Laura Punt en Edith Vissers Netwerkbijeenkomst taal vmbo Over woordenschat, vak- en taaldoelen, interventies van de taalcoördinatoren en vakwerkplannen
Programma netwerkbijeenkomst Herhaling: in vogelvlucht het belang van woordenschat. Nieuwe ontwikkelingen: het formuleren van vakspecifieke taaldoelen in relatie tot woordenschat Oefening: een casus met lesmateriaal Uitwisseling: welke activiteiten en interventies van taalcoördinatoren en schoolleiders helpen bij het succesvol borgen en implementeren van schoolbrede aandacht voor woordenschatontwikkeling? Uitsmijter: het belang van woordenschat/taalbeleid in vakwerkplannen. Afsluiting: evaluatie en wensen voor de toekomst.
Woordenschat Omvang van de receptieve woordenschat op twaalfjarige leeftijd ligt tussen de 10.000 en 17.000 woorden. Volwassenen hebben een receptieve woordenschat tussen de 50.000 en 70.000 woorden.
Het belang van woordenschatontwikkeling Leesvloeiendheid en woordenschat zijn de twee meest bepalende factoren voor begrijpend lezen. Uit onderzoek blijkt een correlatie tussen woordenschat en begrijpend lezen van 0.8 of hoger. Minimaal 14 % van de brugklasleerlingen van alle schooltypen in Nederland kent onvoldoende woorden om zelfstandig lesmethoden te bestuderen.
Het belang van woordenschatontwikkeling vervolg Het gaat om het leren gebruiken van de taal van het vak. Het gaat om het verschil tussen thuistaal en schooltaal, tussen algemeen dagelijks en cognitief en abstract taalgebruik = van DAT naar CAT. Je leert lezen, praten en schrijven als een historicus, een bioloog, een schoonheidsspecialist, een timmerman, een tuinarchitect enzovoorts.
Thuistaal-schooltaal Cognitief complex SCHOOLS TAALGEBRUIK Veel steun uit context Verteringsprocessen vinden plaats in diverse organen, namelijk... Weinig steun uit context DAGELIJKS TAALGEBRUIK Wat eten we? Goed kauwen hoor! Cognitief minder complex Jim Cummins
Uit Taal bij de vakken De vraag: Hoe formuleren wij vakspecifieke taaldoelen die een taalgerichte didactiek uitlokken? De hypothese: Wanneer docenten in staat zijn om vakspecifieke taaldoelen te formuleren voor hun lessen dan zullen zij automatisch taalgerichter lesgeven.
Uit Taal bij de vakken Bij het formuleren van vakspecifieke taaldoelen bedenken docenten vooraf welke vaktaalwoorden en welke schooltaalwoorden essentieel zijn voor het bereiken van de vakdoelen. Voorbeelden van vragen voor het formuleren van doelen Wat leer je bij dit onderdeel van dit vak? Wat moeten leerlingen kunnen en kennen? Welke vaktaalwoorden hebben leerlingen nodig om de doelen te bereiken? Welke schooltaalwoorden zijn van belang?
Een oefening Bekijk het lesmateriaal. Hoe zou jij deze lessen taalgericht maken? Hoe denk je dat je collega s dat zullen doen?
Van vakdoel naar taaldoel Taaldoelen Vakdoelen Taaltaken Werkvormen Context Interactie Taalsteun Check of alle doelen zijn bereikt
Uitwisseling Neem een concreet onderdeel uit het taalbeleidsplan van de school, liefst over woordenschatontwikkeling. Noteer in vijf minuten voor jezelf welke succesvolle activiteiten of interventies je hebt uitgevoerd om dit onderdeel te implementeren en te borgen in de school. Neem vervolgens ook vijf minuten om enkele vragen of problemen hierbij te noteren. We wisselen de suggesties met elkaar uit en bespreken de vragen en/of problemen.
Uitsmijter Het vakwerkplan Voorbeeld van interventie om taalbeleid/ woordenschatontwikkeling te implementeren en te borgen Wat zijn de ervaringen hiermee op de verschillende scholen? Welke aandachtspunten zijn er? Goede voorbeelden?
Afsluiting Korte evaluatie? Wensen voor de toekomst? Graag tot een volgende keer! Laura Punt l.punt@kpcgroep.nl Edith Vissers e.vissers@kpcgroep.nl