Werkblad bij het gedicht Ik en jij

Vergelijkbare documenten
Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Oorlog in Hoorn. Uitleg Opdrachten. Mind Map

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

Werkwijzer Verslagkring:

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

Hoe maak ik een werkstuk?

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

KIND TOCH! Een bad op straat

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Dag 2 Rare rijmende regels

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

lesmateriaal Taalkrant

Kwartetten met klinkers

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

De school is van ons

Prettige en niet prettige aanrakingen

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Feest in de Boeskoolstad

4 andere dieren bestaat. foto zo precies mogelijk na en kleur in.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Met mijn rode paraplu

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Kom je op mijn feestje?

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Het gedicht Kampioen

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen.

LESBRIEF GROEP THEMA: CHINA

HANDLEIDING VOOR LEERKRACHTEN

Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander.

Juf Sabine en juf Maaike

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Lesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Als ik de wolken zie geloof ik dat het gaat regenen = verwachten. Ik weet niet precies hoe die jongen heet, ik geloof Kees = veronderstellen

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Tienminutenopdracht 2

Fictie - Haiku's en elfjes vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen

Dag 3 Geluidengedichten

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Persoonsgegevens. Plak hier je pasfoto of een tekening van jezelf. Naam: Geboortedatum: Jongen: Meisje: Naam docent: Klas/Groep: Naam school: Datum:

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Maak samen een glossy groep 8

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

De Drakendokter: Gideon

Leesboekje de school

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Sammie en opa. - Vakantiebestemmingen - Je dood vervelen

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Inhoud van deze lesbrief

1. Een bocht. 2. Spiegelen

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Zitkamer Deeldomein beeld

Tekst lezen en een tekstschema invullen

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

1 DISK, Boom Amsterdam

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Begeleide externe stage

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Lesbrief Syntopia, bij het boek van Tanja de Jonge

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

BLOK 1 thema 1 Kennismaking

Gespreksspel. gespreksspel. Ontdek meer over elkaars pleegzorg-ervaringen. Ontdek meer over elkaars pleegzorgervaringen

Help, ik moet een werkstuk maken!

Gedichtendag 2012 Stroom. Naar aanleiding van de gedichtendag op 26 januari Leerkracht: Cara Figoureux Nederlands

Chique woorden Weet jij wat deze woorden betekenen? Vraag om de beurt de betekenis van een chique woord aan elkaar.

Transcriptie:

Werkblad bij het gedicht Ik en jij Ik en jij Ik en jij is veel: is glaasje voller, volst. is schuilen in t holst. is kleuren van de dag. is wimpel en is vlag. Jij en ik is heus geen twee. jij en ik is meer, is meest, jij en ik is feest. Mary Heyema, uit: Er zit een feest in mij, Querido 2012 Wat heb je nodig? het voorbeeldgedicht dit werkblad pen en papier Aan de slag Opdracht 1 Het gedicht Lees het gedicht rustig voor jezelf.

Opdracht 2 Bespreken De ik en jij in dit gedicht vinden elkaar heel erg leuk en bijzonder. Hoe merk je dat? Verzamel zo veel mogelijk voorbeelden. Opdracht 3 Opzoeken Zoek in het woordenboek welke woorden nog meer horen bij de uitdrukking in het holst De dichter liet deze woorden weg om haar gedicht zo kort en compact mogelijk te maken. Wijs een andere plek in het gedicht aan waar de dichter ook zo weinig woorden gebruikt. Opdracht 4 Stukje taal Je hebt veel, je hebt meer en je hebt meest. Dat is steeds iets meer. Net als in groot, groter, grootst. Het lijkt wel of de dichter probeert te vertellen hoeveel de twee personen in het gedicht om elkaar geven. En dat dat eigenlijk nóg meer is. Net als in het prentenboek Raad eens hoeveel ik van je hou: Ik hou van jou tot aan de maan. Nee, nog meer: tot aan de maan en terug. Verzin een andere uitdrukking waarin wordt aangegeven hoeveel de een om de ander geeft. Afwerking Schrijf of typ het gedicht over. Kies een lettertype dat precies het feestelijke van het gedicht uitdrukt. Worden je letters klein of juist groot? Staan ze recht of schuin? Zet je naam eronder.

Werkblad bij het gedicht Kniekousenthee Kniekousenthee Mijn oma breit coltruien voor haar giraf en als ik mijn hoofd stoot dan rolt ie er af. Mijn broer schudt kroketten met friet uit zijn mouw. Mijn poes kan kats praten en denkt in het mauws. Mijn buurmeisje maakt van kniekousen thee. Ik vis met mijn hengel zoute drop uit de zee. Mijn kanarie heeft krullen, mijn goudvis is blond. Bij ons staan de meubels op het plafond. Mijn moeder is sterk, ze buigt bruggen recht. Zo kan ik wel doorgaan, maar geloof je dit echt? Mary Heylema, uit: De Dromenjager, De Vier Windstreken.

