Update informatie dg DIALOG BGT, versie 7.5. Wijzigingen t.o.v. versie 7.4.0

Vergelijkbare documenten
Handleiding inlezen Obsurv WFS / WMS in QGIS

Elektronisch factureren

Release datum: 11 juni 2012

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Workshop Van vlakgerichte BGT en BRK uit PDOK naar een lijngericht CAD-bestand in MicroStation

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Gebruikershandleiding

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Release notes Swing & 5.0.7

Central Station. CS website

SportCTM 2.0 Startscherm trainer

Handleiding Medewerkersagenda. PlanCare Dossier elektronisch cliënten dossier

Algemene basis instructies

Releasenote BRIStoezicht

Outlook koppeling ChainWise

Handleiding: Afsluiten van abonnementen. Transitiedesk

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

Handleiding Mutatieleveringen. Transitiedesk

Aan de slag met AdminView

Handleiding helpdesk. Datum: Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Gebruikshandleiding Oracle Worklist (autorisatieproces) Secretaresse. Versie 2.1

SportCTM 2.0 Sporter

Releasenotes LCMS 2019v1

Inhoud van dit document

Peridos Handleiding Notificaties en uitslagen NIPT

Algemeen. Beschrijving LA5 Systeembeheer. Administratieve applicaties voor tankstation en oliehandel. versie 5.2

Factuur2King Single User release notes

Installatiehandleiding. Facto minifmis

HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ

Activiteiten in Fidura

Gebruikershandleiding scannen personeelsdossiers (PaXS)

Releasebeschrijving e-former versie 7.0

Zorgmail handleiding. Inhoud

Release notes:

Point2Share handleiding eindgebruikers Window 8

In dit document vindt u de beschrijving van alle aanpassingen die in SalonNet zijn doorgevoerd vanaf versie 1.86 (september 2012)

Mobile Connect & Apple

Update documentatie. KraamZorgCompleet versie 4.0. KraamzorgCompleet versie 4.0

Het downloaden, de installatie

Handleiding 4CIS Synchro

Procedure ParaBench instellen en gebruiken.

HANDLEIDING DMS Plugin Installatie, configuratie & werking

Handleiding voor Zotero versie 2.0

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform

Quick reference Smartflow App

Peridos. Gegevens aanleveren en controleren in Peridos door zorginstelling

In het CMS is het mogelijk om formulieren aan te maken. Voorafgaand een belangrijke tip:

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Central Station Urenregistratie

Outlookkoppeling installeren

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

Gebruikershandleiding ATTACHTINGIT - VERSIE 3

Peridos Zorgverlenersrapportages

Snelle installatiegids voor Symbian

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

Opstarten/instellen Sportlink Bond

Handleiding NarrowCasting

Gebruikershandleiding Add-ons Rioolkaart & Riooltekenen

Inloggen. In samenwerking met Stijn Berben.

Gebruikershandleiding leveranciersportaal. Eigen Haard Vastgoed. Instructie leveranciersportaal. Januari 2019

Handleiding De Sociale Monitor

Cliënten handleiding PwC Client Portal

HANDLEIDING Q1600 Fashion

EBUILDER HANDLEIDING. De Ebuilder is een product van EXED internet EXED CMS UITLEG

Foto's in de service module

Technische nota AbiFire5 Rapporten maken via ODBC

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Outlook koppeling ChainWise

Handleiding: Afsluiten van abonnementen. Transitiedesk

Trainingsmateriaal Osiris 6. Tentamenbureau

Handleiding ESS na de upgrade People Inc. versie 3.5.0

Nieuwe ICF-module. Nb. Huidige berichten hoeven niet eerst volledig verwerkt te worden om te kunnen overstappen op deze nieuwe module.

Factuur2King 2.0 Single User release notes

MatrixKozijn OrderRegistratie 3.2 SP2 Build 509

In dit document wordt uitleg gegeven over de inrichting van formulieren binnen Trajectplanner voor

Peridos. Aanleveren van gegevens. Datum: Landelijk beheer Peridos. Versie: 1.1

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

Handleiding Sportlink Club

DYKA e-shop. ICM-Handleiding

Grafische elementen invoegen

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Alles voor een ouderling

Handleiding. Qu-Agenda. Versie V8.1. Quantaris B.V.

Handleiding. Digitale. Salarisstrook. voor. medewerker

Gebruikers- handleiding Porta

Stappenplan Jaarovergang 2014

Central Station. Handleiding Algemeen Maatschappelijk Werk

EDUscope Dossier Werken met Journalen

Microsoft Word Selecteren

Handleiding CMS. Auteur: J. Bijl Coldfusion Consultant

Peridos Handleiding uitslagen combinatietest

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in Intramed, zijn een aantal instellingen nodig:

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Instructie RFM modules

1. Installeren Update 2.4.7

Tips en Tricks basis. Microsoft CRM Revisie: versie 1.0

Transcriptie:

Update informatie dg DIALOG BGT, versie 7.5 Wijzigingen t.o.v. versie 7.4.0 Sweco Nederland B.V. Rotterdam, 31 januari 2017

Verantwoording Titel : Update informatie dg DIALOG BGT, versie 7.5 Subtitel : Wijzigingen t.o.v. versie 7.5.0 Projectnummer : 342312 Referentienummer : Revisie : 1 Datum : 31 januari 2017 Auteur(s) : René Krul, Bart van der Lely, Roeland Boeters, Rosann Aarsen E-mail adres : Helpdesk.gis-ict@sweco.nl Gecontroleerd door : Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Paraaf goedgekeurd : Contact : Sweco Nederland B.V. K.P. v.d. Mandelelaan 41-43 3062 MB Rotterdam Postbus 4381 3006 AJ Rotterdam T +31 88 811 66 00 www.sweco.nl Pagina 2 van 41

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Installatie... 5 1.2 Conversie van projecten, metadata en ruimtelijke database... 6 1.3 dg DIALOG Beheerkaart... 6 1.4 dg DIALOG Koppelvlak BAG... 6 1.5 SpatialTool... 6 1.6 Summit Evolution versie 7.3... 6 1.7 Ondersteuning Oracle 10, 11 en 12... 6 2 Appdata i.p.v. Windows registry... 7 3 StUF-Geo berichtenverkeer... 9 3.1 Berichtenverkeer met BOR... 9 3.2 Berichtenverkeer met SVB-BGT (Bravo en LV)... 9 4 Algemene beschrijving werklijst... 10 4.1 Werklijst scherm... 10 4.1.1 Werklijst-filters... 11 4.1.2 Werklijst-items raadplegen (nog geen check-out).... 12 4.1.3 Werklijst-items afhandelen (in een check-out).... 13 4.1.4 Undo check-out... 14 4.1.5 Gelockte werklijst-items... 14 4.1.6 Exploratieverzoeken (alleen horizontaal berichtenverkeer met BOR)... 14 4.2 StUF-Geo Berichtengenerator... 15 4.3 Export horizontale StUF-Geo berichten (t.b.v. Geo - BOR) naar een bestand... 17 4.4 Bestaand berichtenverkeer met BAG... 18 5 StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT... 19 5.1 Aanmaak objectcodes voor berichtenverkeer... 19 5.2 Interessegebieden... 21 5.2.1 Interessegebied toevoegen aan database... 21 5.2.2 Interessegebied koppelen aan berichtenverkeer... 21 5.3 VoorAankondigingsVerzoek... 22 5.3.1 VoorAankondigingsVerzoek aanmaken... 22 5.3.2 VoorAankondigingsVerzoek versturen... 22 5.3.3 VoorAankondigingsVerzoek muteren... 23 5.4 Mutatieberichten verwerken... 23 5.5 Mutatieberichten versturen aan het SVB-BGT... 23 6 IMGeo / BGT... 24 6.1 Waarschuwing voor gebruik Beheerder attribuut... 24 6.2 Defaults voor inwinnende instantie en bronhouder... 24 6.3 Schijnmutaties worden automatisch verwijderd bij export... 24 6.4 Controle of IMGeo objecten op de juiste laag staan... 24 7 Gebruik WFS... 26 7.1 Aanmaken WFS profiel... 26 Pagina 3 van 41

