RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK SG De Rooi Pannen VMBOB VMBOGT Plaats : Eindhoven BRIN nummer : 25LV C1 BRIN nummer : 25LV 19 VMBOB BRIN nummer : 25LV 19 VMBOGT Onderzoeksnummer : 283652 Datum onderzoek : 28 mei 2015 Datum vaststelling : 6 oktober 2015
Pagina 2 van 14
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 28 mei 2015 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het onderwijs in de leerwegen vmbo-basisberoepsgerichte leerweg en vmbo-gemengde en -theoretische leerweg van de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs in deze leerwegen van de afdeling VMBO Eindhoven en over de naleving van wet- en regelgeving. De afdeling VMBO Eindhoven is een onderdeel van De Rooi Pannen, een verticale scholengemeenschap voor beroepsopleidingen in de sectoren Handel, Horeca, Toerisme/Recreatie, Marketing/Evenementen en Vormgeving. De afdeling VMBO Eindhoven heeft rond de 740 leerlingen. De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Op de afdeling VMBO Eindhoven van de Rooi Pannen is in de afgelopen periode geen onderzoek uitgevoerd naar het onderwijs in de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt in het kader van risicogericht toezicht of themaonderzoek. De inspectie voert voor deze leerwegen van de afdeling VMBO Eindhoven een vierjaarlijks onderzoek uit. Toezichthistorie De leerweg vmbo-k van de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen is op 25 september 2012 bezocht in het kader van een kwaliteitsonderzoek. Daarom valt deze leerweg van de afdeling VMBO Eindhoven buiten het vierjaarlijks bezoek. Het kwaliteitsonderzoek is uitgevoerd vanwege onvoldoende opbrengsten. Ten tijde van het onderzoek waren de opbrengsten weer voldoende en is de onderwijskwaliteit van de leerweg vmbo-k van de afdeling VMBO als voldoende beoordeeld. Onderzoeksopzet De inspectie vormt haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. Om het onderzoek goed te laten aansluiten bij de specifieke kenmerken van de school en de Pagina 3 van 14
desbetreffende leerwegen van de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen hebben we het onderzoek aangevuld met indicatoren uit het zogenaamde aanvullende kader. Zo zijn indicatoren over de afstemming op verschillen toegevoegd. Deze indicatoren zijn toegevoegd omdat ze gezien de leerlingenpopulatie van extra belang zijn. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: - Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. - Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. - Wij hebben gesprekken gevoerd met het bestuur, management, vaksecties, leraren, zorgcoördinatoren, mentoren, leerlingen. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 4 van 14
2. CONCLUSIES EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht inhouden. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen ten aanzien van de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt van de Rooi Pannen is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan de leerwegen vmbo-b en vmbogt van de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren. Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld. Pagina 5 van 14
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs in de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt van de afdeling VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen beeld De onderwijskwaliteit in de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt van de VMBO Eindhoven van De Rooi Pannen hebben wij als voldoende beoordeeld. De school weet al langere tijd de opbrengsten op voldoende tot ruim voldoende niveau te houden. Ook het onderwijsproces is van voldoende kwaliteit. De school gaat uit van adaptief onderwijs om zo goed mogelijk af te stemmen op de individuele ondersteunings- en begeleidingsbehoefte van de leerlingen. De leertuinen en leerpleinen in de leerweg vmbo-b bieden hiertoe meer mogelijkheden dan het veelal klassikale en sterk docentgestuurde onderwijs in de leerweg vmbo-gt. De school onderkent dat er nog verdere verbetering wenselijk is. Er zijn al de nodige scholingstrajecten ingezet met de eerste positieve resultaten. Verder is belangrijk om vast te stellen dat de school zich in een overgangsfase bevindt naar een organisatie waarin meer sturing is op teamvorming en teamverantwoordelijkheden. Deze ontwikkeling beschouwen wij als positief voor de verbetering van de de kwaliteitsborging van het onderwijsproces. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed Pagina 6 van 14
