Lesbrief Barrowland Ballet Tiger Tale / Tijgerverhaal ~ Verenigd Koninkrijk Luister goed. Hoor je dat? Dat gehuil? Dat gejank dat door alle muren en vensters te horen is? Er sluipt buiten iets wilds rond! Het meisje hoort het de hele tijd door haar slaapkamermuren. Haar ouders zitten vast in hun dagelijkse routine en merken niets. Tot de dag waarop het geluid binnendringt en het alles op z n kop zet. Het blijkt een tijger te zijn! De komst van de tijger is een ode aan de verrassing, aan het speelse en aan de fantasie.
2
Kijken naar woordloze voorstellingen Vooraf ter informatie U neemt de kinderen mee naar een voorstelling zonder woorden. Zonder woorden wordt er een verhaal verteld, waarbij beeldtaal en lichaamstaal een essentiële rol spelen. Een voorstelling zonder taal kan ons onzeker maken: Snap ik het wel? Wat bedoelen ze nou? Waarom zeggen ze niks? Die vragen, die onzekerheid, kan het genieten van een voorstelling aardig in de weg zitten. Daarom kunt u de kinderen voorbereiden op het zien van een non-verbale voorstelling door vooraf met hen het gesprek aan te gaan over beeldtaal en lichaamstaal. Dat kunt u doen aan de hand van de hierna beschreven opdrachten. Een inleidend gesprek: Wat is beeldtaal? Ga met de kinderen het gesprek aan over beeldtaal. Vraag aan de kinderen: Wat is beeldtaal? Wat zou het kunnen zijn? (non-verbale communicatie, praten met beelden, verhalen vertellen of informatie geven) Kunnen de kinderen uit de eigen en de directe omgeving enkele voorbeelden daarvan geven? (tekeningen, verkeersborden, foto s, schilderijen, lichaamstaal) Hoe zou beeldtaal ingezet worden bij een non-verbale voorstelling? (geluid, licht, decor, kostuum, rekwisieten, lichaamstaal: spel, dans) Een spelopdracht in de klas: Wat is lichaamstaal? Vraag en probeer uit: -Wie kan laten zien hoe je eruit ziet als je heel blij bent,boos, bang of heel verdrietig? -Wie kan laten zien, welk gebaar je maakt alsof je iets hoort? Alsof je een heel zacht geluid hoort of een heel hard geluid? -Welk gebaar maakt de juf als ze wil dat iedereen luistert? -Wie heeft er een idee hoe je zonder te praten, de andere kinderen kunt laten zitten of laten staan? -Wie kent er nog meer gebaren? Leg uit aan de kinderen dat we in het dagelijks leven gebruik maken van lichaamstaal en gebarentaal. Een taal die wij aldoor spreken en verstaan, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Dans en theater begint bij de taal van het lichaam. Dansen doen we bewust. De dansers en acteurs drukken precies uit, wat ze met het lichaam willen vertellen. Ze vertellen hun verhaal zonder woorden, ze maken gebruik van lichaamstaal. Groepen 1, 2, 3 en 4 Een bewegingsopdracht in de klas: De ronde cirkel Teken met een vinger een grote denkbeeldige cirkel in de lucht. Vraag aan de kinderen wat er getekend is. Naar alle waarschijnlijkheid zal iedereen de cirkel herkennen en benoemen. Stel een vervolgvraag aan de kinderen: Waaraan zou je kunnen denken als je een ronde cirkel ziet? Wie kan er ronde dingen opnoemen in de klas? Trek samen met de kinderen de eindconclusie dat iedereen andere associaties krijgt bij het zien van een cirkel. Dat iedereen een beetje gelijk heeft, omdat iedereen anders kijkt en dat mag! Leg ook de relatie met de voorstelling die de kinderen gaan kijken Alle kinderen mogen hun eigen verhaal maken van hetgeen dat ze te zien krijgen. 3