Inleiding 7.2 Tonen WFS... 28 7.3 Selecteren en kopiëren... 29 7.4 WFS voor BRK... 31 8 3D Weergave... 33 8.1 Openen en gebruik 3D view... 33 8.2 Opties 3D venster... 34 8.3 Bekende beperkingen... 35 9 Overige wijzigingen... 36 9.1 Voortgangsbalken bij uit- en inchecken en get uit spatial... 36 37 9.2 Uitchecken met objectcodeset... 37 9.3 Meerdere lagen tegelijk aan- of uitzetten... 37 9.4 Kleine wijzigingen en verbeteringen... 37 9.5 Opgeloste fouten... 39 9.6 Verwijderde functionaliteit... 40 10 Dankbetuiging... 41 Pagina 4 van 41

Inleiding 1 Inleiding In dit document worden de wijzigingen beschreven van dg DIALOG BGT versie 7.5.0 ten opzichte van dg DIALOG BGT versie 7.4.0. De belangrijkste wijzigingen t.o.v. 7.4.0 zijn: Doorontwikkeling horizontaal berichtenverkeer Verticaal berichtenverkeer met SVB-BGT Gebruik van WFS (Web Feature Service) 3D visualisatie Ondersteuning Summit Evolution, versie 7.3 Opslag van gebruikersinstellingen in bestanden i.p.v. Windows Registry 1.1 Installatie De installatie van dg DIALOG BGT gaat op de gebruikelijke wijze. Er is een installatieprogramma (msi) van dg DIALOG BGT beschikbaar, waarbij gekozen kan worden welke onderdelen relevant zijn om te installeren. Voordat dg DIALOG BGT versie 7.5 geïnstalleerd kan worden dient een eventueel aanwezige versie 6 of 7 gede-installeerd te worden. Let op: de standaard installatiemap is sinds versie 7.4 gewijzigd van C:\Program Files (x86)\grontmij naar C:\Program Files (x86)\sweco. De applicatie moet voortaan ook vanuit het Sweco menu i.p.v. het Grontmij menu gestart worden: Voor meer informatie over de installatie van dg DIALOG BGT, versie 7.5, wordt verwezen naar de aparte installatiehandleiding: Installatiehandleiding dg DIALOG BGT versie 7.5.pdf. De technische randvoorwaarden voor installatie en gebruik van versie 7.5 van dg DIALOG BGT en de bijbehorende modules voor berichtenverkeer vindt u in het aparte document 'Technische randvoorwaarden dg DIALOG BGT versie 7.5.pdf'. Let op: Windows XP wordt niet meer ondersteund Met ingang van versie 7.2 wordt Windows XP niet meer ondersteund. Voor datum conversie van de opslaggegevens van Oracle naar een dg DIALOG project worden functies gebruikt die in XP niet bestaan. Een correcte werking onder XP kan hierdoor niet meer gegarandeerd worden. Pagina 5 van 41

Inleiding 1.2 Conversie van projecten, metadata en ruimtelijke database De datastructuur van versie 7.5 is niet gewijzigd ten opzichte van versie 7.4. Zowel projecten, metadata als ruimtelijke database kunnen zonder conversie geopend worden. 1.3 dg DIALOG Beheerkaart dg DIALOG Beheerkaart wordt niet ondersteund voor dg DIALOG BGT versie 7.5.0. Gebruikers van dg DIALOG Beheerkaart wordt geadviseerd voor Beheerkaart met versie 7.4 te blijven werken. Aangezien de data tussen versie 7.4 en 7.5 onderling uitwisselbaar is, kunnen BGT gebruikers werken met versie 7.5 en Beheerkaart gebruikers met versie 7.4. Neem voor vragen of meer informatie contact op met de Helpdesk van Sweco (+31 800-022 44 01; helpdesk.gisict@sweco.nl). Let op: Versie 7.4 is de laatste versie die ondersteund wordt voor dg DIALOG Beheerkaart. In nieuwe versies van dg DIALOG BGT zal het onderdeel dg DIALOG Beheerkaart niet meer aanwezig zijn. 1.4 dg DIALOG Koppelvlak BAG Voor het gebruik van dg DIALOG Koppelvlak voor BAG applicaties zijn ten minste de volgende onderdelen vereist: dg DIALOG Koppelvlak, ten minste versie 1.8.0 dg DIALOG GeoXchange versie 7.5. Neem voor vragen contact op met de helpdesk van Sweco. 1.5 SpatialTool Van SpatialTool is tenminste versie 3.5.0 nodig voor het gebruik in combinatie met dg DIALOG BGT versie 7.5. 1.6 Summit Evolution versie 7.3 Vanaf dg DIALOG BGT versie 7.5 wordt een nieuwe versie van Summit Evolution ondersteund: versie 7.3. Voor gebruik van de Summit Evolution koppeling is het noodzakelijk Summit Evolution versie 7.3 te installeren. Één van de voordelen van Summit Evolution 7.3 is de ondersteuning van Windows 8 en Windows10 en de mogelijkheid tot het gebruik van een netwerklicentie. Voor vragen over de installatie van Summit Evolution of de licentiecode voor Summit Evolution versie 7.3, kan contact opgenomen worden met de helpdesk van Sweco of rechtstreeks met DAT/EM, de leverancier van Summit Evolution. Functioneel werkt de koppeling hetzelfde als voorheen. 1.7 Ondersteuning Oracle 10, 11 en 12 dg DIALOG BGT versie 7.5 ondersteunt Oracle 10, 11 en 12 databases, zowel 2D als 3D. Pagina 6 van 41

2 Appdata i.p.v. Windows registry Voortaan wordt de Windows Registry niet langer gebruikt voor het opslaan van gebruikers- en computerinstellingen van dg DIALOG BGT. Instellingen worden voortaan weggeschreven in bestanden in de zogenaamde Appdata map. Het betreft o.a. instellingen voor: Positie en samenstelling knoppenbalken. Laatst gebruikte instellingen en positie van diverse vensters. Positie en afmeting van het applicatievenster zelf. Lijst met laatst geopende projecten. Alle gebruikersinstellingen. Verwijzing naar centrale locatie. Verwijzing naar grondslagpuntendatabase (Oracle of Access). Waar staan de instellingen nu De instellingen worden opgeslagen in bestanden. De gebruikersinstellingen worden opgeslagen in de AppData map. Doorgaans is deze map te vinden onder C:\Gebruikers of C:\Users. Voor bijvoorbeeld de gebruiker MarkG worden de instellingen bewaard in: C:\Users\MarkG\AppData\Roaming\Sweco. De instellingen die hier opgeslagen worden zijn vergelijkbaar met de volgende registry sleutel uit versie 7.4: HKEY_CURRENT_USER\SOFTWARE\Grontmij. De machine-instellingen worden opgeslagen in de ProgramData map. Doorgaans heeft deze map de locatie: C:\ProgramData\Sweco. De instellingen die hier opgeslagen worden zijn vergelijkbaar met de volgende registry sleutel uit versie 7.4: HKEY_LOCAL_MACHINE\Software\Wow6432Node\Grontmij. Deze mappen kunnen door uw systeembeheerder anders ingesteld zijn, bijvoorbeeld een locatie op het netwerk. Makkelijker back-up van instellingen maken Door beide Sweco mappen te kopiëren, wordt een back-up van alle instellingen gemaakt. Door de map volledig terug te plaatsen kan een back-up van de instellingen teruggezet worden. Geen conversie van oude instellingen Er is geen conversie van de oude, op de registry gebaseerde, instellingen. Dit heeft tot gevolg dat alle gebruikersinstellingen eenmalig opnieuw ingesteld moeten worden. Nadat versie 7.5 voor de eerste keer opgestart wordt, zullen alle knoppenbalken onder elkaar staan en zal ook (eenmalig) gevraagd worden om de directory van de centrale locatie. Controleer eventueel vooraf waar de directory van de centrale locatie nu naar wijst. Dit kan via het menu Instellingen Project. Pagina 7 van 41

