BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1820/ Kamps - Quality Bakers I. MELDING 1. Op 1 maart 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Kamps AG voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Quality Bakers (Europe) B.V. 2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 48 van 8 maart 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 3. Kamps AG (hierna: Kamps) is een rechtspersoon naar Duits recht. De aandelen van Kamps worden verhandeld op de beurs van Frankfurt. Kamps is actief op het gebied van de productie, verkoop en distributie van brood, gebak en banketproducten. 4. Quality Bakers (Europe) B.V. (hierna: Quality Bakers) is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de Maxeres-groep en heeft als dochters Quality Bakers (Nederland) B.V. en Quality Bakers Picardie SARL. Quality Bakers is actief op het gebied van de productie, verkoop en distributie van brood, gebak en banketproducten. III. DE GEMELDE OPERATIE 5. De gemelde operatie berust op een Letter of Intent d.d. 3 februari 2000. Kamps zal, via haar nieuw op te richten Nederlandse dochtermaatschappij Kamps Nederland, van Maxeres N.V. alle aandelen in Quality Bakers kopen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5, omschreven transactie leidt er toe dat Kamps uitsluitende zeggenschap verwerft over Quality Bakers.
7. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Kamps en Quality Bakers. 8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 9. Partijen zijn beide actief op het gebied van de productie, verkoop en distributie van brood, gebak en banketproducten. Kamps levert voornamelijk via franchisefilialen (Bakkerij Bart en t Stoepje) aan de consument. Quality Bakers belevert vrijwel uitsluitend het supermarktkanaal. Opvatting van partijen 10. Partijen geven aan dat de relevante markten die door de concentratie benvloed worden, de markt voor de productie, verkoop en distributie van brood enerzijds en de markt voor de productie, verkoop en distributie van gebak en banket anderzijds zijn. Ten aanzien van de broodmarkt zijn partijen van mening dat geen nader onderscheid met betrekking tot dagvers brood, voorgebakken brood en broodproducten dient te worden gemaakt. Partijen zijn van oordeel dat bedoelde (brood-) producten zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde substitueerbaar zijn. Bakkerijbedrijven produceren doorgaans producten die behoren tot de drie genoemde deelmarkten. 11. Voorts zijn partijen van mening dat een nadere onderverdeling van de bovengenoemde relevante markten al naar gelang wordt geleverd aan grootafnemers dan wel aan klein-afnemers en consumenten, achterwege dient te blijven. Beoordeling 12. In eerdere besluiten is ten aanzien van brood in het midden gelaten of sprake is van onderscheiden markten met betrekking tot dagvers brood en niet-dagvers brood (te weten: voorgebakken brood en broodproducten).[1] Ook in het onderhavige besluit kan in het midden gelaten worden of separate markten moeten worden onderscheiden voor dagvers en niet-dagvers brood, aangezien de uiteindelijke beoordeling van de gevolgen van de onderhavige concentratie hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 18). 13. Ten aanzien van gebak[2] en banket[3] kan in het onderhavige geval in het midden gelaten worden of ze tot dezelfde markt behoren of dat een nader onderscheid dient te worden gemaakt, aangezien dit de materile beoordeling van de zaak niet benvloedt (zie punt 22). 14. Of ten slotte een nader onderscheid naar distributiekanaal (naar groot-
afnemers, zoals supermarktketens, dan wel naar klein-afnemers, zoals bakkerswinkels, en consumenten) dient te worden gemaakt, kan in het onderhavige geval eveneens in het midden gelaten worden, aangezien dit de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 24). Relevante geografische markten 15. Partijen betogen dat indien de markten voor de productie, distributie en verkoop van zowel brood als banket en gebak niet behoeven te worden onderverdeeld naar levering aan groot-afnemers dan wel aan klein-afnemers en consumenten, de concentratie vanuit nationaal perspectief beoordeeld dient te worden. 16. Met partijen kan worden aangenomen dat in het onderhavige geval de concentratie kan worden beoordeeld vanuit nationaal perspectief. Quality Bakers levert voornamelijk aan het (nationale) supermarktkanaal. De inkoop door de supermarktketens vindt overwegend op centraal niveau plaats. Kamps levert voornamelijk via franchisefilialen aan de consument. De franchiseformule wordt in geheel Nederland gexploiteerd. Ook de belangrijkste concurrenten van partijen zijn landelijk actief. Een analyse van de gevolgen van de transactie op lokaal niveau lijkt in ieder geval de materile beoordeling niet te benvloeden. Volgens partijen weerspiegelt het landelijke marktaandeel van Kamps (de enige die aan bakkerswinkels levert) haar lokale marktaandelen (zie punten 18 en 22). 