Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 juli 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Zwanenberg Food Group Holding B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Boekos Food Group B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 134 van 16 juli Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Zwanenberg Food Group Holding B.V. (hierna: Zwanenberg) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zwanenberg is een dochteronderneming van Meatpoint B.V. die aan het hoofd staat van de Meatpoint-groep. De Meatpoint-groep bestaat uit twee onderdelen: Cluster Zwanenberg Food Group en Cluster Zwanenberg U.K. Zwanenburg is actief op het gebied van de productie en verkoop van vleeswaren en vleesconserven voor de binnenlandse en buitenlandse markt. 3. Boekos Food Group B.V. (hierna: Boekos) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Van de aandelen van Boekos is 51% in handen van Miverco B.V. en 49% in handen van Luissier S.A. Boekos staat aan het hoofd van de volgende ondernemingen: Boekos B.V., Boekos Onroerend Goed Exploitatiemaatschappij B.V., B.V. Het Luilekkerland van Den Bosch, Boekos Helmond B.V., Boekos Onroerend Goed Exploitatiemaatschappij Helmond B.V., Homburg-Boekos Vleeswaren B.V., Onroerend Goed Maatschappij Homburg Boekos Vleeswaren B.V., Homburg Conserven B.V., Onroerend Goed Maatschappij Homburg Conserven B.V. en Homburg/Niers Conserven B.V. Boekos is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van de productie en verkoop van vers vlees, vleeswaren en vleesconserven voor de binnenlandse en buitenlandse markt. Daarnaast is Boekos nog actief op de markt voor vers vlees en pluimveevleesproducten (waaronder snacks). III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie berust op een concept Share Purchase Agreement d.d. 30 juli 2001 tussen Luissier S.A., Miverco B.V. en Zwanenberg Food Group Holding B.V. en behelst de overname door Zwanenberg van de geplaatste aandelen van Miverco B.V. en Luissier S.A. in het kapitaal van

2 Boekos. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Zwanenberg uitsluitende zeggenschap verwerft over Boekos. 6. Betrokken ondernemingen zijn Zwanenberg en Boekos. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt(en) 8. Naar het oordeel van partijen is de af te bakenen relevante markt de markt voor vleeswaren en vleesconserven. Het verschil tussen vleeswaren en vleesconserven houdt verband met de wijze van bereiding. Vleeswaren zijn (i) vers, (ii) gepasteuriseerd of (iii) gefermenteerd (worst). Vleesconserven ondergaan daarentegen een sterilisatieproces en zijn om die reden langer houdbaar; ze worden doorgaans in blik of potten verpakt. Door vleeswaren te conditioneren is het mogelijk ze gedurende langere periode te bewaren. Partijen stellen dat vleeswaren en -conserven, bezien vanuit de consument, in beginsel onderling uitwisselbaar zijn. 9. Partijen geven aan dat een verdere opdeling in aparte markten voor vleeswaren en vleesconserven mogelijk is, gelet op het verschil in productieproces, de beperktere houdbaarheid van vleeswaren en de mogelijkheid dat consumenten vleeswaren over het algemeen zullen beschouwen als een verser product dan vleesconserven. Tevens stellen partijen dat het mogelijk is de markt voor vleeswaren onder te verdelen in een huishoudelijke[1] en een buitenhuishoudelijke[2] markt. Hierbij geven partijen aan dat afnemers op de huishoudelijke markt de vleeswaren doorgaans deels aangeleverd willen krijgen in bulk, waarna het snijden en verpakken voor eigen rekening genomen wordt. Afnemers op de buitenhuishoudelijke markt willen de vleeswaren hoofdzakelijk in plakjes gesneden en voorverpakt ontvangen. Om vleeswaren in plakjes te kunnen snijden zijn snijlijnen nodig. 10. Voor de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de markt voor vleeswaren en vleesconserven verder moet worden opgedeeld[3], omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 13). Relevante geografische markt(en) 11. Partijen verwijzen naar eerdere besluiten van de NMa[4], waarin

