IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD DISCLOSURE IN DE BELANGEN HUISARTSENPRAKTIJK SPREKER: 4 en 5 februari 2016 te Papendal GEEN BELANGENVERSTRENGELING 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Fijnstof niet fijn voor de luchtwegen Adembenemend 11 2016 door Jean Muris Hoogleraar HAG te Maastricht Indeling: enkele begippen acute en chronische effecten van fijnstof op ons lichaam antropogene stofbelasting bestanddelen van stof in Nederland ultrafijne stofdeeltjes (nanopartikels) implicaties voor de dagelijkse praktijk vragen Stofbelasting zo oud als de mensheid enkele begrippen: Stof = Particulate Matter = PM Organisch materiaal Vulkanische as PM10 = stofdeeltjes < 10 micrometer PM2,5 = alle fijnstof < 2,5 micrometer Zeezout Nano partikels < 0,1 micrometer Bodemstof Verbrandingsproducten 1
https://www.longfonds.nl/buitenlucht-enje-longen/wat-is-luchtvervuiling straten en drukke wegen stedelijke achtergrond rurale gebieden Potentiële effecten van respirabel stof Lokaal toxisch Acuut Acute bronchitis, RADS Alveolitis Chronisch COPD Carcinogeen Systemische effecten m.n. cardiovasculair Sensibiliserend m.n allergisch astma 2
Evidentie bij acute toxiciteit Reactive Airways Dysfunction Syndrome na WTC collaps In FDNY rescue workers: Bronchial hyperreactivity one year post-collapse: -23% of highly exposed subject -11% of moderately exposed -4% of controls. At 1 yr, 16% met the criteria for RADS. Cardiovasculaire toxiciteit Sterkste associatie met PM2.5 Lineair verband tussen gemiddelde jaarlijkse PM2.5 concentratie en cardiaal overlijden (18% per 10µg/m 3 ) Banuach et al. Crit Care Med, 2005 Dockery et al, NEJM 1993 Pope et al, Circulation 2005 Afname in levensverwachting door fijn stof (PM2.5) 2 15 27 35 PM2,5 Europa Baseline Scenarios for the Clean Air for Europe (CAFE) Programme 2000 (IIASA) De PM2,5 kaart van de EU voor 2012 laat in de gebieden met veel activiteiten (industrie, veehouderij, ) hogere waarden zien. Sommige landen hebben zowel gebieden met hogere als lagere concentraties Nederland en België nauwelijks. De gemiddelde blootstelling in Nederland is dan ook relatief hoog. Variabele factor: Antropogene stofbelasting No. 1: Verbranding fossiele en plantaardige brandstoffen (transport, industrie, energie) 1915 2015 3
Antropogene stofbelasting: Stofdeeltjes door verbrandingsmotoren Antropogene stofbelasting: Schone bio-ethanol: suikerriet verbrandingen Roetdeeltjes (koolstof +Fe +?) Dieselmotor factor 20-100 meer dan benzinemotor Ultra fine range (nanoparticles) Antropogene stofbelasting: PM10/PM2.5 bronnen in huis Waaruit bestaat PM10 in NL? 17% antropogeen 31% Geschatte jaarlijkse sterfte in de wereld door indoor air pollution 1,6 miljoen mensen 52% natuurlijk WHO 2005 MNP rapport 500093005/2006, J. Matthijsen en H. Visser Blootstelling aan nanopartikels: verplaatsing door hele lichaam Ultra fijne partikels / Nano partikels Kleiner dan 0,1 micrometer (=100 nanometer) Enorme oppervlakte-massa ratio Pro-inflammatoir in diermodellen Kan membranen passeren (systemisch effect) rodger.duffin@ed.ac.uk 4
Hypothese toxiciteit van PM10/PM2.5 Lokaal PM10, PM2.5 en Nanoparticles: Depositie karakeristieken ultra fine Nano PM2.5 Systemisch fine coarse PM10 Alfaro-Moreno, Curr Opin Pulm Med, 2007 Directe relatie tussen mortaliteit en actuele PM10 en PM2.5 stofbelasting Day-to-day variation in cardiovascular and respiratory mortality Koolstof nanotubes: inductie van mesothelioom EU PM10 Limit Value PM10 Daniels, Am J Epidemiol 2000 Fijn stof metingen in Maastricht Fijn stof metingen in Maastricht 1 en 2: snelweg 45,000 voertuigen / dag en 8 stoplichten 1 en 2: snelweg 45,000 Voertuigen / dag en 8 stoplichten canyon-street 5
Onderzoeksopzet Doelstelling Onderzoeken of kinderen op verkeersintensieve locaties een slechtere gezondheid hebben dan kinderen op verkeersluwere locaties in Maastricht. Kinderen van groep 5 t/m 8 en hun ouders benaderd voor deelname kinderen Longfunctie bij kinderen op school gemeten Vragenlijst voor ouders over o.a. de woning en luchtwegklachten bij kinderen Koppeling van stofgegevens met de longfunctie en luchtwegklachten Resultaten (1) Resultaten (2) Radicaalvormend vermogen van fijn stof is significant gerelateerd aan de longfunctie Alleen die kinderen, die hun hele leven wonen op een adres met een postcode die hetzelfde is als die van hun school (n = 131): verband van het radicaal vormend vermogen met longfunctie sterker dus de plaats waar de kinderen wonen en op school zitten is kennelijk van belang Resultaten gepubliceerd in J Toxical Environ Health 2006 en in NTvG 2006 (WHO) streven naar 10 µg/m3 fijn stof (PM2,5), circa 5 µg/m3 lager dan nu in Nederland. De geschatte jaarlijkse verandering in gezondheidseffecten 3 maanden levensduur gemiddeld per persoon 800 minder vroegtijdige doden 800 minder geboortes met laag geboortegewicht (<2500 g) 1700 minder ziekenhuisspoedopnames 175.000 minder dagen met astmaklachten bij kinderen 1.500.000 dagen minder ziekteverzuim samenvattende conclusies: Verschillen tussen stof en fijnstof Hoe groter de expositie aan fijnstof (vooral PM2,5) hoe meer kans op ziekten (luchtwegen, hvz) Blootstelling aan antropogene fijnstof is een belangrijk maar miskend gezondheidsrisico 6
Implicaties voor dagelijkse praktijk: landbouw sector: veel technische belemmeringen, met name bij kippenhouderij (fijn stof); luchtwassers nu beter. Ammoniak uitstoot: teruggedrongen Industrie: SO2 en NOx moest onder emissie-plafond blijven Verkeer en vervoer: generieke, nationale maatregelen (rekening rijden) Adviseer long en hvz patiënten : niet langs een snelweg te gaan wonen niet naar de Randstad te verhuizen niet langs intensieve veehouderij te gaan wonen niet te roken (zelf of in huis) In huis goed te ventileren (goede afzuigkap o.a) goed te luisteren naar de hooikoorts/smogberichten op de radio en z.n binnen te blijven Bedankt voor uw aandacht Vragen? 7