DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE ZOETERMEER IN 2013

Vergelijkbare documenten
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hoorn

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Aalsmeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Geldermalsen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Franekeradeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Noordwijkerhout

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Opsterland

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE ALKMAAR IN 2013

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Leek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Mill en Sint Hubert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hollands Kroon

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Menterwolde

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Sliedrecht

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Kollumerland c.a.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. De Bilt

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Aalburg

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ridderkerk

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Pekela

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Renkum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Winsum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heumen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Zoeterwoude

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE DALFSEN IN 2012

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Loppersum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tholen

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE WINTERSWIJK IN 2012

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Veendam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Oldambt

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE ENKHUIZEN IN 2012 Definitief

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE KLEINE WERELD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. De Bilt

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE NOORDWIJK IN 2012

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE LEIDEN IN 2013

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE HORST

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T SPEELHOFJE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Oss

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE LEEK IN 2012 Definitief

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF SDK ROZEMARIJN

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DRACHT STEDE BROEC BASISSCHOOL OBS 'T VIERSPAN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Amstelveen

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL N.B.S. DE STERREN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. Mussennest

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Appingedam

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE KLEURDOOS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Borger-Odoorn

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE UITERTON

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE OLST-WIJHE IN 2012

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE IN 2012 Definitief

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE ZEESTERRETJES BASISSCHOOL OBS DE DRIEMASTER

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. ELMO - Kinderopvang

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE STRANDJUTTER PEUTERSPEELZAAL DE STERREKIJKERS

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE OVERBETUWE IN 2012 Definitief

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. K'nijntje

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KLINKER

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE TERSCHELLING IN 2012 Definitief

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE PIKESTJELP BASISSCHOOL ZUIDERVELDSCHOOL

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE BORNE IN 2012

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE SITTARD-GELEEN IN 2013

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE EEMNES IN 2012 Definitief

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE DOETINCHEM IN 2012

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE PEUTERTUIN BASISSCHOOL DE WIEKEN-WEST

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE HEERDE IN 2012

Transcriptie:

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE ZOETERMEER IN 2013 Onderzoeksnummer : 272132 Datum vaststelling : 9 juli 2014 ED4153568/5

Inhoud Voorw oord... 5 1 Inleiding... 7 2 Vve in de gemeente Zoetermeer... 8 3 De oordelen over de voor- en de vroegscholen... 15 4 Conclusies... 22 Pagina 3 van 23

Voorwoord In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden. Voor de periode 2012-2015 hebben het Rijk en de 37 grote steden (G37) afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen met een taalachterstand gebruik kunnen maken van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen. In deze afspraken staan kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor de voor- en vroegschoolse educatie. Daarbij is afgesproken dat de Inspectie van het Onderwijs in 2013 en 2015 een monitor uitvoert om de kwaliteit van vve op gemeentelijk niveau, op voorscholen en op vroegscholen (groep 1 en 2 van basisscholen) in beeld te brengen. Dit rapport beschrijft de kwaliteit van vve in de gemeente Zoetermeer in 2013. De hoofdinspecteur primair onderwijs, Dr. A. Jonk Pagina 5 van 23

Pagina 6 van 23

1 Inleiding Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Zoetermeer in 2013. De opbouw van het rapport is als volgt: Het rapport begint met een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daarin wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname en de relatie met de bestuursafspraken tussen het Rijk en de gemeente Zoetermeer (paragraaf 2.1) Daarna wordt een overzicht gegeven van de voor- en vroegscholen in de gemeente (paragraaf 2.2) en van de door de gemeente aangeleverde vvedocumenten (paragraaf 2.3). Tevens geeft de inspectie in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijk vve-beleid (paragraaf 2.4). De basis van deze beoordeling is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. De inspectie heeft deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en in een gesprek met betrokkenen van de gemeente. Ook de voor- en vroegscholen in de gemeente hebben een digitale vragenlijst ingevuld. In hoofdstuk 3 worden de oordelen van de inspectie over de locaties gepresenteerd. Dat gebeurt in de vorm van overzichtstabellen met daarin de eigen antwoorden van de locaties per kwaliteitsaspect (uitkomsten digitale vragenlijst). De inspectie heeft in de gemeente Zoetermeer twee voorschoollocaties en twee vroegschoollocaties bezocht om de antwoorden te verifiëren. De resultaten van de locatiebezoeken worden ook in dit hoofdstuk toegelicht en de oordelen van de inspectie worden vergeleken met de resultaten van de vragenlijsten. Hoofdstuk 4, tenslotte, bevat de conclusies over de kwaliteit van vve in de gemeente Zoetermeer. Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren. Pagina 7 van 23

