Publieksonderzoek Top600 aanpak



Vergelijkbare documenten
Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Campagne De Nieuwe Handhaver

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Het profiel van West

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam?

Naamsbekendheid Ouder- en Kindteams. nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen

Flitspeiling begeleid wonen

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Digitaal Panel West. Meting 9: Buurtgericht Werken II en cultuuraanbod in West. In opdracht van: Stadsdeel West. Projectnummer: 13074

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Digitaal Panel West 2012

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

Evaluatie Duurzaam Amsterdam 2010

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN

Gescheiden inzameling plastic afval

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Werkdruk in het onderwijs

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Zondagsopenstelling in Oud-West

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Ondernemersdagvergunning

Begroting II. Digitaal Panel West, 5 e panelmeting. Projectnummer: In opdracht van: stadsdeel West

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Voorbeeldcase RAB RADAR

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Amsterdam-Noord en de recessie

Samenvatting resultaten onderzoek Zoeklicht

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Bereiks- en waarderingsonderzoek weekbladen Noord

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Onderzoek Babbeltrucs

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Toezichthouders in de wijk

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit.

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

B A S I S V O O R B E L E I D

Openingstijden Stadswinkels 2008

Rapportage straatinterviews. preventief fouilleren. in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving. op 17 februari 2006

Alternatieve geneeswijzen

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Flitspeiling plastic tasjes

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Slachtoffers van woninginbraak

WBK Marktonderzoek Postbus CD Den Haag Tel: KvK Den Haag

Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit.

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving Juni 2010

Arbeidsmarkt Noord. Onderzoek onder de ondernemers van het Digitaal Panel Noord. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Veiligheid in Westerpark

1 Handhaving in Westerpark

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DIENSTVERLENING

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

RAPPPORTAGE ONDERZOEK INBURGERAARS: Starters eerste helft 2013

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober Oktober 2014

Onderzoek APV. Rapportage Onderzoek APV. Utrecht, juni DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick

BURGERPANEL LANSINGERLAND

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Transcriptie:

Publieksonderzoek Top600 aanpak Tweede vervolgmeting In opdracht van: de Bestuursdienst/OOV Projectnummer: 14094 Nienke Laan MSc drs. Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0308 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.os.amsterdam.nl n.laan@os.amsterdam.nl Amsterdam, mei 2014

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Foto voorpagina: Hangjongeren West, fotograaf: Edwin van Eis (2012) 2

Publieksonderzoek Top600 aanpak Inhoud Samenvatting 5 Inleiding 9 1 Bekendheid Top600 aanpak 11 1.1 Spontane bekendheid Top600 toegenomen 11 1.2 Top600 aanpak vooral bekend van krant of televisie 12 1.3 Amsterdammers kennen vooral algemene elementen van aanpak 13 1.4 Aanpak minder bekend bij jongeren en vrouwen 13 2 Steun voor de Top600 aanpak 15 2.1 Meer steun voor verplichte behandeling en ouders aanspreken op gedrag kind 15 2.2 Voorkeur voor preventie toegenomen 16 2.3 Zeven van de tien Amsterdammers hebben vertrouwen in daling criminaliteit 16 2.4 Meningen wederom verdeeld over stageplekken voor Top600 19 2.5 Oordeel over actief aangeboden hulp 20 2.6 Tips aan de burgemeester 21 Bijlage 1 Vragenlijst 23 3

4 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

Publieksonderzoek Top600 aanpak Samenvatting Bekendheid Top600 aanpak iets toegenomen De totale bekendheid van de Top600 aanpak is tussen 2013 en 2014 toegenomen van 48% naar 55%. Met name de geholpen bekendheid is iets toegenomen: in 2014 heeft 36% van de Amsterdammers weleens van de Top600 aanpak gehoord terwijl dit in 2013 nog 27% was. Net zoals in voorgaande jaren is de aanpak minder bekend bij jonge Amsterdammers (16-25 jarigen) en bij vrouwen. Figuur 1 Bekendheid Top600 aanpak, 2012-2014 (procenten) 58% 52% 45% 5% 13% 13% 25% 27% 36% 12% 7% 7% 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 spontane bekendheid met Top600 aanpak gehoord van 'Top600 aanpak' gehoord van 'aanpak tegen 600 meest criminele veelplegers' niet bekend met Top600 aanpak significant toegenomen ten opzichte van 2013 Amsterdammers kennen de aanpak vooral uit de krant of van televisie en kennen met name de algemene elementen van de aanpak. Bijvoorbeeld dat het om veelplegers gaat en dat ze voortdurend worden gevolgd. Voorkeur voor het inzetten op preventie is toegenomen Gevraagd naar welke maatregelen de gemeente het beste in kan zetten om te zorgen dat criminelen niet in de herhaling vallen, heeft preventie de voorkeur onder Amsterdammers. De andere mogelijkheden die hen zijn voorgelegd worden minder vaak genoemd. In vergelijking met 2013 is de voorkeur voor preventie toegenomen en de voorkeur voor zwaarder straffen afgenomen. Figuur 2 Maatregelen die de gemeente het beste in kan zetten, 2012-2014 (procenten) voorkeur maatregelen 1. preventie 2. straf/zorg combi 3. zwaarder straffen 4. sneller straffen 42% 2012 2013 2014 35% 30% 32% 24% 25% 22% 20% 17% 17% 16% 14% preventie straf/zorg combi zwaarder straffen sneller straffen significant toegenomen ten opzichte van 2013 significant afgenomen ten opzichte van 2013 5

