Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ontvangen op 14/10/2010;

Vergelijkbare documenten
Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) ontvangen op 15/06/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

Gelet op de aanvraag van het extern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen ontvangen op 06/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Gelet op de aanvraag van Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT), ontvangen op 08/11/2012;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de aanvraag van de Nationale Raad van de Orde van Architecten ontvangen op 14/12/2010;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 12/06/2014;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap, ontvangen op 25/02/2015;

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Justitie, ontvangen op 07/05/2013;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 14/07/2011; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 20 oktober 2011;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Betreft: aanvraag van de FOD Justitie om het Rijksregisternummer te gebruiken met het oog op het e-deposit pilootproject (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen ontvangen op 03/06/2014;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

BERAADSLAGING RR Nr 28 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/01/2013;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 11/06/2009 en 13/07/2009;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Naamloze Vennootschap van Publiek Recht Bpost ontvangen op 11/08/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, ontvangen op 19/03/2014;

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Parko AGB ontvangen op 25 augustus 2016; Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 19 en 22 september 2016

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/09/2013;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 06/04/2012;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/07/2010;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de VMM en AIV ontvangen op 29 maart 2017;

Gelet op de aanvraag van Brusselse Gewestelijke Overheidsdienst, Brussel Gewestelijke Coördinatie, Directie Huisvesting ontvangen op 24/12/2015;

Gelet op de aanvraag van de Autoveiligheid nv en het Bureau voor Technische controle nv ontvangen op 15/03/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Binnenlands Bestuur ontvangen op 02/03/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid ontvangen op 24/11/2017;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: Aanvraag van Limburg.net strekkende tot uitbreiding van beraadslaging RR nr. 23/2008 van 4 juni 2008 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Transcriptie:

1/10 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 07/2011 van 26 januari 2011 Betreft: aanvraag van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming om gemachtigd te worden het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken in de leer- en ervaringsbewijzendatabank (RN/MA/2010/121) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ontvangen op 14/10/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 18/01/2011; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 22/12/2010;

Beraadslaging RR 07 /2011-2/10 Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 26 januari 2011, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. De aanvraag strekt ertoe om het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, hierna de aanvrager, te machtigen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken in de leer- en ervaringsbewijzendatabank, hierna LED, waarin per persoon de behaalde diploma s, getuigschriften en ervaringsbewijzen zullen worden geregistreerd. De aanvrager wenst tevens de eventuele mutaties van dit nummer te ontvangen.. 2. Uit de bijkomende informatie blijkt dat de aanvrager ook behoefte heeft aan de mededeling van de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 6 en 9, WRR. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. TOEPASSELIJK WETGEVING A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR) 3. Overeenkomstig artikel 5, eerste lid, 1, en artikel 8 WRR verleent het Comité machtiging om mededeling te krijgen van informatiegegevens van het Rijksregister en het identificatienummer te gebruiken: aan de Belgische openbare overheden voor de informatiegegevens die zij gemachtigd zijn te kennen uit hoofde van een wet, een decreet, of een ordonnantie. 4. Artikel 6 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 voorziet in de mogelijkheid voor de Vlaamse Regering om intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid op te richten met het oog op het vervullen van taken van beleidsuitvoering. Dergelijke agentschappen blijven handelen onder het rechtstreeks gezag en de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de bevoegde minister, zij het met een operationele autonomie. Juridisch gaat het om deconcentratie of het spreiden van de bevoegdheden van een openbare dienst over meerdere hiërarchisch ondergeschikte diensten of ambtenaren (Vlaams Parlement, zitting 2002-2003, stuk nr. 1612, nr. 1, blz. 7). Een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid moet dus als een openbare overheid gekwalificeerd worden.

