Procesdiagnose in 4 perspectieven Árpi Süle Literatuur: Á. Süle, (2013) Procesdiagnose in vier perspectieven Een integratieve kijk op therapeutische verandering, Tijdschrift voor psychotherapie 39(2), pp. 100-114
Mensbeeld: de mens als proces Psychische gezondheid = procesmatig functioneren, constant in verandering en in ontwikkeling, antwoordend op de hindernissen en de uitdagingen van het leven. Psychische problemen = stagnaties in het proces van de persoon: Het proces kan niet doorstromen, maar bevriest of komt in zich herhalende patronen terecht.
Rogers (1961) De essentie van een therapeutische verandering is niet dat de cliënt overgaat van de ene evenwichtstoestand naar een andere maar dat een rigide, structuurgebonden functioneringswijze vervangen wordt door een vrij stromend procesmatig functioneren.
Verdere ontwikkeling Er zijn verschillende soorten van processen en procesblokkades geïdentificeerd die zich in het leven van het individu en in de therapeutische relatie kunnen voordoen. Er zijn voor deze proceswijzen en procesblokkades methoden ontwikkeld die kunnen helpen om ze op te heffen en het proces van de cliënt in gang te brengen.
Consequenties mensbeeld Er is een onderliggende kracht in de mens om te groeien, de HV sluit zich hierbij aan. Psychotherapie is het helpen opheffen van de blokkades en het weer 'in proces brengen' van de persoon. Doet recht aan het feit dat cliënten niet in alle situaties op een pathologische wijze functioneren.
Consequenties mensbeeld (2) Ieder van ons zit af en toe in moeilijke proceswijzen. Pathologie zit niet in de persoon maar in de wijze van functioneren. Het maakt cliënten gemakkelijker om een nieuwe verhouding te ontwikkelen tov hun problemen. De veranderingsmogelijkheden van de cliënt worden in de verf gezet in plaats van de min of meer vaststaande structuren. Een procesdiagnostische kijk geeft concrete aanwijzingen om te handelen: wat heeft de proceswijze van de cliënt op dit moment nodig om weer in beweging te komen.
4 perspectieven om naar het proces van de persoon te kijken Betekenisgevingsproces Ervaringsproces Relationeel proces Bestaansproces
Betekenisgevingsproces de manier waarop iemand de gebeurtenissen rondom zich begrijpt. het proces waarin iemand zijn visie op zichzelf, op anderen en op de wereld ontwikkelt. krijgt uitdrukking in het inhoudelijk verhaal van cliënten en in de manier waarop dit evolueert. de betekenissen die mensen aan hun leven geven bepalen mee hoe ze zich voelen en gedragen.
Betekenisgevingsproces (2) Bij een gestagneerd betekenisgevingsproces hanteert men rigide opvattingen die niet aangepast worden als ze niet volstaan om bepaalde zaken te begrijpen. De bestaande betekenisstructuren filteren het begrijpen van de wereld zodanig dat men aan uiteenlopende situaties telkens dezelfde of gelijkaardige betekenis geeft (bv paranoia). Bij procesmatig verlopende betekenisgeving zijn de betekenissen eerder hypothetisch van aard, ruimte latend voor nuances of alternatieve interpretaties. Mensen verfijnen dan hun beeld over zichzelf, over anderen of over de wereld in het licht van nieuwe ervaringen.
Ervaringsproces het proces waarin externe en interne prikkels via biologische structuren en psychologische processen verwerkt worden tot bewuste ervaringen Betekenisgevingsproces: het inhoudelijke aspect van de ervaringen. Ervaringsproces: de vorm van het ervaren, de ervaringswijze. psychische problemen: gebrekkige verwerking van de ervaringen waardoor de waarneming van de werkelijkheid vervormd wordt (bv. emotieregulatie)
Ervaringsproces (2) Verschillende therapierichtingen: elk hun eigen verklaringsmodellen over hoe ervaringen ontstaan en hoe ze eventueel vervormd raken Verschillende werkingsprincipes, belichten verschillende aspecten van dit proces Beïnvloeding: exposure, relaxatie, EMDR, lichaamsbewustzijn, medicatie In psychotherapie in het algemeen: emotieregulatie
Relationeel proces het wederzijdse beïnvloedingsproces tussen een individu en anderen bepalende factoren: o situationele verwachtingen o de bedoelingen van elke deelnemer aan de interactie o de veronderstellingen die men maakt ten opzichte van mekaar o de interactionele patronen en de communicatiestijl
Relationeel proces (2) Gestagneerd: als iemand zich in alle of meeste situaties op dezelfde manier opstelt (bv vriendelijk onderdanig). In proces: als iemand zich naargelang de situationele vereisten, eigen behoeften en bedoelingen verschillende interactiewijzen kan aangaan. Vanuit een relationeel perspectief worden de problemen van de cliënt gezien als het gevolg van de manier waarop een cliënt zich verhoudt tot anderen.
