Zal ik me even voorstellen?

Vergelijkbare documenten
de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Gezond thema: DE HUISARTS

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Wat eten we vanavond?

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

monoloog voor een dood meisje Heleen Verburg

werkbladen thema 4 gezondheid

Introducties telefonisch interview

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Het gestolen schilderij. door Nellie de Kok

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Het thema van deze les is Gezondheid. Dit is Les 1 Beginners. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Les 33. Zwangerschap

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. Onderstreep nu de werkwoorden in je zinnen.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Foto s : Peter Flaton Tekst : Rob Schreuder

07 Simon, de tovenaar

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. SPREKEN NIVEAU A1

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Op zoek naar de stal...

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Take a look at my life week 5&6

Fleur Wakkermuis, klas 7B. Geronimo Stilton En het geheim van het verborgen Eiland

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 10 Vrienden

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Als ik vrijdagmiddag uit school kom, staat mijn moeder in de keuken. Ze heeft twee grote bood schappentassen vol lekkers gekocht voor het weekend en

ah. ik ben pyjama. aangenaam! lou!

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

rivier diep berg hoog Robert van Dijk

De kippendief. door Nellie de Kok

HALLO! HOE GAAT HET MET JOU?

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

Thema Op zoek naar werk

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Thema In en om het huis.

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Patiënt weigert medicijnen in te nemen. Probleemoplossend gesprek

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

ZWAAR VERLIEFD. Chantal van Gastel. in makkelijke taal

Titel van de sketch: WAAR ZIJN DE KADOOTJES?

Hoe lang duurt geluk?

is dat alles? nee. je snoeit de ranken terug tot vier of vijf ogen, niet meer. hoe oud zijn je druiven? dit is verkwikkender dan je tekentafel, hè?

Lesbrief 8. Een taxi bellen

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Les 4. De fysiotherapeut.

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Lesbrief 6. Gezondheid

Thema Informatie vragen bij een instelling

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical)

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Transcriptie:

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 1 Zal ik me even voorstellen? Informeel Hallo, ik ben Els. Mijn naam is Els Verburg. En wie ben jij? Ja, ik ben de docent. Uit welk land kom jij? Hallo Els, ik heet Marcos de Falla. Ben jij de docent? Ik kom uit Spanje. Maar ik woon nu in Arnhem. In welke straat woon je? Welkom hier Marcos! Ik woon in de Steenstraat. Op nummer 31. Dank je! Formeel 3 personen K: Dag, mevrouw Kramer. V: Goedemorgen, Verdonk. K: Aangenaam, hoe maakt u het? V: Goed, dank u. K: En dit is collega Van de Berg. V: Aangenaam, Verdonk, hoe maakt u het? vdb: Prima, dank u.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 1 Zal ik me even voorstellen? Vul zelf in en speel na. Informeel Hallo, ik. Mijn naam. En wie? Hallo, ik. Ben jij de? Ja, ik ben. Uit land jij? Ik. Maar ik nu. In welke straat w? Ik woon in. Op nummer. Welkom hier! Dank! Informeel 3 personen Dag,. Goedemorgen,. Aangenaam, hoe m het? Goed, d. En dit is co. Aangenaam,, hoe u t? Prima, d.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 1 Hallo, hoe gaat het? Informeel 4 personen Hallo Els, hoe gaat het? Wel goed, en met jou? Hé Tasja, hoe gaat het? Ja prima, en met jou? Ha die Gerard, hoe gaat ie? Heel goed. Ja, best hoor, en jij? Informeel Hallo, hoe is t met jou? Heel goed, dank je. Gaat wel, beetje druk. En hoe gaat t met jou? Druk? Nee, niet zo, t gaat wel. Geen koffie? Sorry, ik moet gaan, tot ziens. Nee, sorry, ik ben te druk. Dag, tot ziens. Ja, dag, tot gauw. Werkse! Bedankt, jij ook.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 1 Zal ik me even voorstellen? Vul zelf in en speel na. Informeel 4 personen Hallo..., hoe g? Wel goed, en? Hé..., hoe g? Ja prima, en? Ha die..., hoe gaat? Ja, hoor, en jij? Heel. Informeel Hallo, hoe is? wel, beetje d. En hoe gaat t? Heel g, je. Druk? Nee, niet zo, t g. Ik m, tot ziens. Geen k? Nee, sorry, ik ben t. Dag, tot. Ja, dag, tot gauw. W! Bedankt, jij o.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 3 Duidelijker en langzamer Zeg, spreek je al Nederlands? En hoe gaat dat? En hoe vind je het? Wat zeg je? Is het zo beter? Wat zeg je? Is het zo beter? Een beetje, ik heb les. Dat gaat wel hoor. Sorry, kun je iets langzamer spreken? Kun je iets langzamer spreken? Ja, maar kun je iets duidelijker spreken? Kun je iets duidelijker spreken? Ja, zo is het goed. Wat wilde je weten? Hoe vind je de Nederlandse taal? Soms moeilijk, soms makkelijk. Maar sorry, ik moet gaan. Tot ziens. Ja, tot ziens en succes met de les!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 3 Duidelijker en langzamer Vul zelf in en speel na. Zeg, spreek je al een? Een. En hoe g? Dat g. En hoe v het? Sorry, kun je spreken? Wat z? Kun je? Is het z? Wat zeg je? Ja, maar kun je spreken? Kun je iets? Is het? Ja, zo. Wat je weten? Hoe vind? Soms, soms. Maar sorry, ik moet gaan. Tot ziens. Ja, tot en de les!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 4 Allemaal vragen Hallo, wanneer werk je? Hoeveel werk je? Nou zeg, da s veel! Da s echt veel! Alle dagen van de week. Behalve in het weekend. Nou wel 50 uur per week. Ja, zeg dat wel. Dat kun je wel zeggen. En wanneer heb je taalcursus? Hoe lang duurt een les? Heb je ook huiswerk? O, da s niet zo veel. Dat valt mee. Op dinsdag- en donderdagavond. Van vijf tot zeven. Ja, wel 4/5 uur per week. Dat valt mee? Dat valt niet mee, ik ben heel druk. Da s waar, natuurlijk. Maar nu is het weekend! Jij ook. Doe rustig aan! Ja, prettig weekend

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 4 Allemaal vragen Vul zelf in en speel na. Hallo, wanneer? Alle d week. in het weekend. Hoeveel w? Nou... wel 50. Nou zeg, d!! Da s veel! Ja, zeg. Dat k wel zeggen. En wanneer h taalcursus? Op. Hoe l een les? Van. Heb je ook h? Ja, wel. O, d veel. Dat mee. Dat valt? Dat niet, ik ben heel druk. Da s, natuurlijk. Maar n weekend! Ja, p! Ja, jij ook. Doe aan.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 5 Schiet eens op! Ada, ben je klaar? Jaaaa, ik douche. Ik kom zo! Ada, ben je nú klaar? Schiet eens op! Já-aa, rustig maar. Even mijn haar doen. Hé Ada, schiet nou op! We komen laat. Já-aa, hou nou op. Ik kom d r aan. Ada, schiet op! Schiet nou eíndelijk eens op! Já-aa. Ik kleed me snel aan. Ik kom zo. Ada, ik ga, ik wacht niet meer hoor. Nee, nee, ik ben d r al Kijk Jan, hoe vind je me? Eindelijk ben je klaar! Maar Ada, je hebt groen haar! Oh? Is dat zo? Momentje, ik ben direct weer terug

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 5 Schiet eens op! Vul zelf in en speel na. Ada, ben? Jaaaa, ik douche. Ik k. Ada, ben je nú klaar? S op! Já-aa, maar. Even doen. Hé Ada, schiet! We komen laat. Já-aa, h op. Ik kom d r aan. Ada, schiet op! Schiet eens op! Já-aa. Ik k snel aan. Ik kom zo. Ada, ik ga, ik w meer hoor. Nee, nee, ik b Kijk Jan, hoe vind je me? E ben je klaar! Maar Ada, je hebt groen haar! Oh? Is? Momentje, ik ben direct weer terug

