Sjablonen en parametrische invoer

Vergelijkbare documenten
Scia Engineer - Materialen

Installatiehandleiding Borrowing

Contacten 5 Introductie van doorsneden 6

Model-gegevens Handboek

Installatiehandleiding

5. Functies. In deze module leert u:

Derive in ons wiskundeonderwijs Christine Decraemer

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

INSTALLATIE IN PRINT INSTALLEREN. Aan de slag met Communicate In Print

Modellering Handboek

Grafische elementen invoegen

HRM-Reviews Reviews Handleiding voor PZ

Gebruikershandleiding

Instructie voor een mail-merge VZVZ toestemmingsformulier in Word.

Inloggen. In samenwerking met Stijn Berben.

Ga naar en log in met de gebruikersnaam en wachtwoord verkregen via mail.

6. Absolute en relatieve celadressering

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

Vragen opmaken in de editor

Instructiekaart F4-58 > Verkopen per kas (Z-bon) verwerken

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Gevorderd , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

Release notes Swing & 5.0.7

Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013

Klikt u op dan komt er een scherm of u dit bestand wilt of

Hoofdstuk 20: Wiskundige functies

Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen

SketchUp L. 5.2 Scenes en Animaties

Het installatiepakket haal je af van de website

Deel 1: PowerPoint Basis

ACDSee 9 leerprogramma s > Foto s downloaden met Foto s Ophalen Wizard

fotofabriek.nl Handleiding Adobe Photoshop templates

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Basiskennis van PowerPoint

Standalone Installatie Handleiding Scia Engineer 15

GEBRUIKERSHANDLEIDING MAAKJETRAINING.NL 1

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

DOCUMENT SAMENSTELLEN

Constanten. Variabelen. Expressies. Variabelen. Constanten. Voorbeeld : varid.py. een symbolische naam voor een object.

HRM-Reviews in the Cloud Handleiding voor PZ

Tip EPC RESIDENTIEEL WEBAPPLICATIE 1 STARTEN MET EPC RESIDENTIEEL 2 AANMAKEN NIEUWE WOONEENHEID 3 BEWERKEN WOONEENHEID. Snelle startkaarten

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 15. Pagina s PP Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond.

Afdrukken in Calc Module 7

Quick Reference Contact Manager SE

Installatiehandleiding Installatie Studentenversie

Tip EPC RESIDENTIEEL WEBAPPLICATIE 1 STARTEN MET EPC RESIDENTIEEL 2 AANMAKEN NIEUWE WOONEENHEID 3 BEWERKEN WOONEENHEID. Snelle startkaarten

Installatiehandleiding Standalone Installatie

Informatie gebruik Digi Bord

INFORMATIE VAN HET INTERNET VERWERKEN

7. Module Transformatie... 1

Installatiehandleiding Standalone Installatie

Installatiehandleiding Standalone Installatie

Handleiding Paint 2003

Office LibreOffice Werkblad gebruiken

Etiketten maken en Printen.

Erratum Windows 10 voor de beginnende senior computergebruiker

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Je ziet het ontwerpscherm voor je. Ontwerpen is actief en dat zie je aan de linkeronderkant van je scherm net boven de taakbalk.

1. Open de Bibliotheek verkenner. Dit kunt u in de Lint modus doen via View, de groep Toon, Bibliotheek Verkenner.

Mill7. homepage: support: whitepapers:

Numerieke benadering van vierkantwortels

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Bestanden ordenen in Windows 10

In het venster Blad Beveiligen wordt aangegeven wat gebruikers nog wel mogen. Daarnaast kan een wachtwoord worden ingevoerd.

Handleiding Afdrukken samenvoegen

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Central Station. CS website

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

AFO 113 Authoritybeheer

Vragen opmaken in de editor

Instructiekaart F3-52 > Een balie-uitgifte in het kasboek verwerken

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

8. Adresetiketten maken

Mach3Framework 5.0 / Website

Hoofdstuk 7 Configuratie Bestanden

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

DOOSJE BEWAAR JE SPULLEN NETJES! Ontwikkeld door

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Installatie Studentenversie

Quick Reference Card. Activiteiten

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

A & A Consultancy Het samenvoegen van een adressenbestand en het afdrukken op adresetiketten in Word. (versie 2003)

Central Station Urenregistratie

Instructie. SimPC Webmail. Algemene versie 1.1. Ga verder naar bladzijde 2

Computerlessen voor Senioren. Themacursus. Basis Excel. Uitgave Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke. Werken met mappen 1

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

Basisvaardigheden Microsoft Excel

1 De werkmap beschermen

Welkom bij de Picture Package Producer 2

1. Etiketten en visitekaartjes

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

Quick Guide VivianCMS

I) Wat? II) Google documenten. Deel 2 documenten

Samen op zoek naar proeven

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)}

Excel 2013 Snelstartgids

Handleiding. Yvonne Rijks-Waardenburg. Tine Strikkers. Christel van de Steenoven-Livius. Pagina 1

Transcriptie:

Sjablonen en parametrische invoer

Contacten 3 Projectsjabloon 4 Introductie van sjablonen 4 Een sjabloon maken 4 Een sjabloon openen 5 Parametrische invoer 6 Introductie van parametrische invoer 6 Parameters manager 6 De parameters definiëren 7 Beschikbare parameter typen 7 Parameter typen 8 Waarde typen 9 Formule 9 Gebruik bereik 10 De bestaande parameters aanpassen 11 De bestaande parameters verwijderen 11 De volgorde van de bestaande parameters wijzigen 11 De parameters toepassen 12 Booleoperatoren in parameters 12 Numerieke constanten in parameters gebruiken 14 Het project voorbereiden om een op parameter gebaseerd sjabloon te worden 14 Manager van parameter groepen 15 De groep parameters definiëren 15 De op parameters gebaseerde sjabloon opslaan 17 De op parameters gebaseerde sjabloon openen 17 Een normale doorgaande ligger definiëren 18 De parameters specificeren 19 De parameters in groepen schikken 22 Het project als een sjabloon opslaan 23 De sjabloon openen 24-2 -

Contacten SCIA nv Industrieweg 1007 3540 Herk-de-Stad Belgium Nemetschek do Brasil Rua Dr. Luiz Migliano, 1986 - sala 702, CEP SP 05711-001 São Paulo Brazil SCIA France sarl Centre d'affaires, 29 Grand' Rue 59100 Roubaix France SCIA CZ s.r.o. Brno Slavíčkova 827/1a 638 00 Brno Czech Republic SCIA SK, s.r.o. Murgašova 1298/16 010 01 Žilina Slovakia Scia Datenservice Dresdnerstrasse 68/2/6/9 1200 WIEN Austria SCIA Nederland B.V. Wassenaarweg 40 6843 NW ARNHEM Netherlands Nemetschek Scia North America 7150 Riverwood Drive 21046 Columbia, MD United States Nemetschek Scia Swiss Branch Office Dürenbergstrasse 24 3212 Gurmels Switzerland SCIA CZ s.r.o. Prague Evropská 2591/33d 160 00 Praha 6 Czech Republic Scia Software GmbH Technologie Zentrum Dortmund, Emil-Figge-Str. 76-80 44227 Dortmund Germany De informatie in dit document is onderhevig aan verandering zonder aankondiging. Zonder de uitdrukkelijk geschreven toestemming van de uitgever mag niets, geheel noch gedeeltelijk, van dit document gekopieerd of overgedragen worden, ongeacht de manier waarop of de middelen waarmee, zowel elektronisch als mechanisch, dit gebeurt.scia Software is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade wegens onvolkomenheden in de documentatie en/of de software. Copyright 2016 SCIA nv. All rights reserved. Document gemaakt: 27 / 05 / 2016 SCIA Engineer 16.0-3 -

Kapitel 1 Projectsjabloon Introductie van sjablonen Het kan voorkomen, en in de praktijk gebeurt het vaak, dat een aantal elementen worden gebruikt in ieder project waar een bepaalde gebruiker aan werkt. Wat bijvoorbeeld herhaaldelijk kan worden gebruikt zijn materiaaltypen, doorsneden, gedefinieerde belastingen, en soms zelfs delen van een constructie. Daarom zou het efficiënt zijn, wanneer de gebruiker de herhaalde elementen opzij kan opslaan en ze snel in ieder project kan laden. In Scia Engineer kan dit worden bereikt met sjablonen. Algemeen gesproken is een sjabloon een gewoon project dat de benodigde informatie bevat en op een speciale manier wordt opgeslagen. Een sjabloon maken De procedure voor het maken van een nieuwe sjabloon 1. Maak een nieuw project of open een bestaand. 2. Definieer alle eigenschappen en zelfs delen van een constructie die moeten worden opgenomen in de sjabloon. Maak iedere verandering die nodig is, wanneer een reeds bestaand project wordt gebruikt. 3. Wanneer u tevreden bent met het resultaat en u denkt dat de huidige staat van het project die is welke de sjabloon moet worden, bewaar het als sjabloon door gebruik te maken van de menufunctie Bestand > Bewaren als. 4. Blader naar de map waar de gebruikerssjablonen zijn opgeslagen; deze map wordt gespecificeerd in het dialoogvenster Instellingen > Opties (zie hoofdstuk Mappen instellingen dialoogscherm. 5. Type de naam van het sjabloonbestand. 6. Voltooi de actie. Handige tips Sjabloon icoon Standaard gebruikt elke sjabloon een SCIA Engineer icoon in het dialoogvenster Bestand openen. Als u uw eigen icoon aan de sjabloon wilt toewijzen, kunt u dit als volgt doen: 1) Maak uw eigen icoon. De afmetingen van de icoon moeten 32 x 32 pixels zijn. 2) Sla de icoon op. De naam van de icoon moet gelijk zijn aan de naam van het sjabloonbestand. Als het sjabloonbestand bijvoorbeeld MijnSjabloon.esa heet, moet de naam van de icoon MijnSjabloon.ico zijn. 3) Kopieer of verplaats het icoonbestand naar de sjablonenmap. Sjablonen sorteren Alle sjablonen moeten worden opgeslagen in de map die is gespecificeerd voor gebruikerssjablonen in het dialoogvenster Instellingen > Opties. Het is echter mogelijk om submappen te maken in de map gebruikerssjablonen. De hiërarchie van dergelijke submappen wordt weergegeven aan de linkerkant van het dialoogvenster Project openen. - 4 -

Projectsjabloon Een sjabloon openen Het openen van een sjabloon lijkt op het maken van een nieuw leeg project. De procedure voor het openen van een sjabloon 1. Roep de functie Nieuw op: a. óf via de menuoptie Bestand > Nieuw. b. óf via de icoon Nieuw van de knoppenbalk Hoofd. 2. Selecteer het tabblad met gebruikerssjablonen. 3. Selecteer de benodigde sjabloon. 4. Bevestig met de knop [OK]. Opmerking: Het is duidelijk dat de sjabloon moet zijn gemaakt en opgeslagen voordat deze kan worden geopend. - 5 -

Kapitel 2 Parametrische invoer Introductie van parametrische invoer De parametrische invoer stelt de gebruiker in staat om een aantal van de constructieve eigenschappen als parameters te definiëren. Op die manier kan bijvoorbeeld de geometrie worden gedefinieerd door parameters, belastingen kunnen worden gedefinieerd door parameters, enz. De parameters zijn volledig te bewerken en wanneer veranderd kunnen ze leiden tot een zeer directe aanpassing van het berekeningsmodel. Bovendien kan een model gedefinieerd door parameters worden opgeslagen als een sjabloon. Wanneer geopend wordt de gebruiker als eerste gevraagd om de tabel in te vullen met alle parameters die aanwezig zijn in het model. Dit kan effectief worden gebruikt voor het maken van eenvoudige "programma s" voor bijvoorbeeld berekening van een doorgaande ligger, een eenvoudig raamwerk, enz. De gebruiker hoeft de constructie maar één keer te maken. Dan moet hij/zij de parameters definiëren en de constructie als een sjabloon opslaan. In de toekomst vult hij/zij alleen de tabel in met een paar parameters en kan onmiddellijk verder gaan met het berekenen en evalueren van de resultaten. Parameters manager Parameters kunnen worden gedefinieerd en bewerkt in een speciaal dialoogscherm dat de standaard Scia Engineer database managers weergeeft. De Parameters manager zorgt voor alle standaard database manager aanpassingen. De parameters kunnen worden gedefinieerd, bewerkt, verwijderd, en gekopieerd. De Parameters manager kan worden geopend door: gebruik te maken van de menufunctie Tools > Parameters, gebruik te maken van de menuboom functie Tools > Parameters. - 6 -

Parametrische invoer De parameters definiëren De procedure voor de definiëring van een nieuwe parameter 1. Open de Parameters manager. 2. Klik de knop [Nieuw] aan om een nieuwe parameter te maken. 3. Een nieuwe parameter met standaard waarden wordt gemaakt. 4. Selecteer de parameter (normaal wordt het automatisch geselecteerd). 5. Klik de knop [Bewerken] aan om de nieuwe parameter aan te passen. 6. Selecteer het benodigde type van de parameter. 7. Type de waarde van de parameter. 8. Sluit het bewerken dialoogscherm met [OK]. 9. Herhaal de stappen 2 tot 8 zo vaak als nodig. 10. Sluit de Parameters manager. Beschikbare parameter typen Er zijn talloze typen parameters beschikbaar in Scia Engineer. Ieder type kan worden gebruikt voor een ander model onderdeel. Sommige zijn bedoeld voor geometrie, andere voor belastingen, andere voor doorsneden, enz. - 7 -

Kapitel 2 Parameter typen Niets Natuurlijk getal Coëfficiënt Lengte Kracht Moment Lijnbelasting Oppervlaktelast Massa Lijnmassa Oppervlaktemassa Doorsnede lengte Hoek Relatief Booliaans Gewalste doorsneden Bibliotheek Combinatiefactor Relatieve vochtigheid Tijd geschiedenis Spanning De parameter wordt niet gebruikt. De parameter wordt gebruikt als een natuurlijk getal. De parameter wordt gebruikt als een coëfficiënt. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van lengten in het model. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van de krachtbelasting. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van de momentbelasting. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van de lijnbelasting. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van de oppervlaktelast. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van massa s. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van lijnmassa s. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de grootte van oppervlaktemassa s. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van de lengte bij de doorsneden. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van hoeken. De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van relatieve waarden. Deze parameter kan slechts twee waarden hebben: Waar (ON) of Onwaar (OFF). De parameter wordt gebruikt voor het definiëren van doorsneden. Dit parameter type kan worden gebruikt voor elk "bibliotheek"-element, d.w.z. een element dat geslecteerd wordt vanuit een van de interne databases van Scia Engineer, zoals materialen, doorsneden, bedding, wapeningpatroon, enz. Combinatiefactoren voor belastinggevallen die bij een combinatie worden ingevoegd. Voor het berekenen van lange termijn verliezen bij voorspanning. Duurtijd van individuele constructiefasen op een tijdlijn. (i) Spanning in beton, die kan worden gedefinieerd in gemeten waarden wanneer de Tijdsafhankelijke analyse (TDA) wordt uitgevoerd, of (ii) de initiële spanning van de strengen voor een strengenpatroon. Temperatuur Lengte voor stijfheid Puntstijfheid Lijnstijfheid Wapeningsdiameter Gebruikt voor temperatuurwaarden. Gebruikt voor het bepalen van de lengte-eenheid voor stijfheid. Gebruikt voor het definiëren van puntstijfheid. Gebruikt voor het definiëren van lijnstijfheid. Gebruikt voor het definiëren van de diameter van wapeningsstaven. Voorbeeld Het volgende Sjabloon dialoogscherm bevat verschillende typen parameters: - 8 -

Parametrische invoer M, N Natuurlijk getal L, h, hd, hu Lengte B, U, V, D Bibliotheek Waarde typen Waarde Formule Een specifieke numerieke waarde wordt onmiddellijk gedefinieerd. De waarde van de parameter wordt gegeven in de vorm van een eenvoudige formule. Formule Formules kunnen bestaan uit verschillende waarden, parameters, functies en operanden. + Telt de gegeven getallen / parameters met elkaar op - Trekt de gegeven getallen / parameters van elkaar af * Vermenigvuldigt de gegeven getallen / parameters met elkaar / Deelt de gegeven getallen / parameters door elkaar \ Modulo geeft de rest na deling van twee getallen ^ Verheft het gegeven getal tot een bepaalde macht - 9 -

Kapitel 2 ( ) Met haakjes rond delen van de uitdrukking kan de prioriteit van de bewerkingen worden veranderd. sin(x) cos(x) tan(x) tg(x) arcsin(x) asin(x) arccos(x) acos(x) arctan(x) arctg(x) atan(x) Berekent de sinuswaarde van parameter x Berekent de cosinuswaarde van parameter x Berekent de tangenswaarde van parameter x Berekent de arcsinuswaarde van parameter x Berekent de arccosinuswaarde van parameter x Berekent de arctangenswaarde van parameter x atg(x) ln(x) Berekent het natuurlijke logaritme van x. log(x) Berekent log 10 (x). exp(x) Berekent e exponentieel tot de macht x. sign(x) Geeft het teken van parameter x. Geeft +1 voor een positief argument, geeft -1 voor een negatief argument. sgn(x) sqrt(x) Berekent de positieve vierkantswortel van parameter x. Voorbeelden Formule Resultaat 3*5+5 20 3*(5+5) 30 sin(90) 1 10*cos(45) 7.07 3^3 27 log(10) 1 ln(2.718281828) 1 Gebruik bereik Het is mogelijk het bereik te définiëren waarin elke invoerparameter geldig is. Op die manier kunnen de invoerwaarden worden gecontroleerd wanneer de sjabloon wordt geopend. Opmerking : Constanten die in formules worden gebruikt zijn ALTIJD SIeenheden. Als u eenheden wilt gebruiken die in de Eenheden instellingen werden - 10 -

Parametrische invoer gedefinieerd, dan kunt u geen constanten in formules gebruiken, maar dient u verklaarde parameters van het type Waarde te gebruiken. De bestaande parameters aanpassen De procedure voor de aanpassing van een bestaande parameter 1. Open de Parameters manager. 2. Selecteer de parameter die u moet bewerken. 3. Klik de [Bewerken] knop aan om de parameter aan te passen. 4. Selecteer het benodigde type van de parameter. 5. Type de waarde van de parameter in. 6. Sluit het bewerken dialoogscherm met [OK]. 7. Herhaal de stappen 2 tot 6 zovaak als nodig. 8. Sluit de Parameters manager. De bestaande parameters verwijderen Procedure voor het verwijderen van een bestaande parameter 1. Open de parametermanager. 2. Selecteer de parameter die moet worden verwijderd. 3. Klik op de knop [Verwijderen] om de parameter te verwijderen. 4. Herhaal de stappen 2 en 3 zo vaak als nodig is. 5. Sluit de parametermanager. Als de parameter al in het project wordt gebruikt, kan deze niet worden verwijderd. De volgorde van de bestaande parameters wijzigen Procedure voor het wijzigen van de volgorde van bestaande parameters 1. Open de parametermanager. 2. Klik op de knop [Invoegen] om een nieuwe parameter aan de lijst met bestaande parameters toe te voegen. - 11 -

Kapitel 2 3. Herhaal stap 2 zo vaak als nodig is. 4. Sluit de parametermanager. De parameters toepassen De parameters, wanneer gedefinieerd, kunnen worden toegewezen aan bepaalde onderdelen van het model. Het is heel duidelijk dat niet alle parameters kunnen worden toegewezen aan alle mogelijke onderdelen. De grootte van belastingen kan bijvoorbeeld alleen worden gespecificeerd door parameters van het gepaste belastingtype. De procedure voor het toewijzen van parameters aan bepaalde onderdelen in het model 1. Selecteer de entiteit die moet worden geparameteriseerd. 2. Het Eigenschappenvenster toont de eigenschappen van de entiteit. 3. Wanneer een van de eigenschappen kan worden geparameteriseerd, wordt een knop met een kleine naar beneden wijzende pijl ( ) weergegeven naast de huidige waarde van de eigenschap. 4. Klik de knop met een kleine naar beneden wijzende pijl ( ) aan om de lijst van mogelijke opties vrij te geven. 5. Wanneer de eigenschap echt kan worden geparameteriseerd, bevat de lijst het onderdeel Invoeren waarde en een lijst van beschikbare parameters voor deze bepaalde entiteit. 6. Selecteer de benodigde parameter. 7. Bevestig met de knop [Enter]. 8. Het Eigenschappenvenster toont nu de naam van de parameter in plaats van de concrete numerieke waarde. Van nu af aan verandert het model van de constructie wanneer de parameter waarde is aangepast in de Parameters manager. Wanneer één parameter wordt gebruikt voor verschillende modelentiteiten, of wanneer bepaalde parameters zijn gedefinieerd met formules, kan het voorkomen dat een verandering van waarde van een enkele parameter leidt tot een uitgebreide verandering van het model. Wanneer goed voorbereid, kunnen parameters erg effectief worden gebruikt voor: analyse van een project waar verschillende varianten moeten worden voorbereid, analyse van een project waar een bepaald niveau van optimalisatie noodzakelijk is, de presentatie van een leerdoel om te tonen wat het effect van een kleine verandering kan zijn, enz. Booleoperatoren in parameters Twee parameters kunnen worden vergeleken en het resultaat van de vergelijking (d.w.z. 0 of 1) kan worden gebruikt voor verdere evaluatie van een geparametreerde formule. - 12 -