Appdata i.p.v. Windows registry Instellen Centrale locatie via menu Instellingen Project Safenet sentinel dongles Voor het gebruik van Safenet Sentinel dongles blijft de registry nog in gebruik. Er wordt onderscheid gemaakt in: Stand alone licentie zonder certificaat. Hiervoor wordt de registry niet gebruikt. Stand alone licentie met certificaat. Het certificaat wordt in de registry opgeslagen. Netwerklicentie: de verwijzing naar de machine met de netwerklicentie wordt in de registry opgeslagen. Hiervoor wordt de volgende locatie gebruikt: HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Wow6432Node\Grontmij Oudere versie van dg DIALOG BGT Oudere versies van dg DIALOG BGT / Topografie blijven de registry gewoon gebruiken voor het opslaan van instellingen. Pagina 8 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer 3 StUF-Geo berichtenverkeer Versie 7.4 was de eerste versie van dg DIALOG BGT waarin het horizontale StUF-Geo berichtenverkeer met BOR beschikbaar is. In versie 7.5 is daar het verticale berichtenverkeer met het SVB-BGT bijgekomen. De StUF-Geo berichtenstandaard kent 3 componenten: Verticaal: het berichtenverkeer tussen bronhouders, SVB-BGT en LV-BGT Horizontaal: het berichtenverkeer tussen BGT en applicaties binnen de eigen (bronhouder-) organisatie. Dit horizontale berichtenverkeer kent nu 2 invullingen: o BOR (Beheer Openbare Ruimte) bekende applicaties zijn Obsurv van Sweco en GBI van Antea. o BAG, bekende applicaties zijn Key2BAG van Centric en NeuronBAG van Vicrea. 3.1 Berichtenverkeer met BOR Het horizontale berichtenverkeer met BOR bestaat uit de communicatie voor uitwisseling van IMGeo-gegevens tussen dg DIALOG BGT en een BOR-applicatie. Het horizontale berichtenverkeer kan worden beschreven aan de hand van twee scenario s: o Mutatielevering en -verzoek o Exploratieverzoek Het uitgangspunt van het horizontale StUF-Geo berichtenverkeer met BOR is dat de BGTapplicatie leidend is. Vanuit BOR kan men met een StUF-Geo IMGeo bericht een mutatieverzoek doen. De BGT-operator kan deze verzoeken al dan niet doorvoeren en mutatieberichten en weigerberichten terugsturen. Ook is het mogelijk dat BOR een exploratieverzoek stuurt. Hiermee doet men een verzoek voor het verkennen van een bepaald gebied, omdat de kaart daar (inmiddels) afwijkt van de werkelijkheid. 3.2 Berichtenverkeer met SVB-BGT (Bravo en LV) Het verticale berichtenverkeer met het SVB-BGT (i.c. Bravo) bestaat uit de communicatie voor uitwisseling van IMGeo-gegevens tussen dg DIALOG BGT en Bravo. Dit verticale berichtenverkeer kan worden beschreven aan de hand van twee scenario s: o Mutatielevering en -verzoek o Vooraankondigingsverzoek (VAV) Het uitgangspunt van het verticale StUF-Geo berichtenverkeer is dat de Landelijke Voorziening (en daarmee Bravo/SVB-BGT) leidend is. Dit betekent dat mutatieverzoeken vanuit Bravo altijd verwerkt moeten worden in dg DIALOG BGT (tenzij deze buiten het interessegebied liggen). Dus ook als de mutatie vanuit het SVB-BGT niet correct is moet deze mutatie eerst overgenomen (en dus geaccepteerd) worden en kan daarna alsnog gemuteerd worden. Pagina 9 van 41

Algemene beschrijving werklijst 4 Algemene beschrijving werklijst Vanaf versie 7.4 is de werklijst voor het StUF-Geo IMGeo berichtenverkeer bruikbaar in de client-applicatie dg DIALOG BGT. In versie 7.5 is de werklijst verder verbeterd. Daarom wordt in deze Update Informatie de werking nogmaals uitgelegd. Voor de installatie van alle componenten van dit berichtenverkeer wordt verwezen naar de betreffende installatiehandleiding. Het doel van de werklijst is om de BGT-operator te begeleiden bij het afhandelen van binnengekomen verzoeken. Deze verzoeken kunnen vanaf versie 7.5 afkomstig zijn van de BOR applicatie en Bravo (SVB-BGT). De werklijst wordt geopend via het menu Beeld Werklijst. De inhoud van de werklijst is afhankelijk van het gegeven of er al dan niet uitgecheckt is en of er ingelogd is op de database. In een uitgecheckt project zijn alleen de werklijst-items te zien die in het uitgecheckte gebied liggen. Hiervoor moet de Berichtenverkeer-laag ook uitgecheckt worden. In een nieuw of weer ingecheckt project zijn alle werklijst-items te zien. De geometrie van de objecten in de werklijst is te zien op de nieuwe laag (Spatial) Berichtenverkeer. De Berichtenverkeer-laag in de database wordt bij installatie van dg DIALOG Berichtenverkeer aangemaakt en wordt bij een check-out overgenomen in het project (alleen als de laag ook geselecteerd wordt bij een check-out). De Berichtenverkeer-laag is een read-only laag, objecten op deze laag kunnen niet direct gemuteerd worden. De aanwezigheid van de Berichtenverkeer-laag (in een uitgecheckt project). 4.1 Werklijst scherm De werklijst bevat verschillende kolommen. Op een aantal kolommen (o.a. Bericht ID, Tijdstip, Mutatietype en BGT-status) kan dubbelgeklikt worden zodat er op de betreffende kolom gesorteerd wordt. Andere kolommen is dat niet mogelijk, ondanks het driehoekje dat verschijnt. Pagina 10 van 41

Algemene beschrijving werklijst De werklijst De werklijst bevat werklijst-items. Dit zijn de individuele rijen in de lijst. Van elk werklijstitem is detailinformatie te zien door de cursor even op het betreffende item te laten staan. De attributen van een werklijstitem 4.1.1 Werklijst-filters Er zijn 4 soorten filters te gebruiken: Op datum, Op type, Op status en Op bron. Na het instellen van een filter kan op de knop gedrukt worden op de ingestelde filter toe te passen. Standaard wordt er niet gefilterd en staat het filter op alle berichten/verwerkbare berichten. Deze knop fungeert ook als refresh en haalt altijd de actuele stand van de berichten op. Tussentijdse toevoegingen worden dan ook getoond. Dit heeft alleen effect als er niet is uitgecheckt; de werklijst in een uitgecheckt project toont alleen de inhoud van de werklijst op moment van uitchecken en alleen de objecten in het uitcheck-gebied. De filters Op datum, Op type en Op bron spreken voor zich. De filter Op status biedt de mogelijkheid om naast de meest gangbare berichtstatus klaar voor verwerking ook andere statussen te zien. Nieuw: het bericht is binnengekomen maar nog niet klaar voor verwerking. Het bericht kan derhalve nog niet verwerkt worden. Klaar voor verwerking: het bericht is klaar voor verwerking en kan gebruikt worden. Pagina 11 van 41

