Pedagogische kwaliteit 83



Vergelijkbare documenten
STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Juridische medewerker

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Informatie-avond havo 3. Voorlichting HaCo / Decanaat

Van mbo en havo naar hbo

Leraar, je wist dat je het was.

Samenvatting en conclusies

Doorstroom in het ROC

Onderzoek: Studiekeuze

Help ik ben geslaagd, wat nu? Thijs van der Heijden

Belastingwetgeving 2015

Invoering WIK een goede zet!

Vragenlijst leerlingen nameting

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Invoering WIK een goede zet!

Pedagogische kwaliteit 82

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Onderzoek als project

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN - 1 HOOFDSTUK 1

Centrum voor Onderwijsinnovatie en Onderzoek. Fontys Hogescholen. Ivonne Jürgens Click Coaching&Consult

Elke Denoo Eline Grouwels Ruth Jamers Sarah Van Leuvenhaege

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

Adviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor

Doorstroom mbo-hbo: studenten aan het woord over studiekeuze, verwachtingen en beleving NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo

Enquête leerlingtevredenheid onderbouw DL jan.15

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Grafentheorie voor bouwkundigen

Sociale Competentie in het Rotterdamse Onderwijs

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

Factsheet. Samenvatting

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Dienst Studentenzaken Risicoprofiel nieuwe studenten

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Waarom ga je dat doen volgend jaar?

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

De basis van het Boekhouden

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Fase B. Entree. Leerstijlen Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Studeren met een functiebeperking

Zevende, herziene druk, derde oplage Illustraties Richard Flohr. C.E. Zegwaart-Braam

Informatie-avond havo 3 Havisten Competent. Voorlichting HACO / Decanaat

HBO SCAN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN

AOC Terra het Groene Lyceum tweede werkconferentie 14 november 2012

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Schoolportretten bij onderzoek naar examens in extra vakken / vakken op een hoger niveau

WELKOM!! Workshop Het vervolg van matching: doorstroom naar studieloopbaanbegeleiding. Indra Newton Willem Vrooland

Zoek het uit! Opdrachten. Studiekeuze123.nl

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

VOORTGEZET ONDERWIJS MBO

Doorstroomdossier. 4 mavo > 4 havo

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Werkbelevingsonderzoek 2013

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april Towers Watson. All rights reserved.

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO

Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine) Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine)

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

*) Dit is ook het aantal respondenten waarop de cijfers en grafieken in dit rapport zijn gebaseerd, tenzij anders aangegeven.

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S Klas: CE 2b

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

Management & Organisatie. Een mooi vak in de bovenbouw van de HAVO en het VWO

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Gebruikershandleiding Statistieken

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Bedrijfsadministratie MBA

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

Blok 1 - Introductie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wel of niet naar het buitenland?

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

MBO-HBO DOORSTROOMASSESSMENT

Transcriptie:

KORTLOPEND ONDERWIJSONDERZOEK Pedagogische kwaliteit 83 Van havo naar hbo Ervaringen met het programma Havisten Competent Mechtild Derriks Margaretha Vergeer

Van havo naar hbo Ervaringen met het programma Havisten Competent Mechtild Derriks Margaretha Vergeer

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Derriks M., Vergeer M.M. Van havo naar hbo. Ervaringen met het programma Havisten Competent Amsterdam: Kohnstamm Instituut. ISBN 978-90-6813-912-9 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Uitgave: Kohnstamm Instituut Plantage Muidergracht 24, Postbus 94208, 1018 TV Amsterdam Telefoon: 020-5251226 http:/www.kohnstamminstituut.uva.nl Copyright Kohnstamm Instituut, 2010 Dit onderzoek is gefinancierd uit het budget dat het ministerie van OCW jaarlijks beschikbaar stelt aan de LPC ten behoeve van Kortlopend Onderwijsonderzoek dat uitgevoerd wordt op verzoek van het onderwijsveld.

Inhoud Samenvatting 1 1 Opzet en uitvoering van het onderzoek 5 1.1 Achtergrond 5 1.2 Vraagstelling 7 1.3 Opzet en uitvoering van het onderzoek 7 2 Resultaten vragenlijst: ervaringen hbo studenten 13 2.1 Kenmerken respons 13 2.2 Studieverloop 14 2.3 Inschatting competenties 16 2.4 Oordeel over begeleidingsaspecten van de (voor)opleiding 19 2.6 Afstemmingsproblemen 21 3 Resultaten: gesprekken over ervaringen hbo studenten 25 3.1 Factoren van invloed op de studiekeuze 25 3.2 Verschillen tussen de manier van leren in havo en hbo 26 3.3 Voordeel van het haco-programma 27 3.4 Suggesties voor een betere aansluiting havo-hbo 28 4 Resultaten vragenlijst: ervaringen hbo-functionarissen 31 4.1 Kenmerken van de respons 31 4.2 Competenties 31 4.3 Studiekeuze en studieverloop 32 4.4 Succesfactoren eerste studiejaar hbo 33 5 In-, uit- en doorstroom gegevens 37 5.1 Werkwijze 37 5.2 Resultaten 37 6 Conclusies 41 Literatuurlijst 47

Samenvatting De centrale vraag in dit onderzoek is of studenten van een havo-opleiding waar het programma Havisten Competent aangeboden wordt daar aantoonbaar voordeel van hebben in hun hbo-propedeuse, vergeleken met studenten die het programma niet hebben gevolgd. Het programma bestaat uit een competentiegericht aanbod in de laatste drie leerjaren van het havo en is bedoeld om motivatieproblemen en uitval in het havo tegen te gaan en de aansluiting met het hbo te verbeteren door het bevorderen van een juiste studiekeuze en het succesvol doorlopen van het hbo. Bij het verzamelen van de gegevens is gebruik gemaakt van vragenlijsten bij hbostudenten en hbo-functionarissen, interviews bij een deel van deze hbo-studenten en administratieve gegevens van de hbo-opleidingen. De vragenlijst is ingevuld door 41 haco studenten en 24 niet-haco studenten. Met acht haco studenten is een verdiepend gesprek gevoerd en 21 hbo-functionarissen hebben een vragenlijst ingevuld. Daarnaast zijn de administratieve gegevens van de hbo-opleidingen over in-, uit- en doorstoom van studenten verzameld. Uitval Van de haco studenten is 20% gestopt, van de niet-haco studenten 17%. Dit - geringe- verschil is niet in lijn met de verwachting dat haco studenten een betere studiekeuze maken. Twijfels Er zijn geen verschillen tussen haco en niet-haco studenten in de mate waarin zij in het eerste studiejaar twijfels hebben gehad over hun opleiding. Degenen die nog steeds de opleiding van hun eerste keuze volgen, hebben over het algemeen weinig last van twijfels gehad. Inschatting beheersingsniveau van vaardigheden Op de negen competentiegebieden die centraal staan in het haco-programma hebben hbo-studenten ingeschat in hoeverre zij in de propedeuse iets hadden aan de geleerde vaardigheden. Alleen bij de vaardigheid reflecteren op de wijze waarop je in groepsopdrachten werkt zijn er significante verschillen gevonden tussen haco en niet-haco studenten. De haco studenten oordeelden hier positiever over dan de niethaco groep. 1

