Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical)

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical)"

Petrus de Vries
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1. Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical) Ik ben Jip - I am Jip Ik ben Janneke - I am Janneke En we wonen naast elkaar - And we live beside each other Hij heet Jip - His name is Jip - He is called Jip - llamarse Jip Zij heet Janneke - Her name is Janneke - She is called Janneke - llamarse Janneke En we spelen soms bij hem - And we play sometimes by him en soms bij haar - and sometimes by her We spelen in het huis van mijn mamma deze keer - We play in the house of my mamma this time We kunnen niet naar buiten, - We can t go outside, want het is zulk lelijk weer. - because it is such a bad weather. Kom dan Jip - Let s go Jip Toe dan Janneke - Come on Janneke We dansen op de bank op en neer. - We dance on the bench (seat) up and down Heel stout. - Very naugthy (Moeder) Hé hé hé, wat doen jullie nou, met je schoenen op de bank en springen? Je weet best dat, dat niet mag. (Jip) Maar het regent en we weten niks te doen. (Moeder) Speel dan vader en moedertje? Nee niks leuk. Ik weet wat, winkeltje. Ja, winkeltje. Doe je mee mama? (Moeder) Eh, ik heb nou geen tijd, ik ben bezig een cake te bakken voor oma, maar als hij klaar is mogen jullie hem gaan brengen. Ik moet nu naar de keuken. (Jip en Janneke) Kom mee, dan doen we winkeltje. 2. Winkeltje spelen Ik had een winkeltje En ik kwam bij je kopen Ik had een winkeltje Van lappies en knopen Dit was de toonbank, vaders bureau En hier dat kastje, zetten we zo Met al de laatjes Zou dat wel mogen Hier doen we knoopjes in, en haken en ogen Waar zijn de lapjes dan Die moet ik even maken Ik neem gewoon het tafellaken We gaan beginnen Het wordt een heel leuk speletje Nou kwam jij binnen Toen ging het winkelbelletje Dag mevrouw, wat kan ik voor u doen? Dag meneer ik wou een lap katoen Waar is het voor Een jurkje voor mijn kind

sometimes by her We spelen in het huis van mijn mamma deze keer - We play in the house of my mamma this time We kunnen niet naar buiten, - We can t go outside, want het is zulk lelijk weer.

2 Kijk s (is) hier... of u dit aardig vindt t is heel mooi, geef maar drie meneer Drie en half, dat is nog beter Ik knip het af Waar is me schaar... (Moeder) Hee stoute kinderen Wat doen jullie daar? Wou je knippen in mijn kleedje? Zeg ben je stapel Maak het een beetje (Jip en Janneke) Wij spelen winkeltje En zij kwam kopen Ik had een winkeltje van lappies en van knopen (Moeder) Je had geen lapjes? s (is) Even zien Ik heb iets voor je Dit kan misschien, En klosjes garen En restjes wol En nog meer lapjes Een koffer vol Ga nou je gang maar En speel maar fijn En knip maar lekker In dat gordijn (Jip en Janneke) Dag mevrouw, wat mag het wezen? Rose knoopjes Hoe vindt u deze? Heel erg mooi Geef er maar honderd Ha ha mevrouw Bent u bedonderd? (Janneke) Oh! Mam! Jip zegt een lelijk woord! (Moeder) Ik hoor het! Jip, dat zegt een winkelmeneer nooit tegen een klant (Jip) Ja maar, zou wou honderd knopen En ik heb er maar vijf (Moeder) Nou, dan geef je er vijf (Jip en Janneke) Honderd heb ik niet dat is te veel Dan maar vijf En een lap fluweel Is t voor een jasje? Nee, voor een broek Oh, dit is prachtig Net wat ik zoek Het is uw pakje En tot uw dienst Nou dag meneer En maar tot ziens

Zeg ben je stapel Maak het een beetje (Jip en Janneke) Wij spelen winkeltje En zij kwam kopen Ik had een winkeltje van lappies en van knopen (Moeder) Je had geen lapjes?

3 Hee wacht s even, eerst betalen! Ik heb geen centjes, ik heb wel kralen Dat waren guldens, ik heb er vier Precies gepast Geeft u maar hier Dag mevrouw Dag meneer Nou wil ik naar buiten, het regent niet meer! (Moeder) De cake is klaar! Kijk eens! Hmm, wat lekker? Ruikt dat lekker. Is ie voor oma en opa? (Moeder) Ja, weet je wat, bellen jullie opa maar op. (Moeder) Moet ik helpen, of kan je het alleen? Ik kan het niet alleen. Ik wel, ik wel, ik kan het. (Moeder) Nou kijk hier is het nummer, zie je wel? Deze cijfertjes, probeer het maar. Dan doe ik intussen de cake in de doos. 3. Telefoneren Telefoneren, telefoneren dat is zo makkelijk, d r is niks an we gaan t proberen, zelf proberen Kom naast me zitten, daar gaat ie dan Pak de hoorn van de telefoon Dan hoor je dit, dat is de zoemzoem toon Heel gewoon Eerst je vinger op de vijf In dat gaatje van de schijf En nou draaien, jamaar hoe? Deze kant op, naar je toe Nou mag ik het s alleen Nou de acht en dan de één Tu tu tuut, o wat gek Dat betekent: in gesprek Telefoneren, telefoneren Dat is niet moeilijk, het gaat nooit mis Maar weer proberen, opnieuw proberen Dan zul je zien hoe makkelijk het is Eerst de vijf en dan de acht Wacht nou even! Ja ik wacht Om se beurt, nou ik de drie Duw nou niet zo met je knie Nou de één en dan de zeven Wacht nou even, wacht nou even t (het) Is verkeerd. Wat hoor ik nou? t (het) Is een vreemde mevrouw Telefoneren, telefoneren Is niet zo makkelijk, we worden kwaad Toch maar proberen, weer proberen