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Vertrouwen in effect Top600 aanpak iets toegenomen Zeven van de tien Amsterdammers heeft er vertrouwen in dat de criminaliteit daalt door de Top600 aanpak. In vergelijking met 2013 is het vertrouwen over de effectiviteit iets toegenomen: het aandeel Amsterdammers dat een beetje vertrouwen heeft, is toegenomen van 47% naar 53% en het aandeel dat weinig vertrouwen heeft is iets afgenomen (van 17% naar 13%). Amsterdammers zien vooral een effect op de veiligheid in de stad: 69% is van mening dat Amsterdam een beetje of veel veiliger is geworden door de Top600 aanpak. Over het effect op hun eigen veiligheidsgevoel zijn ze minder positief: 28% voelt zichzelf veiliger nu ze weten dat Amsterdam bezig is met de Top600. Figuur 3 Oordeel over effect Top600 aanpak, 2014 72% beetje/veel Vertrouwen dat door Top600 aanpak criminaliteit in Amsterdam daalt. 69% beetje/veel Door Top600 aanpak wordt Amsterdam veiliger. 28% beetje/veel Door Top600 aanpak voel ik me veiliger. Draagvlak voor actieve hulp bij toekomstperspectief Een meerderheid van de Amsterdammers is positief over het aanbieden van actieve hulp vanuit de gemeente bij het krijgen van onderdak en bij het vinden van werk. Het draagvlak voor hulp bij het vinden van werk ligt iets hoger dan voor hulp bij het vinden van onderdak (respectievelijk 79% versus 67%). Amsterdammers vinden de hulp het waard als daardoor de recidive minder wordt. Wel heeft men zorgen over de consequenties voor gewone burgers in Amsterdam die moeite hebben met het vinden van een woning of werk. Een ruime meerderheid van de respondenten vindt dat in uitzonderlijke gevallen het mogelijk moet zijn om criminelen met ernstige gedragsproblemen verplicht te behandelen en dat ouders meer aangesproken moeten worden op het gedrag van hun kind. In vergelijking met 2013 is dit aandeel toegenomen. Figuur 4 Steun voor elementen Top600 aanpak, 2014 67% goed actieve hulp bij vinden van onderdak* 79% goed actieve hulp bij vinden van werk* 83% eens verplichte behandeling bij ernstige gedragsproblemen 85% eens ouders meer aanspreken op gedrag van hun kind * onder strenge voorwaarden, aan gemotioveerde Top600 personen, na de uitvoer van de straf significant toegenomen ten opzichte van 2013 6

Publieksonderzoek Top600 aanpak Amsterdammers positiever over rol burgemeester in veiligheid van de stad Ruim de helft van de Amsterdammers is van mening dat de burgemeester voldoende werkt aan het veiliger maken van de stad en dit aandeel is toegenomen ten opzichte van de 44% vorig jaar. Over de kwaliteit van de bestrijding van de criminaliteit zijn Amsterdammers verdeeld: ruim een derde is positief en een derde is negatief. Figuur 5 Oordeel algemeen veiligheidsbeleid in Amsterdam, 2014 54% De burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad. 36% De criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden. significant toegenomen ten opzichte van 2013 7

8 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

Publieksonderzoek Top600 aanpak Inleiding In mei 2011 is in Amsterdam de aanpak Top600 van start gegaan. In Amsterdam zijn criminelen actief die meerdere ernstige misdrijven zoals straatroof, overvallen en woninginbraak op hun geweten hebben. Het doel is om ervoor te zorgen dat er grip is op deze groep zodat ze uit de criminaliteit stappen. Om de stad veiliger te maken pakt de gemeente Amsterdam samen met politie, Openbaar Ministerie en 30 andere partners sinds mei 2011 deze groep met voorrang aan. Deze zogenaamde Top600 aanpak richt zich op de 600 plegers van high impact delicten en bestaat uit drie onderdelen: Lik-op-stuk: snel en consequent straffen; Zorg: intensieve zorgbegeleiding; Gezin: voorkomen dat broertjes en zusjes in de criminaliteit belanden. Het Programmabureau van de Top600 aanpak wil graag weten hoe groot de bekendheid en het vertrouwen in de aanpak is. Aan O+S is daarom gevraagd een publieksonderzoek uit te voeren. In 2012 heeft O+S hiervoor de 0-meting uitgevoerd, in 2013 de vervolgmeting. Deze rapportage gaat over de resultaten van de tweede vervolgmeting: de 2-meting. 2012 2013 2014 Onderzoeksopzet De doelgroep van het onderzoek bestaat uit alle Amsterdammers van 18 jaar en ouder. Om een uitspraak te kunnen doen over Amsterdammers was het streven in totaal 750 respondenten te ondervragen. De benadering van bewoners heeft op drie verschillende manieren plaatsgevonden om een zo representatief mogelijke groep respondenten te bereiken. online O+S panel telefonische enquête enquête op straat representatieve respons 9