Mening over studiebegeleiding en oriëntatie op de vervolgopleiding Over de studiebegeleiding in de vooropleiding blijken studenten uit de niet-haco groep iets meer te spreken dan die uit de haco groep. Bij de studiebegeleiding in de propedeuse is het net andersom: de haco studenten zijn meer te spreken over de studiebegeleiding in de propedeuse dan de niet-haco studenten. Verder vinden studenten uit beide groepen dat de studiebegeleiding in de vooropleiding niet zo goed aansluit op die in het hbo, de haco studenten vinden dat iets minder dan de niet-haco studenten. De genoemde verschillen zijn niet statistisch significant. Beide groepen studenten verschillen niet in hun oordeel over de oriëntatie op de vervolgopleiding in de havo-opleiding, zij zijn hierover in het algemeen matig te spreken. Ook over de kwaliteit van de oriëntatieprogramma s in de vooropleiding en de studiebegeleiding in de vooropleiding en de hbo opleiding denken de haco studenten en niet-haco studenten ongeveer hetzelfde, hun oordeel ligt rond de voldoende. Afstemmingsproblemen Haco studenten hebben iets minder vaak dan niet-haco studenten problemen ervaren in de afstemming tussen de vooropleiding en de vervolgopleiding of rond de opleidingskeuze (haco studenten 25%, niet-haco studenten 29%). Op de volgende terreinen zijn afstemmingsproblemen genoemd: de studiekeuze, de manier van leren in het hbo, de aansluiting van vakken, het haco-programma. Kwalitatieve informatie uit gesprekken met haco studenten Een deel van de studenten vindt dat er een positieve invloed is geweest van het haco-programma. Door de lessen en beroepskeuzetesten is een bewustere en meer gerichte keuze gemaakt en het meelopen op de hogeschool werd positief gewaardeerd. Een ander deel vindt dat het haco programma niet heeft bijgedragen aan de keuze voor de vervolgopleiding. Alle geïnterviewde studenten zien grote verschillen tussen de manier van leren in de havo en die in het hbo. De belangrijkste verschillen hebben te maken met de houding van de leraren en de mate van zelfstandigheid en zelfdiscipline die gevraagd wordt op het hbo. Studenten zien het als een voordeel dat zij door het volgen van het haco-programma al enigszins waren voorbereid op de manier van leren in het hbo. Bij alle bevraagde studenten zien we uiteenlopende ervaringen bij dezelfde beoordeling van het programma: een positief oordeel over haco, en toch van studie veranderen; weinig voordeel zien van haco en toch goed functioneren in het hbo. 2

De suggesties voor een betere aansluiting havo-hbo houden in dat de meeste studenten vinden dat havo-leerlingen beter voorbereid moeten worden op de vrijheid in het hbo en op de wijze waarop er les wordt gegeven. Een goede manier om havisten beter voor te bereiden op het hbo is volgens studenten meer proeflessen in het hbo en meer meeloopdagen. Hbo-functionarissen over het functioneren beide studenten Een aantal hbo-functionarissen hebben hun oordeel gegeven over het functioneren van de twee groepen eerstejaars op dezelfde negen competentiegebieden. Alleen bij planningsvaardigheden zien zij een significant verschil tussen studenten uit beide groepen: haco studenten hebben meer planningsvaardigheden dan de niet-haco studenten. Ook hebben volgens hen niet-haco studenten significant meer studieproblemen dan de studenten met een haco-vooropleiding. De hbo-functionarissen vinden de volgende zaken noodzakelijk voor succes in het eerste studiejaar: zelfstandige studiehouding; gemotiveerd zijn voor de opleiding, interesse in het vak, discipline en doorzettingsvermogen, planningsvaardigheden. Instroom, doorstroom en uitstroom Aanvankelijk (2007) zijn de pre-haco en niet-haco studenten redelijk vergelijkbaar wat betreft het blijven volgen dezelfde opleiding. In het jaar erna (2008), waarin voor het eerst haco-gediplomeerden naar het hbo gaan, blijken van de haco groep in 2008 meer studenten na een jaar nog dezelfde opleiding te volgen, voor de niet-haco groep blijft het percentage ongeveer gelijk. Bekijken we het studierendement dan is er sprake van een minieme daling in het percentage studenten uit de haco groep (2008) dat 12 maanden na instroom het propedeutisch examen behaalt vergeleken met de pre-haco groep (2007), van 29% in 2007 naar 28% in 2008. In de niet-haco groep is er sprake van een grote daling, van 36% in 2007 naar 22% in 2008. In het afsluitende hoofdstuk wordt ingegaan op mogelijke verklaringen voor het geringe voordeel dat haco studenten lijken te hebben van het aansluitingsprogramma en de betekenis van de resultaten voor het programma Havisten Competent. 3

4

1 Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Achtergrond Een aantal vo-scholen met een havo-afdeling heeft in 2005 het initiatief genomen om een programma te ontwikkelen om de toenemende motivatieproblemen in het havo te verminderen en de aansluiting tussen havo en hbo te verbeteren. De scholen wilden het havo-onderwijs zodanig inrichten dat hun havo-leerlingen beter voorbereid werden op studeren in het hbo. Het project kreeg de naam: Havisten Competent naar het hbo (Stichting Havisten Competent, 2006). Scholen die het programma Havisten Competent (haco-scholen) uitvoeren, stellen zich ten doel het havo - binnen de wet- en regelgeving - te ontwikkelen tot een opleiding met een uniek en herkenbaar gezicht binnen de onderwijskolom havo-hbo alsmede zorg te dragen voor een goede aansluiting van het havo op het hbo. Conform deze missie krijgen leerlingen op de haco-scholen vanaf leerjaar 3 tot en met leerjaar 5 een programma dat gericht is op het verbeteren van competenties die nodig zijn voor: a. de keuze van een passend profiel en van een passende hbo-opleiding b. het succesvol doorlopen van het hbo Het programma behelst een vernieuwing van het havo-onderwijs zowel in termen van de pedagogisch-didactische aanpak als in termen van de manier van leren. Het (hoger) beroepsonderwijs heeft de afgelopen jaren een snelle verandering doorgemaakt naar competentiegericht leren. Bij de ontwikkeling van het programma Havisten competent is hierbij aansluiting gezocht. Om leerlingen in het havo beter op de manier van studeren in het hbo voor te bereiden, is een expliciet op succes in het hbo toegespitst competentieprofiel samengesteld. Dit competentieprofiel met bijbehorende succescriteria is op zorgvuldige wijze ontwikkeld door vertegenwoordigers van havo- en hbo-scholen. Voor dit profiel is een inventarisatie gemaakt van typerende leersituaties in het hbo waar havisten in het propedeusejaar van het hbo mee te maken krijgen. Op grond van deze informatie zijn vijf meer omvattende competentiegebieden onderscheiden waarvoor beginnende hbo-studenten in het havo voldoende moeten zijn toegerust. Het gaat om de volgende competentiegebieden en bijbehorende succesfactoren (Stichting Havisten Competent, 2006): 5