Algemene beschrijving werklijst Verwerkt: het bericht is verwerkt. Dit hoeft niet te betekenen dat het bericht ook al verstuurd is, door het versturen verandert de status in de werklijst niet. De laatste status van een afgehandeld bericht is in dit geval dus altijd verwerkt. Geweigerd: het bericht is door de operator geweigerd. Er wordt (tijdens check-in) direct een weigerbericht aangemaakt. Negeren: het bericht wordt genegeerd omdat het niet meer van belang is (bijvoorbeeld omdat het dubbel gemeld is). Met de knop wordt de werklijst enkel gevuld met werklijst-items (het deel met de filters wordt niet meer getoond). Meestal zullen de filters verborgen zijn waarbij alleen gefilterd wordt op verwerkbare berichten. 4.1.2 Werklijst-items raadplegen (nog geen check-out). Als het geopende project geen uitgecheckt project (meer) is, is de volledige werklijst van de hele database zichtbaar. De mogelijkheden van de werklijst zijn nu beperkt: er kan enkel geraadpleegd worden, muteren is niet mogelijk. Een rechtermuisklik van een Mutatieverzoek levert de volgende mogelijkheden op: Toon berichtgeometrie: zoomt in op de aangeleverde schets en zet, indien nodig, de Berichtenverkeer-laag aan. Toon actueel: zoomt in op de actuele versie van de mutatie en zet, indien nodig, de Berichtenverkeer-laag aan. Deze optie is grijs als het een nieuw object betreft, er is dan geen actuele versie in de BGT. Toon verschil: toont het verschil tussen de oude, maar nog actuele versie (was) en het voorstel (wordt). Deze optie is grijs als het een nieuw object betreft, er is dan geen actuele versie. Open documentverwijzing: deze actie opent een scherm met daarin de locatie van het bijgevoegde document. Dit zal vaak een bouwtekening of revisietekening zijn. Het document zelf wordt niet meegestuurd, enkel de naam en locatie van het bestand. Als een actie in de rechtermuisknop grijs is dan betekent dat, dat die betreffende actie nu niet mogelijk is. Dit omdat er bijvoorbeeld geen documentverwijzing is bij het betreffende object. Pagina 12 van 41

Algemene beschrijving werklijst 4.1.3 Werklijst-items afhandelen (in een check-out). Als het geopende project een uitgecheckt project is, zijn enkel de werklijst-items beschikbaar die binnen de check-out liggen. Een rechtermuisklik levert dan drie extra opties op (Overnemen naar project, Weigeren en Negeren). Overnemen naar project: als het werklijstitem in behandeling moet worden genomen, moet deze optie gekozen worden. Afhankelijk van het type bericht (Verwijdering, Toevoeging of Wijziging) wordt een actie uitgevoerd. In geval van een Verwijdering wordt het corresponderende object op de betreffende laag (Topo, Inrichtend of anders) gearchiveerd. In geval van een Wijziging wordt de actuele versie (meestal op de Topo-laag) gearchiveerd en wordt het werklijstitem toegevoegd op dezelfde laag. Indien gewenst kan dit object direct weer aangepast worden. Bij een Toevoeging wordt het werklijstitem toegevoegd op de juiste laag zodat deze eventueel verder verwerkt kan worden. Dus: na Overnemen naar project kan het object alsnog aangepast worden. Dat maakt het dus mogelijk dat vanuit BOR een schets wordt aangeleverd en dat deze schets door de BGToperator direct verbeterd kan worden. Weigeren: indien het binnenkomende verzoek niet (meer) terecht is, kan het geweigerd worden. Bij een weigering wordt de aangeboden versie van het object geen onderdeel van de BGT en krijgt de verzender een bericht dat er is geweigerd. Middels de toelichting kan toegelicht worden waarom de weigering heeft plaatsgevonden. Na een klik op OK wordt de status veranderd in Geweigerd en verdwijnt het werklijstitem direct uit de werklijst (tenzij deze status niet gefilterd wordt) en kan het volgende item opgepakt worden. Pagina 13 van 41

Algemene beschrijving werklijst Negeren: voor uitzonderlijke gevallen kan een mutatieverzoek genegeerd worden. Dat kan het geval zijn als het voorstel dermate slecht van kwaliteit is dat BGT het liever opnieuw tekent of meet of dat de mutatie door de BGT al verwerkt is en het bijbehorende bericht door BGT nog niet verstuurd is of door BOR nog niet geaccepteerd is. Het is dus geen weigering want het betreffende object wordt wel gemuteerd maar het voorstel vanuit BOR wordt niet gebruikt. Door het negeren verdwijnt het item uit de werklijst. 4.1.4 Undo check-out Als in een uitgecheckt project voor de optie Undo check-out gekozen wordt, worden ook de gerelateerde en verwerkte werklijst-items ongedaan gemaakt. De verwerkte werklijst-items worden pas definitief verwerkt als de check-in succesvol is verlopen. 4.1.5 Gelockte werklijst-items Als een gebied, inclusief de Berichtenverkeer-laag, wordt uitgecheckt en in dit gebied liggen werklijst-items dan zijn na de check-out enkel de werkllijst-items zichtbaar die in het project liggen. De overige werklijst-items worden niet getoond. Als er, door een andere check-out, al werklijst-items uitgecheckt waren dan worden deze in de lokale werklijst gelockt weergegeven middels een uitroepteken. De tooltip geeft dan aan wat de reden voor het uitroepteken is (in dit geval een lock). Op dezelfde wijze worden zo ook gelockte werklijst-items weergegeven bij een niet-uitgecheckt project. 4.1.6 Exploratieverzoeken (alleen horizontaal berichtenverkeer met BOR) Exploratieverzoeken zijn berichten waarin enkel naar een locatie wordt verwezen zonder dat daarbij een specifiek IMGeo object bij benoemd wordt. Een exploratieverzoek kan dienen om een locatie aan te geven waar de topografie geactualiseerd moet worden. Exploratieverzoeken hebben een aparte objectcode en zijn daardoor eenvoudig te herkennen en te selecteren. Pagina 14 van 41

Algemene beschrijving werklijst Een Exploratieverzoek in de werklijst (let op kolom Toelichting) Een rechtermuisklik levert bij een exploratieverzoek de volgende opties op: Toon berichtgeometrie: idem als bij een gewoon werklijstitem Exploratieverzoek afhandelen: als de gevraagde werkzaamheden zijn uitgevoerd kan het exploratieverzoek als afgehandeld bestempeld worden. De BOR-applicatie ontvangt dit bericht dan ook. Negeren: idem als bij een gewoon werklijstitem Open documentverwijzing: idem als bij een gewoon werklijstitem 4.2 StUF-Geo Berichtengenerator De werklijst is bedoeld voor het inzien en afhandelen van binnenkomende mutatieverzoeken. Voor het aanmaken van StUF-Geo berichten voor de afnemende BOR-applicatie en/of Bravo is nieuwe functionaliteit beschikbaar. Met deze functie is de gebruiker in staat om van nog niet verzonden en relevante mutaties in de database StUF-Geo berichten te laten aanmaken. Deze berichten worden door deze functie aangemaakt en opgeslagen in de database. Vervolgens worden deze berichten via een automatisch proces op de server opgepakt en daadwerkelijk verstuurd naar de BOR applicatie. Het is dus niet relevant welke data in het geopende project staat (de berichten worden altijd gegenereerd op basis van mutaties op objecten in de database). Het aanmaken en vervolgens laten versturen van de nog te versturen berichten voor BOR en het SVB-BGT worden via aparte functies gestart: IMGeo Genereer horizontaal StUF-Geo bericht (BOR) en IMGeo Genereer verticaal StUF-Geo bericht (LV). Pagina 15 van 41

Algemene beschrijving werklijst In dit scherm is een aantal filters in te stellen waarmee de gebruiker de mogelijkheid heeft om niet alle objecten te versturen. Let er echter op dat dit consistent wordt gehouden over alle berichten die worden verzonden, anders kunnen er onverwachte resultaten ontstaan. Filters die gezet kunnen worden zijn: lagen, objectcodeset en bronhouder. Lagen Hier kan geselecteerd worden op welke lagen de objecten moeten staan waarvan berichten gemaakt moeten worden. Let er op dat als een object van laag wijzigt, beide lagen moeten worden gebruikt om een valide bericht te krijgen. N.B.: in tegenstelling tot het verticale berichtenverkeer is het in het horizontale berichtenverkeer wel toegestaan om geplande objecten uit te wisselen. Informeer bij je BOR leverancier of dit ondersteund wordt. Objectcodeset Hier kan worden gekozen een objectcodeset te gebruiken als filter. Alle objecten met een objectcode die niet in deze objectcodeset zitten, worden niet geëxporteerd. Houdt er hierbij ook rekening mee dat, om objecten die wijzigen van objectcode als mutatie in een bericht te krijgen, allebei de objectcodes moeten worden geëxporteerd. Bronhouder In het extra tabblad dat verschijnt door het vinkje aan te zetten bij Gebruik bronhouderfilter kan een lijst worden opgegeven welke bronhouders geëxporteerd moeten worden. Door de bronhouders aan de actieve filters toe te voegen, zorg je ervoor dat objecten met deze bronhouder wel worden toegevoegd aan de horizontale berichten. Pagina 16 van 41