2 Vve in de gemeente Zoetermeer De gemeente Zoetermeer heeft een digitale vragenlijst ingevuld. De digitale vragenlijst levert de volgende informatie: Een lijst met de vve-documenten die de gemeente heeft aangeleverd: zie paragraaf 2.3 Een beoordeling van het gemeentelijk vve-beleid : zie paragraaf 2.4. 2.1 Ontwikkeling van vve in Zoetermeer sinds de bestandsopname Tijdens de bestandsopname in 2010 en 2011 kwam naar voren dat de gemeente Zoetermeer al veel aspecten van de voor- en vroegschoolse educatie op orde had. De inspectie stelt in het rapport van mei 2011 dat vve in Zoetermeer in de praktijk, dus op de locaties, op veel punten goed van de grond was gekomen. Zo voldeden de meeste locaties aan de noodzakelijke randvoorwaarden die vanuit de OKE-wet en het gemeentelijk beleid gesteld waren. Ook werd over bijna de hele linie gewerkt met één erkend, dekkend vve-programma. De kwaliteit van de uitvoering van vve was overwegend voldoende, al waren er kritische kanttekeningen bij het volgen van de brede ontwikkeling, de begeleiding en de zorg. De kwaliteitszorg, bedoeld om de kwaliteit van vve in de gaten te houden, te evalueren en eventueel te verbeteren, was voor de locaties nog een belangrijk verbeterpunt. Ook het opzetten van locatie-specifiek ouderbeleid bleek hierbij een punt van aandacht. Verder was de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool niet altijd goed geregeld en geborgd. Op gemeentelijk niveau kwamen min of meer dezelfde aandachtspunten naar voren. Het onderdeel ouders, de organisatie van externe zorg en het systematisch evalueren en verbeteren van vve op gemeentelijk niveau waren nog sterk in ontwikkeling. En hoewel de gemeente resultaatafspraken had gemaakt met de betrokken partijen, was niet duidelijk welk doel werd nagestreefd voor de doelgroepkinderen en hoe er werd geëvalueerd. Na de bestandopname is de gemeente Zoetermeer op voortvarende wijze doorgegaan met de ontwikkeling en coördinatie van de voor- en vroegschoolse educatie. De gemeente heeft hier de diverse relevante partners nauw bij betrokken. Uit het huidige onderzoek blijkt dat de gemeente sinds de bestandsopname verbeteringen heeft gerealiseerd op drie verbeterpunten in het gemeentelijk beleid, namelijk: het bereik, de externe zorg en de systematische evaluatie en verbetering van vve. Twee punten vragen nog steeds om verbetering: het ouderbeleid en de interne kwaliteitszorg op de vve-locaties. In de rest van dit rapport wordt meer expliciet op de diverse ontwikkelingen ingezoomd waarbij ook de verbetering ten opzichte van de bestandsopname zichtbaar is gemaakt. 2.2 Overzicht van de voor- en de vroegscholen in Zoetermeer Voorafgaand aan de digitale vragenlijst is gevraagd naar een overzicht met de vvepeuterspeelzalen en kinderdagverblijven (dus: de voorscholen) en de bijbehorende vroegscholen (de vve-basisscholen). De onderwijsinspectie heeft met gebruikmaking van de DUO-telgegevens per 1 oktober 2012 met het percentage gewichtenleerlingen van 4 en 5 jaar dat overzicht indien nodig nader ingevuld: zie tabel 2.2. Hierbij is er van uitgegaan dat scholen die 20 procent of meer gewichtenkleuters hebben gezien kunnen worden als een vroegschool. In onderstaande de tabel zijn deze aangeduid met **. Pagina 8 van 23

Tabel 2.2: Overzicht van de voor- en vroegscholen in de gemeente Zoetermeer. Alle onderstaande locaties hebben een digitale vragenlijst gekregen en (voor)scholen met * zijn ook bezocht. Voorschool: Peuterspeelzaal/kdv NJOY Koekoeksnest Lijsternest Eendennest Flamingonest Speeltaalhuis Lepelaarsnest* Koekoeksnest Kleine Prins Kiwinest, Palet Kiwinest, Saffier Mussennest* Meeuwennest De drie ballonnen Beestenboel Zwanenbos Vroegschool: Basisschool De Touwladder t Schrijverke **De Jacobsvlinder* **Het Zwanenbos **De Regenboog **De Achtsprong **De Watersnip **Prinses Amaliaschool, locatie Kerkenbos* Seghwaert, locatie De Triangel De Oostwijzer, locatie Cygnus Het Groene Hart 2.3 Lijst met de vve-documenten die de gemeente heeft aangeleverd - Plan van aanpak op weg naar OKE 2011 en 2012; - Plan van aanpak op weg naar OKE 2013 en 2014; - Bijlage 1 bij Plan van aanpak OKE-wet 2013 en 2014 voorwaarden voorschools; - Bijlage 2 bij Plan van aanpak op weg naar OKE 2013 en 2014 vroegschoolse afspraken; - De Lokale Educatieve Agenda van Zoetermeer m.b.t. vve; - Spoorboekje herziene versie, vastgesteld 6 juni 2013; - VVE-beleid: een visie op voor- en vroegschoolse educatie op de peuterspeelzalen van Kern Kinderopvang Zoetermeer, 10 februari 2012 - Adviesdocument BenW; - Toeleiding naar VVE april 2011; - Uitwerking van de analyse van vve-kinderen van de basisschool (JGZ); - Formulier voor verwijzing JGZ; - Diverse afspraken en actielijsten 2012-2013; - Diverse vve-nieuwsbrieven 2013; - Logopedie-afspraken- en actielijst 04 oktober 2012; - Notitie ouderbetrokkenheid in Zoetermeer, versie BIZ (collegevoorstel); - Pilot Seghwaert: monitoren van 10 casussen Meerpuntaanpak; - Projectplan VoorleesExpress Zoetermeer, 31 oktober 2011; - Afspraken m.b.t. de vve-monitor schooljaar 2011/2012 t/m 2015/2016, 15 maart 2012; - Beschikking RK14 OPOZ ouderbetrokkenheid Zwanenbos januari-juli 2014; - Tussentijdse verantwoording subsidie SpeelTaalHuizen 2013 Kern Kinderopvang. 2.4 Het gemeentelijke vve-beleid In deze paragraaf geeft de inspectie haar bevindingen weer over het gemeentelijk vve-beleid. Per domein wordt weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende ( 3 ) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden Pagina 9 van 23

gezien, zowel zonder ( 2 ) als met ( 1 ) afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt ( 4 ). De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van haar verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse, gesprekken met betrokkenen en informatie uit locatiebezoeken. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd. HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4 1a1 Definitie doelgroepkind x 1a2 Bereik x 1a3 Toeleiding x 1a4 Ouders x 1a5 Integraal vve-programma x 1a6 Externe zorg x 1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen x 1a8 Doorgaande lijn x 1a9 Resultaten x 1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau x 1c Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau x DE VVE-CONDITIES 2a GGD-rapport x 2b Gemeentelijk subsidiekader x De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover zie www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/kinderopvang. Toelichting: 1 Verbeterpunten met een afspraak Niet van toepassing. 2 Verbeterpunten 1a4 Ouders Het is van belang dat een gemeente actieve participatie van ouders van doelgroeppeuters inzet als instrument om achterstanden van peuters te voorkomen of te verminderen. Hiervoor is het belangrijk dat de gemeente concreet beleid ontwikkelt, waarin is aangegeven welke doelen de gemeente nastreeft op het gebied van ouderparticipatie, op welke wijze de gemeente deze doelen wil verwezenlijken (inclusief financiering/subsidiering), welke instellingen hierbij betrokken zijn en welke concrete resultaten de gemeente verwacht te behalen, om na te gaan of de doelen behaald zijn. Voor het inzetten van effectief beleid is het noodzakelijk dat de gemeente een heldere analyse heeft van de ouderpopulatie, die zij wil bereiken met haar beleid. De gemeente Zoetermeer neemt ouderbetrokkenheid serieus en voldoet op een aantal onderdelen aan wat er van haar op dit terrein verwacht wordt: zo beschrijft zij in de notitie Ouderbetrokkenheid wat er op dit gebied al bereikt is, welke activiteiten zijn uitgevoerd (en of deze succesvol waren) en welke initiatieven er op stapel staan. Ook heeft de gemeente met de vve-locaties afgesproken dat de Pagina 10 van 23