Groepen 5, 6, 7 en 8 Een bewegingsopdracht in de klas: Het standbeeld Nodig 1 of meerdere kinderen uit om een standbeeld van zichzelf te maken. De anderen bekijken het standbeeld goed. In een kort gesprek kunnen de kinderen hun eigen interpretaties en associaties verwoorden bij het zien van de standbeelden. Trek samen met de kinderen de eindconclusie dat iedereen andere associaties krijgt bij het zien van de standbeelden. Dat iedereen een beetje gelijk heeft, omdat iedereen anders kijkt en dat mag! Leg ook de relatie met de voorstelling die de kinderen gaan kijken Alle kinderen mogen hun eigen verhaal maken van hetgeen dat ze te zien krijgen. We wensen jullie veel plezier bij de voorstelling! Wij gaan ervan uit dat u voor uw bezoek de kinderen heeft ingelicht over het gedrag in een theater. Een filmpje met de theaterafspraken kan u vinden via: http://klunky.nl/artikel/welkom-in-het-theater Groepen 1, 2, 3 en 4 Het gesprek na het zien van de voorstelling. Na het zien van de voorstelling is het belangrijk om met de kinderen over de voorstelling te praten. Op deze wijze leren de kinderen hun ervaringen, ideeën en emoties te verwoorden en te delen met elkaar. Ieder kind kijkt en ervaart de voorstelling op een andere manier. Die eigenheid mag er zijn! Maak tijdens het gesprek aantekeningen van hetgeen er gezegd wordt en leg dat in grote lijnen vast in een woord web. (In het woord web thematische bewoordingen omtrent wie- waar -wat vragen. Deze is handig bij de verwerkingsopdrachten) Het gesprek kan gevoerd worden aan de hand van open vragen die meerdere antwoorden kennen. Stel vragen als: Wat heb je gezien?, Wat is je opgevallen? Waar deed de voorstelling je aan denken? Welke beelden krijg je bij het zien van deze voorstelling? Heb je een verhaal kunnen (herkennen) ontdekken? Speelden gevoelens een rol bij de voorstelling? Welke gevoelens heb je gezien? Riep het ook gevoelens bij jouzelf op? Kun je dat uitleggen? Daag de kinderen uit in hun fantasie, stel vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn. Groepen 5, 6, 7 en 8 Het gesprek na het zien van de voorstelling. Na het zien van de voorstelling is het belangrijk om met de kinderen over de voorstelling te praten. Op deze wijze leren de kinderen hun ervaringen, ideeën en emoties te verwoorden en te delen met elkaar. Ieder kind kijkt en ervaart de voorstelling op een andere manier. Die eigenheid mag er zijn! Er zijn 2 manieren waarop het nagesprek gevoerd kan worden. 1- Het gesprek kan gevoerd worden aan de hand van open vragen die meerdere antwoorden kennen. Stel vragen als: Wat heb je gezien?, Wat is je opgevallen? Waar deed de voorstelling je aan denken? Welke beelden krijg je bij het zien van deze voorstelling? Heb je een verhaal kunnen (herkennen)ontdekken? 4
Speelden gevoelens een rol bij de voorstelling? Welke gevoelens heb je gezien? Riep het ook gevoelens bij jouzelf op? Kun je dat uitleggen? Kun je uitleggen om wat voor een soort voorstelling het ging? Kun je de sfeer omschrijven van de voorstelling? Kun je dat uitleggen aan de hand van beeldaspecten (licht, geluid, decor, rekwisieten, kostuum) 2- Alle kinderen kruipen in de huid van een journalist. Alleen, klassikaal of in kleine groepjes kunnen er vragen bedacht worden die te maken hebben met de voorstelling. Wat zou je willen weten van de ander na het zien van de voorstelling? Afhankelijk van de mogelijkheden van de groep kan de leerkracht een begeleidende rol hebben bij het formuleren van gevarieerde en uiteenlopende vragen. Vervolgens kan de groep in 2 verdeeld worden. De ene helft kruipt in de huid van journalist die enkele minuten de tijd krijgen om de andere helft te bevragen. Daarna kan er van rol gewisseld worden. Daarna kunnen de bevindingen plenair uitgewisseld worden. Daag de kinderen uit in hun fantasie, stel vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn. Geef ze het vertrouwen dat elk idee, elke gedachte waardevol is! Groepen 1, 2, 3 en 4 Naar aanleiding van de voorstelling in beweging In de speelzaal: Voor de bewegers een dansopdracht. nummer 1 Als alle kinderen op een eigen plek staan, kan de muziek aangezet worden. De kinderen gaan dansend door de zaal. Als de muziek stopt staan ze stil in een danshouding/standbeeld. Tip: stimuleer de kinderen om