Algemene beschrijving werklijst Wanneer niet alle instellingen juist zijn, zal de OK-knop in grijs worden weergegeven. Wanneer op OK geklikt wordt, dan zal een gebruikersnaam en wachtwoord ingetoetst moeten worden (dezelfde gebruikersnaam/wachtwoord als bij check-out/check-in). Hierna zal het genereren van berichten worden gestart. Mochten er nog berichten zijn in de database die nog niet zijn verzonden, dan volgt de volgende melding en zal het op een later tijdstip opnieuw geprobeerd moeten worden. Dit om te voorkomen dat mutatie op mutatie wordt verstuurd waarbij de was-objecten niet overeenkomen met de versie van het object die de andere partij heeft. 4.3 Export horizontale StUF-Geo berichten (t.b.v. Geo - BOR) naar een bestand Voor bijzondere gevallen kan een StUF-Geo IMGeo bestand aangemaakt worden met daarin alle horizontale berichten voor BOR. Dit kan gebruikt worden bij een initiële vulling van een BOR applicatie of confrontatie met een BOR applicatie. Gebruik bij een dergelijke export het type StUF-Geo IMGeo (Geo-BOR) en het tijdsinterval Gewijzigd t.o.v. BOR. Pagina 17 van 41

Algemene beschrijving werklijst Instellingen voor de aanmaak van een bestand met daarin horizontale BOR StUF-Geo IMGeo berichten 4.4 Bestaand berichtenverkeer met BAG Het bestaande berichtenverkeer met de BAG-applicaties van Centric en Vicrea werken met een aparte werklijst en zijn niet gebaseerd op StUF-Geo. Voor een juiste werking met dg DIALOG BGT 7.5 is een aanpassing van het onderliggende dg DIALOG component GeoXchange nodig. De helpdesk kan u informeren over de beschikbaarheid van de combinatie van dg DIALOG BGT 7.5 en het BAG berichtenverkeer. Het berichtenverkeer met GBGeo (Groenestein) en UDS-BAG (UrbiData) wordt niet meer geleverd. Pagina 18 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT 5 StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT De werklijst zoals beschreven voor het berichtenverkeer met BOR werkt grotendeels hetzelfde als met het automatische berichtenverkeer met het SVB-BGT. Afhankelijk van het soort bericht worden via de rechtermuisknop in de werklijst mogelijke acties voorgesteld. Mutaties die door het SVB-BGT geleverd worden kunnen i.t.t. die van BOR niet geweigerd worden. Alle mutaties die van het SVB-BGT afkomstig zijn moeten altijd verwerkt worden. Als het automatische berichtenverkeer geïnstalleerd en operationeel is kunnen op elk moment automatisch berichten aan de werklijst toegevoegd worden. Dit zijn dan dezelfde soort mutaties die (voorheen) ook via de bestandsleveringen vanuit Bravo in een StUF-Geo bestand geleverd worden. Dus in plaats van het handmatig downloaden van de StUF-Geo bestanden worden de mutaties nu automatisch in de werklijst geplaatst. Bij deze verwerking wordt ook geometrisch gefilterd op het in dg DIALOG BGT aanwezige contour van het interessegebied. Zo worden alleen mutaties aan de werklijst toegevoegd die ook daadwerkelijk binnen het interessegebied liggen. 5.1 Aanmaak objectcodes voor berichtenverkeer Voor de juiste werking van het berichtenverkeer zijn er drie nieuwe objectcodes nodig. In de standaard metadata van Sweco zijn dit: 1301 Exploratieverzoek (punt, lijn of vlak) 1302 VoorAankondigingsVerzoek (vlak) 1303 Interessegebied ((multi)vlak). Bij de aanmaak van deze objectcodes moet voor het datamodel Berichtenverkeer gekozen worden. Via de knop Attributen kan per objectcode aangegeven worden wat voor soort objectcode het binnen het datamodel Berichtenverkeer is. Pagina 19 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT Voor de weergave in dg DIALOG BGT is het handig om de legenda als volgt in te stellen: Met de optie Rand wordt niet het gehele vlak gevuld maar enkel de rand. De breedte van de rand is instelbaar (in het voorbeeld een rand van 5 meter). Bij de objectcode voor het interessegebied kan een bredere rand ingesteld worden omdat dit gebied veel groter is, bijvoorbeeld 75 of 100 meter. Een exploratieverzoek is vaak weer wat kleiner en dan kan een smallere rand (2,5 meter) weer beter zijn. Pagina 20 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT voorbeeldweergave van een interessegebied (vlak) met gevulde rand 5.2 Interessegebieden Voor de verschillende varianten van berichtenverkeer is het mogelijk om verschillende interessegebieden te hebben. Voor het verticale berichtenverkeer is een interessegebied verplicht. Bij het horizontale berichtenverkeer is een interessegebied optioneel. Interessegebieden zijn vlak of multivlak objecten die zich in de database bevinden en gekoppeld zijn aan een type berichtenverkeer. 5.2.1 Interessegebied toevoegen aan database Het interessegebied moet, voordat het berichtenverkeer daadwerkelijk kan starten, toegevoegd worden aan de database. Aangeraden wordt om hiervoor een nieuwe topolaag in Oracle aan te maken met de naam Interessegebieden. Dit kan door het interessegebied met de juiste objectcode en op de juiste laag te laden in de database (of via check-out/check-in aan de database toe te voegen). Indien een aparte laag niet gewenst is dan kan er bij check-out ook gekozen worden voor een objectcodeset waar de VAV geen onderdeel van uitmaakt. De objectcode voor het interessegebied heeft behalve het type interessegebied ook een Naam attribuut. Deze naam wordt gebruikt bij het instellen van het interessegebied in de metadata. 5.2.2 Interessegebied koppelen aan berichtenverkeer Nadat er een interessegebied in de database is opgenomen kan deze worden gekoppeld aan het berichtenverkeer. Dit kan worden ingesteld in de metadata als ook op de database ingelogd Pagina 21 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT wordt. Berichtenverkeerinstellingen zijn te vinden onder IMGeo Berichtenverkeer. In dit venster kan aan de hand van de naam van het interessegebied een koppeling gemaakt worden met de verschillende vormen van berichtenverkeer. 5.3 VoorAankondigingsVerzoek Een VoorAankondigingsVerzoek (VAV) is een bericht vanuit een bronhouder aan het SVB-BGT waarmee kenbaar wordt gemaakt dat er in een gebied mutaties doorgevoerd gaan worden. Hiermee worden collega-bronhouders gewaarschuwd dat in dat gebied gemuteerd gaat worden en zo kunnen conflicterende mutaties voorkomen worden. Er is weinig functionaliteit nodig voor VAV s. Ze kunnen aangemaakt en verstuurd worden. Indien nodig kunnen ze gemuteerd worden. Ontvangen VAV s van andere bronhouders kunnen alleen geraadpleegd worden. 5.3.1 VoorAankondigingsVerzoek aanmaken Voor het maken van een VAV wordt een vlak getekend in de daarvoor aangemaakte objectcode en op een willekeurige topolaag. Ook moet een VAV voorzien worden van attributen (begin- en de verwachte einddatum en een eventueel toelichting). Objecten met een VAV objectcode worden niet meegenomen bij check-in/check-out. De VAVs kunnen alleen gemaakt worden om te versturen en worden dus na versturen niet opgeslagen in de database. 5.3.2 VoorAankondigingsVerzoek versturen Zodra het VAV is aangemaakt kan deze verstuurd worden via het menu IMGeo VoorAankondingsVerzoek versturen. Na het versturen kan deze weer verwijderd worden. Als een VAV eenmaal geregistreerd is in de LV-BGT zal deze ook automatisch weer teruggestuurd worden als het VAV het interessegebied raakt én overlapt met BGT-objecten met uw eigen bronhoudercode. Het geregistreerde VAV komt dan binnen op de berichtenverkeerlaag. Pagina 22 van 41