5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. 25LV 19 VMBOB - VMBOB De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5 1.1 De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2.1 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b. 1.2.3 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt. 1.3.1 De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.3.3 De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4.1 Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving 1 2 3 4 3.4 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus taal dat past bij alle leerlingen. 3.5 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus rekenen dat past bij alle leerlingen. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen 1 2 3 4 8.1 De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen. Pagina 7 van 14
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen 1 2 3 4 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.3 De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). Pagina 8 van 14
25LV 19 VMBOGT - VMBOGT De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5 1.4.3 Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving 1 2 3 4 3.4 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus taal dat past bij alle leerlingen. 3.5 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus rekenen dat past bij alle leerlingen. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 1 2 3 4 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen 1 2 3 4 8.1 De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen. 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. Pagina 9 van 14
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4 9.3 De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). Pagina 10 van 14
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: opbrengsten, onderwijsproces en kwaliteitszorg. Opbrengsten Bij de beoordeling van de opbrengsten komen we bij de vier indicatoren voor de kwaliteit van de opbrengsten tot de conclusie dat de school voldoende resultaten behaalt. Dit oordeel is gebaseerd op de opbrengsten van 2012, 2013 en 2014. Allereerst kunnen we vaststellen dat het onderbouwrendement stabiel is. Het aantal leerlingen dat zonder vertraging of afstroom in het derde jaar van de opleiding wordt geplaatst, stemt overeen met het landelijke gemiddelde van vergelijkbare scholen. Wel valt op dat leerlingen met een advies voor de leerweg vmbo-b relatief minder vaak opstromen dan leerlingen uit de vergelijkingsgroep. Daarentegen zien we relatief veel leerlingen met een advies voor de leerwegen vmbo-k of vmbo-k/gt opstromen naar de leerweg vmbo-gt. Volgens analyses van de school gaat het in de leerweg vmbo-b veelal om leerlingen die goed presteren in een praktijkgerichte opleiding met de mogelijkheid van maatwerk. Goede leerprestaties zijn volgens de school niet per definitie aanleiding voor opstroom. Bij de determinatie van de leerlingen betrekt de school nadrukkelijk de verschillende relevante ontwikkelingsaspecten die van belang zijn voor succes in opleiding en beroep. Het aantal leerlingen dat na instroom in het derde leerjaar vervolgens zonder vertraging een diploma behaalt, ligt in beide leerwegen (ruim) boven het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Ook de examenresultaten van de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt van de afdeling VMBO Eindhoven van de Rooi Pannen zijn op basis van het driejaarsgemiddelde van de centrale examens (CE s) als voldoende beoordeeld. In de leerweg vmbob zijn twee jaar achtereen zeer goede examenresultaten gerealiseerd. Maar bij de examens van 2014 daalde het gemiddelde cijfer van het centraal examen (CE) van ruim boven tot rondom het landelijk gemiddelde. Voor de leerweg vmbo-gt zien we ook een dalende trend in het gemiddelde CE tot ver onder het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Maar op basis van het driejaarsgemiddelde zijn de resultaten nog steeds van voldoende niveau. De daling van het gemiddelde cijfer van de CE s is volgens de school een effect van de specifieke leerlingkenmerken van de desbetreffende cohorten. Het verschil tussen het CE en het schoolexamen (SE) weet de school tot slot in beide leerwegen al langere tijd ruim binnen de norm van 0.5 punt te houden. Pagina 11 van 14