locaties een ouderbeleidsplan opstellen, gericht op de eigen specifieke ouderpopulatie. Via de Nieuwsbrief VVE Nieuws worden de ervaringen hierover onderling gedeeld. In de notitie Ouderbetrokkenheid worden ouders beschreven als doelgroepouders, maar een diepere analyse van de ouderpopulatie ontbreekt nog. Op gemeentelijk niveau is nog geen visie opgesteld die concrete doelen en verwachte resultaten bevat. Wel is een (kwantitatieve) analyse van de ouderpopulatie terug te vinden in het projectplan van de Voorleesexpress. Wellicht doet de gemeente er verstandig aan om deze analyse breder te trekken en hier doelen aan te verbinden. 1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen Effecten van vve zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van de vve die geleverd wordt door de voorscholen. Van vve-instellingen wordt verwacht dat ze deze kwaliteit regelmatig evalueren, verbeteren en borgen. Gemeenten dienen met vveinstellingen afspraken te maken over de wijze waarop ze dit doen en hoe ze zich over deze kwaliteit verantwoorden aan de gemeente. De gemeente Zoetermeer heeft de verantwoording van de voor- en vroegscholen over de cijfermatige kant (aantal doelgroepkinderen, toetsgegevens) op orde. Zij heeft echter nog geen beleid opgesteld waarin zij eisen stelt aan de interne kwaliteitszorg van vve-locaties en aan de manier waarop de locaties zich hierover verantwoorden. 3 Voldoende 1a2 Bereik Het bereik wordt beoordeeld voor de peuters (dus op de voorscholen), omdat kleuters (vrijwel) allemaal naar de basisschool gaan. Het bereik wordt beoordeeld op basis van aanbod (zijn er voldoende kindplaatsen?) en op basis van het gerealiseerde bereik (hoeveel vve-kindplaatsen worden daadwerkelijk door een doelgroeppeuter bezet?). De gemeente Zoetermeer heeft zicht op het aantal kindplaatsen dat gerealiseerd moet worden volgens de gewichtenregeling en volgens de eigen doelgroepdefinitie. De gemeente is ook op de hoogte van het aantal doelgroepkinderen dat daadwerkelijk gebruik maakt van de vve-plaats en het vve-aanbod. Meer dan 90 procent van het aantal kinderen maakte in 2012 daadwerkelijk gebruik van een vveplek. Ruim 80 procent van de doelgroepkinderen die vallen onder de eigen definitie nemen deel aan vve (370 van de 462 plaatsen). 1a3 Toeleiding De toeleiding van kinderen naar participatie aan voorschoolse educatie ligt in Zoetermeer in handen van het consultatiebureau en stichting Piëzo (Participatie, integratie en emancipatie Zoetermeer). Het consultatiebureau stelt een indicatie op grond van de doelgroep criteria (zie 1a1: definitie doelgroepkind). De bezoekvrouwen van stichting Piëzo stimuleren ouders hun kind aan te melden bij de voorschool. Het toeleidingstraject is onder meer uitgewerkt in het document Toeleiding naar de VVE april 2012 waarin diverse afspraken zijn opgenomen. Ook in VVE-nieuws wordt hier aandacht aan besteed door middel van praktijkvoorbeelden. Opvallend positief is het feit dat ouders bij de aangifte van hun baby naast de reguliere voorlichting over consultatiebureau en vve, ook een Van Dale Beeldwoordenboek krijgen voor hun kind. 1a6 Externe zorg Gemeenten zijn in het kader van integraal jeugdbeleid verantwoordelijk voor een sluitend netwerk van zorgverleners, zodat kinderen op effectieve en efficiënte wijze de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Voor vve is het van belang dat de gemeente een dergelijke Pagina 11 van 23

zorgstructuur ook in het leven heeft geroepen voor peuters, zodat voorscholen en ouders van peuters hier gebruik van kunnen maken als dit nodig is. In Zoetermeer is sinds de bestandsopname veel geïnvesteerd in de zorgstructuur en daarmee is deze nu op orde. Er zijn afspraken gemaakt over de zorgstructuur voor peuters en afspraken voor aanmelding bij externe zorgverleners zijn vastgelegd. De ondersteuningsroute voor peuterspeelzalen bij onderwijs- en opvoedingshulpvragen is uitgewerkt. Deze procedures zijn met betrokkenen besproken en de regiefunctie is vastgelegd. Tevens zijn afspraken gemaakt over de terugkoppeling van de externe zorgverleners naar zowel de voor- als de vroegschool. 1a8 Doorgaande lijn: Een soepele doorgaande lijn van voor- naar vroegschool is belangrijk voor succesvol vve. Door de knip in vve-middelen in 2006 is deze doorgaande lijn echter minder vanzelfsprekend geworden. Het is daarom van belang dat gemeenten gericht beleid ontwikkelen om de doorgaande lijn zo optimaal mogelijk te realiseren. De gemeente Zoetermeer heeft met haar partners afspraken gemaakt over de doorstroom van kinderen van de voor- naar de vroegschool. De voorschool dient te stimuleren dat peuters zoveel mogelijk doorstromen naar de bijbehorende vroegschool. Er is daarbij een duidelijke voorkeur voor een warme overdracht, al dan niet met de ouders erbij, met name bij locaties met veel doelgroepkinderen. Ook probeert de gemeente de doorgaande lijn te bevorderen door intensiever contact tussen de vve-professionals te stimuleren. Een voorbeeld daarvan is de nieuwsbrief Vve-Nieuws waarin de professionals hun ervaringen en kennis kunnen delen. 1a9 Resultaten De gemeente Zoetermeer heeft in navolging van de bestuursafspraken met de verschillende schoolbesturen en houders van voorscholen in haar gemeente afspraken gemaakt over de te bereiken resultaten in de voor- en vroegscholen. Dit betreft de leerwinst van de doelgroepkinderen op de Citotoetsen (Taal en Rekenen voor Peuters en Kleuters). De gemeente heeft hiervoor normen en doelen opgesteld. Naast de toetsgegevens wordt op de vroegscholen gekeken naar het percentage kleuterverlenging en wordt er net als in de voorscholen - een volgsysteem ingevuld met gegevens over de andere (bredere) ontwikkelingsgebieden. Alle voor- en vroegscholen leveren de gegevens aan bij hun bestuur volgens een door de gemeente opgesteld format. De gemeente zet deze gegevens vervolgens in een gemeentelijke monitor. De terugkoppeling van de gegevens naar de diverse locaties gebeurt wel, maar is te algemeen. De vertaling van de monitorgegevens naar de werkvloer verdient nog enige aandacht. 2a GGD-rapport Vanaf 2013 moet de GGD jaarlijks van elke voorschool de basiskwaliteit en de kwaliteit voorschoolse educatie (het 8e domein) toetsen. Dit legt de GGD jaarlijks vast in een rapport. De gemeente Zoetermeer heeft geregeld dat alle vve-locaties jaarlijks door de GGD beoordeeld worden. Het betreft hier zowel de basiskwaliteit als de kwaliteit van de voorschoolse educatie (het 8e domein). 2b Gemeentelijk subsidiekader De gemeente Zoetermeer heeft een subsidiekader voor de aanbieders van voorschoolse educatie. Om in aanmerking te komen voor subsidie verplichten de aanbieders zich om te voldoen aan de voorwaarden voor de wet op de Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit is binnen de gemeente vastgelegd in de bijlage bij het Plan van Aanpak op weg naar OKE 2013-2014. Ook voor de vroegscholen bestaat in het kader van vve een dergelijk subsidiekader. Deze ligt vast in de bijlage Afspraken voor de vroegschoolse educatie, een tweede bijlage bij het eerder genoemde Plan van Aanpak. Pagina 12 van 23

4 Voorbeeld voor anderen 1a1 Definitie doelgroepkind De gemeente Zoetermeer heeft een doelgroepdefinitie opgesteld voor zowel peuters als kleuters. De gemeente verantwoordt deze definitie onder andere op basis van een analyse van de populatie en een concrete visie op vve. In deze definitie is opgenomen dat een kind (ook) doelgroepkind kan zijn op basis van de feitelijk geconstateerde (taal- en/of ontwikkelings)achterstand na bijvoorbeeld observaties en toetsscores aan het begin van de voorschool. Peuterspeelzalen zijn verplicht doelgroepkinderen zichtbaar te maken door het verplichte overgangsformulier. Dat is dus breder dan de landelijke doelgroepdefinitie op basis waarvan de gelden worden toegekend. 1a5 Integraal VVE-programma Gemeenten dienen er voor te zorgen dat voorscholen gebruik maken van een integraal programma dat de ontwikkeling van peuters op de vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) stimuleert. Al in 2011 zijn binnen Zoetermeer afspraken gemaakt in het kader van integraal peuterspeelzaalwerk. Om de doorgaande leerlijn in het basisonderwijs te garanderen, is dezelfde vve-methodiek ook ingevoerd in de groepen 1/2 van de bijbehorende basisschool. Ook een groot gastouderbureau beschikt over hetzelfde vve-programma. De gemeente Zoetermeer heeft zelfs de bijbehorende opleiding van de gastouders gefinancierd. Het vve-programma wordt door alle voor- en vroegschoolse voorzieningen gebruikt met een gezamenlijke themavoering binnen de hele gemeente. Hier worden ook andere (gezinsgerichte) activiteiten aan gekoppeld zoals ouderactiviteiten, bibliotheekaanbod en de Voorleesexpress. In de notitie Afspraken m.b.t. de VVE monitor Zoetermeer schooljaar 2011/2012 t/m 2015/2016 is opgenomen dat alle gesubsidieerde peuterspeelzalen werken met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE programma. Ook in de monitoring van de resultaten wordt het eenduidig gebruik van (de toetsen en observatiemogelijkheden van) het gekozen vve-programma nog eens benadrukt (zie ook 1a9 Resultaten). 1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau De gemeenten zijn regievoerder voor vve in hun gemeente. Dit betekent allereerst het formuleren van helder vve-beleid vanuit de gemeente met duidelijke ambities en concrete doelen. Daarnaast vraagt het om voldoende sturing en coördinatie vanuit de gemeente om vve tot stand te brengen en te borgen in de gemeente. De gemeente Zoetermeer is aantoonbaar regievoerder, coördineert de uitwerking van het vve-beleid en betrekt hierbij de LEA-partners (de houders van de voorscholen en de schoolbesturen). Daarnaast coördineert zij de uitvoering van vve. Bij deze coördinatie betrekt de gemeente ook aantoonbaar de afstemming met de consultatiebureaus, de Centra voor Jeugd en Gezin en alle andere relevante partners. 1c Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau De gemeente dient het eigen vve-beleid, de afspraken, de uitvoering en de resultaten regelmatig (jaarlijks) te evalueren. De gemeente Zoetermeer brengt het vve-beleid en de afspraken met partners over de uitvoering van vve in kaart. Elk jaar wordt op gemeentelijk niveau over de bevindingen gerapporteerd en worden de verbeterpunten opgenomen in plannen voor komende jaren. Dit volgt de cyclus van de termijn van de verbeterplannen en de bestuursafspraken. Was er tijdens de bestandsopname nog sprake van enkele ontbrekende onderdelen bij de evaluatie (absoluut bereik, doorgaande lijn), nu heeft Pagina 13 van 23

de gemeente deze aangevuld zodat de evaluatie volledig is. De gemeente betrekt bij de evaluatie ook externe deskundigheid zodat de objectiviteit van de evaluatie beter gewaarborgd is. Pagina 14 van 23