Parametrische invoer Laten we parameter A en parameter B aannemen. Laten we verder aannemen dat een andere parameter C alleen mag worden vermeerderd met een bepaalde waarde wanneer A groter is dan B. We kunnen dan bijvoorbeeld de volgende formule schrijven: C = 2 * 5 + (A>B) * 1,25 Wanneer A > B, dan is het resultaat van de bovenstaande formule 2 * 5 + (1) * 1,25 = 11,25. Wanneer A <= B, dan is het resultaat van de bovenstaande formule 2 * 5 + (0) * 1,25 = 10. Voorbeeld Laten we een boog nemen die gedeeltelijk of volledig onderhevig kan zijn aan waterdruk afhankelijk van het eigenlijke waterniveau. Wanneer de boog volledig onder waterniveau is, kan de berekende belasting (gedefinieerd door middel van passende parameters en gebruik makend van de mogelijkheden van booleoperatoren) worden gezien in de onderstaande figuur: Wanneer de boog slechts gedeeltelijk onder waterniveau is, wordt de berekende belasting getoond in de onderstaande figuur: - 13 -

Kapitel 2 Numerieke constanten in parameters gebruiken Er zijn twee typen van "waarden" die parameters kunnen hebben. specifieke waarde (e.g. 10; 5.5; 3.14159265; etc.), formule (e.g. A + B; C + 6.8789; etc.). Voorbeeld Parameter Waarde / Formule Uiteindelijke waarde A 5 B 2.5 C A + B 7.5 D A + 5 10 Opm : Aandacht moet worden geschonken aan eenheden. Wanneer eenheden aangepast voor parameters standaard SI eenheden zijn, hoeft men zich geen zorgen te maken. Echter, wanneer u beslist verschillende eenheden te gebruiken, bijvoorbeeld millimeter voor lengte eenheden, moet u zich bewust zijn van het feit dat de constanten in formules nog steeds worden aangenomen standaard SI eenheden, dus meters, te zijn. Zie de volgende tabel Niet SI-eenheden in parameters Eenheden instelling: Eenheden > Parameters > Lengte Mm Parameter Waarde / Formule Uiteindelijke waarde A 5000 B 2500 C A + B 7500 D A + 3.5 8500 E A + 500 505000 Het project voorbereiden om een op parameter gebaseerd sjabloon te worden Ieder project met gedefinieerde en toegepaste parameters kan worden opgeslagen als een sjabloon. Over het algemeen kan worden gezegd dat geen speciale behandeling nodig is voordat het geparameteriseerde project wordt opgeslagen als een sjabloon. Aan de andere kant, wanneer de gebruiker een beetje tijd besteedt aan het schikken en ordenen van parameters, zal het zich lonen wanneer het geparameteriseerde sjabloon zal worden gebruikt in de toekomst. - 14 -

Parametrische invoer De voorbereidingsfase kan bestaan uit: goed georganiseerde strategie voor de selectie van namen van de parameters, schikking van parameters in groepen (thematisch georiënteerde groepen zoals afmetingen, belastingen, doorsneden), het maken van uitleggende en begeleidende afbeeldingen (de sjablonen kunnen worden begeleid door afbeeldingen die worden weergegeven wanneer de sjabloon worden geopend en de gebruiker wordt gevraagd de sjabloon parameters in te voeren). Manager van parameter groepen De parameters kunnen in de Manager van parameters groepen worden georganiseerd in groepen. Deze manager is weer een bekende Scia Engineer standaard database manager. De parameter groepen kunnen worden gedefinieerd, bewerkt, verwijderd, opgeslagen en gekopieerd. De Parameter groepen manager kan worden geopend: door gebruik te maken van de menufunctie Tools > Model instellingen van parameters, door gebruik te maken van de menuboom functie Tools > Model instellingen van parameters. De groep parameters definiëren Een nieuwe parameter groep kan worden gedefinieerd in het Bewerken van parameter groep dialoogscherm. - 15 -

