Betrokkenheid van buurtbewoners. Sociale contacten Financiële situatie Duurzaamheid

Vergelijkbare documenten
Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Inwonersenquête 2015

Uitgevoerd door Dimensus Inwonersenquête Leiderdorp 2015

Inwonersenquête 2017 Leiden, Oegstgeest & Leiderdorp. Rapportage: Leids OnderzoeksKollectief

Inwonersenquête Foto: Ellen van Os

Inwonersenquête Foto: Ellen van Os

BOA Berichten draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Oktober 2015

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Uitgevoerd door Dimensus Gemeentebeleidsmonitor 2015

De vragen gaan over uw eigen situatie binnen de gemeente waarin u woont.

2014, peiling 1 maart 2014

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

97% 24% 27% 0% 25% 50% 75% 100%

Rapportage LeidenPanel Binding met Leiden

Weinig mensen sociaal aan de kant

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

WAAR STAAT GEMEENTE GRAVE?

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Waarstaatjegemeente.nl Burgerpeiling

3.5 Voorzieningen in de buurt

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Burgeronderzoek gemeente Velsen November 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Hoofdstuk 31. Mantelzorg

Bewonerspanel Novemberpeiling 2018 Wensen en gebruik openbare ruimte. Utrecht.nl/onderzoek

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

VRIJWILLIGERSWERK IN MOERDIJK

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

Stads- en Wijkenquête

Stads- en Wijkenquête. Foto: Henk Aschman

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

Uitgevoerd door Dimensus GBM Stichtse Vecht 2018

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Uitgevoerd door Monitor Sociale Kracht Houten 2017

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

WAAR STAAT GEMEENTE TYNAARLO? Gemeente Tynaarlo Juni - augustus 2018

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Elektronische dienstverlening

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

22 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN EN JONGEREN OP GEZOND GEWICHT

Onderzoeksrapport Waar staat je gemeente. Inwonerspanel Doetinchem Spreekt. Onderzoeksperiode: Kwartaal Referentie: 14086

Meer informatie:

Leefbaarheid - Team Mens op Maat - Centrum Jeugd en Gezin - Gemeentelijke dienstverlening - Voorzieningen - Sportdeelname

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Mantelzorg in s-hertogenbosch

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

Hoofdstuk 17. Binnenstad en andere winkelcentra

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

ZeelandNet.nl Bezoekersprofiel

Hoofdstuk 17. Binnenstad en winkelcentra

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Hoofdstuk 18 Regionaal archief en Open monumentdagen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Bladel

Hoofdstuk 24. Binnenstad en winkelcentra

GEZONDHEIDSMONITOR 6S+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Oudewater, (sub)regio en Nederland

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

HengeloPanel. Gemeentelijke communicatie. Peiling

Fietsen in Groningen 2017

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Uitgevoerd door Dimensus GBM Culemborg 2018

BURGERPANEL EEMNES PEILING BESTUURLIJKE TOEKOMST II

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

28 november Onderzoek: Mantelzorgen

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Hoofdstuk 22. Binnenstad en andere winkelcentra

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Resultaten Volwassenen- en Ouderenmonitor Valkenswaard

Wijkanalyses Assen. Inleiding wijkanalyse. Inleiding wijkanalyse

Transcriptie:

Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Duurzaamheid Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015

Regionale rapportage In 2015 is voor de gemeente en de gemeente een peiling gehouden onder de inwoners over actuele gemeentelijke beleidsonderwerpen. Het onderzoek sluit aan op de stads- en wijkenquête die tweejaarlijks in de gemeente wordt uitgevoerd. De resultaten van de vragenblokken die in tenminste twee van deze drie gemeenten onderdeel uitmaakten van de enquête, zijn met elkaar vergeleken, resulterend in een regionale vergelijking. De absolute respons in betrof 717 respondenten (responspercentage 3) en in 888 respondenten (responspercentage 44%). Met een responspercentage van 3 betrof de absolute respons in 2421 respondenten: de wijkenquête heeft 1823 respondenten (3) en de stadsenquête 598 respondenten (3). De gemeentelijke rapportages vindt u via de gemeentelijke websites. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / INTRODUCTIE 1/1

Leefbaarheid: woonduur en tevredenheid aren (gem. rapportcijfer 7,9), ers (8,1) en enaren (8,3), beoordelen het woongenot in de buurt positief 1 Korter dan 2 jaar 3 2 tot 5 jaar 52% 5 5 tot 10 jaar 1 10 tot 15 jaar 15 jaar of langer Woonduur van inwoners in hun huidige buurt, in procenten, in 2015, in (N=1806), (N=704) en (N=877) 4% 2% 1% 2% 1 84% 7 6 5 of lager 6 7 8 of hoger Rapportcijfers voor het wonen in de buurt, in procenten, in 2015, in (N=1804), (N=717) en (N=873) In (5) en (52%) wonen inwoners vaker 15 jaar of langer in hun gemeente dan in (3). In zijn er meer inwoners die er korter dan 5 jaar wonen (3) dan in (20%) en (). enaren (84%) en ers (7) beoordelen de buurt waarin zij wonen vaker met een 8 of hoger dan aren (6). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / LEEFBAARHEID EN VOORZIENINGEN 1/1

Duurzaamheid: maatregelen in/op de woning of tuin ers nemen vaker duurzame maatregelen ZONNEPANELEN 63% ISOLATIEMATERIAAL MUREN DUBBEL GLAS 3 5 63% 30% 1 20% 1 In hebben inwoners vaker duurzame maatregelen genomen dan inwoners van. Dit geldt met name voor dubbel glas (90% 6 1 tegenover 6), isolatiemateriaal in 90% 4% de muren (5 tegenover 3), MINDER VERHARDING TUIN 1 44% 4 2 23% dakisolatie (54% tegenover 3) en groene daken ( tegenover ). GROENE DAKEN 5 24% 51% 2 ISOLATIE DAK 3 24% 54% 1 Ja Nee, komende 2 jaar wel serieus van plan Nee, ook geen plannen Weet niet N.v.t./niet mogelijk Duurzame maatregelen in/op de woning of tuin bij huishoudens, in (N=568-576) en (N=677-687) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / DUURZAAMHEID 1/1

Bezit van vervoermiddelen en gebruik van de fiets 6 van de aren en 54% van de ers gebruikt de fiets (vrijwel) dagelijks Fiets 93% 8 Auto 6 81% Elektrische fiets Bromfiets of scooter Motor Bakfiets 2% 3% Elektrische auto 2% Anders 3% 4% Beschikking over vervoermiddelen, in procenten, in 2015, in (N=581) en (N=714) (vrijwel) dagelijks Wekelijks Eens per maand Enkele malen per jaar (vrijwel) nooit nooit (geen fiets) 3% 2% 4% 1 21% 54% 6 Fietsgebruik van inwoners, in percentages, in 2015, in (N=577) en (N=714) Meer aren hebben een fiets (93%) dan ers (8) terwijl meer ers over een auto beschikken (81%) dan aren (6). Tevens hebben meer ers een elektrische fiets in hun bezit ( tegenover ). Meer aren hebben een elektrische auto tot hun beschikking ( tegenover 2%). aren gebruiken de fiets vaker dan ers. 6 van alle aren gebruikt de fiets dagelijks, van de ers is dat 54%. ers gebruiken de fiets vaker minder frequent, waarvan 21% wekelijks en maandelijks. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VERVOERMIDDELEN 1/4

Gebruik van vervoermiddelen aren en ers gebruiken vaak de fiets; ers pakken ook wat vaker de auto SPORT- OF VRIJETIJDSCLUB 23% 64% Voor de meeste activiteiten is de fiets het meest 33% 5 gebruikte vervoermiddel van aren en ers. De uitzondering is naar het werk gaan UITGAAN 60% 20% voor ers: dat gebeurt het meest per auto. 3 51% aren gebruiken voor alle activiteiten vaker de WINKELEN 1 52% 24% fiets, gaan vaker te voet, en gebruiken vaker het openbaar vervoer (m.u.v. uitgaan) dan ers 3 4 terwijl ers voor alle activiteiten vaker de auto gebruiken. DAGELIJKSE BOODSCHAPPEN 20% 3 4 3 2 aren en ers maken weinig gebruik van de elektrische fiets, brommer en scooter voor de STUDIE 1 52% diverse activiteiten. 2 4 1 WERK 34% 40% 1 51% 32% Auto/motor Gewone fiets Elektrische fiets Brommer/scooter Te voet Bus/trein Gebruik van vervoermiddelen naar verschillende activiteiten, in (N=244-555) en (N=222-670) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VERVOERMIDDELEN 2/4

Maatregelen die fietsen kunnen bevorderen aren en ers zouden meer fietsen als er meer plekken komen om de fiets gratis te stallen en als er snellere fietsroutes worden aangelegd. Ja, snellere fietsroutes aanleggen Ja, meer plekken om de fiets gratis te stallen 1 Volgens ongeveer één op de drie inwoners kan de gemeente maatregelen treffen om meer mensen te laten fietsen. Ja, kwaliteit en veiligheid fietspaden en - routes verbeteren Ja, meer plekken maken om de fiets eventueel tegen betaling te stallen Ja, anders Nee, ik ga niet vaker of langere afstanden fietsen 3% 3% 4% 6 6 Maatregelen die de gemeente zou kunnen nemen om fietsen te bevorderen, in (N=580) en (N=714) *In is de optie ja, kwaliteit en veiligheid fietspaden en routes verbeteren niet aangeboden. aren zouden vaker gaan fietsen wanneer er meer plekken zouden komen om de fiets gratis te stallen (1 tegenover ). ers zouden vooral vaker gaan fietsen wanneer snellere fietsroutes worden aangelegd ( tegenover ). ers geven ook aan dat het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de fietspaden en routes mogelijk zou aanmoedigen om meer te gaan fietsen (). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VERVOERMIDDELEN 3/4

Vervoermiddel naar school De fiets is het belangrijkste vervoermiddel om naar school te gaan. In gaan kinderen vaker op de fiets naar school (71%) dan in 1 71% (5). In gaan kinderen vaker te voet naar school (30%) dan in (1). De gemiddelde afstand van kinderen die lopen is 1,4 km in en 1,0 km in, en die van kinderen die fietsen 2,5 km in en 3,7 km in. Kinderen die met de auto worden 30% 5 gebracht leggen gemiddeld 5,0 km af in en 8,7 km in. Lopend Fiets Auto Openbaar vervoer Wijze waarop kinderen naar school gaan, in procenten, in 2015, in (N=263) en (N=278) 52% van de ouders uit en 24% van de ouders uit die de kinderen met de auto naar school brengen, geven aan dit vanwege tijdswinst te doen. Veiligheidsredenen spelen een minder belangrijke rol ( 1 en ). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VERVOERMIDDELEN 4/4

Winkelen: waar gaat men naartoe om te winkelen aren blijven voor de meeste artikelen in de eigen winkelcentra terwijl ers vaker buiten gaan winkelen 61% 3% 1 overig Holland Rijnland Buiten Holland Rijnland 2 3 1 Internet Plek waar men meestal de artikelen koopt, in procenten, in 2015, in (N=540) en (N= 460-639) * voorgelegde winkeldoelen: dames- en herenkleding, schoenen en lederwaren, meubelen, gordijnen en interieur, grote elektrische apparatuur, kleine elektrische apparatuur, drogisterij-artikelen, gezelligheidswinkelen, boeken, muziek en media-apparatuur; voor de grafiek zijn alle winkeldoelen samen genomen. Bewoners van gaan vooral naar de winkelcentra binnen (61%, waarvan 54% in de binnenstad) en dit geldt voor bijna alle voorgelegde winkeldoelen. Een klein percentage () gaat (ook) winkelen of elders in de regio Holland Rijnland. Vanuit winkelt men vooral in (3) en daarnaast in (2). De winkels in worden bezocht voor kleine huishoudelijke apparaten, boeken, cd s en dvd s, en drogisterij en parfumerie-artikelen. Voor de overige artikelen winkelen ers liever buiten de eigen gemeente en dan met name in de binnenstad van. aren () en ers () kopen maar een klein deel van hun winkelartikelen online. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / WINKELEN 1/1

Sport: soorten sport en frequentie Twee op de drie aren (6) en ers (6) doet minimaal maandelijks aan sport, 41% sport elke week 32% 2 2 Meer dan eens per week (>52 keer per jaar) 41% 41% 1 1 1 20% 1 12 t/m 52 keer per jaar 2 2 Minder dan eens per maand (0 t/m 11 keer per jaar) Fitness Hardlopen Zwemsport (excl. waterpolo) Frequentie sporten afgelopen jaar, in procenten van alle bewoners, in (N=504) en Wielrennen / mountainbike Wandelsport Niet 1 De meest beoefende sporten in 2015, in procenten, in (N=580) en (N=708) In en worden dezelfde sporten het meeste beoefend. aren fitnessen (32%) en hardlopen (2) echter vaker dan ers (resp. 2 en 1). ers wielrennen vaker (20% tegenover 1). (N=690) Zowel in als in sport 41% van de bewoners tenminste wekelijks (omgerekend is dat ongeveer de helft van alle sporters). Circa één op de vijf bewoners in beide gemeenten doet niet aan sport. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / SPORT 1/3

Sport: locatie en voorzieningen Sportvoorzieningen in en worden door ongeveer de helft van de inwoners gebruikt Ja, in eigen stad 51% 4 7,3 7,6 7,1 7,3 Ja, in de Leidse regio 20% 21% Ja, elders Geen gebruik 34% 34% Gebruik van sportvoorzieningen door de respondent of iemand uit het huishouden, in procenten, in en buiten (N=574) en (N=708) 51%-4 Hoeveelheid sportvoorzieningen en gebouwen Kwaliteit van de sportvoorzieningen en gebouwen Gemiddelde rapportcijfer voor de hoeveelheid sportvoorzieningen- en gebouwen en de kwaliteit, in (N=313) en (N=405-410) 51% van de aren maakt gebruik van sportvoorzieningen in en 4 van de ers maakt gebruik van sportvoorzieningen in. 31% van de aren en 2 van de ers gebruikt sportvoorzieningen buiten de eigen stad. ers beoordelen de hoeveelheid sportvoorzieningen en -gebouwen (7,6) en de kwaliteit hiervan (7,3) iets hoger dan aren (resp. 7,3 en 7,1) maar in beide gemeenten worden deze met een ruime voldoende beoordeeld. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / SPORT 2/3

Sport: bewegingsnorm en fitnorm Ruim de helft van de ers en aren voldoet aan de norm voor gezond bewegen 7 6 24% 24% 7 2% 3% 6 2% 2% 5 4 3 2 1 0 2% 2% 20% 23% 5 4 3 2 1 0 1 1 1 21% 23% 23% 23% 23% Aantal dagen per week tenminste 30 minuten per dag lichaamsbeweging, die tenminste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen, in (N=563 ) en (N=659) Aantal dagen per week dat men inspannende sporten of zware lichamelijke activiteiten beoefend, die tenminste 20 minuten duren, in (N=563) en (N=619) Een kwart van de aren en ers beweegt dagelijks tenminste een half uur matig intensief, nog eens een derde doet dit 5 of 6 dagen per week. Zij voldoen hiermee aan de norm gezond bewegen (=tenminste 5 dagen per week minimaal een half uur per dag) ( 5, 5). ers (3) voldoen vaker aan de fitnorm dan aren (33%). Dat betekent dat ers vaker minimaal 3 dagen per week 20 minuten zware lichamelijke inspanning leveren. Bij elkaar genomen voldoen ers (6) iets vaker aan de combinorm dan aren (6) (= norm gezond bewegen en/of fitnorm). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / SPORT 3/3

Jeugdhulp: bekendheid Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Meer dan de helft van de aren, ers en enaren met kinderen of die zelf jonger dan 24 jaar zijn*, is bekend met de werkzaamheden van het CJG 53% 34% 5 2 Bekend Van gehoord Niet bekend 6 21% Inwoners met kinderen jonger dan 24 jaar die wel eens van het CJG gehoord hebben, in procenten, in 2015, in (N=637), (N = 289), en (N = 338). *In betreft het enaren die zelf jonger dan 23 jaar zijn of die kinderen jongeren dan 23 jaar hebben. enaren (6) weten vaker wat het CJG doet dan ers (5) en aren (53%). In weet 33% niet wat het CJG doet. In en weet men vaker niet wat het CJG doet (resp. 4 en 42%). 43% van de ers met kinderen tot 24 jaar, of zelf jonger dan 24 jaar, heeft wel eens contact gehad met het CJG. Dat is iets meer dan in en (beide 3). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / JEUGDHULP 1/3

Jeugdhulp: bekendheid Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Inwoners hebben het meeste via de krant, de verloskundige of school over het CJG gehoord 32% 2 24% 1 2 23% 20% 1 23% 1 1 1 21% Krant Verloskundige School Folder Van iemand gehoord Internet Huisarts Kwam er langs Anders Manier waarop inwoners met kinderen jonger dan 24 jaar* van het CJG gehoord hebben, in procenten, in 2015, in (N=446), (N = 230) en (N = 287) In, en hebben de meeste inwoners via de krant, de verloskundige en school van het CJG gehoord. In hebben inwoners minder vaak via de krant van het CJG gehoord (1) dan in (2) en (24%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / JEUGDHULP 2/3

Jeugdhulp: bekendheid Jeugd- en Gezinsteam (JGT) Ongeveer één derde van de ers en enaren en een kwart van de aren weet waarvoor het JGT is bedoeld 23% 32% 30% Ja, en ik weet ongeveer waar het voor is bedoeld 71% 60% 6 Ja, maar ik weet niet waar het voor is bedoeld Nee, nooit van gehoord Inwoners met kinderen jonger dan 24 jaar* die wel eens van het JGT gehoord hebben, in procenten, in 2015, in (N=634), (N = 285) en (N = 341) 32% van de ers en 30% van de enaren weet waarvoor het JGT is bedoeld. In weten minder mensen dit (23%). In is 71% niet bekend met het JGT, in is dat 60% en in 6. 1 van de ers, 1 van de aren en 1 van de enaren, die wel eens van het JGT hebben gehoord, heeft wel eens contact opgenomen met het JGT. Van de inwoners die nog nooit contact hebben opgenomen met het JGT, is de bereidheid om dit wel te doen groter in (52% bereid) dan in (41%) en (3). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / JEUGDHULP 3/3

Sociaal (wijk)team (ST) 34% van de aren, 2 van de ers en 21% van de enaren heeft wel eens gehoord van het sociaal team 1 2 3% 4% Sociaal team en bedoeling bekend Sociaal team bekend, bedoeling niet In is het sociaal team het meest bekend (34% bekend). 2 van de aren, van de ers en 1 van de enaren, weet ook waarvoor het sociaal team bedoeld is. 82% van de enaren weet niet waarvoor het sociaal team bedoeld is, en dit geldt in mindere mate voor aren (74%) en ers (7). Gehoord van het sociaal team door aren (N=1797), ers (N=690) en enaren (N=883) 1 2 43% Contact met het ST door inwoners die wel eens hebben gehoord van het ST in (N=607), (N=177) en (N=189) 63% 51% Contact gehad Staat open voor contact Van de inwoners die wel eens hebben gehoord van het sociaal team, heeft 2 van de ers er wel eens contact mee gehad. aren en enaren hebben minder vaak contact gehad (resp. en 1). In staat 63% wel open voor contact met het sociaal team en dat is meer dan in (43%) en (51%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / SOCIAAL TEAM 1/1

Vrijwilligerswerk: vrijwilligers en omvang vrijwilligerswerk Ongeveer 1 op de 3 inwoners is actief als vrijwilliger 32% 31% 2% 2% 3 1 3% sterk wisselend 6 uur of meer per week 2 tot 5 uur per week Minder dan 2 uur per week Aandeel inwoners dat vrijwilligerswerk doet, in procenten, in 2015, verdeeld naar intensiteit in (N=1810), (N=717), en (N=882) Het percentage vrijwilligers is in de drie gemeenten ongeveer even groot ( 3, 32% en 31%). Vrijwilligers zijn bij veel verschillende type organisaties actief maar het vaakst bij sportverenigingen, zorg- en dienstverlening organisaties, en scholen. Bij deze verenigingen zijn enaren het actiefste, gevolgd door ers. aren zijn minder vaak actief bij verenigingen voor zorg- en dienstverlening (1 tegenover 21% in en 1 in ) en scholen ( tegenover 20% in en 1 in ). aren zijn echter vaker actief bij bewonersverenigingen e.d. ( tegenover in en in ). 32% 34% 34% 1 21% 1 1 1 1 1 20% 2 2 2 Sportvereniging Zorg en dienstverlening Kerkelijk e.d. School Bewonersveren. e.d. Anders Voor welk type organisatie (s) doet men vrijwilligerswerk, in procenten van de vrijwilligers, in 2015, in (N=572), (N=228) en (N=324) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VRIJWILLIGERSWERK 1/2

Vrijwilligerswerk: ondersteunende organisaties aren en ers kennen vooral idoe als organisatie voor vrijwilligers, enaren kennen vooral dorpskracht 1 Gebruik Bekend 24% Gebruik Bekend 3% 3% 1% 4% 2% 1% idoe Stichting Present Hulp in Praktijk idoe Stichting Present Hulp in Praktijk Bekendheid met en gebruik van verschillende ondersteunende organisaties voor vrijwilligers, in procenten, in 2015, in (N=1095-1101) en (N=678-681). www.dorpskracht.net Bijdrage deskundigheidsbevordering Bekendheid met en gebruik van verschillende ondersteunende organisaties voor vrijwilligers, in procenten, in 2015, in (N=316-318). In zijn de verschillende ondersteunende organisaties voor vrijwilligers beter bekend en worden tevens meer gebruikt dan in. Vooral idoe is vaker bekend onder aren (1) dan onder ers (). kent andere ondersteunende organisaties, die weliswaar beter bekend zijn maar niet meer worden gebruikt dan de organisaties in en. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / VRIJWILLIGERSWERK 2/2

Mantelzorg: zorgverleners en -ontvangers 2 van de ers, 23% van de enaren en van de aren heeft het afgelopen jaar mantelzorg verleend, waarvan de meeste aan (schoon)ouders 2 42% 53% 51% 23% 2 2 24% 4% 4% 1 1 1 Incidenteel Minder dan 6 uur per week 6 uur of meer per week Weet aantal uren niet Nu niet meer Inwoners die mantelzorg hebben verleend in procenten, verdeeld naar intensiteit, in 2015, in (N=1789), (N=692) en (N=208) Partner (Schoon)ouders Overige familie Iemand anders Aan wie wordt de mantelzorg verleend, in procenten, in 2015, in (N=423), (N=208) en (N=220) In geven meer inwoners mantelzorg (2) dan in (23%) en (). De intensiteit van de mantelzorg verschilt niet sterk tussen de gemeenten. ers (53%) en enaren (51%) geven vaker mantelzorg aan (schoon)ouders dan aren (42%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / MANTELZORG 1/3

Mantelzorg: belasting 41% van de Leidse, 3 van de se en 33% van de se mantelzorgers voelt zich niet of nauwelijks belast 34% 4 54% 41% 61% 34% 20% 4 23% LEIDEN Incidenteel Minder dan 6 uur per week 6 uur of meer per week 1 32% 42% 5 2 3 5 31% 44% 1 LEIDERDORP Incidenteel Minder dan 6 uur per week 6 uur of meer per week 1 4 42% 5 33% 4 3 OEGSTGEEST Incidenteel Minder dan 6 uur per week 6 uur of meer per week 2 43% 1 aren zijn vaker niet of nauwelijks belast (41%) dan ers (3) en enaren (33%). In alle gemeenten neemt de mate van belasting toe naarmate men meer uren mantelzorg verleent. Niet of nauwelijks Enigszins Tamelijk zwaar Zeer zwaar Overbelast Belasting van inwoners die het afgelopen jaar mantelzorg hebben verleend, in procenten, in 2015, naar intensiteit, in (N=354), (N=158) en (N=134) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / MANTELZORG 2/3

Mantelzorg: behoefte aan ondersteuning Mantelzorgers hebben de meeste behoefte aan een organisatie die opkomt voor hun belangen, een luisterend oor en informatie en advies over ondersteuningsmogelijkheden Een organisatie die voor uw belangen opkomt Een luisterend oor Informatie en advies over ondersteuningsmogelijkheden Iemand die de regeltaken van u overneemt Een vervanger zodat u af en toe vrij kunt nemen Ontspanningsactiviteiten Contact met lotgenoten 4% 1 1 1 1 1 1 20% 23% Behoefte aan ondersteuning onder mantelzorgers, in procenten, in 2015, in (N=330-335), (N=142-148) en (N=126-134) Mantelzorgers uit hebben de meeste behoefte aan informatie en advies over ondersteuningsmogelijkheden (23%), een organisatie die opkomt voor hun belangen (1) en een luisterend oor (1), wanneer dit vergeleken wordt met aren (resp. 20%, 1 en 1) en ers (resp., 1 en 1). In alle drie de gemeenten is er de minste behoefte aan ontspanningsactiviteiten (, en ) en contact met lotgenoten (, en 4%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / MANTELZORG 3/3

Actief in de buurt: activiteiten en bereidheid (1) Inwoners willen zich vooral inzetten voor buurtpreventie, burenhulp en het schoonmaken van straten HELPEN BIJ BUURTPREVENTIE HELPEN VAN BUURTGENOTEN DIE HULP NODIG HEBBEN SCHOONMAKEN VAN DE STRAAT MEEBEPALEN OVER DE DIRECTE OMGEVING ONDERHOUD VAN HET GROEN 4% 1 2 2 24% 21% 2 23% 34% Uitkomsten van stellingen over het onderhoud van de openbare ruimte door de gemeente in procenten in 2015 in (N=1721-1751), (N=668-688) en (N=792-827) 43% 3 30% 1 aren zijn minder vaak actief en minder vaak bereid om de leefbaarheid of veiligheid in hun buurt te vergroten en dit geldt voor alle bovengenoemde taken. ers zijn het meest actief en bereid. 34% 30% 33% 32% 2 1 Doe ik al Doe ik niet maar wil ik doen Wil ik niet doen Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ACTIEF IN DE BUURT 1/2 74% 7 73% 73% 5 60% 5 6 3 4 52% 4 4 4 51%

Actief in de buurt: activiteiten en bereidheid (2) Inwoners willen zich minder vaak inzetten voor onderhoud van speelvoorzieningen en begeleiden van probleemjongeren HELPEN BIJ TAALLESSEN BEHEER BUURTHUIS EN ORGANISEREN ACTIVITEITEN ONDERHOUD VAN SPEELVOORZIENINGEN BEGELEIDEN VAN PROBLEEMJONGEREN 1 2 2 Doe ik al Doe ik niet maar wil ik doen Wil ik niet doen Uitkomsten van stellingen over het onderhoud van de openbare ruimte door de gemeente in procenten in 2015 in (N=1721-1751), (N=668-688) en (N=792-827) In alle drie de gemeenten zijn inwoners het minst bereid om te helpen met het beheer van het buurthuis en het organiseren van activiteiten, onderhoud van speelvoorzieningen en het begeleiden van probleemjongeren. ers zijn minder vaak bereid om te helpen bij taallessen (1) dan aren en enaren (beide 2). Bij de overige taken zijn aren, ers en enaren ongeveer even actief betrokken en bereid om te helpen. 8 8 92% 91% 90% 90% 92% 8 91% 81% 72% 73% Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ACTIEF IN DE BUURT 2/2

Betrokkenheid en aandacht voor buurtbewoners Eén derde van de ers en enaren en een kwart van de aren heeft aandacht besteed aan een buurtbewoner in een zorgwekkende situatie 1 4 1 1 21% 2 50% 23% 54% 30% 2 3 2 52% 30% 2 41% Bijna iedereen Meeste wel Sommige wel, sommige niet Meeste niet Bijna niemand Ja, intensief Nee, (vrijwel) nooit Ja, incidenteel Nee, ik ken niemand om te helpen Betrokkenheid bij mensen uit de buurt, in procenten, in 2015, in (N=1793), (N=700) en (N=870) Aandacht voor buurtbewoners die in een zorgwekkende situatie zitten in de afgelopen 12 maanden, in procenten, in 2015, in (N=1779), (N=697) en (N=866) In (31%) en (2) zijn inwoners vaker betrokken bij bijna iedereen of de meeste mensen uit de buurt dan in (21%). In is men vaker bij bijna niemand of bij de meeste mensen uit de buurt niet betrokken (34%). In (33%) en (32%) hebben inwoners vaker intensief en incidenteel aandacht gehad voor buurtbewoners in een zorgwekkende situatie dan in (24%). In geeft men ook vaker aan niemand te kennen om te helpen (50% tegenover 41% in en 3 in ). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / BETROKKENHEID BIJ BUURT EN BURENHULP 1/3

Burenhulp: ondersteuning en contact met buren aren zijn er wat minder voor elkaar als het nodig is IEMAND DIE EEN OOGJE IN HET ZEIL HOUDT ALS MEN LANGER VAN HUIS IS 50% 24% 61% 2 5 21% GAAT ER NAAR TOE ALS ER IETS WORDT GEORGANISEERD IN DE BUURT 1 2 1 2 1 2 2 20% 2 2 1 IEMAND WAAR MEN TERECHT KAN ALS ER IETS VERVELENDS GEBEURT 2 2 21% 32% 31% 2 2 1 1 Helemaal mee eens/(bijna) altijd Mee eens/meestal wel Niet mee eens, niet mee oneens/soms wel, soms niet Mee oneens/meestal niet Helemaal mee oneens/(bijna) nooit Mate waarin bewoners er voor elkaar zijn, gemeten aan de hand van stellingen, in procenten, in 2015, in (N=1741-1787), (N=673-696) en (N=703-864) ers hebben vaker iemand die een oogje in het zeil wil houden (8) dan aren (74%) en enaren (7). Tevens hebben ers vaker iemand waarbij zij terecht kunnen (63%) dan enaren (5) en aren (53%). enaren gaan vaker naar buurtevenementen (4) dan aren (2) en ers (41%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / BETROKKENHEID BIJ BUURT EN BURENHULP 2/3

Burenhulp: voor elkaar klaar staan Ongeveer driekwart van de inwoners is van mening dat buurtbewoners altijd voor elkaar klaar staan. VOLDOENDE MOGELIJKHEDEN OM BUURTBEWONERS TE ONTMOETEN 1 33% 1 32% 2 1 31% 32% 24% IN MIJN BUURT STAAN BEWONERS ALTIJD VOOR ELKAAR KLAAR 33% 42% 3 42% 40% 41% Helemaal mee eens/(bijna) altijd Mee eens/meestal wel Niet mee eens, niet mee oneens/soms wel, soms niet Mee oneens/meestal niet Helemaal mee oneens/(bijna) nooit Mate waarin bewoners er voor elkaar zijn, gemeten aan de hand van stellingen, in procenten, in 2015, in (N=1741-1787), (N=588) en (N=703-864) aren (50%) en ers (4) ervaren vaker voldoende mogelijkheden om buurtbewoners te ontmoeten dan enaren (34%). De inwoners van de drie gemeenten ervaren in ongeveer gelijke mate dat buurtbewoners in hun buurt voor elkaar klaar staan. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / BETROKKENHEID BIJ BUURT EN BURENHULP 3/3

Zelfredzaamheid: gebruik van voorzieningen Inwoners hebben het meeste gebruik gemaakt van sport- en zorgvoorzieningen 4 40% 3 33% 33% 34% 32% 31% 4% 3% Gebruik van verenigingen of voorzieningen in de afgelopen 12 maanden, in procenten, in 2015, in (N=1807), (N=706) en (N=877). *zorgverenigingen behoorden niet tot de antwoordmogelijkheden van Inwoners maken het meeste gebruik van sportverenigingen, aren (40%) en ers (3) wat meer dan enaren (33%). Tevens maken aren en ers veel gebruik van zorgvoorzieningen (33-34%). Van welzijnsvoorzieningen wordt in alle drie de gemeenten het minste gebruik gemaakt (3-). enaren geven vaker aan van geen van de voorzieningen gebruik te hebben gemaakt (4 tegenover 32% van de aren en 31% van de ers). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ZELFREDZAAMHEID EN CONTACTEN 1/4

Zelfredzaamheid: in het dagelijkse leven Inwoners ondervinden vooral problemen met de lichamelijke gezondheid 1 1 4% 3% 4% 3% 4% Sociale contacten Psychische gezondheid Lichamelijke gezondheid Opvoeding kinderen Algemene dagelijkse activiteiten Lopen / zitten / gaan staan Administratie / financiën Huishoudelijke taken Mate waarin inwoners (enkele of vele) problemen ondervinden in het dagelijkse leven, in procenten, in 2015, in (N=1742-1690), (N=352-663) en (N=792-809) Boodschappen doen In alle drie de gemeenten ondervinden inwoners de meeste problemen met de lichamelijke gezondheid. ers ondervinden hiermee wat meer problemen () dan aren (1) en enaren (1). Als het gaat om andere aspecten van het dagelijks leven, zoals sociale contacten, psychische gezondheid, administratie, huishoudelijke taken en het bewegen (lopen/zitten/gaan staan), dan heeft van de bewoners of minder hier wel eens problemen mee. Dat geldt voor alle drie de gemeenten. De cijfers van liggen daarbij over het algemeen een fractie lager dan die van en. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ZELFREDZAAMHEID EN CONTACTEN 2/4

Zelfredzaamheid: terugvallen op naasten voor hulp Inwoners kunnen vooral terugvallen op familie en vrienden FAMILIE 82% 84% Inwoners van, en verwachten vooral terug te kunnen vallen op familie ( 94%, 7 1 en 9 waarschijnlijk of zeker wel) en vrienden of kennissen ( VRIENDEN / KENNISSEN 9, en 94%). 6 2 aren (33% niet) verwachten minder 62% 5 32% 3 vaak terug te kunnen vallen op mensen in de buurt dan enaren en ers (beide 24% niet). MENSEN IN DE BUURT 44% 33% 2 50% 24% 2 51% 24% Ja, zeker Waarschijnlijk wel Nee Mate waarin men kan terugvallen op familie, vrienden of mensen uit de buurt als men hulp nodig heeft, in procenten, in 2015, in (N=1253-1677), (N=509-648,) en (N=364-808) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ZELFREDZAAMHEID EN CONTACTEN 3/4

Contacten: sociale contacten en eenzaamheid Het merendeel van de aren, ers en enaren heeft voldoende sociale contacten en voelt zich niet vaak eenzaam 8 7 1 Ik heb voldoende sociale contacten 8 83% 1 8 Ik zou wel meer sociale contacten willen hebben 81% 1 (bijna) nooit Soms Regelmatig/vaak Mate waarin bewoners voldoende sociale contacten hebben, in procenten, in 2015, in (N=1695,) (N=650) en (N=824). Mate waarin bewoners zich eenzaam voelen, in procenten, in 2015, in (N=1748), (N=687) en (N=849). In de drie gemeentes geeft bijna 9 op de 10 inwoners aan voldoende sociale contacten te hebben en voelt 8 op de 10 mensen zich (bijna) nooit eenzaam. In geven de minste mensen aan zich ooit eenzaam te voelen (1), vergeleken met inwoners van (21%) en (1). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ZELFREDZAAMHEID EN CONTACTEN 4/4

Dienstverlening van de gemeente Driekwart van de aren en ers heeft het afgelopen jaar contact gehad met de gemeente Contact met de gemeente 74% 7 Totaal Totaal 1 33% 4 3 24% 20% Burgerzaken Afval Onderhoud Verkeer Iets anders 1 1 33% 3 52% 6 Het aantal inwoners dat de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de gemeente en waarvoor men contact heeft opgenomen met de gemeente, in procenten, in 2015, in (N=588) en (N=706 ) ONDERHOUD VERKEER 2 31% 4 44% 40% 4 2 1 23% Zowel in als in heeft ongeveer driekwart van de bevolking contact gehad met de gemeente. Het meeste contact was er over burgerzaken, in wat meer (6) dan in (52%), over afval (3 en 33% ) en over onderhoud (1 en 1 ). In hadden inwoners vaker contact over verkeer () dan in (). In verloopt meer contact met de gemeente via internet (33%) dan in (1). In verloopt meer contact via de balie (4) dan in (3). AFVAL BURGERZAKEN 3 1 34% 30% 2 61% 72% 3 51% Digitaal Balie Telefonisch Schriftelijk E-mail Manier van contact met de gemeente, in procenten, in 2015, in (N=95-306,) en (N=43-435) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / DIENSTVERLENING GEMEENTE 1/3

Dienstverlening van de gemeente: waardering Het contact met de gemeente dat digitaal, via de balie en telefonisch verloopt wordt het beste gewaardeerd door aren en ers Totaal 20% 63% 4% Totaal 1 6 DIGITAAL BALIE TELEFONISCH 2 23% 1 5 62% 70% 7 aren en ers zijn over het algemeen positief over de dienstverlening ( 83%, 8). SCHRIFTELIJK E-MAIL 53% 4 64% 6 70% 2 2 1 1 1 ers zijn wat positiever over contact via email (63%) en schriftelijk contact (74%) dan aren (resp. 5 en 62%). 52% 23% Uitstekend Goed Matig Slecht Beoordeling dienstverlening naar wijze van contact in (N=55-302) en (N=80-415) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / DIENSTVERLENING GEMEENTE 2/3

Dienstverlening van de gemeente aren en ers zijn het meest positief over de klantvriendelijkheid van de gemeente KLANTVRIENDELIJKHEID Als wordt gekeken naar 1 7 7 aspecten van de dienstverlening van de gemeente, wordt de SNELHEID VAN AFHANDELING klantvriendelijkheid in beide gemeenten het best 62% 6 20% 1 beoordeeld (91% uitstekend of goed) en de snelheid van afhandeling JUISTHEID VAN INFORMATIE 6 1 het minst (73%, 7 ). 72% ers zijn wat meer tevreden over de DESKUNDIGHEID PERSONEEL deskundigheid van het 71% personeel (8) en de 74% 4% juistheid van de informatie Uitstekend Goed Matig Slecht Beoordeling van de dienstverlening naar aspect, in (N=374-401) en (N=357-483) (84%) dan aren (resp. 82% en 73%). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / DIENSTVERLENING GEMEENTE 3/3

Financiële situatie van huishoudens Ongeveer 7 op de 10 van de huishoudens kan (zeer) makkelijk rondkomen 2 4 1 1 61% 21% 52% 20% 6 1 52% 24% 6 21% Zeer moeilijk Moeilijk Kom net rond Gemakkelijk Zeer gemakkelijk Gemak waarmee huishoudens kunnen rondkomen van hun huishoudinkomen, in procenten, in 2015, in (N=2360), (N=684) en (N=863) Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd Ontwikkeling financiële situatie van huishoudens, in procenten, in 2015, in (N=2362), (N=692) en (N=866) In kan men het vaakst gemakkelijk rondkomen (7), gevolgd door (72%) en (6). Het percentage mensen dat (zeer) moeilijk kan rondkomen is iets hoger in dan in de andere gemeenten ( tegenover in en in ). In is de financiële situatie van huishoudens vaker verbeterd (1) dan in () en (). Voor ongeveer 1 op de 5 huishoudens in alle drie de gemeenten is de financiële situatie het afgelopen jaar verslechterd. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / FINANCIËLE SITUATIE 1/2

Financiële situatie: moeilijkheden en ondersteuning Eén op de vier tot vijf huishoudens moet wel eens bezuinigen 24% 7 53% 4 1 8 Bezuinigt wel eens Hoeft niet te bezuinigen 40% 60% Bekend Niet bekend 20% 80% 2 71% Inwoners die wel eens moeten bezuinigen door een tekort aan financiële middelen, in procenten, in 2015, in (N=2336), (N=688) en (N=866) Bekendheid van inkomensondersteunende maatregelen, in procenten, in 2015, in (N=2345), (N=689) en (N=862) In moet men het vaakst bezuinigen (24%), gevolgd door (20%) en (1). In is meer dan de helft van de inwoners bekend met inkomensondersteunende maatregelen (53%) terwijl dit in (40%) en (2) in mindere mate het geval is. Bij 3% van de huishoudens in en en bij 4% van de huishoudens in, is sprake van een betalingsachterstand van vaste lasten. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / FINANCIËLE SITUATIE 2/2

Achtergrondkenmerken: opleidingsniveau 4 van de respondenten uit, 5 uit en 62% uit is hoger opgeleid 4% 2 5 2 5 1 3 4 1 3 4 2 62% 2 62% Geen onderwijs / basisonderwijs Lbo / Vmbo Mbo / Havo / Vwo Hbo / Wo Samengesteld opleidingsniveau van alle respondenten in procenten in 2015 in (N=2298), (N=717) en (N=888) (exclusief anders ) Lager Middelbaar Hoger Samengesteld opleidingsniveau van alle respondenten in procenten in 2015 in (N=2298), (N=717) en (N=888) In (62%) en (5) hebben meer respondenten een Hbo- of Wo-diploma dan in (4). In zijn meer respondenten lager opgeleid (1) dan in () en (). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ACHTERGRONDKENMERKEN 1/3

Achtergrondkenmerken: werk en studie Ongeveer driekwart van de inwoners heeft betaald werk voor meer dan 12 uur per week 72% 3% 7 4% 3% 7 3% Betaald werk > 12 u/week Betaald werk < 12 u/week Niet werkend, werkzoekend Niet werkend, niet werkzoekend Studerend/opleiding Werk en studie van de respondenten in de beroepsbevolking, naar leeftijdsgroep en opleidingsniveau in procenten in 2015, exclusief 65-plussers, in (N=1960 ), (N=512 ) en (N=627), In (81%) en (7) hebben meer inwoners betaald werk dan in (7). In zijn er meer inwoners die studeren als hoofdactiviteit hebben () dan in () en (). In zijn meer inwoners die niet werken en niet naar werk zoeken () dan in () en (). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ACHTERGRONDKENMERKEN 2/3

Gebruik van sociale media Facebook wordt het meest gebruikt in en 4 43% 3 3 Facebook YouTube 30% 42% 5 51% 1 1 24% 3 34% 32% 24% LinkedIn Twitter 1 1 20% 2 63% 53% Dagelijks of wekelijks gebruik van sociale media, in procenten, in 2015, in (N=1929-2283) en (N=599-655) 7 84% Dagelijks Wekelijks Soms (Bijna) nooit Facebook en Youtube zijn de meest gebruikte social media. In worden Facebook, Youtube, LinkedIn en Twitter minder vaak dagelijks of wekelijks gebruikt dan in. In wordt vooral YouTube (42%) vaker dagelijks of wekelijks gebruikt dan in (30%). Gebruik van sociale media, in procenten, in 2015, in (N=1929-2283) en (N=599-655) Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten, en Vergelijking gemeenten 2015 / ACHTERGRONDKENMERKEN 3/3