StUF-Geo berichtenverkeer met SVB-BGT 5.3.3 VoorAankondigingsVerzoek muteren Een eenmaal verstuurde VAV kan gemuteerd worden door deze te kopiëren van de berichtenverkeerlaag uit Oracle naar een lokale topolaag en deze vervolgens aan te passen en weer opnieuw te sturen (de identificatie blijft dan behouden en het bericht wordt gezien als een mutatie op het eerder verstuurde VAV-bericht). 5.4 Mutatieberichten verwerken In de werklijst kunnen berichten binnenkomen van andere bronhouders. Deze moeten in de dg DIALOG BGT database verwerkt worden. Dit verwerken gaat op dezelfde manier als bij berichten van de BOR applicatie. Lees daarom eerst hetgeen in hoofdstuk 4 Algemene beschrijving werklijst is beschreven. Samengevat: Het gebied met daarin 1 of meer mutaties moet uitgecheckt worden (ook de Berichtenverkeerlaag mee uitchecken). De werklijst is na de check-out ingedikt tot de items die in het gebied liggen. De mutaties kunnen via rechtermuisknop één voor één overgenomen worden. Ook kunnen meerdere mutaties tegelijkertijd overgenomen worden met de Shift en Ctrl knoppen. Op deze manier kunnen de mutaties dus groepsgewijs verwerkt worden en hoeft er niet altijd een heel grote check-out gemaakt te worden. 5.5 Mutatieberichten versturen aan het SVB-BGT Mutaties kunnen in dg DIALOG BGT altijd gewoon doorgevoerd worden. Er hoeft niet gewacht te worden op goedkeuring door het SVB-BGT. Zodra een mutatie is verwerkt en het project is ingecheckt kunnen de mutaties geleverd worden aan het SVB-BGT. Dit gaat via het menu IMGeo Genereer verticaal StUF-Geo IMGeo bericht (LV). Ook hier moet ingelogd worden. Zie verder paragraaf 4.2 StUF-Geo Berichtengenerator. Pagina 23 van 41

IMGeo / BGT 6 IMGeo / BGT 6.1 Waarschuwing voor gebruik Beheerder attribuut Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat het IMGeo kenmerk Beheerder uit het IMGeo model gaat verdwijnen. Het advies is niet al te veel aandacht te besteden aan dit kenmerk. Wellicht dat een volgende versie van dg DIALOG BGT deze kolom automatisch verwijdert. 6.2 Defaults voor inwinnende instantie en bronhouder De default inwinnende instantie wijzigt voortaan direct mee als de default bronhouder veranderd wordt. Dit geldt voor zowel de instelling in de metadata als voor de instelling in het project. 6.3 Schijnmutaties worden automatisch verwijderd bij export Bij het aanmaken van een StUF-Geo IMGeo mutatiebestand op basis van de ruimtelijke database en tijdsinterval Gewijzigd t.o.v. LV BGT, wordt bepaald of er schijnmutaties zijn. Schijnmutaties zijn objecten die wel in de dg DIALOG BGT database gemuteerd zijn, maar voor de LV-BGT geen echte mutatie zijn. Een voorbeeld is het wijzigen van het Beheerder attribuut, dat niet met de landelijke voorziening uitgewisseld wordt. Voortaan wordt de LV-Sync status van deze objecten bij export automatisch veranderd, zodat dg DIALOG BGT dit niet langer als schijnmutaties ziet. De StUF-Geo IMGeo export kan dus de LV-Sync tabel van Oracle muteren voor deze export. 6.4 Controle of IMGeo objecten op de juiste laag staan Bij de IMGeo datamodelvalidatie (menu Gereedschap Validatie IMGeo Datamodelvalidatie) is een nieuwe optie beschikbaar om de controleren of objecten wel op de juiste laag staan volgens het IMGeo datamodel. Zo kan bijvoorbeeld gecontroleerd worden of inrichtende objecten niet (per ongeluk) op de opdelende laag geplaatst zijn. Wat de juiste IMGeo laag is, wordt bepaald door de instellingen uit menu IMGeo Instellingen Lagen. Pagina 24 van 41

IMGeo / BGT Pagina 25 van 41

Gebruik WFS 7 Gebruik WFS Vanaf versie 7.5 is het mogelijk om WFS data in dg DIALOG BGT te raadplegen en de data die middels een WFS getoond wordt te kopiëren naar een project. Hierbij is het ook mogelijk attribuutinformatie over te nemen. WFS data wordt getoond in de vorm van een laag. 7.1 Aanmaken WFS profiel Voordat WFS data getoond kan worden, moet er een WFS profiel aanwezig zijn. WFS profielen kunnen aangemaakt worden vanuit een project of vanuit de metadata. WFS profiel in project: Dit is aan te maken vanuit het lagenscherm (zie onderstaand figuur). Zo n profiel wordt opgeslagen als gebruikersinstelling en is daarna voor dezelfde gebruiker ook in andere projecten beschikbaar. WFS profiel in Metadata: Dit wordt aangemaakt via menu Bewerken WFS profielen beheren. De WFS profielen uit de metadata zijn voor alle gebruikers in ieder project beschikbaar. De wijze voor het aanmaken van een WFS profiel is hetzelfde voor een project en metadata. Hierbij verschijnt het volgende venster. Pagina 26 van 41

Gebruik WFS Bij het aanmaken van een WFS profiel kan gekozen worden tussen het zelf aanmaken of een voorgedefinieerd WFS profiel. De volgende WFS profielen op basis van PDOK zijn voorgedefinieerd: BAG BRK (kadastrale kaart) Bestuurlijke grenzen Nationaal wegenbestand RD Punten In de volgende stap worden de verbindingsgegevens gevraagd. Bij de voorgedefinieerde profielen zijn de naam en URL alvast ingevuld. De naam die voor het WFS-profiel wordt opgegeven zal de naam zijn waaronder het WFS-profiel zichtbaar is in het lagenscherm van een project. In het volgende venster worden de beschikbare lagen uit WFS getoond. Hier kan gekozen worden welke lagen uit de WFS getoond moeten worden en welke opmaak een betreffende laag moet krijgen. Tevens is het mogelijk per WFS-laag een attribuut te labelen zodat deze als Pagina 27 van 41

Gebruik WFS tekst zichtbaar wordt in het kaartbeeld. Dit kan ingesteld worden via het label-icoon. Indien beschikbaar kan hier ook een attribuutveld gekozen worden dat dient als rotatie voor de labels. Ook is het mogelijk iedere laag uit het WFS profiel te koppelen aan een objectcode. Deze objectcode wordt dan gebruikt indien data vanuit de WFS laag naar het project gekopieerd wordt. De betreffende laag wordt dan naar objecten met de ingestelde objectcode geschreven. In het laatste venster kan evt. een schaaldrempel opgegeven worden. Dit is bedoeld voor betere performance, zodat alleen data via WFS opgevraagd wordt als er voldoende ver is ingezoomd. 7.2 Tonen WFS Een WFS profiel kan als laag zichtbaar gezet worden vanuit het lagenscherm. Voeg hiervoor een (gedefinieerde) WFS laag toe via het plus-icoon in het lagenscherm. De WFS laag gedraagt zich verder als een normale laag waarbij de laag de volgende kenmerken heeft: Er kunnen meerdere WFS lagen getoond worden. Pagina 28 van 41