3 De oordelen over de voor- en de vroegscholen De voor- en vroegscholen uit het overzicht in paragraaf 2.2 hebben een digitale vragenlijst gekregen om zelf te rapporteren over de kwaliteit van vve. De vragen zijn rechtstreeks afkomstig uit het vve-waarderingskader. Elke voor- en vroegschool heeft een eigen zelfrapportage teruggekregen. Paragraaf 3.1 bevat een overzicht van de resultaten van de vragenlijst. In paragraaf 3.2 worden de resultaten van de locatiebezoeken door de inspectie besproken. Een overzicht van de eigen waarderingen van alle vve-locaties is naar de gemeente gestuurd. 3.1 Resultaten vragenlijst De antwoorden van de locaties op de vragen in de vragenlijst zijn conform de werkinstructie van de Inspectie van het Onderwijs vertaald naar waarderingen van een indicator. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om oordelen die door de inspectie zijn gegeven. In de onderstaande tabel staan deze waarderingen weergegeven in percentages van het totaal aantal vve-locaties in de gemeente. Het percentage waarderingen per indicator is niet altijd 100 procent, omdat op sommige locaties geen waardering is gegeven, bijvoorbeeld omdat het antwoord op vragen ontbrak. Bij de tabellen volgt een toelichting. Tabel 3.1a De waardering van de indicatoren: Condities CONDITIES 1 2 3 4 A0.1 Recent en compleet GGD-rapport* 52 A2 Groepsgrootte* 100 A3 Dubbele bezetting 27 73 A4.1 Voldoende vve-tijd per week* 100 A5.2 Opgeleide leidsters* 100 A5.3 Nederlands spreken* 90 10 A5.5 Jaarlijks opleidingsplan* 5 95 De indicatoren met een * zijn alleen van toepassing op de voorscholen. Alle voorscholen in de gemeente Zoetermeer zijn recent bezocht door de GGD, waarbij tijdens het bezoek de condities voor vve zijn beoordeeld (8 e domein). Dat het niet altijd lukt met de dubbele bezetting is vooral te zien op de vroegscholen. Ten opzicht van de bestandsopname is dit niet of nauwelijks veranderd. Het percentage locaties waar alle pedagogisch medewerkers voldoende Nederlands spreken is flink afgenomen (100 procent in 2010). Dit heeft direct te maken met de aanscherping van de eisen voor het Nederlands taalniveau in het kader van de G37 bestuursakkoorden. Hierin is aangegeven dat pedagogisch medewerkers aantoonbaar het 3F/B2-niveau moeten beheersen. Veel pedagogisch medewerkers volgen momenteel een cursus hiervoor. Tabel 3.1b. De waardering van de indicatoren: Ouders OUDERS 1 2 3 4 B1 Gericht ouderbeleid 73 6 21 B3 Intake 67 33 B5 Vve-participatie van ouders op voor- en vroegschool 70 30 B7 rekening houden met thuistaal 33 42 In 2011 zijn er binnen het aspect Ouders meerdere verbeterpunten vastgesteld voor zowel de voor- als de vroegscholen. In 2014 is er volgens de voor- en vroegscholen nog steeds sprake van meerdere verbeterpunten. Wel heeft er op een aantal punten een ontwikkeling plaatsgevonden; deze is echter nog niet zo dat er al sprake is van een voldoende waardering. Pagina 15 van 23

Het ontbrak op de voor- en vroegscholen aan een gericht ouderbeleid (indicator B1). Volgens enkele voor- en vroegscholen is er nu wel sprake van een gericht ouderbeleid. Het merendeel van de andere voor- en vroegscholen geeft aan dat er een vve-ouderbeleid is, maar dat het in dit beleid nog ontbreekt aan een analyse van de ouderpopulatie en/of concrete doelen. De intake (indicator B3) gaf in 2011 op alle onderzochte voor- en vroegscholen voldoende informatie. In de vragenlijsten geven in 2013 de meeste voor- en vroegscholen echter aan dat op het standaard intake-formulier specifieke informatie over ontwikkelings- en persoonskenmerken van het kind ontbreekt. Vaak gaat het om de taal- en rekenontwikkeling, soms ook motorische of sociaal-emotionele ontwikkeling. Het formulier wordt wel voor alle kinderen die aangemeld worden ingevuld, maar op basis van de antwoorden nog wisselend en onvolledig. Op ongeveer de helft van de voor-en vroegscholen was in 2011 het stimuleren van participatie van ouders bij vve-activiteiten in de school (indicator B5) nog een verbeterpunt. Nu is tweederde van de voor- en vroegscholen niet positief over de vve-participatie van ouders, met name over het aantal deelnemers. Daarentegen zijn er enkele voor- en vroegscholen die met hun inspanningen juist veel ouders bij hun activiteiten zeggen te betrekken. In 2011 zeiden bijna alle locaties (93 procent) rekening te houden met de thuistaal van kinderen en ouders. Dat percentage ligt nu veel lager. Het ontbreekt op de voor- en vroegscholen vaak aan afspraken over de manier waarop met anderstalige ouders wordt omgegaan. Wel krijgen (een deel van) de ouders ondersteuning aangeboden in het aanleren van de Nederlandse taal. Tabel 3.1c. De waardering van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE 1 2 3 4 Het aangeboden programma C1.1 Integraal programma 100 C1.2 Doelgerichte planning 15 76 Op basis van de vragenlijst kan de inspectie alleen iets zeggen over de genoemde twee onderdelen. Zowel het integrale programma als de doelgerichte planning scoren de locaties beter dan de inspectie in 2010/2011 deed. Met name de kwaliteit van de planning lijkt verbeterd. Tabel 3.1d. De waardering van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 2 3 4 D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 42 58 D1.2 Planmatige begeleiding 52 48 D1.3 Evaluatie van begeleiding en zorg 21 67 D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 64 30 D2.2 Aanmelding externe zorg 24 76 In 2011 was het binnen de groep volgen van de ontwikkeling en de planmatige begeleiding voor veel voorscholen en een enkele vroegschool een verbeterpunt, In 2013 lijkt dit enigszins verbeterd te zijn, waarbij opvalt dat de vroegscholen de planmatige begeleiding vooral als goed hebben omschreven. In 2011 waren de kinderen die externe zorg nodig hadden en de reden waarom bij de leidsters/ leraren bekend. De vragenlijst laat nu een minder positief beeld zien. Dit komt vooral doordat gevraagd is of men over een (schriftelijk) overzicht beschikt. Ook voor de aanmelding (indicator D2.2) geldt dat het beeld negatiever is dan in 2011. Pagina 16 van 23