Beraadslaging RR 07 /2011-3/10 5. De aanvrager werd opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 als intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid (artikel 2). De missie van de aanvrager wordt in artikel 3 van dit besluit als volgt omschreven: om een kwaliteitszorgsysteem te realiseren voor de onderwijs-, beroepsopleidings- en vormingstrajecten en voor de EVC 1 -trajecten die naar bewijzen van erkende kwalificaties leiden.." 6. In artikel 4 wordt deze missie geconcretiseerd in een aantal taken waaronder: 6 erkende onderwijs- en beroepskwalificaties te registreren in een kwalificatiedatabank en die databank met bijbehorende website te beheren en in te staan voor de coördinatie en het inhoudelijk beheer van de databank met de leer- en ervaringsbewijzen ; 7. In de mate dat de aanvrager met het oog op de uitvoering van zijn missie en taken een beroep wenst te doen op het identificatienummer van het Rijksregister, komt hij op grond van artikel 5, eerste lid, 1, en artikel 8 WRR in aanmerking om gemachtigd te worden dit nummer te gebruiken. A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP) 8. Op grond van artikel 4 WVP vormen de informatiegegevens en het identificatienummer van het Rijksregister persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts is toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Persoonsgegevens dienen bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. B. DOELEINDEN 9. De LED werd opgericht bij artikel 20 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur. In deze gegevensbank worden alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende of gelijkwaardig verklaarde leer- en ervaringsbewijzen samen met de bijhorende minimale identificatiegegevens van de houder van de leer- en ervaringsbewijzen geregistreerd. De aanvrager beheert deze gegevensbank, die op termijn zal voorgedragen worden voor erkenning als authentieke bron door de Vlaamse Regering. 1 EVC = erkenning van verworven competenties.

Beraadslaging RR 07 /2011-4/10 10. De registraties in de LED gebeuren door de instanties die de betrokken bewijzen hebben uitgereikt of door de instantie die ze heeft ingezameld bij dergelijke instanties of op basis van een geregistreerde verklaring op eer. 11. De aanvrager identificeerde de volgende leveranciers aan de LED: Agentschap voor Onderwijsdiensten; Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen; Vlaamse Examencommissie en NARIC 2 (diensten van de aanvrager); Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie; Syntra Vlaanderen. 12. De in de LED opgenomen informatie zal, zoals voorzien bij artikel 20 van het decreet van 30 april 2009, worden gebruikt voor beleidsontwikkeling en zal, na machtiging van de Vlaamse Toezichtcommissie, ter beschikking kunnen worden gesteld van instanties die nood hebben aan deze informatie. 13. De LED wordt zo uitgebouwd dat: de burger zijn gegevens via de eid of het federaal token kan raadplegen; er een geëigende procedure bestaat om eventuele vergissingen te signaleren en recht te zetten. 14. Het betreft dus welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP vermits de beoogde verwerkingen gesteund zijn op artikel 5, eerste lid, c), WVP. C. PROPORTIONALITEIT C.1. Ten overstaan van de gegevens 15. Uit de bijkomende informatie ontvangen op 18/01/2011, blijkt dat de aanvrager mededeling wenst te bekomen van de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 6 en 9 WRR, namelijk: 2 National Academic Recognition Information Center (staat in voor de erkenning van buitenlands diploma s).

Beraadslaging RR 07 /2011-5/10 datum van overlijden (niet plaats van overlijden); samenstelling van het gezin. 16. Het Comité oordeelt dat de mededeling van deze gegevens nodig is om de aanvrager toe te laten ervoor de zorgen dat de LED uitsluitend operationele informatie bevat, namelijk: informatie m.b.t. levende personen; informatie m.b.t. personen die overleden zijn maar die nog leerplichtige kinderen hebben. 17. Voor wat het gegeven samenstelling van het gezin betreft, stelt het Comité vast dat het voor de realisatie van deze doeleinden volstaat dat deze informatie uitsluitend wordt meegedeeld tezamen met de datum van overlijden voor zover het gezin nog leerplichtige kinderen telt. C.2. Ten overstaan van het identificatienummer 18. De aanvrager wenst de personen die worden opgenomen in de LED uniek te identificeren aan de hand van het identificatienummer van het Rijksregister. De aanvrager wenst dit nummer te gebruiken in zijn hoedanigheid van beheerder van de LED maar ook als leverancier van de LED (de Vlaamse Examencommissie, NARIC). 19. Op basis van de informatie vervat in de aanvraag stelt het Comité vast dat het identificatienummer van het Rijksregister een uniek nummer is aan de hand waarvan een persoon precies kan geïdentificeerd worden. Dit betekent dat vergissingen die kunnen ontstaan n.a.v. homonymie en foutieve schrijfwijzen worden vermeden. Het voorgestelde gebruik door de aanvrager is conform aan artikel 4, 1, 3, WVP. 20. Uit de aanvraag blijkt tevens dat de aanvrager de mutaties van het identificatienummer wenst te ontvangen teneinde te garanderen dat de opgenomen informatie gekoppeld blijft aan eenzelfde natuurlijke persoon en bijgevolg ook dubbele registraties te vermijden. 21. Het Comité stelt vast dat in een aantal welomschreven - weliswaar beperkte gevallen het identificatienummer van een burger wordt aangepast. Een mededeling van de mutaties is in het licht van de doeleinden dan ook gepast (artikel 4, 1, 3, WVP).