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 6 Hé, wat ga jij doen? Hé, wat ga jíj doen? Ik ga even boodschappen doen. Ik heb iets nodig. Ga je mee? Nee, nee, ik heb een bespreking. Wát heb je? Een bespreking, met de afdeling. Maar ik moet eerst nog wat lezen. Wát moet je doen? Lezen, een verslag lezen. Wat voor verslag? Gewoon, een verslag van de vorige bespreking. Dat ga ik nú doen! Hoe bedoel je? Van wat voor winkel? Kan ik iets voor je meenemen? Nou... iets van de winkel. Van de supermarkt. Van welke supermarkt? Van super de Boer. Nee, dank je, laat maar, mij te duur. Ik doe straks zelf wel even boodschappen. Okay, prima, ga je gang! Zoals je wilt. Dus ik neem geen lekker broodje kaas mee? Nee,nee, laat maar, ik word te dik. Goed, ik ben al weg...

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 6 Hé, wat ga jij doen? Vul zelf in en speel na. Hé, wat g doen? Ik ga even b doen. Ik heb iets n. Ga je mee? Nee nee,ik heb zo een b. Wát je? Een bespreking, met de a. Maar ik m eerst nog wat lezen. Wát moet je d? Lezen, een v lezen. Wat v verslag? Gewoon, een verslag de vorige bespreking. Dat ga ik nú doen! k ik iets voor je meenemen? Hoe b je? Nou... iets de winkel natuurlijk. Van w winkel? Van supermarkt. Van w supermarkt? Van super de Boer. Nee, dank je, te duur. Ik doe straks z wel even boodschappen. Okay, prima, ga je! Zo je wilt. Dus ik n ook g lekker broodje kaas mee? Nee,nee, l maar, ik word te dik. Goed, ik al weg...

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 8 Uit eten Zullen we hier gaan eten? Ja prima, dat lijkt me leuk! Zullen we daar gaan zitten? Ja okay, ik vind het goed. Zullen we de ober roepen? Ja, goed. Roep jij hem maar. OBER... kunnen we de menukaart krijgen? Even kijken. Zullen we die kippensoep nemen? Ja, goed idee, dat lijkt me lekker. En... zullen we dan dat Italiaanse gerecht doen? Ja, prima, laten we dát doen. En een toetje? Zullen we ijs met slagroom bestellen? Ja hoor, dat lijkt me heerlijk. OBER kunnen we bestellen? We willen graag. MMM echt lekker. Smaakt het jou? Jazeker, echt lekker. Wat een heerlijk ijsje is dit. Smaakt het jou? Ja nou! Heerlijk. Zo... zullen we nu betalen? Ja, laten we dat doen. Betaal jij dan even? Nee, dát vind ik geen goed idee!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 8 Uit eten Vul zelf in en speel na. Zullen we h eten? Ja prima, dat l me leuk! Zullen we daar gaan z? Ja okay, ik vind h goed. Zullen we de ober r? Ja, goed. Roep jij h maar. OBER... kunnen we de menukaart k? Even k. Zullen we die kippensoep n? Ja, goed idee, dat l me lekker. En... zullen we dan dat Italiaanse gerecht d? Ja, prima, l we dát doen. En een toetje? Zullen we ijs met slagroom b? Ja hoor, d lijkt me heerlijk. OBER... k we bestellen? We willen graag. MMM... echt lekker. S het jou? Jazeker, e lekker. Wat een heerlijk ijsje is dit. S het jou? Ja n! H. Zo... z we nu betalen? Ja, l we dat doen. B jij dan even? Nee, dát vind ik g goed idee!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 10 Wat een rotweer Ha die Martin, lekker weertje he? Zeg dat wel! Wat een koud rotweer. Hoe bedoel je? Lekker toch, een beetje regen? Nou en? Nee, niks lekker, ik heb vandaag vrij! Ik wilde met de kinderen gaan zwemmen! Nou en, ga maar lekker zwemmen. Maar het regent dat het giet! Dat gaat zo niet. Nou, geen probleem toch? Water genoeg. Nou zeg, wat ben jíj leuk! Wat een hitte! Goeiemorgen buurman. Hallo Martin, lekker geslapen? Lekker geslapen? Helemáál niet, wat een hitte! Mmmm, juist lekker, die warmte. Pffffffff... mij veel te benauwd man, geef mij maar een lekker buitje regen. Eindelijk mooi weer en dan is het wéér niet goed.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 10 Wat een rotweer Vul zelf in en speel na. Ha die Martin, lekker w he? Zeg dat wel! Wat een k. Hoe b? Lekker toch, een beetje regen? Nee, niks lekker, ik heb vandaag! N en? Ik w met de kinderen g zwemmen! Nou en, ga m lekker zwemmen. Maar het regent dat het g! Dat gaat z niet. Nou, geen probleem t? Water genoeg. Nou zeg, wat ben jíj l! Wat een hitte! Vul zelf in en speel na. Goeiem buurman. Hallo Martin, lekker g? Lekker geslapen? H niet, wat een hitte! Mmmm, j lekker, die warmte. Pffffffff. mij veelste b man, geef mij maar een lekker regen! E mooi weer en dan is het wéér niet goed.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 12-1 O jee, nee toch? Kan ik u helpen? Anders nog iets? 2 Kroppen sla graag. Heeft u ook gele paprika s? Nee, het spijt me, die zijn op. Doet u dan maar 2 rode. Alstublieft, 2 mooie rooie. Dat was het? Eh wat was dat ook al weer? O ja, 1 aubergine. Mogen het er 2 zijn? Twee voor 2 euro vandaag! Goed, doet u maar 2. Dat is alles. Dat is dan 3 euro 60 alstublieft. Probleempje? Een momentje... o jee, waar is ie nou? Tjeetje Ja, dat kun je wel zeggen. Mijn portemonnee is kwijt. O jee, da s niet zo leuk. Misschien ligt ie thuis? O ja, ik moet even bellen. O jee, nee toch, mijn mobiel is óók kwijt. Mevrouwtje, mevrouwtje toch...

