Stads- en Wijkenquête. Foto: Henk Aschman

Transcriptie

1 Stads- en Wijkenquête Foto: Henk Aschman 2015

2 Inhoudsopgave Voorwoord Indeling Leiden naar wijken Bestuur en dienstverlening Algemeen oordeel Dienstverlening van de gemeente Meedenken met de stad College van B&W en gemeenteraad Leefbaarheid en voorzieningen Waardering buurt en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt Meeuwenoverlast Parkeren in de wijk Economie en mobiliteit Winkelen Toegankelijkheid binnenstad Vervoermiddelenkeuze en -gebruik Duurzaamheid 41 Duurzaamheidsmaatregelen 42 Duurzaamheidsfondsen 43 Afvalinzameling 45 Cultuur, sport en recreatie 48 Levendigheid van de stad 49 Cultuur 50 Erfgoed 55 Sport 57 Groen en water 60 Volkstuinen 61 Wijkteams 63 Jeugdhulp 64 Sociaal wijkteam 67 Sociale binding en participatie 69 Vrijwilligerswerk 70 Mantelzorg 74 Betrokkenheid buurt en burenhulp 78 Actief in de buurt 81 Zelfredzaamheid en contacten 84 Financiële situatie Kenmerken van de Leidenaar Opleiding en dagelijkse bezigheden Gebruik sociale media Onderzoeksverantwoording Onderzoeksverantwoording en respons Vragenlijsten 103

3 Voorwoord Stads- en Wijkenquête Leiden 2015 Een enquête zoals de Stads- en Wijkenquête van de gemeente Leiden geeft een schat aan informatie voor iedereen die in of voor de stad beleid wil maken. Wat denken de Leidenaren, wat doen zij, en waarom doet ze bepaalde dingen wel en niet? Voor u ligt de 13 e editie van onze Stads- en Wijkenquête. Dit jaar twee afzonderlijke vragenlijsten om zo efficiënt mogelijk informatie tot op het juiste ruimtelijke niveau te krijgen: de Stadsenquête en de Wijkenquête. Dat is soms de stad als geheel (bijvoorbeeld als het over Meedenken met de stad gaat), en soms het niveau van de negen onderscheiden wijken (bijvoorbeeld voor vragen over het Sociaal domein). De rapportage kent overigens niet deze indeling, maar is per onderwerp. Nieuw is vooral ook de rapportagevorm: dit keer primair digitaal leesbaar en toegankelijk door te klikken op de pijltjes en de home knop. De rapportage is modulair opgebouwd: ca. 30 vragenblokken, gegroepeerd naar 10 hoofdstukken. Deze rapportagevorm heeft ons soms genoopt tot een beknopte weergave van de resultaten. Vaak is meer informatie voorhanden. Schroomt u niet om hierover contact op te nemen met boa@leiden.nl Wilt u een exemplaar op papier? Als u binnen de gemeente Leiden werkt: doet u dat niet zelf (als het om meer dan een paar bladzijden gaat), maar neem contact op met boa@leiden.nl of het Grafisch Productie Centrum. Zij regelen een goede print op maat. De coördinatie van dit onderzoek lag in handen van de eenheid BOA (Beleidsonderzoek & Analyse) van de gemeente Leiden. De uitvoering is gedaan door Dimensus Beleidsonderzoek uit Breda. Veel leesplezier gewenst! Rick Klijberg, teammanager Concernstaf/ Strategie, Middelen & Control September 2015 Voorwoord 1/1

4 Leiden in wijken Binnenstad-Zuid 1. Binnenstad-Noord 2. Stationsdistrict 3. Leiden-Noord 4. Roodenburgerdistrict 5. Bos- en Gasthuisdistrict 6. Morsdistrict 7. Boerhaavedistrict 8. Merenwijkdistrict 9. Stevenshofdistrict

5 Bestuur en dienstverlening Algemeen oordeel Dienstverlening van de gemeente Meedenken over de stad College van B&W en gemeenteraad Bestuur en dienstverlening

6 Algemeen oordeel over de dienstverlening van de gemeente 12% vindt de dienstverlening van de gemeente verslechterd, vindt het verbeterd 7% 6% 12% van de Leidenaren vindt de dienstverlening van de gemeente in het afgelopen jaar verbeterd. De voornaamste redenen die men hiervoor geeft zijn: verbeterde website en digitale dienstverlening, verbetering van het straatbeeld, en betere informatievoorzieningen en communicatie. 80% 12% van de Leidenaren is van mening dat de dienstverlening van de gemeente in het afgelopen jaar minder is geworden. De voornaamste redenen die men hiervoor geeft zijn: achteruitgang van de service, oneens met gemeentelijk beleid, achteruitgang van buitenruimte en onderhoud. Het percentage Leidenaren dat vindt dat de dienstverlening minder is geworden, is iets toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren (nu 12% ten opzichte van 7% in 2011 en 6% in 2013). Beter geworden 69% Gelijk gebleven 80% Minder geworden 2 13% De dienstverlening van de gemeente in het afgelopen jaar in procenten N= Bestuur en dienstverlening Algemeen oordeel 1/1

7 Dienstverlening van de gemeente: contact Contact met de gemeente meestal over burgerzaken en afval Contact met de gemeente Totaal % Totaal 2013 Totaal 2015 Burgerzaken % 2015 Onderhoud Verkeer 16% Verkeer Iets anders 5 27% 3 33% 27% 24% 6% 3 20% 4% 13% 13% 52% Afval Onderhoud 6% Afval 22% 13% Het aantal Leidenaren dat contact heeft gehad met de gemeente en waarvoor men contact heeft opgenomen met de gemeente. in procenten N=588. Burgerzaken 29% 40% 31% 46% % Digitaal 16% 3 4% 61% Balie Telefonisch Schriftelijk Manier van contact met de gemeente, in % van alle contacten in procenten N= In 2015 heeft 74% contact gehad met de gemeente, in 2013 was dat 82%. Het meeste contact betreft burgerzaken (52%) en/of afval (33%), net als in De meeste contacten met de gemeenten verlopen via de balie (3) of digitaal (33%), 20% verloopt telefonisch. Voor alle onderwerpen vindt inmiddels 30% tot 40% plaats via internet. Dit aandeel is de laatste jaren fors gestegen. De meeste contacten met Burgerzaken gaan echter nog via de balie (61%). Dat geldt ook voor verkeerszaken (46%). Over afval en onderhoud vindt veel telefonisch contact plaats (resp. 3 en 40%). Bestuur en dienstverlening Dienstverlening van de gemeente 1/2

8 Dienstverlening van de gemeente: waardering Het contact met de gemeente dat via de balie of digitaal verloopt wordt het beste gewaardeerd Digitaal 27% Balie Telefonisch Schriftelijk Totaal 5 23% 11% 70% 11% 6% 6 9% 53% 11% 47% 17% 27% 2 20% 63% Uitstekend Goed Beoordeling van de dienstverlening naar wijze van contact. N= Doorlooptijd / snelheid van afhandeling 13% 7 11% 7% 62% 20% 6% 12% 1 13% Matig Klantvriendelijkheid Slecht Duidelijkheid / juistheid informatie Correctheid / deskundigheid personeel 14% 11% Uitstekend 67% 17% 71% 14% Goed Matig Slecht Beoordeling van de dienstverlening naar aspect. N= % van de Leidenaren geeft een goede of uitstekende beoordeling voor de dienstverlening in het algemeen. Het contact via de balie (93% uitstekend of goed) en het digitale contact (8) worden het best beoordeeld, gevolgd door het telefonisch contact (79%). Over de het contact via (5) en schriftelijk contact (62%) is men minder te spreken. Bij de vorige metingen was dit ook zo. Het oordeel over het contact via de balie en het digitale contact is vergeleken met vorige metingen verder verbeterd. Als wordt gekeken naar aspecten van de dienstverlening van de gemeente, wordt de klantvriendelijkheid het best beoordeeld (91% uitstekend of goed) en de doorlooptijd het minst (73%). Ook deze cijfers lijken sterk op die van de vorige metingen. Bestuur en dienstverlening Dienstverlening van de gemeente 2/2

9 Meedenken over de stad: initiatief bij bewoners 11% van de Leidenaren is in de afgelopen twee jaar actief betrokken bij een wijk-, buurt-of stadsinitiatief Groen / milieu 6% 21% Openbare ruimte / inrichting Ja, via de wijk- of buurtvereniging Ja, via een andere weg 89% Nee Verkeer / parkeren 17% Sociale activiteit / evenement 14% Wijk / buurt / straatvereniging 10% Stichting Sport / Cultuur Anders Het aandeel Leidenaren dat in de afgelopen twee jaar actief betrokken is geweest bij een initiatief in de wijk of stad. N= % 6% 32% Initiatieven naar categorieën onder het aantal respondenten dat in de afgelopen twee jaar betrokken is geweest bij een initiatief in de wijk of stad. N=66. Inwoners van Leiden zijn vooral op het gebied van groen en milieu (21%), openbare ruimte en inrichting (1), verkeer en parkeren (17%) en sociale activiteiten of evenementen (14%) betrokken. De categorie anders (32%) bevat ook veel antwoorden waarbij mensen eigen ideeën hadden voor initiatieven met betrekking tot groen en milieu en openbare ruimte, maar ook het Stadslab (4%), iets over jongeren () of ouderen (3%). Deze percentages zijn gebaseerd op slechts 66 respondenten die actief zijn geweest en zijn dus niet meer dan een indicatie. Bestuur en dienstverlening Meedenken over de stad 1/2

10 Meedenken over de stad: initiatief bij gemeente Eén op de vier inwoners van Leiden dacht mee over de stad Minimaal één keer meegedacht met de gemeente 23% Ja, er is iets mee gedaan / het heeft wat opgeleverd 16% Gereageerd op plannen van de gemeente (inspraak) Meegedacht met de gemeente over de openbare ruimte Het loopt nog 10% Contact gezocht met een raadslid of collegelid 9% Meegedacht in de voorbereiding van nieuwe plannen van de gemeente Nee, er is niet geluisterd / het heeft niets opgeleverd 7% 33% Zelf een plan ingediend bij de gemeente Een raadscommissie bezocht en daar ingesproken Op een andere manier meegedacht met de gemeente 26% 13% 4% 2 Weet niet / geen antwoord 3% Het aandeel Leidenaren dat mee heeft gedacht over de stad op initiatief van of via de gemeente, naar antwoordopties. N= Heeft de gemeente naar u geluisterd of er iets mee gedaan? Van alle Leidenaren die op één of meer manieren hebben meegedacht. N=139 Reageren op plannen van de gemeente (13%), meedenken over de openbare ruimte (10%) en contact zoeken met een raadslid of collegelid (9%) zijn de meest voorkomende manieren waarop men meedenkt op initiatief van of via de gemeente. Van de inwoners die op één of meerdere manieren meedachten geeft 26% aan dat hier daadwerkelijk iets mee gedaan is. 2 geeft aan dat het proces nog loopt en 33% geeft aan dat het niets heeft opgeleverd. - boa@leiden.nl Stadsen Wijkenquête 2015 boa@leiden.nl uitgevoerd door Dimensus Bestuur en dienstverlening Meedenken over Meedenken met de stad BESTUUR & DIENSTVERLENING 2/4de stad 2/2

11 College van B & W en gemeenteraad: stellingen Over het functioneren van het gemeentebestuur is men vaak neutraal De gemeente wordt goed bestuurd Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad Burgemeester en wethouders maken hun beloften waar (Helemaal) eens 37% 19% 1 Neutraal 3 37% 37% 6% 13% (Helemaal) oneens 23% 31% 39% Geen mening Percentage Leidenaren die het (helemaal) eens, neutraal of (helemaal) oneens zijn of geen mening hebben over stellingen over het gemeenbestuur in N= % van de inwoners vindt dat de gemeente goed wordt bestuurd, 19% voelt zich vertegenwoordigd in de gemeenteraad en 1 is het er mee eens dat het college van B&W hun beloften waar maken. De meningen over het college van B&W en de gemeenteraad zijn vergelijkbaar met die in Het aandeel dat geen mening heeft is dit jaar (23%, 31%, 39%) echter een stuk groter dan in 2013 (12%, 1, 22%). Van de Leidenaren heeft 7% net als in 2013 het afgelopen jaar wel eens een raadslid gesproken. Dit betrof zaken in de buurt (zoals groenvoorziening en containers) of had betrekking op de stad Leiden (zoals het fietsbeleid en het culturele aanbod). Bewoners uit het Stations- en Boerhaavedistrict vinden vaker dan gemiddeld dat de gemeente goed wordt bestuurd. Bewoners uit het Bos- en Gasthuisdistrict, de Stevenshof en Morsdistrict zijn vaker dan gemiddeld van mening dat de gemeente niet goed wordt bestuurd. Bestuur en dienstverlening College van B&W en gemeenteraad 1/1

12 Leefbaarheid en voorzieningen Waardering buurt en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt Meeuwenoverlast Parkeren in de wijk Leefbaarheid en voorzieningen