Onderwijsproces Het onderwijsproces hebben wij als voldoende beoordeeld. Dit oordeel is gebaseerd op het efficiënt gebruik van de onderwijstijd, het didactisch handelen van de docenten en de aanvullende ondersteuning en begeleiding. Positief is dat in het onderwijs van de leerwegen vmbo-b en vmbo-gt van de afdeling VMBO Eindhoven van de Rooi Pannen weinig tijd weglekt, de lessen beginnen op tijd en er gaat weinig tijd verloren aan organisatorische zaken. Het efficiënt gebruik maken van de onderwijstijd hebben we daarom als voldoende beoordeeld. Hierbij hebben we verschillende goede voorbeelden gezien van klassenmanagement waarbij docenten duidelijk aangaven wanneer er gelegenheid is voor extra instructie of uitleg. Maar er waren ook enkele onderwijssituaties waarin de docenten vraaggestuurd ondersteuning boden zonder dat duidelijk was wie wanneer aan de beurt was. Wij wijzen op het belang van meer onderlinge afstemming voor het klassenmanagement, zodat leerlingen in alle lessen weten wat er van hen wordt verwacht en waarin de onderwijstijd benut wordt om zo effectief mogelijk te leren. Bij het oordeel over de algemene didactische vaardigheden hebben we ons gericht op het geven van begrijpelijke uitleg en toelichting van de leerstof, het bewerkstelligen van voldoende betrokkenheid van de leerlingen, het geven van feedback aan de leerlingen en de doelgerichtheid van de onderwijsactiviteiten. In meer dan driekwart van de bezochte lessen hebben wij deze vaardigheden als voldoende beoordeeld. Maar het onderwijs wint aan kwaliteit als de doelen van de onderwijsactiviteiten minder als proces worden benaderd ('Wat gaan we doen?'), maar meer worden benaderd vanuit leerwinst ('Wat gaan we leren? ). Voor het onderwijs in beide leerwegen geldt dat leerlingen meer moeten worden gestimuleerd om na te denken over de eigen aanpak en wat daarvan de uitkomsten zijn. Docenten gaan hierbij nog onvoldoende uit van een gerichte analyse van wat een leerling nodig heeft om een volgend stap te maken in het leerproces. Aangezien de school uitgaat van adaptief onderwijs hebben wij ook specifiek gekeken naar het didactisch handelen voor de afstemming op verschillen tussen de leerlingen. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het onderwijs in de leerweg vmbo-b hiertoe meer mogelijkheden biedt dan de klassikale aanpak in de leerweg vmbo-gt. Op de leerpleinen en leertuinen in de leerweg vmbo-b zagen we dat docenten er voldoende in slaagden om differentiatie aan te brengen in het leerproces waar het gaat om instructies en uitleg, begeleiding, groeperingsvormen en leertempo. Maar in het merendeel van het klassikale en sterk docentgestuurde onderwijs in de leerweg vmbo-gt zien we het adaptieve Pagina 12 van 14
onderwijs dat de school voor ogen staat niet gerealiseerd. Het didactisch handelen voor de afstemming op verschillen hebben wij daarom bij deze leerweg als onvoldoende beoordeeld. Wij zijn tot slot positief over de aanvullende ondersteuning en begeleiding die de school biedt. Er is ingezet op een zorgvuldige intakeprocedure, warme overdracht en terugkoppeling aan de toeleverende basisscholen. Hierbij heeft de school te maken met een relatief groot aantal basisscholen in de regio. Om die reden is er voor de intakecoördinatoren een belangrijke rol weggelegd in de stroomlijning en afstemming van de processen rondom de aanname- en intakeprocedure van de leerlingen. Verder is het goed om vast te stellen dat de school de beschikking heeft over een leerlingvolgsysteem dat voldoende mogelijkheden biedt voor de signalering, monitoring en evaluatie van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Ook zijn er de nodige interne en externe voorzieningen voor de specifieke ondersteunings- en begeleidingsbehoeften van de verschillende doelgroepen van de school. Hierbij gaat de school voldoende doelgericht en planmatig te werk. Kwaliteitszorg Voor het oordeel over de kwaliteitszorg maken we onderscheid tussen het bewaken van de kwaliteit van opbrengsten en het bewaken van de kwaliteit van het onderwijsproces. Het systeem voor de kwaliteitszorg hebben wij over het geheel genomen als voldoende beoordeeld. Maar het systeem voorziet nog onvoldoende in de borging van de kwaliteit van het onderwijsproces. De opbrengsten worden met regelmaat geëvalueerd tot op het niveau van de vakken en de individuele leraar. Waar nodig worden op basis van de bevindingen met de vaksecties en/of individuele docenten afspraken gemaakt voor verbetering. Ook de kwaliteit van het onderwijsleerproces krijgt de nodige aandacht. Dit blijkt uit de verschillende analyses en evaluaties van de beschikbare kwantitatieve en kwalitatieve gegevens afkomstig van leerlingen, ouders en de leraren. De kwaliteit van de lessen wordt in kaart gebracht aan de hand van een lesobservatieformulier voor een goede les. Maar deze gegevens worden vervolgens nog niet benut om ook op team- en op schoolniveau te bepalen wat goed is en wat beter kan. Wel is er in het kader van de scholing veranderende leerling veranderende docent een ontwikkeltraject ingezet waarin docenten beter zicht krijgen op het eigen functioneren en dat van elkaar. Pagina 13 van 14
De maatregelen voor verdere verbetering van het onderwijsproces vallen samen met de herindeling van de teams met specifieke aandacht voor teamvorming en teamverantwoordelijkheden. Komend schooljaar zal de school hiermee van start gaan. Uitgangspunt bij de nieuwe teamindeling zijn de leerwegen in plaats van het onderscheid tussen onder- en bovenbouw zoals dat voor de leerwegen vmbo-k en vmbo-gt tot op heden nog het geval is. De docenten voor de leerweg vmbo-b functioneerden al langer als één team en dienen in dit opzicht als voorbeeld voor de andere teams. De school verwacht dat deze ontwikkeling ook een positief effect heeft op de doorlopende leer- en ontwikkellijnen die de school mede op basis van de vernieuwde beroepsprofielen voor ogen staat. Een belangrijk doel van de inzet op teamvorming en teamverantwoordelijkheden is de realisering van meer draagvlak en actieve betrokkenheid van de docenten bij het onderwijsbeleid van de school. Dit proces is zich al aan het voltrekken, getuige ook de positieve ervaringen van schoolleiding en docenten. Maar de uitwerking daarvan zal nog zichtbaar moeten worden in de nog op te stellen teamplannen. Ook de vakwerkplannen voorzien nog niet in een consistente uitwerking van het schoolbeleid; de kwaliteit loopt nog sterk uiteen in diepgang en concretisering van doelstellingen van de school. Het ontbreekt hierdoor aan sturingsmogelijkheden voor de kwaliteit van het onderwijsproces. In het kader van de borging van de kwaliteit van het onderwijsproces vragen wij verder aandacht voor de kwaliteit van toetsing. De school heeft weliswaar toetsbeleid ontwikkeld, maar dit beleid voorziet nog niet in procedures die schoolbreed zicht geven op de huidige kwaliteit van formatieve en summatieve toetsing en wat nodig is voor verdere verbetering. Ook is er onvoldoende eenduidigheid in afspraken over de analyse van de toetsresultaten en de nabespreking daarvan met de leerlingen. Op basis van bovenstaande bevindingen bij het systeem van kwaliteitszorg moeten wij tot de conclusie komen dat de kwaliteit van het onderwijsproces nog onvoldoende is geborgd. Wij hebben er evenwel vertrouwen in dat de school deze tekortkoming zal weten op te heffen. Allereerst omdat de schoolleiding heeft onderkend dat de fase van check en act in de pdca-cyclus de nodige aandacht vereist en er in de teams het nodige draagvlak is voor de beoogde verbeteringen. Verder hebben wij kunnen vaststellen dat de doelstellingen in schoolplan en verbeterplannen zijn aangescherpt en geconcretiseerd. De volgende fase is nagaan of de doelen zijn bereikt en bepalen wat nodig is aan bijsturing of bijstelling van de plannen, op het niveau van de teams, de vakgroepen en de docent. Pagina 14 van 14