Gebruik WFS De laag kan versleept worden om de laagvolgorde voor het tekenen te bepalen. Objecten op een WFS laag gedragen zich alsof ze niveau 0 hebben. Indien niveau niet zichtbaar staat, wordt geen data van de WFS laag getoond. Er kan gesnapt worden op de WFS laag. Een WFS-laag is read-only. De weergave van de laag is altijd conform de instellingen van het profiel. Er kan niet één laagkleur ingesteld worden zoals bij andere lagen. Als er een schaaldrempel voor de laag is ingesteld wordt de laag niet meer getoond als buiten dit bereik is uitgezoomd. De data wordt via WFS opgehaald. Dit zal altijd trager zijn dan data uit het project zelf. Vandaar ook de mogelijkheid voor het instellen van een schaaldrempel. 7.3 Selecteren en kopiëren Objecten op de WFS laag kunnen geselecteerd worden. Vooralsnog geldt wel de beperking dat er geen multiselectie gemaakt kan worden. De opties Selecteer via rechthoek en polygoon werken niet voor WFS. Van een geselecteerd object kunnen ook attributen opgevraagd worden. Indien er multiattributen zijn (meerdere waardes bij één attribuut), dan worden deze in één veld getoond. Als scheidingsteken wordt een pipe-teken ( ) gebruikt. Objecten van de WFS laag kunnen naar de actieve laag gekopieerd worden. Een geselecteerd object kan naar het project gekopieerd worden via de knop kopieer naar actieve laag in de werkbalk Object. Pagina 29 van 41

Gebruik WFS Een heel gebied kan naar de actieve laag gekopieerd worden via de polygoonfunctie in de werkbalk Polygoon. Teken hiervoor eerst een polygoon van het gebied dat gekopieerd moet worden. Start daarna de polygoonfunctie, kies altijd de optie binnen en bepaal de manier waarop objecten gekopieerd moeten worden. De opties zijn: Helemaal: alleen objecten die volledig binnen polygoon vallen. Overlap: ook overlappende objecten worden gekopieerd. Knippen: objecten worden geknipt op de polygoonrand. Middenpunt: alleen objecten waarvan het middenpunt binnen de polygoon valt worden gekopieerd. Nadat de functie gestart wordt, komen een aantal vragen. Indien er ingelogd is op Oracle, er meerdere WFS-lagen of achtergrondprojecten zijn, komt een keuze van welke lagen de data gekopieerd moet worden. Indien er voor de WFS laag gekozen wordt, komt een bevestigingsvraag. Pagina 30 van 41

Gebruik WFS Vervolgens komt ook een vraag of attributen overgenomen moeten worden. Bij het kopiëren van de WFS laag naar de actieve laag, zullen de objecten de objectcode krijgen zoals ingesteld staat in het WFS profiel. Er zullen alleen attributen naar deze codes overgenomen worden indien: De betreffende objectcode exact dezelfde attribuutdefinitie heeft als de betreffende laag in WFS. De betreffende objectcode geen attributen heeft. Er zal dan een attribuutdefinitie aangemaakt worden. 7.4 WFS voor BRK Een WFS profiel voor de Basisregistratie Kadaster (BRK), voor het gebruik van de kadastrale kaart, kan op de volgende manier ingericht worden. In dit voorbeeld worden hiervoor de objectcodes 2501 t/m 2504 aangemaakt. Stap 1: maak objectcodes voor de BRK De WFS voor de BRK kent 4 lagen, waarvoor objectcodes gemaakt moeten worden, indien het gewenst is de BRK naar een project te kopiëren: Kadastrale grenzen, dit zijn de perceelgrenzen. In dit voorbeeld wordt objectcode 2501 gebruikt, gedefinieerd als lijnobject. Perceel, dit zijn de perceelvlakken. In dit voorbeeld wordt objectcode 2502 gebruikt als vlakobject. Annotatie, dit zijn teksten zoals huisnummers en straatnamen. In dit voorbeeld wordt objectcode 2503 gebruikt als lijnobject (tweepuntstekst). Bebouwing, dit zijn gebouwlijnen. In dit voorbeeld wordt objectcode 2504 gebruikt als lijnobject. Stap 2: definieer het WFS profiel Maak een voorgedefinieerd profiel aan en kies het type BRK. Selecteer de betreffende lagen in het volgende tabblad en stel de juiste objectcodes in. Pagina 31 van 41

Gebruik WFS Om bij de annotatie de teksten zichtbaar te krijgen, moet het tekst-attribuut gelabeld worden. Dit kan ingesteld worden door op het label-icoon te klikken. Kies het attribuut tekst om te labelen en kies het attribuut rotatiehoek als rotatie-attribuut voor de labels. Om de rotatie ook toe te kunnen passen moet de legenda-instelling ook juist ingesteld zijn. Klik voor de laag annotatie op het icoon verander legenda-instellingen. Zet vervolgens in het tabblad Font de rotatie op Lijn. Met deze instelling zullen van annotaties de tekstattributen getoond worden en geroteerd worden volgens de waarde van het attribuut rotatiehoek. Pagina 32 van 41

3D Weergave 8 3D Weergave Vanaf versie 7.5 is het mogelijk om 3D objecten voortaan in een 3D venster te bekijken. Dit geldt voor alle 3D objecten, zowel punt-, lijn- als vlakobjecten. Dit geeft meer mogelijkheden om de data visueel te controleren, bijvoorbeeld 3D metingen, DTM s of 3D topografie. Dit venster is een eerste stap in de ontwikkeling naar een volledige 3D applicatie. 8.1 Openen en gebruik 3D view Het 3D venster is een extra venster dat naast het gewone 2D grafische venster geopend kan worden. Dit venster kan altijd open staan en kan geopend worden via menu Beeld 3D Weergave. Om te bepalen welke data getoond wordt in het 3D venster, moet een gebied geselecteerd worden in het topografievenster / bovenaanzicht. Om zo n gebied te selecteren is de nieuwe knop Toon objecten in 3D venster beschikbaar in de werkbalk Grafisch. Hanteer de volgende volgorde van handelingen om data in 3D te bekijken: 1. Zet de data zichtbaar die in 3D getoond moet worden (juiste objectcodes, lagen,..). 2. Open het 3D venster. 3. Klik op de 3D-knop en sleep vervolgens een rechthoek om het gebied dat in 3D weergave getoond moet worden. De objecten van dit gebied worden in het 3d venster weergegeven. Let op, alleen de objecten waarvan alle coördinaten een Z-waarde hebben worden weergegeven in het 3D. Pagina 33 van 41

3D Weergave selectie in topovenster (links) en weergave in 3d venster (rechts) Het middelpunt van het 3D venster wordt bepaald door de getekende rechthoek en de objecten die daar (deels) binnen vallen. Het middelpunt van de getekende rechthoek wordt gebruikt voor de X- en Y-coördinaten van het rotatiepunt. De gemiddelde Z-coördinaat van alle objecten wordt gebruikt als Z-coördinaat van het rotatiepunt. De objecten zelf worden dus alleen gebruikt voor het bepalen van de gemiddelde Z-coördinaat. De X- en Y-coördinaten gaan op basis van de rechthoek die door de gebruiker wordt getekend. 8.2 Opties 3D venster De eerste keer dat er data in het 3D venster getoond wordt, zal het aanzicht vanaf de zijkant zijn. Om door de 3D te navigeren kunnen de volgende functies gebruikt worden: Scrollwiel muis: In- en uitzoomen in 3D venster. Pijltjes toetsen boven en beneden : Het aanzicht naar boven of beneden draaien Pijltjes toetsen links en rechts : Het aanzicht naar links en rechts draaien. Daarnaast kan onderin het scherm een Z-verschaling ingesteld worden (Z-scale). Hierdoor kunnen de Z-waardes van de objecten verschaald worden om meer diepte te kunnen zien. Voorbeeld met Z-schaal 1 Pagina 34 van 41