Kapitel 2 Het dialoogscherm bestaat uit de volgende onderdelen: Naam Beschrijving Beschikbare parameters Geselecteerde parameters Controle knoppen Knop voor afbeelding selectie Het dient voor de unieke identificatie van de groep. Het zorgt voor het verklarende commentaar. Het venster somt alle gedefinieerde parameters op die niet zijn ingepast in een van de bestaande parameter groepen. Deze lijst bevat de parameters ingevoerd in de huidige parameter groep. De knoppen zorgen voor selectie of deselectie van parameters voor de huidige groep. Deze knop stelt de gebruiker in staat om een verklarende afbeelding in te voeren die samen met de groep zal worden opgeslagen. Opm: Iedere parameter kan in alleen één parameter groep worden ingevoerd. - 16 -

Parametrische invoer De procedure voor de definiëring van een nieuwe groep 1. Open de Parameter groepen manager. 2. Klik de knop [Nieuw] aan om een nieuwe parameter groep te maken. 3. Het groep bewerken dialoogscherm opent op het scherm. 4. Type de naam van de groep in. 5. Type de beschrijving in. 6. Gebruik de controle knoppen om de juiste parameters voor de groep te selecteren. 7. Selecteer wanneer mogelijk en nodig, de verklarende afbeelding. 8. Bevestig met [OK]. De op parameters gebaseerde sjabloon opslaan Het geparametriseerde project kan worden opgeslagen als een sjabloon. De procedure voor het opslaan van de sjabloon 1) Start de menufunctie Bestand > Opslaan als. 2) Blader naar de map waar de gebruikerssjablonen zijn opgeslagen; deze map wordt gespecificeerd in het dialoogvenster Instellingen > Opties (zie hoofdstuk Mappen instellingen dialoogscherm. 3) Type de naam van het sjabloonbestand. 4) Voltooi de actie. De op parameters gebaseerde sjabloon openen De procedure voor het openen van de vooraf opgeslagen sjabloon 1. Selecteer de menufunctie Bestand > Nieuw in Scia Engineer. 2. Selecteer op het Nieuw project dialoogscherm het tabblad Gebruiker sjablonen. 3. Zoek en selecteer de sjabloon die u wilt openen. 4. Klik op [OK] om de sjabloon te openen. 5. Het Sjabloon project instellingen dialoogscherm wordt op het scherm geopend. 6. Het aantal tabbladen op het dialoogscherm is gelijk aan het aantal parameter groepen die gedefinieerd zijn in het originele parametrische project vermeerderd met één. 7. Ga door individuele tabbladen en definieert de benodigde parameters. Ieder tabblad toont de afbeelding en begeleidende afbeelding zoals ze zijn gespecificeerd in de Parameter groep manager. 8. Het laatste tabblad zorgt voor de definiëring van standaard project parameters. 9. Bevestig met [OK]. Het project wordt geopend en de sjabloon constructie wordt automatisch gegenereerd op basis van de gedefinieerde parameters. Nu kan het project worden berekend en de resultaten worden geëvalueerd. Aan de andere kant kunnen, wanneer - 17 -

Kapitel 2 nodig, aanpassingen worden gemaakt aan het project en kan de uiteindelijke constructie ver weg liggen van de originele sjabloon. Een normale doorgaande ligger definiëren Als een voorbeeld zullen we hier een model maken van een doorgaande ligger met drie overspanningen. Het model zal dan parametrisch zijn en worden opgeslagen als een parametrisch sjabloon. Door gebruik te maken van standaard Scia Engineer functies maken we een model van een doorgaande ligger met drie overspanningen met volledig starre ondersteuningen. Zorg ervoor dat de eerste knoop in de oorsprong van het globale coördinatensysteem wordt geplaatst (de geometrische parameters die later zullen worden gedefinieerd in dit voorbeeld nemen deze locatie van de ligger aan). Zorg er ook voor dat de ligger parallel is aan de globale X-as. We maken een vier belastinggevallen belasting: een van het eigen gewicht, drie standaard, permanent. We definiëren de belasting van de belastingklassen 2, 3, 4. - 18 -