13 Leefbaarheid: woonduur en tevredenheid Leidenaren geven gemiddeld een 7,9 voor het woongenot in de buurt Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stations- / Boerhaavedistrict 16% 4% 1 4% 7% Roodenburgerdistrict 12% Bos- en Gasthuisdistrict 6% 7% Morsdistrict 7% Merenwijkdistrict 6% Stevenshofdistrict Leiden 74% 16% Leiden-Noord 80% 36% 50% 83% 21% 6 24% 66% 30% 57% 22% 5 of lager Bewoners in Binnenstad-Zuid (84%), het Roodenburgerdistrict (83%) en het StationBoerhaavedistrict (80%) geven vaker dan gemiddeld een 8 of hoger. In Leiden-Noord (50%) en de Stevenshof (57%) geven bewoners juist minder vaak een 8 of hoger. 3 van de Leidenaren woont al 15 jaar of langer in de eigen buurt, 1 woont er nog geen 2 jaar. De woonduur heeft geen significante invloed op de beoordeling van het woongenot. 6 26% 11% 69% van de Leidenaren is heel tevreden over het wonen in de buurt. Als rapportcijfer geven zij hiervoor een 8 of hoger. Slechts 4% is hierover minder te spreken (rapportcijfer 5 of lager). 84% 69% of hoger Rapportcijfers voor het prettig wonen in de buurt in procenten in N=1804 Leefbaarheid en voorzieningen Waardering buurt en voorzieningen 1/3

14 Voorzieningen: stellingen over het aanbod van voorzieningen De meeste respondenten zijn positief over de nabijheid en hoeveelheid van de voorzieningen Gezondheidsvoorzieningen goed bereikbaar en nabij genoeg 31% Basisonderwijs voldoende nabij voor (mijn) kinderen 60% 40% Winkels dagelijkse boodschappen voldoende nabij Er zijn voldoende welzijnsvoorzieningen Er zijn voldoende mogelijkheden voor sport en recreatie 49% 47% 7% 42% 17% 6% 61% 20% Helemaal mee eens 2% 1 54% Mee eens Niet eens / niet oneens 1 Mee oneens 3% 4% 9% 3% Helemaal mee oneens Uitkomsten van stellingen over het aanbod van voorzieningen in Leiden in procenten in N= % van de Leidenaren is positief over de bereikbaarheid en nabijheid van gezondheidszorgvoorzieningen en 89% vindt winkels voor dagelijkse boodschappen en het basisonderwijs voldoende nabij. 12% is niet tevreden over de hoeveelheid sport- en recreatiemogelijkheden. Leidenaren met een lager inkomen zijn iets negatiever over de nabijheid van het basisonderwijs. Dit betreft alleen degenen voor wie dit van toepassing is. Dit is bij basisonderwijs (52%) en welzijnvoorzieningen (44%) met name aan de orde. Bewoners in het Bos- en Gasthuisdistrict (9), Binnenstad-Zuid (94%) en Binnenstad-Noord (94%) oordelen vaker positief over het aanbod winkels, terwijl bewoners in het Roodenburgerdistrict (13%) en de Stevenshof (11%) hierover juist vaker negatief oordelen. In de Stevenshof oordelen bewoners vaker positief over de bereikbaarheid en nabijheid van gezondheidsvoorzieningen (99%). In het StationBoerhaavedistrict (86%) en het Bos- en Gasthuisdistrict (83%) oordelen bewoners vaker positief over de mogelijkheden om te sporten en recreëren, terwijl bewoners in Binnenstad-Noord (19%) en de Stevenshof (17%) hierover juist vaker negatief oordelen. In de Merenwijk oordeelt men vaker positief over het aanbod welzijnsvoorzieningen (8). Leefbaarheid en voorzieningen Waardering buurt en voorzieningen 2/3

15 Voorzieningen: beoordeling schoolgebouwen Ouders van schoolgaande kinderen beoordelen de schoolgebouwen gemiddeld tussen de 6,9 en 7,5 7,5 7,4 School voor voortgezet onderwijs School voor basisonderwijs 6,9 School voor speciaal onderwijs Gemiddelde beoordeling schoolgebouwen in N=263 De schoolgebouwen krijgen een ruime voldoende van de ouder van schoolgaande kinderen: 7,5 voor het voortgezet onderwijs en 7,4 voor het basisonderwijs. De gebouwen voor het speciale onderwijs scoren lager met een 6,9. Leefbaarheid en voorzieningen Waardering buurt en voorzieningen 3/3

16 Netheid en onderhoud van de buurt: netheid Minimaal de helft van de Leidenaren geeft aan dat er niet of een beetje sprake is van onkruid, drijfvuil, hondenpoep of zwerfvuil Onkruid 24% Drijfvuil 24% Hondenpoep Zwerfvuil 49% 19% 47% 17% 19% 47% 11% Een beetje 27% Behoorlijk wat 3% 9% 14% Ernstig 3% 7% 22% 42% Helemaal niet 6% 6% Zeer ernstig Aanwezigheid van verschillende vormen van vervuiling in de eigen buurt in Leiden in procenten in N= % geeft aan dat er hooguit een beetje onkruid aanwezig is in de buurt, 71% zegt dit over drijfvuil en 64% over hondenpoep. Zwerfvuil komt vaker voor: 53% geeft aan dat dit hooguit een beetje voorkomt, maar 20% geeft aan dat zwerfvuil in (zeer) ernstige mate voorkomt. Ten opzichte van 2013 is de hoeveelheid zwerfvuil toegenomen (van 40% behoorlijk tot zeer ernstig in 2013 naar 47% in 2015). Leefbaarheid en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt 1/5

17 Netheid en onderhoud van de buurt: netheid naar wijk Drijfvuil komt vaker voor in de Merenwijk, hondenpoep vaker in de Stevenshof, Merenwijk en Leiden-Noord Binnenstad-Z. 24% 51% 21% Binnenstad-Z. 23% 54% 1 Binnenstad-N. 16% 4 23% 10% Binnenstad-N. 22% 47% 20% Stations-/Boerhaaved. 30% 4 1 7% Stations-/Boerhaaved. 21% 64% 7% 7% Leiden-Noord 21% 43% 24% Leiden-Noord 16% 41% 23% 12% Roodenburgerd. 3 46% 11% Roodenburgerd. 20% 54% 16% 7% Bos- en Gasthuisd. 22% 50% 21% Bos- en Gasthuisd. 14% 46% 29% 7% Morsdistrict 27% 51% 12% Morsdistrict 20% 43% 26% Merenwijk 21% 40% 24% 11% Merenwijk 12% 39% 2 14% Stevenshof 20% 4 20% Stevenshof 9% 39% % Helemaal niet Een beetje Behoorlijk wat Ernstig Zeer ernstig Aanwezigheid van drijfvuil in de eigen buurt in Leiden in procenten in N= Helemaal niet Een beetje Behoorlijk wat Ernstig Zeer ernstig Aanwezigheid van hondenpoep in de eigen buurt in Leiden in procenten in N= Drijfvuil komt meer dan gemiddeld voor in de Merenwijk (1 (zeer) ernstig). Hondenpoep wordt meer dan gemiddeld ervaren in de Stevenshof, Leiden-Noord en Merenwijk. Hondenpoep komt volgens bewoners juist minder vaak voor in Stationsdistrict/Boerhaavedistrict en Binnenstad-Zuid. Leefbaarheid en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt 2/5

18 Netheid en onderhoud van de buurt: netheid naar wijk Onkruid komt vaker voor in de Stevenshof en Leiden-Noord, zwerfvuil vaker in de binnenstad en in Leiden- Noord Binnenstad-Z. 37% Binnenstad-N. Stations-/Boerhaaved. Leiden-Noord Roodenburgerd. 34% 19% Morsdistrict 21% Merenwijk 19% Helemaal niet 17% Een beetje 16% 5 13% 44% 26% 20% 10% 4 21% Bos- en Gasthuisd. Stevenshof 50% 22% 53% 1 51% 23% 51% 19% 51% 36% Behoorlijk wat 11% 19% Binnenstad-Z. 4% 31% 3 Binnenstad-N. 6% 29% 3 Stations-/Boerhaaved. 7% Leiden-Noord 6% Roodenburgerd. Bos- en Gasthuisd. Merenwijk 13% Ernstig Zeer ernstig Helemaal niet Aanwezigheid van onkruid in de eigen buurt in Leiden in procenten in N= % 14% Stevenshof 33% 17% Morsdistrict % Een beetje 9% 17% 17% 5 3 6% 1 47% 27% 22% 9% 17% 31% 51% 1 22% 7% 4 22% 13% 6% 41% 22% 17% Behoorlijk wat Ernstig Zeer ernstig Aanwezigheid van zwerfvuil in de eigen buurt in Leiden in procenten in N= In de Stevenshof (19%) en in Leiden-Noord (16%) komt onkruid vaker voor. Zwerfvuil komt meer dan gemiddeld voor in de Binnenstad (Zuid en Noord 27%) en in Leiden-Noord (26%). In het Roodenburgerdistrict ervaren bewoners minder vaak zwerfvuil (). Leefbaarheid en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt 3/5

19 Netheid en onderhoud van de buurt: openbare ruimte en rapportcijfer Leidenaren geven net als voorgaande jaren gemiddeld een 6,9 voor het onderhoud van de openbare ruimte in de eigen buurt Onderhoud verkeersvoorzieningen Onderhoud groen 6 9% Onderhoud speeltoestellen 6% Onderhoud watergangen Onderhoud straatmeubilair Onderhoud straten en wegen 20% 63% 23% 62% 23% 61% 4% 27% 61% 6% 2 57% Uitstekend Goed 7% 27% Matig 7% 10% Slecht Tevredenheid over het onderhoud van de openbare ruimte in de eigen buurt in procenten in N= % van de Leidenaren is (zeer) positief over het onderhoud aan verkeersvoorzieningen en 72% over het onderhoud aan het groen. 6 laat zich positief uit over het onderhoud aan speeltoestellen, 66% over onderhoud aan de watergangen en 6 over onderhoud aan het straatmeubilair. Het onderhoud aan straten en wegen vindt 63% goed tot uitstekend. Lager-opgeleiden en 55-plussers laten zich over het algemeen negatiever uit over het onderhoud. Ten opzichte van 2013 is het percentage Leidenaren dat het onderhoud van de straten en wegen als matig of slecht beoordeelt toegenomen (11% matig en 4% slecht in 2013). Leefbaarheid en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt 4/5

20 Netheid en onderhoud van de buurt: opvallende verschillen per wijk Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en Roodenburgerdistrict scoren bovengemiddeld Positiever Binnenstad-Zuid Groen (91% goed-uitstekend, gemiddeld 71%) Watergangen (77% goed-uitstekend, gemiddeld 66%) Straten en wegen (71% goed-uitstekend, gemiddeld 63%) Verkeersvoorzieningen (84% goed-uitstekend, gemiddeld 73%) Straatmeubilair (79% goed-uitstekend, gemiddeld 6) Speeltoestellen (82% goed-uitstekend, gemiddeld 6) Binnenstad-Noord Straten en wegen (70% goed-uitstekend, gemiddeld 63%) Roodenburgerdistrict Watergangen (76% goed-uitstekend, gemiddeld 66%) Straten en wegen (69% goed-uitstekend, gemiddeld 63%) Speeltoestellen (82% goed-uitstekend, gemiddeld 6) Negatiever Leiden-Noord Groen (41% matig-slecht, gemiddeld 2) Watergangen (43% matig-slecht, gemiddeld 34%) Straten en wegen (47% matig-slecht, gemiddeld 37%) Speeltoestellen (49% matig-slecht, gemiddeld 31%) Stevenshof Watergangen (43% matig-slecht, gemiddeld 34%) Straten en wegen (47% matig-slecht, gemiddeld 37%) Verkeersvoorzieningen (37% matig-slecht, gemiddeld 27%) Straatmeubilair (49% matig-slecht, gemiddeld 36%) Speeltoestellen (39% matig-slecht, gemiddeld 31%) Merenwijk Watergangen (44% matig-slecht, gemiddeld 34%) Straten en wegen (4matig-slecht, gemiddeld 37%) Leefbaarheid en voorzieningen Netheid en onderhoud van de buurt 5/5

21 Meeuwenoverlast: ontwikkeling en oorzaken overlast 69% van de Leidenaren merkt wel eens iets van meeuwen in de buurt, 31% merkt niks van meeuwen Kapotte vuilniszakken, rotzooi op straat door meeuwen 12% 26% 33% 36% minder dan vorig jaar Geluid van meeuwen evenveel 62% 31% meer dan vorig jaar 27% Meeuwen op het dak Meeuwen die mensen aanvallen 22% 13% Veel last Merken Leidenaren iets van meeuwen in hun buurt in 2015? N= % 39% 32% 46% 82% Een beetje last Geen last Waar hebben Leidenaren vooral last van als het gaat om meeuwen in 2015? N=1225 tot % (van de mensen die iets van meeuwen merken) merkt minder van meeuwen dan vorig jaar, 12% merkt juist meer. Vergeleken met vorig jaar merken bewoners van Binnenstad-Zuid en Binnenstad-Noord veel minder van meeuwen. In het Bos- en Gasthuisdistrict, Binnenstad-Zuid en Noord en in Station- en Boerhaavedistrict merken meer bewoners iets van de meeuwen dan gemiddeld in Leiden (allen circa 80%). In de Merenwijk (40%) en in de Stevenshof (50%) juist minder dan gemiddeld. Leidenaren hebben vooral last van kapotte vuilniszakken (33%), het geluid van meeuwen (27%) en meeuwen op het dak (22%). van de Leidenaren heeft veel last van meeuwen die mensen aanvallen. Het type overlast is vrijwel niet veranderd vergeleken met vorig jaar. Leefbaarheid en voorzieningen Meeuwenoverlast 1/3