Beraadslaging RR 07 /2011-6/10 C.3. Ten overstaan van de frequentie van de mededeling en de duur van de machtiging 22. Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager dagelijks de mededeling wenst te bekomen van de eventuele mutaties van het identificatienummer. De leveranciers en de toekomstige afnemers werken met het actuele identificatienummer van de betrokkene. Indien de aanvrager niet onmiddellijk het nodige kan doen is het alsof de betrokkene niet in LED is geregistreerd. 23. Het Comité stelt vast dat de dagelijkse mededeling an sich niet disproportioneel is voor zover uitsluitend de gewijzigde nummers worden meegedeeld van personen die in de LED geregistreerd zijn. Dit is slechts mogelijk voor zover de aanvrager eerst de nummers verstrekt van de personen die in de LED zijn opgenomen. 24. Voor wat de mededeling van de datum van overlijden en de eventuele samenstelling van het gezin betreft, kan een jaarlijkse mededeling volstaan onder dezelfde modaliteiten als hiervoor vermeld in punt 23. 25. De aanvrager wenst te beschikken over een machtiging van onbepaalde duur gelet op het feit dat het decreet de werking van de LED niet in de tijd heeft begrensd. 26. In het licht hiervan stelt het Comité vast dat een machtiging voor onbepaalde duur verantwoord is (artikel 4, 1, 3 WVP). C.4. Ten overstaan van de bewaringstermijn 27. De aanvrager wenst het identificatienummer tezamen met de andere informatie voor onbepaalde duur bij te houden (zonder einddatum). Ter verantwoording verwijst hij naar het feit dat zelfs nadat iemand overleden is, de informatie nog nuttig is: in het kader van het leerplichtonderwijs waar een deel van de werkingsmiddelen aan de scholen wordt toegekend op basis van het al dan niet laaggeschoold zijn van de moeder; om voor beleidsdoeleinden evoluties in kaart te brengen. 28. Het Comité stelt vast dat: het nuttig is dat iemand nadat hij zijn beroepsloopbaan heeft afgesloten nog opgenomen blijft in de LED voor het geval dat hij nog een activiteit wenst te beoefenen of een opleiding te volgen, waarvoor het nodig is om over bepaalde voorgaande kwalificaties te beschikken;

Beraadslaging RR 07 /2011-7/10 het nuttig is dat de informatie van een overledene nog opgenomen blijft zolang hij nog kinderen heeft die leerplichtig zijn. 29. Van zodra iemand overleden is en hij geen leerplichtige kinderen meer heeft, moeten zijn gegevens uit de LED worden verwijderd. De aanvrager kan de informatie van de personen die hij uit de LED verwijdert nog wel bewaren, maar dan in de vorm van anonieme informatie. Op basis hiervan kunnen dan nog altijd evoluties voor beleidsdoeleinden in kaart worden gebracht. C.5. Intern gebruik en/of mededeling aan derden 30. De aanvrager stelt dat hij het identificatienummer zal gebruiken wanneer hij als beheerder kwaliteitscontroles in de LED uitvoert. Daarnaast zal het ook door zijn diensten (Vlaamse Examencommissie en NARIC) worden gebruikt om gegevens in de LED in te voeren. 31. Volgens de aanvraag zal het identificatienummer worden gebruikt in de relatie met de instanties die gegevens aan de LED leveren evenals met de afnemers voor zover die gemachtigd werden om het identificatienummer te gebruiken en zij over een bijhorende inschrijving in het verwijzingsrepertorium beschikken. 32. Het Comité neemt hiervan akte. C.6. Netwerkverbindingen 33. In de aanvraag worden een aantal netwerkverbindingen in het vooruitzicht gesteld, namelijk met: Syntra Vlaanderen; Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen; Agentschap voor Onderwijsdiensten; Vlaamse Examencommissie en NARIC (diensten van de aanvrager). 34. Het Comité neemt hiervan akte. 35. Vanuit een bekommernis van volledigheid benadrukt het Comité dat: indien er later netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de aanvrager het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moet brengen;