Parametrische invoer LC 2 LC 3 LC 4 Volgende stap: De parameters specificeren De parameters specificeren Nu gaan we de Parameters manager openen en definiëren de volgende parameters: - 19 -

Kapitel 2 Parameter Type Waarde overspanning 1 Lengte 6 overspanning 2 Lengte 12 overspanning 3 Lengte 18 belasting totaal Lijnbelasting -1000 belasting buiten beg Lijnbelasting -1000 belasting buiten eind Lijnbelasting -1000 belasting binnen beg Lijnbelasting -1000 belasting binnen eind Lijnbelasting -1000 We sluiten de Parameter manager en selecteren de eindknopen van de eerste overspanning. - 20 -

Parametrische invoer In het Eigenschappenvenster selecteren we het onderdeel GCS coördinaten > Coörd X en veranderen zijn inhoud in "overspanning 1" (Door gebruik te maken van de knop met de kleine naar beneden wijzende pijl erop). Op een gelijke manier veranderen we de X-coördinaten van de eindknopen voor de tweede en derde overspanning. We veranderen hun waarden in "overspanning 2" en respectievelijk "overspanning 3". Nu passen we het tweede belastinggeval dat wordt weergegeven in het venster aan. Selecteer alle belastingen en focus weer op het Eigenschappenvenster. We veranderen de belasting waarde in de parameter "belasting totaal". Verder passen we het derde belastinggeval dat wordt weergegeven in het venster aan. Selecteer alle belastingen en focus weer op het Eigenschappenvenster. Eerst veranderen we de Verdeling in Trapez. Dan veranderen we de belasting waarde 1 en waarde 2 in de parameters "belasting buiten beg" en respectievelijk "belasting buiten eind". - 21 -

Kapitel 2 Overeenkomend maken we dezelfde veranderingen met de belasting in het laatste belastinggeval. Hier gebruiken we de parameters "belasting binnen beg" en "belasting binnen eind". Volgende stap: De parameters in groepen schikken De parameters in groepen schikken Als volgende stap gaan we de Parameter groep manager openen. We definiëren twee parameters groepen volgens de afbeelding hieronder. Eerste groep: Tweede groep: - 22 -

Parametrische invoer We maken een afbeelding om de eerste groep te begeleiden. We sluiten de manager en passen een standaard AXO beeld in het grafische venster aan. Gebruik de functie Bestand > Afdrukken afbeelding > Exporteren afbeelding om de tekening in een extern BMP bestand op te slaan. We openen de Parameter groepen manager weer en openen voor het bewerken de Geometrie groep. Door gebruik te maken van de knop [Selecteer afbeelding] bladeren we naar het opgeslagen bestand. Op dit moment hebben we het project voorbereid om te worden opgeslagen als een parametrisch sjabloon. Volgende stap: Het project als een sjabloon opslaan Het project als een sjabloon opslaan We slaan het project op onder de naam "Mijn ligger" door de procedure te volgen die wordt gegeven in het hoofdstuk Het opslaan van de parameter-gebaseerde sjabloon. - 23 -

Kapitel 2 Volgende stap: De sjabloon openen De sjabloon openen Als laatste stap openen we de opgeslagen sjabloon. Roep de functie Bestand > Nieuw op en selecteer het tabblad Gebruiker sjabloon. Selecteer hierop de sjabloon "Mijn ligger". Open het. Ga door de individuele tabbladen en vul de parameters in. - 24 -

- 25 - Parametrische invoer

Kapitel 2 Houdt er rekening mee dat het tweede tabblad Belastingen geen afbeelding toont. Herinnert u dat geen afbeelding is gedefinieerd voor deze parameters groep in ons voorbeeld. Wanneer de parameters zijn gedefinieerd (merk op dat alleen acht getallen moesten worden ingevoerd), wordt het project geopend en wordt een nieuwe doorgaande ligger met drie overspanningen automatisch gemaakt voor uw ogen. Het resultaat voor individuele belastinggevallen zal zijn: LC 2 LC 3 LC 4 Dit is het einde van het voorbeeld - 26 -