22 Meeuwenoverlast: naar wijk In de binnenstad wordt bovengemiddeld veel overlast ervaren van meeuwen Binnenstad-Zuid 54% 27% Binnenstad-Noord 5 24% Station- / Boerhaavedistrict 39% Leiden-Noord 27% Roodenburgerdistrict 34% 30% 2 Bos- en Gasthuisdistrict 50% Morsdistrict 9% Stevenshofdistrict Leiden 32% 21% 29% 12% 33% 6% 9% 17% 34% 5 11% 34% 23% 11% 12% 27% Een beetje overlast 20% 27% 26% Merenwijkdistrict Veel overlast* 33% 17% 34% van de Leidenaren ervaart veel overlast op minimaal 1 aspect:. Vooral in de binnenstad (5 Noord, 54% Zuid), het Bos- en Gasthuisdistrict (50%) en in mindere mate in het Station- en Boerhaavedistrict (39%) wordt bovengemiddeld veel overlast ervaren van meeuwen. In het Merenwijkdistrict (5) en Stevenshofdistrict (54%) merkt men vaker dan gemiddeld niets van meeuwen. 54% 27% Wel gemerkt, geen overlast 31% Merkt niets Overlast van meeuwen in het algemeen in procenten naar wijk in N=1793 *Veel overlast gebaseerd op minimaal één keer veel overlast door meeuwen bij eerder genoemde oorzaken. Leefbaarheid en voorzieningen Meeuwenoverlast 2/3

23 Meeuwenoverlast: maatregelen Met speciale vuilniszakken, het aanpakken van de nesten maar ook ondergrondse containers gaat de gemeente de strijd aan tegen meeuwenoverlast volgens bewoners 51% van de Leidenaren weet dat de gemeente maatregelen neemt om de overlast van meeuwen te beperken. Dit is minder dan in 2013 (6). 73% 3 31% 19% Gele vuilniszakken Ondergrondse vuilcontainers Aanpakken nesten Voorlichtingsacties Welke maatregelen neemt de gemeente in procenten in N=899 Overlast probeert de gemeente volgens Leidenaren vooral te beperken door speciale vuilniszakken (73%), ondergrondse vuilcontainers (3) en het aanpakken van de nesten (31%). De ondergrondse containers worden dit jaar veel vaker genoemd. Het huis-aan-huisblad (3 noemt dit) en de plaatselijke krant (2) gevolgd door de gemeentelijke website (2) blijven de belangrijkste informatiebronnen voor bewoners als het gaat om informatie over maatregelen tegen meeuwen. Leefbaarheid en voorzieningen Meeuwenoverlast 3/3

24 Parkeren in de wijk: autobezit en parkeergelegenheid 70% van de Leidenaren heeft minimaal één auto, parkeren gebeurt vooral op straat één auto (eigen of lease) 79% % meer auto's 52% deelauto 2% 2% Op straat 16% geen auto Autobezit onder Leidenaren in procenten in N=1814 Op eigen terrein Privéplek op bij huis openbare weg 4% 1% In een openbare garage Anders Gebruik van parkeergelegenheden in procenten in N= % van de Leidenaren heeft één auto, 30% heeft geen auto en de overige Leidenaren hebben veelal 2 auto s (1). Dit is nauwelijks anders dan in Leidenaren van 18 tot 35 jaar (49%) en met een laag inkomen (5) hebben minder vaak een auto. Bewoners van Binnenstad-Zuid (54%) en -Noord (49%) en van Stations- / Boerhaavedistrict (46%) hebben eveneens minder vaak een auto. 79% parkeert op straat en 1 op eigen terrein. Ook hierin is vrijwel niets veranderd vergeleken met Bewoners van Binnenstad-Zuid (91%) en -Noord (86%) evenals bewoners van de Stevenshof (86%) en Leiden-Noord parkeren vaker op straat. In de Merenwijk (30%) en het Bos- en Gasthuisdistrict (27%) wordt meer dan gemiddeld op eigen terrein geparkeerd. Leefbaarheid en voorzieningen Parkeren in de wijk 1/2

25 Parkeren in de wijk: beoordeling parkeermogelijkheden Bewoners zijn positiever over parkeermogelijkheden voor zichzelf dan voor bezoekers Eigen mogelijkheden Mogelijkheden bezoekers 36% 20% 30% 2 Goed 20% 2 Voldoende Matig 1 27% Slecht Uitkomsten van stellingen over parkeermogelijkheden in de nabijheid van het huis in procenten in N= % vindt de parkeermogelijkheden voor zichzelf goed en nog eens 30% vindt dit voldoende. 1 is negatief hierover. De parkeermogelijkheden voor bezoekers worden wat slechter gewaardeerd. Bewoners zijn negatiever dan in 2013 over parkeermogelijkheden voor zichzelf (van 26% naar 3 matig tot slecht ) en voor bezoekers (van 4 naar 52% matig tot slecht). Bewoners van het Bos- en Gasthuisdistrict (43%), de Merenwijk (43%), het Roodenburgerdistrict (42%) en het Stations- / Boerhaavedistrict (42%) vinden de parkeermogelijkheden voor zichzelf vaker goed. Bewoners van de Stevenshof (20%), Binnenstad-Zuid (27%) en Binnenstad-Noord (29%) zijn minder vaak positief hierover. Bewoners van het Bos- en Gasthuis- (31%) en het Stations- / Boerhaavedistrict (33%) vinden de parkeermogelijkheden voor bezoekers vaker goed. Bewoners van de Stevenshof (11%), Binnenstad-Zuid (10%) en Binnenstad-Noord (14%) zijn hierover minder vaak positief. Leefbaarheid en voorzieningen Parkeren in de wijk 2/2

26 Economie en mobiliteit Winkelen Toegankelijkheid binnenstad Vervoermiddelenkeuze en -gebruik Economie en mobiliteit

27 Winkelen: beoordeling van de binnenstad van Leiden Leidenaren waarderen alle aspecten in de binnenstad met een voldoende Sfeer 7,5 Horeca 7,5 7,4 Looproutes 7,0 Hoeveelheid winkels 6,5 Diversiteit aan winkels Bereikbaarheid per auto Parkeren 5, ,5 Gemiddelde cijfers over verschillende aspecten in de binnenstad , N= De sfeer in de binnenstad, de horeca (beide 7,5) en de looproutes (7,4) worden het hoogst gewaardeerd. De hoeveelheid winkels en de diversiteit aan winkels worden net als twee jaar geleden met een ruime voldoende beoordeeld. De bereikbaarheid per auto (5,7) en parkeren (5,5) scoren minder hoog maar nog wel voldoende. Beide aspecten worden beter beoordeeld dan twee jaar geleden. Economie en mobiliteit Winkelen 1/5

28 Winkelen: aankoopplaats van winkelartikelen (totaal) 54% van de artikelen* wordt meestal gekocht in de binnenstad van Leiden, geen toename van het gebruik van internet Binnenstad van Leiden 13% Elders in Leiden 16% Elders in Holland Rijnland 54% Buiten de regio 10% 7% Via internet Meer dan de helft (54%) van de voorgelegde winkelartikelen wordt meestal in de binnenstad van Leiden gekocht. Daarnaast gaat 17% voor deze artikelen meestal elders in Leiden of in de regio Holland Rijnland winkelen. 13% van de artikelen wordt meestal via internet gekocht. De cijfers lijken sterk op die van Het percentage van deze artikelen dat meestal via internet wordt gekocht is hetzelfde als in 2013 (13%). 55-Plussers (7%) en lager opgeleiden (6%) kopen minder vaak via internet. Plek waar men meestal de artikelen koopt in procenten N=540 * voorgelegde winkeldoelen: dames- en herenkleding, schoenen en lederwaren, meubelen, gordijnen en interieur, grote elektrische apparatuur, kleine elektrische apparatuur, drogisterij-artikelen, gezelligheids-winkelen, boeken, muziek en mediaapparatuur Economie en mobiliteit Winkelen 2/5

29 Winkelen: aankoopplaats van winkelartikelen Vooral voor kleding en schoenen blijft de binnenstad van Leiden het meest aantrekkelijk Dames- en herenkleding Binnenstad Den Haag Internet 69% Binnenstad Den Haag 9% Internet 2013 Meubelen, gordijnen en woninginterieur Schoenen en lederwaren 2015 In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=540 70% 9% Binnenstad 23% Ikea Delft 20% Leiderdorp 4% In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N= In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=485 Om te winkelen gaat men meestal naar de binnenstad van Leiden. Voor dames- en herenkleding, schoenen en lederwaren shopt men net als vorig jaar vooral in de binnenstad (70%), in Den Haag (9%) of online (4%). Voor meubelen, gordijnen en woninginterieur gaat men meestal naar de binnenstad van Leiden (23%), Ikea Delft (20%) of Leiderdorp (1). Circa 4% koopt deze artikelen via internet. Het aandeel dat naar Ikea Delft gaat is afgenomen en het aantal personen dat naar Leiderdorp gaat is toegenomen in vergelijking met Economie en mobiliteit Winkelen 3/5

30 Winkelen: aankoopplaats van winkelartikelen Elektrische apparatuur wordt vaker via internet gekocht Grote elektrische apparatuur Binnenstad 36% Internet 23% Zoeterwoude 16% 2013 Computers en telefoons Kleine huishoudelijke apparaten 2015 In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=495 Binnenstad 52% Internet Binnenstad 50% 17% Internet Elders in Leiden 33% 11% In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N= In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=483 Ook grote elektrische apparatuur (36%), kleine huishoudelijke apparaten (52%), computers en telefoons (50%) worden meestal in de binnenstad van Leiden gekocht. Daarnaast kiest men voor de aankoop van deze artikelen ook vaak voor het internet. Voor grote elektrische apparatuur (zoals een tv) gaat men ook naar Zoeterwoude (16%) en voor kleine huishoudelijke apparaten shopt men ook elders in Leiden (11%). Het aandeel Leidenaren dat vooral koopt via internet, is gestegen vergeleken met Economie en mobiliteit Winkelen 4/5

31 Winkelen: aankoopplaats van winkelartikelen Voor boeken en CD s winkelt men graag via internet Boeken, CD s / DVD s Drogisterij parfumerie artikelen Boeken: Binnenstad 60% Internet CD's / DVD's: Binnenstad 52% Internet 2013 Binnenstad 29% In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N= Gezelligheidswinkelen, zonder koopdoel Binnenstad Den Haag elders in Leiden 34% % 10% In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=529 In welke stad of winkelcentrum men meestal deze winkelartikelen koopt in procenten N=496 Boeken en geluidsdragers (CD s, DVD s e.d.) worden het meest in de binnenstad of via het internet gekocht. Het aandeel Leidenaren dat meestal koopt op afstand (via internet), is ook voor deze artikelen iets gestegen vergeleken met Veel drogisterij- en parfumerieartikelen worden naast in de binnenstad ook elders in Leiden gekocht. Het internetaandeel hiervan is klein (1%). Voor het winkelen voor de gezelligheid gaat twee derde (66%) van de inwoners meestal naar de binnenstad van Leiden. Dit aandeel is iets kleiner dan vorig jaar. Een op de tien Leidenaren bezoekt Den Haag met dit doel. Er zijn geen grote/significante verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Economie en mobiliteit Winkelen 5/5

32 Toegankelijkheid binnenstad: voetgangers Voetgangers ervaren vooral hinder van gestalde fietsen, van dicht langsrijdende auto s en bussen en van fietsers in voetgangersgebied Uitgestalde reclameborden 56% Niveauverschillen 33% 54% Ongelijke bestrating 32% 3 Fietsers door het voetgangersgebied 41% 29% Auto's/bussen die gevaarlijk dicht langsrijden 43% 27% Gestalde fietsen 21% (Vrijwel) geen hinder 42% 46% Af en toe / soms hinder 1 24% 2 30% Regelmatig tot vaak hinder 7% 4% 11% 3% 3% 4% 3% 3% Weet ik niet / kom ik bijna nooit Ondervinden hinder in de binnenstad van Leiden als voetganger in procenten in N= % van de voetgangers ondervindt hinder van gestalde fietsen en 24% van fietsers die door het voetgangersgebied fietsen. 2 zegt hinder te hebben van gevaarlijk dichtbij rijdende auto s en/of bussen. Uitgestalde reclameborden (7%) en niveauverschillen (11%) zorgen in verhouding minder vaak voor hinder. Leidenaren ondervinden van de meeste aspecten minder hinder dan in 2013, vooral van gevaarlijk dichtbij rijdende auto s of bussen (van 42% regelmatig tot vaak hinder naar 2). 21% wil de openbare ruimte voor voetgangers verbeteren door het aanpakken van het voetgangersgebied (bredere stoepen, zebrapaden en dergelijke). 16% suggereert het mijden van auto s en bussen uit de binnenstad of het verminderen van verkeer. Strenger handhaven en het verbeteren van de fietsmogelijkheden bieden ook perspectief hierop (beiden12%). Economie en mobiliteit Toegankelijkheid binnenstad 1/3