Het eigen leerproces sturen resultaat van een opdracht beoordelen; de gevolgde werkwijze beoordelen; reflecteren op eigen leerproces; zelfinzicht tonen; eigen leerproces sturen Beroepshouding ontwikkelen een beroepsbeeld vormen; professioneel gedrag vertonen; rekening houden met waarden en normen Informatievaardigheden ontwikkelen bepalen welke informatie nodig is; informatie verzamelen; informatie selecteren; informatie verwerken; informatie verstrekken/uitwisselen Probleemoplossend werken een probleem of een opdracht analyseren; een opdracht plannen; een opdracht uitvoeren Samenwerken. een opdracht samen voorbereiden; leiding geven; een groepsopdracht uitvoeren Deze vijf competentiegebieden met bijbehorende succesfactoren zijn richtinggevend voor de inrichting van het programma Havisten Competent. Zij zijn bedoeld om sturing te geven aan de veranderingen die nodig zijn in het havo-onderwijs en om factoren die een rol spelen voor succes in het hbo te integreren in het curriculum, de begeleiding en de toetsing in het havo. Het profiel met bijbehorende succesfactoren laat zien wat de havo-leerling aan het eind van havo 5 of aan het begin van de propedeuse aan competenties moet bezitten. Competenties worden hierbij omschreven als het vermogen om de aanwezige kennis, vaardigheden en houding te benutten en verder te ontwikkelen om concrete activiteiten op adequate wijze te verrichten. De scholen die gaan deelnemen aan het Haco-project stellen zich ten doel binnen de wet- en regelgeving te zorgen voor een betere aansluiting van havo op hbo. Haco-scholen verplichten zich bij hun werkwijze te voldoen aan een aantal eisen: 6

Tenminste 280 klokuur lesmateriaal aanbieden in leerjaar 3, 4 en 5 dat voldoet aan de haco-ontwerpeisen Het competentieprofiel adopteren dat is vastgesteld door de haco-scholen en het hbo De voortgang van de havo-leerling rapporteren mede gebruikmakend van het genoemde competentieprofiel voor de havist Zorg dragen voor voldoende gekwalificeerde docenten voor competentiegericht onderwijs Samenwerking met regionale hbo-instellingen op directie-directie, docentdocent en leerling-student niveaus Samenwerking met het regionale bedrijfsleven en/of regionale instellingen Vanaf schooljaar 2005/06 zijn scholen gestart met het invoeren van veranderingen te beginnen in leerjaar 3 van de havo. In het project werden nieuwe competentiegerichte studieonderdelen ontwikkeld voor de leerjaren havo 3 t/m 5. 1.2 Vraagstelling In 2005 zijn negen scholen begonnen met het nieuwe programma, in 2010 nemen ongeveer 30 scholen deel aan het project Havisten Competent. In 2008 is de eerste groep leerlingen die het programma Havisten Competent vanaf leerjaar 3 heeft doorlopen, gediplomeerd. Met deze eerste lichting groeit bij de uitvoerende scholen de nieuwsgierigheid naar de effecten van het havisten competent programma. Van één van deze scholen is dan ook de vraag afkomstig of de aansluiting met het hbo bij leerlingen die het haco-programma hebben gevolgd beter verloopt dan bij leerlingen die dit programma niet hebben doorlopen. De vraagstelling voor het onderzoek luidt als volgt: Heeft een leerling die gedurende drie jaar het programma "Havisten Competent" heeft gevolgd hiermee aantoonbaar voordeel bij zijn studie aan het HBO? Deze vraagstelling is richtinggevend geweest voor de opzet en uitvoering van het onderzoek. 1.3 Opzet en uitvoering van het onderzoek Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is een quasi-experimentele onderzoeksopzet gebruikt waarin verschillende groepen leerlingen worden vergeleken wat betreft hun functioneren in het hbo. Deze opzet maakt het mogelijk 7

om eventuele effecten toe te schrijven aan het doorlopen hebben van het programma Havo Competent. De volgende drie groepen zijn onderscheiden: De haco groep. Hbo-studenten die op de havo het programma Havisten Competent hebben doorlopen - de experimentele groep. De niet-haco groep. Hbo-studenten afkomstig van scholen waar Havisten Competent géén onderdeel uitmaakt van het havo-programma de eerste vergelijkingsgroep. De pre-haco groep. Hbo-studenten afkomstig van scholen waar het programma Havisten Competent wordt uitgevoerd, maar die zijn afgestudeerd vóór het programma werd uitgevoerd - de tweede vergelijkingsgroep. Centraal in het onderzoek staat het functioneren in het eerste studiejaar van een groep hbo-studenten die op de havo het programma Havisten Competent heeft doorlopen: de haco groep. De ervaringen van deze groep hbo-studenten in het propedeusejaar worden vergeleken met die van twee groepen hbo-studenten die dit programma niet hebben gevolgd: de niet-haco groep en de pre-haco groep. Gegevensverzameling Drie soorten gegevens zijn verzameld over het functioneren van de hbo-studenten: 1 Ervaringen van studenten in het hbo (van haco- en niet-haco groep) 2 In- en doorstroom gegevens in het hbo (van alle drie groepen) 3 Ervaringen van hbo-functionarissen (voor alle drie groepen) Ter afsluiting van de gegevensverzameling zijn gegevens verzameld bij een panel van vertegenwoordigers van de betrokken haco-scholen en hbo-opleidingen. Ad 1. Ervaringen van studenten Op basis van een vragenlijst en gesprekken is informatie verzameld over het functioneren van hbo-studenten in het eerste studiejaar. Vragenlijst ervaringen studenten Voor het verzamelen van gegevens bij studenten over hun eerste studiejaar in het hbo en de mate waarin zij daarbij voordeel hadden van de in de vooropleiding geleerde vaardigheden, kon gebruik worden gemaakt van een al specifiek hiervoor ontwikkelde vragenlijst: Enquête inzake aansluiting havo-school A hogeschool Y. Deze vragenlijst is ontwikkeld door een medewerker van de afdeling Aansluitingsmanagement en Relatiebeheer van hogeschool Y. Voor toepassing in voorliggend onderzoek zijn slechts enkele kleine aanpassingen aangebracht. De in ons onderzoek afgenomen vragenlijst bevat de volgende onderdelen: 8