gevarieerd door de zaal te bewegen. Denk aan mogelijkheden als variaties op huppelen, springen, schuiven, rollen, kruipen, draaien.. nummer 2 Bij herhaling van de opdracht wordt de wijze van dansen door de zaal gerelateerd aan een personage uit de voorstelling Hoe zou. door de zaal dansen springen, huppelen? Of gebruik de context/omgeving Hoe zou het springen eruit zien als je over golven springt? En hoe over een boomstam heen? Tip: Gebruik de opgeschreven thematische woorden uit de voorstelling die in het woord web staan en vraag aan de kinderen :Wie kan er een beweging bedenken bij.? Kun je het ook voordoen? Nadat enkele bewegingen gezamenlijk zijn uitgeprobeerd. Kunnen kinderen op de muziek zelf nog verder experimenteren. Tot slot kan er bij herhaling van de opdracht ook nog nagedacht worden over het te maken standbeeld tijdens de muziekstop. Op welke verschillende manieren kun je stil staan/zitten/liggen. Welke danshouding past een beetje bij de voorstelling, bij het verhaal, het personage? Tip: Laat enkele kinderen hun standbeeld voordoen. Dit ter inspiratie voor de anderen. 5
Vervolgopdracht: Groepen 1-2: Follow the leader ->Bovenstaande opdracht kan ook uitgevoerd worden in een tweetal. De voorste danst op eigen wijze, geïnspireerd op de vorige opdrachten, door de zaal en de nummer 2 volgt. Groepen 3-4: Ieder tweetal kiest gezamenlijk 4 bewegingen/houdingen uit die zij het leukst en het best bij de voorstelling vonden passen. Ze oefenen deze en laten dat later aan de anderen zien. In een kort nagesprek kunnen de keuzes worden toegelicht. Afronding in de klas. Vraag aan ieder kind om nog een keer een zelf gekozen danshouding n.a.v. de voorstelling te maken. Fotografeer dat en print het uit. Het portret kan vervolgens worden uitgeknipt en opgeplakt op een a-4. Met behulp van verf / stiften en kleurpotloden kan er een scene uit de voorstelling omheen getekend worden als blijvend aandenken... Groepen 5, 6, 7 en 8 Naar aanleiding van de voorstelling in beweging. In de speelzaal: Voor de bewegers een dansopdracht. nummer 1 Als alle kinderen in de kring staan kan de muziek worden aangezet. Om de beurt bedenkt ieder kind een beweging dat door de anderen wordt nagemaakt. Tip: De bewegingen moet zo precies mogelijk worden nagemaakt. Kinderen mogen zelf de beurt doorgeven op het moment dat ze tevreden zijn over de uitvoering. Bij herhaling van de opdracht (als de kring 1x rond is geweest)kan er aan de kinderen gevraagd worden of ze bij het bedenken van bewegingen zich willen laten inspireren door de voorstelling. Het kan gaan om bewegingen die zij zich herinneren of passend vinden. Tip: Refereer aan het nagesprek, wat waren de bevindingen en vat het kort samen. nummer 2 Verdeel de kinderen in kleine groepjes (4 a 5 lln.). Ieder groepje gaat op een eigen plek staan en bedenkt gezamenlijk 2 Tableaus Vivante geïnspireerd op de voorstelling. Bekijk en bespreek gezamenlijk de ontstane Tableaus en laat de kinderen zelf een relatie leggen met de voorstelling. Waarom passen de gekozen houdingen en scenes zo goed bij de voorstelling? Tip: Laat de makers eerst zelf aan het woord om hun keuzes toe te lichten. Maar het kan zeker ook interessant zijn om de kijkers hun interpretatie te laten vertellen in de vorm van positieve feedback. Op deze wijze kunnen er ook 2 passende bewegingen gekozen worden die na ieder Tableau gedaan kunnen worden. Zo ontstaat er als vanzelf een korte herhaalbare dansfrase. Tip: ieder groepje gaat weer naar de eigen plek, kiest gezamenlijk 2 bewegingen en plakken die tussen de tableaus. Geef kinderen even de tijd om dit goed te oefenen. Afronding Film de dansfrase en zet die op dvd of op de Klassen site als blijvend aandenken. Bedankt voor jullie bezoek aan het Internationale Stiltefestival 2017 Dansgezelschap De Stilte www.destilte.nl 6