33 Toegankelijkheid binnenstad: vergeleken met andere steden De toegankelijkheid van Leiden voor voetgangers is vergelijkbaar met andere steden, maar niet op alle aspecten Uitgestalde reclameborden 11% 56% Niveauverschillen Ongelijke bestrating 56% 11% 10% 53% 14% Fietsers door het voetgangersgebied Auto's/bussen die gevaarlijk dicht langsrijden 9% Gestalde fietsen 9% 59% 43% 23% 47% Beter in Leiden 7% Vergelijkbaar 2 27% 2 23% 2 24% 20% Slechter in Leiden Weet ik niet Scoort Leiden beter of slechter dan andere vergelijkbare steden in Nederland als het gaat om de toegankelijkheid in procenten 2015 N= Leiden scoort vergeleken met andere steden lager op het punt van gestalde fietsen (9% beter in Leiden, 24% slechter) en door het gevaarlijk dicht langsrijden van auto s of bussen (9% beter, 23% slechter). Wat betreft de uitgestalde reclameborden zijn voetgangers positiever over Leiden dan over andere steden (11% beter, slechter). Leidenaren zijn positiever dan in 2013, vooral over het gevaarlijk dichtbij langsrijden van auto s of bussen. Economie en mobiliteit Toegankelijkheid binnenstad 2/3

34 Toegankelijkheid binnenstad: voor Leidenaren met een beperking Leidenaren met een beperking ondervinden bovengemiddeld vaak hinder van uitgestalde reclameborden, niveauverschillen en ongelijke bestrating Uitgestalde reclameborden 40% Niveauverschillen 74% 42% Ongelijke bestrating 7% van de respondenten geeft aan een beperking (fysiek, visueel) te hebben. Zij ondervinden vooral hinder van gestalde fietsen (84%) en ongelijke bestrating (83%). 5 83% 59% Fietsers door het voetgangersgebied 7 69% Auto's/bussen die gevaarlijk dicht langsrijden 71% 72% Zij ondervinden vaker dan mensen zonder beperking hinder van uitgestalde reclameborden (5, gem. 40%), niveauverschillen (74%, gem. 42%) en ongelijke bestrating (83%, gem. 59%). 84% 7 Gestalde fietsen Wel beperking Geen beperking Ondervinden hinder (totaal van af en toe / soms en regelmatig tot vaak ) in de binnenstad van Leiden als voetganger in procenten in Economie en mobiliteit Toegankelijkheid binnenstad 3/3

35 Bezit van vervoermiddelen en gebruik van de fiets 67% van de Leidenaren maakt (vrijwel) dagelijks gebruik van de fiets Fiets 93% Auto Bromfiets of scooter Electrische fiets Motor Bakfiets Anders 70% 67% Wekelijks 6% (Vrijwel) dagelijks Eens per maand 2013 Enkele malen per jaar % Nooit, wel een fiets 3% Nooit, geen fiets Percentage Leidenaren dat over vervoermiddelen beschikt (verschillende categorieën) N=581 16% % % 7% Fietsgebruik onder Leidenaren in procenten N=577 93% van de Leidenaren is in het bezit van een fiets. 6% heeft een bromfiets/scooter, een elektrische fiets of een motor. 67% van de Leidenaren gebruikt de fiets (vrijwel) dagelijks en 16% wekelijks. Het percentage dat de fiets (vrijwel) dagelijks gebruikt is licht gestegen vergeleken met 2013 (6). Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 1/6

36 Mogelijkheden om de fiets te stallen in de binnenstad van Leiden Mogelijkheden voor fietsstalling in de binnenstad worden beter beoordeeld dan voorheen 7% 6% 17% 22% 2 Uitstekend Goed Voldoende 33% Vergeleken met 2009 en 2013 is het aantal personen dat de mogelijkheden voor fietsstalling als goed of uitstekend beoordeelt toegenomen. Het aandeel Leidenaren dat de stallingsmogelijkheden matig of slecht vindt, is afgenomen. De inwoners die de mogelijkheden als matig of slecht beoordelen noemen het ruimtegebrek om de fiets te stallen als reden. 3 43% Matig 34% Slecht 11% van de Leidenaren vindt dat de mogelijkheden om de fiets te stallen in de binnenstad van Leiden uitstekend zijn. Nog eens 34% beoordeelt dit als goed. 33% 20% 6 van de Leidenaren is voorstander van meer prioriteit in de binnenstad voor langzaam verkeer, 11% is tegenstander en 21% heeft geen mening. 11% Beoordeling van de mogelijkheden om de fiets te stallen in de binnenstad van Leiden in procenten N=527 6 Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 2/6

37 Bezoek met de auto aan de binnenstad van Leiden Meeste huishoudens beschikken over één of meer auto s één auto 57% meer auto's 30% 46% 43% 41% deelauto 52% 2% 13% geen auto 16% Wel eens naar de binnenstad Niet naar de binnenstad Minder dan 5 minuten 2011 Beschikking over personenauto onder huishoudens in Leiden in procenten N= tot 10 minuten Meer dan 10 minuten 2015 Bezoek aan binnenstad met de auto van Leidenaren die over een auto beschikken en de zoektijd naar een parkeerplaats in de binnenstad , N=485 (waarvan 1% weet ik niet heeft geantwoord) 52% van de huishoudens in Leiden beschikt over één auto en 16% beschikt over meerdere auto s. Van de huishoudens die over een auto beschikken heeft 6% een elektrische of een hybride auto. 43% van de Leidenaren die beschikken over een auto gaan hiermee wel eens naar de binnenstad. Dit percentage is iets lager dan de voorgaande jaren (51%). 87% heeft binnen tien minuten een parkeerplaats gevonden. 46% geeft aan daar minder dan 5 minuten voor nodig te hebben. Dit aandeel is gestegen in verhouding tot voorgaande jaren (3 en 3). Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 3/6

38 Gebruik van vervoermiddelen De fiets is het meest gebruikte vervoermiddel Naar het werk Studie / opleiding / cursus Dagelijkse boodschappen Winkelen Uitgaan Sport- of vrijetijdsclubs Gewone fiets Auto / motor 40% 34% 52% 3% 17% 49% 20% 52% 23% 12% 64% Elektrische fiets 20% 23% Brommer / scooter Gebruik van vervoermiddelen naar verschillende activiteiten in procenten N= % Van de Leidenaren die buiten Leiden werken gebruikt 49% de auto en 32% het openbaar vervoer. Voor woon-werkverkeer binnen Leiden is de fiets het meest gebruikte vervoermiddel (71%). 2 16% 60% 40% van de Leidenaren gebruikt meestal de fiets om naar het werk te gaan en 34% gebruikt hiervoor de auto of motor. 1 Te voet Bus / trein Het openbaar vervoer gebruikt men het meest om naar het werk te gaan (1) of naar de opleiding (22%). Voor een bezoek aan sport- of vrijetijdsclubs (64%), dagelijkse boodschappen (49%), winkelen (52%) en uitgaan (60%) is ook de fiets het meest gebruikte vervoermiddel. Voor deze activiteiten gaat men ook vaker te voet. Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 4/6

39 Tijdsduur lopen of fietsen op de dagelijkse route Meerderheid inwoners fietst op de dagelijkse route 30% 27% 23% 17% 22% 1 16% Van de Leidenaren met een dagelijkse route (72%) geeft 64% aan te fietsen. 27% loopt de dagelijkse route. 19% 16% 12% Minder dan 10 minuten 10 tot 20 minuten 20 tot 30 minuten Lopen 30 tot 40 minuten 40 minuten of meer Fietsen Aantal minuten lopen en fietsen per dag van de Leidenaren die een dagelijkse route hebben naar hun werk, school, winkels enzovoorts in procenten N=116 (lopen), N=270 (fietsen) Bij een dagelijkse route van 10 tot 30 minuten kiest 46% van de Leidenaren ervoor om te lopen. 50% kiest ervoor om deze afstand te fietsen. Ook is aan inwoners van Leiden gevraagd of de gemeente iets zou kunnen doen om het gebruik van de fiets te bevorderen (vaker of langere afstanden). Ruim twee derde geeft aan dat de gemeente hier niets aan kan doen. 17% geeft aan dat meer gratis fietsenstallingen het fietsgedrag mogelijk positief kan beïnvloeden. Snellere fietsroutes vindt 10% wenselijk. Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 5/6

40 Vervoermiddelkeuze naar school De meeste kinderen gaan met de fiets naar school 1% fiets 71% van de kinderen gaat met de fiets naar school, 1 gaat lopend. De overige kinderen worden met de auto gebracht (10%) of gaan met het openbaar vervoer (1%). lopend De gemiddelde afstand van kinderen die lopen is 1,4 km en die van kinderen die fietsen 2,5 km. Kinderen die met de auto worden gebracht, leggen gemiddeld 5,0 km af. 10% 1 auto 71% openbaar vervoer Vervoermiddelkeuze van schoolgaande kinderen in procenten in N=263 Kinderen van 4 tot 12 jaar oud leggen gemiddeld 1,8 km af en kinderen van 12 tot 16 jaar oud 3,4 km. Tijdwinst speelt voor vrijwel iedereen die de kinderen regelmatig met de auto naar school brengt (52%). Veiligheid speelt een minder belangrijke rol (16%). Economie en mobiliteit Vervoermiddelkeuze en gebruik 6/6

41 Duurzaamheid Duurzaamheidsmaatregelen Duurzaamheidsfondsen Afvalinzameling Duurzaamheid

42 Duurzaamheidsmaatregelen Dubbel glas meest voorkomende duurzaamheidsmaatregel, zonnepanelen het minst Dubbel glas 69% Isolatiemateriaal muren 39% Isolatie van dak 3 Minder verharding (tegels) in de tuin dan voorheen Groene daken Zonnepanelen Ja 4% 30% 19% 6% 44% 11% 6% 20% 22% 11% 27% 6% 63% Nee, en ook geen plannen 24% 59% Nog niet, maar wel serieus van plan de komende 3 jaar 16% 24% 6% Weet niet 13% N.v.t. / niet mogelijk Duurzame maatregelen in/op de woning of tuin bij huishoudens in Leiden. N= Van de Leidenaren heeft 69% dubbelglas in hun woning. Isolatiemateriaal in de muren (39%) en het dak (3) wordt ook vaaak genoemd als maatregel. Groene daken () en zonnepanelen (6%) komen minder vaak voor. 11% van de inwoners heeft serieuze plannen om in de komende drie jaar zonnepanelen te plaatsen. Duurzaamheid Duurzaamheidsmaatregelen 1/1

43 Duurzaamheidsfondsen: bekendheid De meeste Leidenaren zijn niet op de hoogte van de duurzaamheidsfondsen of subsidie van de gemeente Ja, zeker Stadskrant 20% Ja, ik geloof van wel Ja 2% Weet ik niet 22% Folders, posters in de stad 1 Brief van gemeente Leiden 1 84% 61% Nee Weet ik niet Website gemeente Leiden of Duurzaam Leiden 17% Nee 34% Bijeenkomst 'Dag van de duurzaamheid' of -markt Overig 40% Het aantal Leidenaren dat op de hoogte is van een subsidie of lening van de gemeente voor eigen woning. N=583 Het aantal Leidenaren dat op de hoogte is van het Leidse fonds Lokale initiatieven. N=583 De manier waarop Leidenaren bekend zijn met de fondsen voor duurzaamheid Ruim één derde van de bewoners van Leiden is/denkt op de hoogte te zijn, van de mogelijkheid een subsidie of lening te krijgen voor de isolatie van een woning of het opwekken van energie. van de Leidenaren weet dat het fonds Lokale initiatieven financieel kan bijdragen aan duurzaamheidsinitiatieven voor de buurt. De personen die op de hoogte zijn van de duurzaamheidsfondsen, kennen deze vooral van de stadskrant, en/of de website van de gemeente of Duurzaam Leiden. N.B. Dit betreft slechts 48 respondenten. in Leiden. N=48 Duurzaamheid Duurzaamheidsfondsen 1/2

44 Duurzaamheidsfondsen: ideeën Vier op de tien inwoners zouden iets willen veranderen in hun straat of buurt op het gebied van duurzaamheid Afval scheiden / meer afvalbakken / vaker ophalen 1 29% Plastic scheiden 1 Zonnepanelen / duurzame energie 1 Ja 42% Nee 40% Weet niet Meer groen / groenvoorziening Schoonhouden van de straat, zwerfafval opruimen 9% (Meer) ondergrondse containers 9% Anders Bereidheid van Leidenaren om iets te veranderen op het gebied van duurzaamheid in de straat of buurt in procenten in N= % 16% Veranderingen op het gebied van duurzaamheid die Leidenaren in de straat of buurt willen doorvoeren (% van de Leidenaren die bereid zijn om dat te doen). N=272 42% van de Leidenaren geeft aan iets te willen veranderen in hun straat of buurt op het gebied van duurzaamheid. Van deze groep geeft drie op de tien aan afval in het algemeen te willen scheiden. Een op de vijf geeft aan plastic in het bijzonder te willen scheiden en een andere groep (ook 1) wil graag zonnepanelen of gebruik gaan maken van duurzame energie. Duurzaamheid Duurzaamheidsfondsen 2/2

45 Afvalinzameling: scheiden of niet 86% van de respondenten scheidt het glasafval, GFT en plastic wordt door minder dan de helft gescheiden Glas 86% Papier 76% Kleding 72% Elektrische apparaten 72% Klein chemisch afval 13% GFT 14% 10% 31% Vrijwel altijd 12% Soms Nooit 14% 42% Plastic 9% 17% 70% 20% 33% 4% 7% 9% 7% 7% 29% 24% Kan (volgens de bewoners) niet gescheiden worden aangeboden Het aandeel Leidenaren dat afval scheidt in procenten N= (NB Vergelijking in de tijd is niet mogelijk door wijziging in de vraagstelling) Glas (86%) wordt het meest gescheiden van de rest van het afval, maar ook papier, kleding, elektrische apparaten en klein chemisch afval worden door 70% tot 80% van de Leidenaren gescheiden ingeleverd. GFT en plastic worden minder vaak gescheiden. Zo geeft één op de vijf aan nooit GFT-afval te scheiden en een derde nooit plastic te scheiden. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat GFT niet altijd gescheiden kan worden aangeboden. Duurzaamheid Afvalinzameling 1/3

46 Afvalinzameling: waarom niet scheiden Redenen om afval nooit of soms te scheiden 53% 52% 49% 46% 4 41% 33% 29% 2 22% 22% 30% 2 23% 20% 14% 7% Glas 23% Gemakzucht 26% 17% 17% 12% 11% 6% Papier 26% 10% 6% Kleding Elektrische apparaten Te weinig / niet de moeite waard Klein chemisch afval Ik weet niet waar ik het kwijt kan GFT Plastic Overig Reden waarom Leidenaren afval nooit of soms scheiden, onder Leidenaren die afval nooit of soms scheiden, naar categorie. N= De voornaamste reden om glas en papier niet te scheiden is gemakzucht (resp. 41% en 52%). Belangrijkste reden om kleding niet te scheiden van het restafval is omdat men zegt het niet de moeite waard te vinden en/of dat men er te weinig van heeft (33%). Elektrische apparaten, klein chemisch afval, GFT en plastic worden voornamelijk nooit of soms gescheiden, omdat Leidenaren niet weten waar ze het kwijt kunnen. Duurzaamheid Afvalinzameling 2/3

47 Afvalinzameling: beoordeling 43% van de Leidenaren is tevreden over de manier waarop het afval wordt ingezameld; 3 is niet tevreden Midden 36% Noord 51% Zuid West Leiden 44% 37% 43% Het aandeel Leidenaren dat tevreden is over het inzamelen van afval door de gemeente, naar stadsdeel. N=577 43% van de Leidenaren is tevreden over de manier waarop het afval wordt ingezameld, 3 is niet tevreden en 19% weet het niet. Lager opgeleiden zijn vaker tevreden (5). In Stadsdeel Noord (51%) is de tevredenheid over het inzamelen van afval groter dan gemiddeld, in Midden (36%) en West (37%) liggen de cijfers iets onder het gemiddelde. Er zijn veel verschillende redenen genoemd waarom men niet tevreden is over het inzamelen van afval. De redenen hebben onder andere betrekking op de frequentie waarmee het afval wordt opgehaald, het aanbod aan en de overlast van inzamelcontainers, veel zwerfvuil op straat en de (beperkte) mogelijkheden voor afvalscheiding. Duurzaamheid Afvalinzameling 3/3

48 Cultuur, sport en recreatie Levendigheid van de stad Cultuur Erfgoed Sport Groen en water Volkstuinen Cultuur, sport en recreatie

49 Levendigheid van de stad 86% van de inwoners vindt dat er voldoende te beleven is in Leiden 86% 7,3 7,1 7, % Onvoldoende Voldoende 2015 De mening van Leidenaren over de vraag of er voldoende te beleven is of wordt georganiseerd in Leiden in procenten N=572 Gemiddelde rapportcijfer hiervoor N=566 86% van de Leidenaren vindt dat er voldoende te beleven is of wordt georganiseerd in Leiden. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. De respondenten beoordelen Leiden hiervoor dan ook met een ruime voldoende, een 7,3. Dit cijfer is vergelijkbaar met dat van voorgaande jaren. Cultuur, sport en recreatie Levendigheid 1/1

50 Cultuur: bezoek voorstellingen 82% van de Leidenaren heeft in de afgelopen twaalf maanden één of meer voorstellingen bezocht % % 27% 26% 19% 1 11% 11% 11% 7% Bioscoop/ filmhuis Festival Concert pop-/ wereldmuziek/ jazz/blues Toneelvoorst. Cabaret/ kleinkunst Concert klassieke muziek/ opera/koor Musical Dancehouseparty Balletdansvoorst. Literaire bijeenkomst Concert harmonie, fanfare, brassband Geen voorstellingen bezocht Het aandeel Leidenaren dat in de afgelopen twaalf maanden een voorstelling heeft bezocht, naar categorie, in procenten N=588 Een bezoek aan een bioscoop of filmhuis is veruit het populairst (6). Ook festivals (3), concert van pop- wereld of jazzmuziek (33%) en toneelvoorstellingen (31%,) worden door circa één derde van de Leidenaren bezocht. Een concert van de harmonie (7%) en literaire bijeenkomsten (11%) worden door minder Leidenaren bezocht. Cultuur, sport en recreatie Cultuur 1/5

51 Cultuur: bezoek voorstellingen naar locatie 57% van de voorstellingen wordt in Leiden zelf bezocht Bioscoop of filmhuis 70% Literaire bijeenkomst 66% Cabaret of kleinkunst 54% Festival 54% Concert harmonie, fanfare of brassband 53% Dance-houseparty 52% Concert pop-/wereldmuziek/jazz/blues 41% 1 43% 42% 51% 53% 64% 57% In Leiden 29% 16% Totaal 30% 10% 39% 20% 31% 16% 44% Ballet-dansvoorstelling 30% 10% 4 Concert klassieke muziek/opera/koor 2 4% 59% Toneelvoorstelling Musical In de Leidse regio 3 Elders in Nederland Het aandeel bezoeken aan een voorstelling binnen Leiden, in de Leidse regio of elders in Nederland, van het totaal aantal bezoeken in procenten in N=588 57% van de voorstellingen wordt in Leiden zelf bezocht, in de Leidse regio en 3 elders in Nederland. Een bezoek aan bioscoop of filmhuis worden het vaakst in Leiden gedaan (70%). Een bezoek aan een musical wordt het minst vaak in Leiden gedaan (20%). In 2013 werd 53% van alle voorstellingen in Leiden bezocht. Cultuur, sport en recreatie Cultuur 2/5

52 Cultuur: beoordeling voorstellingen De kwaliteit en variatie van de concerten en voorstellingen in Leiden krijgen een ruime voldoende 7,3 7, , Rapportcijfer voor de kwaliteit van de concerten en voorstellingen in Leiden, N=349 7,1 7, , Rapportcijfer voor de variatie van het aanbod aan concerten en voorstellingen in Leiden, N=346 Het gemiddelde rapportcijfer voor de kwaliteit van de concerten en voorstellingen in Leiden komt op een 7,4. Er is een lichte stijging vergeleken met de voorgaande jaren. Het gemiddelde rapportcijfer voor de variatie van het aanbod van concerten en voorstellingen komt uit op een 7,1. Dit is hetzelfde als voorgaande jaren. Cultuur, sport en recreatie Cultuur 3/5

53 Cultuur: actieve cultuurparticipatie 37% van de Leidenaren heeft in de afgelopen twaalf maanden een kunstzinnige activiteit beoefend 63% 16% 9% Muziekinstr. bespelen/ zingen Fotografie/ film/video Tekenen, schilderen, grafisch werk 7% 7% Dansen/ toneelspelen Verhalen / gedichten schrijven 4% 4% 3% 3% 4% Beeldhouwen, boetseren Websites ontwerpen Werken met textiel Muziek maken op de computer Iets anders Geen kunstzinnige activiteit Het aandeel Leidenaren dat de afgelopen twaalf maanden een kunstzinnige activiteit heeft beoefend in de vrije tijd, naar categorie, in procenten in N=580 16% van de Leidenaren bespeelt een muziekinstrument of zingt, 9% heeft fotografie, video of film beoefend en heeft getekend, geschilderd of grafisch werk gedaan. 63% heeft geen kunstzinnige activiteit beoefend. Cultuur, sport en recreatie Cultuur 4/5

54 Cultuur: actieve cultuurparticipatie naar locatie De meeste kunstzinnige activiteiten worden in Leiden zelf beoefend 9 93% 83% 7 77% 76% 71% 70% 62% 61% % 3% 4% Verhalen/ gedichten schrijven Websites ontwerpen 7% 11% Tekenen, schilderen, grafsich werk 42% 30% 32% 29% 24% 1 22% 17% 10% 6% Muziekinstr. bespelen/zingen Fotografie/ film/video In Leiden In de Leidse regio Werken met textiel Muziek maken op de computer Elders in Nederland 27% 7% Dansen/toneel Beeldhouwen, boetseren, potten bakken, sieraden maken Iets anders Het beoefenen van een kunstzinnige activiteiten in Leiden, in de Leidse regio en elders in Nederland, onder Leidenaren die in de afgelopen twaalf maanden een kunstzinnige activiteit hebben beoefend. N=17-91 De meeste kunstzinnige activiteiten worden in Leiden zelf beoefend. Verhalen of gedichten schrijven en het ontwerpen van websites wordt door ruim negen op de tien beoefenaren in Leiden gedaan. Dansen en toneelspelen (70%) en beeldhouwen, boetseren, pottenbakken en sieraden maken (61%) worden minder vaak in Leiden gedaan. Cultuur, sport en recreatie Cultuur 5/5

55 Erfgoed Leiden en omstreken Drie kwart van de Leidenaren heeft interesse in het cultureel erfgoed van Leiden en omgeving Ja, in de vestiging Geïnteresseerd 21% 7 Ja, op internet 1 Niet geïnteresseerd 2 Nee Interesse in het cultureel erfgoed van Leiden en omgeving. In procenten N=576. Bezoek Erfgoed Leiden en omstreken in de vestiging of via internet. N= van de Leidenaren heeft interesse in het cultureel erfgoed van Leiden en omgeving. Lager opgeleiden hebben hier minder belangstelling voor (54%). 21% van de Leidenaren heeft Erfgoed Leiden en omstreken wel eens in de vestiging aan de Boisotkade bezocht en/of 1 via internet. 6 van de Leidenaren geeft aan dit niet te hebben bezocht. Cultuur, sport en recreatie Erfgoed 1/2

56 Erfgoed: Open Monumentendagen 31% van de respondenten heeft het afgelopen jaar de Open Monumentendagen in Leiden bezocht 40% 3 34% 31% 29% Via de website 39% Via het programmaboekje 39% 24% 31% Via het programma in de Stadskrant 20% 22% Via posters en 'MUPI's' in de stad 19% Via de flyer Via social media Lager inkomen Modaal inkomen Hoger inkomen jaar jaar 55+ Bezoek aan de Open Monumentendagen in Leiden het afgelopen jaar in procenten. N=572 Leiden totaal Via de landelijke monumentenwebsite 1 10% Manieren waarop bezoekers van de Open Monumentendagen aan informatie over het programma kwamen in procenten in 2015 N=137 Respondenten met een hoger inkomen (3) en 55-plussers (40%) hebben vaker dan gemiddeld het afgelopen jaar de Open Monumentendagen in Leiden bezocht. Mensen met een lager inkomen (24%) en 18 tot 34-jarigen (20%) hebben dit juist minder vaak gedaan. Bezoekers hebben vooral via de website (39%) en het programmaboekje (39%) informatie over het programma gekregen. Ook het programma in de Stadskrant (31%), posters en MUPI s in de stad (22%) en de flyer (19%) worden vaker genoemd. Cultuur, sport en recreatie Erfgoed 2/2

57 Sportdeelname 67% van de Leidenaren sport minimaal eens per maand Fitness / cardio / kracht 32% Hardlopen 26% Zwemsport (excl. waterpolo) 16% Wielrennen / mountainbike / toerfietsen 41% 12 t/m 52 keer per jaar 26% Minder dan eens per maand 14% 1 Niet Wandelsport 19% 13% De vijf meest beoefende sporten door Leidenaren in 2015, vergeleken met N=580 19% van de Leidenaren geeft aan in de afgelopen twaalf maanden geen enkele sport te hebben beoefend. Onder de sportende Leidenaren is fitness ook dit jaar weer de populairste sport (32%). Ook hardlopen (26%), zwemsport (16%), wielrennen (1) en wandelsport (13%) zijn nog steeds populair. Meer dan eens per week Aantal keren dat men heeft gesport in de afgelopen 12 maanden, N=580 41% heeft in het afgelopen jaar tenminste wekelijks gesport. Dit is vergelijkbaar met de voorgaande jaren (43%). 26% van de Leidenaren sport maandelijks tot wekelijks en 14% incidenteel. Het percentage niet-sporters is veel hoger dan gemiddeld onder lager opgeleiden (44%) en 55-plussers (34%). Cultuur, sport en recreatie Sport 1/3

58 Sportvoorzieningen Sportvoorzieningen in Leiden worden door de helft van de Leidse huishoudens gebruikt In Leiden 51% In de Leidse regio Elders 7,3 7,1 20% 11% Niet 34% 51% Hoeveelheid sportvoorzieningen Kwaliteit sportvoorzieningen en en -gebouwen -gebouwen 2011 Gebruik van een sportvoorziening door de persoon zelf of door iemand uit het huishouden, in en buiten Leiden. N= Gemiddelde rapportcijfer voor de hoeveelheid sportvoorzieningen- en gebouwen en de kwaliteit in Leiden. N=313 51% van de Leidenaren geeft aan zelf, of iemand in het huishouden, gebruik te maken van een sportvoorziening in Leiden. 20% geeft dit aan voor een sportvoorziening in de Leidse regio en 11% elders. De hoeveelheid (7,3) sportvoorzieningen en gebouwen in Leiden en de kwaliteit (7,1) hiervan worden beiden met een ruime voldoende beoordeeld. De rapportcijfers zijn vergelijkbaar met 2013 en Cultuur, sport en recreatie Sport 2/3

59 Sport en beweging Ruim de helft van de Leidenaren voldoet aan de norm voor gezond bewegen, ruim een derde voldoet aan de fitnorm 24% 23% 23% 23% 21% 16% 13% 10% 10% 10% 9% 7% 0 3% 2% 2% Aantal dagen per week tenminste 30 minuten per dag lichaamsbeweging die tenminste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen in procenten N=563 In blauw: % voldoet aan de norm gezond bewegen Aantal dagen per week dat men inspannende sporten of zware lichamelijke activiteiten beoefent, die tenminste 20 minuten duren in procenten N=563 In blauw: voldoet aan de fitnorm 56% van de Leidenaren voldoet aan de norm voor gezond bewegen. Dat betekent dat zij minimaal 5 dagen per week minstens 30 minuten matig actieve lichaamsbeweging hebben. In 2013 voldeed 5 aan deze norm. 33% is minimaal 3 dagen per week minstens 20 minuten zwaar intensief actief en voldoet hierdoor aan de fitnorm. In 2013 was dat 34%. Lager opgeleiden voldoen minder dan gemiddeld aan de fitnorm (1). Bij elkaar genomen voldoet 6 aan de combinorm (norm gezond bewegen en/of fitnorm). Cultuur, sport en recreatie Sport 3/3

60 Groen en water De recreatieve kwaliteit van groen en water scoort ruim voldoende binnen Leiden 7,0 7,6 Omgeving van Leiden Binnen Leiden Binnen Leiden 63% 2 34% 42% 4% 14% 10% Omgeving van Leiden 8 of hoger Gemiddelde rapportcijfers voor de recreatieve kwaliteit van groen en water binnen Leiden en in de omgeving van Leiden. N=520 en of lager Rapportcijfers voor de recreatieve kwaliteit van groen en water in de omgeving van Leiden en binnen Leiden in procenten in N=520 en 509 De recreatieve kwaliteit van de groen- en watergebieden binnen Leiden en die in de omgeving van Leiden (duinen, plassen en landgoederen) worden beide door de inwoners met een ruime voldoende beoordeeld. De omgeving van Leiden scoort op dit punt nog iets hoger (gemiddeld 7,6) dan Leiden zelf (7,0). Dat komt omdat meer dan de helft (63%) een 8 of hoger geeft voor de recreatieve kwaliteit van het groen en water in de omgeving van Leiden, voor Leiden zelf is dat 34%. Cultuur, sport en recreatie Groen en water 1/1

61 Volkstuinen: interesse in het huren van een tuin Leidenaren met interesse in een volkstuin (10%) zouden vooral groente verbouwen Groente verbouwen 80% Voor de rust / als zomerbuiten verblijf 56% Bloemen kweken Contact maken met anderen / medetuinders Speelruimte voor kinderen 1 29% 36% 47% 26% 20% Zeker 1 53% 2 Misschien 10% 6% 14% 42% Zeker niet 10% van de Leidenaren is geïnteresseerd in het huren van een (volks)tuin. 80% van hen zou een tuin zeker (mede) gebruiken voor het verbouwen van groenten. 56% zou de tuin gebruiken voor de rust of als zomer-buiten verblijf. 3% van de respondenten heeft al een volkstuin. 13% Inwoners uit Binnenstad-Noord (17%) en jarigen (1) zijn vaker dan gemiddeld geïnteresseerd in het huren van een tuin. Lager opgeleide Leidenaren zijn minder vaak geïnteresseerd (6%). Weet ik niet Gewenst gebruik van de te huren tuin in procenten in N=189 Cultuur, sport en recreatie Volkstuinen 1/2

62 Volkstuinen: omvang en nabijheid van de tuin Leidenaren willen vooral een kleine of middelgrote tuin huren Een kleine tuin voor mij alleen (max. 50m2) 10% 9% Een middelgrote tuin voor mij alleen (ca. 150m2) 46% van de Leidenaren die geïnteresseerd zijn in het huren van een tuin wil een kleine tuin en 36% een middelgrote. 10% wil graag een grotere tuin delen met andere Leidenaren. 46% Een grote tuin voor mij alleen (ca. 300 m2) 36% Een grotere tuin waarin ik samen met anderen kan tuinieren Bij 74% van de geïnteresseerden hangt de voorkeur voor de omvang van de tuin af van de daaraan verbonden kosten. 67% van de geïnteresseerden wil een tuin op maximaal 3 kilometer van hun huis. Nog eens 22% wil tussen maximaal 3 tot 5 kilometer afleggen. Gewenste omvang van de te huren tuin in procenten in N=189 Cultuur, sport en recreatie Volkstuinen 2/2

63 Wijkteams Jeugdhulp Sociaal wijkteam Wijkteams

64 Jeugdhulp: bekendheid Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ruim de helft van de Leidenaren met kinderen of die zelf jonger dan 24 jaar zijn, is bekend met de werkzaamheden van het CJG Ja, en ik weet ook (deels) wat het CJG doet 34% 53% 13% Ja, wel van gehoord maar ik weet niet wat het CJG doet Nee, niet van gehoord Bekendheid CJG onder Leidenaren met kinderen jonger dan 24 jaar in procenten in N=637 39% van de Leidenaren met kinderen of die zelf jonger dan 24 jaar zijn, heeft wel eens contact gehad met het CJG. 27% zou wel contact opnemen bij vragen over het opgroeien en opvoeden van kinderen. Ten opzichte van 2013 is het aandeel Leidenaren dat contact heeft gehad toegenomen (24% in 2013). De groep die geen contact heeft opgenomen en dit niet van plan is, is ongeveer gelijk gebleven (34%). Ouders van jaar hebben vaker dan gemiddeld van het CJG gehoord (93%). Ouders van baby s en peuters (0-4 jaar, 93%), jonge kinderen (4-12 jaar, 80%) en van kinderen van verschillende leeftijden (82%) zijn vaker dan gemiddeld bekend met het CJG. Leidenaren die zelf 24 jaar of jonger zijn (6 niet bekend) en ouders van 55 jaar of ouder (6 niet bekend) zijn minder vaak bekend met het CJG. Dit geldt in mindere mate voor lager opgeleide ouders (44% niet bekend). In het Stevenshofdistrict (81%) en het Roodenburgerdistrict (71%) hebben Leidenaren vaker dan gemiddeld gehoord van het CJG. In Binnenstad-Zuid (36%) juist minder vaak. Ouders met baby s of peuters (0-4 jaar) hebben vaker contact opgenomen met het CJG (74%). Ouders van kinderen die ouder dan 12 zijn hebben dit minder vaak gedaan. (32%). Dit geldt ook voor Leidenaren jonger dan 24 jaar (4%), de meerderheid zou ook geen contact opnemen (59%). Wijkteams Jeugdhulp 1/3

65 Jeugdhulp: bekendheid Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Leidenaren met kinderen hebben vooral in de krant over het CJG gelezen 32% 24% 20% 19% 17% 16% 13% De krant Via de verloskundige Via school Een folder Van iemand gehoord Internet 12% Via de huisarts 11% Kwam er langs Anders Manier waarop Leidenaren met kinderen jonger dan 24 jaar (of zelf jonger dan 24) van het CJG gehoord hebben in procenten in N=446 Leidenaren met kinderen onder de 24 jaar of die zelf jonger dan 24 zijn, kennen het CJG vooral via de krant (24%), de verloskundige (20%) en school (19%). 32% heeft op een andere manier van het CJG gehoord. Wijkteams Jeugdhulp 2/3

66 Jeugdhulp: bekendheid ExposeYour en Jeugd- en Gezinsteam (JGT) Ruim een kwart van de Leidenaren met kinderen is bekend met het JGT 29% van de Leidenaren met kinderen heeft wel eens gehoord van het JGT, 23% weet ook waarvoor het is bedoeld, 6% weet dat niet. Ja, en ik weet ongeveer waar het voor bedoeld is 23% 6% Ouders met jonge kinderen (4-12 jaar, 36%) en kinderen van verschillende leeftijden (4) hebben vaker dan gemiddeld van het JGT gehoord. Leidenaren die jonger dan 24 jaar zijn juist minder vaak (83%). Ja, maar ik weet niet waar het voor bedoeld is Van de Leidenaren die wel eens van het JGT gehoord hebben, heeft 16% wel eens contact opgenomen (dat is van de hele doelgroep). Nee 41% zou dit wel doen als men een zorgvraag over kinderen heeft terwijl 43% geen contact zou opnemen (beiden 12% de doelgroep). 70% Bekendheid JGT onder Leidenaren met kinderen jonger dan 24 jaar of zelf onder de 24 jaar in procenten in N=634 Ouders met jonge kinderen (4-12 jaar) hebben vaker contact opgenomen met het JGT (33%). Ouders met kinderen ouder dan 12 jaar en Leidenaren jonger dan 24 jaar hebben minder vaak contact gehad, maar willen dit wel graag (resp. 61% en 57% wil contact). Ouders van baby s en peuters hebben minder vaak contact gehad (3%), maar willen dit ook niet (66%). 4% van de Leidenaren onder de 24 jaar of met kinderen in die leeftijd heeft wel eens van ExposeYour gehoord. In 2013 was dit 1%. Wijkteams Jeugdhulp 3/3

67 Sociaal wijkteam 34% van de Leidenaren heeft wel eens gehoord van het sociale wijkteam, heeft er wel eens contact mee gehad 14% 26% Ja Ja, en weet ongeveer waar het voor bedoeld is 43% Nee, nog niet, maar ik zou er wel contact mee opnemen Ja, maar weet niet waar het voor bedoeld is 66% 43% Nee Gehoord van het sociaal wijkteam (SWT) door Leidenaren N=1797 Nee, nog niet en ik zou er geen contact mee opnemen Contact met het sociaal wijkteam door Leidenaren die wel eens hebben gehoord van het sociaal wijkteam N=607 34% van de Leidenaren heeft wel eens gehoord van het sociaal wijkteam en 26% weet ook waarvoor het is bedoeld. Van de Leidenaren die wel eens hebben gehoord van het sociaal wijkteam, heeft 14% wel eens contact hiermee opgenomen ( van alle Leidenaren). Het sociaal wijkteam is minder bekend bij 18 tot 35-jarigen (20%) en zal naar verwachting ook minder door hen worden gebruikt (56% (waarschijnlijk) niet). 55-Plussers zijn juist meer bekend met het sociaal wijkteam (43%) en gaan er naar verwachting ook meer gebruik van maken (72%). Lager opgeleiden (26%) en lagere inkomens (20%) hebben inmiddels meer dan gemiddeld contact gehad met het sociaal wijkteam. Wijkteams Sociaal wijkteam 1/2

68 Sociaal wijkteam: bekendheid naar wijk De bekendheid met het sociaal wijkteam verschilt niet significant per wijk Binnenstad-Zuid 22% 6% 73% Binnenstad-Noord 21% 7% 72% Stations- / Boerhaavedistrict 26% Leiden-Noord 31% Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict 6 6% 29% 63% 20% 63% 7% Morsdistrict Merenwijkdistrict 73% 3 2 Stevenshofdistrict 26% Leiden 26% 10% 13% Ja, en weet ongeveer waar het voor bedoeld is 56% 67% 60% 66% Ja, maar weet niet waar het voor bedoeld is Nee Bekendheid met sociaal wijkteam per wijk in N=1787 Wijkteams Sociaal wijkteam 2/2

69 Sociale binding en participatie Vrijwilligerswerk Mantelzorg Betrokkenheid buurt en burenhulp Actief in de buurt Zelfredzaamheid en contacten Sociale binding en participatie

70 Vrijwilligerswerk: vrijwilligers en omvang vrijwilligerswerk 32% van de Leidenaren doet vrijwilligerswerk, vergelijkbaar met de meting in % 31% 27% 2 29% 7% 7% 10% 12% 10% 13% 10% 32% 32% 7% 6% 10% 10% 10% 10% 11% 12% 13% 14% * 2013 * 2015 * Minder dan twee uur per week twee tot zes uur per week vanaf zes uur per week Aandeel Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet verdeeld naar intensiteit. N=1810 (* 2011 t/m 2015 : totaalpercentage is inclusief sterk wisselende uren of weet aantal uren niet ) 6% verricht vrijwilligerswerk voor zes uur of meer per week. 10% doet dit twee tot zes uur per week en 14% doet dit minder dan twee uur per week. Hoger opgeleiden (37%) en 35 tot 54-jarigen zijn meer dan gemiddeld actief als vrijwilliger. 18 tot 34-jarigen (29%) en lager opgeleiden (19%) juist iets minder vaak. Sociale binding en participatie Vrijwilligerswerk 1/4

71 Vrijwilligerswerk: naar wijk 43% 39% 30% 30% 7% 2 13% 10% 7% 14% 13% Binnenstad-Z. Binnenstad-N. 6% 2 10% 12% 11% 32% 2 6% 4% 10% 1 Stations-/ Boerhaaved. 30% 10% 2 14% 34% 14% Leiden-Noord Roodenburgerd. Minder dan twee uur per week Bos- en Gasthuisd % 14% Morsdistrict Merenwijk Stevenshof Leiden twee tot zes uur per week vanaf zes uur per week Aandeel Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet in procenten 2015, verdeeld naar intensiteit. N=1810 (totaalpercentage is inclusief sterk wisselende uren of weet aantal uren niet ) Sociale binding en participatie Vrijwilligerswerk 2/4

72 Vrijwilligerswerk: soort organisatie 32% van de vrijwilligers (10% van de Leidenaren) doet vrijwilligerswerk bij een sportvereniging 32% 16% 1 14% 12% 10% 10% Sportvereniging Zorg en dienstverlening Kerkelijk e.d. 4% School als % van de vrijwilligers 4% 3% Bewonersveren. e.d. Actie/belangenorg. 7% 2% 2% Culturele organisatie Jongerenorganisatie als % van alle Leidenaren Voor welk type organisatie(s) doet men vrijwilligerswerk in procenten in N=572 Vrijwilligers zijn bij veel verschillende soorten organisaties actief. 32% is actief bij sportverenigingen, 16% bij organisaties voor zorg en dienstverlening, 1 bij een kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties en 14% bij scholen. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeente Leiden/BOA Sociale binding en participatie Stads- en Wijkenquête Leiden 2015 / Sociale binding en participatie Vrijwilligerswerk 3/4 3/4

73 Vrijwilligerswerk: bekendheid en gebruik ondersteunende organisaties onder alle Leidenaren en onder vrijwilligers Leidenaren kennen vooral idoe als organisatie voor vrijwilligers; bekendheid van idoe, Stichting Present en Hulp in Praktijk is toegenomen 24% van de Leidenaren kent idoe, het contactpunt voor vrijwilligers, 11% kent de Stichting Present en 6% kent de organisatie Hulp in de Praktijk. Als we inzoomen op de vrijwilligers is de bekendheid van de organisaties wat groter: 3 van hen kent idoe, 1 Stichting Present en kent Hulp in Praktijk. De bekendheid van zowel idoe, de Stichting Present als Hulp in Praktijk is onder de vrijwilligers toegenomen sinds idoe geniet een grotere bekendheid bij vrouwen dan bij mannen, onder 35 tot 54-jarigen en onder hoger opgeleiden. Op hoofdlijnen geldt dit ook voor de Stichting Present. Bekendheid met en gebruik van verschillende ondersteunende organisaties voor vrijwilligers procenten % van de Leidenaren kent minimaal één van deze drie organisaties. Van de vrijwilligers is dat 42%. heeft ooit gebruik gemaakt van idoe en 3% van de Stichting Present Sociale binding en participatie Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeente Leiden/BOA Stads- en Wijkenquête Leiden 2015 / Sociale binding Vrijwilligerswerk en participatie 4/4 4/4

74 Mantelzorg: zorgverleners en -ontvangers 22% van de Leidenaren heeft het afgelopen jaar mantelzorg verleend, zes uur per week of meer Afgelopen jaar wel maar nu niet meer Weet aantal uren niet Zes uur per week of meer Minder dan zes uur per week Incidenteel Leidenaren die mantelzorg hebben verleend in procenten, verdeeld naar intensiteit N= % 4% 6% % % 12% (Schoon)ouders Overige familie Partner Iemand anders Aan wie wordt de mantelzorg verleend in procenten in N=423 22% van de Leidenaren heeft het afgelopen jaar mantelzorg verleend, dit is vergelijkbaar met 2013 (2). Vrouwen (26%) hebben vaker dan mannen (19%) mantelzorg verleend. Ook 55-plussers verlenen meer dan gemiddeld mantelzorg (33%). 6% van de Leidenaren doet dit incidenteel, zes uur of meer per week. 42% van de mantelzorgers zorgt voor (schoon)ouders (dat is 10% van alle Leidenaren) en 2 voor overige familie (6% van alle Leidenaren). Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeente Leiden/BOA Stads- en Wijkenquête Leiden 2015 / Sociale binding en participatie 1/4

75 Mantelzorg: naar wijk In de Stevenshof en Roodenburgerdistrict hebben bewoners het afgelopen jaar vaker mantelzorg verleend 34% 27% 2 14% 3% 1 2% 6% Binnenstad-Z. Binnenstad-N. Incidenteel 16% 9% 4% 3% 3% 3% 6% 6% 12% Stations-/ Boerhaaved. 4% 6% 2% 4% 9% 4% Minder dan zes uur per week Bos- en Gasthuisd. Zes uur per week of meer 22% 7% 4% 4% 6% Morsdistrict Merenwijk Weet aantal uren niet 6% 4% 6% Leiden-Noord Roodenburgerd. 23% 20% 2 4% 6% Stevenshof Leiden Afgelopen jaar wel, maar nu niet meer Leidenaren die mantelzorg hebben verleend in procenten, verdeeld naar intensiteit in N=1789 In de Stevenshof (34%) en Roodenburgerdistrict (27%) heeft men het afgelopen jaar vaker dan gemiddeld mantelzorg verleend, terwijl dit in Leiden-Noord (16%), Binnenstad-Zuid (14%) en Binnenstad-Noord (1) juist minder vaak gebeurde. Sociale binding en participatie Mantelzorg 2/4

76 Mantelzorg: belasting 41% van de mantelzorgers voelt zich niet of nauwelijks belast, 14% is zwaar tot overbelast 14% 2 11% 16% 16% 13% 11% 7% 20% 34% 23% 44% 40% 4 Overbelast 54% Zeer zwaar Tamelijk zwaar 56% Enigszins 63% % % % 2015 Niet of nauwelijks 61% 34% Incidenteel Minder dan 6 uur per week 23% 6 uur of meer per week Belasting van Leidenaren die het afgelopen jaar mantelzorg hebben verleend in procenten en naar. N= % van de mantelzorgers is tamelijk zwaar (11%) tot zeer zwaar belast (1%) of zelfs overbelast (1%). De belasting is iets verder afgenomen ten opzichte van de voorgaande metingen. De belasting lijkt zwaarder te worden bij een toename van het aantal uur mantelzorg per week. Er zijn echter te weinig respondenten die mantelzorg verlenen om vast te stellen of het om significante verschillen gaat. Sociale binding en participatie Mantelzorg 3/4

77 Mantelzorg: behoefte aan ondersteuning Behoefte aan alle soorten ondersteuning is toegenomen Informatie en advies 20% Luisterend oor Organisatie die voor uw belangen opkomt 1 Iemand die de regeltaken overneemt Zwaar belaste en overbelaste mantelzorgers hebben meer behoefte aan ondersteuning. Jongere mantelzorgers geven meer dan gemiddeld aan behoefte te hebben aan informatie (32%) en aan ontspanningsactiviteiten (14%). 11% Een vervanger (af en toe) 10% Contact met lotgenoten Ontspanningsactiviteiten 20% van de mantelzorgers heeft behoefte aan informatie over ondersteuningsmogelijkheden, 16% wil een luisterend oor en 1 heeft behoefte aan een organisatie die opkomt voor de belangen van mantelzorgers. 16% % 2013 De behoefte aan ondersteuning is in alle gevallen toegenomen ten opzichte van Dit geldt vooral informatie en advies over ondersteuningsmogelijkheden, een luisterend oor en een organisatie die voor de belangen van mantelzorgers opkomt Behoefte aan ondersteuning onder mantelzorgers in procenten in N= Sociale binding en participatie Mantelzorg 4/4

78 Betrokkenheid buurt en burenhulp: betrokkenheid en aandacht 24% van de Leidenaren heeft aandacht besteed aan een buurtbewoner in een zorgwekkende situatie 1 3% 19% Bij bijna niemand 3% 21% Ja, intensief 4 1 Bij de meeste mensen niet Bij sommige wel, bij sommige niet Bij de meeste mensen wel Bij bijna iedereen 50% 26% Ja, incidenteel Nee, (vrijwel) nooit Nee, ik ken niemand om te helpen Betrokkenheid bij mensen uit de buurt in procenten in N=1793 Aandacht voor buurtbewoners die in een zorgwekkende situatie zitten in de afgelopen 12 maanden in procenten in N= % van de Leidenaren voelt zich bij niemand betrokken in de buurt. 1 geeft aan dat dit geldt voor de meeste mensen in de buurt. 21% voelt zich aan de andere kant juist bij de meeste mensen of zelfs bij iedereen betrokken. Leidenaren van 18 tot 35 jaar voelen zich gemiddeld minder betrokken bij mensen uit de buurt, 55-plussers juist meer. Ook blijken bewoners van de Binnenstad-Noord minder tot geen betrokkenheid te voelen met bewoners in de buurt. In o.a. Merenwijkdistrict voelt men zich vaker wel betrokken bij buurtbewoners. 24% heeft de afgelopen 12 maanden aandacht gegeven aan buurtbewoners in een zorgwekkende situatie (eenzaamheid, financiële problemen e.d.). De helft kent geen buurtbewoners die dit nodig hebben. Sociale binding en participatie Betrokkenheid buurt en burenhulp 1/3

79 Betrokkenheid buurt en burenhulp: ondersteuning en contact met buren Leidenaren zijn er voor elkaar als het nodig is, maar meedoen met activiteiten doet maar een deel van de bewoners Als u wat langer weg bent van huis, is er dan iemand bij u in de buurt die een oogje in het zeil houdt? 50% Als er iets vervelends gebeurt in uw leven, is er dan iemand uit de buurt waar u hiermee terecht kunt? Er zijn voor mij voldoende plekken / mogelijkheden om buurtbewoners te ontmoeten Als er iets wordt georganiseerd in de buurt gaat u daar dan naartoe? 24% % 12% (Bijna) altijd 13% 33% 17% Mate waarin bewoners er voor elkaar zijn, gemeten aan de hand van stellingen in procenten in % Soms wel, soms niet 6% 12% 21% 22% 26% Meestal wel 14% 1 14% 27% Meestal niet (Bijna) nooit N= Bij 74% van de Leidenaren houden buurtbewoners (meestal) een oogje in het zeil als iemand langer van huis is. 53% kan bij iemand in de buurt terecht als er iets vervelends gebeurt en 50% vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn om buurtbewoners te ontmoeten. 29% gaat daadwerkelijk naar activiteiten die in de buurt worden georganiseerd, 4 komt daar eigenlijk niet. 18 tot 35 jarigen geven vaker dan gemiddeld een negatief oordeel over de bovenstaande stellingen. In de Merenwijk houden bewoners vaker een oogje in het zeil (86%), gaat men vaker naar activiteiten die in de buurt worden georganiseerd (3) en kan men meer dan gemiddeld terecht bij bewoners in de buurt als er iets vervelends gebeurt (59%). Dit laatste geldt ook voor het Roodenburgerdistrict (61%). Sociale binding en participatie Betrokkenheid buurt en burenhulp 2/3

80 Betrokkenheid buurt en burenhulp: voor elkaar klaar staan 41% van de Leidenaren is van mening dat buurtbewoners altijd voor elkaar klaar staan Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord 32% 44% 30% 4 Stations- / Boerhaavedistrict 42% Leiden-Noord 40% Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Leiden (Helemaal) mee eens 24% 26% 46% 12% 43% 17% 54% 32% 34% 46% 23% 52% 4 41% 41% Niet mee eens, niet mee oneens 12% 36% 42% 49% 42% 12% 13% 11% 17% 41% van de Leidenaren is van mening dat buurtbewoners altijd voor elkaar klaar staan, 17% denkt dat dit niet het geval is. Bewoners van de Binnenstad-Zuid (32%) en Noord (30%) en van het Bos- en Gasthuisdistrict (32%) zijn van mening dat dit minder dan gemiddeld het geval is in hun buurt. Bewoners van het Roodenburgerdistrict (54%) en het Morsdistrict (52%) vinden juist dat dit meer dan gemiddeld zo is. (Helemaal) mee oneens Mate waarin buurtbewoners voor elkaar klaar staan in procenten in N=1787 Sociale binding en participatie Betrokkenheid buurt en burenhulp 3/3

81 Actief in de buurt: activiteiten en bereidheid Bereidheid tot actief zijn in de buurt is afhankelijk van soort activiteit Ondersteunen van buurtgenoten 14% Helpen bij buurtpreventie 19% Schoonmaken van de straat 3% Meebepalen directe omgeving 3% 52% 22% 2 Meehelpen bij taallessen Onderhoud van het openbaar groen 34% 59% 12% 60% 2 72% 23% Begeleiden van probleemjonderen Het beheer / organisatie activiteiten buurthuis Onderhoud speelvoorzieningen 74% 12% 80% 11% 8 11% 87% 7% 91% Doe ik al Doe ik niet, maar wil ik wel Wil ik niet Welke taken doen Leidenaren nu al in de buurt en wat willen ze wel of niet doen in procenten N= van de Leidenaren maakt nu al de straat schoon, 19% helpt bij buurtpreventie en 14% ondersteunt buurtgenoten die hulp nodig hebben door bv. de boodschappen te doen. 34% wil buurtgenoten die hulp nodig hebben wel ondersteunen, 2 wil meehelpen met taallessen, 23% wil meebepalen wat er in de directe omgeving wordt gerealiseerd en 22% wil wel helpen met buurtpreventie. Het grootste draagvlak is er dus voor het ondersteunen van buurtgenoten (4 wil of doet dit), het helpen bij buurtpreventie (41%) en het schoonmaken van de straat (40%). Minste draagvlak voor: het onderhoud aan speelvoorzieningen (9%), het begeleiden van probleemjongeren (12%) en helpen in het buurthuis (13%). Sociale binding en participatie Actief in de buurt 1/3

82 Actief in de buurt: activiteiten en bereidheid naar achtergrondkenmerken Vooral 55-plussers blijken bovengemiddeld bereid om een steentje bij te dragen Bovengemiddeld bereid of actief Vrouwen: Taallessen (33% bereid/actief, gemiddeld 2) 55-Plussers: Ondersteunen buurtbewoners (59% bereid/actief, gemiddeld 4) Helpen met buurtpreventie (50% bereid/actief, gemiddeld 41%) Schoonmaken straat (46% bereid/actief, gemiddeld 40%) Onderhouden groen (24% bereid/actief, gemiddeld 21%) Lager opgeleiden: Ondersteunen vaker buurtgenoten (20% actief, gemiddeld 14%) Maken vaker straat schoon (3 actief, gemiddeld 2) Hoger opgeleiden: Taallessen (33% bereid/actief, gemiddeld 2) Hogere inkomens: Straat schoonmaken (4 bereid/actief, gemiddeld 40%) 18 tot 35-jarigen: Helpen met taallessen (33% bereid/actief, gemiddeld 2) Begeleiden probleemjongeren (1 bereid/actief, gemiddeld 12%) 35 tot 45-jarigen: Meebepalen directe omgeving (32% bereid/actief, gemiddeld 26%) Onderhoud speelvoorzieningen (14% bereid/actief, gemiddeld 9%) Sociale binding en participatie Actief in de buurt 2/3

83 Actief in de buurt: activiteiten en bereidheid naar wijk Grote bereidheid voor het ondersteunen van buurtgenoten Positiever Binnenstad-Zuid: Begeleiden probleemjongeren (19% bereid/actief, gemiddeld 12%) Binnenstad-Noord: Taallessen (37% bereid/actief, gemiddeld 2) Stations- en Boerhaavedistrict: Onderhoud groen (26% bereid/actief, gemiddeld 21%) Negatiever Bos- en Gasthuisdistrict: Ondersteunen buurtgenoten (59% niet bereid, gemiddeld 52%) Taallessen (80% niet bereid, gemiddeld 72%) Onderhoud groen (86% niet bereid, gemiddeld 79%) Stevenshof: Taallessen (83% niet bereid, gemiddeld 72%) Begeleiden probleemjongeren (92% niet bereid, gemiddeld 87%) Binnenstad-Noord: Schoonmaken straat (66% niet bereid, gemiddeld 60%) Buurtpreventie (66% niet bereid, gemiddeld 59%) Sociale binding en participatie Actief in de buurt 3/3

84 Zelfredzaamheid: gebruik van voorzieningen in de vrije tijd Sport is de belangrijkste vrijetijdsvoorziening waar van Leidenaren gebruik maken 4 40% 5 van de Leidenaren is actief in een vereniging. 18- tot 35-jarigen (64%), hoger opgeleiden (61%) en Leidenaren met een hoger inkomen (61%) zijn vaker dan gemiddeld actief in een vereniging. Bij 55-plussers (44%) en lager opgeleiden (31%) is dit juist minder het geval. In Binnenstad-Zuid (71%) en in het Stations- en Boerhaavedistrict (71%) zijn bewoners vaker bij een vereniging betrokken. In het Bos- en Gasthuisdistrict (50%), Morsdistrict (44%) en de Stevenshof (57%) is dit minder vaak het geval. 10% Sport 10% Gezelligheid Religieus/ maatschap. 11% Overig Leidenaren zijn het meest actief bij een sportvereniging: 40%. 10% is actief geweest in een gezelligheidsvereniging of een religieuze of maatschappelijke vereniging en 11% in een andere vereniging. Geen van deze Deelname aan verenigingen in de afgelopen 12 maanden in procenten in N=1807 Lager opgeleiden (19%) en 55-plussers (27%) zijn minder vaak actief bij een sportvereniging, hogere inkomens juist bovengemiddeld (49%). 18 tot 35-jarigen zijn vaker actief in een gezelligheidsvereniging (19%). In de Binnenstad-Zuid (49%), het Stations- en Boerhaavedistrict (4) en het Roodenburgerdistrict (47%) wordt vaker gesport, in het Morsdistrict (31%), de Stevenshof (31%) en in Leiden-Noord (34%) juist minder vaak. Bewoners van de Binnenstad-Zuid zijn vaker actief in een gezelligheidsvereniging (26%). Hoger opgeleiden zijn meer dan gemiddeld actief in een religieuze of maatschappelijke vereniging (12%). Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 1/6

85 Zelfredzaamheid: in het dagelijkse leven Ouderen en lager opgeleiden ondervinden de meeste problemen Algemene dagelijkse activiteiten 97% Opvoeding kinderen 3% 96% Boodschappen 3% 9 4% Huishoudelijke taken 91% Administratie / financiën 91% Lopen / zitten / gaan staan 91% 7% 90% 9% Sociale contacten Psychische gezondheid 7% 89% Lichamelijke gezondheid 10% 83% (Bijna) geen problemen 1 Enkele problemen Veel problemen Mate waarin Leidenaren zich kunnen redden in het dagelijkse leven in procenten in N= Leidenaren ondervinden over het algemeen weinig problemen in het dagelijkse leven. Toch ondervindt 17% problemen met de lichamelijke gezondheid (1 enkele, 2% veel problemen), de psychische gezondheid (resp. 10% en 1%) en het aangaan en onderhouden van sociale contacten (resp. 9% en 1%). Met huishoudelijke taken, de administratie en lopen, zitten of staan heeft bijna één op de tien Leidenaren problemen. 55-plussers ondervinden duidelijk meer problemen, vooral met hun lichamelijke gezondheid (3 enkele tot veel problemen). Leidenaren met een laag opleidingsniveau geven ook meer dan gemiddeld aan problemen te ondervinden vooral op het gebied van de administratie en financiën (22%) en hun psychische gezondheid (23%). Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 2/6

86 Zelfredzaamheid: terugvallen op naasten voor hulp Leidenaren kunnen vooral terugvallen op familie en vrienden, 55-plussers en lager opgeleiden echter minder Familie 82% Vrienden / kennissen Mensen in de buurt 12% 67% 22% 2 44% Ja, zeker Waarschijnlijk wel 33% Nee 82% van de Leidenaren kan zeker terugvallen op familie en 67% op vrienden of kennissen wanneer men hulp nodig heeft. 22% geeft aan dat men zeker kan terugvallen op bewoners in de buurt en nog eens 44% verwacht dat dit waarschijnlijk het geval zal zijn. 33% gaat ervan dat dit niet kan. Geen enkele respondent heeft aangegeven op niemand terug te kunnen vallen. 55-plussers en lager opgeleiden kunnen minder dan gemiddeld terugvallen op familie (11% kan dit niet) en op kennissen (resp. 12% en 1). Mate waarin men kan terugvallen op familie, vrienden of mensen uit de buurt als men hulp nodig heeft in procenten in N= Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 3/6

87 Zelfredzaamheid: terugvallen op naasten voor hulp naar wijk In het Roodenburgerdistrict en de Merenwijk kunnen bewoners vaker terugvallen op buurtbewoners % % 96% 96% 96% 93% 92% 94% 77% 60% Binnenstad-Z. 69% 64% 62% Stations-/ Boerhaaved. Leiden-Noord Roodenburgerd. Familie % 71% 61% 5 Binnenstad-N. 92% 92% Bos- en Gasthuisd. Vrienden / kennissen Morsdistrict Merenwijk Stevenshof % Leiden Mensen in de buurt Leidenaren die zeker of waarschijnlijk kunnen terugvallen op naasten in procenten in N= Bewoners van het Roodenburgerdistrict (77% zeker of waarschijnlijk) en het Merenwijkdistrict (7) verwachten vaker dan gemiddeld dat men kan terugvallen op bewoners uit de buurt. 18 tot 35-jarigen kunnen minder vaak terugvallen op mensen uit de buurt (52% niet). Naar buurt geldt dit meer dan gemiddeld voor de Binnenstad-Noord (4 niet) en Zuid (40% niet). Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 4/6

88 Contacten: sociale contacten en eenzaamheid 19% van de Leidenaren voelt zich soms eenzaam, 2% regelmatig of vaak Lager inkomen Modaal inkomen Hoger inkomen Totaal Voldoende sociale contacten 8 89% 1 11% Modaal inkomen 7% Hoger inkomen 11% Totaal 93% 89% Behoefte aan meer sociale contacten Behoefte aan sociale contacten in procenten in N=1695 Lager inkomen 6 29% 79% 20% 90% 9% 79% (Bijna) nooit 19% Soms Regelmatig of vaak Mate waarin bewoners zich eenzaam voelen in procenten in N= % van de Leidenaren vindt dat men voldoende sociale contacten heeft, 11% zou meer contacten willen hebben. Vooral lagere inkomensgroepen hebben behoefte aan meer sociale contacten (1). 19% van de Leidenaren voelt zich soms eenzaam en 2% vaak. Eenzaamheid speelt meer dan gemiddeld bij lagere inkomensgroepen (29% soms en 4% vaak). Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 5/6

89 Contacten: sociale contacten en eenzaamheid naar wijk Er zijn geen significante verschillen naar wijk in de behoefte aan sociale contacten en eenzaamheid onder Leidenaren Binnenstad-Z. 8 12% Binnenstad-Z. Binnenstad-N. 90% 10% Binnenstad-N. Stations-/ Boerhaaved. 86% 14% Stations-/ Boerhaaved. Leiden-Noord 87% 13% Leiden-Noord 73% 27% 76% 22% 71% 24% 80% 1 Roodenburgerd. 92% Roodenburgerd. Bos- en Gasthuisd. 92% Bos- en Gasthuisd. 7 19% Morsdistrict 77% 19% Morsdistrict Merenwijkd. Stevenshofd. Voldoende sociale contacten 8 89% 86% 11% 14% Behoefte aan meer sociale contacten Behoefte aan sociale contacten in procenten in N= % Merenwijkd. 79% Stevenshofd. 81% (Bijna) nooit 13% 20% 1 Soms Regelmatig / vaak Mate waarin bewoners zich eenzaam voelen in procenten in N=1748 Sociale binding en participatie Zelfredzaamheid en contacten 6/6

90 Financiële situatie Financiële situatie Financiële situatie

91 Financiële situatie: huishoudens van de huishoudens in Leiden kan moeilijk tot zeer moeilijk rondkomen 39% 66% 76% 73% % 24% 2 62% 61% 29% 31% 67% 9 47% 2 19% 14% Lager inkomen 19% 2 4% 10% 9% 7% 6% 9% Modaal inkomen Hoger inkomen (Zeer) moeilijk Komt net rond (Zeer) gemakkelijk Gemak waarmee Leidse huishoudens kunnen rondkomen van hun huishoudinkomen in procenten in N=2360 van de huishoudens in Leiden kan moeilijk tot zeer moeilijk rondkomen, nog eens 2 redt het net. 67% van de Leidse huishoudens komt echter zonder problemen rond met het huishoudinkomen. Vergeleken met 2011 en 2013 lijkt sprake van een lichte verbetering, omdat meer mensen (zeer) gemakkelijk kunnen rondkomen. Van de lagere inkomensgroepen kan 14% moeilijk tot zeer moeilijk rondkomen en geeft 47% aan het net te redden. Financiële situatie 1/5