële hulpverlening, het recht op sociale vergoedingen, wonen en energie, activering en het recht op maatschappelijke participatie. Er wordt bekeken hoe de synergie inzake sociale dienstverlening tussen het OCMW en de stad de realisatie van een open welzijnssite kan versterken. Met haar nieuw administratief gebouw op de Gerda-site biedt het OCMW de mogelijkheid om tot één geïntegreerde welzijnssite te komen. Er zal tegelijk ook aandacht gaan naar het principe van gebiedsgericht werken. We organiseren een werking die dicht bij de bevolking staat, onder meer via het stadhuis, de nieuwe welzijnssite en een antennewerking in de deelgemeenten. Exploitatie Investeringen Liquiditeiten Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0 0 0 10.300.000 0-10.300.000 0 0 0 Overzicht van de acties: Omschrijving Opening Nieuwbouw op site "Gerda" en verhuis stedelijke welzijnsdienst, woonwinkel en sociale dienst OCMW naar dit gebouw Budget 10.300.000,00 Actieplan: Werk maken van een geïntegreerd dienstverleningsnetwerk tussen stad, OCMW en andere sociale dienstverleners (AP OCMW/0102) Het bestuur maakt afspraken over zitdagen en/of informatieverstrekking over dienstverlening met zoveel mogelijk sociale dienstverleners en welzijnsorganisaties, onder meer met maar niet beperkt tot het Centrum.Algemeen Welzijnswerk, de Budget 2014 156