- Achtergrondgegevens - Twijfels over studiekeuze - Vragen over de volgende competenties: o Schriftelijke presentatievaardigheden o Mondelinge presentatievaardigheden o Planningsvaardigheden o Zelfstandig leren o Zelfdiscipline o Samenwerken in groepsopdrachten o Reflecteren op de wijze waarop je in groepsopdrachten werkt o Informatie verwerken o Kennis toepassen - Oordeel over algemene aspecten van de opleiding - Vragen over de afstemming tussen vooropleiding en vervolgopleiding De mate waarin studenten ervaringen hadden opgedaan met de verschillende competenties, kon per competentie steeds op drie beheersniveaus worden aangegeven: a Deze vaardigheden waren zodanig dat ik ze meteen kon oppakken b Deze vaardigheden vormden een goede basis om mezelf verder te ontwikkelen c Deze vaardigheden waren zo minimaal dat ik ze nauwelijks heb kunnen benutten en alles in het propedeuseprogramma moest leren De vragenlijst is afgenomen bij een haco en een niet-haco groep. Voor de pre-haco groep is het eerste jaar te lang geleden om hierover betrouwbare gegevens te kunnen verschaffen. Gespreksleidraad studenten Met een beperkt aantal studenten (haco en niet-haco) zouden groepsgesprekken worden gevoerd om de voornamelijk kwantitatieve gegevens van de vragenlijsten aan te vullen en te verdiepen. Uit praktische overwegingen is besloten om in plaats daarvan individuele telefonische gesprekken te voeren. De gesprekken bestreken thema s die ook in de vragenlijst aan de orde waren gesteld, zoals: - Studiekeuze (twijfels, invloed van haco-programma) - Verschillen tussen de manier van studeren in hbo en havo - Vaardigheden die studenten beheersten en zaken waar zij niet op waren voorbereid - Suggesties om de overgang van havo naar hbo beter te laten verlopen - Suggesties om studie-uitval te voorkomen 9

Ad 2. In- uit- en doorstroom gegevens in het hbo Een belangrijk doel van het programma Havisten Competent is om havisten beter voor te bereiden op de manier van leren in het hbo, zodat hun loopbaan in het eerste studiejaar beter verloopt en er minder uitval uit het hbo optreedt. Om na te gaan of de resultaten van de haco groep positiever zijn dan die van de niet-haco groep is in de administratie van de twee hbo-opleidingen nagegaan wat de omvang na het eerste jaar is van: Verandering van opleiding (aantal veranderingen) Uitval (aantal uitvallers) Rendement (aantal behaalde studiepunten in de propedeuse) Aan de studentenadministratie van beide hogescholen zijn deze studieresultaten opgevraagd voor de volgende groepen studenten: 1 De haco groep (2 vo-scholen) instroom in hbo studiejaar 2008-2009 2 De niet-haco groep (1 vo-school) instroom in hbo studiejaar 2008-2009 3 De pré-haco groep (2 vo-scholen) instroom in hbo studiejaar 2007-2008 4 De niet-haco groep (1 vo-school) instroom in hbo studiejaar 2007-2008 Ad 3. Ervaringen van hbo-functionarissen met eerstejaars studenten Voor de hbo-functionarissen (studieloopbaanbegeleiders en mentoren) is een vragenlijst opgesteld, waarin dezelfde competentiegebieden opgenomen als in de vragenlijst voor de studenten. Bij de verschillende onderdelen van de vragenlijst is steeds onderscheid gemaakt naar het functioneren in het eerste studiejaar van de haco studenten enerzijds en de niet-haco studenten anderzijds. De vragenlijst voor hbo-functionarissen omvat de volgende onderdelen: - Het functioneren van studenten tijdens de propedeuse met betrekking tot de negen competenties (eerst voor de haco groep en daarna voor de niet-haco groep): - Studiekeuze en studieverloop (eerst voor de haco groep en daarna voor de niethaco groep) - Achtergrondkenmerken - Voorwaarden voor succes in het eerste studiejaar, belemmeringen voor succes en verschillen in dit opzicht tussen haco en niet-haco studenten In een toelichting bij de vragenlijst werden de haco en de niet-haco studenten omschreven in termen van de bezochte school voor voortgezet onderwijs. Als geheugensteun voor de docenten waren bij elke vragenlijst twee lijsten toegevoegd met namen van studenten die in 2008 op de betreffende hogeschool zijn begonnen aan de propedeuse, één lijst met namen van de haco groep en één lijst met namen van de niet-haco groep. 10

Focusgroep Ter afsluiting van de dataverzameling zijn de bevindingen besproken met een groep vertegen-woordigers van de betrokken haco-scholen en hbo-opleidingen. Vragen voor de focusgroep waren of de bevindingen de nagestreefde effecten van het programma Havisten Competent ondersteunen en of de bevindingen aanleiding geven voor aanpassingen. De focusgroep was niet alleen bedoeld om de opleidingen te betrekken bij de waardering van de bevindingen, maar ook om te bevorderen dat de bevindingen daadwerkelijk zouden worden gebruikt. Selectie en respons studenten (vragenlijsten) De vragenlijst is afgenomen bij twee groepen eerstejaars studenten (een haco en een niet-haco groep) van de hogescholen Y en Z, afkomstig van drie scholen voor voortgezet onderwijs, instroom 2008. Via de drie betrokken havo-scholen konden we beschikken over lijsten van afgestudeerde havo-leerlingen 2008 met hun (ouderlijk) huisadres alsmede de vervolgopleiding waarbij de havo leerlingen zich hadden ingeschreven. Uit deze lijsten zijn de studenten geselecteerd die hun studie aan de hogescholen Y en Z zijn begonnen. In de lijst van de niet-haco school ontbrak de beoogde vervolgopleiding waardoor de gehele groep afgestudeerden is aangeschreven. In tabel 1. staat het overzicht van de aantallen studenten die zijn aangeschreven naar havo-school en naar hbo-opleiding. Respondenten die de vragenlijst ingevuld terugstuurden, ontvingen een cadeaubon. Tabel 1. Overzicht aantallen aangeschreven studenten Haco school A Haco school B Hogeschool Y 23 20 Hogeschool Z 13 36 Niet-haco school C Totaal aangeschreven studenten 36 56 103 Van de 195 verstuurde vragenlijsten zijn er 71 terug ontvangen, een respons van 36%. De respons bij de haco groep was 45%, bij die niet-haco groep 29%. De lagere respons bij de niet-haco groep kan ermee te maken hebben dat deze jongeren na de havo niet allemaal een hbo-opleiding zijn gaan volgen. Van de 30 ingevulde lijsten van de niet-haco groep zijn er zes niet in de dataverwerking meegenomen omdat de respondenten aan een andere hogeschool dan Y of Z bleken te studeren. Dit brengt het aantal voor de analyses bruikbare vragenlijsten op 65. 11

Selectie en respons studenten (gesprekken) In de vragenlijst konden de studenten (haco én niet-haco) aangeven of zij te zijner tijd aan een gesprek wilden deelnemen over de onderwerpen die in de lijst aan de orde waren geweest. Negen studenten waren daartoe bereid, uitsluitend haco studenten. Met acht studenten is een telefonisch gesprek gevoerd. De gesprekken duurden ongeveer 30 minuten. Selectie en respons hbo-functionarissen De contactpersonen in het hbo is gevraagd om de vragenlijst te verspreiden onder ongeveer 15 hbo functionarissen binnen elke hbo-opleiding, met name onder studiebegeleiders en mentoren die in het eerste studiejaar te maken hebben gehad met studenten uit de drie groepen. Uiteindelijk zijn er 30 lijsten verspreid. Daarvan zijn er 21 (70%) ingevuld terug ontvangen, 10 afkomstig van medewerkers van hogeschool Y en 11 van medewerkers van hogeschool Z. 12

2 Resultaten vragenlijst: ervaringen hbo studenten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de studentenvragenlijst beschreven. Eerst komen kenmerken van de respons aan de orde, dan volgen bevindingen over het studieverloop van haco en niet-haco studenten. Daarna beschrijven we hoe haco en niet-haco studenten hun vaardigheden in het eerste studiejaar op een aantal competentiegebieden inschatten. 2.1 Kenmerken respons Vo-school De 65 respondenten zijn afkomstig van drie vo-scholen (zie onderstaande tabel). Twee vo-scholen werken met het programma Havisten Competent. Van deze twee scholen (A en B genoemd) hebben 41 studenten de vragenlijst ingevuld; zij vormen de haco groep (63%). Van de niet-haco school hebben 24 studenten de vragenlijst ingevuld, zij zijn de niet-haco groep. Tabel 2. Respondenten naar school van herkomst Haco Niet-haco School A 17-26% School B 24-37% School C - 24 37% Totaal 41 24 100 (n=65) Sekse Van de 65 respondenten zijn er 40 (61%) vrouw en 25 (39%) man. Hogeschool Van de haco studenten volgt de ene helft (21) een opleiding bij hogeschool Y, de andere helft (20) bij hogeschool Z. Van de niet-haco groep studeren er 18 aan de hogeschool Y en 6 aan de hogeschool Z. 13

Eindexamenprofiel Bij de haco groep hebben ongeveer evenveel studenten (24% tot 32%) het eindexamenprofiel Natuur en Gezondheid, Cultuur en Maatschappij of Economie en Maatschappij. Bij de niet-haco groep heeft ruim de helft het eindexamenprofiel Economie en Maatschappij en ruim een kwart Cultuur en Maatschappij. Tabel 3. Respondenten naar eindexamenprofiel Haco Niet-haco n=41 n=24 Economie en Maatschappij 10 24% 13 57% Cultuur en Maatschappij 12 29% 7 29% Natuur en Gezondheid 13 32% 1 4% Natuur en Techniek 4 10% - - Dubbel profiel N&G / N&T 2 5% 3 13% Totaal 41 100% 24 100% Gekozen opleiding 2008 De 41 haco studenten volgen 22 verschillende hbo-opleidingen, de 24 niet-haco studenten 18. Opleidingen die door meer dan één respondent gevolgd worden zijn Bedrijfseconomie, Commerciële economie, Bouwtechnische bedrijfskunde, Verpleegkunde, Management, Economie en recht. Applied Science, Communicatie, Sociale studies, Technische natuurkunde en Vastgoed en Makelaardij. Startjaar in het hbo De haco en de niet-haco groep zijn in september 2008 met de hbo studie gestart. Het was voor allemaal de eerste opleiding in het hbo en alle respondenten zijn in het propedeusejaar begonnen. 2.2 Studieverloop Gestopt met de opleiding en dan? De haco studenten zijn in het eerste studiejaar relatief gezien ongeveer even vaak met de studie gestopt als de niet-haco studenten. Van de haco studenten zijn er 8 (20%) gestopt met de opleiding waar zij in 2008 aan begonnen waren, van de niethaco studenten 4 (17%). 14

Overigens is niet één van de studenten die met de eerst gekozen opleiding is gestopt, definitief opgehouden met studeren. Van de 12 zijn er 7 (11%) overgestapt naar een andere opleiding aan dezelfde hogeschool, en 5 (8%) zijn een opleiding gaan volgen aan een andere hogeschool. De tijdstippen waarop studenten zijn gestopt, variëren van: na drie maanden (1), na vijf maanden (4), en aan het eind van het eerste studie jaar (5). Twijfels in het eerste studiejaar Studenten die ten tijde van de afname van de vragenlijst (eind 2009) nog steeds de opleiding volgen waar zij in september 2008 aan begonnen zijn, is gevraagd of zij in het eerste studiejaar wel eens overwogen hebben om te stoppen en of zij wel eens twijfels hebben gehad over hun opleidingskeuze. De antwoordalternatieven lagen op een driepuntsschaal van zelden (1) via regelmatig (2) tot vaak (3). In tabel 4. staan de gemiddelde scores op beide vragen vermeld voor de haco en de niet-haco groep. Hoe lager de gemiddelde score, hoe minder twijfels studenten hebben gehad. Er zijn geen statistisch significante verschillen gevonden tussen beide groepen. De scores laten zien dat degenen die nog steeds de opleiding van hun eerste keuze volgen over het algemeen weinig last van twijfels hebben gehad. Tabel 4. Gemiddelde scores met betrekking tot twijfels in het eerste studiejaar Haco (n=33) gemiddelde Niet-haco (n=20) gemiddelde Denken aan stoppen met opleiding 1.3 1.3 Twijfels over studiekeuze 1.3 1.5 Behaalde studiepunten Voor het behalen van de propedeuse zijn over het algemeen 60 studiepunten vereist. Van de totale groep studenten geeft 71% aan 51-60 studiepunten te hebben behaald. Bij de haco groep is dit 76%, bij de niet-haco groep 70%. 15

2.3 Inschatting competenties De haco en niet-haco studenten zijn negen competentiegebieden voorgelegd. Bij elke competentiegebied is de studenten gevraagd voor elk beheersingsniveau aan te geven in hoeverre het niveau van toepassing was in het begin van de propedeuse. Dit kon worden aangegeven op een vijfpuntsschaal lopend van zeer mee oneens (1) tot en met zeer mee eens (5). In onderstaande tabel staan voor elke vaardigheid en elk niveau de gemiddelde scores afzonderlijk voor de haco groep, de niet-haco groep, en de totale groep. Hoe hoger de gemiddelde score, hoe meer studenten het eens zijn met de uitspraak op het betreffende niveau. Tabel 5. Inschatting (in gemiddelde scores) van de studenten van hun competnties Schriftelijke presentatievaardigheden Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.3 3.2 b. vormden een goede basis 3.4 3.7 c. waren minimaal 2.4 2.1 Mondelinge presentatievaardigheden Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.1 3.3 b. vormden een goede basis 3.3 3.4 c. waren minimaal 2.6 2.4 Planningsvaardigheden Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.0 2.9 b. vormden een goede basis 3.2 3.3 c. waren minimaal 2.7 2.4 Zelfstandig leren Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.3 3.5 b. vormden een goede basis 3.5 3.6 c. waren minimaal 2.3 2.3 16

Zelfdiscipline Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.6 3.3 b. vormden een goede basis 3.5 3.5 c. waren minimaal 2.4 2.1 Samenwerken in groepsopdrachten Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.7 3.5 b. vormden een goede basis 3.5 3.2 c. waren minimaal 2.3 2.4 Reflecteren op de wijze waarop je in groepsopdrachten werkt Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.2 2.5 b. vormden een goede basis 3.0 2.5 c. waren minimaal 3.0 3.3 Informatie verwerken Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.7 3.6 b. vormden een goede basis 3.6 3.5 c. waren minimaal 2.4 2.2 Kennis toepassen Haco gemiddelde Niet-haco gemiddelde a. kon dit meteen oppakken 3.3 3.1 b. vormden een goede basis 3.5 3.4 c. waren minimaal 2.6 2.2 Verschillen tussen haco en niet-haco studenten op de drie beheersingsniveaus Aan de hand van T-toetsen is nagegaan of er bij de drie beheersingsniveaus verschillen zijn tussen de haco en de niet-haco groep. Hoewel er bij meerdere competenties verschillen in gemiddelde scores tussen de groepen waarneembaar zijn, waarbij soms de ene groep hoger scoort en een andere keer de andere groep, zijn alleen bij de vaardigheid reflecteren op de wijze waarop je in groepsopdrachten 17

werkt de verschillen statistisch significant (p 0.05). Zowel bij het beheersingsniveau kon dit meteen oppakken, als bij het beheersingsniveau vormden een voldoende basis om me verder te ontwikkelen, scoren de haco studenten gemiddeld hoger dan de niet-haco studenten (respectievelijk 3.2 versus 2.5; en 3.0 versus 2.5). Dit betekent dat de haco studenten hun reflectievaardigheden bij groepsopdrachten aan het begin van de propedeuse hoger inschatten dan de niet-haco groep en ook vaker vinden dat de in de vooropleiding geleerde vaardigheden op dit terrein een voldoende basis vormen om zich tijdens de propedeuse te verbeteren. Op het minimale beheersingsniveau ( de vaardigheden waren zodanig dat ik er weinig aan had ) zijn bij geen van de genoemde vaardigheden verschillen gevonden tussen haco en niet-haco studenten. Hoogste beheersingsniveau per vaardigheid Alle studenten hebben voor negen vaardigheden aangeven in hoeverre drie beheersingsniveaus hun functioneren aan het begin van de propedeuse typeerden. De omschrijvingen van de beheersingsniveaus waren: deze vaardigheden waren zodanig dat ik ze meteen kon oppakken; deze vaardigheden vormden een goede basis om mezelf verder te ontwikkelen; deze vaardigheden waren zo minimaal dat ik ze nauwelijks heb kunnen benutten en alles in het propedeuseprogramma moest leren. Op grond van de antwoorden is per vaardigheid voor haco en niet-haco het beheersingsniveau geselecteerd met de hoogste gemiddelde score. Daarmee wordt duidelijk welk van de drie beheersingsniveaus het meest van toepassing is voor de betreffende vaardigheid in de betreffende groep. Vergelijking van beide groepen in dit opzicht maakt duidelijk in hoeverre haco studenten een hoger beheersingsniveau bereiken voor de verschillende vaardigheden. Volgens haco en niet-haco studenten vormde het in de vooropleiding geleerde voor de meeste vaardigheden een goede basis om verder te werken in het hbo. Dit is van toepassing op de volgende vaardigheden: Schriftelijke presentatievaardigheden Mondelinge presentatievaardigheden Planningsvaardigheden Zelfstandig leren Kennis toepassen 18

Enkele vaardigheden waren zowel bij haco als bij niet-haco al bij het begin van de propedeuse op een zodanig niveau dat de studenten de betreffende vaardigheid meteen op konden pakken: Samenwerken in groepsopdrachten Informatie verwerken Voor twee vaardigheden verschilden haco en niet- haco studenten in het beheersingsniveau bij het begin van de propedeuse. Haco studenten konden het reflecteren op de wijze waarop je in groepsopdrachten werkt meteen oppakken, terwijl de niet- haco studenten hun eigen beheersingsniveau als minimaal beoordeelden. Ook zelfdiscipline konden haco studenten meteen oppakken. Niethaco studenten vonden dat hun eigen vaardigheden rond zelfdiscipline een goede basis vormden voor hun studie in het hbo. 2.4 Oordeel over begeleidingsaspecten van de (voor)opleiding Studiebegeleiding De studenten konden hun oordeel geven over de kwaliteit van de studiebegeleiding in de vooropleiding en die in de hbo-opleiding en de aansluiting daartussen op een schaal lopend van zeer mee oneens (1) tot en met zeer mee eens (5). Hoe hoger de gemiddelde score, hoe meer studenten het eens zijn met de betreffende uitspraak. Tabel 6. bevat de gemiddelde scores op de vier uitspraken voor de beide groepen afzonderlijk en voor de totale groep. De niet-haco groep is meer te spreken over de studiebegeleiding in de vooropleiding dan de haco groep. Bij de studiebegeleiding in de propedeuse is het net andersom: de haco studenten zijn meer te spreken over de studiebegeleiding in de propedeuse dan de niet-haco groep. Over de overeenkomsten en de aansluiting tussen de studiebegeleiding in de vooropleiding en die in de propedeuse zijn de studenten minder te spreken. De gemiddelde scores van beide groepen liggen alle aan de oneenskant van de schaal. Studenten vinden over het algemeen dat de studiebegeleiding in de vooropleiding niet zo goed aansluit op die in het hbo. Géén van de verschillen tussen de haco en de niet-haco studenten bij de vier begeleidingsaspecten zijn statistisch significant. 19

Tabel 6. Oordeel (in gemiddelde scores) over studiebegeleiding Haco Niet-haco Studiebegeleiding gemiddelde gemiddelde Studiebegeleiding vooropleiding was goed 3.1 3.5 Studiebegeleiding propedeuse was goed 3.5 3.2 Studiebegeleiding in examenjaar en in propedeuse vertoonde overeenkomsten 2.6 2.7 Studiebegeleiding propedeuse sloot aan op studiebegeleiding vooropleiding. 2.8 2.4 Oriëntatie op de vervolgopleiding De studenten konden hun oordeel geven over een drietal aspecten van het oriëntatieprogramma in de vooropleiding. De antwoordalternatieven liepen van zeer mee oneens (1) tot en met zeer mee eens (5). Hoe hoger de gemiddelde score, hoe meer studenten met betreffende uitspraak het eens zijn. De hoogte van de gemiddelde scores van de groepen op de uitspraken over de oriëntatie in de vooropleiding, gemiddeld 3.0 of lager, laat zien dat de studenten over het algemeen matig te spreken zijn over de oriëntatie die zij in de havo gekregen hebben op de vervolgopleiding in het hbo. Ook hier zien we geringe verschillen tussen de scores van de haco en niet-haco studenten, maar ook hier de verschillen zijn niet statistisch significant (zie onderstaande tabel). Tabel 7. Oordeel (in gemiddelde scores) over oriëntatie op vervolgopleiding Haco Niet-haco Oriëntatie op de opleiding gemiddelde gemiddelde Programma in vooropleiding heeft goede activiteiten voor oriëntatie op vervolgstudie in hbo 3.0 2.8 Oriëntatie tijdens vooropleiding was zodanig dat ik bij start van propedeuse een redelijk goed beeld had van de hbo opleiding die ik volg 2.8 3.0 Tijdens propedeuse bleek mij dat de oriëntatie op de vervolgopleiding tijdens de vooropleiding goed was 2.8 2.9 20

Kwaliteit Drie uitspraken gingen over de kwaliteit van de oriëntatie op de vooropleiding en de kwaliteit van de studiebegeleiding in vooropleiding en propedeuse. De antwoordalternatieven liepen van onvoldoende (1), matig (2), voldoende (3) tot goed (4). Hoe hoger de gemiddelde score, hoe positiever de studenten zijn. Tabel 8. Oordeel (in gemiddeld scores) over kwaliteit oriëntatieprogramma s en studiebegeleiding Haco Niet-haco Kwaliteit gemiddelde gemiddelde Kwaliteit van oriëntatieprogramma s op de vooropleiding 2.5 2.4 Kwaliteit van de studiebegeleiding in de vooropleiding 2.7 2.8 Kwaliteit van de studiebegeleiding in de propedeuse 3.1 2.8 Ook over de kwaliteit van oriëntatieprogramma s in de vooropleiding en de studiebegeleiding in de vooropleiding en in de hbo opleiding denken de haco studenten en niet-haco studenten ongeveer hetzelfde. De kwaliteit van de studiebegeleiding in de propedeuse wordt als voldoende beoordeeld, oriëntatieprogramma s en studiebegeleiding in de vooropleiding vinden de studenten tussen matig en voldoende in. Ook rond kwaliteit van oriëntatie en studiebegeleiding zijn er geen statistisch significante verschillen tussen de haco en de niet-haco groep. 2.6 Afstemmingsproblemen Van de 65 respondenten geven er 17 aan (27%) dat zij afstemmingsproblemen hebben ondervonden tussen de vooropleiding en de vervolgopleiding, 10 van hen zijn haco studenten (25%) en 7 niet-haco studenten (29%). Zestien studenten hebben de problemen die zij hebben ondervonden nader omschreven. 21

In volgorde van frequentie zijn de volgende problemen genoemd: - Problemen rond de keuze (verkeerd beeld, heel andere of onduidelijke verwachtingen) Ik had gewoon een heel verkeerd beeld van mijn opleiding. Mijn opleidingskeuze was niet goed. Ik heb deze opleiding gekozen omdat ik totaal niet wist wat ik moest gaan doen na het behalen van mijn havodiploma. Ik had een verkeerde studiekeuze gemaakt, merkte ik al na een maand. Ik heb in mijn eerste hbo-jaar overwogen een andere opleiding te doen omdat ik totaal andere verwachtingen had van de opleiding. In het begin was het twijfelen of het wel de juiste opleiding was, want veel werd er niet toegelicht op de middelbare school. Ik wist niet zo goed wat ik kon verwachten, ik heb op het laatste moment pas mijn studiekeuze gemaakt. Eén student noemt hier expliciet het Havisten Competent programma: In de vooropleiding heb je allerlei testjes waar uitkomt wat het beste bij je past. Maar als er dan bijv. interieurontwerper uitkomt dan weet je nog niets. Waar is het te doen? Wat zijn de eisen? Wat houdt het in? Interieurontwerper alleen zegt zo weinig en open dagen zijn meestal nep. Ik denk dat er vaker meeloopdagen moeten zijn. Verder zou havisten competent heel belangrijk zijn in de hbo-opleiding, maar ze kennen het niet eens! - Problemen met de manier van leren (vooral met de gevraagde zelfstandigheid, maar ook met andere vaardigheden) Het verschil in zelfstandigheid was te groot. In het begin had ik veel moeite met de zelfstandigheid. Ik was gewend om constant door leraren verteld te worden wat ik moest doen. Het kostte me veel moeite zelf de discipline op te brengen om te gaan leren. Je moet veel verslagen schrijven op een bepaalde manier die we in de havo niet hebben geleerd. Ook groepswerk is in het hbo belangrijk en het geven van feedback en ook dat heb je bijna niet geleerd. Het tempo van de stofbehandeling is heel hoog op het hbo. De havo was te soepel. - Problemen rond de aansluiting van vakken Natuur- en wiskunde sloten totaal niet aan. Hierdoor kwam ik op een achterstand die niet meer viel in te halen. Het wiskundeniveau op het hbo ligt veel hoger, er zat een groot gat tussen. 22

Ik had geen management & organisatie in mijn vakkenpakket en dan wordt een financiële opleiding moeilijk. - Demotivatie door herhaling van de stof Vooral in de eerst periode werd stof behandeld die ik al op de havo had gehad. Het was alleen maar herhalen, dat was niet erg motiverend. Aansluitingsproblemen van studenten die zijn gestopt en die zijn doorgegaan Van de studenten die met hun eerste opleiding zijn gestopt, hebben er meer afstemmingsproblemen gehad dan van de blijvers. Van de 12 studenten die zijn gestopt, geeft de helft aan aansluitingsproblemen te hebben gehad, van de 53 blijvers hebben er 11 aansluitingsproblemen ervaren ( 21%). De problemen van de zes studenten die gestopt zijn met hun studie van eerste keuze en aan een andere studie zijn begonnen, hebben te maken met verkeerde opleidingskeuze (2), het oplopen van een achterstand door het niet aansluiten van vakken (2) en problemen met de manier van leren (2). Ook studenten die hun studie van eerste keuze zijn blijven volgen, geven aan dergelijke problemen ondervonden te hebben. Dezelfde problemen kunnen dus voor de ene student een reden zijn om met de opleiding te stoppen, anderen gaan toch door. De antwoorden van enkele studenten geven ons inzicht in hoe dit mogelijk is. Aanvankelijke twijfel over de studiekeuze slaat om in het super naar de zin hebben, een andere student kan het grote gat dat hij ervaart tussen het niveau van een bepaald vak in de havo en dat in het hbo, wél aan. Op basis van de toelichtingen van studenten kunnen we vaststellen dat afstemmingsproblemen het vaakst samenhangen met het verkeerde beeld en de verkeerde verwachtingen die studenten hebben van de gekozen opleiding en de andere manier van leren waar zij in het hbo mee te maken krijgen. 23

24

3 Resultaten: gesprekken over ervaringen hbo studenten Acht studenten zijn telefonisch geïnterviewd, vijf mannen en drie vrouwen. Alle acht zijn haco studenten. Vier studenten waren afkomstig van haco school A, vier van haco school B. Vijf studenten studeren aan hogeschool Y, drie aan hogeschool Z. Studieloopbaan eerste studiejaar Vier studenten hebben nooit getwijfeld aan hun studiekeuze en ook niet overwogen om met de opleiding te stoppen. Vier studenten zijn gestopt met de opleiding van eerste keuze en overgestapt naar een andere opleiding aan dezelfde hogeschool. 3.1 Factoren van invloed op de studiekeuze Als eerste is de studenten gevraagd of zij het idee hadden dat zij de goede studiekeuze hadden gemaakt. Niet geheel onverwachts vinden vier studenten dat zij een goede studiekeuze gemaakt hebben: Ja, ben nog steeds tevreden. Ja zeker, ik heb het er altijd naar mijn zin. Vier studenten hebben niet de goede studiekeuze gemaakt. In het begin wel, maar naderhand bleek dat het niet mijn opleiding was, ik kon er niet mee worden wat ik wilde. Tijdens de opleiding bleek dat het geen goede keuze was. Dat werd pas duidelijk toen ik stage liep. De opleiding leek me interessant, maar ik kwam er in het eerste kwartaal achter dat de opleiding niets voor mij was. Drie studenten vinden dat het haco-programma niet van invloed is geweest of heeft bijgedragen aan hun studiekeuze, voor de overige vijf is dat wel het geval: Ik heb het gevoel dat ik door de Haco lessen de keuze voor een opleiding bewuster heb gemaakt. Ik ben uitgebreid gaan verkennen en heb alle opleidingen die leuk leken vergeleken en toen een selectie gemaakt. Ik heb veel beroepskeuzetesten gedaan, dat was wel goed, en ook veel informatie gekregen over allerlei hogescholen. 25

Al vanaf havo 3 moesten we ons oriënteren op wat je na de havo wilde gaan doen. Daaruit bleek dat ik de wetenschap in wilde. Het heeft eraan bijgedragen dat ik AS ben gaan studeren. School heeft ook geholpen. Zij hebben me gestimuleerd om naar open dagen te gaan en op hogescholen mee te lopen. Ik heb op een hogeschool één keer met een student meegelopen en op een andere hogeschool één keer groepslessen gekregen. Op de vo-school vroegen ze hbo-studenten (ervaringsdeskundigen) te komen vertellen. Dat heeft mijn keuze beïnvloed. Vijf geïnterviewden geven aan dat de open dagen van de hogescholen een rol in hun keuze hebben gespeeld. Ik wist niet goed wat ik wilde. De open dag is van invloed geweest. Het werken in projecten sprak me erg aan. De open dag was heel aanlokkelijk, ik dacht toen dat het de opleiding was die ik wilde. Ik ben naar verschillende open dagen geweest. Van allemaal vind ik een bepaalde opleiding het leukst. Bij die opleiding mochten we proefjes doen. Zo ben ik ermee in aanraking gekomen. Enkele studenten noemen hun ouders als factor bij de studiekeuze. Soms als voorbeeld (inspiratiebron) voor de studiekeuze: Mijn moeder zit in de verzorging en komt met verhalen. Daarom ben ik daar meer over gaan zoeken. Soms helpen ouders vooral door er te zijn voor hun kind. Met mijn ouders heb ik over keuzemogelijkheden gesproken. Zij stonden achter mijn keuze. Ik was erg ontdaan doordat mijn eerste studiekeuze niet lukte. Zij hielpen mij bij de keuze van de nieuwe studie. 3.2 Verschillen tussen de manier van leren in havo en hbo De acht studenten zien duidelijke verschillen tussen de manier van leren in havo en hbo. Het is een heel andere manier van leren. Samengevat en op een rij gezet gaat het om de volgende verschillen: - Leraren in het havo controleren meer en zitten de leerlingen meer achter de broek, bijvoorbeeld of ze hun huiswerk wel gemaakt hebben en hun opdrachten 26

wel af hebben. In het hbo zijn de leraren heel relaxed. Hun houding is: als je geen zin hebt, dan niet. Als je een onvoldoende hebt maakt niemand van de leraren zich druk. Ze verwachten meer dat het uit de studenten zelf komt. - Op de hbo wordt veel meer zelfstandig gewerkt en wordt er veel meer zelfdiscipline van de studenten verwacht. Plannen en organiseren moeten studenten nu zelf doen, zonder leraar. Op de havo kreeg een student straf als hij iets niet af had, in het hbo is dat de verantwoordelijkheid (het probleem) van de student. - De leerstof in het hbo heeft meer diepgang. Op de havo is het rijtjes leren, de stof op het hbo gaat het dieper, er wordt meer inhoudelijke kennis verwacht en er wordt dieper op de theorie ingegaan. - Het projectwerk in het hbo is heel anders dan projectwerk in de havo. Op de havo hielden docenten de leerlingen bij het handje, op de hbo zijn er alleen deadlines. Er is wel sturing, maar veel minder dan op de havo. - Op het havo was geen praktijk, in het hbo is dat er wel. Hbo bereidt voor op een baan, havo niet. 3.3 Voordeel van het haco-programma Hoewel de beide vo-scholen op hetzelfde moment begonnen zijn met de invoering van het haco-programma, vermelden alleen studenten van haco school B problemen met de invoering van het programma, met name de onervarenheid van docenten met de uitvoering ervan. Wij waren de eerste lichting. De leraren wisten niet precies wat er bij een opdracht van ons werd verlangd. Het resultaat maakte niet zoveel uit. Het werd al snel goedgekeurd. Het Haco-project was een chaos. Docenten waren niet goed voorbereid op het geven van het programma. Er was niet veel materiaal beschikbaar en het was niet altijd duidelijk. Bij haco heb ik geleerd te presenteren, maar bij andere vakken ook. Vergeleken daarbij was het alsof ik niets leerde bij Haco, het was het altijd goed, het maakte niets uit Op de havo was er ook competentiegericht onderwijs, pops en paps moest je maken. Het was er wel, maar de leraren konden er niet veel van op onze havo. De docenten moesten elke keer zelf nog de handleiding erbij pakken. Ze wisten niet helemaal waar wij mee bezig waren. 27

Over de voordelen van het haco programma bij het studeren in het hbo, zijn de meningen verdeeld. De voordelen lijken er vooral uit te bestaan dat studenten door het haco-programma al enigszins voorbereid zijn op de manier van leren in het hbo: Met haco heb ik wel een beetje geleerd om zelfstandig en in groepsverband te werken. Dat hebben we veel gedaan op de havo, dat is goed voor me geweest. Haco was leuk om te doen, was anders dan andere lessen, meer zelfstandig, meer vrijheid, andere onderwerpen, allerlei opdrachten die je in de gewone lessen niet kreeg. Daar heb ik wel wat aan gehad. De overgang was goed, ik had geen problemen. Samenwerken ben ik goed op voorbereid, reflecteren ging ook goed. Op het hbo moest ik veel presenteren. Ik kon het wel, maar ik ben er nu veel handiger in. Ik had een voorsprong wat betreft plannen, samenwerken, vergaderen, presenteren, werken met projecten en deadlines. Dat hangt met het hacoprogramma samen. Andere studenten hebben geen voordeel ervaren. Met de manier van studeren heb ik het wel zwaar gehad, vooral het werken in groepsverband in projecten en het uitzoeken, voorbereiden en plannen. Ook het presenteren heb ik moeten leren. De aansluiting haco-hbo was niet goed. Het competentiegerichte onderwijs in de havo is heel anders dan in het hbo. In het haco-project moesten we samenwerken in groepjes, maar dat heeft me op het hbo niet geholpen. Ik had niet het gevoel dat ik beter was voorbereid dan de andere eerstejaars. 3.4 Suggesties voor een betere aansluiting havo-hbo Een van de geïnterviewden is tevreden over de aansluiting zoals deze nu is, de overige studenten hebben suggesties om de aansluiting te verbeteren. De meest genoemde suggestie is: - Betere voorbereiding van havisten op de wijze waarop in het hbo les wordt gegeven Studiegenoten moeten beter zijn voorbereid op projecten en opdrachten. Dat levert veel problemen op als je dat niet kunt. Havo-leerlingen moeten er veel duidelijker op gewezen worden dat zij in het hbo veel meer vrijheid hebben. Je moet ze dus leren plannen en leren omgaan met meer eigen verantwoordelijkheid. 28