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 12-1 O jee, nee toch? Vul in en speel na. Kan ik u h? 2 K sla graag. A nog iets? Heeft u ook gele p? Nee, het s me, die zijn op. Doet u dan m 2 rode. Alstublieft, 2 mooie rooie. Dat het? Eh ja... wat was dat weer? O ja, 1 aubergine. M het er 2 zijn? Twee voor 2 euro vandaag! Goed, d u maar 2. Dat is alles. Dat is dan 3 euro 60 als. Een m... o jee, waar is ie nou? Tjeetje Pro? Ja, dat wel zeggen. Mijn portemonnee is kwijt. O jee, niet zo leuk. Misschien ligt ie thuis? O ja, ik m even bellen. O jee, nee toch, mijn mobiel is ó kwijt. Mevrouwtje, mevrouwtje toch...

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 12-2 Mag ik hem ruilen? Goedemiddag, kan ik u helpen? Prima, gaat uw gang. Ik wil graag even rondkijken. (Je ziet een mooie broek, maar jouw maat hangt er niet.) Mevrouw, heeft u deze broek in mijn maat? Dat hangt ervan af, welke maat heeft u? Maat... denk ik. Mag het een andere kleur zijn? Dat hangt ervan af, welke kleuren heeft u? We hebben wél donkerblauw en bruin in uw maat. Daar zijn de pashokjes.... En, hoe zit ie? Goed, dan pas ik de blauwe even. Waar kan ik passen? Kijkt u maar, hij zit iets te strak, heeft u een maat groter? Nee, het spijt me, die heb ik niet. Maar ik heb wel dít model. Mmmm, ook mooi, maar wat kost dat model eigenlijk? Honderdnegentien euro vijftig. Nee, dat is me te gek. Dan doe ik toch maar deze. Ik val wel een paar kilo af. Mag ik hem wél ruilen? Tja, dat hangt ervan af. Alleen met de bon en binnen 8 dagen.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 12-2 Mag ik hem ruilen? Vul in en speel na. Goedemiddag, k u helpen? Ik wil graag even r. Prima, g gang. (Je ziet een mooie broek, maar jouw maat hangt er niet.) Mevrouw, heeft u d in mijn maat? Dat hangt af, welke maat heeft u? M denk ik. Mag het een a kleur zijn? Dat h ervan af, welke kleuren heeft u? We h wél donkerblauw en bruin uw maat. Goed, dan p ik de blauwe even. Waar kan ik passen? Daar zijn de p.... En, hoe zit ie? Kijkt u maar, hij zit iets te s, heeft u een maat groter? Nee, het s me, die heb ik niet. Maar ik heb wel dít model. Mmmm, ook mooi, maar wat k dat model eigenlijk? Honderdnegentien vijftig. Nee, dat is me te g. Dan doe ik toch maar d. Ik v wel een paar kilo af. Mag ik hem wél r? Tja, dat hangt ervan. Alleen met de bon en binnen 8 dagen.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 14 Heb je al...? Hé Wim, heb je al iets gehoord? Wat gehoord? Over je verblijfsvergunning? Nee, nog niks. Ha die Ellie, heb je hem al geschreven? Wie of wat geschreven? Je sollicitatiebrief naar dat bedrijf? O, die brief? Nee, k heb helemaal geen tijd gehad. Hoi Evert, heb je het gedaan? Wat gedaan? Je vergunning aangevraagd? O, dat. Ja, maar heb nog geen bericht gekregen. Hallo Murat, heb je het goed gemaakt? Wat gemaakt, wat bedoel je? Je inburgeringsexamen natuurlijk! O, dat ja, maar ik ben gezakt! Ach, wat jammer voor je. Greet, hoe is het afgelopen? Waar heb je het over? Wat afgelopen? Je rijexamen, is het goed gegaan? Ja, ik ben geslaagd. Wow, van harte gefeliciteerd! EN..? Ben je nog gegaan? Waar naar toe gegaan? Naar Rome! Ben je er geweest? Ja, maar da s al zo lang geleden dat ik daar geweest ben. Hé Rita, stop eens even. Heb je hem al gekocht? Gekocht, gekocht? Help me even. Die dure jas die je had gezien. O die. Ja, ik heb hem aan! O is dat m? Staat je prachtig. Te gek!