Existentieel proces Het existentiële proces of bestaansproces is de verwezenlijking van de mogelijkheden die vervat zijn in iemands leven. Dit weerspiegelt zich in de manier waarop mensen hun leven aangaan, in de verhouding van het individu tegenover zijn leven. Met elke keuze die we al dan niet maken, drukken we impliciet uit wat belangrijk voor ons is, welke zin we aan ons leven geven, wat we met ons leven willen aanvangen met het vooruitzicht op onze onvermijdelijke dood. De manier waarop we door ons alledaagse doen en laten antwoorden geven op de existentiële vragen als zin, dood, vrijheid, eenzaamheid.
Existentieel proces (2) Psychische problemen zijn het gevolg van het verzuim van het subject om de uitdaging van het leven echt aan te gaan wegens de angsten die deze existentiële uitdagingen oproepen (gestagneerd proces). In proces zijn is niet: het formuleren van intellectuele antwoorden op de grote vragen des leven. Wel: het aangaan van het leven zelf, het opnemen van de verantwoordelijkheid voor eigen keuzes, het erkennen van beperkingen, het durven zoeken naar eigen zin en betekenis in het leven en daarvoor gaan.
Samenhang van 4 deelprocessen Deze vier perspectieven werpen het licht op vier deelprocessen van de persoon. Ze bieden telkens een andere kijk op het proces van een cliënt en ze tonen verschillende invalswegen voor verandering. Ze hangen ook fundamenteel samen, verandering in het ene deelproces brengt tevens verandering in de andere deelprocessen mee. Deze perspectieven zijn ook terug te vinden in andere psychotherapeutische oriëntaties.
Oefeningen Kies een cliënt uit je praktijk bij wie je op dit moment de indruk hebt dat jullie op één of andere manier vastlopen: o impasse o in cirkels draaien o o iets wat jou erg stoort in hem op een andere manier heb je het moeilijk met hem. Denk aan een bepaalde moment, aan één bepaalde sessie of aan een gedeelte van een sessie waar je dat gevoel van vastlopen ervoer.
Oefening betekenisgevingsproces Zoek een metafoor over het beeld waarmee de cliënt zichzelf voorstelt in zijn verhalen, de manier waarop hij zichzelf ziet (een voorwerp, een dier, een plant, een natuurfenomeen, etc.) Teken deze op een blad.
Oefening betekenisgevingsproces (2) Welke kwaliteiten of krachten van hem zie jij die niet aanwezig zijn in zijn zelfbeeld? Of aan welke hulpbronnen in zijn omgeving gaat hij voorbij? Teken iets bij je oorspronkelijke metafoor om deze kwaliteiten uit te drukken.
Oefening betekenisgevingsproces (3) Bespreek het per twee: Welke kwaliteiten en krachten ziet jouw gesprekspartner in deze metaforen waarvan misschien noch je cliënt noch jij bewust zijn?
Oefening ervaringsproces Welke gevoelens of welke belevingen exploreerde de cliënt toen je het gevoel had dat jullie vastliepen? Zoek hier ook een metafoor voor en teken het weer op een blad.
Oefening ervaringsproces (2) Op welke manier heeft je cliënt zich verhouden ten opzichte van deze gevoelens toen jullie aan het vastlopen waren? Probeer dit ook uit te drukken door het er bij te tekenen.
Oefening ervaringsproces (3) Bespreek het per twee. Hoe verhoud je je tegenover deze belevingswijze? Herken je dat je deze soms ook meemaakt? Wat is de functie van zo'n belevingswijze? Wat heeft iemand nodig die in zo'n belevingswijze vastzit?
Oefening relationeel proces Hoe ervaar je jezelf ten opzichte van deze cliënt, ten opzichte deze beelden? Teken jezelf in verhouding tot je cliënt als een metafoor ergens bij op je blad. Het kan verwijzen naar o o o o jouw positie, jouw houding, jouw gevoelens en/of jouw intenties tegenover hem
Oefening relationeel proces (2) Bespreek het per twee. Wat is jouw valkuil of mogelijke blinde vlek in dit soort van relatiewijze? Wat heb je nodig van je cliënt om niet in deze valkuil te stappen?
Oefening existentieel proces Bedenk een verhaal dat uitdrukt waar het leven over gaat voor deze cliënt en hoe hij in het leven staat. Mogelijke aspecten: o o o o o o begin kwetsuren hulpbronnen en krachten uitdagingen en dilemma's crisis einde
Oefening existentieel proces (2) Dit is jouw verhaal over de cliënt. Zou hij zich hierin herkennen? Zou je dit met hem kunnen delen?
Oefening existentieel proces (3) Vertel dit verhaal nu tegen iemand anders dan met wie je tot nu toe gewerkt hebt. Wat raakt de luisteraar het meest vanuit het verhaal? Wat zegt dit verhaal aan de luisteraar over wie de cliënt is?
Afsluitende vragen Welk deelproces voelt het meest problematisch aan bij deze cliënt? Welke oefening / perspectief bracht (het meeste) verschuiving mee in je ervaring van deze cliënt? Met welk perspectief heb je het meeste affiniteit? Met welk het minste?