Wat heb je nodig? het voorbeeldgedicht dit werkblad pen, papier en kleurpotloden Aan de slag Opdracht 1 Het gedicht Lees het gedicht rustig voor jezelf. Opdracht 2 Bespreken Welke woorden zie je staan die niet in een woordenboek zullen voorkomen? Wat betekenen ze volgens jou? (kniekousenthee, kats en mauws) Opdracht 3 Waar of niet? In het gedicht staan dingen en situaties die in het echt niet kunnen. De dichter houdt de lezer als het ware voor de gek. Welk van de genoemde voorbeelden vind jij het meest onwaarschijnlijk? Kun je uiteggen waarom? Opdracht 4 Doen Werk in tweetallen. Ieder leest om de beurt twee zinnen voor. Stel je voor dat je de ander dit wilt laten geloven. Hoe klinkt je stem dan? Hoe ziet je gezicht eruit? Welke gebaren maak je? Bij elk volgend stukje probeer je nóg meer de ander te overtuigen. Opdracht 5 Verder verzinnen Bedenk minimaal twee dingen die jij zogenaamd kunt. Schrijf ze op. Afwerking Kies twee achtereenvolgende zinnen uit het gedicht die jou het meeste aanspreken. Schrijf (of typ) deze boven aan een leeg vel. Welke plaatjes zie je er in gedachten bij? Teken dit eronder. Alle vellen van opdracht 4 en 5 kunnen bij elkaar op een zogenaamde Wijsmaakmuur gehangen worden.

Werkblad bij het gedicht Puzzeltaal Puzzeltaal Eerst wist ik niet dat ze me vanaf straten, stegen, stoepen kunnen roepen. Maar dat doen ze, op ramen, bus en borden lokken ze met puzzeltaal. Mijn ogen flitsen heen en weer, schrokken alle tekens op. En ik wil letters, meer, meer, meer! Mary Heylema uit: Plint-poëzietijdschrift Dichter, jaargang 1, nr. 2 Aan de slag Opdracht 1 Het gedicht Lees het gedicht rustig voor jezelf. Opdracht 2 Bespreken Kun je je nog herinneren dat je leerde lezen? Je kon het net en wilde alle woorden ontcijferen. Op het potje jam, de krant, overal. Welke woorden leerde je als eerste? Opdracht 3 Collage Verzamel woorden die je buiten op straat in reclames, op etalages tegenkomt. Schrijf ze kriskras door elkaar op je blad. Varieer in kleur en grootte. Zorg dat elk woord je als het ware toeschreeuwt Lees mij!. Geeft het de titel Puzzeltaal.

Opdracht 4 Doen Knip vijf (grote) letters uit een tijdschrift of krant. Zorg dat je zowel klinkers als medeklinkers hebt. Leg ze voor je op tafel. Welk woord kun je ermee maken? Zie je er nog eentje? Wat is het langste woord dat lukt en ook echt bestaat? Maak zo veel mogelijk combinaties en schrijf deze op een lijstje onder elkaar. Afwerking Pak een vel mooi papier en schrijf het gedicht over. Zet je naam eronder.

Werkblad bij het gedicht Regenbuienbloem Regenbuienbloem Ik ben een regenbuienbloem, mijn vader plukt me van de straat. hij is mega donderwolkenkwaad door de moddertranen op mijn broek en alle schone sokken zoek. in de wasmasjien met mij. 30 graden, zo voorbij. opgevouwen lig ik voor het raam ik damp een wolkje op het glas ik schrijf mijn naam en: help! ik was een hond, wie laat me uit!? wie redt mij uit de nood? ik wil zwemmen in de goot. zonder regen droog ik uit, krijg ik gaatjes in mijn huid. tring gaat de telefoon mijn vader luistert, knikt en praat hij let niet langer meer op mij door die mobiele kletserij. en boven op mijn schone kop zet ik mijn regenfeestgezicht. deurtje dicht en deurtje open,

gaan mijn benen met mij lopen. gaan ze met me aan de haal naar een volgend nat verhaal. Aan de slag Opdracht 1 Het gedicht Lees het gedicht eerst zacht in jezelf. Lees het daarna hardop voor. Opdracht 2 Plaatjes in je hoofd Werk in tweetallen. De een leest het voor, de ander luistert met gesloten ogen. Wat zie je allemaal voor je? Dan wissel je van rol. Zien jullie dezelfde plaatjes? Opdracht 3 Goed lezen De ik in het gedicht vindt het heerlijk om in de regen buiten te spelen. In welke stukjes uit het gedicht lees je dat terug? Opdracht 4 Doen en kiezen De ik heeft een regenfeestgezicht, zo dol is-ie op dit weer. Wat is jouw favoriete weer om buiten te spelen? Wat voor soort gezicht hoort daarbij? Teken jouw gezicht en het woord dat daarbij hoort. Afwerking Hoorspel Werk in groepjes van vier. Drie personen tikken met pen of potlood op hun bank en zorgen voor het geluid van regen. Het springen in een plas kan worden nagedaan door het klappen in een gestrekte hand. De vierde persoon leest het gedicht voor, terwijl de regenbui losbarst. Zorg dat alles goed te horen is.