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Ten eerste zijn leden van het O+S panel uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. De selectie van panelleden in de steekproef is gebeurd op basis van een afspiegeling van de Amsterdammers bevolking als het gaat om leeftijd, geslacht en etniciteit. Er zijn alleen panelleden uitgenodigd die vorig jaar niet hebben meegedaan met het onderzoek. Van deze panelleden hebben er 345 aan het onderzoek deelgenomen, een respons van 55%. Ten tweede zijn 1250 mensen telefonisch benaderd om aan het onderzoek deel te nemen. Van deze mensen zijn er 646 bereikt, waarvan 250 wilden meewerken (39%). Tot slot zijn 190 respondenten op straat geënquêteerd. Deze aantallen komen overeen met de aantallen van de eerste meting. Tabel 1 Respons per methode van dataverzameling bereikt deelname respons online panel 623 345 55% telefonisch 646 250 39% face to face - 190 - totaal - 785 - In totaal hebben 785 Amsterdammers aan het onderzoek deelgenomen. Van hen is ongeveer de helft man (54%) en de helft vrouw (45%). Vergelijkbaar met de Amsterdamse populatie is ruim een derde van de respondenten van niet-westers allochtone herkomst (38%-35%). Verschillende leeftijdscategorieën zijn goed vertegenwoordigd in de onderzoekspopulatie. Vergeleken met de werkelijke populatie hebben er wel iets minder jongere Amsterdammers meegedaan en iets vaker ouderen. De respondenten zijn uit alle zeven stadsdelen afkomstig. Vergeleken met de populatie komt een iets kleiner deel van de respondenten uit stadsdeel West en uit stadsdeel Zuid, en een iets groter deel uit stadsdeel Noord. De onderzoeksgroep is voldoende representatief om in dit onderzoek uitspraken over de Amsterdammers te kunnen doen en globaal groepen te kunnen vergelijken (zoals mannen versus vrouwen). 10

Publieksonderzoek Top600 aanpak 1 Bekendheid Top600 aanpak Op verschillende wijzen is nagegaan in hoeverre de Top600 aanpak bij de Amsterdammers bekend is. Er is achtereenvolgens gekeken naar de spontane bekendheid, de deels geholpen bekendheid en de sterk geholpen bekendheid. De resultaten van deze eerste vervolgmeting en van de eerste meting zullen met elkaar worden vergeleken om te bepalen of de bekendheid van de Top600 is toegenomen. 1.1 Spontane bekendheid Top600 toegenomen Spontane bekendheid Net als in 2013 is eerst gekeken of de respondenten spontaan de Top600 aanpak noemen wanneer hen gevraagd wordt een aanpak te noemen die in Amsterdam wordt ingezet om criminaliteit te bestrijden. Van de respondenten noemt 13% uit zichzelf de Top600 aanpak, net zoals in 2013. Hiernaast geeft 9% van de Amsterdammers spontaan een beschrijving van de Top600 aanpak. Ze noemen bijvoorbeeld de doelgroep van de aanpak ((jonge) veelplegers, draaideurcriminelen) of elementen van de aanpak (het (hinderlijk) volgen, snel straffen, gesprekken met ouders, jonge broertjes of zusjes thuis opzoeken). Zes van de tien respondenten (56%) kan geen aanpak noemen en 22% noemt een andere aanpak, zoals preventief fouilleren, cameratoezicht, meer politie op straat en straatcoaches. De Top600 aanpak wordt meer genoemd dan elk van deze andere aanpakken in de stad. Figuur 1.1 Spontane bekendheid Top600 aanpak, 2012-2014 (procenten) 2014 Top600 aanpak bij naam beschrijving Top600 aanpak een andere aanpak geen aanpak 2013 2012 % 0 20 40 60 80 100 11