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 14 Heb je al...? Vul in en speel na. Hé Wim, heb je al i gehoord? Wat g? O je verblijfsvergunning? Nee, n niks. Ha die Ellie, heb je h al geschreven? Wie of wat g? Je sollicitatiebrief naar dat b? O, die brief? Nee, k heb helemaal geen tijd g. Hoi Evert, h je het gedaan? Wat g? Je vergunning aang? O, dat. Ja, maar heb nog geen bericht g. Hallo Murat, heb je h goed gemaakt? Wat g, wat bedoel je? Je inburgeringsexamen n! O, dat ja, maar ik ben g! Ach, wat j voor je. Greet, hoe is h afgelopen? Waar heb je het over? Wat a? Je rij-examen, is het goed ge? Ja, ik ben ges. Whow, van h gefeliciteerd! EN...? B je nog gegaan? Waar n t gegaan? Naar Rome! Ben je er gew? Ja, maar da s al lang gel dat ik daar geweest ben. Hé Rita, stop eens even. Heb je h al gekocht? Gekocht, gekocht? H me even. Die dure jas die je had gez. O die. Ja, ik heb h aan! O is dat m? Staat je pr. Te gek!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 15 Een interessante bespreking PFFFF, tjonge jonge, dat duurde lang! Wat duurde lang? Wat bedoel je? De vergadering! Die duurde ontzettend lang. Nee, niks bijzonders. Nee, niets bijzonders. Hebben jullie veel besproken? Hebben jullie iets besloten? Heb je informatie gekregen over het nieuwe project? Nee, daar hadden we geen tijd meer voor. Heb je het nog gevraagd? Wat gevraagd, wat bedoel je? Heb je gevraagd over het bedrijfsuitje? O wat stom, helemaal vergeten, niet aan gedacht! Nou zeg, da s zeker stom van je. Heb je soms zitten slapen in die vergadering? Ach, het valt toch wel mee, ik vraag het de volgende keer. Te laat, ik ga er zelf wel achteraan.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 15 Een interessante bespreking Vul zelf in en speel na. PFFFF, tjonge jonge, dat d lang! Wat d lang? Wat bedoel je? De verg! Die duurde ontzettend lang. Hebben jullie veel bes? Nee, niks bij. Hebben jullie iets besl? Nee, n bijzonders. Heb je informatie gek over het nieuwe project? Nee, daar hadden we geen tijd meer. je het nog gevraagd? Wat gevraagd, wat be je? Heb je gevraagd het bedrijfsuitje? O wat stom, helemaal vergeten, niet aan ge! Nou zeg, da s zeker stom je. Heb je soms zitten in die vergadering? Ach, het toch wel mee, ik vraag het de volgende keer. Te laat, ik ga er wel achteraan. Let op, ook dit is voltooide tijd (perfectum): Ik heb zitten slapen. Hij geeft liggen lezen. Ik heb lopen denken. Ik heb staan roken. Ik ben gisteren wel gaan werken (Ik ben even iets komen drinken). Dit kan alleen met de werkwoorden: zitten/lopen/staan/liggen/gaan (en soms met komen).

