Samenvatting Tracénota/Milieu Effect Rapport-UVS. Buitenring Parkstad Limburg en B258n

Uw mening telt! Lees in deze brochure hoe u kunt reageren. Uw mening is welkom tussen 4 juni en 15 juli 2008. Samenvatting Tracénota/Milieu Effect Rapport-UVS Buitenring Parkstad Limburg en B258n

De Buitenring op weg naar een leefbaarder en beter bereikbaar Parkstad Limburg De Buitenring Parkstad Limburg zal een volledige ringweg gaan vormen in de regio Parkstad Limburg, die bestaat uit de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Simpelveld, Voerendaal en Onderbanken. Daarnaast komt er aan de zuidkant, in Duitsland, een nieuwe weg, de B258n, die de Buitenring zal verbinden met de L232. Zo ontstaat een hechtere schakel tussen Parkstad Limburg en de regio Aken. De aanleg van de Buitenring gaat tevens gepaard met het verbeteren van de provinciale wegen N298, N299 en N300. Ook zullen nieuwe weggedeelten worden gerealiseerd, inclusief kruisingen en aansluitingen. De aan te leggen wegen waarborgen straks een goede bereikbaarheid van woonkernen, bedrijven en toeristische/recreatieve attracties in het gebied. De intentie verkeer zal ongehinderd en vlot zijn bestemming bereiken vormt een belangrijk onderdeel van de doelstelling van het project Buitenring. Andere oogmerken van de Buitenring en B258n zijn het verbeteren van de economische positie en van de leefbaarheid in woonkernen, van zowel Parkstad Limburg als regio Aken. De Provincie Limburg, Parkstad Limburg, de Parkstad-gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf en Onderbanken alsook de gemeenten Nuth en Schinnen zetten eendrachtig de schouders onder deze nieuwe regionale wegverbinding. Bij de beoogde aansluiting op het Duitse wegennet wordt nauw samengewerkt met het Landesbetrieb Straßenbau Nordrhein-Westfalen. Uitvoerige informatie over de Buitenring vindt u ook op www.buitenring.nl Begrippen die u tegenkomt MER: Milieu Effect Rapport m.e.r.: milieueffectrapportage UVS: Umweltverträglichkeitsstudie (Duitse MER ) MMA: Meest Milieuvriendelijk Alternatief

Wat staat er in het Tracénota/Milieu Effect Rapport-UVS? Deze brochure bevat een samenvatting van de inhoud van het Tracénota/Milieu Effect Rapport-UVS inzake de Buitenring Parkstad Limburg en de B258n. Voor het (lees)gemak wordt hier verder kortweg de term TN/MER-UVS gebruikt. Het volledige rapport ligt in de periode van 4 juni t/m 15 juli 2008 voor iedereen ter inzage, op diverse locaties. Zie voor meer informatie het tekstkader Uw mening doet ertoe!, achterin in deze brochure. In het TN/MER-UVS staat beschreven wat het doel is van de Buitenring, welke route-alternatieven en aanlegvarianten werden onderzocht en wat deze voor effecten hebben op het milieu in brede zin. Bij de onderzochte effecten lette men niet alleen op omgevingsgerichte aspecten, zoals flora en fauna, maar ook op mensgerichte facetten bijvoorbeeld woon- en leefmilieu en op verkeer en economie. Concreet werden de volgende aspecten in ogenschouw genomen: Visie / invalshoek Beschouwde aspecten Omgevingsgerichte aspecten Flora en fauna Bodem Water Landschap Cultuurhistorie Archeologie Mensgerichte aspecten Leefmilieu Sociale aspecten Geluidsbelasting Luchtemissies Ruimtelijke ordening Verkeer en economie Bereikbaarheid Verkeersveiligheid Verkeersstructuur Afsluitend hebben de onderzoekers in het TN/MER-UVS aangegeven welk tracé van de Buitenring het gunstigst is voor de omgevings- en mensgerichte aspecten. Dit is het zogenaamde Meest Milieuvriendelijk Alternatief, oftewel MMA.