17. Overwogen kan worden dat de levering van niet-dagvers brood mogelijk een ruimere markt bestrijkt dan de nationale, omdat uit onderzoek onder afnemers is gebleken dat buitenlandse leveranciers van niet-dagvers brood, met name uit Frankrijk en Engeland, als beste alternatief worden gezien voor Nederlandse leveranciers. Echter, in het onderhavige geval kan dit in het midden gelaten worden, aangezien Quality Bakers primair in Nederland actief is. B. Gevolgen van de concentratie Brood 18. Op basis van de meeste recente GKF-gegevens, vertegenwoordigt de totale broodmarkt (in consumentenwaarde) in Nederland 2,9 miljard gulden.[4] Indien deze totale broodmarkt als uitgangspunt wordt genomen, bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen na de concentratie minder dan 15%. Indien een nader onderscheid wordt gemaakt naar dagvers brood en nietdagvers brood bedraagt het aandeel respectievelijk [10%-20%]* en [20%-30%] [5]. 19. Op de broodmarkt (op beide segmenten: dagvers en niet-dagvers) zijn in Nederland andere sterke spelers actief, bijvoorbeeld Bakkersland en Bake Five. Deze concurrenten zijn qua marktaandeel vergelijkbaar met elkaar of soms sterker dan partijen. Ondervraagde afnemers beschouwen deze twee als beste alternatief voor partijen en in veel gevallen nemen ze brood van alle drie ondernemingen af. 20. Daarnaast geldt dat er van de kant van de afnemers sprake is van een zekere inkoopmacht. Circa 70% van al het brood in Nederland wordt via de supermarkt gekocht.[6] Grote afnemers zijn bijvoorbeeld Albert Heijn, Trade
Service Nederland en Superunie. 21. Ten slotte dient overwogen te worden dat het geografische gebied waarin niet-dagvers brood geleverd kan worden ruimer is dan dat voor dagvers brood en dat partijen ook concurrentiedruk kunnen ondervinden van een aantal buitenlandse leveranciers van niet-dagvers brood. Gebak en banket 22. Volgens gegevens van het Nederlandse Bakkerij Centrum vertegenwoordigde de totale markt voor gebak in 1999 in Nederland een waarde van NLG 565 miljoen. Volgens het Studiecentrum Snacks en Zoetwaren vertegenwoordigde de markt voor banket in 1998 in Nederland een waarde van circa NLG 600 miljoen. Indien geen onderscheid dient te worden gemaakt tussen gebak en banket en deze tot een en dezelfde markt dienen te worden gerekend, hebben partijen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15% in Nederland. Indien een onderscheid zou worden gemaakt naar gebak en banket, zal het gezamenlijke aandeel van partijen in Nederland in beide gevallen minder dan 20% bedragen. 23. Sterke spelers en afnemers, zoals op de bovengenoemde broodmarkt, zijn ook op het gebied van gebak en banket in Nederland actief. Distributiekanaal 24. Ten slotte, wanneer een onderscheid wordt gemaakt naar levering aan groot-afnemers dan wel aan klein-afnemers en consumenten, blijkt dat er nauwelijks sprake is van een overlapping. Quality Bakers levert vrijwel uitsluitend aan supermarkten en Kamps levert voornamelijk via franchisefilialen (bakkerswinkels) aan de consument. 25. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat in het onderhavige geval geen reden is om aan te nemen dat een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt voor brood, gebak en banket op significante wijze wordt belemmerd. VI. CONCLUSIE 26. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 27. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 28 maart 2000 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Zie zaaknr. 988/Quality Bakers Erkens Bakkerijen, besluit van 18 augustus 1998 en zaaknr. 1089/Oveneen, besluit van 21 december 1998. [2] Onder gebak wordt verstaan vers gebak (dagverse taart, gebakjes en schnitten), diepgevroren gebak, cake en vlaaien. [3] Onder banket wordt verstaan de aan brood gerelateerde producten als donuts, muffins, bolussen, eierkoeken, oliebollen, koekjes e.d. [4] Bron: GKF 1999 gecorrigeerd met factor 1.3 n.a.v. grootte en samenstelling steekproef (hierin alleen opgenomen huishoudelijk verbruik). Deze gegevens zijn afkomstig van een concurrent. Partijen hebben gegevens over 1998 van twee bronnen aangegeven:(i) het Nederlands Bakkerij Centrum (gebaseerd op gegevens over 1998 van het GKF), op grond waarvan de totale broodmarkt in Nederland een consumentenwaarde van circa NLG 2,8 miljard zou bedragen, en (ii) het CBS, dat de binnenlandse consumptieve bestedingen aan brood, beschuit en broodproducten in 1998 op ruim NLG 3,5 miljard schat. * In deze openbare versie van het onderhavige besluit zijn delen van de tekst weggelaten of vervangen door een bandbreedte om redenen van vertrouwelijkheid. Dit wordt aangegeven door middel van vierkante haken. [5] Op grond van de GKF-gegevens over 1999 bedroeg de markt voor dagvers brood in Nederland circa NLG 2,5 miljard en voor niet-dagvers brood (voorgebakken brood en broodsnacks) circa NLG 384 miljoen. Op grond van de door partijen geleverde gegevens over 1998, bedroeg de markt voor dagvers brood in Nederland tussen de NLG 2,6 en 3,3 miljard. [6] Bron: NBC de structuur van de bakkerij 1998.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.