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 17 Waar heeft u last van? Waarmee kan ik u helpen? Waar zit de pijn precies? Ik heb zo n last van mijn rug. Hier linksonder. Wat voor pijn is het? Het steekt als ik opsta en beweeg. Goed, ik geef u paracetamol. Wat zijn uw klachten? Ik ben zo benauwd, ik krijg bijna geen adem. Ademt u eens diep? Goed zo, ik heb het al gehoord. Ik geef u een verwijsbrief voor de specialist. Wat is er aan de hand? Ik heb zo n buikpijn. Wat voor pijn is het? Het zijn krampen, echt heel erge krampen. Sinds wanneer heeft u dat? Sinds... oh dokter, waar is het toilet? Wat scheelt eraan mevrouw? Ik ben s ochtends zo misselijk dokter. Ik moet dan ook overgeven. En ik heb zo n dikke buik. Misselijk? Overgeven? Kunt u...zou u misschien... eh... zwanger kunnen zijn? Tja. Nee dokter, absoluut niet, mijn man is al 9 maanden weg.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 17 Waar heeft u last van? Vul in en zeg na. Waar kan ik u helpen? Ik heb zo n last van mijn r. Waar z de pijn precies? Hier linkso. Wat voor pijn is h? Het st als ik opsta en beweeg. Goed, ik g u paracetamol. Wat zijn uw kl? Ik ben zo benauwd, ik kr bijna geen adem. Ademt u eens d? Goed zo, ik heb h t al gehoord. Ik geef u een verwijsbrief voor de sp. Wat is er de hand? Ik heb zo n b. Wat pijn is het? Het zijn krampen, echt heel e krampen. S wanneer heeft u dat? Sinds oh dokter, waar is toilet? Wat sch eraan mevrouw? Ik ben s ochtends zo m dokter. Ik moet dan ook over.en ik heb zo n dikke buik. Misselijk? Overgeven? Kunt u... zou u misschien... eh... zw kunnen zijn? Tja. Nee dokter, ab niet, mijn man is al 9 maanden weg.