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Geholpen bekendheid Om de geholpen bekendheid te kunnen bepalen is aan alle respondenten gevraagd of ze wel eens van de aanpak Top600 gehoord hebben. De bekendheid met de Top600 aanpak neemt bij deze vraag toe tot 48%, in 2013 nam dit toe tot 40%. De 406 respondenten die niet bekend zijn met de Top600 aanpak is ten slotte gevraagd of ze wel eens gehoord hebben van de aanpak tegen de 600 meest criminele veelplegers in Amsterdam. Bij 52 respondenten blijkt dit het geval te zijn. In totaal komt de totale bekendheid van de Top600 aanpak hiermee op 55%, in 2013 was dit 48%. Hiermee is de totale bekendheid van de Top600 iets toegenomen, vooral doordat men meer op de hoogte is van de aanpak, zonder precies de naam te weten. Tabel 1.2 Bekendheid Top600 aanpak, 2012-2014 2012 (n=780) 2013 (n=780) 2014 (n=785) % cum. % % cum. % % cum. % spontane bekendheid 5 5 13 13 13 13 geholpen bekendheid 1* 25 30 27 40 36 48 geholpen bekendheid 2** 12 42 7 48 7 55 niet bekend 58 100 52 100 45 100 totaal 100 100 100 1.2 Top600 aanpak vooral bekend van krant of televisie Net als in 2013 hebben de meeste respondenten die de aanpak Top600 kennen, hierover gelezen in de krant (66%) of ervan gehoord op de televisie (45%), zie figuur 1.3. Vergeleken met 2013 hebben meer respondenten over de Top600 gehoord via de tv (45% tegenover 37%). Voor de overige manieren is er nagenoeg geen verschil met vorig jaar. Amsterdammers die vanuit zichzelf de Top600 aanpak noemen (spontaan bekend) kennen de aanpak relatief wat vaker via internet en collega s of werk dan de Amsterdammers die aangeven wel van de Top600 of de aanpak van 600 veelplegers gehoord te hebben (geholpen bekendheid). Figuur 1.3 Op welke manier van de Top600 aanpak op de hoogte, 2012-2014, meerdere antwoorden mogelijk (procenten) 80 70 60 50 40 30 20 10 % 2012 2013 2014 0 krant tv internet radio collega's vrienden werk buren anders significant toegenomen ten opzichte van 2013 12

Publieksonderzoek Top600 aanpak 1.3 Amsterdammers kennen vooral algemene elementen van aanpak Aan de respondenten die hebben aangegeven dat ze de aanpak Top600 kennen is de open vraag gesteld wat de aanpak volgens hen inhoudt. Algemene kenmerken van de aanpak Net als in 2013 noemen de respondenten vooral algemene kenmerken van de aanpak. Een derde van de Amsterdammers (33%) geeft aan dat volgens hen de Top600 intensief en voortdurend wordt gevolgd. Een kwart van de respondenten (25%) geeft aan dat het bij de aanpak om veelplegers of om de ergste criminelen gaat. Daarnaast wordt preventie door 3% van de respondenten genoemd en zwaarder straffen door 2%. Drie pijlers van de aanpak De drie pijlers van de aanpak worden minder vaak genoemd dan de algemene kenmerken van de aanpak. Pijler 1 (Lik-op-stuk) wordt met 2% het minst vaak genoemd, pijler 2 (combinatie straf/zorg) wordt door 14% genoemd en pijler 3 (broertjes en zusjes en het gezin) wordt door 10% genoemd. Tabel 1.4 Elementen van de Top600 aanpak, meerdere antwoorden mogelijk, 2014, n=431 (procenten) algemene elementen pijlers intensief en voortdurend volgen 34% 1. lik-op-stuk 2% veelplegers, ergste criminelen 25% 2. zorg en begeleiding 14% preventie 3% 3. gezin, broers en zussen 10% zwaarder straffen 2% 1.4 Aanpak minder bekend bij jongeren en vrouwen Net als voorgaande jaren is de Top600 aanpak niet bij alle Amsterdammers in dezelfde mate bekend (zie tabel 1.5). Jonge Amsterdammers zijn minder bekend met de aanpak, 27% van de 16-25 jarigen kent de aanpak tegenover 61% van de Amsterdammers ouder dan 25 jaar. Daarnaast is de aanpak beter bekend bij mannen dan bij vrouwen (62% tegenover 48%). Er is geen verschil in bekendheid tussen bewoners van de verschillende stadsdelen. In 2013 was hier nog wel sprake van. De bekendheid onder bewoners uit het Centrum lijkt iets afgenomen en de bekendheid van bewoners uit Nieuw-West en Oost toegenomen, waardoor de stadsdelen in deze meting nagenoeg vergelijkbaar zijn. 13