De procedure m.e.r. in Nederland In Nederland is het opstellen van een milieueffectrapportage (m.e.r.) verplicht voor elk project dat aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu. Het aanleggen van autowegen valt hieronder en dus geldt de m.e.r.-plicht ook voor het project Buitenring. Met behulp van de rapportage kan men het milieu volwaardig laten meewegen bij de te nemen projectbesluiten. De aanloop De procedure voor de Buitenring ging in 2006 van start met het publiceren van de wettelijk verplichte startnotitie door de Provincie Limburg. Deze schriftelijke mededeling bevatte de basisgegevens van het projectplan én informatie over de tracé-alternatieven voor de Buitenring en de B258n. In het najaar van 2006 kon iedereen zijn mening geven over de inhoud van de Startnotitie. Alle reacties werden door de Provincie Limburg beantwoord in een Reactienota. Eenieder die zijn mening kenbaar had gemaakt, ontving deze nota. Daarnaast werden de reacties gebruikt voor de op te stellen richtlijnen voor het TN/MER-UVS. In dit document bepaalde de Provincie Limburg aan welke spelregels het TN/MER-UVS zou moeten voldoen. Vervolgens gingen deskundigen aan de slag voor de rapportage. De aanpak In het TN/MER-UVS staat zeer grondig beschreven wat de huidige situatie is en hoe de toekomstige zal zijn, in het jaar 2025. Voor alle tracé-alternatieven werden de te verwachten milieueffecten bepaald. Bij het vaststellen van de effecten voor wat betreft verkeer, geluid en lucht maakte men gebruik van uitgebreide computermodellen, die zich uitstrekten tot de gehele regio Parkstad Limburg. Met behulp van deze modellen kon een nauwkeurige voorspelling worden opgesteld van de te verwachten milieueffecten anno 2025. Wat betreft de effecten op flora en fauna werd uitgebreid veldonderzoek verricht. Natuur- en milieuorganisaties kregen het verzoek hun informatie over het plangebied beschikbaar te stellen aan de Provincie Limburg. Vooral het Geleenbeekdal en de Brunssummerheide waren onderwerp van grondig onderzoek, vanwege de beschermde status die ze als Natura 2000-gebied krijgen. Maar ook andere locaties, zoals het Crombacherbeekdal en de Vloedgraaf bij Kerkrade, werden uitvoerig bestudeerd. De verdere stappen Nu het TN/MER-UVS klaar is, kan iedereen lezen wat de effecten zijn van de verschillende tracé- alternatieven én welk alternatief vanuit milieuoogpunt het meest wenselijk is (MMA). Het rapport ligt vanaf woensdag 4 juni zes weken lang ter inzage. Ook nu weer kan iedereen zijn reactie geven. Mist u bijvoorbeeld bepaalde informatie laat het weten. Daarnaast buigt ook de Commissie voor de m.e.r. in Utrecht zich over het TN/MER-UVS. Dit college van onafhankelijke deskundigen zal onder meer toetsen of het rapport voldoende informatie bevat om tot een gedegen besluit te kunnen komen. Vervolgens brengt de Commissie voor de m.e.r. een advies uit aan de Provincie Limburg. Naast het TN/MER-UVS is er nóg een officieel document verschenen, namelijk over het Voorkeurstracé Buitenring. Hierin heeft de Provincie Limburg, in nauw overleg met Parkstad Limburg, de betrokken Parkstad-gemeenten en de gemeenten Nuth en Schinnen, een bestuurlijk standpunt ingenomen over het wegtracé dat de voorkeur verdient. Bij het bepalen ervan werd uiteraard gebruik gemaakt van de bevindingen in het TN/MER-UVS. Ook op het document Voorkeurstracé zijn reacties welkom. De m.e.r.-procedure Fase 0 Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 POL Startnotitie Inspraak en advies Richtlijnen Opstellen TN/MER Aanvaardbaarheidsbeoordeling Untersuchungsrahmen Bundesverkehrs-wegeplan Beteiligungstermin 1 Beteiligungstermin 2 Opstellen UVS Raumempfindlichkeitsstudie