3 aangegeven wordt dat er sterke aanwijzingen zijn dat met name de (deel) markt voor vleesconserven ruimer dan nationaal is nu vleesconserven gedurende langere tijd bewaard kunnen worden. Hierbij geven partijen aan dat ook geconditioneerde vleeswaren gedurende lange tijd bewaard kunnen worden. Transport over langere afstanden vormt geen probleem, waardoor in de praktijk dan ook aanzienlijke hoeveelheden worden gexporteerd. Partijen zijn derhalve van mening dat de geografische markt voor vleeswaren en vleesconserven de Europese Unie betreft, althans ruimer is dan nationaal. 12. Hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat met name de (deel)markt voor vleesconserven ruimer dan nationaal is,[5] kan in onderhavige zaak, evenals in de reeds aangehaalde eerdere besluiten, in het midden blijven of de markt(en) voor vleeswaren en vleesconserven nationaal of ruimer dan nationaal is(zijn), omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 13). B. Gevolgen van de concentratie 13. Op een Nederlandse markt voor vleeswaren en vleesconserven hebben partijen gezamenlijk een marktaandeel van [20-30]%*.[6] Indien een onderscheid zou worden gemaakt naar vleeswaren enerzijds en vleesconserven anderzijds dan zijn de gezamenlijke marktaandelen van partijen respectievelijk [10-20]% en [20-30]%.[7] Op ruimer dan nationaal afgebakende markten zijn de gezamenlijke marktaandelen van partijen aanzienlijk lager. Indien binnen de (deel)markt voor vleeswaren een onderscheid gemaakt zou worden naar een huishoudelijke markt en een buitenhuishoudelijke markt, dan is het gezamenlijke marktaandeel van partijen in Nederland respectievelijk [10-20]% en [10-20]%. Hierbij kan worden aangetekend dat Boekos op de buitenhuishoudelijke markt slechts in zeer geringe mate actief is. 14. Naast partijen zijn ook andere grote, financieel krachtige spelers, zoals Sara Lee Meat Products, Compaxo Vleeswaren, Van de Berg B.V. (Unilever) en Cebeco Meat Products actief op de markt voor vleeswaren en vleesconserven. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op de Nederlandse markt of een deel daarvan. VI. NEVENRESTRICTIES 15. Partijen hebben verzocht een non-concurrentiebeding aan te merken als nevenrestrictie. Dit non-concurrentiebeding is neergelegd in artikel 11 van de concept Share Purchase Agreement d.d. 30 juli 2001 en verbiedt de verkopende partijen om gedurende drie jaar na de totstandbrenging van de concentratie actief te zijn op het gebied van de productie en verkoop van meatsnacks en daaraan aanverwante producten in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk. Partijen stellen dat het overeengekomen nonconcurrentiebeding noodzakelijk is voor de totstandbrenging van de concentratie aangezien Zwanenberg de gehele Boekos groep overneemt inclusief de goodwill en de knowhow omtrent toeleveranciers, afnemers, productiemethoden en businessplannen. 16. De koper dient tot op zekere hoogte beschermd te worden tegen

4 concurrerend handelen van de verkoper, teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Gelet op de overdracht van knowhow en goodwill die met de gemelde transactie gemoeid zijn kan het non-concurrentiebeding als rechtstreeks verbonden aan de concentratie en noodzakelijk voor de verwezenlijking daarvan en derhalve als nevenrestrictie worden aangemerkt. VII. CONCLUSIE 17. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 18. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 19. Gelet op de overwegingen 15 en 16 is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in punt 15 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor deze overeenkomst. Datum: 2 augustus 2001 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. W.C.J. de Lange Wnd. directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam [1] Hieronder wordt verstaan: supermarkten en slagerijen, die verkopen aan de eindgebruikers voor gebruik thuis.

5 [2] Hieronder wordt verstaan: horeca, cateraars, instellingen (ziekenhuizen e.d.) die verkopen aan eindgebruikers voor gebruik buitenshuis. [3] Vergelijk onder meer het besluit van 21 oktober 1999 in zaak 1547/Sara Lee Meester, punt 16 en het besluit van 28 juli 1999 in zaak 1402/Zwanenberg Offerman, punt 13. [4] Besluit in zaak 1547/Sara Lee Meester, reeds aangehaald en het besluit in zaak 1402/Zwanenberg Offerman, reeds aangehaald. [5] Van de door partijen geproduceerde vleesconserven wordt meer dan de helft gexporteerd * In deze openbare versie van het onderhavige besluit zijn delen van de tekst weggelaten of vervangen door een bandbreedte om redenen van vertrouwelijkheid. Dit wordt aangegeven door middel van vierkante haken. [6] Bron: Productschap voor Vee, Vlees en Eieren (PVE), rapport Vlees, cijfers en trends [7] Bron: Productschap voor Vee, Vlees en Eieren (PVE). Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.