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 21 Hoe vind je Nederland? Hé Olga, lang niet gezien. Hoe gaat het? Dank je, prima. En met jou? Uitstekend! En hoe bevalt het je in Nederland? Ja eh... wel goed. k Ben al aardig gewend. En ken je Nederland ondertussen al een beetje? Ja, zeker wel. k Ben bijna overal geweest. Zo en vind je het mooi? Jawel, maar mijn land is mooier. Vind je Nederland te plat misschien? Nou ja, mijn land is veel minder plat, we hebben bergen. En vind je Nederland te klein? Ja, mijn land is veel groter natuurlijk. Zeg eens, vind jij Nederland te vol? Ja, Nederland is volgens mij bijna het volste land ter wereld. Vind jij Nederland een veilig land? Aan de ene kant: ja. Aan de andere kant: Nee, want het water gaat stijgen! Zeg Olga, misschien kun je beter teruggaan naar je geboorteland! Nee, nee, dat niet. Ik wil hier graag blijven!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 21 Hoe vind je Nederland? Vul in en speel na. Hé Olga, lang n g. Hoe gaat het? Dank je, prima. En m jou? Uit! En hoe bevalt het je in Nederland? Ja eh... wel goed. k Ben al aardig ge. En k je Nederland ondert al een beetje? Ja, z wel. k Ben bijna overal geweest. Zo en vind je h mooi? Jawel, maar mijn land is m. Vind je Nederland te p misschien? Nou ja, mijn land is veel m plat, we hebben bergen. En v j Nederland te klein? Ja, mijn land is v g natuurlijk. Zeg e, vind jij Nederland te vol? Ja, Nederland is volgens mij bijna het v land ter wereld. Vind jij Nederland een v land? Aan de e kant: ja. Aan de a kant: Nee, want het water gaat stijgen! Zeg Olga, misschien kun je b teruggaan naar je geboorteland! Nee, nee, d niet. ik wil hier graag b!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 26 Geslaagd? Ha die Martha, ook bijna vakantie? Wanneer doe je dat? Ja, maar ik moet eerst nog examen doen. Volgende week maandag en dinsdag. Nou, veel succes hoor. Ik hoop dat je slaagt. Ja bedankt. Duim maar voor me! Hoi Martha, hoe is het examen gegaan? Ging t goed? Nou, ik weet het niet hoor. Ik twijfel. Nou, hopelijk ben je geslaagd. Het valt vast wel mee. Tja, we zullen zien... Hé Martha, heb je de uitslag al? Ja, ik ben gisteren gebeld. En? Geslaagd? Nee, ik ben gezakt verdorie Ach wat jammer, wat vervelend. En nu? Over 2 maanden doe ik een herexamen. Nou, dat gaat vast en zeker goed. Je zult zien dat je slaagt! Tja, ik hoop het wel natuurlijk. En Martha, is het nu gelukt? Ben je geslaagd? Yes! Het herexamen viel mee. Ik ben zelfs heel goéd geslaagd. Wow, fantastisch, wat heerlijk voor je. En nu? Nu eerst op vakantie natuurlijk. Lekker weg uit Nederland. Nou, dat lijkt míj ook wel wat. Ik wens je een prettige vakantie. Ík moet naar school leren, leren, leren. Okay. Veel succes hoor, jij liever dan ik!

Nederlands voor buitenlanders Spreken bij Les 26 Geslaagd? Vul in en speel na. Ha die Martha, ook b vakantie? Ja, maar ik m e nog examen doen. Wanneer d je dat? V week maandag en dinsdag. Nou, veel s hoor. Ik hoop, dat je sl. Ja bedankt. D maar voor me! Hoi Martha, hoe is het examen g? Ging t goed? Nou, ik weet het niet hoor. Ik tw. Nou, hopelijk ben je g. Het valt vast wel mee. Tja, we z zien... Hé Martha, heb je de ui al? Ja, ik ben gisteren. En? Ge? Nee, ik ben gezakt ver Ach wat jammer, wat v. En nu? Over 2 maanden doe ik een h. Nou, dat gaat v en z goed. Je zult zien dat je slaagt! Tja, ik hoop het w natuurlijk. En Martha, is het nu ge? Ben je geslaagd? Yes! Het herexamen v mee. Ik ben zelfs heel goéd geslaagd. Whow, fantastisch, wat h voor je. En nu? Nu eerst op v natuurlijk. Lekker weg uit Nederland. Nou, dat l míj ook wel wat. Ik w je een prettige vakantie. Ík moet naar school leren, leren, leren. Okay. Veel succes hoor, jij l dan ik!