Tabel 3.1e. De waardering van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- EN 1 2 3 4 VROEGSCHOOL E1 Vve-coördinatie binnen school 6 94 E2 Vve evalueren 61 24 E3 Opbrengsten evalueren 39 36 24 E4 Verbetermaatregelen 42 33 E5 Vve borgen 18 76 E6 Vve in kwaliteitszorg binnen school 8 83 In 2011 zijn er binnen het aspect Kwaliteitszorg meerdere verbeterpunten vastgesteld voor zowel de voor- als de vroegscholen. In 2013 is er volgens de vooren vroegscholen nog steeds sprake van meerdere verbeterpunten. De kwaliteit lijkt deels te zijn verbeterd en deels een achteruitgang te laten zien. De vve-coördinatie (indicator E1) was in 2011 op 82 procent van de voor- en vroegscholen van een voldoende niveau, nu ligt dat percentage op 94 procent. Het evalueren van de kwaliteit van vve (indicator E2) was in 2011 op een derde van de locaties van een voldoende niveau. Dit is volgens de vragenlijst ook nog niet echt verbeterd. Het percentage voor- en vroegscholen dat vindt dat zij de resultaten van vve (indicator E3) gedegen evalueert is iets gezakt, waarbij opvalt dat vroegscholen in de meeste gevallen vinden dat zij het goed doen. Het planmatig verbeteren van de kwaliteit van vve (indicator E4) was in 2011 op 40 procent van de voor- en vroeg scholen een verbeterpunt. Aan de hand van de vragenlijsten van 2013 lijkt dit gegeven niet veel veranderd. De borging van gerealiseerde verbetering (indicator E5) was in 2011 op de meeste vroegscholen van voldoende kwaliteit, de voorscholen bleven daarbij achter. Nu lijkt op basis van de vragenlijst de borging over de gehele linie verbeterd te zijn. Vve was in 2011 meestal geen specifiek onderdeel van de kwaliteitszorg van de vroegschool (indicator E6). Volgens 83 procent van de vroegscholen is de kwaliteitszorg van vve nu wel een specifiek onderdeel, dat is opgenomen in het schoolplan, de schoolgids of het jaarplan. Tabel 3.1f. De waardering van de indicatoren: Doorgaande lijn DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4 F2 Doorstroom naar vroegschool 62 33 F3 Warme overdracht 30 70 F4 Afstemming aanbod 3 79 F5 Afstemming pedagogisch/educatief handelen 52 30 F6 Afstemming over ouders 48 33 F7 Afstemming begeleiding/zorg 52 30 Tijdens de bestandsopname in 2011 zijn de bovenstaande indicatoren op één indicator na: F3 - niet beoordeeld omdat er geen sprake was een formele samenwerking tussen voor- en vroegscholen. Inmiddels zijn er afspraken voor algemene samenwerking tussen voor- en vroegscholen in de gehele gemeente Zoetermeer. Niet alle locaties zijn hier onverdeeld positief over zoals blijkt uit bovenstaande percentages. Voor wat de warme overdracht betreft is er een beduidend positiever beeld bij de bestandsopname. De vve-coördinatie (indicator F1) is op basis van de vragenlijst niet te waarderen. Wel geven de meeste voor- en vroegscholen aan dat er iemand verantwoordelijk is voor het contact tussen de voor- en vroegschool. Pagina 17 van 23

Tabel 3.1g. De waardering van de indicatoren: Resultaten RESULTATEN 1 2 3 4 G2 Niveau vve-resultaten 3 6 G3 Verlengde kleuterperiode** 33 De indicator met een ** is alleen van toepassing op de vroegscholen. In 2011 is het aspect Resultaten niet beoordeeld. De gemeente Zoetermeer had toen wel opbrengstdoelen in de zin van leer- of ontwikkelingsresultaten vastgelegd, maar er werd nog geen onderscheid gemaakt tussen kinderen die wel of geen vve in de voorschool hadden gevolgd. Nu is dat onderscheid wel gemaakt en de gemeente evalueert de toetsgegevens. De gegevens worden wel teruggekoppeld, maar tijdens de locatiebezoeken werd aangegeven dat deze terugkoppeling te algemeen is en locatiespecifieker zou kunnen. Wellicht is dat de reden dat slechts weinig locaties de vragenlijst op G2 hebben ingevuld (zie ook tabel 3.2g). Slechts 33 procent van de vroegscholen geeft in de vragenlijst aan dat minder dan 12 procent van de kleuters een verlengde kleuterperiode nodig heeft. De overige 67 procent heeft de vraag niet ingevuld. 3.2 Resultaten inspectiebezoek De inspectie heeft ter verificatie van de vragenlijsten twee voorscholen en twee vroegscholen bezocht. Dit is zo n vijftien procent van alle vve-locaties in de gemeente Zoetermeer. Bij de keuze van de te bezoeken locaties is de inspectie met name uitgegaan van het aantal/percentage doelgroepkinderen en waar mogelijk van een evenredige vertegenwoordiging van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen. Het onderzoek bestond uit groepsobservaties, gesprekken en documentenanalyse. In onderstaande tabellen staan de oordelen van de inspectie in percentages van het totaal aantal bezochte vve-locaties in de gemeente. Onder iedere tabel wordt een toelichting gegeven op de oordelen en de mogelijke verschillen tussen de oordelen op basis van de bezoeken en de waarderingen op basis van de vragenlijsten. Tabel 3.2a De beoordeling van de indicatoren: Condities CONDITIES 1 2 3 4 A0.1 Recent en compleet GGD-rapport* 100 A2 Groepsgrootte* 100 A3 Dubbele bezetting 25 75 A4.1 Voldoende vve-tijd per week* 50 50 A5.2 Opgeleide leidsters* 100 A5.3 Nederlands spreken* 100 A5.4 Vve-geschoolde leidsters 100 A5.5 Jaarlijks opleidingsplan* 100 De indicatoren met een * zijn alleen van toepassing op de voorscholen. In de wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. In Zoetermeer heeft de GGD Zuid-holland West de onderzochte voorscholen in 2012 en 2013 bezocht. Tijdens die bezoeken is domein 8 (voorschoolse educatie) ook beoordeeld. Deze oordelen heeft de inspectie geverifieerd en overgenomen. Een van de twee bezochte kindcentra is door de ruimschoots voldoende vve-tijd een voorbeeld voor anderen. Op beide voorscholen ligt nog één verbeterpunt en dit betreft de eisen voor het Nederlands taalniveau (indicator A5.3). Zoals eerder genoemd zijn deze eisen in het kader van de G37- bestuursakkoorden aangescherpt. Op geen van de bezochte voorscholen voldeden alle pedagogisch medewerksters tijdens het onderzoek aan de aangescherpte eisen. Pagina 18 van 23

Tabel 3.2b De beoordeling van de indicatoren: Ouders OUDERS 1 2 3 4 B1 Gericht ouderbeleid 50 50 B2 Vooraf info aan ouders over vve 100 B3 Intake 100 B4 Thuis vve-activiteiten 25 50 25 B5 Vve-participatie van ouders op voor- en vroegschool 25 25 50 B6 Info aan ouders over ontwikkeling kind 100 De oordelen op basis van de bezoeken zijn voor het aspect Ouders op alle indicatoren gelijk aan of positiever dan de waarderingen op basis van de vragenlijst. Tabel 3.2c De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE 1 2 3 4 Het aangeboden programma C1.1 Integraal programma 100 C1.2 Doelgerichte planning 100 C1.3 Gericht op taalontwikkeling 75 25 C1.4 Opklimmende moeilijkheidsgraad 100 Het pedagogisch klimaat C2.1 Pedagogisch handelen 75 25 C2.2 Structuur en gedragsgrenzen 100 C2.3 Stimuleren sociale vaardigheden en competenties 100 C2.4 Bevorderen zelfstandigheid 100 C2.5 Inrichting van de ruimte 75 25 Het educatief handelen C3.1 Afstemming educatief handelen 100 C3.2 Structurele activiteiten voor taalontwikkeling 75 25 C3.3 Bevorderen interactie 100 C3.4 Stimuleren actieve betrokkenheid kinderen 100 C3.5 Ontwikkeling van aanpakgedrag bij kinderen 25 75 C3.6 Responsief gedrag 100 C3.7 Afstemming activiteiten op ontwikkelingsverschillen 100 De oordelen op basis van de bezoeken zijn voor het aspect Kwaliteit van de uitvoering van vve op de bevraagde indicatoren gelijk aan of positiever dan de waarderingen op basis van de vragenlijst. Tijdens de bezoeken aan zag de inspectie een ontspannen en prettige pedagogisch klimaat op de locaties en een veelal duidelijke, gestructureerde aanpak met een belangrijke focus op het taalaanbod. Ook de inrichting van de ruimtes is taalstimulerend en -uitdagend. Een enkele voorschool heeft nog een impuls nodig bij het stimuleren van het aanpakgedrag van de kinderen. Zo kunnen de leidsters/leerkrachten het kind meer dan nu taken zelf laten doen en ervaren. Hierdoor leren ze zelf naar een oplossing te zoeken. Tabel 3.2d De beoordeling van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 2 3 4 D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 100 D1.2 Planmatige begeleiding 25 75 D1.3 Evaluatie van begeleiding en zorg 100 D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 100 D2. 2 Aanmelding externe zorg 100 D2.3 Volgen van de externe zorg 100 Pagina 19 van 23

De oordelen op basis van de bezoeken zijn voor het aspect Ontwikkeling, begeleiding en zorg op bijna alle indicatoren gelijk aan of positiever dan de waarderingen op basis van de vragenlijst. Alleen bij de planmatige begeleiding is de inspectie in het beperkte aantal onderzoeken kritischer dan dat de voor- en vroegscholen in hun vragenlijsten invullen. Tabel 3.2e De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- EN 1 2 3 4 VROEGSCHOOL E1 Vve-coördinatie binnen school 100 E2 Vve evalueren 100 E3 Opbrengsten evalueren 50 50 E4 Verbetermaatregelen 100 E5 Vve borgen 25 75 E6 Vve in kwaliteitszorg binnen school 100 De oordelen op basis van de bezoeken zijn voor het aspect Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool op de meeste indicatoren gelijk aan of wat positiever dan de waarderingen op basis van de vragenlijst. Opvallend is dat de inspectie de kwaliteitszorg op de voorscholen hoger waardeert dan de voorscholen zelf. Bij de vroegscholen wordt vooral de evaluatie van vve lager (maar wel voldoende) gewaardeerd door de inspectie. Bij één voorschool is de inspectie kritischer voor wat betreft de evaluatie van de opbrengsten en de borging van vve (onvoldoende ten opzichte van de voldoende zelfevaluatie van de voorschool). Tabel 3.2f De beoordeling van de indicatoren: Doorgaande lijn DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4 F1 Vve-coördinatie tussen voor-vroeg 100 F2 Doorstroom naar vroegschool 100 F3 Warme overdracht 100 F4 Afstemming aanbod 100 F5 Afstemming pedagogisch klimaat/educatief handelen 100 F6 Afstemming over ouders 50 50 F7 Afstemming begeleiding/zorg 100 De oordelen op basis van de bezoeken zijn voor het aspect Doorgaande lijn op de meeste indicatoren gelijk aan of positiever dan de waarderingen op basis van de vragenlijst. Met name de vroegscholen geven in de vragenlijst vaker aan dat er op het onderdeel Afstemming over ouders (indicator F6) sprake is van afstemming met de voorschool, dan in de bezoeken is gebleken. Tabel 3.2g De beoordeling van de indicatoren: Resultaten van vve RESULTATEN VAN VVE 1 2 3 4 G1 Vve-resultaten meten 100 G2 Niveau vve-resultaten 100 G3 Verlengde kleuterperiode* 100 De indicator met een * is alleen van toepassing op de vroegscholen. Er is op gemeentelijk niveau bepaald wat de gewenste (concrete en meetbare) resultaten zijn van de voor- en vroegschoolse educatie. Er zijn afspraken met de (school)besturen gemaakt over het aanleveren van gegevens aan de gemeente. De bezochte locaties meten de resultaten en vorderingen van leerlingen zoals afgesproken en leveren deze aan bij de gemeente. De oordelen op basis van de Pagina 20 van 23