14 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek

Publieksonderzoek Top600 aanpak 2 Steun voor de Top600 aanpak Op twee verschillende manieren is in dit onderzoek nagegaan in hoeverre Amsterdammers de aanpak van de Top600 steunen. Ten eerste is de respondenten aan het begin van de vragenlijst gevraagd wat ze van enkele elementen van de Top600 aanpak vinden, zonder hierbij aan te geven dat het om de Top600 aanpak gaat. Ten tweede is de respondenten op een later moment van de vragenlijst (wanneer de respondenten reeds is toegelicht waar de Top600 over gaat) gevraagd wat ze van deze aanpak vinden. 2.1 Meer steun voor verplichte behandeling en ouders aanspreken op gedrag kind De respondenten kregen stellingen voorgelegd over verplichte behandeling en het aanspreken van ouders op het gedrag van een kind. Een meerderheid van de respondenten is het eens met beide stellingen: 83% is van mening dat in uitzonderlijke gevallen het mogelijk moet zijn om criminelen met ernstige gedragsproblemen verplicht te behandelen en 85% is van mening dat ouders meer aangesproken moeten worden op het gedrag van hun kind. In vergelijking met 2013 is steun voor deze stellingen toegenomen. Het aandeel respondenten dat het eens is met de stelling om ernstige gedragsproblemen verplicht te stellen is toegenomen van 74% naar 83%. Daarnaast is het aandeel respondenten dat vindt dat ouders meer aangesproken moeten worden op het gedrag van hun kind toegenomen van 80% naar 85%. Tussen 2012 en 2013 waren respondenten juist iets minder positief over deze stellingen. Figuur 2.1 Mening over verplicht behandelen en ouders aanspreken op het gedrag van kind, 2012-2014 (procenten) 100 80 % helemaal mee eens mee eens 60 40 20 0 2014 2013 2012 2014 2013 2012 In uitzonderlijke gevallen moet het mogelijk zijn om criminelen met ernstige gedragsprobelemen verplicht te behandelen. Ouders moeten meer aangesproken worden op het gedrag van hun kind. neutraal niet mee eens helemaal niet mee eens weet ik niet significant toegenomen ten opzichte van 2013 significant gedaald ten opzichte van 2013 15

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.2 Voorkeur voor preventie toegenomen Aan de respondenten is gevraagd welke maatregelen de gemeente het beste in kan zetten om te zorgen dat criminelen niet in de herhaling vallen. In figuur 2.2 is te zien dat Amsterdammers een voorkeur hebben voor het inzetten op preventie: 42% van de respondenten zou graag zien dat hierop wordt ingezet. De andere mogelijkheden (combinatie van straf met zorg/hulpverlening, zwaarder straffen en sneller straffen) worden minder vaak genoemd (tussen de 14% en 25%). In vergelijking met 2013 is de voorkeur voor preventie toegenomen (van 35% naar 42%) en de voorkeur voor zwaarder straffen afgenomen (van 21% naar 17%). Figuur 2.2 Maatregelen die de gemeente het beste in kan zetten, 2012-2014 (procenten) 45 % 40 35 30 25 20 15 10 5 0 preventie straf/zorg combi zwaarder straffen sneller straffen weet ik niet 2012 2013 2014 significant toegenomen ten opzichte van 2013 significant gedaald ten opzichte van 2013 2.3 Zeven van de tien Amsterdammers hebben vertrouwen in daling criminaliteit 72% heeft vertrouwen in daling criminaliteit Aan de respondenten werd gevraagd of ze er vertrouwen in hebben dat door de Top600 aanpak de criminaliteit in Amsterdam daalt. Driekwart van de Amsterdammers heeft er vertrouwen in dat de criminaliteit daalt door de Top600 aanpak, waarvan 19% er veel vertrouwen in heeft. Respondenten geven als toelichting dat ze denken dat de aanpak werkt en dat (ze hebben gelezen of gehoord dat) de aanpak effectief is. Met name de gecombineerde aanpak en het betrekken van familie zorgen er volgens hen voor dat dit werkt. De respondenten die aangeven helemaal geen vertrouwen te hebben in de aanpak (6%) zijn pessimistisch over de mogelijkheden om criminaliteit aan te pakken, zijn van mening dat de criminaliteit is toegenomen en vinden de aanpak (en het strafrechtelijk systeem in het algemeen) te soft. 16

Publieksonderzoek Top600 aanpak In vergelijking met 2013 is het vertrouwen over de effectiviteit iets toegenomen: het aandeel Amsterdammers dat een beetje vertrouwen heeft, is toegenomen van 47% naar 53% en het aandeel dat weinig vertrouwen heeft is iets afgenomen (van 17% naar 13%). Figuur 2.3 Vertrouwen dat door de Top600 aanpak de criminaliteit daalt, 2012-2014 (procenten) veel vertrouwen een beetje vertrouwen weinig vertrouwen helemaal geen vertrouwen weet ik niet 2014 2013 2012 % 0 20 40 60 80 100 significant toegenomen ten opzichte van 2013 significant gedaald ten opzichte van 2013 69% vindt Amsterdam veiliger 28% voelt zichzelf veiliger Ook is aan de respondenten gevraagd of ze denken dat Amsterdam veiliger wordt door de Top600 aanpak en of ze zichzelf veiliger voelen nu Amsterdam bezig is met de aanpak. Amsterdammers zien vooral een effect voor de veiligheid in de stad: 69% is van mening dat Amsterdam een beetje of veel veiliger is geworden door de Top600 aanpak. Over het effect op hun eigen veiligheidsgevoel zien ze minder positief: 28% voelt zichzelf veiliger nu ze weten dat Amsterdam bezig is met de Top600, 60% voelt zich niet veiliger. In vergelijking met 2013 is er een kleine afname te zien van het aandeel Amsterdammers dat positief is over het effect op de veiligheid in de stad: het aandeel dat denkt dat Amsterdam veel veiliger is geworden door de Top600, is gedaald van 12% in 2013 naar 9% in 2014. 17

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Figuur 2.4 Amsterdam wordt veiliger of ikzelf voel mij veiliger door de Top600, 2012-2014 (procenten) veel een beetje niet weet ik niet zelf veiliger Amsterdam veiliger 2014 2013 2012 2014 2013 2012 % 0 20 40 60 80 100 significant gedaald ten opzichte van 2013 De respondenten die denken dat Amsterdam niet veiliger wordt door de aanpak zijn van mening dat de aanpak geen effect heeft en dat criminaliteit er altijd zal zijn. Antwoorden die zijn gegeven, zijn bijvoorbeeld: De echte jongens pak je hier niet mee. Er blijven boeven komen en gaan. Harde kern is niet verbeterbaar. Het werkt niet, ik zie veel criminaliteit om mij heen. De Amsterdammers die denken dat Amsterdam (op z n minst een voor een deel) veiliger wordt, vinden het fijn dat er in ieder geval iets gebeurd. Daarnaast geven zij aan dat door ook te richten op broertjes en zusjes, je ervoor kan zorgen dat niet meer mensen in de criminaliteit belanden. Antwoorden die zijn gegeven, zijn bijvoorbeeld: Alle beetjes helpen. Als die herhalers weg zijn scheelt dat en als hun broertjes (en zusjes) hen niet opvolgen scheelt dat nog meer. Het moet een combinatie zijn van repressie, preventie en zorg. Dat lijkt redelijk geborgd in deze aanpak. Maar er is geen reden tot al te groot optimisme. De oorzaken van criminaliteit worden nauwelijks aangepakt en de maatschappij verhardt zich. 18

Publieksonderzoek Top600 aanpak 2.4 Meningen wederom verdeeld over stageplekken voor Top600 De respondenten is de vraag gesteld of volgens hen ondernemers stageplekken moeten aanbieden aan de mensen op de lijst van de Top600. Dit is een manier om te zorgen dat de Top600 leden uit de criminaliteit stappen. Bij de huidige meting is de plek van de vraag in de vragenlijst aangepast ten opzichte van eerdere metingen in verband met twee nieuwe vragen die met dit onderwerp te maken hadden. Vandaar dat de resultaten van 2014 niet een-op-een vergelijkbaar zijn met de voorgaande metingen. De meningen over het aanbieden van stageplekken aan Top600 personen zijn verdeeld: 38% vindt dat ondernemers dit moeten doen, 35% vindt dat het er aan ligt en een kwart is het er niet mee eens. Figuur 2.5 Vindt u in dit kader ook dat ondernemers stageplekken moeten aanbieden aan de mensen op de lijst van Top600? 1% 26% 38% ja ligt eraan nee niet ingevuld 35% Respondenten noemen de volgende voorwaarden: Het moet niet verplicht zijn. Top600-personen mogen niet worden voorgetrokken: het mag niet ten koste gaan van gewone werkzoekenden zonder strafblad of van betaalde arbeidsplekken. Alleen met goede begeleiding. 1 fout gelijk weg. Alleen bij grote ondernemingen die deze investering kunnen betalen. Rekening houdend met het misdrijf en de branche van de onderneming. Top600-personen moeten gemotiveerd zijn. Top600-personen moeten geschikt zijn voor het werk. Top600-personen moeten zich houden aan de sociale omgangsvormen binnen een onderneming. Antwoorden die zijn gegeven, zijn bijvoorbeeld: Niet verplicht, wel gestimuleerd. Criminaliteit mag niet lonen. Het vergt nogal wat van mensen, niet iedereen kan de begeleiding aan, dus selectief en geen dwang. Iemand die een winkelier heeft overvallen kun je niet in een winkel stage laten lopen. Ik kan me de terughoudendheid van ondernemers voorstellen vanwege de onbetrouwbaarheid, maar iedereen verdient een tweede kans. 19