(Moeder) De cake is klaar! Kijk eens! Hmm, wat lekker? Ruikt dat lekker. Is ie voor oma en opa? (Moeder) Ja, weet je wat, bellen jullie opa maar op. (Moeder) Moet ik helpen, of kan je het alleen?

4 We blijven draaien, zo lang tot het gaat Om de beurt, allebei Eerst mag ik, dan mag jij Nou de zeven, nee nee nee Welles, nietes, nou de twee En de laatste is een vier Maar waar staat ie? hierzo hier! Hallo Opa! Hallo! opa Opa we komen! We komen een cake brengen. (Opa) O, dat is fijn. Komen jullie nu dadelijk? Ja nu dadelijk opa. (Opa) Moet ik jullie niet dadelijk komen halen? Nee we komen zelf. We brengen Takkie mee. (Opa) Zullen jullie voorzichtig zijn? Ja (Opa) Tot straks dan. Tot straks Dag opa! Takkie mag mee Takkie, je mag mee (Moeder) Zo hier is de doos met de cake Wees voorzichtig! want die is nog warm Laat hem niet vallen! Nou gauw jassen aan, laarsjes aan, zo nou zit je er lekker in Zeg luister eens, je weet Mama Blijf op de stoep! Ga niet op de straat! Let op het verkeer Kijk uit waar je gaat En bij de zebra Gaan we oversteken Maar we hebben eerst Naar het lichtje gekeken Is het lichtje rood Dan wachten we Dan wachten we Is het lichtje groen Dan magge we Dan magge we dan mogen we dan moge we En let goed op Jaaaa En kijk goed uit Jaaaaaaaaaaa

We brengen Takkie mee. (Opa) Zullen jullie voorzichtig zijn? Ja (Opa) Tot straks dan. Tot straks Dag opa! Takkie mag mee Takkie, je mag mee (Moeder) Zo hier is de doos met de cake Wees voorzichtig!

5 We zijn al zo dikkels naar opa gegaan We hebben het zo vaak gedaan Niet zo trekken Takkie! Hier moeten we oversteken. Hier is de zebra, d r (der) is geen lichtje Het lichtje doet het niet Mogen we dan toch oversteken? 5. Oversteken Eerst kijken we naar links Daar komt een auto aan Dus even blijven wachten En rustig blijven staan Nou kijken we naar rechts Komt daar een auto? nee Kijk nou nog even links? Nou kan het, kom maar mee He, he, we zijn er! Hou jij Takkie even aan de lijn? Pas op hij trekt zo! Help! Takkie 6. Takkie is zoek Ik had m (hem) zo goed vast Ik had m (hem) aan de lijn We liepen op de stoep En alles ging zo fijn En toen zag ie een kat Hij gaf ineens een ruk! En toen liet jij m (hem) los Dat was per ongeluk Ik kon er niks aan doen, het ging zo gauw Waar is Takkie nou? Waar is Takkie nou? Ik vraag het Aan de mevrouw Mevrouw Heb (heeft) u een hondje gezien Een hondje gezien? Ja, een hondje gezien Nou, ik heb wel een hond gezien Die van ons misschien? Was het Takkie misschien? Daar, een endje (eindje) verder Liep een herder, een grote herder Nee, een tekkel mevrouw En z n (zijn) halsband is blauw En z n (zijn) pootjes zijn heel krom

Oversteken Eerst kijken we naar links Daar komt een auto aan Dus even blijven wachten En rustig blijven staan Nou kijken we naar rechts Komt daar een auto? nee Kijk nou nog even links?

6 En hij is ontzettend dom En nou zijn we m (hem) kwijt, al een hele tijd Ik heb m niet gezien tot mijn spijt En nou is Takkie weg We zijn ontzettend kwaad En ook een beetje bang Het is zo druk op straat Hij ging d r ffts van door Ineens was Takkie zoek Hij liep naar de overkant Misschien wel om de hoek Weggelopen tussen het verkeer We zien m (hem) niet meer We zien m (hem) niet meer Ik vraag het aan de meneer Meneer, heb (heeft) u ook een hondje gezien? Een hondje gezien? more text to come

liep naar de overkant Misschien wel om de hoek Weggelopen tussen het verkeer We zien m (hem) niet meer We zien m (hem) niet meer

Vergelijkbare documenten

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Jip en Janneke. Ik ben Jip. Ik ben Janneke en we wonen naast elkaar. Hij heet Jip, zij heet Janneke. en we spelen soms bij hem en soms bij haar. We spelen in het huis van mijn mama deze keer, we kunnen