Na afronding van de m.e.r.-procedure zal de Provincie Limburg, weer in nauw overleg met Parkstad Limburg en de betrokken gemeenten, een Inpassingsplan Buitenring opstellen. Zo n inpassingsplan is in feite een bestemmingsplan, maar dan op provinciaal niveau. Als het plan gereed is naar verwachting in de loop van 2009 wordt het openbaar gemaakt. Ook dan telt weer uw mening. Reageren op het plan kan straks bij Provinciale Staten. Zij stellen uiteindelijk het Inpassingsplan Buitenring vast en betrekken daarbij de ingediende zienswijzen. Mocht iemand dan vinden dat in het Inpassingsplan onvoldoende rekening is gehouden met zijn zienswijze, dan kan diegene desgewenst beroep aantekenen bij de Raad van State. Het eerste deel van UVS bevat een ruimtelijke analyse (Raumanalyse) van alle milieuaspecten. Hierbij kreeg het studiegebied vanuit milieukundig oogpunt een waardering. Met behulp hiervan stelde men mogelijke alternatieven vast (zweite Beteiligungstermin). Deze fase viel indertijd samen met de inspraakronde Startnotitie Buitenring in Nederland. En terwijl in ons land het TN/MER-UVS werd opgesteld, werkte men in Duitsland aan het tweede deel van UVS. Hierin worden de tracé-alternatieven (Trassenvarianten) vergeleken, met als uitgangspunt het onderzoek naar de milieueffecten. De UVSprocedure kent nu een dritte Beteiligungstermin, die parallel loopt met de ter inzage legging van het TN/MER-UVS. De procedure m.e.r. in Duitsland Ook Duitsland kent het fenomeen van de milieueffectrapportage. Daar spreekt men van Umwelverträglichtkeitsstudie, afgekort UVS. Voor de beoogde verbindingsweg B258n is het milieuonderzoek inmiddels klaar. De algehele procedure valt enigszins te vergelijken met die in Nederland. De aanloop De beoogde weg B258n zou een plek moet krijgen in de regio Nordraum Aachen. In 2006 werd het plangebied vastgesteld in een zogenaamde erste Beteiligungstermin. Tijdens deze eerste fase konden de Duitse en Nederlandse overheden alsook een aantal organisaties reageren op de gepresenteerde onderzoeksresultaten. Daarna werd het plangebied definitief vastgesteld. Vervolgens begon men met het milieueffectonderzoek UVS B258n. De verdere stappen Na een vergelijking van alle alternatieven (Trassenvergleich) volgt straks de Linienbestimmung. Dan wordt het uiteindelijke tracé van de B258n vastgesteld. Dit gebeurt mede op basis van de UVS-uitkomsten. Afrondende fase is het Planfeststellungsverfahren vergelijkbaar met de procedure rond het Inpassingsplan Buitenring. Het samenspel van MER en UVS Uiteindelijk worden de Nederlandse m.e.r.-procedure en de Duitse procedure voor UVS zorgvuldig op elkaar afgestemd. Logisch, want de maatregelen die men aan de ene kant van de grens neemt, hebben ook gevolgen voor het milieu aan de andere kant. Zorgvuldige afstemming is bovendien van belang om weloverwogen te kunnen bepalen waar de beste locatie is om de Buitenring te laten aansluiten op de B258n. De uitkomsten van beide milieurapporten worden nadrukkelijk betrokken bij deze besluitvorming. Fase 6 Fase 7 Fase 8 Fase 9 Fase 10 Publicatie MER Inspraak en advies Toetsing door Commissie m.e.r. Vaststellen (ontwerp) provinciaal inpassingsplan Evaluatie milieugevolgen Publicatie UVS Beteiligungstermin 3 Linienbestimmungsverfahren Planfeststellungsverfahren

Welke tracé-alternatieven nam TN/MER-UVS onder de loep? In het TN/MER-UVS heeft men in totaal 19 tracé-alternatieven onderzocht. Namelijk 8 alternatieven in het deelgebied Noord (Hoensbroek, Brunssum en Landgraaf), 5 alternatieven in het deelgebied Zuid (Kerkrade en De Gracht) en 6 alternatieven in het deelgebied B258n (Duitsland). Naast deze alternatieven bekeken de onderzoekers in Nederland ook een aantal lokale varianten. Dit zijn mogelijke variaties binnen het basisontwerp van een bepaald tracéalternatief. Zo n variant zou als het ware een deel van het alternatief kunnen vervangen. Voorbeeld: de weg deels verdiept aanleggen in plaats van op maaiveldhoogte. De varianten werden speciaal ontwikkeld om eventuele milieueffecten te verminderen dan wel geheel teniet te doen, of om kosten te besparen. Schinveld N274 Merkelbeek Kling Bouwberg Oirsbeek N581 N276 Brunssum N582 Amstenrade N298 Treebeek Aansluiting A76 via afslag nr 5 Nuth Vaesrade Mariarade Hoensbroek Maria Gewanden Terschuren A76 Nieuw-lotbroek Passart Heerlerheide Heksenberg Rennemig N299 Abdissenbosch Waubach Nieuwenhagen Ubach Over Worms Rimburg Beersdal Palemig Meezenbroek Kakert Landgraaf Eygelshoven N281 Schandelen Schaesberg Terworm Hopel N299 Vink Voerendaal Heerlen Eikske Haanrade Chevremont A79 Welten A76 N281 Heerlerbaan Terwinselen Spekholzerheide Kerkrade Herzogenrath Bleijerheide N300 Simpelveld N281 L231 Horbach Alternatieven Buitenring Parkstad Limburg Noord (1.1 t/m 1.8) Alternatieven Buitenring Parkstad Limburg Zuid (2.1 t/m 2.5) Alternatieven B258n (3.1 t/m 3.6) Bocholtz A4 Vetschau L232 Richterich Binnenring Parkstad Limburg Aken

Deelgebied Noord In deelgebied Noord werden 8 alternatieven onderzocht. Ze verschillen ter hoogte van Hoensbroek en in Brunssum van elkaar. Bij Hoensbroek is er de keuze tussen een alternatief via de Randweg of via Vaesrade, ten noorden van de begraafplaats. In Brunssum ligt de keuze tussen noordelijk (al dan niet via de Mijnsteenberg) of zuidelijk om Brunssum, of door middel van een tunnel onder het Bodemplein. Wat betreft de lokale varianten in deelgebied Noord spitste het onderzoek zich toe op: verdiepte ligging Randweg Hoensbroek; verdiepte ligging bij Van Hövell tot Westerflierhof; aansluiting Allee; verdiepte ligging bij Amstenraderveld; samenvoegen aansluitingen Ganzepool en Rimburgerweg; aansluiting Hoogstraat. Deelgebied Zuid In deelgebied Zuid onderzocht men 5 alternatieven. Mogelijke tracés zijn de doorgetrokken Dentgenbachweg, de Roderlandbaan met een tunnel in Holz, of de Tunnelweg met een tunnel tussen de Dentgenbachweg en de Rukkerweg. De alternatieven via de Dentgenbachweg en Roderlandbaan volgen de Hamstraat en sluiten bij De Locht óf bij verkeersplein Avantis aan op de N281. De Tunnelweg sluit ter hoogte van de Euregioweg aan op de Binnenring. Als lokale varianten in deelgebied Zuid komen in het TN/MER-UVS aan de orde: aansluiting Mensheggerweg; dalviaduct Vloedgraaf/Vauputsweg bereikbaarheid bedrijventerrein Rodaboulevard; optimalisatie van de ligging bij De Gracht. Deelgebied B258n Voor de B258n de verbinding tussen de Buitenring en Duitsland - richtten de onderzoekers hun vizier op 6 alternatieven. Ze bevinden zich ten oosten en ten westen van het dorpje Horbach en sluiten bij ofwel Avantis, ofwel De Gracht ofwel de Hamstraat ter hoogte van de doorgetrokken Dentgenbachweg aan op de Buitenring. In dit deelgebied werden geen lokale varianten onderzocht.

Hoe beoordeelt TN/MER-UVS de doelen van de Buitenring? Het aanleggen van de Buitenring en de B258n heeft een duidelijk doel: Verbetering van de economische positie van Parkstad Limburg en Aken door de realisatie van een volledige ringweg rondom Parkstad Limburg, in combinatie met een goede ontsluiting tussen Aken en Parkstad Limburg. De leefbaarheid in veel kernen van Parkstad Limburg en Aken wordt op deze manier verbeterd en verkeer kan ongehinderd en vlot zijn bestemming bereiken. Vanuit deze hoofddoelstelling zijn indertijd een aantal subdoelen geformuleerd: 1. Het verbeteren van de regionale en bovenregionale bereikbaarheid (betere ontsluiting van gebieden, betere doorstroming en afname reistijd); 2. Het verbeteren van de verkeersveiligheid in Parkstad Limburg en het zoveel mogelijk beperken van nieuwe knelpunten op dit gebied; 3. Het verbeteren van de verkeersstructuur door het realiseren van een duidelijke route voor regionaal en bovenregionaal verkeer; 4. Het verbeteren van de leefbaarheid in Parkstad Limburg en het zo veel mogelijk beperken van nieuwe knelpunten op het gebied van leefbaarheid: geluid, lucht, (externe) veiligheid, barrièrewerking; 5. Het zoveel mogelijk beperken van nieuwe aantasting van de groene omgeving, en waar mogelijk opheffen of beperken van bestaande barrières. Voor elk deelgebied Noord, Zuid, B258n werd in het TN/ MER-UVS nagegaan of de onderzochte tracé-alternatieven voldoen aan de hierboven genoemde doelstellingen. Deze toetsende analyse leverde de volgende bevindingen op: Deelgebied Noord Alle onderzochte alternatieven in deelgebied Noord dragen bij aan een verbetering van de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de verkeersstructuur (= de vorm van het wegennet) in Parkstad Limburg. Hierbij scoren de alternatieven ten noorden van Brunssum beter dan de alternatieven ten zuiden van Brunssum. De alternatieven die Brunssum kruisen (met een tunnel onder het Bodemplein) leiden nauwelijks tot een verbetering, maar in elk geval ook niet tot een verslechtering van de huidige situatie. Voor de leefbaarheid in het deelgebied blijken de alternatieven ten zuiden van Brunssum en de alternatieven die Brunssum kruisen, enigszins gunstiger uit te pakken dan de alternatieven ten noorden van Brunssum. Omdat voor de Buitenring wegen worden aangelegd op plaatsen waar nu geen wegen zijn, valt niet te voorkomen dat de groene omgeving enigszins aangetast raakt in het gebied. Maar door het nemen van verzachtende maatregelen kan deze aantasting doorgaans tot een minimum worden beperkt of zelfs geheel teniet worden gedaan. Gelet op die groene omgeving in deelgebied Noord zijn de alternatieven via de Randweg bij Hoensbroek gunstiger dan de alternatieven langs Vaesrade. Hetzelfde geldt voor de alternatieven ten zuiden van Brunssum, in vergelijking met de alternatieven door én ten noorden van Brunssum. Deelgebied Zuid De bereikbaarheid en de verkeersveiligheid van Parkstad Limburg verbeteren bij alle alternatieven in deelgebied Zuid. De alternatieven via de Dentgenbachweg naar de Hamstraat komen hierbij als beste uit de bus. Met uitzondering van het tracé via de Tunnelweg, verbeteren bij alle onderzochte alternatieven ook de verkeersstructuur en de leefbaarheid. Net als in het deelgebied Noord valt aantasting van de groene omgeving niet helemaal te voorkomen. Alleen bij het alternatief via de Roderlandbaan en de aansluiting bij de Rodaboulevard blijft de huidige situatie gelijk ten opzichte van de aan te leggen Buitenring. Daarom is aansluiten bij

de Rodaboulevard (ook bij doortrekking van de Dentgenbachweg) gunstiger voor de groene omgeving dan aansluiten bij Avantis. Samenvattend valt te concluderen: in vrijwel alle gevallen zal de Buitenring leiden tot een (sterke) verbetering voor het verkeer en de leefbaarheid, in zowel het noordelijke als het zuidelijke deelgebied. Daar staat tegenover dat aantasting van de groene omgeving in beide deelgebieden niet geheel te voorkomen valt. Deelgebied B258n In het deelgebied van de B258n leidt elk tracé-alternatief tot verbetering van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid. Het alternatief ten oosten van Horbach en aansluitend op de Hamstraat ter hoogte van de doorgetrokken Dentgenbachweg, pakt het gunstigst uit. De verschillende tracé-alternatieven hebben maar zeer beperkte invloed op verbetering van de leefbaarheid in dit Duitse deelgebied. Aantasting van de groene omgeving is niet te vermijden. Welk alternatief is het meest milieuvriendelijk? Zoals al gezegd sluit het TN/MER-UVS af met het Meest Milieuvriendelijk Alternatief. Dit MMA is het alternatief waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, of indien dat echt niet mogelijk is, die gevolgen zo veel mogelijk worden beperkt. In elke m.e.r.-procedure is het MMA een verplicht te onderzoeken alternatief. Voor het bepalen van het MMA maakten de opstellers van het TN/MER-UVS gebruik van alle beschikbare onderzoekselementen, namelijk: de totale effectvergelijking op gebiedsniveau (Noord en Zuid); de verzachtende maatregelen; de variantenstudies; de lokale beschouwingen. Voor deze aanpak is welbewust gekozen. Want daarmee voorkom je dat lokaal gezien grote effecten onderbelicht raken in de totaalscore van een lang wegtracé. Uit alle onderzoek in kader van het TN/MER-UVS blijkt dat voor het aanleggen van de Buitenring dít het Meest Milieuvriendelijk Alternatief is: Hoensbroek Zowel Randweg (verdiept) als Vaesrade komen in aanmerking Brunssum Zuidelijk om Brunssum met aanpassing bij Rembrandtstraat Kerkrade Doortrekking Dentgenbachweg met dalviaduct bij de Vloedgraaf en Vauputsweg De Gracht Aansluiting bij Avantis, met een wegontwerpverbetering bij De Gracht Hiermee voldoet het MMA aan de doelstellingen om de bereikbaarheid, verkeersstructuur, verkeersveiligheid en leefbaarheid binnen de regio Parkstad Limburg te verbeteren. De aantasting van de groene omgeving wordt door het toepassen van een aantal verzachtende maatregelen zo veel mogelijk beperkt. Zo komen er bijvoorbeeld faunapassages en ruime onderdoorgangen met beken, waardoor de barrièrewerking van de weg op veel plaatsen vrijwel geheel verdwijnt.

Schinveld N274 Merkelbeek Bouwberg Kling N581 Oirsbeek N276 Brunssum Amstenrade N582 N298 Vaesrade Treebeek Mariarade Hoensbroek Aansluiting A76 via afslag nr 5 N299 Abdissenbosch Passart Heerlerheide Maria Gewanden Ubach Over Worms Rimburg Terschuren Nuth A76 Waubach Heksenberg Nieuw-lotbroek Rennemig Nieuwenhagen Beersdal Kakert Palemig Meezenbroek Eygelshoven Schandelen N281 Landgraaf Schaesberg Hopel Terworm N299 Vink Haanrade Eikske Heerlen Voerendaal A79 Chevremont Welten Kerkrade Heerlerbaan Terwinselen A76 Herzogenrath N281 Spekholzerheide Bleijerheide N300 L231 Simpelveld Horbach N281 L232 Bocholtz Vetschau A4 MMA (Meest Milieuvriendelijk Alternatief) Richterich Aken

Uw mening doet ertoe! Laat horen wat u vindt van het TN/MER-UVS. Reageer op de inhoud ervan, want uw mening telt! De Provincie Limburg stelt uw reactie erg op prijs. Hier kunt u het rapport bekijken Het TN/MER-UVS ligt vanaf woensdag 4 juni tot en met dinsdag 15 juli 2008 ter inzage op de gemeentehuizen van Brunssum, Onderbanken, Landgraaf, Kerkrade, Heerlen, Nuth en Schinnen. Ook kunt u de stukken tijdens kantooruren inzien in de bibliotheek van het Gouvernement, Limburglaan 10 in Maastricht. Verder ligt het TN/MER-UVS in voornoemde periode ter inzage op verschillende plaatsen in Duitsland. De exacte locaties vindt u op www.buitenring.nl. Kom naar de informatiemarkten In juni worden vier informatiemarkten gehouden waar u uitgebreide informatie kunt krijgen over het TN/MER-UVS, het Voorkeurstracé en alles wat nog meer met de Buitenring te maken heeft. Noteer de data alvast in uw agenda: Woensdag 18 juni 2008 in Brunssum, De Brikke Oave, Lindeplein 5a Vrijdag 20 juni 2008 in Landgraaf, De Brandpoort, Hoogstraat 191 Maandag 23 juni 2008 in Hoensbroek, Kasteel Hoensbroek, Klinkertstraat 118 Dinsdag 24 juni 2008 in Kerkrade, Industrion, Museumplein 2 Wilt u niet wachten op de informatiemarkten of bent u verhinderd ze te bezoeken, surf dan naar de website www.buitenring.nl. Vanaf woensdag 4 juni 2008 kunt u op deze site het TN/MER-UVS digitaal lezen en desgewenst downloaden. Voor specifieke informatie kunt u tijdens kantooruren bellen naar: 043-389 77 88. Zo kunt u reageren op TN/MER-UVS Tijdens de periode van zes weken dat het TN/MER-UVS officieel ter inzage ligt, kunt u zowel mondeling als schriftelijk uw mening geven. Het handigst is om uw reactie op papier te zetten. Vervolgens stuurt u uw brief naar: Gedeputeerde Staten van Limburg T.a.v.: afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, L.H.M. Vorstermans Postbus 5700 6202 MA Maastricht Vermeld a.u.b. op de envelop Reactie Tracénota/MER-UVS Wilt u liever mondeling reageren? Dan kunt u op werkdagen tussen 09.00 en 12.00 uur telefonisch contact opnemen met 043-389 70 56 (mevrouw. H. Limpens). Bij geen gehoor belt u 043-389 74 05 (mr. L.H.M. Vorstermans). Niet vergeten: reageren kan alleen van 4 juni t/m 15 juli 2008. U bent van harte welkom tussen 17.00 en 20.30 uur.

Colofon Uitgave: Provincie Limburg Tekst: Provincie Limburg, Ameco, Arcadis, Mana Co Grafische vormgeving: Viskom Illustraties: Provincie Limburg Fotografie: Peter Wijnands Photography Drukwerk: Bykorf Oplage: 7.500 exemplaren Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Juni 2008