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.5 Oordeel over actief aangeboden hulp In de meting van dit jaar zijn twee vragen toegevoegd om het draagvlak te meten voor actieve hulp vanuit de gemeente voor twee belangrijke elementen voor het toekomstperspectief: het hebben van een onderdak en het hebben van werk. Voorafgaande aan de vragen kregen de respondenten de volgende introductie: Uit onderzoek onder de Top600 is gebleken dat het hebben van onderdak en werk de kans verkleint dat iemand opnieuw een delict pleegt. Om deze reden biedt de gemeente (ná de uitvoer van de straf) actief hulp aan gemotiveerde Top600 personen bij het vinden van onderdak en werk. Dit gebeurt onder strenge voorwaarden. Vervolgens is hen gevraagd wat ze ervan vonden dat deze hulp binnen de Top600 aanpak actief wordt aangeboden aan Top600-personen. Een meerderheid blijkt hier positief over. Het draagvlak voor hulp bij het vinden van werk ligt iets hoger dan voor hulp bij het vinden van onderdak (respectievelijk 79% versus 67%). Figuur 2.6 Wat vindt u ervan dat de gemeente aan Top600 personen, na hun straf ook hulp aanbiedt bij het vinden van werk of bij het vinden van onderdak, 2014 (procenten) zeer goed goed neutraal slecht zeer slecht weet ik niet hulp bij vinden van werk hulp bij vinden van onderdak of woning 0 20 40 60 80 100 % Bij beide vormen van aangeboden hulp zijn Amsterdammers positief vanwege het effect: Als het werkt is deze hulp het waard Anders is het dweilen met de kraan open. Het biedt mensen perspectief. Alleen straffen is zinloos. Ook komen er een aantal zorgpunten bij beide vragen terug: Ik heb altijd geleerd dat je dat zelf moet regelen. Geen effect op recidive. Criminelen zijn onverbeterbaar. Dus criminaliteit loont? Waarom van ons belastinggeld? 20

Publieksonderzoek Top600 aanpak Respondenten die de aangeboden hulp bij het vinden van werk een slecht idee vinden verwachten dat Top600 personen niet zullen meewerken, bijvoorbeeld omdat ze meer salaris verwachten. Belangrijkste kritiekpunt voor het aanbieden van hulp bij het vinden van onderdak is dat dit ten koste gaat van andere woningzoekenden. Daarnaast zijn ze bang dat een buurt verloedert, hebben ze geen vertrouwen in de begeleiding en zijn ze van mening dat een Top600-persoon gewoon bij familie kan wonen. 2.6 Tips aan de burgemeester Ruim de helft van de Amsterdammers is van mening dat de burgemeester voldoende werkt aan het veiliger maken van de stad en dit aandeel is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Tabel 2.7 Mening over stellingen Burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad en Criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden, 2012-2014 (procenten) Mening over Burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad 2012 2013 2014 positief 50 44 54 neutraal 21 26 23 negatief 13 14 11 weet ik niet 16 16 12 Mening over Criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden positief 38 37 36 neutraal 30 31 32 negatief 19 19 22 weet ik niet 10 13 10 Figuur 2.8 Mening over stellingen Burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad en Criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden, 2012-2014 (procenten) 100 80 % helemaal mee eens mee eens 60 neutraal 40 niet mee eens 20 helemaal niet mee eens 0 2014 2013 2012 2014 2013 2012 De burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad De criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden weet ik niet 21

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Aan de respondenten is gevraagd of ze nog tips hebben voor de burgemeester als het gaat om de aanpak van de Top600. Er worden veel verschillende tips gegeven, maar het komt in grote lijnen overeen met de tips die in 2013 werden gegeven. De belangrijkste tips zijn: Zo doorgaan; Strenger/zwaarder straffen; Meer politie op straat; Kosten inzichtelijk maken; Meer over de Top600 communiceren; Naar gezinnen blijven kijken, ouders aanpakken. 22

Publieksonderzoek Top600 aanpak Bijlage 1 Vragenlijst 23

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Vragenlijst Verbeteren veiligheid in Amsterdam Goedendag, mijn naam is van Bureau Onderzoek en Statistiek. In opdracht van de burgemeester doet O+S een onderzoek naar het verbeteren van veiligheid in Amsterdam. Zou ik u wat vragen mogen stellen? Het duurt maximaal 5 minuten. 1 We beginnen met een aantal stellingen. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (helemaal niet mee eens, niet mee eens, noch eens noch oneens, mee eens, helemaal mee eens) De burgemeester werkt voldoende aan het veiliger maken van de stad In uitzonderlijke gevallen moet het mogelijk zijn om criminelen met ernstige gedragsproblemen verplicht te behandelen Ouders moeten meer aangesproken worden op het gedrag van hun kind De criminaliteit in Amsterdam wordt goed bestreden helemaal niet mee eens niet mee eens noch (mee) eens, noch (mee) oneens mee eens helemaal mee eens 2 Welke van de volgende maatregelen kan de gemeente Amsterdam volgens u het beste inzetten om te zorgen dat criminelen niet in de herhaling vallen? (1 antwoord mogelijk) 1 2 3 4 Sneller straffen (lik-op-stuk) Zwaarder straffen Straf combineren met zorg of hulpverlening Vooral inzetten op preventie (voorkomen dat jonge criminelen doorgroeien) 3 Kunt u een aanpak noemen die op dit moment in Amsterdam wordt ingezet om de criminaliteit te bestrijden? Respondent spontaan laten antwoorden. Niet helpen! X 4 Heeft u wel eens van de aanpak Top600 gehoord? 1 ja ga naar vraag 6 2 nee weet ik niet 3 5 Heeft u wel eens gehoord van de aanpak tegen de 600 meest criminele veelplegers in Amsterdam? 1 ja 2 nee ga naar Toelichting Top600 (onder vraag 7) 3 weet ik niet ga naar Toelichting Top600 (onder vraag 7) 6 Op welke manier heeft u over de aanpak Top600/aanpak tegen de 600 meest criminele veelplegers in Amsterdam gehoord? (meerdere antwoorden mogelijk) 24 1 2 3 4 5 6 7 8 vrienden collega's buren krant radio tv internet anders, namelijk:

Publieksonderzoek Top600 aanpak 7 Wat houdt de aanpak Top600/aanpak tegen de 600 meest criminele veelplegers in Amsterdam volgens u in? Respondent spontaan laten antwoorden. Niet helpen! X TOELICHTING TOP600 We willen de Top600 aanpak nu graag iets nader toelichten. In Amsterdam zijn criminelen actief die meerdere ernstige misdrijven zoals straatroof, overvallen en woninginbraak op hun geweten hebben. Om de stad veiliger te maken pakt de gemeente Amsterdam samen met politie, Openbaar Ministerie en 30 andere partners sinds maart 2011 deze groep met voorrang aan. Deze zogenaamde Top600 aanpak richt zich op de 600 meest criminele veelplegers en bestaat uit drie onderdelen: lik-op-stuk (snel en consequent straffen), Zorg (intensieve zorgbegeleiding) en het gezin (voorkomen dat broertjes en zusjes in de criminaliteit belanden). Het doel is om ervoor te zorgen dat er grip is op deze groep zodat ze uit de criminaliteit stappen. 8 In hoeverre heeft u er vertrouwen in dat door de Top600 aanpak de criminaliteit in Amsterdam daalt? 1 2 3 4 5 veel vertrouwen een beetje vertrouwen weinig vertrouwen helemaal geen vertrouwen weet ik niet 9 Zou u uw antwoord willen toelichten? X 10 Denkt u dat Amsterdam veiliger wordt door de Top600 aanpak? 1 2 3 4 ja, veel veiliger ja, een beetje veiliger nee weet ik niet 11 Zou u uw antwoord willen toelichten? X 12 Voelt u zich veiliger nu u weet dat Amsterdam bezig is met de Top600 aanpak? 1 2 3 4 ja, veel veiliger ja, een beetje veiliger nee weet ik niet 13 Zou u uw antwoord willen toelichten? X 25

Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Uit onderzoek onder de Top600 is gebleken dat het hebben van onderdak en werk de kans verkleint dat iemand opnieuw een delict pleegt. Om deze reden biedt de gemeente (ná de uitvoer van de straf) actief hulp aan gemotiveerde Top600 personen bij het vinden van onderdak en werk. Dit gebeurt onder strenge voorwaarden. 14 Wat vindt u ervan dat de gemeente aan Top600 personen, na hun straf, ook hulp aanbiedt bij het vinden van onderdak of een woning? 1 zeer goed 2 goed 3 neutraal 4 slecht 5 zeer slecht weet ik niet 6 15 Zou u uw antwoord willen toelichten? X 16 Wat vindt u ervan dat de gemeente aan Top600 personen, na hun straf, ook hulp aanbiedt bij het vinden van werk? 1 zeer goed 2 goed 3 neutraal 4 slecht 5 zeer slecht weet ik niet 6 17 Zou u uw antwoord willen toelichten? X 18 Vindt u in dit kader ook dat ondernemers stageplekken moeten aanbieden aan de mensen op de lijst van Top600? 1 2 3 ja ligt eraan, namelijk: nee 19 Heeft u nog tips voor de burgemeester als het gaat om de aanpak van de Top600? X 20 Tot slot wil ik u nog enkele achtergrondvragen stellen. Wat is uw leeftijd? 21 Wat is uw postcode? 26

Publieksonderzoek Top600 aanpak 22 Wat is. uw geboorteland geboorteland moeder geboorteland vader Nederland 1 1 1 Suriname 2 2 2 Nederlandse Antillen of Aruba 3 3 3 Turkije 4 4 4 Marokko 5 5 5 Europa (inclusief voormalige Sovjet-Republiek) 6 6 6 VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland, overig Oceanië, Japan, 7 7 7 Indonesië, Nederlands Indië overig Azië, overig Midden- en Zuid-Amerika, overig Afrika 8 8 8 onbekend (geen antwoord) 9 9 9 23 ENQ.: Noteer geslacht. 1 2 man vrouw Dit waren onze vragen. Hartelijk dank voor uw medewerking. 27