3D Weergave Voorbeeld met Z-schaal 3 Ten slotte is er ook een instelling voor de weergave modus van het 3d venster. Vlakobjecten worden altijd getrianguleerd voor de weergave in het 3D venster. Er zijn hierbij de volgende opties voor het weergeven: Polygon, hierbij worden vlakken ingekleurd afgebeeld, in dezelfde kleuren als in het topografie venster. Wireframe, hierbij worden alleen de lijnen van de getrianguleerde vlakken afgebeeld, in de kleuren van het topografievenster. Points, hierbij worden alleen de punten van alle objecten afgebeeld. Voorbeeld van weergavemode 'Wireframe' 8.3 Bekende beperkingen Objecten die cirkelbogen bevatten worden niet getekend in het 3D venster Objecten met coördinaten met een onbekende Z worden niet getekend Het middelpunt van het view wordt automatisch door dg DIALOG BGT bepaald. Om dit punt wordt geroteerd en dit punt kan niet aangepast worden. Het is niet bekend of het 3D-venster goed werkt vanuit virtuele omgevingen. Pagina 35 van 41

Overige wijzigingen 9 Overige wijzigingen 9.1 Voortgangsbalken bij uit- en inchecken en get uit spatial Er zijn verbeterde voorgangsbalken gemaakt bij het uitchecken, in checken en een get uit de ruimtelijke database. Hiermee kan de voortgang van deze processen beter gevolg worden. Het uitchecken bestaat uit 3 stappen, waarbij voor iedere stap de voortgangsbalk opnieuw gevuld wordt: Stap 1: Kopiëren attribuutdefinities naar project Stap 2: Kopiëren objecten van database naar project. Bij het uitchecken met exploderen volgt hierna nog een voortgangsbalk voor het exploderen. Stap 3: kopiëren plaatsbepalingspunten naar project Ook het inchecken bestaat uit drie stappen met vergelijkbare voortgangsbalken: Pagina 36 van 41

Overige wijzigingen Stap 1: Attribuutcontrole Stap 2: Objecten verwerken Stap 3: Plaatsbepalingspunten verwerken Bij uit- / inchecken met exploderen volgen eerst nog voortgangsbalken voor de vlakvorming en vlakdekkingcontrole. 9.2 Uitchecken met objectcodeset Bij het uitchecken kan voortaan een objectcodeset opgegeven worden. Alleen de objectcodes uit deze set zullen dan uitgecheckt worden. De overige objecten worden niet naar het project gekopieerd en worden ook niet gelockt in de database. Het uitchecken met een objectcodeset kan gecombineerd worden met alle andere uitcheckopties zoals exploderen van vlakken. Let hierbij wel op. Bij het uitchecken met exploderen zal altijd geprobeerd worden een buitenrand van de vlakken vast te stellen. Indien de objectcodeset geen vlakcodes bevat voor het betreffende gebied, zal het uitchecken met exploderen mislukken. 9.3 Meerdere lagen tegelijk aan- of uitzetten In het lagenvenster kunnen met de Shift- en Ctrl toetsen meerdere lagen geselecteerd worden. Via de rechtermuisoptie kunnen deze geselecteerde lagen in één keer zichtbaar of onzichtbaar gezet worden. 9.4 Kleine wijzigingen en verbeteringen Voortaan is er een laagselectie bij het kopiëren van achtergrond via de polygoonfunctie: Er kan gekozen worden van welke achtergrond- of spatiallagen er data naar de voorgrond gekopieerd moet worden. Pagina 37 van 41

Overige wijzigingen Het standaard niveaubereik staat voortaan op -4 tot 4. Hierdoor zal het tekenen van met name de spatiallagen sneller moeten gaan. Zoek op ID, GUID of LokaalID via de Navigatiebalk werkt voortaan op alle lagen. Bij het opslaan van sommige rapporten werd als voorkeurslocatie de map van de applicatie zelf gebruikt. Dit is nooit gewenst en vaak een afgeblokte map. Voortaan wordt altijd de rapport-map van het project gebruikt. Bij rapportages vanuit de metadata, wordt de map van de metadata zelf als standaard locatie gebruikt. Bij het wijzigen van de actuele objectcode (bijvoorbeeld via de knop in werkbalk Object) wordt ervoor gezorgd dat deze objectcode altijd in beeld is in het objectcodevenster. De opties in menu Beeld zijn alfabetisch gesorteerd. De logfiles voor TPS online worden voortaan bewaard in de rapportmap van het project. Bij het scrollen in het selectiescherm ingeval van een multiselectie worden nu ook in alle gevallen de attributen in het Objectattributenscherm getoond. Een multiselectie blijft nu actief na het uitvoeren van een gekozen actie. Dit geldt o.a. voor 'Verander niveau', 'Verplaats naar actieve laag', 'Objectcode wijzigen' e.d. Pagina 38 van 41

Overige wijzigingen De multiselectie blijft niet bestaan bij acties die een kopie maken van de elementen. Dit zijn: 'Kopiëren naar actieve laag' en 'Kopiëren naar niveau'. Als de rechtermuisfunctie Selectie via polygoon wordt afgebroken via de spatiebalk, wordt de polygoon niet langer als lijnobject opgeslagen. In de verschillende tussenversies zijn de volgende issues aangepast: 7.4.1 TPS Online Afstand opnieuw meten bij 'meet uitgebreid' kan voortaan ook reflectorloos 7.4.1 Berichtenverkeer Aanpassing in aanmaken berichten i.c.m. CLOB velden 7.4.1 Export Aanpassing SRS naam bij StUF-Geo export (coördinatensysteem) 7.4.1 Berichtenverkeer Test op lege codetabel bij opvragen codetabel. 7.4.1 Landmeten Een melding over een verworpen F-toets bij het verwerken van een inputfileset komt niet meer als er geen F-toets is (zoals bij een GPS- RTK meting). 7.4.1 Export Melding van het aantal geëxporteerde objecten en punten werd niet meer getoond. Dit is opgelost. 7.4.2 Berichtenverkeer Locken van berichtenverkeer tabellen en LV-Sync/BOR-Sync tabellen. 7.4.2 Interactief Selectie via rechthoek of polygoon tekent het venster niet opnieuw 7.4.2 Import Bij StUF-Geo import worden voortaan alle PBP's uit het bestand geteld en gerapporteerd. 7.4.2 Export StUF-Geo export: Aanpassing in SRS naam zodat exportbestanden weer door BRAVO verwerkt kunnen worden. 7.4.3 Interactief Snappen op punten die 'onder het geselecteerde object' liggen is nu mogelijk. 7.4.3 Spatial Verbeterde controle of de spatial index op dgdtw_topopoints tabel aanwezig is. 7.4.3 Export Aanpassing TopoGML Gasunie export voor diepteberekening. 7.4.3 Import StUF-Geo import: aanpassing voor OSH naar code zonder 'type'. 7.4.3 Spatial Tonen ellipsen en standaardafwijking van de Z-waarde van coördinaten op spatiallagen. 7.4.4 Export Aanpassing in TopoGML Gasunie export. 7.4.4 Algemeen Het is mogelijk te switchen tussen 'mfc' en 'qt' eventloop, i.v.m. problemen met klikacties met een tablet-pc. Vraag eventueel Helpdesk om toelichting hoe te handelen in geval van problemen met tablet-pc s. 9.5 Opgeloste fouten Indien bij export van grondslagpunten een bestand niet aangemaakt kon worden, crashte de applicatie. Dit is opgelost. Een project werd niet goed geopend indien het bestand Symbdata.db al in het project aanwezig was. Dit bestand hoort uit de metadata naar het project gekopieerd te worden bij openen of aanmaken van een nieuw project. Dit is opgelost. De optie Puntnummer behouden uit menu Meting Instellingen meetverwerking, kon tot een crash leiden bij het doorboeken van de detaillaag naar de topolaag indien één van de objecten op de detaillaag attributen heeft. Dit is opgelost. Bij het instellen van een kleur via de voor gedefinieerde kleuren uit de metadata, kon een veel gevallen het allereerste kleurvak niet geselecteerd worden. Dit is opgelost. Muteren van puntobjecten op een vlak objectcode ging niet goed bij een check-out met exploderen. Dit is opgelost. 7.4.1 Spatial Incheckmacro werd niet gebruikt bij inchecken. Dit is opgelost. 7.4.1 Globespotter Een gemeten punt via Globespotter kon niet door alle functies gebruikt worden. Dit is opgelost. Pagina 39 van 41