bezoeken voor het aspect Resultaten van vve komen grofweg overeen met de waarderingen op basis van de vragenlijst. Grofweg omdat slechts enkele locaties dit onderdeel hadden ingevuld. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de terugkoppeling van de resultaten door de gemeente niet bij alle locaties als zodanig overkomt (zie ook tabel 3.1g). Pagina 21 van 23

4 Conclusies De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Zoetermeer beoordeeld. De oordelen zijn gebaseerd op de antwoorden op vragenlijsten door zowel de gemeente als de vve-locaties. De antwoorden van de gemeente zijn geverifieerd in gesprekken en aan de hand van separaat toegestuurde beleidsdocumenten. De antwoorden van de vve-locaties zijn in een beperkte steekproef van onderzoeken ter plaatse geverifieerd. Conclusies gemeentelijk vve-beleid Naar aanleiding van de bestandsopname en de bestuursafspraken heeft de gemeente Zoetermeer haar beleid aangescherpt en nauwgezet uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een verbetering van de kwaliteit van vve ten opzichte van 2011 en dit is vooral zichtbaar in de aspecten: bereik, externe zorg, doorgaande lijn en de resultaten. Op een aantal onderdelen is de gemeente nu zelfs een voorbeeld voor anderen: dit komt in vergelijking met 2011 vooral tot uiting in de vve-coördinatie en de systematische evaluatie en verbetering ervan op gemeentelijk niveau. Verbeterpunt is nog het ouderbeleid. Het ontbreekt op dit moment nog aan een analyse van de ouderpopulatie op grond waarvan heldere doelen kunnen worden geformuleerd en beleid en wijze van uitvoering kan worden bepaald. Ook het gemeentelijk beleid te aanzien van de interne kwaliteitszorg op de voor- en vroegscholen is nog een verbeterpunt. Op dit moment stelt de gemeente nog geen eisen aan de interne kwaliteitszorg van vve-locaties en aan de wijze waarop zij zich hierover verantwoorden. Verbeterafspraken Niet van toepassing Verbeterpunten 1a4 Ouders 1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen Voldoende oordelen 1a2 Bereik 1a3 Toeleiding 1a6 Externe zorg 1a8 Doorgaande lijn 1a9 Resultaten 2a GGD-rapport 2b Gemeentelijk subsidiekader Voorbeelden voor anderen 1a1 Definitie doelgroepkind 1a5 Integraal vve-programma 1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau 1c Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau Kwaliteit van vve op de locaties en relatie tussen de bezoeken en de vragenlijsten De inspectie is overwegend positief over de kwaliteit van vve op de locaties. Aandachtspunten zijn het niveau van het Nederlands van de pedagogisch Pagina 22 van 23

medewerkers, het ouderbeleid (inclusief de afstemming hierover tussen voor- en vroegschool) en het evalueren van de opbrengsten. Dit komt voor deze onderdelen vrij goed overeen met de manier waarop de locaties zichzelf via de vragenlijsten beoordeelden. Interessant zijn de verschillen. Wat betreft de intake en de participatie van ouders in de voor- en vroegschool (B3 en B5) zijn de locaties kritischer dan de inspectie. Daar waar de inspectie positief is over de manier waarop de locaties de kinderen volgen in hun ontwikkeling, ziet iets minder dan de helft van de locaties nog verbeterpunten (D1.1). Een andere discrepantie is zichtbaar bij de evaluatie van de kwaliteit van vve (E2) en het treffen van verbetermaatregelen (E4). De locaties zijn ten opzicht van zichzelf kritischer dan de inspectie. Het laatste aspect waar op onderdelen verschillen bestaan is de doorgaande lijn: de locaties zijn hier kritischer op de doorstroom naar de vroegschool (F2), de afstemming van het pedagogisch klimaat/educatief handelen en van de begeleiding/zorg (F5 en F7). Relatie tussen gemeentelijk beleid en kwaliteit op de locaties Zowel de gemeente als de voor- en vroegscholen hebben sinds de bestandsopname veel werk verzet in het belang van de (doelgroep)kinderen. De gemeente heeft een duidelijke lijn uitgezet in samenspraak met de betreffende partners. De uitwerking van het beleid - bijvoorbeeld door de inzet van vve-coaches - is zichtbaar op de locaties. De inspectie is naar de gemeente nog kritisch over het ouderbeleid en de interne kwaliteitszorg, met name de eisen die gemeente stelt aan de interne kwaliteitszorg van vve-locaties en aan de manier waarop de locaties zich hierover verantwoorden. Zowel uit de vragenlijsten als uit de bezoeken komen hier/op deze gebieden aandachtspunten naar voren. Een inhoudelijk gesprek hierover is wenselijk. Vervolgafspraken De inspectie zal vanaf 2015 opnieuw de kwaliteit van vve in de gemeente Zoetermeer in beeld brengen (Monitor 2015). Pagina 23 van 23