Beraadslaging RR 07 /2011-8/10 het identificatienummer van het Rijksregister in ieder geval slechts gebruikt kan worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke deze laatsten eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. D. VEILIGHEID D.1. Consulent inzake informatieveiligheid 36. De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid werd meegedeeld. Het Comité heeft de betrokkene reeds in meerdere dossiers erkend als consulent inzake informatieveiligheid. D.2. Veiligheidsbeleid 37. Uit de verstrekte documentatie blijkt dat de aanvrager beschikt over een veiligheidsbeleid en dat hij dit op het terrein ook in de praktijk omzet. 38. Het Comité neemt hiervan akte. D.3. Personen die toegang hebben tot de gegevens/ het identificatienummer gebruiken en lijst van die personen 39. Uit de aanvraag blijkt dat de personeelsleden van de aanvrager die instaan voor de kwaliteitscontrole van de LED evenals de personeelsleden van de Vlaamse Examencommissie en NARIC het identificatienummer in het kader van hun werkzaamheden zullen gebruiken. Het Comité vestigt de aandacht van de aanvrager erop dat hij moet voorzien in een lijst, zoals voorgeschreven in artikel 12 van de WRR. Die lijst moet voortdurend worden bijgewerkt en ter beschikking worden gehouden van het Comité. 40. De personen op deze lijst moeten een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van die informatie te bewaren. E. OPMERKING 41. Artikel 20, laatste lid, van het decreet van 30 april 2009 bepaalt dat de LED zal ontsloten worden door tussenkomst van de coördinatiecel Vlaams e-government, hierna CORVE. 42. In dit verband moet de aandacht worden gevestigd op de beraadslaging VTC nr. 2/2010 van 6 oktober 2010 van de Vlaamse Toezichtscommissie. Daarin werd in punt 51 opgemerkt dat CORVE

Beraadslaging RR 07 /2011-9/10 nog steeds niet over een reglementaire basis beschikte om de functies van dienstenintegrator en trusted third party (TTP) uit te oefenen, reden waarom de Vlaamse Toezichtscommissie besliste dat CORVE in het betrokken dossier niet als TTP kon optreden. 43. Het Comité stelt vast dat de aanvrager decretaal verplicht is om beroep te doen op CORVE, terwijl diezelfde decreetgever in gebreke blijft om de reeds sedert 2009 in het vooruitzicht gestelde decretale omkadering van CORVE te realiseren. 44. In de gegeven omstandigheden oordeelt het Comité, gelet op het feit dat de aanvrager inzake geen beweegruimte heeft, dat hij voor de ontsluiting van LED met CORVE mag werken, zodat de dienstverlening van de aanvrager niet in het gedrang komt. Dit kan slechts een tijdelijke oplossing zijn. De machtiging zal dan ook van rechtswege worden opgeschort indien de decretale omkadering van CORVE niet per 31/12/2011 is gerealiseerd. 45. Ondertussen wordt CORVE wel verzocht om aan het Comité toelichting te verstrekken m.b.t. het eventuele gebruik van verwijzingsrepertoria inzake en hun beveiliging. OM DEZE REDENEN het Comité 1 machtigt het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming om voor de doeleinden omschreven in punt B en onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging, voor onbepaalde duur: dagelijks mededeling te krijgen van de mutaties van het identificatienummer van het Rijksregister; jaarlijks de mededeling te krijgen van het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 6, WRR (alleen datum van overlijden) waarbij het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 9, WRR van de betrokken overledene uitsluitend wordt meegedeeld voor zover zijn gezin nog leerplichtige kinderen telt; het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Bij ontbreken van een decretale omkadering van CORVE per 01/01/2012, wordt deze machtiging van rechtswege opgeschort. Het Comité behoudt zich het recht voor dit dossier opnieuw te evalueren in het licht van de informatie verstrekt door CORVE (zie punt 45).

Beraadslaging RR 07 /2011-10/10 2 bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie van de informatieveiligheid die een impact kan hebben op de antwoorden die met het veiligheidsformulier aan het Comité werden verstrekt (aanstelling van een consulent inzake informatieveiligheid en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie van de veiligheid), de aanvrager een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand van de informatieveiligheid naar waarheid moet invullen en aan het Comité bezorgen. Het Comité meldt de ontvangst ervan en behoudt het recht om daarop later eventueel te reageren; 3 bepaalt dat wanneer het Comité een vragenlijst met betrekking tot de informatieveiligheidsstatus stuurt aan het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, dit laatste deze lijst waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon